Tweede Se Doelt van dea ffoetaai. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 3 Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. 14a Jaargang Dinsdag 21 Juli 1896 No. 4013 HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden. „1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80 de omstreken en franco per post0.37ifa AT)V hl h^T^nSTTIZFlTSr Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PübUcité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad in den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol; Haarlemmermeer, C. DOKKES; Spaarndam, C. H.*RTENDORP Zandvoort, J. ZWEMMER; Veleen, A. VENUS; IJmuiden, TJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan. Politiek Overzicht. Zooals uit de gemengde berichten ilgkt, wordt de toestand er op Kreta tiet beter op en beBtaat er blijkbaar jog geen uitzicht op eene spoedige 'redelievende oplossing. Het is een üoeielijke tgd voor de turksche Porte, rant ook in Macedonië rijzen nieuwe ooeilijkbeden voor haar. De Köbi. Ztg. verneemt uit Sofia at een bloedige strijd heeit plaats ;ehad tnsechen Turksche troepen 11 sterke Macedonische benden, die ich verzamelen op een afgesproken ila&ts in het gebergte. De Turksche oldaten moeten twee dorpeü in brand lebben gestoken en in het dorp tVlachi alle inwoners hebben ver- iioord. De Bulgaareche regeering neemt jen vijandelijke houding aan tegen over de oproerige bewegingde wach- ien aan de grens laten niemand door. toch kunnen zij niet beletten, dat jrele Macedoniërs naar hun vaderland erugkeeren. Verder wordt uit Sofia nog gemeld, jlat volgens berichten uit Konstanti- iopel, na een nederlaag door Mustafa itaeja, aan 7000 Droezen toegebracht, le opstand voor onderdrukt gehou- len wordt. Voor eenige dagen is gemeld, dat le christen-afgevaardigden voor de volksvertegenwoordiging op Kreta, liet langer aan de beraadslagingen tensehen deel te nemen. Daar de uit- roering van dit besluit den toestand log slechts kan verergeren, hebben le mogendheden het verlangen te lennen gegeven, dat de christenen dit iesluit heriiepen, wat ook is geschied. Het noorsche Lagting heeft Zater- lag met 15 tegen 14 stemmen het leeds door het Odelsting aangenomen foorstel betreffende uitbreiding van iet gemeentelijke kiesrecht goedge- (eurd. Uit Kaapstad wordt gemeld, dat is pgediend het rapport van de bijzon- lere Commissie van het Wetgevend lichaam, belast met het onderzoek etreffende Jamesons inval, welkrap- ort met belangstelling te gemoet perd gezien. De conclusie daarvan l, dat Rhodes keunis droeg van het ransport krijgsvoorraad der Beers ompagnie. Verder bevat het nog et volgende Beit, Rhodes en Harris ondersteun en krachtdadig den beraamden inval, bodes had de leiding eener combi- atie, waardoor de inval mogelijk erd gemaakt. Er bestaat echter geen nkel bewijs, als zou h6t de bedoeling an Rhodes geweest zgn, dat de stxijd- lacht bij Piteani Transvaal binnen- rong, zonder daartoe eene uitnoodi- ing te hebben ontvangen. Eer schijnt et plan te zijn geweest om eene be- eging binnen Transvaal zelf te on- ersteunen. Het valt niet te betwijfelen, dat de mbtenaren van de Chartered Com- any het raadzaam achten het voor- itrukken te verdagen, en herhaalde- |k aan Jameson den raad gaven, te wachten totdat de toebereidselen vol tooid zouden zijn. Rhodes en Harris stelden een telegram op, waarin bevolen werd het voortrukken van Jameson te staken, doch deze dépêche werd niet verzonden. De Commissie verklaart, dat de Chartered Company alle noodige gel den verschafte met medeweten van het bureau te Londen, en Rhodes die uitgaven dekte met een cheque. Een voor Spanje ernstig bericht over den Cubaanschen opstand bevat de New- York Herald. Dit berioht van amerikaaDSche zijde vermeldt, dat aan een Spaan- sohe legerafdeeÜDg onder generaal Saurez Inclan den I5en van deze maand bg een versterkte stelling van Maceo in de provincie Pinar del Rio een zware nederlaag ia toegebracht. De Spanjaarden moeteD veertien offioieren hebben verloren en drie honderd dooden en gekwetsten tellen. Het gerucht gaat, dat generaal Inolan gevangen genomen is en in gijzeling wordt gehouden. Naar uit de Vereenigde Staten wordt gemeld, maakt Bryan, de tegen- oandidaat van Mo Kinley voor het presidentschap, een soort van triomf tocht in het westenhij spreekt de verzamelde menigte toe uit de spoor wegcoupé, waarin bg reist. Te Newyork beweert men dat hg vergeefs moeite doet om het bond genootschap der populisten zioh te verwerven. Dezen zouden van plan zgn, op hunne weldra te houden con ventie een eigen oandidaat testellen. Eugène Debs, de bekende leider der Railway Union tgdens de werksta king der Bpoorwegwerkers in 1894, moet zegt men tegen Bryan's platform gekant zijn. STADSNIEUWS Berate en derde pagina. Haarlem, 20 Juli Onderwijaerevergadering. (Slot). Een beschrgving van Johannesburg gevende, deed spr. uitkomen, dat men deze stad zioh geheel anders zou voor stellen dan zij is. Zij is geene mgn- stad, maarkeen mooie stad met fraaie gebouwen, die er heel aardig uitziet. Hij zou Johannesburg de le stad van de Republiek willen noemen en Pretoria de liefste stad. Pretoria was eigenlijk eene aaneenschakeling van villa's- met breede straten. Het Dra- ker gebergte, oostwaarts van Pretoria deed spr. denken aan de Alpen. Wat de producten betreft merkte hij op, dat Afrika een weinig produc-j tief land is. Hoofdzakelijk wijden de boeren zich aan de veeteelt, hoewel! de bodem zeer vruchtbaar Jis. Hetl groote kwaad voor den landbouw is er het gemis aan awerkkrachten en aan mest. De Fauna levert heel weinig bij zonders op. De bokken zijn nage noeg weggeschoten. In de rivieren ziet men hetjjnijlpaard en den aligator. De gieren die men er heeft, eten de beesten op, die dood langs den weg vallen en oefenen zoodoende een nut tigen invloed op de hygiëne uit. Merkwaardig is dat een deel van den grond in handen van maat- sohappgen en vooral in die van En- gelBchen 1b overgegaan. Gelukkig is nog een groot deel in handen der boeren. De boeren hebben gewoonlijk 4 a 5000 H.A. grond noodig. Uit een en ander dat spr. had mededeeld, trok hg de conclusie dat Transvaal op dit oogenblik niet geschikt was voor emigratie van landbouwers, ook o.a. omdat er een betrekkelijk grootkapi taal voor noodig is, daar men zioh zelfstandig moet vestieen. De aangewezen lieden voor emigra tie noemde spr. de handwerkslieden, de vrouwelijke dienstboden en zieken verpleegsters en onderwijzers. Wen- schelijk aohtte spr. het in het belang van Transvaal, dat de boeren zioh meer aan den landbouw, dan aan de vee teelt gingen wgden, waardoor zg ook niet zoo zouden behoeven te trekken als thans. Aangaande het klimaat merkte spr. op, dat er daar winter is, wanneer het hier zomer is en omgekeerd. De gemiddelde temperatuur in Johannesburg en Pretoria over het geheele jaar 65 gr. Fahrenheit. Heerlgk vond spr. het klimaat in den winter en een Fransobman had het dan ook bg dat van Nizza vergele ken. Over het algemeen mag het kli maat, inzonderheid in het hooge ge deelte, zeer gezond worden genoemd, waar men op sommige plaatsen in richtingen voor lijders aan borstziek ten heeft. Overgaande tot het volk van de Republiek merkte spr. op, dat er ia de geheele Republiek nog geen mil- Iioen menschen leven, waarvan 155 duizend boeren en 76 duizend vreem delingen. In hoofdzaak gaf spr. een sohets van het voornaamste element der bevolking, de boeren. Hg laakte een 6ngelsohen schrijver, die eens de boeren een volk van nietsdoeners had genoemd. Spr. zou de boeren eenvoudig en gastvrij, dooh ook slim en slnw wil len noemen. Wat ons Hollanders vooral aantrekt, zeide spr. fs hun onafhankelijkheid, waartoe echter ook de Fransoben hebben medegewerkt, daar vele Hugenoten indertijd naar Zuid-Afrika zijn gegaan. De jonge boeren van dezen tijd, zeide spr., hebben getoond dat zij nog afstamden van het ras der oude boe ren van de onafhankelijkheids oorlo gen. De bekende houding van de boeren tegenover den Kaffer leverde volgens spr. beter resultaten op, dan die van de Engelsoben. Daarna ging spr. over tot de voor naamste staatsinstellingen. De hoogste maoht in den Staat is de Volksraad en daarnaast heeft men nog de Uit voerende Raad. De kleurlingen hebben geen stem recht. De le Volksraad bestaat uit de oude burgers van het land tot welker samenstelling alleen de eohte oude boeren bunnen medewerken; tot de 2e kan de invloed van buiten iets grooter zgn, dooh niet veel. Aliijd berust de hoogste maoht bij den len Volksraad. Nu hield spr. zioh enkele oogen- blikken bezig met bet onderwijs. Het gouvernement bemoeit zieh weiiiig met het onderwijs, dooh zorgt er vooral voor, dat het in ohristelg- ken geest wordt geA even. Alleen in Pretoria heeft men eenige scholen van het goevernement, de andere zgn alle partiouliere inriohtin gen. Dit jaar is een wetsontwerp in gediend, volgens hetwelk de Staat aan alle dergelijke inriohtingen sub sidie zal geveu. Plaats aohtte spr. in Transvaal voor goede bekwame boe ren onderwijzers, die behoorden tot de protestanten, bepaald tot de ortho doxe richting. Nog merkte spr. op aangaande de staatsinstellingen, dat men in Pretoria een nationale bank eu -munt heeft en dat er belangrijke sommen wor den besteed aan post en telegraaf. Ten slotte deed spr. in het le ge deelte zijner rede uitkomen de be langrijkheid van de goudindustrie voor de republiek, die het laatste i'aar ongeveer een 100 millioen gulden ïad opgeleverd. Groote verwaohtingen koestert men aangaande de goudin- i dustrie voor de toekomst In het 2e gedeelte zijner rede' overgaande tot den huidigen politie- ken toestand deed spr. uitkom n, dat men eigenlijk niet veel waarde moest hechten aan de bezwaren der uitlandere, die men in de materieels en in de politieke kan onderscheiden, en die in hoofdzaak onrechtmatig waren. Welke waarde er aangeheoht moet worden, bleek uit eene aanha ling van het laatst verschenen groen boek. De groote strijd was volgens spr. tusschen Rhodes en Kruger gevoprd, tot bewijs waarvan spr. naging de geschiedenis van de jonaste gebeur tenissen in Transvaal. Door nadere aansluiting met den Oranje Vrijstaat zou men, meende Spr., op den duur de onaf hankelijkheid der Republiek kunnen handhaven. Ten slotte sprak spr. den wensch uit, dat men ook door deze voordracht meer sympathie zou gaan koesteren voor het volk dat een strijd voor vrij heid en recht voert, (luid applaus). Jhr. Beelaerts van Blokland betuig- i de spr. den dan k der vergadering. J Tot bestuursleden werden gekozen I de heeren A. J. de Lange, van Leiden, J. van Douveren, van Oegstgeest en G. Gesink van LeideD. Als plaats voor de volgende alge- meene vergadering werd Hillegom aangewezen. Hierna werd de druk. ook door d&meB bezochte vergadering gesloten. Naar wg vernemen is onze stad- genoote, mevr. de wed. E.jVisThiema leerares in zang en spreken, voor een jaar tgdelijk benoemd aan de kweek school voor onderwijzers te Amster dam, tezamen met mej. Dusault, voor 't geven van spreeklesseD. 't Is zeker een verblijdend feit, dat in de laatste jaren meer en meer op de scholen gelet wordt, op goed en hygiënisoh spreken. Vooral dus voor onderwijzers is eene vorming in deze richting wenschelijk. Naar wij vernemen is de oprichting van een kantoor van inklaring hier ter stede thans zeker. Zandvoort. Ter gelegenheid van het 25jarig bestaan van het badhuis voor min vermogenden alhier hadden de pa tiënten Vrijdag de eetzaal keurig versierd en werden zij des middags onthaald. Eenige leden van het be stuur waren tegenwoordig. Er heersch- te eene opgewekte Btemming. Zaterdag en Zondagavond werden in het hotel Kurzaal te Zandvoort concer ten gegeven door Mevr.C. Megsenheim, mej. C. Müller en de heeren Johan Schmier, M. Wolters en J. A. Kwast. Zaterdagavond was de zaal vrq goed bezet, doca Zondagavond was de op komst gering, wel jammer, want het geen ten gehoore gebracht werd, vol deed ten zeerste. Vooral de solu's voor harp van mej. C. Müller werden luide toegejuicht, evenalB het vioolspel van den heer Wolters, vooral „Zigeuner- tanz". Ook de coupletten, die de heer Johan Schmier zong, vielen zeer in den smaak. Een woord van lof en dank mag niet onthouden worden aan den heer Kwast, niet alleen voor het uit stekende pianospel, maar ook voor het organiseeren van die concerten. BINNENLAND. Haagsche Brieven. Het is geen benijdenswaardige taak om in de hondsdagen en pas van een reisje teruggekeerd dat allgd een gevoel van luiheid nalaat de pen op te vatten teneinde een wekelijk- schen plicht te vervullen. Te minder waar eigenlijk nieuws ontbreekt en al wal krant heet het moet doen met een serie „verspreide berichten", die vaak de frischheid van de jeugd missen. De vermaarde zee slang, die in vroegere jaren in dezen tijd van het jaar vrij geregeld in een der redaetie-bureaux het levenslicht aanschouwde, is zelfs achterwege ge bleven, omdat het publiek er toch niet meer in bijt. Een politieke zeeslang, die elk jaar helaas sedert meer dan 20 jaren haar opwachting maakt in ons Par lement, de Atjeh-quaestie, is in de joogste bijeenkomst van onzen Senaat weder verschenen. En dit met het bevredigend resultaat, dat de Regee ring, snel gehoor gevende aan een tot haar gericht verzoek, een om standig verhaal van de jongste Atjeh- sche fata het licht deed zien, dat, nevens veel oudbakkens tocu ook tamelijk veel nieuws geeft. Ik doel hier in het bijzonder op het staat kundig deel vau het relaas, op dat deel, dat handelt over hetgeen den afval van Toekoe Oemar voorafging en volgde onmiddellijk op de zending van den Regeeringscommissarip. Juist dit deel acht ik het meest belang wekkend, wijl ik, zooals men zich herin, eren zal, de duisternis heb I betreurd waarin de Regeering deze omstandigheden tot nu toe had gehuld. Veel wijzer zal de lezing der uitvoerige bescheiden stellig weinigen hebben gemaakt en ik kan de bedenking niet teraghouden, dat die duisternis j blijft hangen over het aan generaal Dey- 1 kerhofl verleend ontslag. Herinner ik mg wel, dan spraken de Indische be- riohten over dit ontslag als sgnde het verleend op grond van onbe trouwbare rapporten eu in dien zin luidde ook een berioht, dat ik per soonlek ontving en waarvan ik des tijds hier een gedeelte overschreef. Welnu, het Regeeringsverslag glgdt met opmerkelijke geheimzinnigheid over dit punt heen.Tooh ware meerdere openhartigheid gewensoht, omdat met de motieven van het ontslag tevens Bamenhangt de vraag of hierin een veroordeeling was gelegen van de door den generaal sedert drie jaren gevolgde gedragslijn. Dezer dagen is juist gemeld, dat de Regeering voor nemens zon zgn aan dit eyateem Deykerhoff vast te houden. Dat ware voor den generaal een rehabilitatie. Maar de leek in „hoogere politiek" mag dan ook vragen: waarom werd hg dan ontslagen? Het is missohien maar beter om]in deze dagen van tropiaohe benauwd heid de hoogere politiek te laten rusten. Aan afwisseling een ver goeding voor de leegte aan beide zijden van het Binnenhof ontbreekt het den Hagenaars werkelijk niet. Zoo komt Dinsdag de Gemeente raad bijeen voor een groote agenda, waarvan het belang eohter niet aan de lengte evenredig is. De kans om, zelfs ua toelating van mr. Dolk, die den 39sten onbezetten, zetel dien dag zal aannemen, in dezen tgd des jaars een voltallige vergadeiiog te heb ben, is gering. Vroeger kwam het geval van onvoltalligheid in Juli wel eens voor. En vandaar, dat voorsteilen van ingrijpenden aard in die maanden dan ook zelden ter tafel verschijnen. Nu ik den naam van mr. Dolk noemde, zou ik den pennestrijd moe ten erw&hnen, gevoerd tussohen het (Jtrechtsch lfagbladVaderland en Residentiebode eenerzgds en het Dag blad anderzijds. Het oonservatieve orgaan toch heeft in den verkiezings strijd mr. Dolk, oud-redaoteur van het U D,, anti-royalistisohe gevoelens ten laste gelegd, die zouden gebleken zijn in een reeks van artikelen, maar bleef in gebreke deze, toen niet meer voor dadelijke weerlegging vatbare aanklacht te bewijzen. Wel werd^éen artiael aangehaald, dat volstrekt niet anti royalistisch is en waarvan trouwens volstrekt niet gebleken is, dat 't mr. Dolk tot geestelijk vader had. Toch weigert het Dagblad excuses. Dat is een journalistieke fout. Om tot de stedelijke aangelegen heden terug te keeren, tot de nummers der agenda behoort een voorstel, dat blijkbaar in verband staat met de reorganisatie in het beheer der gas fabriek, de opriohting nl. van bu reaux te Scheveningen. Heeft men hier tevens te doen met het begin van een systeem om Scheveningen een soort van afzonderlijke gemeen telijke administratie te geven Men zou het bijna gaan vermoeden, wijl j op dezelfde agenda een voorstel pa- raisseert om in het visschersdorp ook een hulpbureau voor den gemeente ontvanger te vestigen (een hulpbu reau van den burgerlijken stand is er reeds sedert jaren.) Het eerste voorstel zal stellig wei nig bevrediging schenken aan de- FEUILLETON. Roman van EDHOR. HOOFDSTUK XIII. 31) In den watertoren. „Na kennisname van dit document zijt gg als eenige 1 universeele erfgenaam van de gravin Elisabeth de ichtmatige bezitster van den Hallweyschat." „Neen, ach, neen!" stamelde Lindis verschrikt. „Hij lamiliegoed." „Voor zoover ik weet, bestaat er geen oorkonde of mige andere bepaling omtrent de steenen in het fa- iliearchief. Moont de uitspraak van den rechter wor- en ingeroepen, dan moet de schat u in elk geval toe- iwezen worden." Lindis kon niet meer antwoorden, want boven in den* ier der deur vertoonde zich Eugenie von Bietinghofl ier rood en opgewonden. „Om 's hemelswil, waardoor wordt ge hier toch *00 Dg opgehouden. Ik word werkelijk ongeduldig van et lange wachten. Graaf Egon, zoudt ge nog niet bo ven komen?" Hare woorden klonken zeer vertoornd. De grijsblauwe oogen schoten vuur, en nu had zij de ontbrekende trap niet bemerkt of had zij den voet te ver over den drempel gezet? Met een gil stortte zij het evenwicht verliezende in den toren neer, en om zich vast te houden pakte zij onder het vallen den kant van de zware ijzeren deur, met een hoon end ge kras en een donderend geraas viel deze in het slot, alles in het rond in duisternis hullend. HOOFDSTUK XIV. Sen stormachtig tooneel. Door graaf Egon's armen omvangen, bekwam Euge nie spoedig van den schrik, en aangezien zij in het weeke zand gevallen was, had zg ook verder geen let-el bekomen, maar niettemin weende zij toch hartver scheurend. „Het was niet gelant van n, om mij zoolang alleen te laten, en ik was vreeselijk bang en nu moet ik toch deze afschuwelijke plaats onvrijwillig bezoeken." „Wellicht ware het beter geweest, dat ge uwe vrees wat onderdrukt hadt," antwoordde Egon Hallwey kortaf. „Dat ongelukkige roeitoohtje! Als we maar weer eerst in de boot waren," zuchtte Eugenie half ver toornd. „Dat zal nog wel een poosje aanloopen. De deur is van binnen niet te openen." „Niet te openen? En dat zegt ge zoo kalm?" „Wij zullen mogelijk wel eenige uren hier moeten vertoeven." „Waarsohijnlijk tot wij in het slot vermist worden? Welk een straf en hoe verschrikkelijk. Gravin Hallwey is op reis, wie zou ons dus missen Margaretha eu Dietrich wanen u op weg naar L., mij daarentegen in het prinselijke slot, en die daar zal geen mensch zoe ken, al gaat ze ook verloren. Welk een noodlot heelt ons heden op het meer gevoerd en in deze duisternis Is dan alle daglicht hier afgesloten?" „Hiernaast in den lgkkelder is een raampje, wilt ge er in gaan „Voor geen millioenriep Eugenie ontsteld uit. „Bij de verschrikkelijke Jutta, die zelfs in den dood nog boosaardig is, dat nimmer 1" Ondanks Eugenie's waarschuwing was de graaf al leen naar binnen gegaan en Lindis, die er het dichtst bij stond, zag, hoe hij het document, 'twelk hij haar even uit de hand genomen, weder in de kist deed en het deksel op legde. „Ik beBterf het van angst," fluisterde Eugenie, dicht naast Lindis neerhurkend. „Stel u maar gerust," antwoordde deze troostend. „De dooden doen ons geen kwaad." Uur op uur verstreek, het laatste daglioht verdween uit het onderaardsche doodenvertrek, waar de drie per sonen ingekerkerd zaten. Eugenie von Bietinghoff was der vertwijfeling nabij graaf Egon en zijn jonge vrouw zwegen gelijk altgd. LindiB' luoifertjes, die zg bij zioh droeg, waren ver bruikt bg de vergeefeohe pogingen, om de deur te openen, deze bleef onverwrikbaar.„Het is vergeefsoh moeite 1" Graaf Egon sprong van de vooruitspringende punt van den muur af. „Wg moeten wachten tot morgen." „Moeten wij werkelijk tot morgen wachten en den naoi t hier doorbrengen jammerde Eugenie. „Er zal niets anders opzitten. Morgen zal men in 't slot tot de ontdekking komen, dat gij en juffrouw Werner niet thuis gekomen zijt, men zal nasporingen in het werk stellen en eindelijk onze boot vinden." Graal Egon sprak eenigszinB vermoeid, op hem sche nen andere gedaohten in te stormen. De uren van den nacht kropen loodzwaar voorbü, geen geluid vau buiten stoorde de stilte des grafs, zelfs het ruisohen van het water was hier beneden niet ver neembaar, alleen het tikken van den houtworm in de kist van de zwarte" Jntta klonk spookachtig gelijk een doodklok in de ontstelde ooren van Eugenie. Tegen den morgen eerst gaf zij aan hare overspannen zenuwen toe, legde zich in het zand en viel weldra in ©en rustigen slaap, die tot laat in den morgen aan hield. Door het gat in den muur sloop de eerste morgen straal binnen. Daarbuiten moest het een overheerlijke dag zijn. Lindis rees op uit den hoek, waarin zij gezeten had en stiet zaohtjea de deur open van het nevenver trek. Graaf Egon schreed langzaam daarin ep en neer, het schoon© hoofd in diep gepeins op ae borst ge*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1