ten kunstje d it te pits kwant. De bekende Engelsohe buikspreker Toole had aan een der koffiehuizen aan het Strand te Londen een voor stelling gegeven en niet weinig den lachlust van het publiek gaande ge maakt. Een der aanwezigen maakte hem zijn compliment, maar kon daar bij eenige spottende opmerkingen over Toole's kunstje niet weerhouden. „Een dergelijk kunstje," antwoordde Toole. „kart 111 het leven toch wel eens te pas komen. Luister maar eens." Hij nam een stoel en ging bij het gezelschap zitten. „Eenige jaren geleden ging ik langs Drury Lanenaar Gaiety Theater, toen ik aangesproken wera door een grijs aard die om een aalmoes vroeg. Hij had oogensohijnlijk lamme beenen, sprak met gedempte stem en zag er met zqn witte haren en baard aller ellendigst uit. „Wat een armo9," dacht ik bij mij selven. „Hoe .8 t mogelijk, vroeg ik, „dat gij op uw leoftyd nog uit bede len gaat. Hebt gij geen zoons of doohters „Ja wel, mijnheer," antwoordde hij met doffe stem, als schaamde hy zioh, „maar ze hebben mij ver laten.' ,,'tls schande," hernam ik. Ik haal de mijo beurs voor den dag eu wilde hem een halve kroon geven; maar op eens bedacht ik mij, en om zeker te zijn, dat myn geld goed besteed was, zeide ik„Wacht, ik kan u nog beter helpen; waar woon je „E n kwartier hier van daan," was het antwoord. „Als u wil, zal ik u naar mijne woning brengen.3' Eerst later viel het mij in, dat hij mij met zooveel aandrang bad uit- genoodigd, maar nu lette ik er niet op. De grijsaard zette zijne krukken in beweging en sleepte zijn doode beenen voort, onder duizend betui gingen van dankbaarheid. Het was een van die nare mistige avonden, en de roode lichtkrans om de lan taarns verlichtte te nauwernood het glibberige macadam. In de straatjes, die wij doorgingen, zag ik sleohis eenige spitsboevengezichten en men- sohen van armoedig en hongerig uiterlijk, en hcewei ik van e2n klein geruchtje niet vervaard was, begon ik mij toch uGgerust te maken, zoo dat in zelfs op het punt stond myn gids te laten loopen. „Zijn we nog ver van uw woning vroeg ik aan den krukkeman. Dit zeg gende keek ik op mijn horloge, een uurwerk van groote waarde. ~Op dit oogenblik trof my een blik van be- geerigheid onder de borstelige wenk brauwen van don grijsaard en ik merkte op. dat de oude oogen had gelijk een jonge man. Allerhande kwade vermoedens be stormden my, maar somtijds ia onze eigenliefde grooter dan onze voor zichtigheid en ik bleef den man volgen, die met verwonderlijke vingheid op zijn krukken voortstrompelde, nu en dan omziende, ol ik hem nog altijd aohterna kwam. Opeens bleef de grijaard staan en zeide cp den zeilden schorren toon „Hier woon ik, mijnheer." Hij ging de openstaande deur bin nen van een smerig huis en klauterde behendig'langs een steilen trapomhoog. In de duisternis had ik moeite hem te volgeD slechts het stampen der krukken op de treden geleidde mij. Op de aerde verdieping bleef de, grijsaard staanis hoorde hetn in den donker rondtasten en daarna het knarsen van eon sleutel in een ver roest slot. BAA8LEMK HALLETJES, ïïsu Zataidagavoadpraatp. CCLXLIII. Onlangs heb ik ergens iets gelezen over een naohtegual die 's avonds op een buiten aan den Zijlweg, zoo heerlijk fluit, dat het er soms zwart ziet van de menschen, die naar zijn gezang blijven luisteren. Bij de gedachte aan die voor een nachtegaal queue makende menschen, kwam er een plannetje in mij op om daar een zaakje van te maken. „Kijk," dacht ik, „als ik van de stad eens een honderd vierkante meters grond op den berm kon huren, toe gankelijk la- gs een afzonderlijk brug getje, dan zou ik daar stoelen op zetten en die, voor den tijd van 5 minuten, verhuren voor een dubbeltje het stuk. De dichte menschenmassa&s, die volgens dat krantenberioht het verkeer op den Zylweg belemmeren en zeker, op hun beurt, nu en dan in het gevaar verkeeren om door de Bloemeadaalsche tram of een ander voertuig op minder aangename manier in hun nachtegaal-bewondering te worden gestoord (wat geelt nu een omnibus om een nachtegaal 1) die mensohenmasBaas zijn dan geholpen en voor iny is 't een aardig zaakje. Gesteld de uitvoering duurt van 's avonds zeven tot tien uur, dan kryg ik voor dertig stoelen in dien tijd het sommetje van zes en dertig gul den, een dagloontje dat de meeste menschen in den tegenwoordigen tyd niet kunnen halen. Vol illusie voor mijn plan wan delde ik de stad door en liep rayn vriend Jansen tegen 'tlyf, die vroeg, of ik een erfeniB had gekregen. „Beter dan dat, Jansen!" riep ik, „beter dan dat lik heb een zaakje ont- dekt en jij bent nogal een handi e vent, doe mee, dan richten we de firma Fidelio, Jansen en Co. op lie Co. is maar fictie, zie je, maar dat staat goed) en treden op als impre- Een oogenblik, mijn beste heer," reide dezelide schorre Btem, „ik zal een kaars aansteken." Eenr e seconden verliepen, waarna het dansend licht van een vetkaars zijn stralen door een vertrek wierp, dat mij bet eerste oogenblik reeds ruim en luchtig voorkwam. De bedelaar gleed achter mij heen en opnieuw hoorde ik het knarsen van een slot, dat dichtgedraaid werd. Ik had gedacht, een vies en ellendig verblijf aan t9 treffen, met eenige kreupele stoelen en een matras op den grond in een der hoeken. Maar deze k ,mer was met zekere weelde gemeubeld en op den vloer lag een kleurig tapijt. „Wat be teek ent dat voeg ik met verbazing. „Gij hebt mij bedrogen Ik ging naar de deur terug. De grijsaard was verdweneneen man in de kracht van zyn leven met een grijze pruik in de hand, en het ge laat met kunstmatige rimpels bedekt, zag my glimlaohend aan. „Je kijkt erg verwonderd," begon hij spottend, „je ziet wel, er gebeureu nog wonderen in onzen lijd. Ik heb het gebruik van mijn beenen weer terug gekregen, en mijn krukken, daar staan ze." Dit zeggende, wees bij naar den hoek bij de deur. „En wat wil js nu hebben vroeg ik, zonder vrees te laten blijken. „Je moest me uw horloge leenec," hervatte hij onbeschaamd. „Het mijne is juist bij den horlogemaker in repa ratie en het uwe schijnt mij een stuk van waarde toedat zal wel goed loopen." „En is dat nu alles wat je hebben wilt?'' vroeg ik op spottenden toon. „Neen, je beurs zou ik ook graag hebben. Ik ben slecht bij kas op het oogenblik en wil bij mijn bankier hei gewone crediet niet oveischrij den-" „Ellendeling 1" riep ik uit, op den v.'dschen bedelaar toetredend. „Maak die deur open en laat me gaan." Ik was ongewapend, maar voor een vechtpartij was ik toch niet bang. Maar de gewaande bedelaar haalde oen revolver uit zijn zak. „Neen." zeide hij, op mij aanleg gend, „je komt er niet uit. EerBt je beurs en je horlo e." Ik sprong achteruit De veront waardiging en de woede, dat ik zoo onnotzel en zoo dom geweest was, my aldus te laten vang9n als een vogel in een Btrik, beletten mij te spieken. Wat kon ik nu doen tegen over dien gewapenden kerel, die mij met zijn revolver ieder oogenbhk als een konijn kon doodsohieten Maar plotseling kreeg ik een goe den inval. „Wacht, leelijke schurk, nu heb ik je," klonk plotseÜDg een ruwe 6tem achter den bedelaar. Verschrikt zag bij om... ik maakte van de gelegenheid gebruik, meteen sprong was ik bij hem en rukte hem het wapen uit do hand. „Nu is 't mijn beurt." zeide ik, hem de revolver onder den neus du wend. „Maak die deur open, of ik sohiet je door je hersens?" De schurk zag mij verwonderd aan. 't Was een onverschrokken ke rel, daar viel niet aan te twijfelen. Maar de revolver en die onverklaar bare stem maakten hem gedwee. Dof grommend als een bulhond maakte hij de deur open en sloeg ze met geweld aohter tae dicht Al tastende vond ik de trap en kwam op straatvandaar begaf ik me met haastige schreden naar het Strand. Ik kwam een half uur te Lat in Ga iety theater, waar ze reeds ongerust waren over mijn wegblijven. De revolver heb ik als oorlogsbuit earii van den Zijlwegschen nachte- gaal." Toen ik hem mijn plan verteld had, keek hij me aan alsof hij aan mijn geestvermogens twijfelde, maar hij zei niemendal. Dat zwijgende sta ren begnn me ten slotte te vervelen. „Jansen", zei ik, „als je een zoutpi laar gaat worden, waar. chuw mij dan gsuw, dan haal ik de politie. En ais je dat niet voornemens bent, schei dan uit met dat wewnlooze starer." flij scheen tot zichzelf te komen, schudde het hootd en zei: „he laas I" „Kerelriep ik, ,,'t is zoo'n puik zaakje. Bedrijfskapitaal is er niet voor neodig, 't is bijna allemaal zui vere winst, een prachtig monopolie. Denk eens aan zoa'n zeldzaam beest als een n^chle <aal „Z3ldzaam riep hij. „Heb je wel eens eehoord van den Haarlemmer hout „Ja inderdaad, daar heb ik wel eens over hooren spreken." „Ben je er wel eens in geweest?" „Ook wel een enkelen keer." „Maar man riep Jansen, „weet je dan niet, dat er in den Hout niet éeu, maar wel een dozijn naohtega- len is, die 'e avonds, ook 's morgens heerlijk Blaan? Kom je dan 's mor gens nooit ir. den Hout?" Ik erkende van neen. „Eigenlijk behoef ik het ook niet te vragen," zei hij, „want ik ont moet je er nooit. Man, als je eens wist, hoe heerlijk het's morgens is in den Hout. Het riekt er zoo heerlijk en van alle kanten zie je het jonge, frissche groen; boven js hoofd zingen de vogels en boven al les uit klinkt de slag van den naoh tegaal. En wie wandelen er 's mor geus in den Hout Een half dozijn tnensohen, dio het voor hun gezond heid moeten doen en overdag geen tijd hebben. Acb, Fidelio, de liefde voor de Natuur gaat er niet op voor uit de mensoheu weten nauwelyks meer, dat er zooiets als de Natuur bestaat en raken in verrukking over bewaard en nu siet ge wel, besloot Toole, dat het kunstje van buikspre ken mij dien avond van een leelijk avontuur heeft gered. BINNENLAND Inbraak to Zaandam. Terwijl het postkantoor te Zaandam gesloten en de directeur afwezig was, is Donderdagmiddag om half vijf aldaar inbraak gepleegd. De dienst bode, die gerucht hooiende, toeschoot, wilde den dief vasthouden tot men haar ter hulp zou komen en schreeuw de luidbeelp. De diet echter trok een mes en bracht het meisje een snede toe over den pols, waarna zij van de trappen werd geworpen, waar zij in zwijm bleef liggen. Een zoon des huizes, die op het vernemen van onraad ook na »r boven ijlde, kon echter niet verhinderen dat de dader ontsnapte Zijn signalement is bekend. Hij was als heer gekleed, droeg een grijze demi-saison en een ener. Donderdagavond passeerden drie wielrijders den CoolsiQgel te Rotter dam. Een buoner reed een kind aan, dat viel en zich bezeerde. Burgers trokken, partij voor het kind, hetgeen tengevolge had dat toen een der wiel rijders met zijn rijwiel ging slaan, men twee hunner (de derde was op zijn wiel weggereden) met stokken te lijf ging en ze op hunne hootden en lugtren stuk sloeg. De politie kwam er aan te pas, beschermde de wielrijders tegen verdere mishande ling en verzocht beiden mede te paan naar het bureau in de Witte de With straat, waar an zij voldeden. Op weg derwaarts ging een der wielrijders, een Hagenaar, die onder don invloed van eterken drank verkeerde, de agen ten te liji en Btompte een hunner zoo danig in het gelaat, dat de man op den grood viel. De vechtersbaas werd d arop gearresteerd en na met be hulp van burgers nan het politiebu reau in de Witte de Withstraat ge bracht te zijn, in bewaring gesteld. Tegen hem is eene strafvervolging ingesteld. Eon dolle kce. De landbouwer Smit te Giethoorn had Woensdag op de markt teWoI- vega eene koe gekocht. Met het beeet te Willemsoord gekomen, werd de koe dol. Z9 rukte zich los en rende voort in de richting van Peperga. Verscheidene personen werden door het dier op de horens genomen en omvergeworpen. Eene oude vrouw werd zoodanig door het dier gewond, dat haar toestand hoogst bedenke- iyi is. Op de razende koe werd door ver- schUier.de personen jacht gemaakt. De wachtmeester van de marechaus- eées te Wolvega waa ook gewaar schuwd, en aan dezen is het gelukt het beest met ds karabijn dood te schieten. Bij hei Koloniaal Werfd2pöt* Men schrijft uit Harderwijk Bij bet Koloniaal Werfdepot te Harderwijk blijft nog steeds door den grooten toeloop der werving en voor al door de vele overplaatsingen en detaoheeringen van militairen van het leger h. t. 1. by dat in Indië, eene bijzondere drukte heerschen. Ds kazerne aldaar is dan ook reeds overvol. Geen dag uitgezonderd de Zon dag gaat voorbij of elke trein brengt nog altijd voor dat depot be stemde personen aan. een nachtegaal op den Zylweg, alsof er maar Óen in Haarlem was. „Dus defi'maFidelio Jansen &Co?" „Komt niet tot staDd. Ea denk er om, wanneer ja je plan uitvoert, dan adverteer ik met groote letters in het Dagblad, dat ik gratis aanbied boschluoht, de rust en vrede van de natuur en bovendien nog bet gezang van den nachtegaal. Zou je nietdea- keD, dat je heele zaakje dan mis lukte Ik ben kwaad weggeloopen, want tegen zoo'n concurrentie is niet te vechten maar ik heb toch het besluit genomen, om ook 's morgens eens in don Hout te gaan wandelen. Wat Jansen zei, was welbeschouwd nog zoo mal niet." Er wordt wel eens beweerd, dat er tegenwoordig niet meer zooveel wordt gedaan aan voorspellen, waar zeggen en dergelijke meer. In myn jeugd noemden ze dat de zwarte kunst. Er kwam in dien tijd op ons dorp een oud mannetje, dat bezems, boenders en dergelijke nuttige arti kelen verkocht; een klein kereltje, die mieschiea wel tengevolge van den langdurigen omgang met het artikel, zelf ietwat op een boender was gaan lijken en die zijn neus niet kon vertoonen, of wij jongens waren klaar om hem het leven on aangenaam te maken. Op 't oogen blik heb ik er berouw van, maar ik zal u niet tegenspreken, wanneer ge beweert, dat dit berouw wat te laat gekomen is. Nu dan, dit borstelaohtige man netje ging door voor een beoefenaar van de zwarte kunst. Meermalen ge beurde het, wanneer wij hem plaag den en kwelden dat de eene of an dere vreesachtige moeder uit hare woning sohoot en haar zoontje mee naar binnen nam, uit vrees voor de wraak van het bezemmannetje. Ik moet zeggen de dingen waarmee hy dreigde, waren juist niet alleclaagsch. Als het wat al te bont werd, dreigde' Vooral by aankomst van groote transporten in de kazerne is het eigenaardig om te zien, hoe de reeds daar vertoevende militairen met nieuwsgierige blikken de nieuw aan komenden opnemen om te zien of wellicht onder hen ook vrienden of bekenden zich bevinden. En dan die ontmoeting, die handdrukken en ge sprekken, welke daarbij gewisseld wordenmen kan het bun aanzien hoe vreolijk en welgemoed dat weer zien hun aandoet en hoe goed het hun stemt met hen voor eenzelfde doel naar Indië te vertrekken tijdelyk by het WerldepÖt te zijn ge komen. Tijdelijk is zeer zeker hun verblijf daar; het is een komen en gaan van al die personen; geen dag Haat dat stil. De kazerne van het Werflepot geeft een mengelmoes te aanschou wen van militairen, behoorende tot bijna alle korpsen en wapeusoorten van ons leger, daarbij voegt zioh dan nog de verscheidenheid in burger personen (ook van verschillende na tionaliteiten); kortom van alles is daar in dezen tijd vertegenwoordigd. Daarbij komen nu ook nog de vele werkzaamheden, welke den naar iDdië vertrekkenden transporten voor afgaan. Velen der eerst aangenomen Nederlanders, aan wien verlof is ver leend geworden, *en einde afscheid te r.emen van familieleden, vrienden en bekenden,"komen nu ook sucoes- sievelyk by het Werfdepot terug, en voor en met hen begint nu een nieuwe drukte, nl. om hen gereed te maken voor de zeereis, die spoedig aanvaard zal worden. Op die wijze moeten nu reeds achtereenvolgens tot en met 5 Juni e. k. voor 470 mi litairen de noodiga maatregelen wor den genomen. Gemengd Nieuws. Binnenkort gaat eene karavaan socialistische vrouwen uit Londen den boer op om propaganda te maken voor hare beginselen. Zy reizen in wagens, waaraan het rood niet ge spaard is en met spreuken beschil derd, van dorp tot dorp. redevoeren, begeven zich in gesprekken niet de buitenlui, deelen traktaten uit. De wagens dienen tevens als keuken, slaapgelegenheid enz. Eerst tegen den winter keert het gezel:chap naar Londen terug. Aan het jaarlyksc'ne feestmaal van de Lond9nsche Newspaper Society heeft sir E velijn Wood, de bevel hebber der Britsohe troepen in den oorlog tegen Transvaal, in een rede over hot Britsche leger ook eenige woorden gewijd aan de Boeren, woorden, welke van groote beteeke- nis zijn in den mond van den man, die tegen hen maar ook mèt hen heelt gestreden. Aan dit laatste feit herinnerde spreker, daarbij verkla rende dat hij een woerd wilde spre ken ten gunste van dit volk. dat te weinig werd begrepen. Sir Evelyn apprecieerde ds hoedanigheden der Boeren, doch gaf toe, dat het voor Londenaars moeilijk is dit eveneens te doen. „Het is" zeide bij „een eenvoudig, Godvreezeod volk, stuursch, ruw, onbeschaafd, maar van de beste stof gemaakt, en ik ge loof, dat het zeer in het belaDg van Engeland is vriendschap te sluiten met deze vrywillLers, van wie erop het oogenblik .velen aan de zijde van onze zonen en broeders strijden tegen de Matabelen." Da rechtbank te Vermont beeft den bekenden schrijver Kipling in een procea tegen zijn zwager gelijk gege- hij: „pas op, jongens, of ik laat jul lie over do mast van dat schip heen- vliegen Een andtren keer gaf by zyn voornemen te kennen, om ons twintig meter diep in don grond te laten verzinken. Maar noch die hoog vliegende, noch die laagzinfcende straf heeft hij ooit op een van ons toege past, zoodat ik allengs tot het denk beeld kwam, dat hij er al even wei nig toe in staat was als ik en het alleen maar ze', om zioh een roep van buitengewone tooverkracht eigen te maken, die hem niet toekwam Later heb ik gemerkt, dat er wel meer meneoben hun best doen om zich een reputatie te veroveren, waar op ze geen recht hebben, zy het dan ook op een ander gebied. Dat er evenwel in 't algemeen aan dergelijke diDgen minder dan vroeger gedaan wordt, zou ik niet zoo dade- lyk durven toegeven. De kaartleggerij is nog lang niet uit de maatschappij verdwenen en men zoekt nog allerlei voorspellingen in de toekomst te vin den in allerlei zonderlinge richtin gen. Vroeger lieten de zoogeheeten „toovenaarsmeest vreemdelingen, die op de 'ichtgeloovigheid specu leerden, allerlei tafreeien zien in droppels water, die ze op een spie gelije lieten vallen, of in wijn, waarin ze een weinig tooverpoeder hadden ge mengd. Ook draaiden ze wel een haan onverwachts den hals om en wanneer het beest dan drie kreten gat, betee kende dat, dat de nieuwsgierige, die naar de toekomst informeerde, nog drie jaar leven zou. Dit kon de waar zegger ook gerust voorspellen, aan gezien hij tooit lang op een plaats bleef en drie jaar later al a .n 't an dere eind van de wereld zoek was geraakt. Dat er nog met kippen en bekers wijn wordt gewerkt, heb ik nooit vernomenik vermoed, dat deze manier van voorspellen over 't alge meen wat weelderig werd gevonden. In deze wereld, die maar altyd vraagt naar goedkoop, goedkoop en altijd weer goedkooper, waren kippen en wijn minder op hun plan's. Men ven. De twee heeren stonden reedB sedert een jaar op slechbn voet. Ba- le6tier beweerde dat Kipling rondge strooid had, dal Balestier financieele verplichtingen aan hem had. Toen Kipling den 6an van deze maand des avonds huiswaarts reed, werd by achterhaald door zijn zwa ger op een fiets. Balestier verlangde dat hij die praatjes zou intrekken Kipling verwees hem naar een advo caat, maar Baleetier antwoordde dat een advocaat er niets mede te maken had en dat hij hem de bei=ens zou inslaap, als hy zijn woorden niet introk. Voor den rechter verklaarde Kip ling, dat zijn zwager bijna, zoo niet volslagen gek was, en hem bepaald in een aanval van razernij zou doo- den, maar niettemin bood hij aan, de borgstelling voor hem te betalen. Balestier weigerde zijn hulp aan te nemen en werd voorloopig op vrije voeten gelaten. Kipling zal Vermont verlaten hij vertoefde er juist terwille van Balestier, op wien hij belocfi had een oogje te zullen houden. Afrikaans. Di Afr. Patriot sohryft onder het opschrift: „'n Hollandse professor over Atrikaans. „Dis verwonderlik hoe men hulle in Holland weet van ons taalselfs taalgeleerde on di wat hulle ammatig om 'n oordeel daaro'ver uit te spreek en andere daarin te leer. So het di taalgeleeude Prof. dr. J. te Winkel 'n voorlesing gegé o'er „De Neder- laudsche Taal in N.-Amerika en in Z. Afrika" en kyk nou wat Hollandse I koeranten daarvan meedeel" Dan volgt een verslagje van die voorlezing en merkt de Patriot aan het eind het volgende op „Dis amper vermakelik. 'n Mens zou daarom moet lag as di saak ons ni te na an di hart lé ni. Verbes) jou „een beschaafde dame" sal an di tafel eó, as sy genooi worde„Ik heb de pens al dik gevreet." Gen boeredogter, wat gen Kaffer-of Hotnotsmyd ealso iets sê niEn denk 'n Afrikaner sal praot van „Knalhoutje" (ver vuur- houtje)Ons is seker, gen een van ons duisende lesers het sc-'n wobrd nog ooit in hulle mond, of selfs in hulio oor, gehad ni. Di geleerde pro fessor kan baing vertel van di Hol- landsche taal, mar van Afrikaans het hy di klok hoor lui, mar hy weet nog ni waar di bel bang ni. En dis n-u di voorligtersGen wonder dat di gewone Hollandeis so tain van ons taal weet en dan veroordeel wat hulle ni ken ni." Onder groote deelneming en met veel plechtigheid zijn de lijken der bij het spoorwegongeluk in Algiers gedoode militairen Donderdag te Mostaganem ter aarde besteld- De verantwoordelijkheid voor de ramp schijnt neer t komen op het hoofd van den stationschef t9 Vdelia, thans gearresteerd, die den trein met soldaten liet vertrekken, n eenende dat de andere trein op het neven- spoor was en eerst te laat tot zyn ontzetting bemerkte dat dit spoor leeg was en de catastrofe binnen weinige minuten moest volgen. Beter Iaat dan nooit! Eerst thans zyn de diploma's en medailles der tentoonstelling te Chi cago gereed gekomen, die ten getale van bijna 25,001 toegekend zyn. Vol- geDS de N.-Y. Hand. Ztg. zyn die voor de Duitsohe inzenders ('2649) reeds afgezonden, dank zij den aau- draug van den Duittchen gezant. De reden van het uitstel ligt in de bui tengewone zorg, welke aan de di- vond het e;. dat goedkoop is, vooral in den tyd als de kippen overvloedig blieven te leggen. Wat ze nu met die eieren uitvoeren, ik weet liet keusch niet. Ik heb er nooit twes of drie kwartjes voor over gehad pluB een spoorkaartje, om er juffrouw Zus ol Zoo, wonende op eeu derde boven huis in de Dit- of Datstraat te Am sterdam (vijfmaal scheiler) over te gaan ondervragen. Toch is mij onl ngs eens de kaart gelegd en ik zal u eens vertellen, hoe puik dat uit kwam. WaEneer iemand mocht zeggen, d it het toch geld verspillen was, dan moet ik doen opmerken, dat het gedaan werd door een amateur-waarzeg ger en dus niets kostte. Nadat hij de kaarten heftig gesohud had, warden die uitgelegd en met groote aandacht bekeken. „Harten heer met schoppen vrouw," zei bij met grooten ernst, „b-tee&ent eeD üuwelijk of een voorgenomen huwelijk. Verwaoht ge misschien een huwelijk in de familie?" Ik wist er geen te bedenkende eenigen. die in myn familie daarvoor in de termen vailen, zijn drie neven van over de vijftig jaar, die den huwbaren leeftijd toch wei wattebo ven zijn. „Schoppen aas en klaveren a"B naast elkander beteekent ongeluk," giDg hij voort, „eu dat die sohoppen boor er vlak naast ligt, wil zeggen, dat dit onge'uk je vandaag nog zal overkomen. Nu werd het me toch wat al te mal. „Hoor eens, vrindlief," zei ik, „je waarzegt me nu gratis, maar als je me daarmee nou den geheelen dag bederft, dan vind ik die aardigheid nog veel te duur gekocht. Laten we er maar niet mee doorgaan, anders voorspel je me nog de gebruikelijke groote erfenis en als ik die dan eens niet kreeg, dan zou me dat een heele teleurstelling wezen Ik kom thuis en wat zie ik daar op myn tafel liggen Een oommuni- oatie van een van myn drie neven, dat hy zoowaar ondertrouwd is. Ik ploma's en de medailles is besteed. Het graveerwerk moet dac ook bui tengewoon fraai zyn en beeft 16 maanden a-beid gekost. Elke medaille is op een blauw fluweelen rand ge sloten in een fraai kistje van alumi nium en dat weder in een bouten kistje verpakt. Te Newark (New-JerBey) is op den leeftijd van 37 jaar overleden Minnie Sperry, die doorging voor de knapste dwerg der Vereenigde Staten. Zy zag er uit als een levende pop daar zy even als baar broertje Wtlliam, slechts 36 duim mat. Hare overige broers en zusters waren van gewone lichaams lengte. De familie Sperry is te Newark zeer geacht, waar ook Minnie zeer populair was, niet het minst, omdat hare ouders er nooit in hadden toe gestemd, om haar aan houders van kijkspelletjes te verhuren, zelfs niet voor fabelachtige prijzen. Zelfs wijlon Barnam kon de beide dwergeo Diet engageeren voor zyn beroemd „dwer genccngres." De dood vsn Minnie heeft de wijk, waar zij woonde, in rouw gedompeld en van alle kanten had men zooveel bloemen gezonden, dat de sterfkamer er bijna mede gevuld was. VARIA. Een leuke zet. Eeu rijke Duitscher, die lust had om een dag uit rijden te gaan, wilds bij een stalhouder zyn beste paard en dogcart huren, maar de stalhouder, die hem niet kende vertrouwde hem die niet toe. De Duitscher had echter zijn zin op een rit gesteld en sloeg hem voor den prijs, dien paard en rytuig gekost hadden, te betalen, be lovende ze hem voor d. nzeifden prijs weer te verko pen als hij terugkwam. Daar zag de ander geen bezwaar in, dus werd aan het verlangen van den Duitscher voldaan en voort ging hij. Imijds was bij weer aan stal, kreeg zyn geld terug, volgens overeenkomst, en wilde heengsaD. „Well" riep de stalhouder, „gij hebt vergeten voor het huren te be talen." „Beste man," was het antwoord, er is van huren geen sprake. Ik heb dea geheelen dagmet myn eigen paard en rijtuig geredeo." En hij liet den man verbluft stsaa Een wijsgeertje. Een jongen baalde een brood. Toen de bakker hem een zeer klein gaf, zei de jongen, dat het zyn gewicht wel niet zou hebben. Nu," zei de man, „dat hindert jou niet, des te minder heb je te dragen." „Mij rok goed," dacht de lenaap, en wierp bij 'het heengaan den ha'ven prijs op de toonbank. De bakker riep hem na, dat er geen geld genoeg was. „Dat komt er niet op aan." zei de jongen, „des te minder heb je te tellen." l'Mffliiuriut iao Politie te Gaart». De. voorwerpen zijn dagelijks, behalve Zon- en feestdagenvan 11 tot 1 uur voor de eigenaars terug te bekomen, j Gevonden in de opgehaalde vuil- nisstoffen, eeu zilveren horlogekest en een zilveren lepeltje, terug te be komen aan het bureau van den hoofd* opzichter der gemeente reiniging, Har menjansweg. Een poppenwagen. Een oorbelletje. Eene kinderzak met snuisterijen. Een raket. Eene houten kist-Een dop van een kinderwagen. Een zak met wasch- sroed. Een damesriog. Een duimstok. Eene zweep. Eenige rozekransen. Een bril in etui Een hoepel Esn mandje. Een gordijn. Een hoed en stok Twee pakkisten. Een doek Eenige sleutels. werd toch een beetje onplezierig. Niet om dat aanstaande huw6lyX, volstrekt niet, maar om de tweede voorspelling: namelijk,dat me op dien dag een onge luk zou overkomen. Wat zou dat wezen Zou ik myn hals breken of zou het fifloepen met een trap op mijn likdoorn, wat ook een ongeluk is? Al peinzende wil ik de deur uit gaan, toen er juist een papier in de brievenbus gestoken en er meteen gebeld wordt. Ii kijk het papier in: 't was mijn biljet voor de bedrijfsbe lasting Ik ademde weer vryer. Daar was dan het voorspelde ongeluk. Ik doe de deur open en daar staat myn waarzegger, met een bedrukt gezioht. Juist toen ik zeggen wou, dat zijn voorspelling perfect was uitgekomen, zegt hy heel bedeesd „Neem my niet kwalijk, maar ik heb mij daareven met het kaart eggen vergist Harten heer met sohoppen vrouw beteekent niet huwelijk, maar eohtscheidïng.Warenhe^hPeren vrouw van kleur, dan beduidde het huwelyk." „Ei zoo," zeg ik, „en de twee zwarte azen „Ja, dat was ook niet volkomen juist," zei hy nog bedeesder. „Die be- teekenen ziekte, niet ongeluk. Ik heb het, Dadat je weg waart nogeens goed nagekeken, zie je. Ds twee zwarte azen boven elkaar, die voorspellen een ongeluk." Ik zei dat hij een kraan van een waarzegger was, maar dat is nu een week of zes geleden en nieo-and in mijn gezin is ziek geweest, evenmin heb ik in de familie iets van een eohtscheidiDg i ernomen. Mooht dus iemand van mijne lezers ondervinding hebben van de voorspelling met het ei, dan zal ik dat graag vernemen, maar ben minder dan ooit geneigd tot een reis naar het derde, tweede of ondersteboveDhuis van juffrouw Zus of Zoo. om er zelf de proef van te nemen. Wie daar een kwartje voor over J heeft, diens hersenhuis staat, dunkt me, ondersteboven. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6