Tweefe Efe oor onze liters. Ie Beier van Jen ffoetaar. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 14e Jaargang Woensdag 15 Juli 1896 No. 3898 HAARLEMS DAGBLAD ^L^oisrisnECMiEasrTsrE/icrs: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor.Haarlemper 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.371/2 AnDV^KyTEZtTTICBISr: I 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; HaarlemmermeerC. DOEKESSpaarndamf C. H _ciTENDORP Zandvoort,1. ZWEMMER; VelsenA. VENUS; IJmuidenTJADEN; BeverwijkH. JUNGERIE, Koningstraat. Genosmden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan. In de étalage voor de vensters van Bt bureau van dit blad zijn de na- ïlgende afbeeldingen gelegd: Lihoengtsjang en de oude Bismarck Friedriohsruhe. In Rouaan 1. De Notre-Dame te Rouaan/ 2. Het hotel Bourgthéroulde. 0. Het paleis van juBtitie. 4. De fontein van Jeanne d'Aro. Wielerwedstrijd om den „Grand rix," te Parijs. 1. Het vertrt-k. 2. DeoverwinDaars(tandemnummer) 3. Het vervoer van de ontvangsten. 4. Het passeeren der eindstreep: de atste spurt. Het rqden door den booht in bet elodrome Municipal. De Nijl-expeditie 1. De hoofdaanval big dageraad op 3 positie der Derwisjen in den slag an Firket. 2- Een charge van egyptieche lan- erB in den slag van Firket. 3. Kapitein Fenwiok het vuren jntende. 4 Slatin Pasja onder de verslage- n een ouden vijand herkennend. 5. Het uitsnijden van een kogel. 6. Het repareeren door Soudanee- n van kameelzadels. De Millennium-feesten te Boedapest: optocht der gedelegeerden voorbq lizer Fians Jozef. Het 7de Eso. Huzaren aan boord de „Goth" te Natal. PrinB Alexander van Teek zqne ldaten inspecteerend. De ontvangst van den «Horourable •tillery Company" uit Massachusetts S.) in Louden. Beuken. (Deze uit Eigen Haard). De Hollt-ndsohe kerk te Smyrna. LihoengisjaDg in Nederland. Gezicht binnen Kota Radja op de zerne's Kroeng Daroe. Het overbrengen van het gebeente n Prine Willem George Frederik n Oranje-Nassau naar denkoninkl. af kelder te Delft. Politieke Platen en Portretten. Politiek Overzicht. ;De Belgische bladen geven lange betrachtingen over den uitslag der (rstemmiDgen voor de Kamer, die oals wq meldden eene overwinning lor de katholieke partij zijn geweest. j,Deze stemming" zegt de Indepen dence „heeft aangetoond, dat het oialisme grooter vijand voor het jeralisme is dan het clericalisme. linershadden de liberalen de piaüsten gesteund, de katholieken joden in Brussel en Antwerpen in l minderheid zqn gebleven. Nu hebben de radicalen en sooia- ten sleohts 94000 stemmen verkre- 0de katholieken 111.818; de itsten zegevieren dus met een meerderheid van 17800 stemmen. Dat wil zeggen, schrqft de Petit Bleu in izqn nummer van Maandag-middag, „dat zq overwinnen met behulp van I ongeveer 15000 liberale stemmen, en 4000 A 5000 onthoudingen, niet tegenstaande 20000 22000 stemmen ider liberalen de radicaal-socialistische I lijst hebben gesteund." Omtrent de ministerieele crisis in Italië, waar de minister van oorlog is afgetreden, kan nog het volgende worden gemeld: Generaal Pellouxde vermoede lijke opvolger, is Zondag te Rome aangekomen en heeft een audiëntie gehad bq den koniDg. Daarna had I er een samenkomst plaats tussohen de heeren Rudini, BriD, Pelloux en j Colombo, welke laatste in deze orisis een voorname rol schijnt te spelen. De heer Colombo is namelqk de minister van finanoiën en met hem moet de minister van oorlog rekening houden. Er wordt nu gezegd, dat generaal Pelloux zich bereid heeft verklaard, zich met de portefeuille van oorlog te belasten, wanneer de begrooting van 234 millioen werd gebracht op 246 millioen, dus met 12 millioen zou worden vermeerderd. De heer Colom bo -moet daarin hebben toegestemd, zoodat de financieele quaestie van dé baan kan worden beschouwd. Volgens eep telegram uit Aden zal de missie, door den Paus naar den negus gezonden om de invrijheid stelling der Italiaansohe gevangenen te verkrijgen, zonder vrucht blijven. De negus heelt doen weten, dat hij den diepsten eerbied koestert voor het hoofd der katholieke kerkdat hg gaarne in vriendschappelijke ver standhouding blijft met paus Leo, maar dat bij niettemin de gevangenen niet in vrijheid zal stellen, vóór hij in het bezit is van een deugdelijk onderteekend vredesverdrag. Scott Montagu legde Maandag in het Lagerhuis een verzoekschrift over afkomstig van den gezondheidsraad te Boeloewajo en waarbij verlangd wordt, dat het charter der Britsohe Zuid Afrika Maatsohappq niet inge trokken, en aan den bestaan den vorm van het bestuur van het gebied der maatschappij niets veranderd zal wor den. STADSNIEUWS eer*te en derde pagina Haarlem14 Juli Bij vonnissen der Arrondissements Reohtbank te Haarlem dd. 14 Juli 1896 zijn in staat van faillissement veiklaard lo. Ntoolaas Gerardus Sohaokman, koopman en winkelier in kruideniers waren, te Haarlem (Spaarnwouder- straat) met icgaDg van 8 Juli 1896. Reobter Commissaris Jhr. Mr. A. G. van Lintelo de Geer. Curator Mr. A. Kist, advooaat en procureur te Haarlem. 2o. Antje Maas, weduwe Petrus i Kerkhoven, winkelierster in manufao- turen, te Zaandam (Zeedijk) met in gang van 8 Juli 1896. Reohter Commissaris Jhr. Mr. A. G. van Lintelo de Geer, Curator Mr. F* A. Bijvoet, advocaat en procureur te Haarlem. Kinderspeeltuinen. Met genoegen plaatsen wq de vol gende oproeping: Geaohte stadgenooten, De kinderspeeltuin kan wel blijven voortbestaan tenzij het aantal jaar Iqksobe bijdragen aanzienlijk vermeer derd wordt. In bijgaande missive is dit nader uiteengezet. Het is daarom, dat het Bestuur door insohiqving u bijgaande intee- kenfijst ter aanvnlling aanbiedt. Mocht het bedrag der inteekeningen zoo gering zijn, dat het voortbestaan van den kinderspeeltuin daardoor niet gewaarborgd is, dan zal van de in Bohrijvingen geen gebruik gemaakt worden. Het Bestuur, (w. g.) P H. van der; Ley, voorzitter. Mevrouw Willekes Maodonald, saoretaresse. Mej. J. G. Fontein, penning- meesteresse. j Mevr. dewed. S. de Clercq Wz. en K. K. A. Valken. Bedoelde missive luidt als volgt: j L. S. Het Bestuur van de Vereeniging „de Haarlemsche Kinderspeeltuinen" gevoelt zich gedrongen met verzoek om hulp zich te wenden tot Haarlem's ingezetenen. De vereeniging wil straatschenderij en ruwheid fegengaan. Zij is daarbij de meening toege daan, dat het niet voldoende is te constateeren dat een kwaad bestaat, maar dat er ook gehandeld moet worden. We zijn niet verantwoord, als we niet alle pogingen hebben aangewend om het kwaad weg te nemen, te voorkomen of te doen ver minderen. Nu zegt wel menigeen, dat de baldadigheid van de jeugd zóo groot is, dat slechts strenge tuohtmiddelen zullen blijken goede resutaten op te leveren. Zeker zal ieder het sterk toejuiohen, als de overheid met strengheid op treedt, waar wandalisme moet worden bestreden, maar beslist onwaar is de bewering, dat de kinderen in 't alge meen reeds als verstokte booswich ten moeten worden aangezien, voor wie niets meer past dan de roe. Kinderen hebben behoefte aan spel, zij hebben een onoverwinnelqken drang om wat te doen. Laten wij dien drang niet onderdrukken. Dit gelukt ons toch niet. Laat ons liever den drang voor bezigheid ten goede leiden. Laten wq de handen ineen slaan om onze min bedeelde stadge nooten behulpzaam te zijn in de op voeding huDner kinderen. Laten wq bedenken, dat er onder de verschil lende groepen van kinderen ook eene zeer belangrijke groep is, die balda dig wordt, omdat ze nog niet hebben leeren spelen en er toch behoefte aan hebben. En dan nog iets. Waar hebben de kinderen geschikte terreinen voor hun spel? De kinderen van onze gegoede medeburgers zijn er om vele redenen veel beter aan toe dan die der on- en minvermogenden, ook wat het vrije spel betreft en tooh gevoelen vele ouders uit den gegoeden stand dat ook voor hunne kinderen groote behoefte bestaat aan terreinen, waar zq vrqelqk mogen spelen. Waarde stadgenooten, ga eeDB be daard en onbevangen deze quaestie nauwkeurig overwegen. Gq zult zien, dat er een kwaad moet worden weg genomen. De vereeniging heeft gedurende zeven jaren gedaan, wat ze kon om de baldadigheid door preventieve maat regelen te voorkomen. Zq heeft het vrqe spel der jeugd willen bevorderen en veredelen. Zq heeft daartoe kin deren van on- en minvermogenden onder toezioht laten spelen. Dat hare pogingen niet vruohte- loos geweest zijn zullen zeker zq willen getuigen, die in de nabqheid van den kinderspeeltuin wonen. Maar het bestuur moet eerlqk er kennen, dat indien het geene meerdere toezeggingen krqgt van hulp, waarop ieder jaar te rekenen valt, spoedig het voorstel moet worden gedaan om de vereeniging te ontbinden. Ieder kan dit gemakkelijk inzien. Nagenoeg alle onkosten moeten worden bestreden uit de contribution, en deze bedragen Hechts f173. Denk eens even na. Van eene som van f 178 moeten werden bestreden alle uitgaven aan salarissen, aan het aanBobafien van nieuwe werktuigen en aan het herstellen van de oude en aan het in orde brengen van den tuin zeiven. Dat dit onmogelijk is, zal ieder onmiddellijk inzien. Het is daarom, dat het Bestuur nog eene laatste poging waagt. Het richt daarom tot de ingezetenen van Haarlem en tot allen, bij wie het streven der vereeniging sympathie heeft, het verzoek de goede zaak naar vermogen te steunen. Het Bestuur der Vereeniging (w. g.) P. H. v. d. Ley, Voorzitter. Mevr. Willekes Macdonald, Secretaresse. Mej. J. G. Fontein, Penningmeesteresse. Mevr. de Wed. S. de Clercq Wz., K. K. A. Valken. Stuiversspaarbank. Volgens het in de jongste vergade ring van Commissarissen der Stuivers- spaarbank van de afdeeling Haarlem van den Volksbond uiigebraoht ver slag werden van 1 Januari tot 1 Juli ingebracht in 1895 3432 posten. „18964316 uitbetaald 1895 261 „1896 410 ingebracht bedr. 1895 f6117.491 „1896 ,8040.83 uitbetaald 1895 5649 55® „1896 „5401.96 uitgegeven boekjes in 1895 153 nieuwe in 1896 186 nieuwe. Van de 884 welke in het eerste half jaar van 1896 meer werden in gebracht waren 677 poBten beneden 11.—. Protestvergader In g. Niettegenstaande het warme weder dat eene vergadering in een lokaal nu juist niet zoo aanlokkelijk maakt, was het Maandagavond in Felix Fa- ivore, -waar de heeren J. Hofland en jF. Domela.Nieuwenhuis spraken, naar aanleiding van het geval met deD i werkman aan de Centr. Werkpl. van de Holl. Spoor, A. Jansen, die onlangs na eenigen tijd aan zwaarmoedigheid l te hebben geleden, uit het water werd l opgehaald, zoo vol, dat er reeds bq den aanvang der vergadering niemand meer kon worden toegelaten. De heer Terstraaten opende debq eenkomst, die uitging van de propa- gandaclub onder het spoorwegperso neel (S.V.) en gaf daarna het woord aan den heer Hofland. Hofland betoogde, dat de assistent- opziohter Westbrink Meyer door diens handelingen tegenover Jansen, de aanleidende oorzaak tot Jansen's dood was geweest. JanseD had thuis niemand die hem kon troosten en daar hij niet iemaod was, -die mededeelzaam was, kropte bq al de bejegingen, waarmede 1 hij zich dagelqks gekrenkt gevoelde op, totdat hq eindelijk de hand aan zioh zeiven sloeg. Nadat Jansen door den assistent-opzichter Wesf brink Meyer zedelqk was afgemaakt, kon j bq niet anders handelen, dan hij had gedaan. Zijne afkeuring sprak Hofland! J voorts uit over het gedrag van alle' assistent opzichters in het algemeen, van wier luimen het werkvolk geheel afhangt. Evenmin kau de houding I van de direotie van de werkplaats in I zqne oogen instemming vinden, die 'niet alleen aan kameraden geweigerd had Jansen te begraven, maar zelfs, aan „Proza en Poëzie" niet wilde! i toestaan een lied op de begraafplaats te zingen. Westbrink Meyer noemde hij een gevaar voor den arbeider en j voor de groote maatschappij. De H. IJ S. M. had niet bang voor 1 een oproer behoeven te zqn, daar men alleen aan den kameraad Jansen de laatste eer had willen bewgzen, gelijk men dan ook Zondag op het i graf had gemanifesteerd als een bewijs j van d>ep gevoel en diepen ernst. Dat Westbrink Meyer schuld gevoel-decoD- stateerde H. uitde geruchten die liepen voor de waarheid waarvan hij even wel niet instond, dat hq aan de na bestaanden een brief van rouwbeklag en een kaartje had gezonden, die eohter met verachting van de hand waren gewezen, zoo ook hieruit dat hq 's avonds eerder dan de andere werklieden de werkplaats verliet. Volgens Hofland moet ten de werk lieden aandringen op ontslag van Westbrink Meyer en wat meer pro paganda voor de S. V. maken, zoo danige propaganda, dat men wanneer het op daden aankwam, klaar stond. De heer Domela Nieuwentiuis, die na den heer Hofland optrad, consta teerde uit de goede opkomst met ge noegen, dat er toch nog solidariteit onder de werklui bestond en hechtte zqne volle goedkeuring aan het door Hofland gesprokene. Kraohtige organi satie beval hij den werklieden aaD, daar men daarin een maoht had om aan de kapitalisten het hoofd te kunnen bieden* De strijd moest zijn tegen het loonsteleel en het patro naat. Met de voorlezing van een gedicht waarin werd gezegd, dat „eens na tijden van druk, tijden van geluk" zouden komen, eindigde deze spreker. Daar Diemand het. woord verlangde om over het gesprokene te debatteeren nana Terstraaten nog even het woord om te zeggen, dat met het oog op de op den koninginnedag* te geven lees ten die hem blijkbaar niet erg bevielen in de week daaraan voorafgaande eene openbare vergade ring om te spreken overWat het koningschap is, zou worden gehouden en om de Maastrichtsche werkstakers in aller steun aan te bevelen. Daarna ging men zonder motie uit- BINNENLAND. Uit de Staatscourant. Bij kon. beBluit is de soesoehoenan van Soerakarta, Pakoe Boewona Se* nopati Ingalogo Abdur Raobman Sayidin Paustogomo de Xde, be noemd tot commandeur in de orde van den Nederlandsohen Leeuw. De luitB. ter zee 2e kl. jhr. H. L. Quarle8 van Ufford en G J. Knip- horst, eerstgenoemde dienendo aan boord van Hr. Ms. pantsersohip Piet Hein en laatstgenoemde behoorende tot de rol van Hr. Ms. waohtsohip te Hellevoetsluis en gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. riviervaartuig Moea. worden met 1 Aug. a. b. op non-activiteit gesteld en vervangen resp. door de luits. ter zee der 2e kl. A. H. baron van Heerdt tot Evers- berg en W. Bnnge. Bq kon. besluit is aan J R. Boer lage, op zijn verzoek, met ingang van 1 November 1896, eervol ontslag ver leend als notaris te Oosthuizen. Bij kon. besluit is benoemd tot ontcanger der registratie voor de burgerlijke akten te's Gravenhage L. Roosenburg, thans ontvanger van het recht van sucoessie te Utrecht. Voor eenige dagen stierf Anna Gerritsen, huisvrouw van Arend Hoen, wonende aan de Lange Kadqk te Amsterdam. De buren wiBten te vertellen, dat de 25-jange geen na tuurlijken dood gestorven was, doch ten langen leste wa9 bezweken onder de mishandelingen van haar man, waarvaD zij gruwelijke staaltjes mede deelden. De woede tegeD den echt genoot uitte zioh dan ook luide en in steeds heviger ma e. Maandag morgen bereikte de verbittering van de omwonenden baar toppunt, tegen het uur, dat de begrafenis der onge lukkige zou plaats hebben. Toen de volgkoetsen voorkwamen en de man in een daarvan wilde plaats nemeD, had de politie de grootste moeite om de opdringende menigte tegeD te houden. Het regende soheldwoorden en verweDSohingenzelfs wierp een vrouw den man peper in de oogen, voor welk feit zq terBtond in arrest genomen werd. In vliegenden ren holden de rqtni- gen den Kadqk op, vluchtend voor de woedende menigte, waaruit de gruwelijkste bedreigingen tegen den FEUILLETON. Roman van EDHOR. HOOFDSTUK XII. !6) Gélukkige uren. Jit het eenvoudige zwarte kleed zou' men niet anders >ben kunnen opmaken, dan dat zij een kamermeisje b; zij droeg geen eükel sieraad, op het sombere ge itje stond het verdriet te lezen, en een smartelijke k lag er om hare mondhoeken. Bereidwillig nam zij 1 presenteerblad uit Margaretha's hand en luisterde t neergeslagen oogen naar de zacht gefluisterde aan- zingen der oude vrouw. .Juffrouw Werner, brengt ge nu eindelijk de koffie I" al de gravin met soherpe stem. tfargaretha nam het filter uit de kan en schonk wa- op de koflie, hare hand beefde van opwinding. Zij irp een schuwen blik naar den graaf heen, die rustig zqn stoel zat. Slechts in zqn oogen flikkerde het iker gloeiend op, gelijk zq bet zoo vaak bij den over- en graaf Nicolaus had gezien, die als een opvliegend man bekend stondhij bezat op dit oogenblik een schrikwekkende geüjkeniH met hem. Margaretha liet bijna den porseleinen trechter uit hare hand vallen, zoo hevig ontstelde zij. Juffrouw Werner, wees toch niet zoo onbeholpen, houd het blad wat steviger vast, het zal u anders nog uit de handen viller," berispte de gravin, terwql zij er haar kopje afnam. Met een enkelen ruk wierp graaf Egon den stoel achter zich, zóo heftig en onstuimig, dat deze een eind ver vloog en op den grond viel. Met een paar schreden stond hij naast de jonge vrouw. „Wie heeft er verlangd, dat ge bedienen zoudt?* vroeg hq. De kopjes kletterden tegen elkander, hun inhoud viel over het zilveren presenteerblad en bevochtigde het verblindend witte tafellaken. „Een verschrikkelijk menschze zou iemand buiten zich zelve doen geraken," riep de gravin. „De ijzeren plaat geeft roestvlekken en het is het nieuwste tafel goed. Maak dat ge weg komt, dat heeft men er nu van wanneer men zulke onervaren personen laat bedienen, al is het dan ook maar tijdelijk." De gravin-moeder hield het zware koffieblad in hoogst derzelver eigen handen, zq was zeer slim en hoopte, een onvermijdelijke scène door haar behendig tusschenbeiden komen voor komen te hebben. Zq riep nu Margaretha, wie zij het blad overgaf. Nauwelijks eenige seoonden stond Lindis verbluft en verschrikt over dezen groven toon, doch toen wierp zij het zwarte kopje in den nek en den graaf vol aanziende, zeide rij „Uwe moeder heeft het door Margaretha laten be velen F Verbaasde Egon Hallwey zioh over de karakteristieke uitdrukking, in de jonge trekken of schuwde hij een scene zweeg. Lindis echter verdween terstond ach ter de taxisheg. „Welk een inval 1" fluisterde Eugenie zich naar Adèie toebuigende. „Om dat domme schepsel te laten bedie nen, zij is tot zulke werkzaamheden, die een zekere routine vereischen, ten e9nenmale onbekwaam." „Weik een betrekking bekleedt dat meisje in het slot vroeg Adèle met een voornaam ophalen van den neus. Eugenie trok ontwijkend de schouders op. „Marga retha heeft haar tot hulp geloof ik, maar ik weet het ook niet I" Met een snellen zijdelingschen blik naar den graaf heen, merkte zij met een spottenden glim lach op„Maar wat doet dat voorval u ontstellen Egon's gelaat was thans met recht somber te noemen. Een liohie blos lag er op zijn voorhoofd. Hij wierp zich met zulk een zwaarte op den inmiddels weder overeind gezetten stoel, dat deze kraakte. „Dat kleine, zwart bruine deerntje herinnert mij le vendig aan iemand, ja, aan wie of waar?" Schlichting trok zeer nadenkend aan zijn hoofd. „Overigens merk waardige trekken, niet mooi maar ook niet leelijk." „Ge doet mijn domestieken te veel eer aan, baron Schlichting," riep gravin Hallwey hem Boherp toe. „In mijn tijd was net geen usance, dat een cavalier uit de eerste standen zqn oordeel uitsprak over vrouwen van ondergeschikten rang." „Mqn dank, mevrouw# de gravin, voor de tereohtwq- ring, ge zult me zeker wel veroorloven, dat ik repliceer,; in den door u zoo geprezen tqd was het ook gewoonte dat de hooggeboren vrouwen elkander nu en dan eens troefden. De dames en heeren vergeven mq deze platte uitdrukking." Adèle en Eugenie lachten achter hare waaiers. Baron Schlichting was al% een bijtende spotter bekend. „De geschiedenis levert ons daar voorbeelden genoeg van, eh, eh!" Hij lachte nu zelf. „Heurecal ik ben er achter 1" De oude jagermeester sprong als geëlectriseerd op. „Een frappante gelijkenis met gravin Else, uwe overleden schoonzuster, heeft de kleine, ik ben ik weet niet wat, als het niet zoo is." „Werkelijk? En zou die niet mooier zqn geweeBt?" vroeg baron Schlichting op een twijfelenden toon. Het schelle lachen der gravin deed zich hooren. „Dwaasheid, mijn waarde Stettin, hoe komt ge toch aan zulk een vergelijking," „Met uw verlof, mevrouw de gravin „Kom, kom, zoudt ge u gravin Elisabeth, die hier voor veertig jaren, zulk een woest leven leidde, nog her inneren „Ik zou haar wel kunnen uitteekenen. Jongens, jon gens, dat was me eerst een vrouw. Een vuur en vlam. Daar zat ras in. Verstandig, geestig en dan die oogen, hemelsche goedheid, die oogen 1" De oude hofheer kuste vol geestdrift de toppen van zqn vingers. „Gravin E se was de schitterendste vrouw, die ik ooit gezien heb." Wederom kletterde het met goud beeohilderde chineo- sche kopje en goot z^jn bruinen inhoud over het schoone, damasten tafelkleed, ditmaal was het de gravin, die het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1