Tweede
Se Doelt van dea ffoetaai.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
3
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
14a Jaargang
Dinsdag 21 Juli 1896
No. 4013
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. „1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80
de omstreken en franco per post0.37ifa
AT)V hl h^T^nSTTIZFlTSr
Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PübUcité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOKKES; Spaarndam, C. H.*RTENDORP
Zandvoort, J. ZWEMMER; Veleen, A. VENUS; IJmuiden, TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
Politiek Overzicht.
Zooals uit de gemengde berichten
ilgkt, wordt de toestand er op Kreta
tiet beter op en beBtaat er blijkbaar
jog geen uitzicht op eene spoedige
'redelievende oplossing. Het is een
üoeielijke tgd voor de turksche Porte,
rant ook in Macedonië rijzen nieuwe
ooeilijkbeden voor haar.
De Köbi. Ztg. verneemt uit Sofia
at een bloedige strijd heeit plaats
;ehad tnsechen Turksche troepen
11 sterke Macedonische benden, die
ich verzamelen op een afgesproken
ila&ts in het gebergte. De Turksche
oldaten moeten twee dorpeü in brand
lebben gestoken en in het dorp
tVlachi alle inwoners hebben ver-
iioord.
De Bulgaareche regeering neemt
jen vijandelijke houding aan tegen
over de oproerige bewegingde wach-
ien aan de grens laten niemand door.
toch kunnen zij niet beletten, dat
jrele Macedoniërs naar hun vaderland
erugkeeren.
Verder wordt uit Sofia nog gemeld,
jlat volgens berichten uit Konstanti-
iopel, na een nederlaag door Mustafa
itaeja, aan 7000 Droezen toegebracht,
le opstand voor onderdrukt gehou-
len wordt.
Voor eenige dagen is gemeld, dat
le christen-afgevaardigden voor de
volksvertegenwoordiging op Kreta,
liet langer aan de beraadslagingen
tensehen deel te nemen. Daar de uit-
roering van dit besluit den toestand
log slechts kan verergeren, hebben
le mogendheden het verlangen te
lennen gegeven, dat de christenen dit
iesluit heriiepen, wat ook is geschied.
Het noorsche Lagting heeft Zater-
lag met 15 tegen 14 stemmen het
leeds door het Odelsting aangenomen
foorstel betreffende uitbreiding van
iet gemeentelijke kiesrecht goedge-
(eurd.
Uit Kaapstad wordt gemeld, dat is
pgediend het rapport van de bijzon-
lere Commissie van het Wetgevend
lichaam, belast met het onderzoek
etreffende Jamesons inval, welkrap-
ort met belangstelling te gemoet
perd gezien. De conclusie daarvan
l, dat Rhodes keunis droeg van het
ransport krijgsvoorraad der Beers
ompagnie. Verder bevat het nog
et volgende
Beit, Rhodes en Harris ondersteun
en krachtdadig den beraamden inval,
bodes had de leiding eener combi-
atie, waardoor de inval mogelijk
erd gemaakt. Er bestaat echter geen
nkel bewijs, als zou h6t de bedoeling
an Rhodes geweest zgn, dat de stxijd-
lacht bij Piteani Transvaal binnen-
rong, zonder daartoe eene uitnoodi-
ing te hebben ontvangen. Eer schijnt
et plan te zijn geweest om eene be-
eging binnen Transvaal zelf te on-
ersteunen.
Het valt niet te betwijfelen, dat de
mbtenaren van de Chartered Com-
any het raadzaam achten het voor-
itrukken te verdagen, en herhaalde-
|k aan Jameson den raad gaven, te
wachten totdat de toebereidselen vol
tooid zouden zijn. Rhodes en Harris
stelden een telegram op, waarin
bevolen werd het voortrukken van
Jameson te staken, doch deze dépêche
werd niet verzonden.
De Commissie verklaart, dat de
Chartered Company alle noodige gel
den verschafte met medeweten van
het bureau te Londen, en Rhodes
die uitgaven dekte met een cheque.
Een voor Spanje ernstig bericht
over den Cubaanschen opstand bevat
de New- York Herald.
Dit berioht van amerikaaDSche
zijde vermeldt, dat aan een Spaan-
sohe legerafdeeÜDg onder generaal
Saurez Inclan den I5en van deze
maand bg een versterkte stelling van
Maceo in de provincie Pinar del Rio
een zware nederlaag ia toegebracht.
De Spanjaarden moeteD veertien
offioieren hebben verloren en drie
honderd dooden en gekwetsten tellen.
Het gerucht gaat, dat generaal Inolan
gevangen genomen is en in gijzeling
wordt gehouden.
Naar uit de Vereenigde Staten
wordt gemeld, maakt Bryan, de tegen-
oandidaat van Mo Kinley voor het
presidentschap, een soort van triomf
tocht in het westenhij spreekt de
verzamelde menigte toe uit de spoor
wegcoupé, waarin bg reist.
Te Newyork beweert men dat hg
vergeefs moeite doet om het bond
genootschap der populisten zioh te
verwerven. Dezen zouden van plan
zgn, op hunne weldra te houden con
ventie een eigen oandidaat testellen.
Eugène Debs, de bekende leider der
Railway Union tgdens de werksta
king der Bpoorwegwerkers in 1894,
moet zegt men tegen Bryan's
platform gekant zijn.
STADSNIEUWS
Berate en derde pagina.
Haarlem, 20 Juli
Onderwijaerevergadering.
(Slot).
Een beschrgving van Johannesburg
gevende, deed spr. uitkomen, dat men
deze stad zioh geheel anders zou voor
stellen dan zij is. Zij is geene mgn-
stad, maarkeen mooie stad met fraaie
gebouwen, die er heel aardig uitziet.
Hij zou Johannesburg de le stad
van de Republiek willen noemen en
Pretoria de liefste stad. Pretoria was
eigenlijk eene aaneenschakeling van
villa's- met breede straten. Het Dra-
ker gebergte, oostwaarts van Pretoria
deed spr. denken aan de Alpen.
Wat de producten betreft merkte
hij op, dat Afrika een weinig produc-j
tief land is. Hoofdzakelijk wijden de
boeren zich aan de veeteelt, hoewel!
de bodem zeer vruchtbaar Jis. Hetl
groote kwaad voor den landbouw is
er het gemis aan awerkkrachten en
aan mest.
De Fauna levert heel weinig bij
zonders op. De bokken zijn nage
noeg weggeschoten. In de rivieren
ziet men hetjjnijlpaard en den aligator.
De gieren die men er heeft, eten de
beesten op, die dood langs den weg
vallen en oefenen zoodoende een nut
tigen invloed op de hygiëne uit.
Merkwaardig is dat een deel
van den grond in handen van maat-
sohappgen en vooral in die van En-
gelBchen 1b overgegaan. Gelukkig is
nog een groot deel in handen der
boeren.
De boeren hebben gewoonlijk 4 a
5000 H.A. grond noodig. Uit een en
ander dat spr. had mededeeld, trok
hg de conclusie dat Transvaal op dit
oogenblik niet geschikt was voor
emigratie van landbouwers, ook o.a.
omdat er een betrekkelijk grootkapi
taal voor noodig is, daar men zioh
zelfstandig moet vestieen.
De aangewezen lieden voor emigra
tie noemde spr. de handwerkslieden,
de vrouwelijke dienstboden en zieken
verpleegsters en onderwijzers. Wen-
schelijk aohtte spr. het in het belang
van Transvaal, dat de boeren zioh meer
aan den landbouw, dan aan de vee
teelt gingen wgden, waardoor zg ook
niet zoo zouden behoeven te trekken
als thans.
Aangaande het klimaat merkte spr.
op, dat er daar winter is, wanneer
het hier zomer is en omgekeerd.
De gemiddelde temperatuur
in Johannesburg en Pretoria over
het geheele jaar 65 gr. Fahrenheit.
Heerlgk vond spr. het klimaat in den
winter en een Fransobman had het
dan ook bg dat van Nizza vergele
ken. Over het algemeen mag het kli
maat, inzonderheid in het hooge ge
deelte, zeer gezond worden genoemd,
waar men op sommige plaatsen in
richtingen voor lijders aan borstziek
ten heeft.
Overgaande tot het volk van de
Republiek merkte spr. op, dat er ia
de geheele Republiek nog geen mil-
Iioen menschen leven, waarvan 155
duizend boeren en 76 duizend vreem
delingen. In hoofdzaak gaf spr. een
sohets van het voornaamste element
der bevolking, de boeren. Hg laakte
een 6ngelsohen schrijver, die eens de
boeren een volk van nietsdoeners
had genoemd.
Spr. zou de boeren eenvoudig en
gastvrij, dooh ook slim en slnw wil
len noemen. Wat ons Hollanders
vooral aantrekt, zeide spr. fs hun
onafhankelijkheid, waartoe echter ook
de Fransoben hebben medegewerkt,
daar vele Hugenoten indertijd naar
Zuid-Afrika zijn gegaan.
De jonge boeren van dezen tijd,
zeide spr., hebben getoond dat zij nog
afstamden van het ras der oude boe
ren van de onafhankelijkheids oorlo
gen. De bekende houding van de
boeren tegenover den Kaffer leverde
volgens spr. beter resultaten op, dan
die van de Engelsoben.
Daarna ging spr. over tot de voor
naamste staatsinstellingen. De hoogste
maoht in den Staat is de Volksraad
en daarnaast heeft men nog de Uit
voerende Raad.
De kleurlingen hebben geen stem
recht. De le Volksraad bestaat uit
de oude burgers van het land tot
welker samenstelling alleen de eohte
oude boeren bunnen medewerken;
tot de 2e kan de invloed van buiten
iets grooter zgn, dooh niet veel.
Aliijd berust de hoogste maoht bij
den len Volksraad.
Nu hield spr. zioh enkele oogen-
blikken bezig met bet onderwijs.
Het gouvernement bemoeit zieh
weiiiig met het onderwijs, dooh zorgt
er vooral voor, dat het in ohristelg-
ken geest wordt geA even.
Alleen in Pretoria heeft men eenige
scholen van het goevernement, de
andere zgn alle partiouliere inriohtin
gen. Dit jaar is een wetsontwerp in
gediend, volgens hetwelk de Staat
aan alle dergelijke inriohtingen sub
sidie zal geveu. Plaats aohtte spr. in
Transvaal voor goede bekwame boe
ren onderwijzers, die behoorden tot
de protestanten, bepaald tot de ortho
doxe richting.
Nog merkte spr. op aangaande de
staatsinstellingen, dat men in Pretoria
een nationale bank eu -munt heeft
en dat er belangrijke sommen wor
den besteed aan post en telegraaf.
Ten slotte deed spr. in het le ge
deelte zijner rede uitkomen de be
langrijkheid van de goudindustrie
voor de republiek, die het laatste
i'aar ongeveer een 100 millioen gulden
ïad opgeleverd. Groote verwaohtingen
koestert men aangaande de goudin-
i dustrie voor de toekomst
In het 2e gedeelte zijner rede'
overgaande tot den huidigen politie-
ken toestand deed spr. uitkom n,
dat men eigenlijk niet veel waarde
moest hechten aan de bezwaren der
uitlandere, die men in de materieels
en in de politieke kan onderscheiden,
en die in hoofdzaak onrechtmatig
waren. Welke waarde er aangeheoht
moet worden, bleek uit eene aanha
ling van het laatst verschenen groen
boek.
De groote strijd was volgens spr.
tusschen Rhodes en Kruger gevoprd,
tot bewijs waarvan spr. naging de
geschiedenis van de jonaste gebeur
tenissen in Transvaal. Door nadere
aansluiting met den Oranje Vrijstaat
zou men, meende Spr., op den duur
de onaf hankelijkheid der Republiek
kunnen handhaven.
Ten slotte sprak spr. den wensch
uit, dat men ook door deze voordracht
meer sympathie zou gaan koesteren
voor het volk dat een strijd voor vrij
heid en recht voert, (luid applaus).
Jhr. Beelaerts van Blokland betuig-
i de spr. den dan k der vergadering.
J Tot bestuursleden werden gekozen
I de heeren A. J. de Lange, van Leiden,
J. van Douveren, van Oegstgeest en
G. Gesink van LeideD.
Als plaats voor de volgende alge-
meene vergadering werd Hillegom
aangewezen.
Hierna werd de druk. ook door
d&meB bezochte vergadering gesloten.
Naar wg vernemen is onze stad-
genoote, mevr. de wed. E.jVisThiema
leerares in zang en spreken, voor een
jaar tgdelijk benoemd aan de kweek
school voor onderwijzers te Amster
dam, tezamen met mej. Dusault, voor
't geven van spreeklesseD.
't Is zeker een verblijdend feit, dat
in de laatste jaren meer en meer op
de scholen gelet wordt, op goed en
hygiënisoh spreken. Vooral dus voor
onderwijzers is eene vorming in deze
richting wenschelijk.
Naar wij vernemen is de oprichting
van een kantoor van inklaring hier
ter stede thans zeker.
Zandvoort.
Ter gelegenheid van het 25jarig
bestaan van het badhuis voor min
vermogenden alhier hadden de pa
tiënten Vrijdag de eetzaal keurig
versierd en werden zij des middags
onthaald. Eenige leden van het be
stuur waren tegenwoordig. Er heersch-
te eene opgewekte Btemming.
Zaterdag en Zondagavond werden in
het hotel Kurzaal te Zandvoort concer
ten gegeven door Mevr.C. Megsenheim,
mej. C. Müller en de heeren Johan
Schmier, M. Wolters en J. A. Kwast.
Zaterdagavond was de zaal vrq goed
bezet, doca Zondagavond was de op
komst gering, wel jammer, want het
geen ten gehoore gebracht werd, vol
deed ten zeerste. Vooral de solu's voor
harp van mej. C. Müller werden luide
toegejuicht, evenalB het vioolspel van
den heer Wolters, vooral „Zigeuner-
tanz". Ook de coupletten, die de heer
Johan Schmier zong, vielen zeer in den
smaak. Een woord van lof en dank
mag niet onthouden worden aan den
heer Kwast, niet alleen voor het uit
stekende pianospel, maar ook voor
het organiseeren van die concerten.
BINNENLAND.
Haagsche Brieven.
Het is geen benijdenswaardige taak
om in de hondsdagen en pas van een
reisje teruggekeerd dat allgd een
gevoel van luiheid nalaat de pen
op te vatten teneinde een wekelijk-
schen plicht te vervullen.
Te minder waar eigenlijk nieuws
ontbreekt en al wal krant heet het
moet doen met een serie „verspreide
berichten", die vaak de frischheid van
de jeugd missen. De vermaarde zee
slang, die in vroegere jaren in dezen
tijd van het jaar vrij geregeld in een
der redaetie-bureaux het levenslicht
aanschouwde, is zelfs achterwege ge
bleven, omdat het publiek er toch
niet meer in bijt.
Een politieke zeeslang, die elk jaar
helaas sedert meer dan 20 jaren
haar opwachting maakt in ons Par
lement, de Atjeh-quaestie, is in de
joogste bijeenkomst van onzen Senaat
weder verschenen. En dit met het
bevredigend resultaat, dat de Regee
ring, snel gehoor gevende aan een
tot haar gericht verzoek, een om
standig verhaal van de jongste Atjeh-
sche fata het licht deed zien, dat,
nevens veel oudbakkens tocu ook
tamelijk veel nieuws geeft. Ik doel
hier in het bijzonder op het staat
kundig deel vau het relaas, op dat
deel, dat handelt over hetgeen den
afval van Toekoe Oemar voorafging
en volgde onmiddellijk op de zending
van den Regeeringscommissarip. Juist
dit deel acht ik het meest belang
wekkend, wijl ik, zooals men zich
herin, eren zal, de duisternis heb
I betreurd waarin de Regeering deze
omstandigheden tot nu toe had gehuld.
Veel wijzer zal de lezing der uitvoerige
bescheiden stellig weinigen hebben
gemaakt en ik kan de bedenking
niet teraghouden, dat die duisternis
j blijft hangen over het aan generaal Dey-
1 kerhofl verleend ontslag. Herinner ik
mg wel, dan spraken de Indische be-
riohten over dit ontslag als sgnde
het verleend op grond van onbe
trouwbare rapporten eu in dien zin
luidde ook een berioht, dat ik per
soonlek ontving en waarvan ik des
tijds hier een gedeelte overschreef.
Welnu, het Regeeringsverslag glgdt
met opmerkelijke geheimzinnigheid
over dit punt heen.Tooh ware meerdere
openhartigheid gewensoht, omdat met
de motieven van het ontslag tevens
Bamenhangt de vraag of hierin een
veroordeeling was gelegen van de
door den generaal sedert drie jaren
gevolgde gedragslijn. Dezer dagen is
juist gemeld, dat de Regeering voor
nemens zon zgn aan dit eyateem
Deykerhoff vast te houden. Dat ware
voor den generaal een rehabilitatie.
Maar de leek in „hoogere politiek"
mag dan ook vragen: waarom werd
hg dan ontslagen?
Het is missohien maar beter om]in
deze dagen van tropiaohe benauwd
heid de hoogere politiek te laten
rusten. Aan afwisseling een ver
goeding voor de leegte aan beide
zijden van het Binnenhof ontbreekt
het den Hagenaars werkelijk niet.
Zoo komt Dinsdag de Gemeente
raad bijeen voor een groote agenda,
waarvan het belang eohter niet aan
de lengte evenredig is. De kans om,
zelfs ua toelating van mr. Dolk,
die den 39sten onbezetten, zetel dien
dag zal aannemen, in dezen tgd des
jaars een voltallige vergadeiiog te heb
ben, is gering. Vroeger kwam het geval
van onvoltalligheid in Juli wel eens
voor. En vandaar, dat voorsteilen van
ingrijpenden aard in die maanden
dan ook zelden ter tafel verschijnen.
Nu ik den naam van mr. Dolk
noemde, zou ik den pennestrijd moe
ten erw&hnen, gevoerd tussohen het
(Jtrechtsch lfagbladVaderland en
Residentiebode eenerzgds en het Dag
blad anderzijds. Het oonservatieve
orgaan toch heeft in den verkiezings
strijd mr. Dolk, oud-redaoteur van
het U D,, anti-royalistisohe gevoelens
ten laste gelegd, die zouden gebleken
zijn in een reeks van artikelen, maar
bleef in gebreke deze, toen niet meer
voor dadelijke weerlegging vatbare
aanklacht te bewijzen. Wel werd^éen
artiael aangehaald, dat volstrekt niet
anti royalistisch is en waarvan
trouwens volstrekt niet gebleken is,
dat 't mr. Dolk tot geestelijk vader
had.
Toch weigert het Dagblad excuses.
Dat is een journalistieke fout.
Om tot de stedelijke aangelegen
heden terug te keeren, tot de nummers
der agenda behoort een voorstel, dat
blijkbaar in verband staat met de
reorganisatie in het beheer der gas
fabriek, de opriohting nl. van bu
reaux te Scheveningen. Heeft men
hier tevens te doen met het begin
van een systeem om Scheveningen
een soort van afzonderlijke gemeen
telijke administratie te geven Men
zou het bijna gaan vermoeden, wijl
j op dezelfde agenda een voorstel pa-
raisseert om in het visschersdorp ook
een hulpbureau voor den gemeente
ontvanger te vestigen (een hulpbu
reau van den burgerlijken stand is er
reeds sedert jaren.)
Het eerste voorstel zal stellig wei
nig bevrediging schenken aan de-
FEUILLETON.
Roman van EDHOR.
HOOFDSTUK XIII.
31) In den watertoren.
„Na kennisname van dit document zijt gg als eenige
1 universeele erfgenaam van de gravin Elisabeth de
ichtmatige bezitster van den Hallweyschat."
„Neen, ach, neen!" stamelde Lindis verschrikt. „Hij
lamiliegoed."
„Voor zoover ik weet, bestaat er geen oorkonde of
mige andere bepaling omtrent de steenen in het fa-
iliearchief. Moont de uitspraak van den rechter wor-
en ingeroepen, dan moet de schat u in elk geval toe-
iwezen worden."
Lindis kon niet meer antwoorden, want boven in den*
ier der deur vertoonde zich Eugenie von Bietinghofl
ier rood en opgewonden.
„Om 's hemelswil, waardoor wordt ge hier toch *00
Dg opgehouden. Ik word werkelijk ongeduldig van
et lange wachten. Graaf Egon, zoudt ge nog niet bo
ven komen?" Hare woorden klonken zeer vertoornd.
De grijsblauwe oogen schoten vuur, en nu had zij
de ontbrekende trap niet bemerkt of had zij den voet
te ver over den drempel gezet? Met een gil stortte zij
het evenwicht verliezende in den toren neer, en
om zich vast te houden pakte zij onder het vallen den
kant van de zware ijzeren deur, met een hoon end ge
kras en een donderend geraas viel deze in het slot, alles
in het rond in duisternis hullend.
HOOFDSTUK XIV.
Sen stormachtig tooneel.
Door graaf Egon's armen omvangen, bekwam Euge
nie spoedig van den schrik, en aangezien zij in het
weeke zand gevallen was, had zg ook verder geen let-el
bekomen, maar niettemin weende zij toch hartver
scheurend.
„Het was niet gelant van n, om mij zoolang alleen
te laten, en ik was vreeselijk bang en nu moet ik toch
deze afschuwelijke plaats onvrijwillig bezoeken."
„Wellicht ware het beter geweest, dat ge uwe vrees
wat onderdrukt hadt," antwoordde Egon Hallwey
kortaf.
„Dat ongelukkige roeitoohtje! Als we maar weer
eerst in de boot waren," zuchtte Eugenie half ver
toornd.
„Dat zal nog wel een poosje aanloopen. De deur is
van binnen niet te openen."
„Niet te openen? En dat zegt ge zoo kalm?"
„Wij zullen mogelijk wel eenige uren hier moeten
vertoeven."
„Waarsohijnlijk tot wij in het slot vermist worden?
Welk een straf en hoe verschrikkelijk. Gravin Hallwey
is op reis, wie zou ons dus missen Margaretha eu
Dietrich wanen u op weg naar L., mij daarentegen in
het prinselijke slot, en die daar zal geen mensch zoe
ken, al gaat ze ook verloren. Welk een noodlot heelt
ons heden op het meer gevoerd en in deze duisternis
Is dan alle daglicht hier afgesloten?"
„Hiernaast in den lgkkelder is een raampje, wilt ge
er in gaan
„Voor geen millioenriep Eugenie ontsteld uit. „Bij
de verschrikkelijke Jutta, die zelfs in den dood nog
boosaardig is, dat nimmer 1"
Ondanks Eugenie's waarschuwing was de graaf al
leen naar binnen gegaan en Lindis, die er het dichtst
bij stond, zag, hoe hij het document, 'twelk hij haar
even uit de hand genomen, weder in de kist deed en
het deksel op legde.
„Ik beBterf het van angst," fluisterde Eugenie, dicht
naast Lindis neerhurkend.
„Stel u maar gerust," antwoordde deze troostend.
„De dooden doen ons geen kwaad."
Uur op uur verstreek, het laatste daglioht verdween
uit het onderaardsche doodenvertrek, waar de drie per
sonen ingekerkerd zaten.
Eugenie von Bietinghoff was der vertwijfeling nabij
graaf Egon en zijn jonge vrouw zwegen gelijk altgd.
LindiB' luoifertjes, die zg bij zioh droeg, waren ver
bruikt bg de vergeefeohe pogingen, om de deur te
openen, deze bleef onverwrikbaar.„Het is vergeefsoh
moeite 1"
Graaf Egon sprong van de vooruitspringende punt
van den muur af.
„Wg moeten wachten tot morgen."
„Moeten wij werkelijk tot morgen wachten en den
naoi t hier doorbrengen jammerde Eugenie.
„Er zal niets anders opzitten. Morgen zal men in 't
slot tot de ontdekking komen, dat gij en juffrouw
Werner niet thuis gekomen zijt, men zal nasporingen
in het werk stellen en eindelijk onze boot vinden."
Graal Egon sprak eenigszinB vermoeid, op hem sche
nen andere gedaohten in te stormen.
De uren van den nacht kropen loodzwaar voorbü,
geen geluid vau buiten stoorde de stilte des grafs, zelfs
het ruisohen van het water was hier beneden niet ver
neembaar, alleen het tikken van den houtworm in de
kist van de zwarte" Jntta klonk spookachtig gelijk een
doodklok in de ontstelde ooren van Eugenie.
Tegen den morgen eerst gaf zij aan hare overspannen
zenuwen toe, legde zich in het zand en viel weldra in
©en rustigen slaap, die tot laat in den morgen aan
hield.
Door het gat in den muur sloop de eerste morgen
straal binnen. Daarbuiten moest het een overheerlijke
dag zijn.
Lindis rees op uit den hoek, waarin zij gezeten had
en stiet zaohtjea de deur open van het nevenver trek.
Graaf Egon schreed langzaam daarin ep en neer,
het schoon© hoofd in diep gepeins op ae borst ge*