nntv-rrcen te'egrsm, gedagteekend
D'nsdag, betredende de krijgsverrich
tingen in A'jeh, zijn gedurende de
laatste drie dagen de bentings be-
no jrden Beradin geslecht. De oavaleiie
yor.d de klooi van Beradm verlaten
en een kolonne uit Ketapang Doea
eveneens den voet van het gebergte
van L\m Asam tot Lam Tib. Enkele
schoten vielen uit het gebergte. Een
fuselier werd gevaarlijk gewond.
Het zoeken naar het stoffelijk
overschot van Prins Willem
George Prederik.
0?er het bovenstaande verneemt
de iV. R. Ct nog het volgende
Gelijk reeds vroeger werd mede
gedeeld waren de Nederlandsohe en
Italiaansohe regeeringen overeenge
komen, dat het stoffelyk overeohot
van wijlen Prins Willem George Fre-
derik van Oranje Nassau, die op 6
Januari 1799 als opperbevelhebber
van Zijne Keizerlijke en Koninklijke
Apostolische Majesteit in Italië te
Padaa overleed, en op 8 Januari d.
a. v. in het eerste klooster der Broe
ders Heremitanen aldaar werd be
graven, naar Xederlaud zoude worden
overgebracht.
Het ter nagedachtenis van den
Prins opgericht, door Canova ver
vaardigd, gedenkteeken, zoude tege
lijk worden overgebracht.
Omtrent de plaats, waar de over
ledene rustte, scheen geen redelyke
twijfel te kunnen bestaan. Blijkens
officieel prooes-verbaal toch van 18
Mei 1S15, dat berust in het gemeente
archief van Padua en door wereld
lijke en kerkelijke overheden is ge-
teekend, werd, in verband met uit te
voeren maatregelen van kerkbouw,
met toestemming van de hooge bloed
verwanten des overledenen, en na j
verkregen machtiging van den kei-
zerlijk koninklijken prefect en van
den burgemeester van Padua, op
dien dag het graf, waarin de
Prins, sinds 1799 rustte, geopend.
Het stoffelijk overschot werd ge
sloten in eene looden kist en deze
laatste weder in eene andere kist van
menie larijDx-houtwaarna een en
ander werd overgebraoht, en ter
aarde besteld in een nieuw graf, ge
legen aan de buitenzijde der sacristy
van de kerk der Heremitanen te Pa
dua, terwijl het graf werd gesloten
met eene daartoe bestemde marmeren
plaat met opschrift. Het door Canova
vervaardigd grafmonument, dat tot
op dat tijdstip zich op een andere
plaats bevond, werd tegelijkertijd van
daar overgebraobt en geplaatst mid
den aan den zijwand van de kapel
der saoristy.
Krachtens de bevelen van H. M. de
Koningin-Weduwe-Regentes, hadden
de gezant der Koningin te Bome, de
heer Westenberg, alsmede de adjudant
der Koningin, baron Sirtema van
GroveBtins, zich dezer dagen naar
Padua begeven, teneinde tegenwoordig
te zijn bij de opgraving van het
stoffelijk overschot te Padua, en de
overbrenging daarvan naar H. M. i
stoomschip Van Speijk, dat ter reede 1
van Venetië lag.
Z. M. de Koning van Italië had
zijn adjudant, den iuit. kolonel graaf
Greppi naar Padua afgevaardigd,
teneinde bewijs te geven van Hoogst-
Deszelfs belangstelling in de voorge
nomen plechtigheid, en om voorts den
lijkwagen naar Venetië te begeleiden
Zoowel te Padua als te Venetië had
den overigens de burgerlijke en
militaire overheden alle maatregelen
beraamd ten e:nde de opgravingmet
al die eerbewijzen te doen plaats
hebben, welke aan de doorluchtige
geboorte van den hoogen rang van
den overleden Prins versohuldigd
wareD.
Met volledig vertrouwen in het
officieel proces verbaal van 1811, werd
op 26 Mei, te daarin aangewezen
plaatse, in tegenwoordigheid van den
gezant en den adjudant der Koningin
en van de hooggeplaatste wereldlijke
en geestelijke autoriteiten met de op
graving aangevangen en deze twee
dagen lang voortgezet, zonder echter
tot eenig bevestigend resultaat te
hebben geleidevenmin het geval
was met nauwkeurige onderzoekingen
op andere plaatsen ingesteld, zoodat
op 31 Mei jl. daarmede werd opge
houden. Omtrent de redenen, die tot
het niet aantreffen van 't stoffelijk over-
sohot of omhulsel hebben geleid, valt
niets met eenigen schijn van zeker
heid, of waarschijnlijkheid, zelfs te
vermelden.
Het monument, ter nagedachtenis
van den overleden Prins opgericht,
wordt met Hr. Ms. oorlogsschip Van
Speijk, dat Venetië heeft verlaten, naar
Nederland overgebracht.
Een juffrouw moest Dinsdag voor
de rechtbank te Amsterdam den eed
als getuige afleggen. Zij verzoekt daar
van ontheven te worden, „want ik
hecht niet aan den eed." Dat ging
natuurlijk niet. Dus legde ze den eed
af. „Wilt gij getuigengeld „Oh, ja,"
was 't antwoord. „Daar hecht ge dus
wel aan," merkte de president droog
jes op.
Te Rotterdam is een brievenbe
steller vermist en wel op den dag,
waarop hij juist eene aanstelling als
hulp-besteller ontvangen had.
Vrydag jl. had hij het postkantoor
ten 7 uur's avonds verlaten en was
belast met de bestelling in de Gou-
vernestraat, Gaffelstraat en omlig
gende buurten.
De bestelling heeft hij dien avond
tot een gedeelte der Gouvernestraat
ten uitvoer gebracht.
De vermiste, genaamd E. Swerus
gepasporteerd marine-matroos, had
verkeering met een msisje, wonende
in de Gouvernestraat, bij wie hy een
som van 300 gulden had gedeponeerd,
wyl hij voornemens was, in het
huwelijk te treden.
Zijn signalement is opgemaakt en
afgekondigd. Op het vinden van zijn
lyk of het verstrekken van aanwijzi-
gingen, die tot ontdekking daarvan
leiden, is eene geldelijke belooning
gesteld.
Te Venlo heeft een hoofdonderwij
zeres uit Kaldekirchen een zooda-
nigen slsg van een paard tegen het
voorhoofd gekregen, dat zy kort
daarop aan de gevolgen is overleden.
ait ja?r nog o regimenten van de
roode uitmonstering te voorzien.
De voorstellen, die naar aanleiding
van een genomen pioet met een
andere uniform door de commandan
ten zijn ingediend zullen wel altijd
voorstellen blyven. Missohien dat nu
en dan kleine wijzigingen zullen wor
den ingevoerd, doch eene ingrijpende
verandering is niet te verwachten.
Omtrent het nieuwe hoofddeksel,
bij de veld-artillerie in beproeving,
een soort Russische muts van fijn
zeehondenvel, is nog geen beslissing
genomen. Tel.
Reehtsz&'iaa.
Belediging der Koninginnes.
De rechtbank te Amsterdam, 4e
kamer, veroordeelde Dinsdag J. J.
Samsom, wegens het fluiten bij gele
genheid dat de Koninginnen op het
Rembrandtapleia voorbij reden, tot 3
inaaDden gevangenisstraf.
Hauer werd tot dezelfde straf ver
wezen.
Gelast werd de fluitjes te vernie
tigen.
Financieels Mededeelingen.
Volgens het «Weekblad voor Incou
rante Fondsen" van Broekman
Honders zijn in de week, eindigende
2 dezerverhandeld de volgende
foDdBen
Aand. Anastel-Hotel-Maats. 100 pCt.
Maats, tot expl. van
het Bible-Hotel66 pCt. ex.
Crediet-Ver. (f500). 112<pCt.
Nederl. Zuid-Afrik.
Hypotheekb. eerie A 57
Bouw- Maatschappij
Schevening. (Oranje
Hotel)75l/j
Utrechteche Hypo
theekbank 160
Water! eid. Maatscb.
te Rotterdam, (pref. 38»
Zuid- Holl. Landb.
Crediet te 'sGravenh.
(volgef.)90pCt.ex.
Oblig. Houtaankap Maats.
"Wijsman lOOYs pCt.
Aand. Molukeche Handels-
Vennootschap. 95
Kon. Ned. Locaal-
Spoorweg - Maatach.
te Apeldoorn56ys
Oblig. Nederl. Stoomboot-
Maatschappij IOIVü
Aand. Delftsche Distilleer
derij, Gist- en Spiri
tusfabriek 32
Ned. Fabriek van
Werkt, en Spoorweg-
materiësl A 80
Ned. Oliefabriek te
Delft50
Oblig. Santa Fé (provincie
Argentinië). o7
Aand. Bergbau-Gesellech.
„Holland" serie B. 161
Opr.-Bew. Rijnl. Stoomtr.
Maatschappij f 140.
Singkep Tm Mij. 60
Winst-Aand. Ned. Fabriek
van Werktuigen en
Spooiweg-Materiëel. 15
Bew. van Deelger- Boxtel-
Wezel Spoorw. Mij.
Scrips op Is Hyp. 6
Aand. N.-Holl. Brandverz.
Maatschappij 95
Utr. Alg. Brandverz.
Maatschappij 160
Leger en Vloot
Sport en Wedstrijden.
Wedstrijden op de Amster
dameclie Wielerbaan.
Het programma der internationale
wedstrijden op de Amsterdamsche
Wielerbaan in het Willemspark, te
houden op Zondag 7 Juni e. k., des
nam. te twee uur, is als volgt samen
gesteld
1. Wedstrijd van meet, voor araa
teurs, afstand 2000 meter. Prijzen
verguld zilveren, zilveren en bronzen
medaille.
2. Eerste mancbe van den match
tusschen Caen te Brussel enH. Lan-
geveid te Amsterdam, afstand 30C0
meter (9 ronden)
3. Wedstrijd met voorgift voor
machines met meervoudige zitplaat
sen, afstand 1000 meter (3 ronden).
Prijzen f40, f25, f15.
4. Tweede manohe van den match
tussohen Caen te Brussel en P. Lan-
geveld te Amsterdam, afstand 1000
meter.
5. Beslissing van wedstrijd no. I.
6. Beslissing (zoo noodig) van den
matoh Caen—LaDgeveld, afstand 1609
meter.
7. Uurwedstrijd m9t gangmaking.
Prijzen f 100, f60, f40.
Cordang en de „Bol d'Or."
Den 27sten van deze maand zal te
Parijs gereden worden om den „Bol
d'Or," een wedstrijd van 24 uur op
de baan. Ingeschreven hebben o. a.
Rivierre, Arthur Linton, Thé en
Cordang. Het is te wenechen dat hy
in dezen wedstrijd meer geluk heeft
dan in den wegwedstrijd Bordeaux-
Naar wy uit goede bron vernemen i
gaat men bij het departement van'
oorlog voort met het vervangen der
gele uitmonstering door roode, en
rekent men er op in den loop van
Of Huret, de winner in 1894 en
1S95, zal mededingen, is nog niet
zeker.
Waarom bestt Jaap Edbn
Zondag te Parijs gewonnen?
Deze vraag is nogal gemakkelyjr
te beantwoorden, zal men denken.
Jaap heeft gewonnen, heel eenvoudig
omdat hij sterker was danJaoquelin
en dank zijn goed verzorgde training
sneller reed dan deze. Dit antwoord
ligt schijnbaar geheel voor de hand,
maar als men de reclame- en adver
tentiekolommen van le Vêlo leesi,
begint men te aarzelen om het uit ta
spreken.
Eene reusachtige annonce van de
Humber vertelt ons namelijk, dat
Jaap gewonnen heeft, wijl hij Rumber
bereed. Neen, omdat hij op Dunlop-
banden reed, zegt eene advertentie
der Dunlop-fabriek.
Nu, dergelijke beweringen komen
meer voor in de advertentiekolom
men. Waar is het in ieder geval, dat
Jaap, door op eea ry wiel of op banden
van inférieure kwaliteit te rijden,
vrij wat minder kans had gehad om
te winnen.
Maar neen, een derde annonce zal
ons vertellen, waarom Jaap nu toch
eigenlijk gewonnen heefthij heeft
Jacquelin geklept omdat hij schoe
nen „Borrel" droeg, welker elastici
teit hem in staat stelde om te trap
pen enfin zooals hij getrapt heeft
Gelukkig dat wy dit weten.
Van alle kanten wordt Jaap uitge
daagd om den Brassard-prijs. Morin
en de Belg Houben hebben het voor
beeld van Jacquelin gevolgd.
Het verzoek van laatstgenoemde
om Zondag a.s. reeds tegen hem te
rijden heeft Jaap niet aangenomen.
Hij stelt zich disponibel op een da
tum na 14 Juni. door Jacquelin te
kiezen, wat volgens de bepalingen
aan den prijs verbonden veroorloofd
is. Jaap wenscht namelijk eerst met
andere rijders om den prijs te kampen.
Gemengd Nieuws
Ongeluk in een circus.
Op de kermis te Antwerpen staat
het circus Lockhart, dat met zijn
voorstellingen niet bijzonder geluk
kig is.
Op de eerste voorstelling, Zater
dagavond, brak het veiligheidsnet,
to6n een clown er in sprongde acro
baat kwam er nog al goed af.
Zondagavond, bij het einde der
voorstelling, terwyl het volk langs
gangen en trap.eu het gebouw ver
liet, hoerde men eensklaps langs
de oostzijde een onrustwekkend ge
kraak.
Aan de buitenzijde zag men den
wand uitwijken en de aanwezigen
snelden toe om de balken en planken
tegen te Jiouden, om alzoo de perso
nen, die nog binnen waren, in staat
te stellen, voorzichtig hun plaats to
verlaten.
Doch dit lukte niet geheel. Het
ijzeren rasterwerk, dat de bovenste
rangen, sn de trappen, die er naar
toe leidden, steunde, was uitgeweken
en al het volk dat zich er nog op
bevond, zakte, onder luid geschreeuw,
naar beneden.
Hoofden, neuzen, armen en bsenen
werden gekneusd en gewond hoeden,
stokken en parapluies vernield en
verlorenjassen, mantels, rokken en
broeken in flarden gescheurd. Ied^r
dacht dat er personen zouden zijn
gedood en dit zou niet te verwonderen
zijn geweest.
Men telefoneerde in alle richtingen;
de burgemeester, de schepenen, de
stadsingenieur, de commissaris der
tweede wijk, bijgestaan door het per
soneel van den cirous, hielpen de ge
vallenen uit hunne gevaarlijke posi
tie, en men bsvond dat er gelukkig
geene dooden, noch erg gewonden
waren.
Een dozijn personen werd door
dokter Van Baelenj verzorgd en per
rijtuig naar hunne woning gebracht.
De anderen, die er met goed fatsoen
uit waren geraakt en min of meer slecht
te been waren, wandelden naar huis,
zoo goed zij konden.
Werkstakers.
De Londensche werkstakers in het
bouwvak hebben op Trafalgar square
een demonstratie gehouden en gedu
rende twee uren geluisterd naar rede
voeringen, waarvan de toon niet van
veel vertrouwen blijk gaf in de hou
ding der metselaars. Wèl sohenen
allen besloten om vol te houden,
immers elke aansporing om niet aan
het werk te gaan, zoolang niet aan
de eisohen voldaan is, werd levendig
toegejuicht. Besluiten zyn niet geno
men, en de geheele betooging had
een ordelijk verloop. Vóór den aan
vang werd een strooibiljet uitgereikt
namenB het comité door Stevenson
onderteekend, waarin wordt verklaard,
dat de opperlieden geen genoegen
nemen met hun opslag, en de maat
regel der aan een gedeelte der werk
lieden toegestane verhooging onrecht
vaardig wordt genoemd„gelijke
betaliDg voor gelijk werk" is de eiscb,
en tot het verkrijgen daarvan wordt
de finanoieele en moreele steun van
alle takken van industrie door de
commissie ingeroepen.
De berichten over de ramp te St.
Louie, met name over daarheerschen-
de wanorde, schijnen nog al over
dreven. De overheid ontkent ten Btel-
ligste dat er geplunderd is en zij den
toestand niet meester is gebleven.
Een regiment waakt in de stad, bij
wijze van voorzorgsmaatregel, en drie
compagnieën zijn in oostelijk St.
Louis ingekwartierd.
Het werk van opruiming en bered
deren vordert langzaam. Het aantal
dooden in beide steden is nu op 423
vastgesteld. Het materieel verlies
iPGrdt totaal cp 10 miilioen dolia:
geschat, maar biqfï nog een gissing.
De feesten te Moskou.
Over het galabal, dat den 28sten
Mei in het Krembpaleis werd gegeven,
en ook door de correspondenten kon
worden b zooht, lezen wij het vol
gende van den correspondent der
N. R. Ct.
Over de praohtige galatrap van
blinkend, wit marmer, waarlangs op
elke trede naar boven hofjagera ston
den geposteerd, kwam men in de St.
George zaaloveral stonden by deu
ren en portalen soldaten en chevalier-
gardes opgesteld. Militairen van alle
wapenen, van alle rangen, van alle
landen waren daar bont dooreenge-
mengd. In de volgende zaal hielden
zioh speoiaai de rijk getooide in Rus
sische dracht gekleede dames op,
terwijl de troonzaal ook een sohouw-
spel gaf van een verzameling van de
bontstekleurenrijksie uniformen
draohtea en toiletten.
Daar prijkten weer die stille reuzen
met hun zware, machtige koppen als
geweldige olifanten, de ryke Indische
vorsten, met hun iange geplooide
mouwen, hun gouden kaftans rijk
glanzende in 't eleotrisehe licht. De
Emir van Boeohara en de jonge prins
in zyn kozakkenkostuum, dan de
Chan van Chiwa met zya intelligente
oogeu, die onder de zware pehmuts
uitgluren. Daar stonden ia groepen
verspreid, Chineezen, een groot aan
tal mandarijnen, met blauwe en bruine
kleeren en dikke viltzolen onder de
kleine voetjes. Bij hun gala tenue
scheen te behooren het kleine gebor
duurde schilderijtje op den rug, de
bekende ornamentieke vogels en bloe
men voorstellende in blauw en goud
draad. Op hun hoedje droegen zij een
rooden steen. Dan de Koreanen, met
zwart gazen 'hoofdbedekkingen, die
hoog in de luoht stonden en hun
schoeisel met lichtblauw satijnen linten
omwonden, de Japanners in hun
Europeesche kostuums, in een zwarten
rok vol goudborduursel en grijze
broek. Bij al de omstanders verge
leken waren de Japanners al zeer
klein.
Tataren en kozakkenhoofdlieden,
Perzen Turken Montenegrynen
Schotten, HoDgaren blonken uit, voor
al de laatsten, met hun Bierlijke don-
kerroode loshangende manteltjes met
bont gevoerd. Een groote berenmuts
dient als hoofdbedekkingmet een
langen pluim van witte pauwe-
veeren. Dit kostuum herinnert zeer
aan de kleeding van den Walachij-
8chen bojaar te St. Petersburg in de
Ermitage, dat bekende schilderij met
dien stoeren kop, onder de groote
muts.
De Russische dames droegen flu-
weelen sarafanen van verschillende
kleuren en pronkten met hun rijkdom.
De ontzaglijke schatten die zulk een
vrouw aan zioh heeft, zijn niet te be
schrijven. Daar waren dames met
groote kokósjniks (de bekende dia-
deemvormige kapjes der Russinnen)
geheel van diamanten, die van andere
waren met smaragden en robijnen
bezet ;om den hals droegen ze de kost
baarste juweeien en grootste steenen,
terwijl aan de ooren zware paarlen
bengelden. Vooral zag men veel de
sarafaaen van rood fluweel.
De sarafaan is een loshangende
mantel, die in langen sleep naar aoh-
teren valt, met losse leege mouwen,
die sierlijk met pels of hermelijn ge
voerd zijn. Meestal wordt de sleep
van den sarafaan over den linkerarm
gedragen, terwijl do waaier in de
rechterhand gehouden wordt. Van
't hoofd, dat ook in het haar ryk met
juweeien getooid is, hangt een lange
sluier naar beneden, die dikwyls met
diamanten of stukjes goud bezet is.
Er waren vrouwen, die letterlijk met
paarlen bezaaid waren, er waren jon
gere meisjes die over 't hoofd heele
mutsjes van paarlen droegen, die in
sierlijke franjes over het voorhoofd
hingen. Maar, wat ons allen be
vreemdde, het grootste deel van de
ongeveer duizend vrouwen was zeer
leelyk. Over 't algemeen ziet men in
Moskou weinig mooie vrouwende
Russinnen onderBoheiden zich voor
namelijk door haarzwaren lichaams
bouw.
De drie zalen, de George-zaal, de
Alexander-zaal en de Andreas-zaal,
waarin de cour plaats vond, zien uit
op het groote balkon, dat weer aan
de rivierzijde van het Kreml uitziet.
Dat was een verrukkelijk gezicht, die
rijke weelde te zien tegen den hel
der'olauwen MeinacGt, terwyi ai i
torenspitsen en wallen van 't ou«
Kreml gloeiden in vuur. Dan a
overzijde met guirlandes van goui i
Jicht, de rijke partiouliere hjizenm
telkens verauderende liohtkleure:
dat alles vormde een prachtig fon
van goud tegen al deze zware klei 3
renpr."cht van donkere fluweelen, va i
al die mensohen die daar in hu 1
pracht, door den donkeren avondtoc i
omgeven zioh afteekenden tegen de 3
aohtergrond van goudvuur.
't Was sprookjesachtig in den volste
zin des woords, daar ie zien hoe ee
bevallige edelman in zyn sobittererc
glans naast een rykgesierde jon] i
vrouw tegen de balustrade van
balkon leunde; de sarafaan hing i
rijke plooien, vol geheimzinnige
glans van de gouden bloemen op 1
fluweel. Daar kon men droomen terui 1
te zijn in dien romantisohen tyd de 1
middeleeuwen, waarin zooveel rit i
ders leefden, die zich allemaal ij i
finweel en goud kleedden. En was 1
neer men zich afwendde van de toe 1
verachtig verlichte stad, waar me 3
telkenB aan den horizon weer nieuw i
en weer nieuwe lichtende torens oei i
dekte, dan zag men naar binnen i i
die gouden zalen, waar ;t straa'.d i
van licht en van glsns, van goud e
van juweeien.
Dan in de kroonzaal stonden ooi I
tentoongespreid op een gouden tafe i
de regaliën, rustende op geelzijde; j
kussens. Een verblindende pracht
die diamanten kronen (geen metaa i
waarin de diamanten gezet zyc, ii
er aan te bekennen), en de goudet
scepter met den verrukkelijken Orlóf
briljant, een der oogen van den zete
van den Groot-Mogol te Delhi, eei
steen van wonderbaarlijken glans e:
buitengewone grootte (ongeveer ai-
een kiein ei, ik schat 4.50 cM. iangj
Dan lagen daar rijk neergesmeten cis
purpermantels met hun hermelijnei
voering, het groote rykszegel en he
gouden rijkszwaard en de rijksbaniei
en dan de ryksappel, een massie!
gouden appel met beugels van dia- J
manten omgeven en een briljantes 1
kruis er op. Om den troon en gs
regaliën staan voortdurend nacht en
dag paleisgrenadiers.
Op den grooten troon staan drie
zetels naast elkaar, voor den Keizer
en voor de beide Keizerinnen. De
troon wordt bekroond door een gouden
hemel, waarvan lange hermelijnen
kleed9n naar omlaag hangen. Boven
de kroon prijkt een groote zon va-
goud.
Uit de Andreas- of troonzaal komt
men langs verschillende militaire
gardes, die met getrokken zwaarden
bij de ingangen staan Daast de gouden
deuren, in de Katharina-zaal, waarin
de Keizerin audiëntie houdt en geluk-
wensohen ontvangt. Die zaal rust op
groene zuilen van malachiet, de rijke
troon is geheel met purper bekleed,
Paleismooren staan bij de deuren op
wacht, in hun weelderige Oostersch'e
kleeding.
Door deze zalen zouden de majes
teiten in de Andreaszaal en zoo ver
volgens in de beide andere zalen
komen. In elke zaal zat een muziek
korps van ?t keizerlijke paleis en van
de keizerlij - e opera verscholen aohter
praohtige palmen en edele bloemen.
Tegen tien uur kondigde do opper-
ceremoniemeester de komst der kei
zerlijke personen aan, en voorafge
gaan door twee loopers en door
opperceremoniemeester en ceremonie
meesters, naderde de stoet. De Keizer
in het baltoilet vaD een overste van
't chevalier-garderegiment, in rooden
rok met de blauwe sjerp der Andreas-
orde om, leidde aan de hand de
Keizerin, die in een prachtig met
paarlen bezaaid balkleed, statig als
een pauw voortschreed, maar toch
vriendelyk met baar ranken hals het
eerbiedige buigen der hovelingen en
gasten beantwoordde. Ja werkelijk, al
die vorstinnen deden mij denken aan
pauwen met lange staarten, de prach
tige sleepen sommige geheel flonke
rend van juweeien, andere met de
schoonste bloemen, teekeningen en
teere kleuren gesierd. Op het hoofd
droegen de prinsessen alle heerlijke
diademen, van diamanten stralend,
en de kokósjniks sierlyk behangen
met paarlen.
Statig sohreden de vorsten en
vorstinnen voort, eerst de Keizer en
Keizerin, dan de Koningin van Grie
kenland, een gezette maar vorstelijke
verschijning. De muziek speelde een
menuet en vol statigheid en sier deden
de vorsten eenige malen deze pro
menade, waarna later de buitenland-
Oo laatstgenoemde plaats uangezomen, bleef de voer
man stilhouden om te ontbijten, en maakte Thomas
Erick8en zich uit de voeten, niet weinig aangemoedigd
door het feit dat zijn vervolgere blijkbaar niet wisten
wien zij hadden vervolgd.
Tom gebruikte zijn ontbijt in den heerlijken vroegen
zonneschijn, aan den oever der glansrijse rivier.
Den vorigen avond had hij zorgvuldig alle koffiehui
zen vermeden, maar was hij een banketbakkers-winkel
binnengegaan, waardoor hij in het ledige huis had
kunnen eten en nog eenig proviand bij zich had. Bo
vendien droeg hij nog altijd het thans gebroken horloge
van den armen Blaydes bij zich, zonder er toe te kunnen
besluiten dien eenigen schat, waarop hy trouwens alle
recht gad, in het water te werpen. Hij wês tnanB ver
wijderd van Londende vroege morgenstond schonk
henr nieuwe geestkracht en moed. Hij zou het horloge
beleeneu in een dezer steden van h°t Theems-dal, en
zich daarna langs de rivier en in nieuwe kieederen naar
de Londensche dokken begeven. Het wae Zaterdag
morgenhij 'zoo wachten tot den avond, den meeat
gescnikten tijd daartoe; maar hij moest allereerst eene
wijkplaats vinden voor dien dag.
Hij vond er eene in het schuitenhuisje eener kleine,
nieuwe, van wit steen gebouwde villa, die een smallen
tuin had, welke naar den zoom der rivier voerde. Het
schuitenhuisje had ean venster, dat openstond. Tot het
niterBte gedreven als hij was, telde Ericksen geen hin
derpalen meer, en achtte hij zich zeer gelukkig met
zijne ontdekking. De boot lag nog te overwinteren op
schragen, met den kiel naar omhoog. Het zou al heel
vreemd wezen, indien men juist dien dag uitkoos om
haar weder te water te latenin elk geval wilde hij
het er op wagen, en klom op eene kleine vliering, die
als voor hem gemaakt scheen, en waar hij zich voor
dien dag nederzette; hij wikkelde zich in een hoop
aardbeziën-netten, en koos als peluw het voetstuk van
een maai-werktuig uitdaarna verzonk hij in een vas
ten slaap, die verscheidene uren duurde.
Aldus verliep de morgen maar gedurende heel den
langen middag hurkte hij. klaarwakker, onder de aard-
beziënnetten neer, en dit waren nog de ergste oogen-
blikken, die hij doorleefd had. Zij'lieten hem alleen
tijd tot nadenken, en welke sombere gedachten ver
vulden hem nietVooreerst het bijna onvermijdelijk
eind van zijne hopelooze vlucht, en door het onmo
gelijke van de hoop dat iemand nog zijn lot aantrek
ken of hem_ verdedigen zou. Hij was voortdurend
daarmede bezig, en dreigde daaronder het verstand te
verliezen. Buitendien folterde hem voordurend de her-
innnering aan Claire, die hem tot het eind haars
levers schuldig zou gelooven, en hem nooit vergeven
zou haar hart geschonken te hebben aan een moorde
naar, iemand te hebben bemind die bestemd was ge
weest het schavot te beklimmenWelk een aandenken
voor haar, om door het leven meê te nemenEn de
teederheid, welks de ongelukkige haar toedroeg, deed
hem bittere tranen over hare droefheid storten, ter
wijl hij zijn eigen lot met toenemend stoïcisme onder
de oogen zag.
Onderwijl eoheen het geheel veranderd gelaat van
Blaydes, zooalB hij daar voor hem had gestaan in het
maanlicht, onafgebroken op hem neer te blikken en
zag hij ook voortdurend het vreeselijk gezicht van dien
anderen man voor zich, hij gevoelde thans dat de een
het slachtoffer en de ander de misdadiger wasmaar
hij gaf het op de zaak ooit tot licht te brengen en liet
alles aan de Voorzienigheid over.
Op deze wijze verstreken deze uren langzaamzij
waren misschien des te vreeselijker, doordien hy er
geen nieuwen angst in doorleefde voor zijne vrijheid.
Integendeel, hij begon zich voor dien dag veilig genoeg
te achten, want onder zijn slaap was het hevig gaan
regenen, wat nog altijd aanhield en er weerklonk geen
enkele voetBtap op het kiezelzand van den tuin dit was
zonder twijfel een zegenmaar bij bracht ook zijne
pijnen mede.
Tegen den avond echter hield de regen op, en toen
Ericksen het donker genoeg achtte om heen te gaan,
was de natte aarde even welriekend als een bloem.
Hij haalde vol geluk hare geuren op aan het geopende
venster, waarlangs hij was binnen getreden. Het tuin
pad zag thans heel en al geel, en had aan weerszijden
kleine beekjes, het was nog lichter dan hij gedacht
had, toen hij zich op de vliering bevond maar er viel
geen levend wezen in den omtrek te ontdekken en het
was vrij wat helderder dag geweest, toen hij naar bin
nen geslopen was. Hij kon evenwel niet anders dan
allereerst met zijne beenen uit het raam te klimmen,
en Tom had dit nauwelijks gedaan en zich daarna om
gewend, of hij zag op het gele pad den schilderachtig-
sten, kleinsten man staan, dien hij in z.jn leven had
ontmoet.
De oude heer was zeker niet langer dan vijf voet;
maar bij bezat eene trotsche houding en bekeek den
indringer met vaste, lichtblauwe oogen, die nog meer
eerbied dan vrees afdwongen. Zijn gepoederd haar
zijn korte zwarte broek en wit zijden kousen verleenden
hem het uiterlijk van een ouderwetsch portret. Tom
was echter nog meer verbaasd, toen de kleine grijs
aard hem beleefd groette, en met hooge snerpende stem
zeide
„Het doet mij veel genoegen u te zien, mijnheer. Ik
vrees alleen dat mijn schuitenhuis u geen aangenaam
verblijf zal hebben verstrekt op zulk een somberen dag;
hoe het ook zij, gij zijt mij daar welkom geweest."
„Welkom?" herhaalde Tom.
„En waarom niet?" kryschte de ander. „Hetspreekt
van zelf, dat rijke lieden iets voor arme menschen moe
ten doen, al zij het ook maar hem een dak of schoenen
af te staan. Het spijt mij echter te zien dat gij bloots
voets zijt, want gij zult wel willen toestemmen dat
kousen als de uwe niet kunnen meetellen. Zoo i
vriendelijk wilt zijn om mij te vergezellen, zal ik u
van nieuw schoeisel voorzien en u een glas wijn geven
voordat gij heen gaat."
Wordvervolgd)