wüt?" nog geen enkel het juiste adres be-„het zich dekken" niet voldotnde flink Liiobfleld in Connecticut geboren. In reikte hiermede bedoel ik natuurlijkte zijn en getuigenis ?an arget af 1836 huwde zy den hoogleeraar in niet dat de schuld aan de artillerie te leggen, alsof ons dierbaar vader- de theologie Calvin E. Stowe. Tijdens en de marine sou liggen, volstrektlandje néér had san een dcoden haar verblijf in de zuidelijke stateD niet, deze doen wat ze kunnen, maar j of gewonden dan een levenden .deeci zij de grondige kennis van het i de omstandigheid, dat men daar veretoppertje speelt; bet aantal dooden en gewonden door ons geschutvuur toegebracht, staat in een zeer ongun stige verhoud ng tot het enorm aantal projectiel en,, dat reeds van den 27i-ten April af werd verschoten, althans volgenB de loopende zeer vage ge- Tuchten. Rco hot met de verwoesting van eigendommen in de kampongs zal gesteld zijn, weten we niet, daar onze troepen ne g niet in de gelegen heid werden gesteld dit te onderzoeken. Heel veel stellen we ons daarvan niet voor, omdat nergens steenen huizen worden gevonden en de uitwerking van het g-schut op houten woonhui zen uit oen aard der zaak niet veel effect heelt. Hoeveel giar.a:en bel gouvernementshuis Toékoe Oemar wel niet gekost heeft, weet ik niet, maar dat getal i- niet gering en toch lag dat huis cp korten alstand van de batterijen to Lamdjamoe ik meen plm. 600 meters en was volkomen zichtbaar. De drie te Xutaradja aanwezige kapiteins van de vesting artillerie (d8 „stoepjes11 zeg. én de fuseliers) gaan eiken dag naar Lamdjamoe, .omdat ieder hunner belast is met een deel van de batterijen een dier kapiteins „bij toerbeurt" blijlt er óok's nachts. Op ongeregelde tijdstippen, dag en nacht door, wordt gevuurd op alie doelen en van tijd tut tijd hoort men een batterij-ealvo, gevolgd door het onregelmatig knallen der springende projectielen. De munitie schijnt uit stekend te wezen, want de'granaten spr ngerj, om zoo te zeggen, allemaal, ook die van de marine. Het is een eigenaardig geluid, dat duidelijk te Kotaradja le hooien is, wanneer de 84 cM. hooge granaten van de Wil zich dtkkenden officier! 'slavenleven cp, dis zy in haar werken Men hoert den geheelen dag a's het j ten loon spreidde. Het boek waarmede ware muzit k, waar n en zich ook be- zij zich beroemd maakte, „Uncle vindt, 'e morgens repetitie, 's avond; Tom's Cabin" („De Negerhut1') ver- uitvoeiirg, weer ot geen we-r, dat I scheen het eerst als feuilleton in de houdt de gemcederon zoo'n beetje ir National Eraeen orgaan tctbeslrjj- vénwicht en dat hebben we met ri ding der slavernij, en in .1852 in die regen- en windvlagen waarlijk wel noodig. Koppensnellen. Geruimen tijd geleden waren een onderhoorige van Ambence vijf paar den ontstolen. De radja van A robe? noe liet daarop onzen posthouder bekend maken met bet voorgevallene en vroeg om zijn hulp tot redres. Ongelukkig gaf de posthouder geen gevo'gaanhet verzoek, waarinde be stolene r anleiding vond om zichzel.- ven recht te verschaffen door het snellen van een paar koppen uit den stam., dien hij van C6n diefstal ver dacht. Nu eerst vond de posthouder, dat voor hem de tijd gekomen was om zich met de zaak te bemoeien. Hij beeaf zich op weg naar Ambenoe, maar kwam p zijn reis een Ambe- noeër legen die gewapend was. Wellicht in de meening dat de man iets tegen hem in den zin had maar in elk geval zonder eenige pro vocatie, vuurde de posthouder op den Amhenofër, tengevolge waarvan j geteskend door,600,000 Briisehe vrou- de radja weigerde om den posthou-1 wen. der te woord te staan niet alleen, Na den dood van haar eohtgenoot, maar ook om verder iets met de in 1886, woonde mevrouw Beecher „Kornpenie" te maken te hebben. Stowe meestal in Florida, waar zij Het koppenenellen ging nu onver-1 een chinaasappel-plantage had. De poosd door; werd daaraan niet epoe- j laatste jaren waren haar geestvermo- dig een eind gemaakt, dan was dejgens zeör afgenomen, en gaf zij zich, vrede tusschen de beide vijandigenaar raon beweert, aan allerlei rnys- s tam men voor goed gedaan. Bo-1 tieke buitensporigheden over. boekformaat. Zij bad eerst moeite er een uitgever voor te vinden, maar ten slotte werd het aangenomen door een jongen boekverkooper te Boston, die haar 10 pCl. van de opbrengst aan bood. Weinig boeken hebben zooveel sensatie gemaakt als „Uncle Tom1; Cabin11, did, een groote iol heeft ge speeld in de aiui-9lsverny bewegiDg. Binnen hot jaar waren reeds oen kwart miltioen exemplaren verkocht, eu de eohryfs'.er ontving als haar aandeel over het eerste jaar 20,000 dollars. Het boek werd in meer dau twintig talen vertaald, zelfs in het Arabisch, Chineesoh en Japansoh; in Duitsohland verschenen veertien ver schillende vertalingen. De schrijfster heeft hot zelvo voor het tooneel be werkt onder den titel „The Christian Slave". Dit haar eersie boek was baai- beste; met baar latere geschriften had zij slechts een matig succes. In 1853 deed zy haar eerste reis naar Enge land, en werd daar door alle kringen om het zeerst gehuldigdonder an dere ontving zij oen adres van hulde, helmina uit de 21 cM, kanons, het Vendien liet ons prestige niet toej zwa.e i-tfcchut van 28 c-M. werd nog (je radja van Amboe nog langer' niet gebruikt, yan ver op de reedetede aanmaningen van onze amblena- Oleh-loh langs het gebergte in de vallei ren, om aan de gewelddadigheden van Lam Pisang worden geworpen zijner onderhoorigen een einde te eerst een zwaar schut met dreunenden maken, in den wind sloeg. De oon- na,„alm, daarna het suizen van 'tpro-1 troleur II. J. Gryzen besloot derhalve, jectiel en eerst een poos daarna de >t mocht ko8ten wat het wilde, met anal van'tuit-elkander-spnngen. Het'den radja aanraking te verkrijgen, moet toch heelemaal niet prettig zijn,£)jt waB echter geen gemakkelijke wanneer men zoo'n ongenuoden ga>-t j zaak. ])e radja liet, toen de contro- zijn en tl ée de salon ziet maken, ook eur zijn aankomst meldde, zich ouder ai woont men in een houten huis. een 0j ander voorwendsel veront- Ik geloof dan ook dat hij met diepenPChuldigen. Hierdoor liet de contro- eerbied zal worden begroet en een iederjeur 2jck evenwel niet terughouden, in lo time plat op den grond zal Vergezeld van den posthouder W. L, liggen, in angstige cpanning afwach- Rozet )een ander dan de onhandige tende „de dingen die komen zullen." j vriend, die den Radja door het onge- Te deksel, als Toekoe Oemar eens j iukkige schot op zijn onderhoorige over zulke vuurmonden kon beschik vertoornd had) en eenige gewapends ken, wal zou het dau in Kota-Radja ongezond wordenDan was ik ook liever „gouverneur-generaal in ruste, kalmpjes de courant lezende in Den Haag", dan fuselier bij 'tzooveelste bataljon, op post staande „voor 5t ge weer' in den kraton, en gij, lezer? Wie weet echter wat ons nog te wachten staat, als we onzen blijden intocht zullen houden in 't gebied van Toekoe Oemar. Die mitrailleur van Se- nelopis nog sieeds niet tereent en zal wel in handen van Oemar zijn. Nu politiedienaren, j zette bij zijn tocht naar het gebied van den radja voost en verwittigde daarvan den radja, die alsnu den controleur met een gewa pende bende tegemoet trok. De controleur verloor zijn tegen woordigheid van geest gelukkig niet, begroette den Radja vriendelijk en slaagde er ten slotte in met behulp van den posthouder Rozet, die de taal van het land kende, om den Radja op zijn gemak te stellen, hem van zijn vredelievende bedoelingen zegt uien wel dat „dat ding" niet tejte overtuigen en hem zoover te bren- gebruiken zou wezen en defect is enigen, dat de Radja hem uitnoodigde dat wii ik heel gaarne gelooven ook, I mede te gaan naar zijn woning onder maar wie weet ons te zeggen of 't op i aanbieding zijner excuses-voor zijn dit moment nog delect zal zijn? Deiaanvankelijke weigering om bem te kerels zijn pinter genoeg en net zou j ontvangen. me zeer verwonderen, als ze van een j De vrede werd nu spoedig her defecten mitrailleur van ons niet een j steld, nadat de radja zioh bereid heel bruikbaas wapen zouden weten i verklaard had om de gebruikelijke te maken En nu neelt zoo'n mitrail-' sobadeloosetelling te betalen voorde leur in onze banden, tegenover sen'gesnelde koppen. (Bat. N bid.) zeer verspreiden, zich uitmuntend dekkende vijand wel bitter weinig uitwerking, maar dat geval wordt heel anders, zoodra de Atjeher in 't bezit van den mitrailleur en wij met onze compagnieën en bataljons, liefst zoo ongedekt mogelijk, komen aanrukken dan is het „rrrrt" weg die sectie „rrrxt" afgemarcheerd dat bosje enz. enz. Ja, dat „zich dekken" van onzen tegenstander en het niet toepassen daarvan door onze troepen, vooral niet door onze officieren, heeft ons al heel wat offers gekost. Bij de oefeningen in het gevecht of het tirailleeren, dus wanneer er in het geheel niet geschoten wordt, hoort men voortdurend: „dek je kerel 1 dek je toch! zie je dan niet dat de vijand je buiten gevecht stelt?" en aan zou men willen hebben dat de kerels zich j Letteren en Kunst. De bekende sobryfster, mevrouw Beeoher Stowe, is 'gestorven. Den 14en van de vorige maand heeft zij te Hartford (Connecticut, Noord-Amerika) haar 853ten geboor tedag gevierd. Bij die gelegenheid is van hare rechterhand een afgietsel in gips gemaakt, bestemd voor het Museum te Washington. De letteren beoefende de bejaarde schrijfster-van de Hut vau Oom Tom niet meer. Zy was echter nog vlug ter been en deed nog dagelijks hare wandeling. Spert en Wedstrijden Cricket-wedstrijd. De twe9daagsche cricket wedstrijd tussohen het elftal uit het graafschap Yorkshire en het Neaerlandsche elftal van „All Holland" werd Donderdag voortgezet. By begin was de stand dat de Engelsohen in de eerste in nings 31 runs m6er hadden gemaakt dan de Hollanders. „AU Holland1' kwam des morgens 't eer t aan slag. Er werd mooi ge speeld en om 4 uur hadden zy met 8 man „uit" 185 runs gemaakt. Toen stonden zy dus 185 p. 31 p. is 154 punten voor. Hierna kwamen de Engelsohen aan „bat". Zij maakten wel veel punten, maar de tijd dien zij hadden tot 5 uur was te kort om de 154 punten van de Hollandsohe spelers te over treffen, zoodat de wedstrijd eindigde met gelijk spel." Triton in Frankfort. Men schrijft uit Frankfort do. 1 Juli aan de IV. JR. Ct.: Vandaag heeft, na den tweeden dag der Regatta, voor 't eerst weer de acht van Triion geoefend en de be langstelling was weer groot. EvodsIs alle vorige keeren, stond de oude Mainbrug (naar men zegt door Karei de Groots gebouwd) vol met toe schouwers. 't Is alsof ieder hier, oud en jong en van wat voor stand ook, belang stelt in de roeisport. De dagen der races stonden de Mainboorden dan ook vol met volk, dat een groot enthousiasme vertoonde, maar dat niet bijzonder voor de vreemdelingen gestemd was. Dit laatste sprak zich o. a. uit in dergelijke aanmoedigingen als: „Hallo Mainz,lasstdieverdamm- ten Hollander mit ihren Goldgruben nicht auch noch unsere silberne Preise wegholen." Ik zag heden avond Tritons acht van het meergemelde Maininsel af, een flink begroeid eiland aan den voet vau de Mainbrug, waarop een groote ruime bootenloods en een café van den Frankfurter Ruderverein zijn gebouwd. Het geheele eiland is door deze vsreeniging gehuurd en is eigenlijk niets anders dan een verrukkelijke tuin met die gebouwen erin en een zeer mooi uitzicht over de Main op 'de stad. Ik zag er de ploeg van fe ontdekken en de aanwezige leden van den Ruderverein waren dan ook weer vol bewondering. Vooral zijn ze r over uit. dat de slag zoo gem.akke- lijk gaat, dat men abéoiuut niet ziet jdat het inspanning kost. Dit ligt 'dunkt ire voor een gioot. deel in het I weinige voor- en achterovervallen en Ide volkomen gelijkmatigheid der be wegingen, dat men lij de meeste Duitsche ploegen beide mist.. De Maimers roeien ook bijzonder goeden hun bewegingen zijn eveneens zeer gelijkmatig en zonder schokken maar het maakt niet zoo den indruk van gemakkelijkheid omdat ze zoowel meer in ar voren komen als achter overvallen. Ook de ploegen van Germania en Amicitia (vbrriemB en G. ook acht riem?) roeien goed en beter dan in Holland één andere voreenigii^g, maar zij vertoonen niet die volmaakte ge lijkvormigheid van bewegingen, waar door Triton en Mains zich ken merken. Men verwacht hier algemeen, ook w ij zelf. dat Zondag in Ems op kalm water, Triion Germ-.uiia weer slaan zal, ondanks de nederlaag van Maan dag, eu aldus zijn meerderheid ico nen zal. Jammer is het cl; t Mainz daar niet uitkomt, want al ia ze tweemaal overwinnaar gebleven, toch schijnt het nog twijfelachtig, ook volgens de Frankforter rogispeeialj- teïten, of het werkelijk beslist sterker is. Zonder twijfel is het dit op zulk ruw water als we Maandag hadden en waaraan Triion volstrekt niet ge woon is, maar het verschil van Zon dag was zóo klein, d t niemand zioh zeker ban voelen, dat een volgende maal, met een gelukkiger sl: rt Triton niet zou winnen. Da volgende racers zijn ingeschre ven voor den Grand Prix de Paris. Zmdfig 5 en 12 Juli te verrijden: Jaap Elen voor Holland; Jacquelin, Morin, Gougoliz, Lambreoht, Bourrii, Ion, Mercier, Dary, M. Far man, Boulay- Tnibaudin, E, Reboul, Plette, Grand, Jean Bemancourt, Dumond, Baras, NieuportJDura.nd.Gxas, Govin,Grossot, voor Frankrijk; Ponteccbi voor Italië; Johnson, Murphy, Wheeler, Kis er, voor AmerikaHouten en Protin, voor België; Heiraann en Mulack, voor Duitschland Chinn en Robert- sod, voor Engeland. Leger en Vloot De le-luitenant L. F. T. Vogel, van het 4e regiment infanterie, gedeta cheerd bij de militaire school, wordt als leeraar by die inrichting overge plaatst, terwijl de le-luitenant J. J.C. van Dyk van het le reg. inf, thans eveneens bij die school belast met de militaire opleiding, met 1 Septem ber den le-luit. L. E. Hinrichs, die bij de Cadettenschool overgaat, als leeraar zal vervangen. in den grond werktenmaar op het Harriet Beecher was het zesde kind afgaan in sprachtigen vorm en later werkelijke gevechtsterrein, ale devan den bekenden theoloog dr. Lymanmet een kranigen eindspurt terugko-j kogels langs'de ooren suizen, schijnt'Beecherzij werd 14 Juni 1812 te caen or was werkelijk geen fout in Pers Overzicht. De heer Méline over de sociale ellende. In een redevoering te Soissons ge houden, sprak de Fransohe minister president over de sooiale ellende. Hij sohreef deze in hoofdzaak toe niet aan de slechte verdeeling van de vruchten van den arbeid, niet aan de lage loonen, maar aan de slechte ver- dealing van de productie. Alle werkkrachten komen naar de groote steden de boeren, arbeiders, de geruïneerde kleine grondeigenaars laten den bodem liggen en gaan naar de centra van industrie, waar zij om werk loopen te bedelen. „Dat is het kwaad dat verbeterd moet worden" zeide de heer Méline. „Maar de sociale leer wil het maar niet zien en doet alles om het te ver ergeren. Zij heeft maar éen idéé fixe: van de werklieden in de steden een bevoorrechte klasse te maken door hun buitengewone voordeelen te ver schaffen. Haar doel is hen zoo kort mogelijk te laten werken voor zoo hoog mogelijk loon. Zy bemerkt de vergelijkingen niet, welke zij uitlokt, en evenmin de noodzakelijke gevol gen van een dergelijk stelsel. „Zij kan niet naar believen den veldarbeid regelen, zij is nie' meester van de zon en de jaargetijden, zij kan de natuurwetten niet wijzigen, die den landman nopen bij het krie ken van den dag op te staan en tot het vallen van den avond ie werken. „Meenen de sooiaiieten dan, dat de veldarbeider op den duur tevreden zal zijn met zulk een toestand; dat hy zijn juk met liefde zal dragen, wanneer hij weef, dat naast hem- in de stad, mensohen zijn, die maar acht uur werken, die hooge loonen krijgen die alle genoegens en voordeelen van het stadsleven smaken, terwijl hij alle vermoeienissen, alle teleurstellingen van het meest ondankbare bedrijf moet dragen „Het onvermijdelijk gevolg daarvan moet zijn een algemeeue uittocht naar de sffdon, wasr aan al deze handen arbeid vc-rscbaft zal moeien worden. Daartoe kan de werkdag )worden ver minderd tot vier of zeil'; twee uur. „Maar wie zal dan het land bebou wen en waarmede zullen de werklie den zich voeden De socialisten zul- lön wel hun taiel aanrichten en een ieder uitnoodigen als broeder mede aan te zitten, maar er zal niets op de tafel zijn en de gasten zullen van honger moeten omkomen. D6 alge- meene ellende, de hongersnood zuilen het resultaat zijn var. de oollectivïs- tische staatkunde. De minister-president wil de werk kracht. en het kapitaal terugbrengen naar den grond en hoopt dit o. a. te ■/uilen bereiken door-hervorming der indirecte belastingen, welke op den 1 -ndbouw drukken, o. m. door afschaf fing der mutatierechten. Wanneer de verkoop vau grond uit een fi-.caal oogpunt even goedkoop kan plaats hebben als van een aandeel in een spoorwegmaatschappij, zullen, hoopt de heer Méline, de kapitalen uit zich zelf terngkeeren tot den grond, om dat dere de beste en zekerste beleg ging zal zyn." „Van lieverlede gaat men inzien, teekent de Noordbrabanter hierbij aan, dat bescherming van den landbouw noodzakelijk is voor de nationale welvaart. Duitschland is reeds lang voorgegaan, gister deelden wy een streven in deze goede richting uit Amerik mede, vandaag is het Frank rijk en Italië. Wanneer zullen wij nu volgen Gemengd Nieuws, In de provincie Luik heeft zich alweer een verzakking voorgedaan, ditmaal te Angleur. Bij ettelijke hui zen in de rue de Renory zijn plotse ling onrustbarend groote spleten in de muren gekomen. De bewoners zijn lang niet gerust. Een onderzoek'ïs ingesteld door mijningenieurs; de ver zakking wordt aan de steenkolen mijnen toegeschreven. Drankmisbruik, Te Londen is een commissie belast met een onderzoek omtrent den ver koop, het verbruik en misbruik van van sterke dranken. Zij begon met de politierechters te ondervragen en in de eerste plaats sir John Bridge, van Bowstreet. Die reohter is van oordeel, dat het toezicht op het fabriceeren van 6terke dranken en de toestand der tappe ryen en drinkwinkels beter is dan vroeger. Hij gelooft, dat het drankmisbruik minder erg wordt maar alleen bij de mannen. Het aantal wegena dron kenschap opgepakte vrouwen neemt onrus barend toe. Het is te vreezen, dat die verklaring bevestigd wordt door de andere politierechters, be halve die van Westminster en M-rl- boroughstreet, waar de meeste rijke en elegante dames wonen. Sir John beval voorts beperking in het verleenen van vergunningen tot drankverkoop aan. Slim! Een jeugdig ambtenaar, in een ongenoemd Fransch provinciestadje, ontving onlangs een brief, gesohreven op papier met het hoofd van het ministerie van binnenlandsche zaken en „persoonlijk11 er op gestempeld, waarin hem werd opgedragen „voor een bij uitstek nationaal doel" zijn best te doen tot verhooging van het aantal, de lengte en de kracht der bliksemafleiders. Maar er werd op gerekend, dat hij deze opdraoht als strikt vertrouwelijk zou besohouwen. De jonge ambtenaar, trotsch op dit bewijs van vertrouwen, ging da- delyk er op in, en de bewoners van de atad, waar hij geplaatst was, waren zeer verbaasd bem steeds door de sfraien te zien gaan met den neus in de lucht of hem beel geheimzinnig le hooren vragen naar de kracht vaa hun bliksemafleiders. De Figarodie dit verhaal doet, helpt den jongen man daarbij tege lijkertijd uit den droomeen paar van zyn collega's hebben hem een voudig voor den gek gehouden eu hun grap is uitstekend geslaagd. Maar tevens vraagt het. Parijsohe biad of er niet nog andere redenen bestaan dan politieke om eens een opruiming te houden onder de Fran sohe ambtenaren. De hertog van Nemours is Weena- i dag te Dreux mét groote plechtigheid begraven. Achter den lijkwagen gin- gen de hertog van Canities, verte genwoordiger van Philippe, den pre tendent, met de twee zoons van dén overledene, de graven van Eu en van Alengon. Dan volgde prins Henri van Orleans met Patrice de Mac- Mahon, den hertog van Ven dó me, de prinsen Adam en Witold Cxarloryski en Pierre, Louis en Antoine,kinderen van den graat van Eu. Daarna prins Alfons van Beiereu, prins A'bertvan Vlaanderen, lord Duilerin, graaf Tor- nielli en de Souza, vertegenwoordi gend hun verschillende souvereinen. Eindelijk een groot gevolg. Ook waren te Dreux de gravin van Parija, prinses Clementina van Coburg en de hertog van. Aumale. Aan het station Montparnasse via'; oen komische gebeurtenis voor. Er was een speciale trein om de piin- I sen en prinsessen van Parijs naar Ver sailles te brengen. Even voor het ver trek kwamen nog een aantal men- schen, jónge adellijken, attachés, enz. aan, voor wis -een pleats meer was en die daarom in een goederenwagen 1 klommen. Ds stationschef verzocht hun öion te verlaten en toen zij wei* gorden, liet hij den wagen afhaken en den trein vertrekken. Daarna zond hij om politie t n eir.de proces verbaal op te maken en sloot het gezelschap zoolang in den goederen wagen op. Men begrijpt dat de hes- ren over deze onhebbelijkheid woe dend waren. Een tijdlang was het tien getrommel en gestowp met wan-1 öelstokken en voeten tegen den wand van den -wagen. Toen een commis st ria van politie hen bevrijd had, speel den twee attachés zoo hevig op, da: er een oploop ontstond. Een brand te Metz. Als oorzaak van de ramp in hei arsenaal te Devan-les-Ponts bij Met* geeft, men nu op dat vonken uit een i voorbyrijdende locomotief, in een der gebouwen terecht kwamen, waarin slag-pijpen, schietkatoen enz. bewaard i werden. Hoe het mogelijk in dat ge val was, dat: geen betere voorzorgs maatregelen genomen werden, is on begrijpelijk, te meer daar een gedeelte der stad in de lucht had kunDen vliegen, indien men den brand niet zoo spoedig beperkt had; er is dan ook een streng onderzoek ingesteld. Door de ontploffing werden brandende voorwerpen op twee particuliere gebou wen ge worpen waarvan er een geheel af brandde. Da lichamen van drie der slachtoffers vond men op een afstand van 500 meter van het tuighuis. Overigens loopen de mededeelingen over het aantal dooden en gewonden nog zeer uiteen, ook die over de om standigheden waaronder de ramp plaats had. Ds meeste slachtoffers zyn militairen behocrende tot het cordon dat na het uitbreken yan den brand was aangewezen het terrein af' te zet ten vele soldaten werden door rond springende stukken van granaten en patronen gekwetst. Onder de bandieten. Over de avonturen van de dames Branzeau en Paragheminioas, die, zoo als gemeld ie, eenigen tijd geleden door roovers gevangen genomen wer den in de nabijheid van de badplaats Jalova, worden de volgende bizon- derheden medegedeeld. Mevrouw Bran- ze -iu is een Fransche dame van ener giek karakter; zij bekleedt een be trekking aan het hof. Haar gezellin is een jong Arms- nisch meisje van 18 jaar, nicht van een drogman aan het Servisch ge zantschap. De beide dames maakten in gezelschap van de moeder van de jonge Armenische een rijtoer. Op den bok bevonden zich een bediende en de koeteier, achter het rijtuig re den twee „Zapta's" te paard. Op eeni gen afstand van Jelova kwamen plot Graaf Egon wachtte haar in staande houding in het salon af voor hem, op de sierlijk met paarlemoer in gelegde tafel lag een brief, wiens achterkant vijf groots lakken vertoonde. Een lichte schrik ging er door Lindis' ledematen. Een vermoeden van bet gebeurde doorliep haar brein. De brief van haar vader met het geld was in Hallwey's handen gevallen. Zwijgend, gelijk hij hare ontmoeting steeds opnam, naderde zij de tafel en plaatste zich tegen over hem. Hij hield het hoofd eenigszins afgewend evenais wilde hij haar aanblik vermijden en by de nu volgende woor den scheen het werkelijk in zijn bedoeling te liggen om haar niet aan te zien. „Gij verwachtet geld van uw vader? Hebt ge hem daar soms om verzocht?" hief hij kalm aan, en toch klonk er een zonderlinge toorn in zijne stem, die on heilspellend vibreerde. „Ja," antwoordde zij, eveneens kalm. „Zou ik ook mogen weten, waarvoor ge dat gebruiken „In mijn eigen belang dat spreekt van zelf. „Nu, zoo heel natuurlijk is dat nog niet. Ik weet niet, ot het u duidelijk geweest is, dat er geen pfennig uit het grijze huie te P., over mijn drempel mag komen." „Dat heb ik me wel kunnen denken gezegd heeft het mij echter niemand doch het geld hier behoort my toe, ik had het volste recht om er over te be schikken, ik kan er mede doen, wat ik wil." „Zoudt ge mij de uitdrukking behoort mij toe nader willen verklaren?" „Bij testament erfde ik het huis mijner oud-tante in P...., papa kocht het van mij, wyl het voor zijn woning onontbeerlijk was en betaalde er mij deze som voor." „En ge m9ent, dut dit eerlijk verdiend geld is Een verachtelijk handgebaar begeleidde deze woorden. Lindis keek yerwond6rd op. „Z9er zeker, groot-tante was „Geen tegenspraak," gebood hij streng. „Het geld wordt terstond teruggezonden, ik duld het onder gee nerlei voorwaarde in mijn huie. Hebt ge iets noodig, dan kunt ge uwe wenschen tot Margaretha richten. Met billijke wenschen zal steeds rekening gehouden worden. Doch hier is nu voor het oogenblik do vraag, wat wildet ge met dat vele geld doen „Ik wilde mij daarmee een bestaan grondvesten I" Lindis raapte al haar moed bijeen. „Een bestaan?" Wederom trilde de ironische, diep krenkende glimlach op zijne lippen. „Ik wil uw huis verlaten en mij een onderkomen zoeken, waar ik menschenrechten bezit." „Wat verstaat ge daarmee „Vrijheid, in de allereerste plaats vrijheid." Lindis haalde zwaar adem. „Die mist ge zeer, doch ik heb u door Margaretha al het mogelijke laten aanbiedenuw jong leven zal niet lijden door gebrek aan lucht en beweging. Ga met Margaretha of met Frits uit, zoo vaak ge wilt, ge zult hierbij geen beperking ondervinden, wanneer ge u daarbij ten minste behoorlijk gedraagt. Het an dere plan echter moet ge opgeien, ge moogt alleen met mijne toestemming mijn woning verlaten. Dat gij ergens anders uw verblijf zoudt kiezen, dit kan ik niet toelateD, i wijl gij mijnen uaara draagt, voor wiens eer ik zelf wil i waken. Zoodra gij daarvan echter ontheven zij t,'t geen 1 binnen korter of langer tijd geschiedt, kunt ge uwe schreden wenden, waarheen ge wilt. Beproef echter niet, j om mijne toestemming af te dwingen, ik ben in dit op zicht onverbiddelyk, terg mij daarom niet, want een strenge gevangenschap in uw kamer kon daar allicht het gevolg van zijn. Daarom waarschuw ik u voor alle ovei spannen ideën, mijn eer is mij te koBtbaar om haar aan onbevoegde handen toe te vertrouwen „En ik ga tochl" Het jonge vrouwenkopje boog zich trotsch in den nek en de kleine voet stampte met nadruk op bet tapijt. Egon keerde zich om, zoo schielijk, dat Lindis niet meer de hinderlijke koppigheid uit de vaste lijnen kon uitwisschen, die onbewust hare lippen had doen krul len. Voor de eerste maai ontmoetten beider oogen el kaar in onverholen afkeer. „Beteugel uw eigenzinnigheid een weinig, zij voert u van de eene teleurstelling tot de andere. Waarom verzettet gij u niet tegen dit verfoeide huwelijk, het ware beter geweest. Of deeldet ge soms met uw vader bet verlangen naar de gravenkroon „Zulk een verlangen is er nooit bij mij opgekomen wel echter de wensch naar redding uit de toestanden van het vaderlijk huis. Tegen het huwelijk heb ik mij nie; verzet, nadat ik de verzekering gekregen had, dat geen onzuivere motieven u bewogen hadden om aan zoek om mijn hand te doen, ik had dan ook geen ver moeden van de ware toedracht der zaak, anders ware ik eerder gestorven. Doch nog is er wat aan u te doen, laat mij heengaan, ik zal nimmermeer uw weg kruisen. Papa behoeft niet eerder van mijn verwijdering af te weten, dan nadat het door u zoo vnrig verlangde tijd stip daar is." Waarheid en een hartroerend Jverzoek klonken in de weeke vrouwenstem. Hallwey antwoordde met een bytend earcasmus „Ja, wanneer ik een waarborg had voor uw karakter, waarlijk, dan zou my geen grootere weldaad te beurt kunnen vallen, dan de verwijdering van uw persoon uit mijne nabijheid. Doch dezen waarborg heb ik nu eenmaal niet, vandaar dat wij het juk verder moeten torsen totdat ik de ketenen verbreken kan. Uwe woorden doen mij denken aan een heimelijke vlucht, is dat uw plan?" „Ja," antwoordde zij vastberaden, „Ik zal de eerste gelegenheid daartoe aangrijpen waak dus over mij wanneer ge dit noodig oordeelt ik wil oprecht tegen! u zijn. „Weet ge wel, dat ik u volgens de wetten van ons land weder terugeischen kan spotte hij met vlam mende oogen." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2