nntv-rrcen te'egrsm, gedagteekend D'nsdag, betredende de krijgsverrich tingen in A'jeh, zijn gedurende de laatste drie dagen de bentings be- no jrden Beradin geslecht. De oavaleiie yor.d de klooi van Beradm verlaten en een kolonne uit Ketapang Doea eveneens den voet van het gebergte van L\m Asam tot Lam Tib. Enkele schoten vielen uit het gebergte. Een fuselier werd gevaarlijk gewond. Het zoeken naar het stoffelijk overschot van Prins Willem George Prederik. 0?er het bovenstaande verneemt de iV. R. Ct nog het volgende Gelijk reeds vroeger werd mede gedeeld waren de Nederlandsohe en Italiaansohe regeeringen overeenge komen, dat het stoffelyk overeohot van wijlen Prins Willem George Fre- derik van Oranje Nassau, die op 6 Januari 1799 als opperbevelhebber van Zijne Keizerlijke en Koninklijke Apostolische Majesteit in Italië te Padaa overleed, en op 8 Januari d. a. v. in het eerste klooster der Broe ders Heremitanen aldaar werd be graven, naar Xederlaud zoude worden overgebracht. Het ter nagedachtenis van den Prins opgericht, door Canova ver vaardigd, gedenkteeken, zoude tege lijk worden overgebracht. Omtrent de plaats, waar de over ledene rustte, scheen geen redelyke twijfel te kunnen bestaan. Blijkens officieel prooes-verbaal toch van 18 Mei 1S15, dat berust in het gemeente archief van Padua en door wereld lijke en kerkelijke overheden is ge- teekend, werd, in verband met uit te voeren maatregelen van kerkbouw, met toestemming van de hooge bloed verwanten des overledenen, en na j verkregen machtiging van den kei- zerlijk koninklijken prefect en van den burgemeester van Padua, op dien dag het graf, waarin de Prins, sinds 1799 rustte, geopend. Het stoffelijk overschot werd ge sloten in eene looden kist en deze laatste weder in eene andere kist van menie larijDx-houtwaarna een en ander werd overgebraoht, en ter aarde besteld in een nieuw graf, ge legen aan de buitenzijde der sacristy van de kerk der Heremitanen te Pa dua, terwijl het graf werd gesloten met eene daartoe bestemde marmeren plaat met opschrift. Het door Canova vervaardigd grafmonument, dat tot op dat tijdstip zich op een andere plaats bevond, werd tegelijkertijd van daar overgebraobt en geplaatst mid den aan den zijwand van de kapel der saoristy. Krachtens de bevelen van H. M. de Koningin-Weduwe-Regentes, hadden de gezant der Koningin te Bome, de heer Westenberg, alsmede de adjudant der Koningin, baron Sirtema van GroveBtins, zich dezer dagen naar Padua begeven, teneinde tegenwoordig te zijn bij de opgraving van het stoffelijk overschot te Padua, en de overbrenging daarvan naar H. M. i stoomschip Van Speijk, dat ter reede 1 van Venetië lag. Z. M. de Koning van Italië had zijn adjudant, den iuit. kolonel graaf Greppi naar Padua afgevaardigd, teneinde bewijs te geven van Hoogst- Deszelfs belangstelling in de voorge nomen plechtigheid, en om voorts den lijkwagen naar Venetië te begeleiden Zoowel te Padua als te Venetië had den overigens de burgerlijke en militaire overheden alle maatregelen beraamd ten e:nde de opgravingmet al die eerbewijzen te doen plaats hebben, welke aan de doorluchtige geboorte van den hoogen rang van den overleden Prins versohuldigd wareD. Met volledig vertrouwen in het officieel proces verbaal van 1811, werd op 26 Mei, te daarin aangewezen plaatse, in tegenwoordigheid van den gezant en den adjudant der Koningin en van de hooggeplaatste wereldlijke en geestelijke autoriteiten met de op graving aangevangen en deze twee dagen lang voortgezet, zonder echter tot eenig bevestigend resultaat te hebben geleidevenmin het geval was met nauwkeurige onderzoekingen op andere plaatsen ingesteld, zoodat op 31 Mei jl. daarmede werd opge houden. Omtrent de redenen, die tot het niet aantreffen van 't stoffelijk over- sohot of omhulsel hebben geleid, valt niets met eenigen schijn van zeker heid, of waarschijnlijkheid, zelfs te vermelden. Het monument, ter nagedachtenis van den overleden Prins opgericht, wordt met Hr. Ms. oorlogsschip Van Speijk, dat Venetië heeft verlaten, naar Nederland overgebracht. Een juffrouw moest Dinsdag voor de rechtbank te Amsterdam den eed als getuige afleggen. Zij verzoekt daar van ontheven te worden, „want ik hecht niet aan den eed." Dat ging natuurlijk niet. Dus legde ze den eed af. „Wilt gij getuigengeld „Oh, ja," was 't antwoord. „Daar hecht ge dus wel aan," merkte de president droog jes op. Te Rotterdam is een brievenbe steller vermist en wel op den dag, waarop hij juist eene aanstelling als hulp-besteller ontvangen had. Vrydag jl. had hij het postkantoor ten 7 uur's avonds verlaten en was belast met de bestelling in de Gou- vernestraat, Gaffelstraat en omlig gende buurten. De bestelling heeft hij dien avond tot een gedeelte der Gouvernestraat ten uitvoer gebracht. De vermiste, genaamd E. Swerus gepasporteerd marine-matroos, had verkeering met een msisje, wonende in de Gouvernestraat, bij wie hy een som van 300 gulden had gedeponeerd, wyl hij voornemens was, in het huwelijk te treden. Zijn signalement is opgemaakt en afgekondigd. Op het vinden van zijn lyk of het verstrekken van aanwijzi- gingen, die tot ontdekking daarvan leiden, is eene geldelijke belooning gesteld. Te Venlo heeft een hoofdonderwij zeres uit Kaldekirchen een zooda- nigen slsg van een paard tegen het voorhoofd gekregen, dat zy kort daarop aan de gevolgen is overleden. ait ja?r nog o regimenten van de roode uitmonstering te voorzien. De voorstellen, die naar aanleiding van een genomen pioet met een andere uniform door de commandan ten zijn ingediend zullen wel altijd voorstellen blyven. Missohien dat nu en dan kleine wijzigingen zullen wor den ingevoerd, doch eene ingrijpende verandering is niet te verwachten. Omtrent het nieuwe hoofddeksel, bij de veld-artillerie in beproeving, een soort Russische muts van fijn zeehondenvel, is nog geen beslissing genomen. Tel. Reehtsz&'iaa. Belediging der Koninginnes. De rechtbank te Amsterdam, 4e kamer, veroordeelde Dinsdag J. J. Samsom, wegens het fluiten bij gele genheid dat de Koninginnen op het Rembrandtapleia voorbij reden, tot 3 inaaDden gevangenisstraf. Hauer werd tot dezelfde straf ver wezen. Gelast werd de fluitjes te vernie tigen. Financieels Mededeelingen. Volgens het «Weekblad voor Incou rante Fondsen" van Broekman Honders zijn in de week, eindigende 2 dezerverhandeld de volgende foDdBen Aand. Anastel-Hotel-Maats. 100 pCt. Maats, tot expl. van het Bible-Hotel66 pCt. ex. Crediet-Ver. (f500). 112<pCt. Nederl. Zuid-Afrik. Hypotheekb. eerie A 57 Bouw- Maatschappij Schevening. (Oranje Hotel)75l/j Utrechteche Hypo theekbank 160 Water! eid. Maatscb. te Rotterdam, (pref. 38» Zuid- Holl. Landb. Crediet te 'sGravenh. (volgef.)90pCt.ex. Oblig. Houtaankap Maats. "Wijsman lOOYs pCt. Aand. Molukeche Handels- Vennootschap. 95 Kon. Ned. Locaal- Spoorweg - Maatach. te Apeldoorn56ys Oblig. Nederl. Stoomboot- Maatschappij IOIVü Aand. Delftsche Distilleer derij, Gist- en Spiri tusfabriek 32 Ned. Fabriek van Werkt, en Spoorweg- materiësl A 80 Ned. Oliefabriek te Delft50 Oblig. Santa Fé (provincie Argentinië). o7 Aand. Bergbau-Gesellech. „Holland" serie B. 161 Opr.-Bew. Rijnl. Stoomtr. Maatschappij f 140. Singkep Tm Mij. 60 Winst-Aand. Ned. Fabriek van Werktuigen en Spooiweg-Materiëel. 15 Bew. van Deelger- Boxtel- Wezel Spoorw. Mij. Scrips op Is Hyp. 6 Aand. N.-Holl. Brandverz. Maatschappij 95 Utr. Alg. Brandverz. Maatschappij 160 Leger en Vloot Sport en Wedstrijden. Wedstrijden op de Amster dameclie Wielerbaan. Het programma der internationale wedstrijden op de Amsterdamsche Wielerbaan in het Willemspark, te houden op Zondag 7 Juni e. k., des nam. te twee uur, is als volgt samen gesteld 1. Wedstrijd van meet, voor araa teurs, afstand 2000 meter. Prijzen verguld zilveren, zilveren en bronzen medaille. 2. Eerste mancbe van den match tusschen Caen te Brussel enH. Lan- geveid te Amsterdam, afstand 30C0 meter (9 ronden) 3. Wedstrijd met voorgift voor machines met meervoudige zitplaat sen, afstand 1000 meter (3 ronden). Prijzen f40, f25, f15. 4. Tweede manohe van den match tussohen Caen te Brussel en P. Lan- geveld te Amsterdam, afstand 1000 meter. 5. Beslissing van wedstrijd no. I. 6. Beslissing (zoo noodig) van den matoh Caen—LaDgeveld, afstand 1609 meter. 7. Uurwedstrijd m9t gangmaking. Prijzen f 100, f60, f40. Cordang en de „Bol d'Or." Den 27sten van deze maand zal te Parijs gereden worden om den „Bol d'Or," een wedstrijd van 24 uur op de baan. Ingeschreven hebben o. a. Rivierre, Arthur Linton, Thé en Cordang. Het is te wenechen dat hy in dezen wedstrijd meer geluk heeft dan in den wegwedstrijd Bordeaux- Naar wy uit goede bron vernemen i gaat men bij het departement van' oorlog voort met het vervangen der gele uitmonstering door roode, en rekent men er op in den loop van Of Huret, de winner in 1894 en 1S95, zal mededingen, is nog niet zeker. Waarom bestt Jaap Edbn Zondag te Parijs gewonnen? Deze vraag is nogal gemakkelyjr te beantwoorden, zal men denken. Jaap heeft gewonnen, heel eenvoudig omdat hij sterker was danJaoquelin en dank zijn goed verzorgde training sneller reed dan deze. Dit antwoord ligt schijnbaar geheel voor de hand, maar als men de reclame- en adver tentiekolommen van le Vêlo leesi, begint men te aarzelen om het uit ta spreken. Eene reusachtige annonce van de Humber vertelt ons namelijk, dat Jaap gewonnen heeft, wijl hij Rumber bereed. Neen, omdat hij op Dunlop- banden reed, zegt eene advertentie der Dunlop-fabriek. Nu, dergelijke beweringen komen meer voor in de advertentiekolom men. Waar is het in ieder geval, dat Jaap, door op eea ry wiel of op banden van inférieure kwaliteit te rijden, vrij wat minder kans had gehad om te winnen. Maar neen, een derde annonce zal ons vertellen, waarom Jaap nu toch eigenlijk gewonnen heefthij heeft Jacquelin geklept omdat hij schoe nen „Borrel" droeg, welker elastici teit hem in staat stelde om te trap pen enfin zooals hij getrapt heeft Gelukkig dat wy dit weten. Van alle kanten wordt Jaap uitge daagd om den Brassard-prijs. Morin en de Belg Houben hebben het voor beeld van Jacquelin gevolgd. Het verzoek van laatstgenoemde om Zondag a.s. reeds tegen hem te rijden heeft Jaap niet aangenomen. Hij stelt zich disponibel op een da tum na 14 Juni. door Jacquelin te kiezen, wat volgens de bepalingen aan den prijs verbonden veroorloofd is. Jaap wenscht namelijk eerst met andere rijders om den prijs te kampen. Gemengd Nieuws Ongeluk in een circus. Op de kermis te Antwerpen staat het circus Lockhart, dat met zijn voorstellingen niet bijzonder geluk kig is. Op de eerste voorstelling, Zater dagavond, brak het veiligheidsnet, to6n een clown er in sprongde acro baat kwam er nog al goed af. Zondagavond, bij het einde der voorstelling, terwyl het volk langs gangen en trap.eu het gebouw ver liet, hoerde men eensklaps langs de oostzijde een onrustwekkend ge kraak. Aan de buitenzijde zag men den wand uitwijken en de aanwezigen snelden toe om de balken en planken tegen te Jiouden, om alzoo de perso nen, die nog binnen waren, in staat te stellen, voorzichtig hun plaats to verlaten. Doch dit lukte niet geheel. Het ijzeren rasterwerk, dat de bovenste rangen, sn de trappen, die er naar toe leidden, steunde, was uitgeweken en al het volk dat zich er nog op bevond, zakte, onder luid geschreeuw, naar beneden. Hoofden, neuzen, armen en bsenen werden gekneusd en gewond hoeden, stokken en parapluies vernield en verlorenjassen, mantels, rokken en broeken in flarden gescheurd. Ied^r dacht dat er personen zouden zijn gedood en dit zou niet te verwonderen zijn geweest. Men telefoneerde in alle richtingen; de burgemeester, de schepenen, de stadsingenieur, de commissaris der tweede wijk, bijgestaan door het per soneel van den cirous, hielpen de ge vallenen uit hunne gevaarlijke posi tie, en men bsvond dat er gelukkig geene dooden, noch erg gewonden waren. Een dozijn personen werd door dokter Van Baelenj verzorgd en per rijtuig naar hunne woning gebracht. De anderen, die er met goed fatsoen uit waren geraakt en min of meer slecht te been waren, wandelden naar huis, zoo goed zij konden. Werkstakers. De Londensche werkstakers in het bouwvak hebben op Trafalgar square een demonstratie gehouden en gedu rende twee uren geluisterd naar rede voeringen, waarvan de toon niet van veel vertrouwen blijk gaf in de hou ding der metselaars. Wèl sohenen allen besloten om vol te houden, immers elke aansporing om niet aan het werk te gaan, zoolang niet aan de eisohen voldaan is, werd levendig toegejuicht. Besluiten zyn niet geno men, en de geheele betooging had een ordelijk verloop. Vóór den aan vang werd een strooibiljet uitgereikt namenB het comité door Stevenson onderteekend, waarin wordt verklaard, dat de opperlieden geen genoegen nemen met hun opslag, en de maat regel der aan een gedeelte der werk lieden toegestane verhooging onrecht vaardig wordt genoemd„gelijke betaliDg voor gelijk werk" is de eiscb, en tot het verkrijgen daarvan wordt de finanoieele en moreele steun van alle takken van industrie door de commissie ingeroepen. De berichten over de ramp te St. Louie, met name over daarheerschen- de wanorde, schijnen nog al over dreven. De overheid ontkent ten Btel- ligste dat er geplunderd is en zij den toestand niet meester is gebleven. Een regiment waakt in de stad, bij wijze van voorzorgsmaatregel, en drie compagnieën zijn in oostelijk St. Louis ingekwartierd. Het werk van opruiming en bered deren vordert langzaam. Het aantal dooden in beide steden is nu op 423 vastgesteld. Het materieel verlies iPGrdt totaal cp 10 miilioen dolia: geschat, maar biqfï nog een gissing. De feesten te Moskou. Over het galabal, dat den 28sten Mei in het Krembpaleis werd gegeven, en ook door de correspondenten kon worden b zooht, lezen wij het vol gende van den correspondent der N. R. Ct. Over de praohtige galatrap van blinkend, wit marmer, waarlangs op elke trede naar boven hofjagera ston den geposteerd, kwam men in de St. George zaaloveral stonden by deu ren en portalen soldaten en chevalier- gardes opgesteld. Militairen van alle wapenen, van alle rangen, van alle landen waren daar bont dooreenge- mengd. In de volgende zaal hielden zioh speoiaai de rijk getooide in Rus sische dracht gekleede dames op, terwijl de troonzaal ook een sohouw- spel gaf van een verzameling van de bontstekleurenrijksie uniformen draohtea en toiletten. Daar prijkten weer die stille reuzen met hun zware, machtige koppen als geweldige olifanten, de ryke Indische vorsten, met hun iange geplooide mouwen, hun gouden kaftans rijk glanzende in 't eleotrisehe licht. De Emir van Boeohara en de jonge prins in zyn kozakkenkostuum, dan de Chan van Chiwa met zya intelligente oogeu, die onder de zware pehmuts uitgluren. Daar stonden ia groepen verspreid, Chineezen, een groot aan tal mandarijnen, met blauwe en bruine kleeren en dikke viltzolen onder de kleine voetjes. Bij hun gala tenue scheen te behooren het kleine gebor duurde schilderijtje op den rug, de bekende ornamentieke vogels en bloe men voorstellende in blauw en goud draad. Op hun hoedje droegen zij een rooden steen. Dan de Koreanen, met zwart gazen 'hoofdbedekkingen, die hoog in de luoht stonden en hun schoeisel met lichtblauw satijnen linten omwonden, de Japanners in hun Europeesche kostuums, in een zwarten rok vol goudborduursel en grijze broek. Bij al de omstanders verge leken waren de Japanners al zeer klein. Tataren en kozakkenhoofdlieden, Perzen Turken Montenegrynen Schotten, HoDgaren blonken uit, voor al de laatsten, met hun Bierlijke don- kerroode loshangende manteltjes met bont gevoerd. Een groote berenmuts dient als hoofdbedekkingmet een langen pluim van witte pauwe- veeren. Dit kostuum herinnert zeer aan de kleeding van den Walachij- 8chen bojaar te St. Petersburg in de Ermitage, dat bekende schilderij met dien stoeren kop, onder de groote muts. De Russische dames droegen flu- weelen sarafanen van verschillende kleuren en pronkten met hun rijkdom. De ontzaglijke schatten die zulk een vrouw aan zioh heeft, zijn niet te be schrijven. Daar waren dames met groote kokósjniks (de bekende dia- deemvormige kapjes der Russinnen) geheel van diamanten, die van andere waren met smaragden en robijnen bezet ;om den hals droegen ze de kost baarste juweeien en grootste steenen, terwijl aan de ooren zware paarlen bengelden. Vooral zag men veel de sarafaaen van rood fluweel. De sarafaan is een loshangende mantel, die in langen sleep naar aoh- teren valt, met losse leege mouwen, die sierlijk met pels of hermelijn ge voerd zijn. Meestal wordt de sleep van den sarafaan over den linkerarm gedragen, terwijl do waaier in de rechterhand gehouden wordt. Van 't hoofd, dat ook in het haar ryk met juweeien getooid is, hangt een lange sluier naar beneden, die dikwyls met diamanten of stukjes goud bezet is. Er waren vrouwen, die letterlijk met paarlen bezaaid waren, er waren jon gere meisjes die over 't hoofd heele mutsjes van paarlen droegen, die in sierlijke franjes over het voorhoofd hingen. Maar, wat ons allen be vreemdde, het grootste deel van de ongeveer duizend vrouwen was zeer leelyk. Over 't algemeen ziet men in Moskou weinig mooie vrouwende Russinnen onderBoheiden zich voor namelijk door haarzwaren lichaams bouw. De drie zalen, de George-zaal, de Alexander-zaal en de Andreas-zaal, waarin de cour plaats vond, zien uit op het groote balkon, dat weer aan de rivierzijde van het Kreml uitziet. Dat was een verrukkelijk gezicht, die rijke weelde te zien tegen den hel der'olauwen MeinacGt, terwyi ai i torenspitsen en wallen van 't ou« Kreml gloeiden in vuur. Dan a overzijde met guirlandes van goui i Jicht, de rijke partiouliere hjizenm telkens verauderende liohtkleure: dat alles vormde een prachtig fon van goud tegen al deze zware klei 3 renpr."cht van donkere fluweelen, va i al die mensohen die daar in hu 1 pracht, door den donkeren avondtoc i omgeven zioh afteekenden tegen de 3 aohtergrond van goudvuur. 't Was sprookjesachtig in den volste zin des woords, daar ie zien hoe ee bevallige edelman in zyn sobittererc glans naast een rykgesierde jon] i vrouw tegen de balustrade van balkon leunde; de sarafaan hing i rijke plooien, vol geheimzinnige glans van de gouden bloemen op 1 fluweel. Daar kon men droomen terui 1 te zijn in dien romantisohen tyd de 1 middeleeuwen, waarin zooveel rit i ders leefden, die zich allemaal ij i finweel en goud kleedden. En was 1 neer men zich afwendde van de toe 1 verachtig verlichte stad, waar me 3 telkenB aan den horizon weer nieuw i en weer nieuwe lichtende torens oei i dekte, dan zag men naar binnen i i die gouden zalen, waar ;t straa'.d i van licht en van glsns, van goud e van juweeien. Dan in de kroonzaal stonden ooi I tentoongespreid op een gouden tafe i de regaliën, rustende op geelzijde; j kussens. Een verblindende pracht die diamanten kronen (geen metaa i waarin de diamanten gezet zyc, ii er aan te bekennen), en de goudet scepter met den verrukkelijken Orlóf briljant, een der oogen van den zete van den Groot-Mogol te Delhi, eei steen van wonderbaarlijken glans e: buitengewone grootte (ongeveer ai- een kiein ei, ik schat 4.50 cM. iangj Dan lagen daar rijk neergesmeten cis purpermantels met hun hermelijnei voering, het groote rykszegel en he gouden rijkszwaard en de rijksbaniei en dan de ryksappel, een massie! gouden appel met beugels van dia- J manten omgeven en een briljantes 1 kruis er op. Om den troon en gs regaliën staan voortdurend nacht en dag paleisgrenadiers. Op den grooten troon staan drie zetels naast elkaar, voor den Keizer en voor de beide Keizerinnen. De troon wordt bekroond door een gouden hemel, waarvan lange hermelijnen kleed9n naar omlaag hangen. Boven de kroon prijkt een groote zon va- goud. Uit de Andreas- of troonzaal komt men langs verschillende militaire gardes, die met getrokken zwaarden bij de ingangen staan Daast de gouden deuren, in de Katharina-zaal, waarin de Keizerin audiëntie houdt en geluk- wensohen ontvangt. Die zaal rust op groene zuilen van malachiet, de rijke troon is geheel met purper bekleed, Paleismooren staan bij de deuren op wacht, in hun weelderige Oostersch'e kleeding. Door deze zalen zouden de majes teiten in de Andreaszaal en zoo ver volgens in de beide andere zalen komen. In elke zaal zat een muziek korps van ?t keizerlijke paleis en van de keizerlij - e opera verscholen aohter praohtige palmen en edele bloemen. Tegen tien uur kondigde do opper- ceremoniemeester de komst der kei zerlijke personen aan, en voorafge gaan door twee loopers en door opperceremoniemeester en ceremonie meesters, naderde de stoet. De Keizer in het baltoilet vaD een overste van 't chevalier-garderegiment, in rooden rok met de blauwe sjerp der Andreas- orde om, leidde aan de hand de Keizerin, die in een prachtig met paarlen bezaaid balkleed, statig als een pauw voortschreed, maar toch vriendelyk met baar ranken hals het eerbiedige buigen der hovelingen en gasten beantwoordde. Ja werkelijk, al die vorstinnen deden mij denken aan pauwen met lange staarten, de prach tige sleepen sommige geheel flonke rend van juweeien, andere met de schoonste bloemen, teekeningen en teere kleuren gesierd. Op het hoofd droegen de prinsessen alle heerlijke diademen, van diamanten stralend, en de kokósjniks sierlyk behangen met paarlen. Statig sohreden de vorsten en vorstinnen voort, eerst de Keizer en Keizerin, dan de Koningin van Grie kenland, een gezette maar vorstelijke verschijning. De muziek speelde een menuet en vol statigheid en sier deden de vorsten eenige malen deze pro menade, waarna later de buitenland- Oo laatstgenoemde plaats uangezomen, bleef de voer man stilhouden om te ontbijten, en maakte Thomas Erick8en zich uit de voeten, niet weinig aangemoedigd door het feit dat zijn vervolgere blijkbaar niet wisten wien zij hadden vervolgd. Tom gebruikte zijn ontbijt in den heerlijken vroegen zonneschijn, aan den oever der glansrijse rivier. Den vorigen avond had hij zorgvuldig alle koffiehui zen vermeden, maar was hij een banketbakkers-winkel binnengegaan, waardoor hij in het ledige huis had kunnen eten en nog eenig proviand bij zich had. Bo vendien droeg hij nog altijd het thans gebroken horloge van den armen Blaydes bij zich, zonder er toe te kunnen besluiten dien eenigen schat, waarop hy trouwens alle recht gad, in het water te werpen. Hij wês tnanB ver wijderd van Londende vroege morgenstond schonk henr nieuwe geestkracht en moed. Hij zou het horloge beleeneu in een dezer steden van h°t Theems-dal, en zich daarna langs de rivier en in nieuwe kieederen naar de Londensche dokken begeven. Het wae Zaterdag morgenhij 'zoo wachten tot den avond, den meeat gescnikten tijd daartoe; maar hij moest allereerst eene wijkplaats vinden voor dien dag. Hij vond er eene in het schuitenhuisje eener kleine, nieuwe, van wit steen gebouwde villa, die een smallen tuin had, welke naar den zoom der rivier voerde. Het schuitenhuisje had ean venster, dat openstond. Tot het niterBte gedreven als hij was, telde Ericksen geen hin derpalen meer, en achtte hij zich zeer gelukkig met zijne ontdekking. De boot lag nog te overwinteren op schragen, met den kiel naar omhoog. Het zou al heel vreemd wezen, indien men juist dien dag uitkoos om haar weder te water te latenin elk geval wilde hij het er op wagen, en klom op eene kleine vliering, die als voor hem gemaakt scheen, en waar hij zich voor dien dag nederzette; hij wikkelde zich in een hoop aardbeziën-netten, en koos als peluw het voetstuk van een maai-werktuig uitdaarna verzonk hij in een vas ten slaap, die verscheidene uren duurde. Aldus verliep de morgen maar gedurende heel den langen middag hurkte hij. klaarwakker, onder de aard- beziënnetten neer, en dit waren nog de ergste oogen- blikken, die hij doorleefd had. Zij'lieten hem alleen tijd tot nadenken, en welke sombere gedachten ver vulden hem nietVooreerst het bijna onvermijdelijk eind van zijne hopelooze vlucht, en door het onmo gelijke van de hoop dat iemand nog zijn lot aantrek ken of hem_ verdedigen zou. Hij was voortdurend daarmede bezig, en dreigde daaronder het verstand te verliezen. Buitendien folterde hem voordurend de her- innnering aan Claire, die hem tot het eind haars levers schuldig zou gelooven, en hem nooit vergeven zou haar hart geschonken te hebben aan een moorde naar, iemand te hebben bemind die bestemd was ge weest het schavot te beklimmenWelk een aandenken voor haar, om door het leven meê te nemenEn de teederheid, welks de ongelukkige haar toedroeg, deed hem bittere tranen over hare droefheid storten, ter wijl hij zijn eigen lot met toenemend stoïcisme onder de oogen zag. Onderwijl eoheen het geheel veranderd gelaat van Blaydes, zooalB hij daar voor hem had gestaan in het maanlicht, onafgebroken op hem neer te blikken en zag hij ook voortdurend het vreeselijk gezicht van dien anderen man voor zich, hij gevoelde thans dat de een het slachtoffer en de ander de misdadiger wasmaar hij gaf het op de zaak ooit tot licht te brengen en liet alles aan de Voorzienigheid over. Op deze wijze verstreken deze uren langzaamzij waren misschien des te vreeselijker, doordien hy er geen nieuwen angst in doorleefde voor zijne vrijheid. Integendeel, hij begon zich voor dien dag veilig genoeg te achten, want onder zijn slaap was het hevig gaan regenen, wat nog altijd aanhield en er weerklonk geen enkele voetBtap op het kiezelzand van den tuin dit was zonder twijfel een zegenmaar bij bracht ook zijne pijnen mede. Tegen den avond echter hield de regen op, en toen Ericksen het donker genoeg achtte om heen te gaan, was de natte aarde even welriekend als een bloem. Hij haalde vol geluk hare geuren op aan het geopende venster, waarlangs hij was binnen getreden. Het tuin pad zag thans heel en al geel, en had aan weerszijden kleine beekjes, het was nog lichter dan hij gedacht had, toen hij zich op de vliering bevond maar er viel geen levend wezen in den omtrek te ontdekken en het was vrij wat helderder dag geweest, toen hij naar bin nen geslopen was. Hij kon evenwel niet anders dan allereerst met zijne beenen uit het raam te klimmen, en Tom had dit nauwelijks gedaan en zich daarna om gewend, of hij zag op het gele pad den schilderachtig- sten, kleinsten man staan, dien hij in z.jn leven had ontmoet. De oude heer was zeker niet langer dan vijf voet; maar bij bezat eene trotsche houding en bekeek den indringer met vaste, lichtblauwe oogen, die nog meer eerbied dan vrees afdwongen. Zijn gepoederd haar zijn korte zwarte broek en wit zijden kousen verleenden hem het uiterlijk van een ouderwetsch portret. Tom was echter nog meer verbaasd, toen de kleine grijs aard hem beleefd groette, en met hooge snerpende stem zeide „Het doet mij veel genoegen u te zien, mijnheer. Ik vrees alleen dat mijn schuitenhuis u geen aangenaam verblijf zal hebben verstrekt op zulk een somberen dag; hoe het ook zij, gij zijt mij daar welkom geweest." „Welkom?" herhaalde Tom. „En waarom niet?" kryschte de ander. „Hetspreekt van zelf, dat rijke lieden iets voor arme menschen moe ten doen, al zij het ook maar hem een dak of schoenen af te staan. Het spijt mij echter te zien dat gij bloots voets zijt, want gij zult wel willen toestemmen dat kousen als de uwe niet kunnen meetellen. Zoo i vriendelijk wilt zijn om mij te vergezellen, zal ik u van nieuw schoeisel voorzien en u een glas wijn geven voordat gij heen gaat." Wordvervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2