ten kunstje d it te
pits kwant.
De bekende Engelsohe buikspreker
Toole had aan een der koffiehuizen
aan het Strand te Londen een voor
stelling gegeven en niet weinig den
lachlust van het publiek gaande ge
maakt. Een der aanwezigen maakte
hem zijn compliment, maar kon daar
bij eenige spottende opmerkingen over
Toole's kunstje niet weerhouden.
„Een dergelijk kunstje," antwoordde
Toole. „kart 111 het leven toch wel
eens te pas komen. Luister maar
eens."
Hij nam een stoel en ging bij het
gezelschap zitten.
„Eenige jaren geleden ging ik langs
Drury Lanenaar Gaiety Theater, toen
ik aangesproken wera door een grijs
aard die om een aalmoes vroeg. Hij
had oogensohijnlijk lamme beenen,
sprak met gedempte stem en zag er
met zqn witte haren en baard aller
ellendigst uit.
„Wat een armo9," dacht ik bij mij
selven. „Hoe .8 t mogelijk, vroeg ik,
„dat gij op uw leoftyd nog uit bede
len gaat. Hebt gij geen zoons of
doohters
„Ja wel, mijnheer," antwoordde hij
met doffe stem, als schaamde hy
zioh, „maar ze hebben mij ver
laten.'
,,'tls schande," hernam ik. Ik haal
de mijo beurs voor den dag eu wilde
hem een halve kroon geven; maar
op eens bedacht ik mij, en om zeker
te zijn, dat myn geld goed besteed
was, zeide ik„Wacht, ik kan u
nog beter helpen; waar woon je
„E n kwartier hier van daan," was
het antwoord. „Als u wil, zal ik u
naar mijne woning brengen.3'
Eerst later viel het mij in, dat hij
mij met zooveel aandrang bad uit-
genoodigd, maar nu lette ik er niet op.
De grijsaard zette zijne krukken
in beweging en sleepte zijn doode
beenen voort, onder duizend betui
gingen van dankbaarheid. Het was
een van die nare mistige avonden,
en de roode lichtkrans om de lan
taarns verlichtte te nauwernood het
glibberige macadam. In de straatjes,
die wij doorgingen, zag ik sleohis
eenige spitsboevengezichten en men-
sohen van armoedig en hongerig
uiterlijk, en hcewei ik van e2n klein
geruchtje niet vervaard was, begon
ik mij toch uGgerust te maken, zoo
dat in zelfs op het punt stond myn
gids te laten loopen.
„Zijn we nog ver van uw woning
vroeg ik aan den krukkeman. Dit zeg
gende keek ik op mijn horloge, een
uurwerk van groote waarde. ~Op dit
oogenblik trof my een blik van be-
geerigheid onder de borstelige wenk
brauwen van don grijsaard en ik
merkte op. dat de oude oogen had
gelijk een jonge man.
Allerhande kwade vermoedens be
stormden my, maar somtijds ia onze
eigenliefde grooter dan onze voor
zichtigheid en ik bleef den man volgen,
die met verwonderlijke vingheid op
zijn krukken voortstrompelde, nu en
dan omziende, ol ik hem nog altijd
aohterna kwam.
Opeens bleef de grijaard staan en
zeide cp den zeilden schorren toon
„Hier woon ik, mijnheer."
Hij ging de openstaande deur bin
nen van een smerig huis en klauterde
behendig'langs een steilen trapomhoog.
In de duisternis had ik moeite hem
te volgeD slechts het stampen der
krukken op de treden geleidde mij.
Op de aerde verdieping bleef de,
grijsaard staanis hoorde hetn in
den donker rondtasten en daarna het
knarsen van eon sleutel in een ver
roest slot.
BAA8LEMK HALLETJES,
ïïsu Zataidagavoadpraatp.
CCLXLIII.
Onlangs heb ik ergens iets gelezen
over een naohtegual die 's avonds
op een buiten aan den Zijlweg, zoo
heerlijk fluit, dat het er soms zwart
ziet van de menschen, die naar zijn
gezang blijven luisteren.
Bij de gedachte aan die voor een
nachtegaal queue makende menschen,
kwam er een plannetje in mij op om
daar een zaakje van te maken. „Kijk,"
dacht ik, „als ik van de stad
eens een honderd vierkante meters
grond op den berm kon huren, toe
gankelijk la- gs een afzonderlijk brug
getje, dan zou ik daar stoelen op
zetten en die, voor den tijd van 5
minuten, verhuren voor een dubbeltje
het stuk. De dichte menschenmassa&s,
die volgens dat krantenberioht het
verkeer op den Zylweg belemmeren
en zeker, op hun beurt, nu en dan
in het gevaar verkeeren om door de
Bloemeadaalsche tram of een ander
voertuig op minder aangename manier
in hun nachtegaal-bewondering te
worden gestoord (wat geelt nu een
omnibus om een nachtegaal 1) die
mensohenmasBaas zijn dan geholpen
en voor iny is 't een aardig zaakje.
Gesteld de uitvoering duurt van
's avonds zeven tot tien uur, dan kryg
ik voor dertig stoelen in dien tijd
het sommetje van zes en dertig gul
den, een dagloontje dat de meeste
menschen in den tegenwoordigen tyd
niet kunnen halen.
Vol illusie voor mijn plan wan
delde ik de stad door en liep rayn
vriend Jansen tegen 'tlyf, die vroeg,
of ik een erfeniB had gekregen.
„Beter dan dat, Jansen!" riep ik,
„beter dan dat lik heb een zaakje ont-
dekt en jij bent nogal een handi e
vent, doe mee, dan richten we de
firma Fidelio, Jansen en Co. op lie
Co. is maar fictie, zie je, maar dat
staat goed) en treden op als impre-
Een oogenblik, mijn beste heer,"
reide dezelide schorre Btem, „ik zal
een kaars aansteken."
Eenr e seconden verliepen, waarna
het dansend licht van een vetkaars
zijn stralen door een vertrek wierp,
dat mij bet eerste oogenblik reeds
ruim en luchtig voorkwam.
De bedelaar gleed achter mij heen
en opnieuw hoorde ik het knarsen
van een slot, dat dichtgedraaid werd.
Ik had gedacht, een vies en ellendig
verblijf aan t9 treffen, met eenige
kreupele stoelen en een matras op
den grond in een der hoeken. Maar
deze k ,mer was met zekere weelde
gemeubeld en op den vloer lag een
kleurig tapijt.
„Wat be teek ent dat voeg ik met
verbazing. „Gij hebt mij bedrogen
Ik ging naar de deur terug. De
grijsaard was verdweneneen man
in de kracht van zyn leven met een
grijze pruik in de hand, en het ge
laat met kunstmatige rimpels bedekt,
zag my glimlaohend aan.
„Je kijkt erg verwonderd," begon
hij spottend, „je ziet wel, er gebeureu
nog wonderen in onzen lijd. Ik heb
het gebruik van mijn beenen weer
terug gekregen, en mijn krukken,
daar staan ze."
Dit zeggende, wees bij naar den hoek
bij de deur.
„En wat wil js nu hebben vroeg
ik, zonder vrees te laten blijken.
„Je moest me uw horloge leenec,"
hervatte hij onbeschaamd. „Het mijne
is juist bij den horlogemaker in repa
ratie en het uwe schijnt mij een stuk
van waarde toedat zal wel goed
loopen."
„En is dat nu alles wat je hebben
wilt?'' vroeg ik op spottenden toon.
„Neen, je beurs zou ik ook graag
hebben. Ik ben slecht bij kas op het
oogenblik en wil bij mijn bankier
hei gewone crediet niet oveischrij
den-"
„Ellendeling 1" riep ik uit, op den
v.'dschen bedelaar toetredend. „Maak
die deur open en laat me gaan."
Ik was ongewapend, maar voor een
vechtpartij was ik toch niet bang.
Maar de gewaande bedelaar haalde
oen revolver uit zijn zak.
„Neen." zeide hij, op mij aanleg
gend, „je komt er niet uit. EerBt je
beurs en je horlo e."
Ik sprong achteruit De veront
waardiging en de woede, dat ik zoo
onnotzel en zoo dom geweest was,
my aldus te laten vang9n als een
vogel in een Btrik, beletten mij te
spieken. Wat kon ik nu doen tegen
over dien gewapenden kerel, die mij
met zijn revolver ieder oogenbhk als
een konijn kon doodsohieten
Maar plotseling kreeg ik een goe
den inval.
„Wacht, leelijke schurk, nu heb ik
je," klonk plotseÜDg een ruwe 6tem
achter den bedelaar.
Verschrikt zag bij om... ik maakte
van de gelegenheid gebruik, meteen
sprong was ik bij hem en rukte hem
het wapen uit do hand.
„Nu is 't mijn beurt." zeide ik,
hem de revolver onder den neus du
wend.
„Maak die deur open, of ik sohiet
je door je hersens?"
De schurk zag mij verwonderd
aan. 't Was een onverschrokken ke
rel, daar viel niet aan te twijfelen.
Maar de revolver en die onverklaar
bare stem maakten hem gedwee. Dof
grommend als een bulhond maakte
hij de deur open en sloeg ze met
geweld aohter tae dicht
Al tastende vond ik de trap en kwam
op straatvandaar begaf ik me met
haastige schreden naar het Strand.
Ik kwam een half uur te Lat in Ga
iety theater, waar ze reeds ongerust
waren over mijn wegblijven.
De revolver heb ik als oorlogsbuit
earii van den Zijlwegschen nachte-
gaal."
Toen ik hem mijn plan verteld
had, keek hij me aan alsof hij aan
mijn geestvermogens twijfelde, maar
hij zei niemendal. Dat zwijgende sta
ren begnn me ten slotte te vervelen.
„Jansen", zei ik, „als je een zoutpi
laar gaat worden, waar. chuw mij
dan gsuw, dan haal ik de politie.
En ais je dat niet voornemens bent,
schei dan uit met dat wewnlooze
starer."
flij scheen tot zichzelf te komen,
schudde het hootd en zei: „he
laas I"
„Kerelriep ik, ,,'t is zoo'n puik
zaakje. Bedrijfskapitaal is er niet
voor neodig, 't is bijna allemaal zui
vere winst, een prachtig monopolie.
Denk eens aan zoa'n zeldzaam beest
als een n^chle <aal
„Z3ldzaam riep hij. „Heb je wel
eens eehoord van den Haarlemmer
hout
„Ja inderdaad, daar heb ik wel
eens over hooren spreken."
„Ben je er wel eens in geweest?"
„Ook wel een enkelen keer."
„Maar man riep Jansen, „weet
je dan niet, dat er in den Hout niet
éeu, maar wel een dozijn naohtega-
len is, die 'e avonds, ook 's morgens
heerlijk Blaan? Kom je dan 's mor
gens nooit ir. den Hout?"
Ik erkende van neen.
„Eigenlijk behoef ik het ook niet
te vragen," zei hij, „want ik ont
moet je er nooit. Man, als je
eens wist, hoe heerlijk het's morgens
is in den Hout. Het riekt er zoo
heerlijk en van alle kanten zie je
het jonge, frissche groen; boven js
hoofd zingen de vogels en boven al
les uit klinkt de slag van den naoh
tegaal. En wie wandelen er 's mor
geus in den Hout Een half dozijn
tnensohen, dio het voor hun gezond
heid moeten doen en overdag geen
tijd hebben. Acb, Fidelio, de liefde
voor de Natuur gaat er niet op voor
uit de mensoheu weten nauwelyks
meer, dat er zooiets als de Natuur
bestaat en raken in verrukking over
bewaard en nu siet ge wel, besloot
Toole, dat het kunstje van buikspre
ken mij dien avond van een leelijk
avontuur heeft gered.
BINNENLAND
Inbraak to Zaandam.
Terwijl het postkantoor te Zaandam
gesloten en de directeur afwezig was,
is Donderdagmiddag om half vijf
aldaar inbraak gepleegd. De dienst
bode, die gerucht hooiende, toeschoot,
wilde den dief vasthouden tot men
haar ter hulp zou komen en schreeuw
de luidbeelp.
De diet echter trok een mes en
bracht het meisje een snede toe over
den pols, waarna zij van de trappen
werd geworpen, waar zij in zwijm
bleef liggen.
Een zoon des huizes, die op het
vernemen van onraad ook na »r boven
ijlde, kon echter niet verhinderen dat
de dader ontsnapte
Zijn signalement is bekend. Hij was
als heer gekleed, droeg een grijze
demi-saison en een ener.
Donderdagavond passeerden drie
wielrijders den CoolsiQgel te Rotter
dam. Een buoner reed een kind aan,
dat viel en zich bezeerde. Burgers
trokken, partij voor het kind, hetgeen
tengevolge had dat toen een der wiel
rijders met zijn rijwiel ging slaan,
men twee hunner (de derde was op
zijn wiel weggereden) met stokken
te lijf ging en ze op hunne hootden
en lugtren stuk sloeg. De politie
kwam er aan te pas, beschermde de
wielrijders tegen verdere mishande
ling en verzocht beiden mede te paan
naar het bureau in de Witte de With
straat, waar an zij voldeden. Op weg
derwaarts ging een der wielrijders,
een Hagenaar, die onder don invloed
van eterken drank verkeerde, de agen
ten te liji en Btompte een hunner zoo
danig in het gelaat, dat de man op
den grood viel. De vechtersbaas werd
d arop gearresteerd en na met be
hulp van burgers nan het politiebu
reau in de Witte de Withstraat ge
bracht te zijn, in bewaring gesteld.
Tegen hem is eene strafvervolging
ingesteld.
Eon dolle kce.
De landbouwer Smit te Giethoorn
had Woensdag op de markt teWoI-
vega eene koe gekocht. Met het beeet
te Willemsoord gekomen, werd de
koe dol. Z9 rukte zich los en rende
voort in de richting van Peperga.
Verscheidene personen werden door
het dier op de horens genomen en
omvergeworpen. Eene oude vrouw
werd zoodanig door het dier gewond,
dat haar toestand hoogst bedenke-
iyi is.
Op de razende koe werd door ver-
schUier.de personen jacht gemaakt.
De wachtmeester van de marechaus-
eées te Wolvega waa ook gewaar
schuwd, en aan dezen is het gelukt
het beest met ds karabijn dood te
schieten.
Bij hei Koloniaal Werfd2pöt*
Men schrijft uit Harderwijk
Bij bet Koloniaal Werfdepot te
Harderwijk blijft nog steeds door den
grooten toeloop der werving en voor
al door de vele overplaatsingen en
detaoheeringen van militairen van
het leger h. t. 1. by dat in Indië,
eene bijzondere drukte heerschen. Ds
kazerne aldaar is dan ook reeds
overvol.
Geen dag uitgezonderd de Zon
dag gaat voorbij of elke trein
brengt nog altijd voor dat depot be
stemde personen aan.
een nachtegaal op den Zylweg, alsof
er maar Óen in Haarlem was.
„Dus defi'maFidelio Jansen &Co?"
„Komt niet tot staDd. Ea denk er
om, wanneer ja je plan uitvoert, dan
adverteer ik met groote letters in
het Dagblad, dat ik gratis aanbied
boschluoht, de rust en vrede van de
natuur en bovendien nog bet gezang
van den nachtegaal. Zou je nietdea-
keD, dat je heele zaakje dan mis
lukte
Ik ben kwaad weggeloopen, want
tegen zoo'n concurrentie is niet te
vechten maar ik heb toch het
besluit genomen, om ook 's morgens
eens in don Hout te gaan wandelen.
Wat Jansen zei, was welbeschouwd
nog zoo mal niet."
Er wordt wel eens beweerd, dat er
tegenwoordig niet meer zooveel
wordt gedaan aan voorspellen, waar
zeggen en dergelijke meer. In myn
jeugd noemden ze dat de zwarte
kunst. Er kwam in dien tijd op ons
dorp een oud mannetje, dat bezems,
boenders en dergelijke nuttige arti
kelen verkocht; een klein kereltje,
die mieschiea wel tengevolge van
den langdurigen omgang met het
artikel, zelf ietwat op een boender
was gaan lijken en die zijn neus
niet kon vertoonen, of wij jongens
waren klaar om hem het leven on
aangenaam te maken. Op 't oogen
blik heb ik er berouw van, maar ik
zal u niet tegenspreken, wanneer ge
beweert, dat dit berouw wat te laat
gekomen is.
Nu dan, dit borstelaohtige man
netje ging door voor een beoefenaar
van de zwarte kunst. Meermalen ge
beurde het, wanneer wij hem plaag
den en kwelden dat de eene of an
dere vreesachtige moeder uit hare
woning sohoot en haar zoontje mee
naar binnen nam, uit vrees voor de
wraak van het bezemmannetje. Ik
moet zeggen de dingen waarmee hy
dreigde, waren juist niet alleclaagsch.
Als het wat al te bont werd, dreigde'
Vooral by aankomst van groote
transporten in de kazerne is het
eigenaardig om te zien, hoe de reeds
daar vertoevende militairen met
nieuwsgierige blikken de nieuw aan
komenden opnemen om te zien of
wellicht onder hen ook vrienden of
bekenden zich bevinden. En dan die
ontmoeting, die handdrukken en ge
sprekken, welke daarbij gewisseld
wordenmen kan het bun aanzien
hoe vreolijk en welgemoed dat weer
zien hun aandoet en hoe goed het
hun stemt met hen voor eenzelfde
doel naar Indië te vertrekken
tijdelyk by het WerldepÖt te zijn ge
komen.
Tijdelijk is zeer zeker hun verblijf
daar; het is een komen en gaan van
al die personen; geen dag Haat dat
stil. De kazerne van het Werflepot
geeft een mengelmoes te aanschou
wen van militairen, behoorende tot
bijna alle korpsen en wapeusoorten
van ons leger, daarbij voegt zioh dan
nog de verscheidenheid in burger
personen (ook van verschillende na
tionaliteiten); kortom van alles is
daar in dezen tijd vertegenwoordigd.
Daarbij komen nu ook nog de vele
werkzaamheden, welke den naar
iDdië vertrekkenden transporten voor
afgaan. Velen der eerst aangenomen
Nederlanders, aan wien verlof is ver
leend geworden, *en einde afscheid
te r.emen van familieleden, vrienden
en bekenden,"komen nu ook sucoes-
sievelyk by het Werfdepot terug, en
voor en met hen begint nu een
nieuwe drukte, nl. om hen gereed te
maken voor de zeereis, die spoedig
aanvaard zal worden. Op die wijze
moeten nu reeds achtereenvolgens
tot en met 5 Juni e. k. voor 470 mi
litairen de noodiga maatregelen wor
den genomen.
Gemengd Nieuws.
Binnenkort gaat eene karavaan
socialistische vrouwen uit Londen den
boer op om propaganda te maken
voor hare beginselen. Zy reizen in
wagens, waaraan het rood niet ge
spaard is en met spreuken beschil
derd, van dorp tot dorp. redevoeren,
begeven zich in gesprekken niet de
buitenlui, deelen traktaten uit. De
wagens dienen tevens als keuken,
slaapgelegenheid enz. Eerst tegen den
winter keert het gezel:chap naar
Londen terug.
Aan het jaarlyksc'ne feestmaal van
de Lond9nsche Newspaper Society
heeft sir E velijn Wood, de bevel
hebber der Britsohe troepen in den
oorlog tegen Transvaal, in een rede
over hot Britsche leger ook eenige
woorden gewijd aan de Boeren,
woorden, welke van groote beteeke-
nis zijn in den mond van den man,
die tegen hen maar ook mèt hen
heelt gestreden. Aan dit laatste feit
herinnerde spreker, daarbij verkla
rende dat hij een woerd wilde spre
ken ten gunste van dit volk. dat te
weinig werd begrepen. Sir Evelyn
apprecieerde ds hoedanigheden der
Boeren, doch gaf toe, dat het voor
Londenaars moeilijk is dit eveneens
te doen. „Het is" zeide bij
„een eenvoudig, Godvreezeod volk,
stuursch, ruw, onbeschaafd, maar
van de beste stof gemaakt, en ik ge
loof, dat het zeer in het belaDg van
Engeland is vriendschap te sluiten
met deze vrywillLers, van wie erop
het oogenblik .velen aan de zijde van
onze zonen en broeders strijden tegen
de Matabelen."
Da rechtbank te Vermont beeft den
bekenden schrijver Kipling in een
procea tegen zijn zwager gelijk gege-
hij: „pas op, jongens, of ik laat jul
lie over do mast van dat schip heen-
vliegen Een andtren keer gaf by
zyn voornemen te kennen, om ons
twintig meter diep in don grond te
laten verzinken. Maar noch die hoog
vliegende, noch die laagzinfcende straf
heeft hij ooit op een van ons toege
past, zoodat ik allengs tot het denk
beeld kwam, dat hij er al even wei
nig toe in staat was als ik en het
alleen maar ze', om zioh een roep
van buitengewone tooverkracht eigen
te maken, die hem niet toekwam
Later heb ik gemerkt, dat er wel
meer meneoben hun best doen om
zich een reputatie te veroveren, waar
op ze geen recht hebben, zy het dan
ook op een ander gebied.
Dat er evenwel in 't algemeen aan
dergelijke diDgen minder dan vroeger
gedaan wordt, zou ik niet zoo dade-
lyk durven toegeven. De kaartleggerij
is nog lang niet uit de maatschappij
verdwenen en men zoekt nog allerlei
voorspellingen in de toekomst te vin
den in allerlei zonderlinge richtin
gen. Vroeger lieten de zoogeheeten
„toovenaarsmeest vreemdelingen,
die op de 'ichtgeloovigheid specu
leerden, allerlei tafreeien zien in
droppels water, die ze op een spie
gelije lieten vallen, of in wijn, waarin
ze een weinig tooverpoeder hadden ge
mengd. Ook draaiden ze wel een haan
onverwachts den hals om en wanneer
het beest dan drie kreten gat, betee
kende dat, dat de nieuwsgierige, die
naar de toekomst informeerde, nog
drie jaar leven zou. Dit kon de waar
zegger ook gerust voorspellen, aan
gezien hij tooit lang op een plaats
bleef en drie jaar later al a .n 't an
dere eind van de wereld zoek was
geraakt.
Dat er nog met kippen en bekers
wijn wordt gewerkt, heb ik nooit
vernomenik vermoed, dat deze
manier van voorspellen over 't alge
meen wat weelderig werd gevonden.
In deze wereld, die maar altyd vraagt
naar goedkoop, goedkoop en altijd
weer goedkooper, waren kippen en
wijn minder op hun plan's. Men
ven. De twee heeren stonden reedB
sedert een jaar op slechbn voet. Ba-
le6tier beweerde dat Kipling rondge
strooid had, dal Balestier financieele
verplichtingen aan hem had.
Toen Kipling den 6an van deze
maand des avonds huiswaarts reed,
werd by achterhaald door zijn zwa
ger op een fiets. Balestier verlangde
dat hij die praatjes zou intrekken
Kipling verwees hem naar een advo
caat, maar Baleetier antwoordde dat
een advocaat er niets mede te maken
had en dat hij hem de bei=ens zou
inslaap, als hy zijn woorden niet
introk.
Voor den rechter verklaarde Kip
ling, dat zijn zwager bijna, zoo niet
volslagen gek was, en hem bepaald
in een aanval van razernij zou doo-
den, maar niettemin bood hij aan,
de borgstelling voor hem te betalen.
Balestier weigerde zijn hulp aan te
nemen en werd voorloopig op vrije
voeten gelaten.
Kipling zal Vermont verlaten hij
vertoefde er juist terwille van Balestier,
op wien hij belocfi had een oogje te
zullen houden.
Afrikaans.
Di Afr. Patriot sohryft onder het
opschrift: „'n Hollandse professor over
Atrikaans.
„Dis verwonderlik hoe men hulle
in Holland weet van ons taalselfs
taalgeleerde on di wat hulle ammatig
om 'n oordeel daaro'ver uit te spreek
en andere daarin te leer. So het di
taalgeleeude Prof. dr. J. te Winkel
'n voorlesing gegé o'er „De Neder-
laudsche Taal in N.-Amerika en in
Z. Afrika" en kyk nou wat Hollandse
I koeranten daarvan meedeel"
Dan volgt een verslagje van die
voorlezing en merkt de Patriot aan
het eind het volgende op
„Dis amper vermakelik. 'n Mens
zou daarom moet lag as di saak ons
ni te na an di hart lé ni. Verbes) jou
„een beschaafde dame" sal an di tafel
eó, as sy genooi worde„Ik heb de
pens al dik gevreet." Gen boeredogter,
wat gen Kaffer-of Hotnotsmyd ealso
iets sê niEn denk 'n Afrikaner
sal praot van „Knalhoutje" (ver vuur-
houtje)Ons is seker, gen een van
ons duisende lesers het sc-'n wobrd
nog ooit in hulle mond, of selfs in
hulio oor, gehad ni. Di geleerde pro
fessor kan baing vertel van di Hol-
landsche taal, mar van Afrikaans het
hy di klok hoor lui, mar hy weet nog
ni waar di bel bang ni. En dis n-u
di voorligtersGen wonder dat di
gewone Hollandeis so tain van ons
taal weet en dan veroordeel wat
hulle ni ken ni."
Onder groote deelneming en met
veel plechtigheid zijn de lijken der
bij het spoorwegongeluk in Algiers
gedoode militairen Donderdag te
Mostaganem ter aarde besteld-
De verantwoordelijkheid voor de
ramp schijnt neer t komen op het
hoofd van den stationschef t9 Vdelia,
thans gearresteerd, die den trein met
soldaten liet vertrekken, n eenende
dat de andere trein op het neven-
spoor was en eerst te laat tot zyn
ontzetting bemerkte dat dit spoor leeg
was en de catastrofe binnen weinige
minuten moest volgen.
Beter Iaat dan nooit!
Eerst thans zyn de diploma's en
medailles der tentoonstelling te Chi
cago gereed gekomen, die ten getale
van bijna 25,001 toegekend zyn. Vol-
geDS de N.-Y. Hand. Ztg. zyn die
voor de Duitsohe inzenders ('2649)
reeds afgezonden, dank zij den aau-
draug van den Duittchen gezant. De
reden van het uitstel ligt in de bui
tengewone zorg, welke aan de di-
vond het e;. dat goedkoop is, vooral
in den tyd als de kippen overvloedig
blieven te leggen. Wat ze nu met die
eieren uitvoeren, ik weet liet keusch
niet. Ik heb er nooit twes of drie
kwartjes voor over gehad pluB een
spoorkaartje, om er juffrouw Zus ol
Zoo, wonende op eeu derde boven
huis in de Dit- of Datstraat te Am
sterdam (vijfmaal scheiler) over te
gaan ondervragen. Toch is mij onl ngs
eens de kaart gelegd en ik zal u
eens vertellen, hoe puik dat uit
kwam.
WaEneer iemand mocht zeggen, d it
het toch geld verspillen was, dan moet
ik doen opmerken, dat het gedaan
werd door een amateur-waarzeg
ger en dus niets kostte. Nadat hij de
kaarten heftig gesohud had, warden
die uitgelegd en met groote aandacht
bekeken.
„Harten heer met schoppen vrouw,"
zei bij met grooten ernst, „b-tee&ent
eeD üuwelijk of een voorgenomen
huwelijk. Verwaoht ge misschien een
huwelijk in de familie?"
Ik wist er geen te bedenkende
eenigen. die in myn familie daarvoor
in de termen vailen, zijn drie neven
van over de vijftig jaar, die den
huwbaren leeftijd toch wei wattebo
ven zijn.
„Schoppen aas en klaveren a"B
naast elkander beteekent ongeluk,"
giDg hij voort, „eu dat die sohoppen
boor er vlak naast ligt, wil zeggen,
dat dit onge'uk je vandaag nog zal
overkomen.
Nu werd het me toch wat al te mal.
„Hoor eens, vrindlief," zei ik, „je
waarzegt me nu gratis, maar als je
me daarmee nou den geheelen dag
bederft, dan vind ik die aardigheid
nog veel te duur gekocht. Laten we
er maar niet mee doorgaan, anders
voorspel je me nog de gebruikelijke
groote erfenis en als ik die dan eens
niet kreeg, dan zou me dat een heele
teleurstelling wezen
Ik kom thuis en wat zie ik daar
op myn tafel liggen Een oommuni-
oatie van een van myn drie neven,
dat hy zoowaar ondertrouwd is. Ik
ploma's en de medailles is besteed.
Het graveerwerk moet dac ook bui
tengewoon fraai zyn en beeft 16
maanden a-beid gekost. Elke medaille
is op een blauw fluweelen rand ge
sloten in een fraai kistje van alumi
nium en dat weder in een bouten
kistje verpakt.
Te Newark (New-JerBey) is op den
leeftijd van 37 jaar overleden Minnie
Sperry, die doorging voor de knapste
dwerg der Vereenigde Staten. Zy zag
er uit als een levende pop daar zy
even als baar broertje Wtlliam, slechts
36 duim mat. Hare overige broers en
zusters waren van gewone lichaams
lengte.
De familie Sperry is te Newark
zeer geacht, waar ook Minnie zeer
populair was, niet het minst, omdat
hare ouders er nooit in hadden toe
gestemd, om haar aan houders van
kijkspelletjes te verhuren, zelfs niet
voor fabelachtige prijzen. Zelfs wijlon
Barnam kon de beide dwergeo Diet
engageeren voor zyn beroemd „dwer
genccngres."
De dood vsn Minnie heeft de wijk,
waar zij woonde, in rouw gedompeld
en van alle kanten had men zooveel
bloemen gezonden, dat de sterfkamer
er bijna mede gevuld was.
VARIA.
Een leuke zet.
Eeu rijke Duitscher, die lust had
om een dag uit rijden te gaan, wilds
bij een stalhouder zyn beste paard
en dogcart huren, maar de stalhouder,
die hem niet kende vertrouwde hem
die niet toe. De Duitscher had echter
zijn zin op een rit gesteld en sloeg
hem voor den prijs, dien paard en
rytuig gekost hadden, te betalen, be
lovende ze hem voor d. nzeifden prijs
weer te verko pen als hij terugkwam.
Daar zag de ander geen bezwaar in,
dus werd aan het verlangen van den
Duitscher voldaan en voort ging hij.
Imijds was bij weer aan stal, kreeg
zyn geld terug, volgens overeenkomst,
en wilde heengsaD.
„Well" riep de stalhouder, „gij
hebt vergeten voor het huren te be
talen."
„Beste man," was het antwoord,
er is van huren geen sprake. Ik heb
dea geheelen dagmet myn eigen paard
en rijtuig geredeo." En hij liet den
man verbluft stsaa
Een wijsgeertje.
Een jongen baalde een brood. Toen
de bakker hem een zeer klein gaf,
zei de jongen, dat het zyn gewicht
wel niet zou hebben. Nu," zei de man,
„dat hindert jou niet, des te minder
heb je te dragen."
„Mij rok goed," dacht de lenaap,
en wierp bij 'het heengaan den ha'ven
prijs op de toonbank. De bakker riep
hem na, dat er geen geld genoeg
was. „Dat komt er niet op aan." zei
de jongen, „des te minder heb je te
tellen."
l'Mffliiuriut iao Politie te Gaart».
De. voorwerpen zijn dagelijks, behalve
Zon- en feestdagenvan 11 tot 1 uur
voor de eigenaars terug te bekomen, j
Gevonden in de opgehaalde vuil-
nisstoffen, eeu zilveren horlogekest
en een zilveren lepeltje, terug te be
komen aan het bureau van den hoofd*
opzichter der gemeente reiniging, Har
menjansweg.
Een poppenwagen. Een oorbelletje.
Eene kinderzak met snuisterijen. Een
raket. Eene houten kist-Een dop van
een kinderwagen. Een zak met wasch-
sroed. Een damesriog. Een duimstok.
Eene zweep. Eenige rozekransen. Een
bril in etui Een hoepel Esn mandje.
Een gordijn. Een hoed en stok Twee
pakkisten. Een doek Eenige sleutels.
werd toch een beetje onplezierig. Niet
om dat aanstaande huw6lyX, volstrekt
niet, maar om de tweede voorspelling:
namelijk,dat me op dien dag een onge
luk zou overkomen. Wat zou dat
wezen Zou ik myn hals breken of
zou het fifloepen met een trap op
mijn likdoorn, wat ook een ongeluk
is? Al peinzende wil ik de deur uit
gaan, toen er juist een papier in de
brievenbus gestoken en er meteen
gebeld wordt. Ii kijk het papier in:
't was mijn biljet voor de bedrijfsbe
lasting
Ik ademde weer vryer. Daar was
dan het voorspelde ongeluk. Ik doe
de deur open en daar staat myn
waarzegger, met een bedrukt gezioht.
Juist toen ik zeggen wou, dat zijn
voorspelling perfect was uitgekomen,
zegt hy heel bedeesd
„Neem my niet kwalijk, maar ik
heb mij daareven met het kaart eggen
vergist Harten heer met sohoppen
vrouw beteekent niet huwelijk, maar
eohtscheidïng.Warenhe^hPeren vrouw
van kleur, dan beduidde het huwelyk."
„Ei zoo," zeg ik, „en de twee zwarte
azen
„Ja, dat was ook niet volkomen
juist," zei hy nog bedeesder. „Die be-
teekenen ziekte, niet ongeluk. Ik heb
het, Dadat je weg waart nogeens goed
nagekeken, zie je. Ds twee zwarte
azen boven elkaar, die voorspellen
een ongeluk."
Ik zei dat hij een kraan van een
waarzegger was, maar dat is nu een
week of zes geleden en nieo-and in
mijn gezin is ziek geweest, evenmin
heb ik in de familie iets van een
eohtscheidiDg i ernomen. Mooht dus
iemand van mijne lezers ondervinding
hebben van de voorspelling met het
ei, dan zal ik dat graag vernemen,
maar ben minder dan ooit geneigd
tot een reis naar het derde, tweede
of ondersteboveDhuis van juffrouw
Zus of Zoo. om er zelf de proef van
te nemen. Wie daar een kwartje voor
over J heeft, diens hersenhuis staat,
dunkt me, ondersteboven.
FIDELIO.