echrqvingen was de hoogste f 17625 de laagste, zqnde van den heer L. Brouwer te Gouda, f13243. Omtrent den gisteren gemelden brand onder Saotpoott'kunnen wij nog het volgende rtneedéélen Tegen Huur brak de brand uit in de fabriek van den heer L. Aug. Bruijn, (fabriek van was, terpentin, schoen smeer enz.). In korten tijd was de geheele fabriek in de aech gelegd. Bluechmiddelen der spuit waren on voldoende, xoodat alles verricht moest worden met emmers water uit een nabijgelegen vijver. Alles wae ver zekerd BINNENLAND. Atjeh. Het Nieuws ontving Donderdag uit Batavia het volgende telegram: „De exoursie in de IV en VI Moe- kime (Lampisang) ie algeloopen. Licht gewond werden de le luii-adj. J. H. Hoekstein en de le luit C. G. Meer burg. Voorts 5 minderen, waarvan ééu zwaar." Werkstaking te Schiedam. Donderdagochtend is door het co mité der stakers aan de directie be richt, dat de loonlijst van directeuren is opgemaakt door een deel der nog arbeidende werklieden; dat de loon lijst der werklieden is opgemaakt door de stakers en de vertegenwoordigers der aan bet werk gebleven arbeiders, waarom het stakipgEeomiié is be schouwd als vertegenwoordiging van de meerderheid. In de lijst van directeuren worden de groote grieven," waaronder Zon- dagsarbeid eene eerste plaats inneemt, niet besproken. De stakers kunnen daarom met de voorstellen der directie geen genoegen nemen. Aangezien de directie weigert, met bestuurders van de N. N. B. B. te onderhandelen, hebben dezen in het belang der goede zaak besloten niet meer met directeuren te onderhande len en deze zaak over te dragen aan een oom: té uit de stakende werk lieden. Het antwoord, door de directie mondeling gegeven, is van de volgen de strekking: dat de directeuren hun lijst aanneembaar achten en niet ge neigd zqn 66n onderteekend stuk in handen der arbeiders te stellen. Zq eiechen op hun woord geloofd te wor den; hun woord is hun eer. Het zal hun zorg xqn den Zondags- arbeid zooveel mogelqk te beperken, hoezeer zij dit niet doenlijk achten. Gedwongen nering is aan de eigen fouten der werklieden te wijten; dan moet maar niet geborgd worden. Hedenochtend terugkomende, zou den de stakers zonder rancune wor den aangenomen en over alles de spons gehaald. Een kind achtergelaten. In den namiddag van 29 Mei jl. omstreekB 6^ uur, ontmoette een min of meer bescnonken zeeman aan den Schiedamschendijk te Rotterdam e«ne vrouw, die een kind (meisje) bij zich had, en welke vrouw hem klaagde dat zij niet in staat was geweest haar kind dien dag te voeden. De gehuwde zeeman noodigde daarom de vrouw uit met bet kind mede te gaan naar zijne woning waar hij hen van eten zon voorzien. Na in zijne woning ie zijn gekomen, heeft de vrouw zich ongemerkt weten te verwijderen met achterlating van het kind, terwql zij verder niets van zich heeft doen hoo- ren. De vrouw bad, zoo als later bleek, in de woning van den zeeman een brieije achtergelaten, waaruit kon worden opgemaakt, dat xij uit Am sterdam afsomstig en dat zij of het kind te Maastricht geboren zou zijn. Het zoowel in die beide gemeenten als te Rotterdam ingestelde onderzoek heeft echter geenerlei resultaat gehad. Signalement van de vrouwongeveer 25 jaar, wellicht kellnerin en van verdachte zeden. Da commissaris van politie in de 4e afd. te Rj'.terdani verzoekt opsporing, aanhouding en overbrenging van deze vrouw of inlichtingen, die tot hare ontdekking kunnen leiden. Een groote val- Zekere Johannes Kuijper, oud 31 iaar, Jgeb. te Nieuwediep, lam aan linkerband en voet en verpleegd in het Stads-Armenhuis te Amsterdam, was Woensdagmiddag onder het ver richten sqner Werkzaamheden in een der raamkozijnen gaan zitten, viel daarbij in slaap en sloeg achterover van een hoogte van 32 meter. Hij kwam terecht op 't schuine zinken dak van het lokaal waarin de uien- schen moeten wachten die van stads wege bedeeld worden. Door den Blag, dien de val van den man veroorzaakte^ ontstond onder de ruim vijftig wach tenden een ware paniekze stoven van schrik uiteen, niet wetende wat er was gebeurd. De ongelukkige werd per brancard eerst naar het Israëlietisch Gasthuis gebracht. In dien tusschentijd was hij geheel tot zijn bewustzijn geko men en verklaarde, zioh eenigszins bezeerd te hebben aan pols en knie. Ook hier werd hij onderzocht. Vol gens de verklaring van dokter Paf was de man inderdaad in staat om te voet naar het verplegingshuis terug te keeren. Daar aangekomen vroeg hij met een lachend gezichtwie hem die duikeling nu eens nadeed voor f100. Zijn vader, die eveneens in het huis verpleegd wordt, kreeg bij het vernemen van 't voorgevallene met zijn zoon een beroerte. Woensdagmiddag had te Grolloo (Dr.) bet volgende ongeluk plaats. Terwijl twee dochters van H. T. Kui- pérs van 't hooiland naar huis terug keerden, werden beidbn door den bliksem getroffen, 't Bleek, dat de oudste geen letsel bekomen had. De jóngste, 16-jarige, evenwel bleef op de plaats dood. Voor de glassljjpers te Maastricht (4e lijst) is bq de heeron Gerritsen c. ontvangen f350.80. Van het bestuur der glasslijpers is bericht ontvangen dat de inkomsten voor de wekelqkeche nitkeering, langs j andere wegen tot hen komende, aan- zienlijk beneden het benoodigde blijven en dat het besiuur van den Alg. Ned. Diamantbewerkers-Bond, met verwij zing naar hetgeen bij de heeren Ger ritsen c. s. wordt ontvangen, verderen Btenn geweigerd heeft. Donderdagochtend ontvluchtte te Vlissingen een klassiaan der kazerne. Door een patrouille werd hij onmiddel lijk achtervolgd. Deze kon hem niet arresteeren omdat hq zich tot over de knieën in de modder badende in het leeggeloopen verlaatvestje, dat achter de bomvrije kazerne gelegen ie, begaf. Iu het midden daarvan zat hij op een ouden emmer vroolijk eenige liedjes te zingen. Tegen negen uur werden drie klassianeu gezonden om hem to halen. Na veel moeite gelukte het hem te grijpen, doch daar zij begrepen, dat ze hem toch niet met geweld konden naedenemen, omdat zq zelf moeilijk op hunne beenen konden blijven staan, wieten zij hem met goede woorden over te halen er uit te komen. Onder een toevloed van een groot aantal menechen, werd hij vervolgens naar de kazerne terugge bracht. Pers Overzicht. De boerenbond. Eindelqk is Zaterdag te Utrecht de boerenbond, waarover in de pers voornamelijk in de katholiekeheel wat is geschreven, tot stand gekomen. Na eenige discussie werd artikel 2 der statuten, waarover in hoofdzaak de strijd liep, aldus vastgesteld „De Ned. Boerenbond, het Christen dom als grondslag der maatsohappq erkennend en huldigend, heeft ten doel, de belangen van den boerenstand te behartigen en de uitbreiding der Staatsbemoeiing op eoonomisoh gebied ook dezen stand ten goede te doen komen." Naar aanleiding hiervan sohrqftde Standaard het anti-rev. blad des heereD dr. A. Knyper aldus „Het Christendom is nu in de statuten erkend ais grondslag der maatsohappq. „Wat zegt deze phrase? „Beeft ze hiBtorisohe beteekenis en beduidt ze, dat onze Europeesche maatschappij werdwat ze wierd dank zq den invloed der christelijke religie ..Maar eilieve, welke Christelijke religie bedoelen de opriobters dan „Als leden eener absolute kerk, die alle Christelijke religie, die niet met Rome homogeen ie, als ketterq ver oordeelt, kan kwalijk bedoeld zijn de religie der LuthetBohe of der Calvi nistische kerken, wier invloed op de vorming en ontwikkeling onzer Ne- derlandsohe maatsohappq overheer- sohend werd. „Of is de phrase dogmatisoh be doeld? „Maar had de maatsohappq, vóór het Christendom opkwam, dan geen grondslag „Is grondslag hier het goede woord „Is de erkentenis van God, is de erkentenis van het gezin, de erken tenis van den eigendom, iu eigen- lqken zin eeu vrucht van het Christen dom „Erkent de Islam niet den eigen dom „Was het niet evenzoo bq Israël „Is niet nü nog de erkenning van God, eigendom en huisgezin bq de hedendaagsohe Joden soms nog ster ker dan onder de Christenen? „Het huisgezin, behoort het niet veel meer tot de soheppingeordinan- tien, dan tot het Christendom in en- geren zin?" Ook de Arnh. Cour. heeft het over de statuten van den boerenbond, dooh niet in 't bqzonder over art. 2, maar meer over de algemeene strekking. Ze vallen de Amh. Cour. nog al mee en zien er volgens haar nog zoo kwaad niet uit. Er staan, meent het blad, goede dingen in en van nog meer waarde dan dit is, dat men er minder goede, die sommigen er aanvankelqk in wil den hebben, heeft uitgesloten. Het bl ad bedoelt het op den voorgrond stellen van beschermende rechten op den invoer van landbouwproducten als voornaam middel lot bevordering van het doel des bonds en het organisee- ren van de jonge boerenvereeniging als kiesoollege voor de Kamer en de Provïnoiale Staten. Voor de politieke mannen, door persoonlijke eerzucht gedreven, is de toegang versperd door de bepaling, dat de boerenbond zioh niet met verkiezingen zal afgeven. Bezwaar heeft de Arnh. Cour. even wel tegen alinea 2 van art. 9 der statuten, waarin wordt bepaald, dat om tot lid eener afdeeling te kunnen worden aangenomen wordt vereiaoht dat men grondeigènaar of pachter of vruchtgebruiker of beheerder vaD gronden zq, of het landbouwbedrijf uitoefene. Het blad merkt op, dat men bq de vaststelling van deze alinea Sohaep- man's juiste leuze„alleen boeren, nog eens boeren en Biets dan boeren" uit bet geheugen heeft laten glippen. „Wq hebben", zegt de Arnh. C'our., „het recht niet de bedoelingen der opriohters te verdenken en te insi- nueeren dat de statuten niet met op rechtheid en te goeder trouw zijn opgesteld. Daarom vreezen wq dat de boerenbond in de toekomst veel berouw van dezen lapsus memoriae zal hebbeD. Er is in artikel 9 sub 2 een veel gevaarlijker element inge haald, dan door het verloochenen van electorale bedoelingen iB buiten gesloten." Koloniën. Atjeh. De Javabode bevat een uitvoerig ver baal van de krqgsoperatiën tegen Toekoe Oemar's vesting. Het volgen de is daaraan ontleend: Nauwelijks bq Lam Tengah aan gekomen, werd overal op de tong tong geslagen, werden de in massa aanwezige vijandelijke ^loopgraven bezet en kreeg de oolonne uit alle richtingen hevig vuur. De worstel strijd begon I Voet voor voet werd terrein gewonnen, loopgraaf naloop- graaf wsrd genomen en weldra was Lam Tengah ons. Nu was de beurt aan Lam Manjang, dat na korts on digen strijd ook in ons bezit kwamj Daarna werd zuidelijk afgebogen en de aawah overgestoken naar Lam Isi; in den rand en in het midden dezer kampong waren vele verster kingen, waaronder zeer goed inge richte bentings opgericht, die bijna alle hardnekkig verdedigd werden; bier kreeg een oogenblik de sectie bergartillerie het erg kwaad te ver antwoorden; niettegenstaaude het he vige vunr van de dekking en van haar zelf, drong de vijand meer en meer op, totdat de kapitein Drqber de commandant van de oompagnie koloniale reserve, door eene zeer be leidvolle manoeuvre hem van drie zqden nagenoeg wist in te sluiten en toen met de bajonet er op in ging. Met een oorverdoovend „hoera r dat het „alah il alah" van den vqand geheel overstemde, wierpen de jeug dige soldaten dezer oompagnie, die geheel uit Hoüandsohe jongens be staat, zioh op den vqand, die, geen uitweg meer ziende, zioh hardnekkig verdedigde. De le luitenant Thomson was de eerste, die de versterking binnendrong, en na begon een gevecht op leven en dood, aat zioh ternauwernood den ken dooh niet besohrqven laat; vol doende is het te zeggen, dat de vqand dertig dooden op de plaats aohter- liet. Na dit gevoelig éohec verliet de vijand vrq spoedig zqne overige stel lingen en Lam Isi was weinige oogen blikken later geheel in onze handen. Al» eeu bewqs hoe zwaar deze oo lonne het te verantwoorden gehad heeft, diene, dat zq dien oohtendvqf offloieren en ruhn 80 minderen ver loor; gesneuveldde kapitein Kramer, sohot door de borst; gewond kapi tein Adama van Soheltema, sohot door den schouder, (lioht); luitenant Soheepens, schot door den rechter arm in de éorst dringende en deze aan de linkerzijde verlatende, terwql een long even geraakt werd. Wonder boven wonder is ie toestand van dezen jeugdigen, veel belovenden officier zeer guDstig te noemen; lui tenant Van Hasselt, kort geleden bq het patrouillegeveoht van den kapi tein Blokland bq Anak Baté in den arm gewond, kreeg nu een sohot door den hiel; luitenant Brunsting, schot door den reohterarm. Htt 9de bataljon ging vooruit; het 7de bleef voorloopig in reserve te Landjamoe, doch woest vrq spoedig ter ondersteuning oprukken; na eeu hevig infanterie- en artillerievuur, waartoe de vuurmonden der posten Lamdjamoe en Belang medewerkten, werd op een afstand van ruim 200 M. van de vijaudelqke stelling tot den stormaanval overgegaan. Hierbij deed zieh een interessant inoident voor: van uit het verhoogd sohilderhuis te Lamdjamoe, waarin de regeeringscommiss&rh zioh met zqn staf opgesteld had, ten einde het geheele gevechtsterrein te kunnen overzien, zag men dat ruim dertig pa-sen voor de stormende linie een officier, onmiddellqk gevolgd door een hoornblazer, het voorbeeld aan zqne soldaten gaf; eensklaps valt de officier, iedereen dacht: hij is aange schoten; de hoornblazer hem voorbq; de luitenant staat eohter op en vliegt weder den hoornblazer achterna; loo- pen wat je kunt; hq wint meer en meer veld, totdat eindelijk de hoorn blazer valt en de luitenant ónder een luid hoora als nummer éen de ver sterking binnendringt 1 De generaal gaf zqn verlangen te kennen de na men van beide dapperen te weten; zq waren de le luitenant G. J. Ver- stege en de (naam niet ingevuld) „Bravo Gilles, dezen keer hebt ge niet gemaft 1" Na een kort vuurgeveoht was nu Lam ABsan geheel in onze maoht; het werd gedurende den nacht door eenige oompagnieën van het 9e en 7e bat. bezet, terwijl de overigen huiswaarts keerdeD. Van deze colonne waren gewond luitenant De Wilde, sohot door de wang; luitenant Fischer, sohot door de band; en luitenant R&maer, die een kogel, welke reeds door de kuit van een fuselier was gegaan, op den voet kreeg; de luit. Houtzagers kreeg een sohampsohot langs den buik, dat eohter van weinig beteekenis was. De linkeroolonne bad eene dub bele opdracht. Het 3e bat., twaalf bri gades marechaussees en twee secties bergartillerie, onder commando van den luitenant-kolonel van Heutsz, zouden den Gié Poetib, bet gebergte ten zuiden van de kloof van Beradin, beklimmen tn de vijandelijke stellin gen, die zioh in de kloof mochten bevinden, in de rechterflank en den rug aanva.ien. Wel wa3 heigebergte steil en bijna co toegankelijk en zou de afdaling in de kloof met vele be zwaren gepaard gaan, maar men wist ook aan welken oommandant en aan welke troepen men deze gewiohtige opdracht ga-fl Midden in den nacht vertrok de troep van Ketapan Doewa, voorafge gaan door den imam van bovenge noemde III Moekims, die zich, ten einde onkenbaar te zqn, in een sol- hebben en gun het hun van harte, datenjas gehuld en een kwartiermuts j zij wisten er dan ook spoedig genoeg opgezet had. Tusschen de loopgraven,raad mede. Den grooten wagen ver- bentings en kampongs door trok de oolonne in de grootst» stilte naar Lam PaBai, alwaar het gebergte be klommen werd. dat hier een hoogte van ruim 250 meter, bereikt. Het eerste gedeelte kon men een zeer moeilqk voetpad volgen maar ook dit hi»ld spoedig op, doch steeds ging het naar boven in den donkeren nacht Gelukkig had de vqand nog niets bemerkt, maar ge kunt u zqne ver bazing en zqne woede voorstellen, toen hq bq het aanbreken van den dag onze „bersaglieri" reeds halver wege den top als gemzen naar boven zag klauteren. Een gebrul van woede steeg uit de beneden gelegen kam- poDgs op en een ontelbaar aantal kogels werden hen nagezonden, zon der echter iemand te rakeD; de vq and, die zioh in geringen getale op den top genesteld had, was nu ook ontwaakt en schoot er ook lustig op los, dooh onze Ambonneezen, die kin deren van het gebergte, waren hier in hun element en hadden hem apoe- digverdreven. Was de tocht voor menig strijder, die niet meer de lenigheid en het volhardingsvermogen van de jeugd bezat, uiterst bezwaarlijk geweest, ge kunt u bqna niet voorstellen, welk een moeite, hoeveel inspanning het aan mensoh en dier kostte om de bergartillerie naar boven te krqgen, dooh dank aan de taaie wilskracht van het personeel en de spierkracht der muildieren, bereikte men vrq spoedig met twee stukken deD top. Daar deze eohter maar zeer weinig ruimte aanbood, oordeelde de co lonne-commandant het niet noodig ook de beide andere stukken naar boven te doen sleepen. Als een bewqs van de taaiheid van onze „kobuesen" kan dienen, dat halverwege den top een muildier, met het aohterstuk eener affuit bela- i, een last van 139 KG., uitgleed en naar beneden tuimelde; men zag het beest eenige malen over den kop gaan. Een vijftigtal meterB beneden waarts bleef hei liggen, naar men meende dood, dooh weldra stond bet weder op en ging rustig staan gra zen alsof er niets gebeurd was. De raderen der affuit en eenige andere onderdeelen waren natuurlqk geheel vernield, maar het dure beestje had gelukkig geen letsel bekomen 1 Het doel van den eersten dag was bereikter werden nog eenige ter reinverkenningen gemaakt, de vqand uit de nabijheid verjaagd en het bivak in gereedheid gebracht, en toen was het uur voor de welverdiende rust gekomen. Velen genoten evenwel weinig van deze rust, daar de honger, maar vooral de dorst hen begon te plagenwater was er niet te vinden; wel had men een kleine hoeveelheid drinkwater en eenige kisten ajer blanda medegenomen, maar daarmede moest men zeer zuinig zqn, met het oog op de gewonden, die men later krqgen mocht; tegen zes uur des avonds werd eohter een oorlam water uitgereiktdit „pakte" beter dan menige „dikkop" vroeger wel eens gedaan had 1 Tegen negen uur des avonds kon voor het eerst gegeten wordenal was het maal wat sober, honger is de beste saus 1 kochten zij voor f30 a&n de toko Kennerde dos a dos is nog niet ver. kocht, maar is voorloopig opgeborgen in het cavalerie-kampement. Toen onze soldaten; het {huis van. Oemar binnendrongen, vonden zij ook nog een 2 8-tal kasten, een half do zijn datihonten stoelen, een prachtig ijzeren ledikant en een honten ledi kant, benevens eenige kostbaarheden in de andere Atjeheche woningen nog verneem ik, dat het ijzeren ledi kant van Oemar, een prachtstuk in zqn Boort, door de huzaren is buits gemaakt." Aan de officieele verslagen en rap- porten omtrent de voornaamste ge beurtenissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorigheden, loopende tot en met 30 Mei, is door de Java- sche Ct. het volgende ontleend Groot Atjeh. De Moekim Djempit, waarvan de Iman blijkens het vorig verslag verzocht had het daarop gerichte geschutvuur te staken, bleek bepaaldelijk vijandig gezind te z(jn_ Eene patrouille, welke zich den 18den Mei van nit Ketapang Doea derwaarts begaf, werd met geweervuur ont vangen. Den 16den Mei werd een schrijven van Toekoe Tioet Machmoed Lam- tengah ontvangen, waarin hij zijne goede gezindheid betuigde, terwijl hq in een naderen brief beloofde dat hij de hem verstrekte geweren en ammu nitie zoude inleveren en dat in zqn d geen vijandelijkheden tegen ons zouden gepleegd worden Het onware dezer verzekering bleek echter genoegzaam, toen eene troepenmacht, die in den namiddag van 21 Mei Lamtengah bezocht, aldaar vrij warm met geweervuur werd ontvangen en die plaats goed versterkt vond. De versterkingen werden daarop genomen en in asch gelegd. Op het erf van den Atjeher Nja' Gam, iemand zonder beteekenis, nabq Pakan Kroeng Tjoet, drongen in den nacht van 19 op 20 Mei eenige vij-| andig gezinde Atjehers binnen, diel hem met een schot uit een donder* bus verwondden en vervolgens met; achterlating van dat wapen op de: vlucht sloegen. Volgens ingekomen berichten zou, Toekoe Oemar van de landschappen der Westkust van Kloeang af tot en. met Melaboeh bijdragen (ripé) voor den oorlog eiechen, al naar gelang van de grootte en volkrijkheid dier landschappen, tot een maximum j van $5000. In den vroegen morgen van den 23sten Mei werd een aanvang gemaakt met de operatiën tegen Toekoe Oemar. Volgens van verschillende zijden bevestigde berienten trok de Preten dent-Sultan langs de kust naar Groot- Atjeb, vergezeld van zijne echtge- noote Potjoet Manja, en omstreeka 200 manDen en vrouwen. De militaire operatiën tegen f'oekoe Oemar in de YIl en het daaraan, grenzend gedeelte der IV Moekime werden den 24sten en den 25 sten Mei voortgezet en eindigde op laatst genoemden datum, nadat zijne hoofd stellingen te Lampisang en Boekit; Seboen door onze troepen waren ge nomen, met zijne vlucht en die zqner aanhangers naar Lepong, waarna tob Kroeng Raba geen tegenstand meer werd onder venden. Het onder directen invloed van Toekoe Oemar staande Leponsr werd den 25sten weder door de marine onder vuur genomen om hem hef verblijf aldaar zooveel doenlijk on-; mogelijk te maken. Den 29sten Mei maakte eene troe penmacht eene militaire vertooning in de LH Moekims Daroe en de IX Moekims om kwaadwilligen, die zich aldaar moohten ophouden, teverdrq Oorlogsbuit. In een brief uit Atjeh aan de Sum. C(. lezen wij het volgende: „Het leverde een eigenaardig schouw spel op, toen on ze troepen Kota- Radja binnenruktenonze soldaatjes hadder. van het oorlogsrecht 6en ijve rig gebruik gemaakt en voerden den veroverden oorlogsbuit met een geluk- t Mg gezicht naar hua kwartieren ven en de hoofden tc bestraffen, die mede. Men aag den een met een klok! de van ïe"el w«en op den ran-el, de ander droeg eenovergegaan. Noemenswaardige tegen- eendvogel aan a,;,n koppel v stg^i s,a?d we/d bQ deze «c™» mei maaktook asg ik verse heidenen een ondervonden. koe of een blatende geit voortejouweD.j Den 30sten Mei rukte eene troe- Groote hilariteit verwekte het gezicht1 penmaoht uit ter besoherming van de van een eleganten toerwagen, welke arbeiders, belast met de opruiming i Oemar indertijd op een vendutie van j van struikgewas en versterkingen in j resident Van Langer, gekocht had en het voorterrein ten noord oosten van nu door eenige soldaten buitgemaakt, de monding van de vallei van Lam-! triomfantelijk onze veste binrenge- pisang. jsleept werd; ook zag ik eenige mili- Onderhoorigheden-Noordkust. Den tairen, die een dos k-dos op sleep- j 8en Mei werd het landschap Tjoem-; touw hadden genomen, welke Oemsr boek, behoorende tot de federatie XII 1 op de vendutie van den assistent- van verschillende zqden aangevallen resident Kroesen ingeslagen had en door benden uit de federatie VI onder nu onder luid gejuich Kuta-Radja we- Toekoe di Raboh, zoon van wqlen der binnengebracht werd. Ik geloof uat Toekoe Dido Kemangan, Toekoe Lam- onze manuekes danig „verampast" poe'ce en Toekoe Mantroi Garoet, eens in mijn leven den voet ingezet, ze iB huivering wekkend groot en vol portretten. De schilderijen in deze vertrekken zijn daar nog eenmaal aanwezig, mogelijk dat gravin Else haar plaats naast graat Nicolaus gekre gen heeft, de gravin had haar die voorbehouden; wel licht heeft graaf Egon aan het schilderij eindelijk de juiste plaats gegeven." „Maar de diamanten van vrouw Jutta, waar zijn die dan gebleven?" Margaretha haalde de schouders op. „Dat mag God weten,' op Hallwey zijn ze niet, met gravin Elisabeth waren ook de edelgesteenten weg, wij hebben al sinds jaren alle hoeken en gaten doorzocht, maar ze zijn niet te vinden." „Heeft graaf Nicolaus dan niet geweten, waar ze ge bleven zijn?" „De hemel beware me. Die was immers half krank zinnig, toen hij zijn jonge vrouw had versmoten. Ja, ja, dat was me hier een drukte en een consternatie op het slot. Deze muren hebben al onheil genoeg aanschouwd, en toch is het wel het ongelukkigste wanneer twee men- schen, die elkaar tot stervens toe liefhebbenen bemin nen, ondanks alle feilen, van elkander gaan in sombe ren trots, in booze eigenzinnigheid, alleen om maar niet een beetje eergevoel te moeten opofferen. Zij vergeten, dat vergeven het hoogste gevoslen is. O, zulk een ijdele, met zich zeiven ingenomen liefde, die zich niets verge ven kan, is niemendal waard, xij houdt dan ook gewoon- lqk niet lang stand. Ik denk nog aan dien balavond in het hartje van den winter, aan de ruisohende muxiek en aan ae dansende paren, Gravin Elisabeth vloog als een vlicder van arm in arm, zij danste zoo dolgraag en was zoo overgelukkig; graaf Nicolaus sb nd hier in de deur en zag met een bewolkt voorhoofd naar het dollen der jeugd. Hij was in den laatsten tijd altijd slacht gehumeurd geweest en sprak bqna een woord als een Argus sloeg hij zijn vrcuw gade, wier lachende blikken zelfs bij den dans steeds weder bij hem terug keerden, en half en half scheen htt alsof de zonne schijn door de wolken heen wilde breken. Mij die hier toevallig wat te doen had, vroeg hij„Grete, is n ijn vrouw niet schoon? Zie eens, zq stelt allen in de scha duw." Gravin Elisabeth was voor het gewene oog niet eens mooi, doch volgens mijn plicht antwoordd ik: „De genadige giavin is een engelI" En hij knikte mij glimlachend toe, zoo goed beviel hem dat antwoord. Een uur later was hot onheil losgebroken. De gasten 6nelden vd! ontsteltenis en schrik weg, graaf Nicoalus liep als een razende door de zalen, die daghelder in het kaarslicht schitterden. Gravin Else echter lag, door een vuistslag getroffen, hier op den grond." Margaretha wees met de hand naar de plek onder den middelsten kroonluchter. „Foei, het bloed stolt mij nog in de aderen, wanneer ik aan de daarop volgende scene denk. Alleen gravin Stephanie stond met haar gewone kalmte naast haren zwager en bield zqne hand vaat, terwql de jonge, zon dige vrouw ineenkromp van smart, graaf Nico laas had baar namelijk van ontrouw beschuldigd, die zij echter hardnekkig loochende. Kind, kind, wat kan éen enkele zonde al niet vloek en verderf ov<r een huis brengen I God behoede ons daar genadiglijk voor. Het waren treurige tijden, gravin Else moest vertrek ken hoe wanhopig zij zich ook aan zijne voeten vast- klemde. Halt dood droegen wij ha.-r in het rijtuig, er va- g en erbarmen voor baar, graaf Nicolaus was een i hartstochtelijk man, zijn droomerige weekheid was in i dierlijke woede ontaard." I „En de man die verdacht werd ,,Ie. althans regeerende hertog, destijds erfprins een knappe, levenslustige cavalier, evenals onze graaf Leo." „En is bet- voorval nooit opgehelderd geworden, in elk geval bond toch eene heilige beloite gravin Elisa- beth's tong?" „Het geval was immers bewezen, graaf Nicolaus zelf heeft dat gedaan." Lindis zweeg nadenkend. „Van dat oogenblik af was bij zwaarmoedig, aanvan- kelijk raasde en tierde hij, later werd hij kalmer en kwijnde langzamerhand weg. Kort voor zijn dood be- kroop hem het verlangen naar zijn verstoolen vrouw, j de gevoelens overmeesterden hem en openlijk noodigde hij haar uit om bij hem te komen. Gravin Stephanie j was woedend over de karakterloosheid van den zwager, doch gravin Elisabeth kwam niet, alle moeite was te i vergeefs." „Wellicht werd zij met geweld verhinderd om aan het sterfbed te verschijnen," antwoordde Lindie. Margaretha keek vragend op. Haar oog ontmoette I hall wezenloos het somber fonkelende der jonge vrouw. Zij schudde het hoofd, t „Wie zou dat gedaan htbben?" Een zware tied, ais van iemand, die sporen drieg| deed beiden opschr kken. Het geluid naderde door de openstaande zalen. Het was graaf Egon. „Margaretha 1" Hij stond in de deur, boog opgericht en schoon als altijd. „Zijn de dames uitgereden „Mevrcuw de gravin en freule von Bietinghcff zijn een uitstapje gaan doen. Frits moet hen straks bq deq ambtsraad gaan afhalen." jWelnu riaD, Margaretha, de eerste heugelijke tqdingi Mijn broeder Leo komt in den loop van den zomer naar1 Hallwey, hij echrqft slechts voor eeuigen tijd, doch ik hoop dat het voor goed moge zijn." „Heer in den hemel 1" De groote stoffer viel uit d< handen der oude vrouw en een traan trad in haai trouw oog. „Welk een onrerwachte vreugde en hoÊ lang is graaf Leo nu al weg geweest?" „Twee en een half jaar, een langen tqd, niet waar De onthullingen, die hij mq doet, zijn Hallwey zweeg plotseling bemerkte hij nu eerst de, bij zijn verschijnen zich angstig in den hoek der deur drukkende gestalte? Hij trad schielijk naderbir en plaatste zich voor vrouwe Jutta's portret. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 3