j 1. „Het hoofdbestuur uitte noodi-
gen, de leden, de departementen en
de departementale spaarbanken aan
i te moedigen tot het oprichten van
I „instellingen tot verhuring van tuin
grond of land met onder den huur-
prijs begrepen koop- of afiospen
j ningen," ten behoeve van veldarbei-
ders en daarmede gelijk te stellen
personen
zittirg, die eerst na vijven eindigde.
D^ch dit mag voor mij geen reden
zijn om de grenzen te overschrijden
zooveel doenlgk ten minste.
Het eerste amend., van de heeren
Borge8ius c. p., luidde
1. Art. 1, b, 2., eerste alinea, aldus
te lezen
„3o. dat zij op den Sisten Januari
sedert den laten Februari van het
dit voor het amend.-Euyper o.s. Ein
delijk meende de C. v. R., dat het
amend. Schepel tot misbruiken aan
leiding kon geven.
Het oordeel van den Minister week
niet beduidend van dit advies af.
De Minister redeneerde aldus, dat
men ongeveer den standaard der loo-
nen kende dat de vaste levensstelling
het zwaartepunt van het welstands-
laatstV8r!oopen jaar in eene gemeente [kenteeken is. Daarom was het amend,
in dienstbetrekking bij niet meer dan Van Kamebeek inderdaad een ver
minking. Dooh daarom kon de Min.
ook niet toelaten dat de vastheid van
levensstelling zou vervallen. Vandaar
zijn verzet tegen het amend. Borgesius
en het amend. Kuyper, dat z.i. geheel
onuitvoerbaar was. Ook tegen het
amend. Sohepel ban de Min. bezwaar,
wyl men bij een inwonenden zoon niet
kon vaststellen wat loon deze geniet.
Na dit deel van het debat besloot
de Kamer, met 44 tegen 41 stemmen,
geen avondzitting te houden.
De gebruikelijke replieken, waarby
de Min. nog verklaarde jaarwedden
en bezoldigingen met inkomen uit
dienstbetrekking gelijk te stellen
werden afgestoken en 't kieswet-bootje
stoomde door.
Men kwam nu aan
3o. dat zij op den len Febr. sedert
een jaar den eigendom met recht van
vrije beschikking hebben van ten
minste 1100 (nominaal), ingeschreven
in de Grootboeken der Nationale
werkeloosheid van een paar weken jSohuld of van ten minste f50, inge-
het kiesrecht niet teloorging. Opge- schreven in de Rijkspostspaarbank
merkt werd, dat zg. losse werklieden met het amend, van den heer Kuyper
door deze bepaling toch werden bui- j o.s. strekkende om er aan toe te voegen:
tengealoten. Het tweede deel beoogde .of van een polis van verzekering
ook pensioenen en lijfrenten, van op het leven of voor pensioen, waarop
niet- openbare instellingen als inko- .ten minste f50 is afbetaaldof dat zy
men te beschouwen. als eigenaar of vruchtgebruiker van
Het amend, der heeren Kuyper c. s. onroerende goederen over het volle
stekkende om lid 7, 8 en 9 aldus te laatst verloopen dienstjaar voor min-
lezenstens fl in de grondbelasting waren
„2o. of, dat zij in het laatatverloo-
pen burgerlijk jaar uit jaarwedde,
bezoldiging, wachtgeld, pensioen, lijf
rente of in dienstbetrekking bij niet
meer dan vier personen, ondernemin
gen, openbare of bijzondere instel
lingen, een inkomen genoten hebben,
dat uit elk dezer bronnen van inkomst
afzonderlijk of uit meerderen geza
menlijk genomen, ten minste bedragen
heeft de som die voor de gemeente
of het gedeelte van de gemeente
twee personen, ondernemingen,open
bare of bijzondere instellingen een
inkomen hebben genoten als voorde
gemeente of het gedeelte der gemeente,
waar zij wonen, is gemeld ia de bij
deze wet gevoegde tabel
II. De laatste twee alinea's ven
art. 15, 2o., van het gewijzigd wets
ontwerp aldus te lezen
„of dat zij op den eersten Februari j
in het genot zijn van een pensioen of
Iqfrente van gelijk bedrag
„neet dien verstande dat voor hen
die in beide gevallen verkeeren, zoo
noodig, ter bereiking van het ver-
eischte bedrag inkomeD, pensioen en
lijfrente worden samengeteld."
De bedoeling van dit door den eer
sten voorsteller breedvoerig toege
licht amend, is, in het kort, er tegen
te waken, dat het kiesreoht wordt
verloren door verwisseling van pa
troon, in dezelfde gemeente, in een
jaar en om tevens te waken dat door
Dit amend, werd door den heer
Heemskerk toegeliobt voor wie het
loest heeft het eigenlijk geen toelioh-
ting noodig.
Zoowel de C. v. R. als de Minister
ontraadden het amend.uit een polis
bleek, volgens den Min., hoogstens
van het besteden van geld, niet van
de vrye beschikking daarover.
Daarna kwam men totdat zy
hebben voldaan aan de eisohen van
waar zij op 31 December woonden, bekwaamheid, door of krachtens de
vormeld is in de bij deze wet ge- j wet gesteld vcor de benoembaarheid
voegde labeltot eenig ambt, voor de vervulling
had de bedoeling om ook jaarwed- van eenige betrekking of voor de
den, wachtgelden enz., niet in dienst- uitoefening van eenig bedrijf of be-
betrekking genoten, als inkomen te roep, waarover geen disoussie werd
doen gelden en was overigens nog
iets ruimer dan het voorgaande, ge
lijk men bemerken kan, wat verde
digd werd op den grond, dat het
aankomt op constantheid van hetin-
komen, niet op de identiteit der dienst
betrekking.
Een derde amend, was van den
heer van Karnebeek.
In art. 1, b, 2, te doen vervallen
het eerste en derde lid, en in het
tweede lid, in plaats van de woorden
„van gelijk bedrag",
te lezen
„tot het bedrag als voor de ge
meente of het gedeelte der gemeente,
waar zy wonen, is vermeld in de bij
deze wet gevoegde tabel",
tengevolge waarvan in die tabel,
gevoerd.
Hierop volgde een amend, van den
heer Bouman, die de toevoeging
wenschte van het volgende
„5. dat zy gedurende vijf jaren
onafgebroken op de kiezerslijsten zijn
eplaatst geweest, krachtens eene der
bepalingen sub 1, 2, 3 of4vanlitera
b van dit artikel, met dien verstande,
dat zij, bij toepasselijkheid van art.
3 dezer wet, wederom gedurende vijf
jaren onafgebroken krachtens eene
der bepalingen sub 1, 2, 3 of 4 van
litera b van dit artikel, op de kiezers
lijsten moeten zijn geplaatst geweest,
alvorens van deze alinea te kunnen
gebruik maken.1*
De C. v. R. was, evenals de Min.,
t van gevoelen, dat uit hetgeen dit
in plaats van de woorden „minimum amend, bedoelde, niets biet k van wel
inkomen" zal te lezen zijn
mum pensioen.".
Deze achtte de bedrijfsbelasting als
basis voor het kiesreoht, voor de
catagoriën van personen als hierbe-
doeld, voldoende en wilde dus de
zg. loonkiezers schrappen.
De heer Schepel stelde voor
In art. 1, b, 2°., tussohen de woor
den „dienstbetrekking" en „zijn" in
te voegen de woorden
„of als inwonende zoon in het be
drijf of beroep der ouders werk
zaam"
Een amend, dat ten doel had om ook
als kiezers toe te laten de meerder
jarige zonen, die, vooral in het land
bouwbeJrijf (de voorst, meende, dat
er wel 40,000 dergelijken waren) bij
hun ouders in dienst zijn.
Als naar gewoonte oepaal ik mij
stand, doch van welstand in het ver
leden alleen.
De heer Bouman trok het amend,
in. Dat is ten minste éen stemming
minder.
Ten slotte kwam in behandeling
het voorstel—Kuyper c.s. om op het
laatste lid te doen volgen:
„5o. of dat zij het volle laatstver-
loopen burgerlijk jaar geweest zijn
leden van eenig college door het
openbaar gezag ingesteld; leeraar bij
eenige godsdienstige gezindheid;
leeraar aan eenige inrichting van
hooger onderwijsbestuurelid van een
instelling van weldadigheid, voorko
mende op de lijst, bedoeld in art. 3
der wet van 28 Juni 1854 (Staatsbl.
no. 100); of bestuurslid van een als
rechtspersoon erkende vereeniging,
die opgericht is met een staatkundig,
er toe het oordeel der C. v. R. en van wetenschappelijk, opvoedkundig of
den Minister weer te gev n. weldadig doel, mit3 het ledental van
De C v. R noemde het amend.- zulk een vereeniging niet minder dan
Van Karnebeek een verminkings- vijftig bedraagt, noch ook minder dan
amend., dat noodeloos een geheele het sesvoud van het aantal be3tuurs-
categorie van personen schrapte en leden."
ontraadde dit. Een amend, dat stellig ook geen j
Eveneens het amend.-Borgesius, dat breedvoerige verklaring behoeft en
de controle zou bemoeielyken en bet een aanvulling was van de z. g.
kenteeken van gesohiktheid verzwak „capaciteiten", doch niet met intel-
ken. Ook het tweede ameBd. werd lectueele, doch met sociale „capaci-
ontraden op grond van de moeilijk-teiten", dewelke vooral geschiktheid
heid der controle en a fortiori gold aanduiden.
De C. v. R. achtte het amend, niet
aanbevelenswaardig, wijl de waarborg
van welstand ontbrak en de Minister
meende, dat de in dit amend, be
doelden toch wel kiezers zouden wor
den uit anderen hoofde, zoodat de
aanvulling overbodig was.
Vrijdag zal er, denkelijk, gestemd
wordeü, dat het een lieve lust is.
G. Jr.
De Koninginnen bezochten met
Pinksteren de kerk te Soest onder
gehoor van ds. Brans. Bij deze ge
legenheid had een vrouw de onbe
schaamdheid om vlak voor de Ko
ninginnen plaats te nemen en soheen
er genoegen in te hebben H H. M.M.
voortdurend flink aan te kijken. Toen
de koster het bemerkte, werd de
vrouw verwijderd. Men gelooft met
een waanzinnige te doen te hebben.
Het lijk van Prins
Willem George Frederik van
Oranje.
De N. R. Ct. bevat het volgende
bericht, waaruit blijkt de onjuistheid
van het bericht, dat het ochtendblad
van het Jibld. van Donderdag bevatte.
„Volgen8de laatste beschikkingen
zou het stoffelijk overschot den 25en
's morgens te elf uur, uit Padua wor
den overgebracht. Op het bepaalde
tijdstip, zoo meldt een italiaansch
blad, begon een pleeg werklieden
met het opgraven, maar na een hal
ven dag hadden zij een meter diep
den grond uitgegraven zonder eenig
resultaat, 's Avonds werd het werk
voortgezet, nadat nog andere werk
lieden met spade en houweel zich bij
de eerste gevoegd hadden.
Bij bet graven kwamen wel been
deren voor den dag van personen die
of veel ouder of veel jonger gestorven
waren dan de prins, byv. een stuk
schouderblad van een man boven de
veertig en een ellepijp van een kind1
maar overigens niets dan een paar
beenderen van een kalf en beitjes van j
kippen. Prof. Tamassia en dr. Vivaldi I
waren bij het werk tegenwoordig en
onderzochten die beenderen naarmate
ze opgegraven werden. Toen alle po
gingen vruchteloos bleven, werd uit
het archief op het Museum het pro-
cesverbaal gehaald der begrafenis van
den prins. Daarin wordt gezegd dat
het stoffelijk oversohot in een houten
kist, door een zinken kist omsloten,
begraven werd.
Iq den morgen van den 25en waren
ter nlaatee: de Nederlandsche gezant
te Rome, de vertegenwoordiger der
Koningin, de prelect, graaf Brunelli
(voor het stadsbestuur), de vice consul
van NederlandAndrea Bizio en
eenige verslaggevers. Ook was uit
Rome gekomen graaf Greppi, adju
dant van koning Humbert, die Z. M.
moest vertegenwoordigen bij de pleoh-
tige overdracht van het lijk; tegen
den 26en waren overigens zoowel
door de burgerlijke als de militaire
overheid alle schikkingen getroffen
de gemeenteraad van Padua had zich
dpen vertegenwoordigen en kaarsen
en een krans met het stadswapen
beschikbaar gesteld, maar de verte
genwoordigers van Nederland hadden
beleefdelijk bedankt voor de bloemen
en de kaarsen, met het oog op den
eenvoud der plechtigheid.
Ook de Koning van Italië is, even
als onze regeering, in kennis gesteld
met 'net mislukken der pogingen om
het lijk te vinden.
De Van Speyk ligt sedert 14 dagen
te Venetië.
Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen.
Donderdagochtend werd in het
Couoertgebouw te Amsterdam de ver
gadering der afgevaardigden hervat.
De voorzitter deelt mede dat Woens
dagavond aan den maaltyd der af
gevaardigden hulde gebracht werd
aan HH. MM. de Koninginnen; op
een telegram aan de Vorstinnen ge-
rioht, was namens H. M. de Konin
gin-Regentes een telegram van dank
betuiging ontvangen .{Toejuichingen).
De voorzitter zegt verder dat zich
onder de afgevaardigden bevindt de
heer A. W. Kamp, die thans voor
de 50e maal het departement Meppel
op de algemeene vergadering verte
genwoordigt. Spr. brengt hulde aan
dezen afgevaardigde De vergadering
stemt in geestdriftvolle toejuichingen
met deze wel< erdiende hulde in.
De heer Kamp dankt voor de ge
brachte hulde en eindigt met den
kreet: Leve de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen.
Aan de orde komt dan het volgen
de punt van den beschrijvingsbrief;
Voorstel van het departement
Nieuw-Lekkerland.
Het departement Nieuw-Lekkerland
stelt voor
2o. „mooht het hoofdbestuur van
meeniog zyn, dat dit niet kan ge
schieden door middel van de bekende
kleine geschriften, door de van zij
nentwege aan te wyzen sprekers tot
het houden van voordraohten of door
een artikel in het jaarboekje, zoo
worde voor de te maken propaganda
uitgetrokken een bedrag van f 500."
Hft eerste gedeelte van het voor
stel wordt aangenomen, waarmee
niet is uitgesproken dat de tuinbou
wers per ee eigenaars van den grond
moeten zyn.
Het tweede gedeelte van het voor
stel wo:dt verworpen.
Aan de orde komt:
Voorstel van het departement
Apeldoorn.
Het departement Apeldoorn stelt
voor, dat de algemeene vergadering
besluite,
„dat aan het hoofdbestuur jaarlyks
een crediet worde toegestaan, als
bijdrage in de kosten, op de begroo
ting der departementen uitgetrokken
voor verspreiding op de meest ruime
schaal van gesohriften vanwege de
Maatsohappij uitgegeven, en dia som
voorloopig te bepalen op f500."
Dit voorstel wordt verworpen.
Na de behandeling van deze pun
ten ging de vergadering over in ge
heime zitting ter behandeling van het
navolgende voorstel van het hoold-
bestuur
lo. a. „in 't algemeen en voortaan,
een bedrag, gelijkstaande met 10
pCt. van de jaarwedden der ambte
naren, jaarlyks ter beschikking te
stellen van het hoofdbestuur, ten
einde dit, na overleg met den aan-
gestelden ambtenaar, naar gelang
van de omstandigheden, op de meest
doelmatige wijze aan te wenden tot
verzekering van ouderdoms- en in
validiteitspensioen voor dien ambte
naar en eventueel van een lyfrente
voor zijne na te laten betrekkingen.
,het traktement van den alge-
meenen seoretaris by de berekening
van 10 pCt-, wegens het genot van
vrije woning, te stellen op een bedrag
f 1000 hooger dan dat, hetwelk op
de jaarlijksche begrooting der Maat
sohappij daarvoor wordt uitgetrokken;
2o. „onder dezelfde bepalingen als
bedoeld, voor de thans in funotie
zijnde ambtenaren, tot verzekering
van hunne toekomst en die van hun
ne na te laten betrekkingen, op de
jaarlijksche begrooting der Maat
sobappij uit te trekken
a„voor den algemeenen seoreta
ris, behalve gedurende de eerste
4 jaren, de afloopeode bedragen
van pl. m. i 35,15, pl. m. f24,90,
pl. m. 19.en pl. m. f6,50. een
bedrag vanf700
„of zooveel meer als noodig is
om voor hem op 65-jarigen leef
tijd te verzekeren een jaarpen
sioen van f1500 en voor zyn
eventueele weduwe een wedu-
wenpensioen vanf900
b„voor den boekhouder een be
drag van f150,
c) „voor den klerk een bedrag
van f 25.
Het slot der beraadslagingen in
geheime zitting was, dat tot verze
kering der ambtenaren is besloten
en wel in den vorm van eene ver
zekering by eene partiouliere Maat
schappij, terwijl aan het hoofdbestuur
is opgedragen eene nadere regeling
te dien aanzien vast te stellen in
overleg met de betrokken ambtenaren.
Amsterdam bracht nog dei/ dank
aan den voorzitter voor de leiding
der vergadering, waarna deze werd
gesloten.
Op 20 Mei very»legde zich te Leiden
bij een vischhandelaar een persoon,
die, zeggende Johannes Beverwijk te
zijn, voorgaf kost en inwoning in een
christelijk gezin te zoeken en tot het
Leger des Heils te willen toetreden.
Hij heeft tot den 22en dezer bij den
vischhandelaar gelogeerd, waar hem j
een paar heerenbottines en een naald i
parapluie in bruikleen zijn afgestaan.
Na zijn vertrek op laatstgenoemden
datum, heeft hij niet meer van zich
doen hooren, maar toen werd in die
woning een gouden heerenremontoir-
horloge vermist. Volgens informatie
zou de man eigenlijk Hendrik Haak
genaamd en te Groningen geboren
zijn. Hij is ongeveer 22 jaar oud,
tamelijk lang en slank, blond met
smal gelaat en litteeken bij het rech
teroog, terwijl hij een kinderachtige
uitspraak heeit. De commissaris van
politie te Leiden verzoekt opsporing
van den verdachte, inbeslagneming
van het horloge en bericht.
Eene botsing.
Omtrent het spoorwegongeluk by
IJselmonde vermeldt de N. R. Ct. nog
het volgende
De eerste pleziertrein van Den Haag
en Amsterdam en tussohengelegen
stations naar Parijs heeft op zijn
terugtocht Woensdagnaoht een onge
val gehad.
Even voorby het station IJselmonde
heeft die trein gestooten op eene ran-
geerende maohine. Door de botsing
kregen de passagiers een hevigen
sohok en in het voorste gedeelte van
den trein kregen verscheiden personen
verwondingen. Het ongeval gaf 2 uur
vertraging. Met eene andere looomo
tief werd naar Rotterdam gereden,
waar de reizigers in station Delftsche
Poort overstapten.
6 a S reizigers, alsmede de beide
op den trein zich bevindende oonduo-
teurs werden licht gewond. Het ma
terieel ia sleohts in geringe mate be-
sobadigd.
Onder de gekwetsten zyn drie da
mes De Loor uit Haarlem, twee niet
ernstig aan de beenen, een ernstig
aan het rcohteroog, gevolg van eene
botsing met een tegenover haar geze
ten reiziger.
Een medereiziger deelt omtrent het
ongeval het navolgende mede
Toen de trein des nachts ongeveer
om half twee het station IJselmonde
passeerde, hoorde men eensklaps
noodsein van de locomotief en
men een gevoel alsof de trein on
verhoeds gestopt werd, wat zulk een
hevigen schok teweegbraoht dat wij
in de ooupé tegen en door elkaar
vielen, terwyl onze bagage uit het
net viel.
In onzen wagen, een der laatste
drie van den trein, had eohter niemand
eenig letsel bekomen, maar in de
rijtuigen 2e en 3e klasse in bet voor
ate gedeelte van den trein hadden ver
scheidene personen min of meer zware
kwetsuren bekomen, waaronder ook
spoorbeambten. In een der voorste rij
tuigen was een binnenwand uit elkaar
de
De oorzaak van bet ongeval was,
dat onze trein op eene losse machine
liep, die op onze lyn stond. Bij de
botsing was een buffer als een strootje
afgeknapt, terwijl de andere kromge
bogen tegen het voorwiel van de an
dere maohine was geklemd.
Natuurlijk heersohte er bij de rei
zigers groote ontsteltenis.
Men hielp echter gezamenlijk de ge
kwetsten, ongeveer een tiental, en na
2 uur oponthoud reden wy met be
hulp van eene locomotief van een
goederentrein langzaam naar Rotter
dam, waar wij in het station Delftsche
Poort overstapten en in goede om
standigheden, dooh veel te laat, aan
kwamen.
De pleziertrein had op Fransch
grondgebied ook nog vertraging on
dervonden, daar een der reizigerskaar
beweerd werd bij ongeluk, aan de
noodbel trok, zoodat de trein stopte
en proces verbaal tegen den passagier
werd opgemaakt.
Aan een anderen medereiziger moe
ten hij het overstappen te Brussel,
station du Midi, een bankbiljet en
eenige retourkaartjes gerold zyn.
Per Harwichboot zijn te Rotterdam
aangekomen 300 sohotsche en iersohe
paarden bestemd voor de cavalerie en
artillerie hier te lande.
De levenslustige jonge dieren wer
den naar de stallen van de firma Ook
horst getransporteerd, ten einde ge
leidelijk naar het remontedepot te
worden vervoerd.
Opgesloten.
Uit Gramsbergen schiyft men
We hebben evenals Hardenberg
bezoek gebad van Z.Exc. den Com
missaris der KoniDgin. Hoewel dit
op zichzelf voor de wereld buiten
ons weinig belang moge wezen, door
het „inoident" te Hardenberg is bet
bepaald veel belangrijker gewordet
Daar in Hardenbtrg heeft, sohrikniei
lezer, Z.Exc. gevangen gezeten, i
dat zelfde lot voorafgeg an, door de
comm.-griffier. Terwyl ZExo. me
den burgemeester zich in een ande
gedeelte van het gemeentehuis be
vond, waren de raadsleden met dei
grilfier in de raadkamer. Toen
het verlaten dezer kamer een
raadsleden, een ware Hercules,
deur wilde openen, draaide hij doo
de veer en allen zaten gevangen.
Fluks werd een smid geroepen
de deur opengestoken. Toen eeni
oogenblibken later Z.Exc zioh ml
den burgemeester in dezelfde kamt
bevond, wierp laatstgenoemde de des
dioht, daar de besproken zaak slecht
voor vier ooren bestemd was, ei
helaas thans zat Z.Exo. gevaDgei
Ten tweeden male moest in grot
ornaat de zoon van Tubal Kai
komen, en de hooge vertegenwoord
gers van het gezag u,it hun wel nil
benarde maar toch vrij lachwekkend
politie verlossen.
Gelukkig werd door allen de zaa
van den vroolyken kant opgenomet
wat zeker wel het beste w
Koloniën,
Atjeh
Batavia, 29 April1 Mt
Aan de Javabode wordt uit Koti
Radja van 30 April geseind
„Heden is uitgerukt met het 9a
bitaljon en eene bergbatterij in <j
richting van Toengkoeb en Kroenj
kali ter demonstratie in de 13 Mo
kims en de vernieling van de eigei
domuien van Toekoe Tjoet va
Toengkoeb en den Imam van Si8a
die naar Oemar zijn overgeloope
Het bombardemement van Lam P
sang wordt voortgezet, de vijand
antwoordt dit niet.
Een later telegram meldt:
„D^ colonne is te 11 uur tdirug^
komen zonder Mesdjid Siem te heb
ben bereikt; zij heeft éen licht
wonde gekregen.
„De demonstratie is nietdoorgeze
de tegenstand der bevolking was a
gemeen. De missigit Siern en Kroen
kali waren zwaar bezet. Een ernst
gevecht zou dus onvermijdelijk
weest zijn en volgens de instruct
aan den colonnecommandant gegeve
moest dit vermeden worden.
„Volgens soo juist ingekomen
onneDbericht wil Toekoe Oemar.
monstreerende nan de Koeala Atje
tusechen Lampeneroet en Ketaps
Doea een inval doen oin Oleh-leh
vermeesteren. Zijn kans van slagi
wordt op nihil geschat."
De Javabode teekent hierbij aai
Het was zeker goed gezien, de bi
doelde colonne onder deze omsta!
digbeden niet in het vuur te brenge
dat had tot niets geleid, dan tot va
dooden en gewonden.
Onnoodig i3 het nu nog den Atj
her te willen toonen, dat de Compe
brani sekali is; dat weet bij al lai
en dat erkent hij zelf openlijk.
Maar wij moeten hem ook lab
zien, dat wij niet meer terlaloe hoé
zijn en onze troepen niet in het ope
veld noodeloos voor echijl willen 1
ten dienen aan een vijand, die zit
verbergt en van achter allerlei ve
schansingen op ons schiet.
Het schijnt dat generaal Vetter o<
van meening is dat er een gebru
moet gemaakt worden van de artiL
rie. Hij zal zeker in zijn redeneeringt
den vijand, dien grooten factar, ni
vergeten, welke men door mee
allen die over Atjeh praten en schr
ven, met merkwaardige naïveteit zi
negeeren.
De Jav. Ct. meldt over dezelfc
zaak
Het besobieten der verst erkiugt
van Toekoe Oemar werd, sedert 27 d
zer, met onregelmatige tusscbenpooz
voortgezet. Het vuur werd slech
zwak beantwoord.
Daar bericht was ingekomen, d
Tjoet Toengkoep, Nja Makam
Imam Siëm, wier volgelingen ree
in de 26 Moekims tegen ons haddi
gestreden, eenige dagen geleden m
benden strijders naar de Zes Mo
kims waren getrokken, om Toeki
Oemar te steunen, werd, in di
nacht van 28 op 29 April, de v
sterking van eerstgeaoemde bij Toen
koep met een klein detachement
nomen en vernield en werden
huizea daarin verbrand.
Een Europeescn fuselier werdlio
„Wie :s die mijnheer?"
„Blaydes, schijnt het dat zijn naam is, of liever ge
zegd was!"
„Was?"
„Hij ia dood."
„Dood?"
„Morsdood vermoord, door iemand, dien ik van
even naby zag als ik u thans aanschouw, maar in het
geheel niet bekeek. Men heeft mij gezegd dat alles in
de „Globe" staat Leest het mij voor, mijnheer, ik
bid u."
HOOFDSTUK VH.
Onschuldig verdacht.
Tom Ericksen strekte moedig de hand naar het avond
blad uit. Hij had het te koud om het hart om te beven.
De huurkoetsier had een stoel by de tafel geschoven,
zette zijne beide elbogen midden op het katoenen tafel
kleed en liet het warme vuurroode gelaat op de handen
rusten, Tom zette zich tegenover hem neder. Hij vond
de paragraaf, die betrekking had op den moord, door
liep die regelen eerst van begin tot einde, en las toen
langzaam hardop
Vreeselijke Moord U Hampstead.
Laat in den afgeloopen nacht, ol wel in den vroegen
morgenstond, i8 er een vreeaelyke moord in den omtrek
van Zuid-Hampstead gepleegd. Een machinist, die heden
ochtend vroegtijdig op weg was naar zijn werk en het
zijpad volgde, dat Finchley Road met het oppergedeelte
van Haverstrock Hill verbindt, zag een zwaren knup
pel op het gras liggen. Toen hij dien stok ophief, be
vond hij dat deze bevlekt was met bloed, en daar vlak
bij ontdekte hij een getrokken degenstok, waarvan het
staal tot aan het handvatsel gebroken was. De machi
nist zette nu zijne nasporingen voort en kwam aldus
aan een hollen boom, waar hem een ontzettend schouw
spel wachtte. Daar lag namelijk het lijk van een heer
in avond-costuum. Hij was dood, en dat naar alle
waarschijnlijkheid reeds sedert eenige uren. Het
lichaam was overdekt met bloed, en het hoofd afgrijse
lijk verminkt, als ware het verpletterd geworden door
slagen met een of ander stomp werktuig toegebracht.
Er kaa geen twijfel bestaan of de misdaad werd ge
pleegd met behulp van den bovenbedoelden knuppel,
(tot hiertoe de eenige leiddraad om den schuldige op
het spoor te komen) wat den degenstok betreft, de on
gelukkige man heeft hem zeker getrokken om zijn leven
zoo duur mogelijk te verdedigen. De politie is aanstonds
met de zaak in kennis gesteld, en het lijk werd naar
het doodenhuis van Marylebone overgebracht om de
schouwing af te wachten.
Intusschen is tijdens het eerste onderzoek, reeds heel
wat licht over de zaak verspreid geworden, en doet het
ons leed te moeten melden dat men in het slachtoffer
kapitein J. Montgomery Blaydes herkend heeft, laatste
lijk behoorende tot de Coldstream Guards, en een offi
cier die zich onderscheidde in den veldtocht van 1815.
Hij droeg geen papieren of geschriften hoegenaamd bij
zich.
Tom hield op dit punt met lezen op.
„Ga voort, mijnheer."
„Ja, ik zal verder gaan. Maar dat is heel zonder
ling."
„Zeg dat niet. Men heeft hem ook bestolen. Dat is
maar waar ik op neer wilde komen, en aangezien wij
anders geen leiddraad vinden, moeten wij ons daaraan
vastklampen."
Tom moest zijne lippen bevochtigen, aleer hij verder
kon gaan
„Men heelt geen brieven of eenigerlei geschrift bij
hem gevonden en het was alleen aan het merk op zijn
linnengoed te danken, dat men zoo spoedig kon ont
dekken wie de overledene was. Het blijkt thans dat de
ongelukkige kapitein, gedurende den Iaatst°n tijd, het
dorp West End bewoonde, op geen mijl afstande van
de plek waar hij vermoord werd, en dat hij zijn huis
een weinig na tienen gisterenavond verliet, met het
plan zijn avond op een feest te eindigen. Hij nam
daartoe een huurrijtuig. De politie hoopt dat de koet
eier zich bij haar aanmelden zal
„Dat heeft hij al gedaan verklaarde Jim. „Gij kunt
dat eindje weglaten."
„En kunt gij den man niet beschrijven?"
„Niet duidelijk. Ik zou alleen kunnen zweren dat hij
noch laag noch klein was en een broek van nanking
scheen te dragen." (Tom droeg dien waarlijk, maar zijne
beenen waren onder tafel verborgen). „Neen," her
nam Jim. „Ik "rees dat men door mij niet op het spoor
komen zal. Mi ar iets anders is het met de door
hem gestolen voorwerpen. Daardoor zal men licht y(
krijgen."
„Er was een diamanten doekspeld."
„Die heb ik gezien. Wat meer?"
„Al zijn geld."
„Onee, hij betaalde mij flink. Wat anders
„Een gouden horloge."
Hij had moeite die woorden uit te brengen. Jim slo
met de gebalde vuisten op tafel.
„Dat is al genoeg!" riep hij uit. „Let op mijne woc
den, dat zal hem aan den galg brengen. Wat vo
soort horloge?"
Maar ditmaal volgde er geen antwoord, want
vrouw van den huurkoetsier stond op den dremj
achter den stoel van haar echtgenoot en haar oog
en die van Tom, ontmoetten elkander, met een vrea
lijkeü, veelbeteekenden blik.
„Wat is er gaande met een horloge?" vroeg zij b
fluisterend, en met onvasten tred naderbij tredende,O
rie hand op den schouder van haar man te laten rt
ten. „Wiens horloge bedoelt gij
„Het horloge van een vermoorde," gaf Jim ten ai
woord. „Ik vroeg juist hoe het er uitzag. Het zal i
schuldige aan het gerecht overleveren."
„Dat zal het ook," fluisterde zij hem verschrikt in h
oor. „Het is een remontoir, en de man die tegenoi
je zit, draagt het bij zich
Wordt vervolgd).