Tweefe Efe
oor onze liters.
Ie Beier van Jen ffoetaar.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
14e Jaargang
Woensdag 15 Juli 1896
No. 3898
HAARLEMS DAGBLAD
^L^oisrisnECMiEasrTsrE/icrs:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor.Haarlemper 3 maanden0.30
de omstreken en franco per postO.371/2
AnDV^KyTEZtTTICBISr:
I 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKESSpaarndamf C. H _ciTENDORP
Zandvoort,1. ZWEMMER; VelsenA. VENUS; IJmuidenTJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genosmden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
In de étalage voor de vensters van
Bt bureau van dit blad zijn de na-
ïlgende afbeeldingen gelegd:
Lihoengtsjang en de oude Bismarck
Friedriohsruhe.
In Rouaan
1. De Notre-Dame te Rouaan/
2. Het hotel Bourgthéroulde.
0. Het paleis van juBtitie.
4. De fontein van Jeanne d'Aro.
Wielerwedstrijd om den „Grand
rix," te Parijs.
1. Het vertrt-k.
2. DeoverwinDaars(tandemnummer)
3. Het vervoer van de ontvangsten.
4. Het passeeren der eindstreep: de
atste spurt.
Het rqden door den booht in bet
elodrome Municipal.
De Nijl-expeditie
1. De hoofdaanval big dageraad op
3 positie der Derwisjen in den slag
an Firket.
2- Een charge van egyptieche lan-
erB in den slag van Firket.
3. Kapitein Fenwiok het vuren
jntende.
4 Slatin Pasja onder de verslage-
n een ouden vijand herkennend.
5. Het uitsnijden van een kogel.
6. Het repareeren door Soudanee-
n van kameelzadels.
De Millennium-feesten te Boedapest:
optocht der gedelegeerden voorbq
lizer Fians Jozef.
Het 7de Eso. Huzaren aan boord
de „Goth" te Natal.
PrinB Alexander van Teek zqne
ldaten inspecteerend.
De ontvangst van den «Horourable
•tillery Company" uit Massachusetts
S.) in Louden.
Beuken. (Deze uit Eigen Haard).
De Hollt-ndsohe kerk te Smyrna.
LihoengisjaDg in Nederland.
Gezicht binnen Kota Radja op de
zerne's Kroeng Daroe.
Het overbrengen van het gebeente
n Prine Willem George Frederik
n Oranje-Nassau naar denkoninkl.
af kelder te Delft.
Politieke Platen en Portretten.
Politiek Overzicht.
;De Belgische bladen geven lange
betrachtingen over den uitslag der
(rstemmiDgen voor de Kamer, die
oals wq meldden eene overwinning
lor de katholieke partij zijn geweest.
j,Deze stemming" zegt de Indepen
dence „heeft aangetoond, dat het
oialisme grooter vijand voor het
jeralisme is dan het clericalisme.
linershadden de liberalen de
piaüsten gesteund, de katholieken
joden in Brussel en Antwerpen in
l minderheid zqn gebleven.
Nu hebben de radicalen en sooia-
ten sleohts 94000 stemmen verkre-
0de katholieken 111.818; de
itsten zegevieren dus met een
meerderheid van 17800 stemmen. Dat
wil zeggen, schrqft de Petit Bleu in
izqn nummer van Maandag-middag,
„dat zq overwinnen met behulp van
I ongeveer 15000 liberale stemmen,
en 4000 A 5000 onthoudingen, niet
tegenstaande 20000 22000 stemmen
ider liberalen de radicaal-socialistische
I lijst hebben gesteund."
Omtrent de ministerieele crisis in
Italië, waar de minister van oorlog
is afgetreden, kan nog het volgende
worden gemeld:
Generaal Pellouxde vermoede
lijke opvolger, is Zondag te Rome
aangekomen en heeft een audiëntie
gehad bq den koniDg. Daarna had
I er een samenkomst plaats tussohen
de heeren Rudini, BriD, Pelloux en
j Colombo, welke laatste in deze orisis
een voorname rol schijnt te spelen.
De heer Colombo is namelqk de
minister van finanoiën en met hem
moet de minister van oorlog rekening
houden.
Er wordt nu gezegd, dat generaal
Pelloux zich bereid heeft verklaard,
zich met de portefeuille van oorlog
te belasten, wanneer de begrooting
van 234 millioen werd gebracht op
246 millioen, dus met 12 millioen zou
worden vermeerderd. De heer Colom
bo -moet daarin hebben toegestemd,
zoodat de financieele quaestie van dé
baan kan worden beschouwd.
Volgens eep telegram uit Aden zal
de missie, door den Paus naar den
negus gezonden om de invrijheid
stelling der Italiaansohe gevangenen
te verkrijgen, zonder vrucht blijven.
De negus heelt doen weten, dat hij
den diepsten eerbied koestert voor
het hoofd der katholieke kerkdat
hg gaarne in vriendschappelijke ver
standhouding blijft met paus Leo,
maar dat bij niettemin de gevangenen
niet in vrijheid zal stellen, vóór hij
in het bezit is van een deugdelijk
onderteekend vredesverdrag.
Scott Montagu legde Maandag in
het Lagerhuis een verzoekschrift over
afkomstig van den gezondheidsraad
te Boeloewajo en waarbij verlangd
wordt, dat het charter der Britsohe
Zuid Afrika Maatsohappq niet inge
trokken, en aan den bestaan den vorm
van het bestuur van het gebied der
maatschappij niets veranderd zal wor
den.
STADSNIEUWS
eer*te en derde pagina
Haarlem14 Juli
Bij vonnissen der Arrondissements
Reohtbank te Haarlem dd. 14 Juli
1896 zijn in staat van faillissement
veiklaard
lo. Ntoolaas Gerardus Sohaokman,
koopman en winkelier in kruideniers
waren, te Haarlem (Spaarnwouder-
straat) met icgaDg van 8 Juli 1896.
Reobter Commissaris Jhr. Mr. A. G.
van Lintelo de Geer.
Curator Mr. A. Kist, advooaat en
procureur te Haarlem.
2o. Antje Maas, weduwe Petrus i
Kerkhoven, winkelierster in manufao-
turen, te Zaandam (Zeedijk) met in
gang van 8 Juli 1896.
Reohter Commissaris Jhr. Mr. A. G.
van Lintelo de Geer, Curator Mr. F*
A. Bijvoet, advocaat en procureur te
Haarlem.
Kinderspeeltuinen.
Met genoegen plaatsen wq de vol
gende oproeping:
Geaohte stadgenooten,
De kinderspeeltuin kan wel blijven
voortbestaan tenzij het aantal jaar
Iqksobe bijdragen aanzienlijk vermeer
derd wordt.
In bijgaande missive is dit nader
uiteengezet.
Het is daarom, dat het Bestuur
door insohiqving u bijgaande intee-
kenfijst ter aanvnlling aanbiedt.
Mocht het bedrag der inteekeningen
zoo gering zijn, dat het voortbestaan
van den kinderspeeltuin daardoor niet
gewaarborgd is, dan zal van de in
Bohrijvingen geen gebruik gemaakt
worden.
Het Bestuur,
(w. g.) P H. van der; Ley, voorzitter.
Mevrouw Willekes Maodonald,
saoretaresse.
Mej. J. G. Fontein, penning-
meesteresse. j
Mevr. dewed. S. de Clercq Wz.
en K. K. A. Valken.
Bedoelde missive luidt als volgt: j
L. S.
Het Bestuur van de Vereeniging
„de Haarlemsche Kinderspeeltuinen"
gevoelt zich gedrongen met verzoek
om hulp zich te wenden tot Haarlem's
ingezetenen.
De vereeniging wil straatschenderij
en ruwheid fegengaan.
Zij is daarbij de meening toege
daan, dat het niet voldoende is te
constateeren dat een kwaad bestaat,
maar dat er ook gehandeld moet
worden. We zijn niet verantwoord,
als we niet alle pogingen hebben
aangewend om het kwaad weg te
nemen, te voorkomen of te doen ver
minderen.
Nu zegt wel menigeen, dat de
baldadigheid van de jeugd zóo groot
is, dat slechts strenge tuohtmiddelen
zullen blijken goede resutaten op te
leveren.
Zeker zal ieder het sterk toejuiohen,
als de overheid met strengheid op
treedt, waar wandalisme moet worden
bestreden, maar beslist onwaar is de
bewering, dat de kinderen in 't alge
meen reeds als verstokte booswich
ten moeten worden aangezien, voor
wie niets meer past dan de roe.
Kinderen hebben behoefte aan spel,
zij hebben een onoverwinnelqken
drang om wat te doen. Laten wij
dien drang niet onderdrukken. Dit
gelukt ons toch niet. Laat ons liever
den drang voor bezigheid ten goede
leiden. Laten wq de handen ineen
slaan om onze min bedeelde stadge
nooten behulpzaam te zijn in de op
voeding huDner kinderen. Laten wq
bedenken, dat er onder de verschil
lende groepen van kinderen ook eene
zeer belangrijke groep is, die balda
dig wordt, omdat ze nog niet hebben
leeren spelen en er toch behoefte aan
hebben.
En dan nog iets. Waar hebben de
kinderen geschikte terreinen voor
hun spel?
De kinderen van onze gegoede
medeburgers zijn er om vele redenen
veel beter aan toe dan die der on-
en minvermogenden, ook wat het
vrije spel betreft en tooh gevoelen
vele ouders uit den gegoeden stand
dat ook voor hunne kinderen groote
behoefte bestaat aan terreinen, waar
zq vrqelqk mogen spelen.
Waarde stadgenooten, ga eeDB be
daard en onbevangen deze quaestie
nauwkeurig overwegen. Gq zult zien,
dat er een kwaad moet worden weg
genomen.
De vereeniging heeft gedurende
zeven jaren gedaan, wat ze kon om
de baldadigheid door preventieve maat
regelen te voorkomen. Zq heeft het
vrqe spel der jeugd willen bevorderen
en veredelen. Zq heeft daartoe kin
deren van on- en minvermogenden
onder toezioht laten spelen.
Dat hare pogingen niet vruohte-
loos geweest zijn zullen zeker zq
willen getuigen, die in de nabqheid
van den kinderspeeltuin wonen.
Maar het bestuur moet eerlqk er
kennen, dat indien het geene meerdere
toezeggingen krqgt van hulp, waarop
ieder jaar te rekenen valt, spoedig
het voorstel moet worden gedaan
om de vereeniging te ontbinden.
Ieder kan dit gemakkelijk inzien.
Nagenoeg alle onkosten moeten
worden bestreden uit de contribution,
en deze bedragen Hechts f173.
Denk eens even na. Van eene som
van f 178 moeten werden bestreden
alle uitgaven aan salarissen, aan het
aanBobafien van nieuwe werktuigen
en aan het herstellen van de oude
en aan het in orde brengen van den
tuin zeiven.
Dat dit onmogelijk is, zal ieder
onmiddellijk inzien.
Het is daarom, dat het Bestuur nog
eene laatste poging waagt.
Het richt daarom tot de ingezetenen
van Haarlem en tot allen, bij wie
het streven der vereeniging sympathie
heeft, het verzoek de goede zaak naar
vermogen te steunen.
Het Bestuur der Vereeniging
(w. g.) P. H. v. d. Ley,
Voorzitter.
Mevr. Willekes Macdonald,
Secretaresse.
Mej. J. G. Fontein,
Penningmeesteresse.
Mevr. de Wed. S. de Clercq Wz.,
K. K. A. Valken.
Stuiversspaarbank.
Volgens het in de jongste vergade
ring van Commissarissen der Stuivers-
spaarbank van de afdeeling Haarlem
van den Volksbond uiigebraoht ver
slag werden van 1 Januari tot 1
Juli
ingebracht in 1895 3432 posten.
„18964316
uitbetaald 1895 261
„1896 410
ingebracht bedr. 1895 f6117.491
„1896 ,8040.83
uitbetaald 1895 5649 55®
„1896 „5401.96
uitgegeven boekjes in 1895 153 nieuwe
in 1896 186 nieuwe.
Van de 884 welke in het eerste
half jaar van 1896 meer werden in
gebracht waren 677 poBten beneden
11.—.
Protestvergader In g.
Niettegenstaande het warme weder
dat eene vergadering in een lokaal
nu juist niet zoo aanlokkelijk maakt,
was het Maandagavond in Felix Fa-
ivore, -waar de heeren J. Hofland en
jF. Domela.Nieuwenhuis spraken, naar
aanleiding van het geval met deD
i werkman aan de Centr. Werkpl. van
de Holl. Spoor, A. Jansen, die onlangs
na eenigen tijd aan zwaarmoedigheid
l te hebben geleden, uit het water werd
l opgehaald, zoo vol, dat er reeds bq
den aanvang der vergadering niemand
meer kon worden toegelaten.
De heer Terstraaten opende debq
eenkomst, die uitging van de propa-
gandaclub onder het spoorwegperso
neel (S.V.) en gaf daarna het woord
aan den heer Hofland.
Hofland betoogde, dat de assistent-
opziohter Westbrink Meyer door diens
handelingen tegenover Jansen, de
aanleidende oorzaak tot Jansen's dood
was geweest. JanseD had thuis niemand
die hem kon troosten en daar hij niet
iemaod was, -die mededeelzaam was,
kropte bq al de bejegingen, waarmede
1 hij zich dagelqks gekrenkt gevoelde
op, totdat hq eindelijk de hand aan
zioh zeiven sloeg. Nadat Jansen door
den assistent-opzichter Wesf brink
Meyer zedelqk was afgemaakt, kon j
bq niet anders handelen, dan hij had
gedaan.
Zijne afkeuring sprak Hofland!
J voorts uit over het gedrag van alle'
assistent opzichters in het algemeen,
van wier luimen het werkvolk geheel
afhangt. Evenmin kau de houding
I van de direotie van de werkplaats in
I zqne oogen instemming vinden, die
'niet alleen aan kameraden geweigerd
had Jansen te begraven, maar zelfs,
aan „Proza en Poëzie" niet wilde!
i toestaan een lied op de begraafplaats
te zingen. Westbrink Meyer noemde
hij een gevaar voor den arbeider en
j voor de groote maatschappij.
De H. IJ S. M. had niet bang voor
1 een oproer behoeven te zqn, daar
men alleen aan den kameraad Jansen
de laatste eer had willen bewgzen,
gelijk men dan ook Zondag op het
i graf had gemanifesteerd als een bewijs
j van d>ep gevoel en diepen ernst. Dat
Westbrink Meyer schuld gevoel-decoD-
stateerde H. uitde geruchten die liepen
voor de waarheid waarvan hij even
wel niet instond, dat hq aan de na
bestaanden een brief van rouwbeklag
en een kaartje had gezonden, die
eohter met verachting van de hand
waren gewezen, zoo ook hieruit dat
hq 's avonds eerder dan de andere
werklieden de werkplaats verliet.
Volgens Hofland moet ten de werk
lieden aandringen op ontslag van
Westbrink Meyer en wat meer pro
paganda voor de S. V. maken, zoo
danige propaganda, dat men wanneer
het op daden aankwam, klaar stond.
De heer Domela Nieuwentiuis, die
na den heer Hofland optrad, consta
teerde uit de goede opkomst met ge
noegen, dat er toch nog solidariteit
onder de werklui bestond en hechtte
zqne volle goedkeuring aan het door
Hofland gesprokene. Kraohtige organi
satie beval hij den werklieden aaD,
daar men daarin een maoht had
om aan de kapitalisten het hoofd te
kunnen bieden* De strijd moest zijn
tegen het loonsteleel en het patro
naat.
Met de voorlezing van een gedicht
waarin werd gezegd, dat „eens na
tijden van druk, tijden van geluk"
zouden komen, eindigde deze spreker.
Daar Diemand het. woord verlangde
om over het gesprokene te debatteeren
nana Terstraaten nog even het woord
om te zeggen, dat met het oog op de
op den koninginnedag* te geven lees
ten die hem blijkbaar niet erg
bevielen in de week daaraan
voorafgaande eene openbare vergade
ring om te spreken overWat het
koningschap is, zou worden gehouden
en om de Maastrichtsche werkstakers
in aller steun aan te bevelen.
Daarna ging men zonder motie uit-
BINNENLAND.
Uit de Staatscourant.
Bij kon. beBluit is de soesoehoenan
van Soerakarta, Pakoe Boewona Se*
nopati Ingalogo Abdur Raobman
Sayidin Paustogomo de Xde, be
noemd tot commandeur in de orde
van den Nederlandsohen Leeuw.
De luitB. ter zee 2e kl. jhr. H. L.
Quarle8 van Ufford en G J. Knip-
horst, eerstgenoemde dienendo aan
boord van Hr. Ms. pantsersohip Piet
Hein en laatstgenoemde behoorende
tot de rol van Hr. Ms. waohtsohip te
Hellevoetsluis en gedetacheerd aan
boord van Hr. Ms. riviervaartuig
Moea. worden met 1 Aug. a. b. op
non-activiteit gesteld en vervangen
resp. door de luits. ter zee der 2e
kl. A. H. baron van Heerdt tot Evers-
berg en W. Bnnge.
Bq kon. besluit is aan J R. Boer
lage, op zijn verzoek, met ingang van
1 November 1896, eervol ontslag ver
leend als notaris te Oosthuizen.
Bij kon. besluit is benoemd tot
ontcanger der registratie voor de
burgerlijke akten te's Gravenhage L.
Roosenburg, thans ontvanger van het
recht van sucoessie te Utrecht.
Voor eenige dagen stierf Anna
Gerritsen, huisvrouw van Arend
Hoen, wonende aan de Lange Kadqk
te Amsterdam. De buren wiBten te
vertellen, dat de 25-jange geen na
tuurlijken dood gestorven was, doch
ten langen leste wa9 bezweken onder
de mishandelingen van haar man,
waarvaD zij gruwelijke staaltjes mede
deelden. De woede tegeD den echt
genoot uitte zioh dan ook luide en
in steeds heviger ma e. Maandag
morgen bereikte de verbittering van
de omwonenden baar toppunt, tegen
het uur, dat de begrafenis der onge
lukkige zou plaats hebben. Toen de
volgkoetsen voorkwamen en de man
in een daarvan wilde plaats nemeD,
had de politie de grootste moeite om
de opdringende menigte tegeD te
houden. Het regende soheldwoorden
en verweDSohingenzelfs wierp een
vrouw den man peper in de oogen,
voor welk feit zq terBtond in arrest
genomen werd.
In vliegenden ren holden de rqtni-
gen den Kadqk op, vluchtend voor
de woedende menigte, waaruit de
gruwelijkste bedreigingen tegen den
FEUILLETON.
Roman van EDHOR.
HOOFDSTUK XII.
!6) Gélukkige uren.
Jit het eenvoudige zwarte kleed zou' men niet anders
>ben kunnen opmaken, dan dat zij een kamermeisje
b; zij droeg geen eükel sieraad, op het sombere ge
itje stond het verdriet te lezen, en een smartelijke
k lag er om hare mondhoeken. Bereidwillig nam zij
1 presenteerblad uit Margaretha's hand en luisterde
t neergeslagen oogen naar de zacht gefluisterde aan-
zingen der oude vrouw.
.Juffrouw Werner, brengt ge nu eindelijk de koffie I"
al de gravin met soherpe stem.
tfargaretha nam het filter uit de kan en schonk wa-
op de koflie, hare hand beefde van opwinding. Zij
irp een schuwen blik naar den graaf heen, die rustig
zqn stoel zat. Slechts in zqn oogen flikkerde het
iker gloeiend op, gelijk zq bet zoo vaak bij den over-
en graaf Nicolaus had gezien, die als een opvliegend
man bekend stondhij bezat op dit oogenblik een
schrikwekkende geüjkeniH met hem. Margaretha liet
bijna den porseleinen trechter uit hare hand vallen, zoo
hevig ontstelde zij.
Juffrouw Werner, wees toch niet zoo onbeholpen, houd
het blad wat steviger vast, het zal u anders nog uit de
handen viller," berispte de gravin, terwql zij er haar
kopje afnam. Met een enkelen ruk wierp graaf Egon
den stoel achter zich, zóo heftig en onstuimig, dat deze
een eind ver vloog en op den grond viel. Met een paar
schreden stond hij naast de jonge vrouw. „Wie heeft er
verlangd, dat ge bedienen zoudt?* vroeg hq.
De kopjes kletterden tegen elkander, hun inhoud viel
over het zilveren presenteerblad en bevochtigde het
verblindend witte tafellaken.
„Een verschrikkelijk menschze zou iemand buiten
zich zelve doen geraken," riep de gravin. „De ijzeren
plaat geeft roestvlekken en het is het nieuwste tafel
goed. Maak dat ge weg komt, dat heeft men er nu van
wanneer men zulke onervaren personen laat bedienen,
al is het dan ook maar tijdelijk." De gravin-moeder
hield het zware koffieblad in hoogst derzelver eigen
handen, zq was zeer slim en hoopte, een onvermijdelijke
scène door haar behendig tusschenbeiden komen voor
komen te hebben. Zq riep nu Margaretha, wie zij het
blad overgaf.
Nauwelijks eenige seoonden stond Lindis verbluft en
verschrikt over dezen groven toon, doch toen wierp zij
het zwarte kopje in den nek en den graaf vol aanziende,
zeide rij
„Uwe moeder heeft het door Margaretha laten be
velen F
Verbaasde Egon Hallwey zioh over de karakteristieke
uitdrukking, in de jonge trekken of schuwde hij een
scene zweeg. Lindis echter verdween terstond ach
ter de taxisheg.
„Welk een inval 1" fluisterde Eugenie zich naar Adèie
toebuigende. „Om dat domme schepsel te laten bedie
nen, zij is tot zulke werkzaamheden, die een zekere
routine vereischen, ten e9nenmale onbekwaam."
„Weik een betrekking bekleedt dat meisje in het
slot vroeg Adèle met een voornaam ophalen van den
neus.
Eugenie trok ontwijkend de schouders op. „Marga
retha heeft haar tot hulp geloof ik, maar ik weet het
ook niet I" Met een snellen zijdelingschen blik naar
den graaf heen, merkte zij met een spottenden glim
lach op„Maar wat doet dat voorval u ontstellen
Egon's gelaat was thans met recht somber te noemen.
Een liohie blos lag er op zijn voorhoofd. Hij wierp zich
met zulk een zwaarte op den inmiddels weder overeind
gezetten stoel, dat deze kraakte.
„Dat kleine, zwart bruine deerntje herinnert mij le
vendig aan iemand, ja, aan wie of waar?" Schlichting
trok zeer nadenkend aan zijn hoofd. „Overigens merk
waardige trekken, niet mooi maar ook niet leelijk."
„Ge doet mijn domestieken te veel eer aan, baron
Schlichting," riep gravin Hallwey hem Boherp toe. „In
mijn tijd was net geen usance, dat een cavalier uit de
eerste standen zqn oordeel uitsprak over vrouwen van
ondergeschikten rang."
„Mqn dank, mevrouw# de gravin, voor de tereohtwq-
ring, ge zult me zeker wel veroorloven, dat ik repliceer,;
in den door u zoo geprezen tqd was het ook gewoonte
dat de hooggeboren vrouwen elkander nu en dan eens
troefden. De dames en heeren vergeven mq deze platte
uitdrukking."
Adèle en Eugenie lachten achter hare waaiers. Baron
Schlichting was al% een bijtende spotter bekend. „De
geschiedenis levert ons daar voorbeelden genoeg van,
eh, eh!"
Hij lachte nu zelf.
„Heurecal ik ben er achter 1" De oude jagermeester
sprong als geëlectriseerd op. „Een frappante gelijkenis
met gravin Else, uwe overleden schoonzuster, heeft de
kleine, ik ben ik weet niet wat, als het niet zoo is."
„Werkelijk? En zou die niet mooier zqn geweeBt?"
vroeg baron Schlichting op een twijfelenden toon.
Het schelle lachen der gravin deed zich hooren.
„Dwaasheid, mijn waarde Stettin, hoe komt ge toch aan
zulk een vergelijking,"
„Met uw verlof, mevrouw de gravin
„Kom, kom, zoudt ge u gravin Elisabeth, die hier
voor veertig jaren, zulk een woest leven leidde, nog her
inneren
„Ik zou haar wel kunnen uitteekenen. Jongens, jon
gens, dat was me eerst een vrouw. Een vuur en vlam.
Daar zat ras in. Verstandig, geestig en dan die oogen,
hemelsche goedheid, die oogen 1"
De oude hofheer kuste vol geestdrift de toppen van
zqn vingers. „Gravin E se was de schitterendste vrouw,
die ik ooit gezien heb."
Wederom kletterde het met goud beeohilderde chineo-
sche kopje en goot z^jn bruinen inhoud over het schoone,
damasten tafelkleed, ditmaal was het de gravin, die het