echrqvingen was de hoogste f 17625
de laagste, zqnde van den heer L.
Brouwer te Gouda, f13243.
Omtrent den gisteren gemelden brand
onder Saotpoott'kunnen wij nog het
volgende rtneedéélen
Tegen Huur brak de brand uit in de
fabriek van den heer L. Aug. Bruijn,
(fabriek van was, terpentin, schoen
smeer enz.). In korten tijd was de
geheele fabriek in de aech gelegd.
Bluechmiddelen der spuit waren on
voldoende, xoodat alles verricht moest
worden met emmers water uit een
nabijgelegen vijver. Alles wae ver
zekerd
BINNENLAND.
Atjeh.
Het Nieuws ontving Donderdag uit
Batavia het volgende telegram:
„De exoursie in de IV en VI Moe-
kime (Lampisang) ie algeloopen. Licht
gewond werden de le luii-adj. J. H.
Hoekstein en de le luit C. G. Meer
burg. Voorts 5 minderen, waarvan
ééu zwaar."
Werkstaking te Schiedam.
Donderdagochtend is door het co
mité der stakers aan de directie be
richt, dat de loonlijst van directeuren
is opgemaakt door een deel der nog
arbeidende werklieden; dat de loon
lijst der werklieden is opgemaakt door
de stakers en de vertegenwoordigers
der aan bet werk gebleven arbeiders,
waarom het stakipgEeomiié is be
schouwd als vertegenwoordiging van
de meerderheid.
In de lijst van directeuren worden
de groote grieven," waaronder Zon-
dagsarbeid eene eerste plaats inneemt,
niet besproken. De stakers kunnen
daarom met de voorstellen der directie
geen genoegen nemen.
Aangezien de directie weigert, met
bestuurders van de N. N. B. B. te
onderhandelen, hebben dezen in het
belang der goede zaak besloten niet
meer met directeuren te onderhande
len en deze zaak over te dragen aan
een oom: té uit de stakende werk
lieden.
Het antwoord, door de directie
mondeling gegeven, is van de volgen
de strekking: dat de directeuren hun
lijst aanneembaar achten en niet ge
neigd zqn 66n onderteekend stuk in
handen der arbeiders te stellen. Zq
eiechen op hun woord geloofd te wor
den; hun woord is hun eer.
Het zal hun zorg xqn den Zondags-
arbeid zooveel mogelqk te beperken,
hoezeer zij dit niet doenlijk achten.
Gedwongen nering is aan de eigen
fouten der werklieden te wijten; dan
moet maar niet geborgd worden.
Hedenochtend terugkomende, zou
den de stakers zonder rancune wor
den aangenomen en over alles de
spons gehaald.
Een kind achtergelaten.
In den namiddag van 29 Mei jl.
omstreekB 6^ uur, ontmoette een min
of meer bescnonken zeeman aan den
Schiedamschendijk te Rotterdam e«ne
vrouw, die een kind (meisje) bij zich
had, en welke vrouw hem klaagde
dat zij niet in staat was geweest haar
kind dien dag te voeden. De gehuwde
zeeman noodigde daarom de vrouw
uit met bet kind mede te gaan naar
zijne woning waar hij hen van eten
zon voorzien. Na in zijne woning ie
zijn gekomen, heeft de vrouw zich
ongemerkt weten te verwijderen met
achterlating van het kind, terwql zij
verder niets van zich heeft doen hoo-
ren. De vrouw bad, zoo als later bleek,
in de woning van den zeeman een
brieije achtergelaten, waaruit kon
worden opgemaakt, dat xij uit Am
sterdam afsomstig en dat zij of het
kind te Maastricht geboren zou zijn.
Het zoowel in die beide gemeenten
als te Rotterdam ingestelde onderzoek
heeft echter geenerlei resultaat gehad.
Signalement van de vrouwongeveer
25 jaar, wellicht kellnerin en van
verdachte zeden.
Da commissaris van politie in de 4e
afd. te Rj'.terdani verzoekt opsporing,
aanhouding en overbrenging van deze
vrouw of inlichtingen, die tot hare
ontdekking kunnen leiden.
Een groote val-
Zekere Johannes Kuijper, oud 31
iaar, Jgeb. te Nieuwediep, lam aan
linkerband en voet en verpleegd in
het Stads-Armenhuis te Amsterdam,
was Woensdagmiddag onder het ver
richten sqner Werkzaamheden in een
der raamkozijnen gaan zitten, viel
daarbij in slaap en sloeg achterover
van een hoogte van 32 meter. Hij
kwam terecht op 't schuine zinken
dak van het lokaal waarin de uien-
schen moeten wachten die van stads
wege bedeeld worden. Door den Blag,
dien de val van den man veroorzaakte^
ontstond onder de ruim vijftig wach
tenden een ware paniekze stoven
van schrik uiteen, niet wetende wat
er was gebeurd.
De ongelukkige werd per brancard
eerst naar het Israëlietisch Gasthuis
gebracht. In dien tusschentijd was
hij geheel tot zijn bewustzijn geko
men en verklaarde, zioh eenigszins
bezeerd te hebben aan pols en knie.
Ook hier werd hij onderzocht. Vol
gens de verklaring van dokter Paf
was de man inderdaad in staat om
te voet naar het verplegingshuis terug
te keeren. Daar aangekomen vroeg
hij met een lachend gezichtwie hem
die duikeling nu eens nadeed voor
f100. Zijn vader, die eveneens in het
huis verpleegd wordt, kreeg bij het
vernemen van 't voorgevallene met
zijn zoon een beroerte.
Woensdagmiddag had te Grolloo
(Dr.) bet volgende ongeluk plaats.
Terwijl twee dochters van H. T. Kui-
pérs van 't hooiland naar huis terug
keerden, werden beidbn door den
bliksem getroffen, 't Bleek, dat de
oudste geen letsel bekomen had. De
jóngste, 16-jarige, evenwel bleef op de
plaats dood.
Voor de glassljjpers te Maastricht
(4e lijst) is bq de heeron Gerritsen c.
ontvangen f350.80.
Van het bestuur der glasslijpers is
bericht ontvangen dat de inkomsten
voor de wekelqkeche nitkeering, langs
j andere wegen tot hen komende, aan-
zienlijk beneden het benoodigde blijven
en dat het besiuur van den Alg. Ned.
Diamantbewerkers-Bond, met verwij
zing naar hetgeen bij de heeren Ger
ritsen c. s. wordt ontvangen, verderen
Btenn geweigerd heeft.
Donderdagochtend ontvluchtte te
Vlissingen een klassiaan der kazerne.
Door een patrouille werd hij onmiddel
lijk achtervolgd. Deze kon hem niet
arresteeren omdat hq zich tot over
de knieën in de modder badende
in het leeggeloopen verlaatvestje, dat
achter de bomvrije kazerne gelegen
ie, begaf.
Iu het midden daarvan zat hij op
een ouden emmer vroolijk eenige
liedjes te zingen. Tegen negen uur
werden drie klassianeu gezonden om
hem to halen. Na veel moeite gelukte
het hem te grijpen, doch daar zij
begrepen, dat ze hem toch niet met
geweld konden naedenemen, omdat zq
zelf moeilijk op hunne beenen konden
blijven staan, wieten zij hem met
goede woorden over te halen er uit
te komen. Onder een toevloed van
een groot aantal menechen, werd hij
vervolgens naar de kazerne terugge
bracht.
Pers Overzicht.
De boerenbond.
Eindelqk is Zaterdag te Utrecht de
boerenbond, waarover in de pers
voornamelijk in de katholiekeheel
wat is geschreven, tot stand gekomen.
Na eenige discussie werd artikel 2
der statuten, waarover in hoofdzaak
de strijd liep, aldus vastgesteld
„De Ned. Boerenbond, het Christen
dom als grondslag der maatsohappq
erkennend en huldigend, heeft ten
doel, de belangen van den boerenstand
te behartigen en de uitbreiding der
Staatsbemoeiing op eoonomisoh gebied
ook dezen stand ten goede te doen
komen."
Naar aanleiding hiervan sohrqftde
Standaard het anti-rev. blad des
heereD dr. A. Knyper aldus
„Het Christendom is nu in de
statuten erkend ais grondslag der
maatsohappq.
„Wat zegt deze phrase?
„Beeft ze hiBtorisohe beteekenis en
beduidt ze, dat onze Europeesche
maatschappij werdwat ze wierd
dank zq den invloed der christelijke
religie
..Maar eilieve, welke Christelijke
religie bedoelen de opriobters dan
„Als leden eener absolute kerk, die
alle Christelijke religie, die niet met
Rome homogeen ie, als ketterq ver
oordeelt, kan kwalijk bedoeld zijn de
religie der LuthetBohe of der Calvi
nistische kerken, wier invloed op de
vorming en ontwikkeling onzer Ne-
derlandsohe maatsohappq overheer-
sohend werd.
„Of is de phrase dogmatisoh be
doeld?
„Maar had de maatsohappq, vóór
het Christendom opkwam, dan geen
grondslag
„Is grondslag hier het goede
woord
„Is de erkentenis van God, is de
erkentenis van het gezin, de erken
tenis van den eigendom, iu eigen-
lqken zin eeu vrucht van het Christen
dom
„Erkent de Islam niet den eigen
dom
„Was het niet evenzoo bq Israël
„Is niet nü nog de erkenning van
God, eigendom en huisgezin bq de
hedendaagsohe Joden soms nog ster
ker dan onder de Christenen?
„Het huisgezin, behoort het niet
veel meer tot de soheppingeordinan-
tien, dan tot het Christendom in en-
geren zin?"
Ook de Arnh. Cour. heeft het over
de statuten van den boerenbond, dooh
niet in 't bqzonder over art. 2, maar
meer over de algemeene strekking.
Ze vallen de Amh. Cour. nog al mee
en zien er volgens haar nog zoo kwaad
niet uit.
Er staan, meent het blad, goede
dingen in en van nog meer waarde
dan dit is, dat men er minder goede,
die sommigen er aanvankelqk in wil
den hebben, heeft uitgesloten. Het bl ad
bedoelt het op den voorgrond stellen
van beschermende rechten op den
invoer van landbouwproducten als
voornaam middel lot bevordering van
het doel des bonds en het organisee-
ren van de jonge boerenvereeniging
als kiesoollege voor de Kamer en de
Provïnoiale Staten. Voor de politieke
mannen, door persoonlijke eerzucht
gedreven, is de toegang versperd door
de bepaling, dat de boerenbond zioh
niet met verkiezingen zal afgeven.
Bezwaar heeft de Arnh. Cour. even
wel tegen alinea 2 van art. 9 der
statuten, waarin wordt bepaald, dat
om tot lid eener afdeeling te kunnen
worden aangenomen wordt vereiaoht
dat men grondeigènaar of pachter
of vruchtgebruiker of beheerder vaD
gronden zq, of het landbouwbedrijf
uitoefene.
Het blad merkt op, dat men bq de
vaststelling van deze alinea Sohaep-
man's juiste leuze„alleen boeren,
nog eens boeren en Biets dan boeren"
uit bet geheugen heeft laten glippen.
„Wq hebben", zegt de Arnh. C'our.,
„het recht niet de bedoelingen der
opriohters te verdenken en te insi-
nueeren dat de statuten niet met op
rechtheid en te goeder trouw zijn
opgesteld. Daarom vreezen wq dat
de boerenbond in de toekomst veel
berouw van dezen lapsus memoriae
zal hebbeD. Er is in artikel 9 sub 2
een veel gevaarlijker element inge
haald, dan door het verloochenen
van electorale bedoelingen iB buiten
gesloten."
Koloniën.
Atjeh.
De Javabode bevat een uitvoerig ver
baal van de krqgsoperatiën tegen
Toekoe Oemar's vesting. Het volgen
de is daaraan ontleend:
Nauwelijks bq Lam Tengah aan
gekomen, werd overal op de tong
tong geslagen, werden de in massa
aanwezige vijandelijke ^loopgraven
bezet en kreeg de oolonne uit alle
richtingen hevig vuur. De worstel
strijd begon I Voet voor voet werd
terrein gewonnen, loopgraaf naloop-
graaf wsrd genomen en weldra was
Lam Tengah ons. Nu was de beurt
aan Lam Manjang, dat na korts on
digen strijd ook in ons bezit kwamj
Daarna werd zuidelijk afgebogen
en de aawah overgestoken naar Lam
Isi; in den rand en in het midden
dezer kampong waren vele verster
kingen, waaronder zeer goed inge
richte bentings opgericht, die bijna
alle hardnekkig verdedigd werden;
bier kreeg een oogenblik de sectie
bergartillerie het erg kwaad te ver
antwoorden; niettegenstaaude het he
vige vunr van de dekking en van
haar zelf, drong de vijand meer en
meer op, totdat de kapitein Drqber
de commandant van de oompagnie
koloniale reserve, door eene zeer be
leidvolle manoeuvre hem van drie
zqden nagenoeg wist in te sluiten en
toen met de bajonet er op in ging.
Met een oorverdoovend „hoera r
dat het „alah il alah" van den vqand
geheel overstemde, wierpen de jeug
dige soldaten dezer oompagnie, die
geheel uit Hoüandsohe jongens be
staat, zioh op den vqand, die, geen
uitweg meer ziende, zioh hardnekkig
verdedigde.
De le luitenant Thomson was de
eerste, die de versterking binnendrong,
en na begon een gevecht op leven
en dood, aat zioh ternauwernood den
ken dooh niet besohrqven laat; vol
doende is het te zeggen, dat de vqand
dertig dooden op de plaats aohter-
liet.
Na dit gevoelig éohec verliet de
vijand vrq spoedig zqne overige stel
lingen en Lam Isi was weinige oogen
blikken later geheel in onze handen.
Al» eeu bewqs hoe zwaar deze oo
lonne het te verantwoorden gehad
heeft, diene, dat zq dien oohtendvqf
offloieren en ruhn 80 minderen ver
loor; gesneuveldde kapitein Kramer,
sohot door de borst; gewond kapi
tein Adama van Soheltema, sohot
door den schouder, (lioht); luitenant
Soheepens, schot door den rechter
arm in de éorst dringende en deze
aan de linkerzijde verlatende, terwql
een long even geraakt werd. Wonder
boven wonder is ie toestand van
dezen jeugdigen, veel belovenden
officier zeer guDstig te noemen; lui
tenant Van Hasselt, kort geleden bq
het patrouillegeveoht van den kapi
tein Blokland bq Anak Baté in den
arm gewond, kreeg nu een sohot door
den hiel; luitenant Brunsting, schot
door den reohterarm.
Htt 9de bataljon ging vooruit; het
7de bleef voorloopig in reserve te
Landjamoe, doch woest vrq spoedig
ter ondersteuning oprukken; na eeu
hevig infanterie- en artillerievuur,
waartoe de vuurmonden der posten
Lamdjamoe en Belang medewerkten,
werd op een afstand van ruim 200
M. van de vijaudelqke stelling tot
den stormaanval overgegaan.
Hierbij deed zieh een interessant
inoident voor: van uit het verhoogd
sohilderhuis te Lamdjamoe, waarin
de regeeringscommiss&rh zioh met
zqn staf opgesteld had, ten einde het
geheele gevechtsterrein te kunnen
overzien, zag men dat ruim dertig
pa-sen voor de stormende linie een
officier, onmiddellqk gevolgd door
een hoornblazer, het voorbeeld aan
zqne soldaten gaf; eensklaps valt de
officier, iedereen dacht: hij is aange
schoten; de hoornblazer hem voorbq;
de luitenant staat eohter op en vliegt
weder den hoornblazer achterna; loo-
pen wat je kunt; hq wint meer en
meer veld, totdat eindelijk de hoorn
blazer valt en de luitenant ónder een
luid hoora als nummer éen de ver
sterking binnendringt 1 De generaal
gaf zqn verlangen te kennen de na
men van beide dapperen te weten;
zq waren de le luitenant G. J. Ver-
stege en de (naam niet ingevuld)
„Bravo Gilles, dezen keer hebt ge
niet gemaft 1"
Na een kort vuurgeveoht was nu
Lam ABsan geheel in onze maoht;
het werd gedurende den nacht door
eenige oompagnieën van het 9e en
7e bat. bezet, terwijl de overigen
huiswaarts keerdeD.
Van deze colonne waren gewond
luitenant De Wilde, sohot door de
wang; luitenant Fischer, sohot door
de band; en luitenant R&maer, die
een kogel, welke reeds door de kuit
van een fuselier was gegaan, op den
voet kreeg; de luit. Houtzagers kreeg
een sohampsohot langs den buik, dat
eohter van weinig beteekenis was.
De linkeroolonne bad eene dub
bele opdracht. Het 3e bat., twaalf bri
gades marechaussees en twee secties
bergartillerie, onder commando van
den luitenant-kolonel van Heutsz,
zouden den Gié Poetib, bet gebergte
ten zuiden van de kloof van Beradin,
beklimmen tn de vijandelijke stellin
gen, die zioh in de kloof mochten
bevinden, in de rechterflank en den
rug aanva.ien. Wel wa3 heigebergte
steil en bijna co toegankelijk en zou
de afdaling in de kloof met vele be
zwaren gepaard gaan, maar men wist
ook aan welken oommandant en aan
welke troepen men deze gewiohtige
opdracht ga-fl
Midden in den nacht vertrok de
troep van Ketapan Doewa, voorafge
gaan door den imam van bovenge
noemde III Moekims, die zich, ten
einde onkenbaar te zqn, in een sol- hebben en gun het hun van harte,
datenjas gehuld en een kwartiermuts j zij wisten er dan ook spoedig genoeg
opgezet had. Tusschen de loopgraven,raad mede. Den grooten wagen ver-
bentings en kampongs door trok de
oolonne in de grootst» stilte naar
Lam PaBai, alwaar het gebergte be
klommen werd. dat hier een hoogte
van ruim 250 meter, bereikt. Het
eerste gedeelte kon men een zeer
moeilqk voetpad volgen maar ook
dit hi»ld spoedig op, doch steeds
ging het naar boven in den donkeren
nacht
Gelukkig had de vqand nog niets
bemerkt, maar ge kunt u zqne ver
bazing en zqne woede voorstellen,
toen hq bq het aanbreken van den
dag onze „bersaglieri" reeds halver
wege den top als gemzen naar boven
zag klauteren. Een gebrul van woede
steeg uit de beneden gelegen kam-
poDgs op en een ontelbaar aantal
kogels werden hen nagezonden, zon
der echter iemand te rakeD; de vq
and, die zioh in geringen getale op
den top genesteld had, was nu ook
ontwaakt en schoot er ook lustig op
los, dooh onze Ambonneezen, die kin
deren van het gebergte, waren hier
in hun element en hadden hem apoe-
digverdreven.
Was de tocht voor menig strijder,
die niet meer de lenigheid en het
volhardingsvermogen van de jeugd
bezat, uiterst bezwaarlijk geweest, ge
kunt u bqna niet voorstellen, welk
een moeite, hoeveel inspanning het
aan mensoh en dier kostte om de
bergartillerie naar boven te krqgen,
dooh dank aan de taaie wilskracht
van het personeel en de spierkracht
der muildieren, bereikte men vrq
spoedig met twee stukken deD top.
Daar deze eohter maar zeer weinig
ruimte aanbood, oordeelde de co
lonne-commandant het niet noodig
ook de beide andere stukken naar
boven te doen sleepen.
Als een bewqs van de taaiheid van
onze „kobuesen" kan dienen, dat
halverwege den top een muildier,
met het aohterstuk eener affuit bela-
i, een last van 139 KG., uitgleed
en naar beneden tuimelde; men zag
het beest eenige malen over den kop
gaan. Een vijftigtal meterB beneden
waarts bleef hei liggen, naar men
meende dood, dooh weldra stond bet
weder op en ging rustig staan gra
zen alsof er niets gebeurd was. De
raderen der affuit en eenige andere
onderdeelen waren natuurlqk geheel
vernield, maar het dure beestje had
gelukkig geen letsel bekomen 1
Het doel van den eersten dag was
bereikter werden nog eenige ter
reinverkenningen gemaakt, de vqand
uit de nabijheid verjaagd en het bivak
in gereedheid gebracht, en toen was
het uur voor de welverdiende rust
gekomen. Velen genoten evenwel
weinig van deze rust, daar de honger,
maar vooral de dorst hen begon te
plagenwater was er niet te vinden;
wel had men een kleine hoeveelheid
drinkwater en eenige kisten ajer
blanda medegenomen, maar daarmede
moest men zeer zuinig zqn, met het
oog op de gewonden, die men later
krqgen mocht; tegen zes uur des
avonds werd eohter een oorlam water
uitgereiktdit „pakte" beter dan
menige „dikkop" vroeger wel eens
gedaan had 1 Tegen negen uur des
avonds kon voor het eerst gegeten
wordenal was het maal wat sober,
honger is de beste saus 1
kochten zij voor f30 a&n de toko
Kennerde dos a dos is nog niet ver.
kocht, maar is voorloopig opgeborgen
in het cavalerie-kampement.
Toen onze soldaten; het {huis van.
Oemar binnendrongen, vonden zij ook
nog een 2 8-tal kasten, een half do
zijn datihonten stoelen, een prachtig
ijzeren ledikant en een honten ledi
kant, benevens eenige kostbaarheden
in de andere Atjeheche woningen
nog verneem ik, dat het ijzeren ledi
kant van Oemar, een prachtstuk in
zqn Boort, door de huzaren is buits
gemaakt."
Aan de officieele verslagen en rap-
porten omtrent de voornaamste ge
beurtenissen in het gouvernement
Atjeh en onderhoorigheden, loopende
tot en met 30 Mei, is door de Java-
sche Ct. het volgende ontleend
Groot Atjeh. De Moekim Djempit,
waarvan de Iman blijkens het vorig
verslag verzocht had het daarop
gerichte geschutvuur te staken, bleek
bepaaldelijk vijandig gezind te z(jn_
Eene patrouille, welke zich den 18den
Mei van nit Ketapang Doea derwaarts
begaf, werd met geweervuur ont
vangen.
Den 16den Mei werd een schrijven
van Toekoe Tioet Machmoed Lam-
tengah ontvangen, waarin hij zijne
goede gezindheid betuigde, terwijl hq
in een naderen brief beloofde dat hij
de hem verstrekte geweren en ammu
nitie zoude inleveren en dat in zqn
d geen vijandelijkheden tegen
ons zouden gepleegd worden Het
onware dezer verzekering bleek echter
genoegzaam, toen eene troepenmacht,
die in den namiddag van 21 Mei
Lamtengah bezocht, aldaar vrij warm
met geweervuur werd ontvangen en
die plaats goed versterkt vond. De
versterkingen werden daarop genomen
en in asch gelegd.
Op het erf van den Atjeher Nja'
Gam, iemand zonder beteekenis, nabq
Pakan Kroeng Tjoet, drongen in den
nacht van 19 op 20 Mei eenige vij-|
andig gezinde Atjehers binnen, diel
hem met een schot uit een donder*
bus verwondden en vervolgens met;
achterlating van dat wapen op de:
vlucht sloegen.
Volgens ingekomen berichten zou,
Toekoe Oemar van de landschappen
der Westkust van Kloeang af tot en.
met Melaboeh bijdragen (ripé) voor
den oorlog eiechen, al naar gelang
van de grootte en volkrijkheid dier
landschappen, tot een maximum j
van $5000.
In den vroegen morgen van den
23sten Mei werd een aanvang gemaakt
met de operatiën tegen Toekoe Oemar.
Volgens van verschillende zijden
bevestigde berienten trok de Preten
dent-Sultan langs de kust naar Groot-
Atjeb, vergezeld van zijne echtge-
noote Potjoet Manja, en omstreeka
200 manDen en vrouwen.
De militaire operatiën tegen f'oekoe
Oemar in de YIl en het daaraan,
grenzend gedeelte der IV Moekime
werden den 24sten en den 25 sten
Mei voortgezet en eindigde op laatst
genoemden datum, nadat zijne hoofd
stellingen te Lampisang en Boekit;
Seboen door onze troepen waren ge
nomen, met zijne vlucht en die zqner
aanhangers naar Lepong, waarna tob
Kroeng Raba geen tegenstand meer
werd onder venden.
Het onder directen invloed van
Toekoe Oemar staande Leponsr werd
den 25sten weder door de marine
onder vuur genomen om hem hef
verblijf aldaar zooveel doenlijk on-;
mogelijk te maken.
Den 29sten Mei maakte eene troe
penmacht eene militaire vertooning
in de LH Moekims Daroe en de IX
Moekims om kwaadwilligen, die zich
aldaar moohten ophouden, teverdrq
Oorlogsbuit.
In een brief uit Atjeh aan de Sum.
C(. lezen wij het volgende:
„Het leverde een eigenaardig schouw
spel op, toen on ze troepen Kota-
Radja binnenruktenonze soldaatjes
hadder. van het oorlogsrecht 6en ijve
rig gebruik gemaakt en voerden den
veroverden oorlogsbuit met een geluk- t
Mg gezicht naar hua kwartieren ven en de hoofden tc bestraffen, die
mede. Men aag den een met een klok! de van ïe"el w«en
op den ran-el, de ander droeg eenovergegaan. Noemenswaardige tegen-
eendvogel aan a,;,n koppel v stg^i s,a?d we/d bQ deze «c™» mei
maaktook asg ik verse heidenen een ondervonden.
koe of een blatende geit voortejouweD.j Den 30sten Mei rukte eene troe-
Groote hilariteit verwekte het gezicht1 penmaoht uit ter besoherming van de
van een eleganten toerwagen, welke arbeiders, belast met de opruiming
i Oemar indertijd op een vendutie van j van struikgewas en versterkingen in
j resident Van Langer, gekocht had en het voorterrein ten noord oosten van
nu door eenige soldaten buitgemaakt, de monding van de vallei van Lam-!
triomfantelijk onze veste binrenge- pisang.
jsleept werd; ook zag ik eenige mili- Onderhoorigheden-Noordkust. Den
tairen, die een dos k-dos op sleep- j 8en Mei werd het landschap Tjoem-;
touw hadden genomen, welke Oemsr boek, behoorende tot de federatie XII
1 op de vendutie van den assistent- van verschillende zqden aangevallen
resident Kroesen ingeslagen had en door benden uit de federatie VI onder
nu onder luid gejuich Kuta-Radja we- Toekoe di Raboh, zoon van wqlen
der binnengebracht werd. Ik geloof uat Toekoe Dido Kemangan, Toekoe Lam-
onze manuekes danig „verampast" poe'ce en Toekoe Mantroi Garoet,
eens in mijn leven den voet ingezet, ze iB huivering
wekkend groot en vol portretten. De schilderijen in deze
vertrekken zijn daar nog eenmaal aanwezig, mogelijk
dat gravin Else haar plaats naast graat Nicolaus gekre
gen heeft, de gravin had haar die voorbehouden; wel
licht heeft graaf Egon aan het schilderij eindelijk de
juiste plaats gegeven."
„Maar de diamanten van vrouw Jutta, waar zijn die
dan gebleven?"
Margaretha haalde de schouders op. „Dat mag God
weten,' op Hallwey zijn ze niet, met gravin Elisabeth
waren ook de edelgesteenten weg, wij hebben al sinds
jaren alle hoeken en gaten doorzocht, maar ze zijn niet
te vinden."
„Heeft graaf Nicolaus dan niet geweten, waar ze ge
bleven zijn?"
„De hemel beware me. Die was immers half krank
zinnig, toen hij zijn jonge vrouw had versmoten. Ja, ja,
dat was me hier een drukte en een consternatie op het
slot. Deze muren hebben al onheil genoeg aanschouwd,
en toch is het wel het ongelukkigste wanneer twee men-
schen, die elkaar tot stervens toe liefhebbenen bemin
nen, ondanks alle feilen, van elkander gaan in sombe
ren trots, in booze eigenzinnigheid, alleen om maar niet
een beetje eergevoel te moeten opofferen. Zij vergeten,
dat vergeven het hoogste gevoslen is. O, zulk een ijdele,
met zich zeiven ingenomen liefde, die zich niets verge
ven kan, is niemendal waard, xij houdt dan ook gewoon-
lqk niet lang stand. Ik denk nog aan dien balavond in
het hartje van den winter, aan de ruisohende muxiek
en aan ae dansende paren, Gravin Elisabeth vloog als
een vlicder van arm in arm, zij danste zoo dolgraag
en was zoo overgelukkig; graaf Nicolaus sb nd hier in
de deur en zag met een bewolkt voorhoofd naar het
dollen der jeugd. Hij was in den laatsten tijd altijd
slacht gehumeurd geweest en sprak bqna een woord
als een Argus sloeg hij zijn vrcuw gade, wier lachende
blikken zelfs bij den dans steeds weder bij hem terug
keerden, en half en half scheen htt alsof de zonne
schijn door de wolken heen wilde breken. Mij die hier
toevallig wat te doen had, vroeg hij„Grete, is n ijn
vrouw niet schoon? Zie eens, zq stelt allen in de scha
duw." Gravin Elisabeth was voor het gewene oog
niet eens mooi, doch volgens mijn plicht antwoordd
ik: „De genadige giavin is een engelI" En hij knikte
mij glimlachend toe, zoo goed beviel hem dat antwoord.
Een uur later was hot onheil losgebroken.
De gasten 6nelden vd! ontsteltenis en schrik weg,
graaf Nicoalus liep als een razende door de zalen, die
daghelder in het kaarslicht schitterden. Gravin Else
echter lag, door een vuistslag getroffen, hier op den
grond."
Margaretha wees met de hand naar de plek onder
den middelsten kroonluchter.
„Foei, het bloed stolt mij nog in de aderen, wanneer
ik aan de daarop volgende scene denk. Alleen gravin
Stephanie stond met haar gewone kalmte naast haren
zwager en bield zqne hand vaat, terwql de jonge, zon
dige vrouw ineenkromp van smart, graaf Nico laas
had baar namelijk van ontrouw beschuldigd, die zij
echter hardnekkig loochende. Kind, kind, wat kan
éen enkele zonde al niet vloek en verderf ov<r een
huis brengen I God behoede ons daar genadiglijk voor.
Het waren treurige tijden, gravin Else moest vertrek
ken hoe wanhopig zij zich ook aan zijne voeten vast-
klemde. Halt dood droegen wij ha.-r in het rijtuig, er
va- g en erbarmen voor baar, graaf Nicolaus was een
i hartstochtelijk man, zijn droomerige weekheid was in
i dierlijke woede ontaard."
I „En de man die verdacht werd
,,Ie. althans regeerende hertog, destijds erfprins
een knappe, levenslustige cavalier, evenals onze graaf
Leo."
„En is bet- voorval nooit opgehelderd geworden, in
elk geval bond toch eene heilige beloite gravin Elisa-
beth's tong?"
„Het geval was immers bewezen, graaf Nicolaus zelf
heeft dat gedaan."
Lindis zweeg nadenkend.
„Van dat oogenblik af was bij zwaarmoedig, aanvan-
kelijk raasde en tierde hij, later werd hij kalmer en
kwijnde langzamerhand weg. Kort voor zijn dood be-
kroop hem het verlangen naar zijn verstoolen vrouw,
j de gevoelens overmeesterden hem en openlijk noodigde
hij haar uit om bij hem te komen. Gravin Stephanie
j was woedend over de karakterloosheid van den zwager,
doch gravin Elisabeth kwam niet, alle moeite was te
i vergeefs."
„Wellicht werd zij met geweld verhinderd om aan
het sterfbed te verschijnen," antwoordde Lindie.
Margaretha keek vragend op. Haar oog ontmoette
I hall wezenloos het somber fonkelende der jonge vrouw.
Zij schudde het hoofd,
t „Wie zou dat gedaan htbben?"
Een zware tied, ais van iemand, die sporen drieg|
deed beiden opschr kken.
Het geluid naderde door de openstaande zalen.
Het was graaf Egon.
„Margaretha 1" Hij stond in de deur, boog opgericht
en schoon als altijd. „Zijn de dames uitgereden
„Mevrcuw de gravin en freule von Bietinghcff zijn
een uitstapje gaan doen. Frits moet hen straks bq deq
ambtsraad gaan afhalen."
jWelnu riaD, Margaretha, de eerste heugelijke tqdingi
Mijn broeder Leo komt in den loop van den zomer naar1
Hallwey, hij echrqft slechts voor eeuigen tijd, doch ik
hoop dat het voor goed moge zijn."
„Heer in den hemel 1" De groote stoffer viel uit d<
handen der oude vrouw en een traan trad in haai
trouw oog. „Welk een onrerwachte vreugde en hoÊ
lang is graaf Leo nu al weg geweest?"
„Twee en een half jaar, een langen tqd, niet waar De
onthullingen, die hij mq doet, zijn
Hallwey zweeg plotseling bemerkte hij nu eerst
de, bij zijn verschijnen zich angstig in den hoek der
deur drukkende gestalte? Hij trad schielijk naderbir
en plaatste zich voor vrouwe Jutta's portret.
(Wordt vervolgd).