De rijkste vrouw vaa New-York. BAAKLEHNBR BALLETJES- Een Clown. In het Franeohe tijdschrift „lUln- station" behandelt C. De Varigny in eene causerie de beide rijkste vrou wen ter wereld, de even echoone als exentrieke senora Cousino uit Chili en mrs. Hetty Green uit New-York. Voor het oogenblik willen wij ons alleen bepalen tot hetgeen de schrij ver over laatstgenoemde dame mede deelt. Wij bevinden ons te New-York, zoo begint hij. Het is vijf uur 's avonds; de kantoren gaan uit en eene dichte mensc henmassa verdringt zioh bg de Brooklynbrng, om het eerst bg het hek te komen en de cent bruggegeld te betalen. Te midden van deze men- echenmas8a ontdekken wij eene dame van ongeveer vijf-en-dertig jaar, in donker toilet en met eene strenge uitdrukking op het gelaat. Als zg bij het hek is gekomen, ontglipt haar 'i geldstukje, dat zij reeds van te voren in de hand hield. Zij bukt ziel om het op te rapen, maar kan het zoo spoedig niet vinden, zoodat zij even zoekt tusschen de menigte. Eindelijk vindt tg het en raapt het met een stralend gèzioht op en zonder zich te bekommeren om het spotachtig lachen en de opmerkingen van hen, die haar kennen geeft zij het geld aan den brugwachter en gaat kalm haars weegB Die dame is mrB. Hetty Green, een der zuinigste vrouwen uit Ne w-York, tevens een der merkwaardigste en schranderste handelaarsters dier stad. Geen makelaar, geen bankier, die haar niet kent en geen anecdoten omtrent haar weet te vertellen. Haar vermogen ie verbazend groothare spaarzaamheid niet minderhaar oordeel in finanoieele zaken is ver wonderlijk juist en scherp en zij be zit eene doortastendheid, die door wei nig mannen wordt geëvenaard. Hare manieren zijn streng eenvoudig en zij gevoelt eene diepe minachting voor toiletten en andere uiterlijkheden. Mrs. Green, zoo wordt ons door haren agent verteld, is een der ver standigste en zuinigste vrouwen, die er bestaan. Hftre jaarlijkeche uitga ven zijn niet hooger dan drie- vier duizend dollars. Zg gaat steeds te voet uit en neemt hoogstens eens een tram en ik weet mij niet meer te herinneren, wanneer ik haar voor het Jaatst in een rijtuig heb zien zitten. Op zekeren dag had ik een onder- noud met haar bij John Lisco, een van hare bankiers. Zg trad met haar legendarisch goworden lederen taech aan den arm het kantoor binnen en ik had haar zeker wel tien minuten op het trottoir zien staan, voordat zg den Broadwsy kon oversteken, die door rijtuigen was versperd. Zij legde; hare tasch op tafel, deed deze open! en baalde er eenige papieren vanj waarde uit te voorschgn. Zg had voor twee millioen dollars in die tasch «tten. Lisco, die er zich terecht nnge- rust over maakte, dat zij zich met dergelijke sommen bij zich tusschen de menschennaenigte durfde wagen,' vroeg haarj Waarom neemt u geen rijtuig? Gij kunt u die luxe permittee- ren, Lisco, antwoordde zij, maar ik niet! Nadat zg hare kwitantie had ont- vangen, verdween zij en begaf zij zich naar beneden. Waar gaat zij heen vroeg ik. Zij onderzoekt de kast, waarin' haar geldschat bewaard ligtelke maand brengt zg op «'lie manier een Sen Zat<rdagsïondpraatjs. CCCIII. In de laatste twee jaar heb ik mij bij tijd en wijle ernstig ongerust ge maakt. *t Was niet zoozeer angst, dat de gemeenteontvanger geen belasting meer van ons xou willen hebben; ook geen vrees dat onze bestrating al te mooi en gemakkelijk zou gaan worden evenmin koesterde ik bange vermoedens, dat de wethouder van onderwijs zou ophouden met om schelen voor kosteloos en bijna koa- telooB onderwijs te vragenook was ik er niet voor beducht, dat we wel haast niet meer zouden worden aan gezocht om bgdragen van een gulden of een rijksdaalder ala kunstlievend lid van vereenigingen neeD, mijn vreeB lag in geheel andere richting. Ik dacht namelijk, dat onze jongelui de smaak voor het dansen zouden verliezen. Er worden in de laatste jaren weinig bals gegeven. De danspartijen bepaal den zioh tot, eenige ohique bijeenkom sten en petit oomité in het Hotel Funo- kler,een enkel bal in den sohouwburg, in de Kroon en in de Vereeniging en een nadansje van de ouderen bij de kinderbals van den heer Martin. Mensohen die gewoon zgn bruilofts partijen te bezoeken, verzekeren mg, dat daar ook nog wei gedanst werd. Maar daarbij bleef het dan ook. De godin „Terpsiohore" verborg het gelaat in de handen en klaagde „Helaas, men dient mij niet meer. De jongelui keeren zioh van mg af *en trappen liever reoht op en neer op twee onnoozel achter elkaar aan rollende wielen. Heb ik daarom ver schillende ingezetenen van Haarlem begunstigd met de gave mgne kunst in de perfeotie te onderriohten Intussohen, Terpsiohore vergiste zioh. Het was niet de schuld van de jongelui, maar 't lag aan de gelegen heid die ontbrak. In den laatsten tgd komt daarin verbetering. De sociëteit geheelen middag zoek met het oppoet sen van die kast Hetty Green is te New-Bedlord in den Staat MassachuseetB geboren. Haar vader, Ekiuard Mortin Robinson, behoorde tot de sekte der kwakers en hare moeder, eene geborene How- land, was de dochter van een rgken reeder. Het echtpaar, dat uitstekend bij elkaar paste, was zeer zuinig. Juffrouw Robinson werd door haar ouders met den meest mogelijken eenvoud grootgebracht Als eenige dochter werd zg later door mrs. Grin- nell, eene nicht van hare moeder, in de aanzienlijke kringen der New- Yorksche samenleving geïntroduceerd, waar zij zoowel door hare bekoorlijk heid als haar vermogen tal van aan zoeken kreeg. Toch scheen zg nog niet te willen trouwen en was haar hand nog steeds vrij, toen haar vader reeds was gestorven. Hij liet zijne dochter een som van 9 millioen dol lars na. Juffrouw Robinson zeidede wereld en hare genoegens voor eenigen tijd vaarwel en hield zioh hoofdzake lijk bezig met haar vermogen, dat in winstgevende, maar naar het haar voorkwam, twijfelachtige ondernemin gen was gestoken, op solider wgse onder dak te brengen. Bij die ge legenheid legde zij een zeldzamen handelsgeest en een bijzonder helder oordeel aan den dag. Nauwelijks was tij met- een en ander gereed, of eene zuster var) hare moeder liet bij haren dood Hetty alles na. Deze erfenis, ten bedrage van 4 millioen dollars, werd haar van ver schillende kanten bestreden en eerst na langen tijd gelukte het hare rech ten op de erfeniö te bewijzen. Toen alleB goed en wel geregeld was, was juffrouw Robinson onderwijl dertig geworden. Eerst nn dacht zg aan trouwen haar groote rijkdommen hadden be grijpelijkerwijze het aantal van hen, die naar hare hand dongen, nog doen toenemen, maar toen zij eindelijk be sloot, een man te nemen, Btond het bg haar vast, noch een heer en mees ter, noch een sukkel te nemen. Men vertelt van haar mieeohien is het wel eene legende dat eene nog belachelijke omstandigheid haar keuze heeft bepaald. Onder hsre aanbid ders bevond zich zekere Eduard A. Green. Hij was niet leelijk, was slechts een paar jaar onder dan zg en had in zijne jeugd, evenals zoovele Yan kees, zijn geluk beproefd op de Philip- pijnen. Hij vond dat geluk op Ma nilla, vanwaar hg zeventien jaar later met zeven millioen terugkeerde, waar door hij 't recht had, mede naar juffrouw Hetty's hand te dingen. Op St. Valentijn, den dag. waarop het bij verliefden gebruikelijk is, teedere briefjes aan hunne schoone teschrg- veu, had ook Eduard Green een hart roerend, innig briefje aan Hetty ge zonden, of ten minste: hij meende het te hebben gezonden. Hij deed namelijk in de voor haar besteaid enveloppe een brief voor zijn kleer maker, waarin hij zioh beklaagde over den hoogen prijs der rekening, een flink bedrag van do som hadge- eohrapt, terwijl hg er een cheque ter waarde van het door i em gewijzigde) bedrag had ingesloten. Er zgn gelukkige dwalingen in de wereld nu deze was er een Juffrouw Hetty was zeer verraet door den handelsgeest, dien Green scheen te bezitten, en vooral zijne zuinigheid en stiptheid in geldzaken bevielen haar bizon der. Een paar maanden later werd zij mevrouw Green, maar niet dan na eerst voor waarden te hebben gesteld. Green nam bij huwelijkecontract de ver plichting op zich d8 uitgaven van het Vereeniging heeft onlang-' gelegenheid tot dansen gegeven: in het Bronge- bonw, heeft men. na sfioop van het waterfeest, een lustig dansje gemaakt en nu aauBtaanden Dinsdag zal daar, na afloop van het oonoert van de grenadiers en jagers, weer gelegen heid worden geboden om zich te ontspannen in den vroolgken dans. Onze leermeester weet met wat een moeite we de kunst ons eigen hebben gemaakt hoe we in den beginne de hakken veel meer ge bruikten dan de teenen. als dansten we een boeren-scholsohe drie. Hoe we ns moesten bedwiDgeD, om de mazurka elegant en rustig >e dansen en welk een strijd ons ontbrekend maatgevoel had uit te vechten met de ingewikkelde walspas. En nu spreek ik nog maar niet eens van de lanoiers en van de quadrille, waarvan we de figuren niet konden onthou den..er zgn beele volksstammen, die dat nooit leeren. Allten splijt mij een diüg, dat de bals in 't Brongebouw niet in de open lucht worden gehouden. De dansruimte in 't Brongebouw zelf. beperkt tot de oppervlakte binnen de kolommen, is niet groot en de schare toesohouwers er om heen maakt die ruimte nog kleiner. Daarentegen is buiten de oppervlakte als 't ware onbeperkt. Wie niet danst, blijft van den dansvloer af en het genoegen van den dans zelf, in het heerlgk park, onder het droomerig maanlicht is veel grooter, dan de belemmerde beweging in de warme zaal. Zoo kan een wals in de frisBche avondlucht, met sleependen oadans op de tonen der muziek gedanst, een van die oogenblikken zgn, die men in 't moeilijk leven nimmermeer vergeet. Binnenkort gaan we weer aan den dobbel. Dat wil zeggen: de paar denloterg nadert. Wel verre van, gelijk Monte Carlo of Hamburg gelegenheid te hebben een fortuin te winnen of - te verspelen, rergenoegen wg Haarlemmers ons, een guldentje te wagen aan de kans, rnishoude», het onderhond van zijne vrouw en van de nit het huwelijk geboren wordende kinderen, zoowel als de inrichting van hun huis ge heel alleen te bekostigen en nooit, onder welk voorwendsel ook, zich met 't beheer van het vermogen zijner vrouw te bemoeien óf van haar eene bjjdrage in de gemeenschappelijke uitgaven te verlangen. Hij hield zichzelf voor rgk genoeg, om deze bepalingen te kunnen aan nemen en was verliefd genoeg, om met al die schikkingen genoegen te nemen. Op den dag van het huwelijk oon- stateerde hij, dat zgae vrouw reeds over meer dan twintig millioen dol lars ken beschikken.. Uit hun huwelijk werden een zoon en eene dochter geborér. Ia de eerste jaren van haar moederschap wijdde mrs. Green zich meer uitsluitend aan de verzorging barer kinderen. Daarna echter begon zg meer en meer met haar geld te epeculeeren en toonde zij zich 'eene hartstochtelijke specu- lantie. Ic Wallstreet boezemde hare verschijning grooten eerbied en schrik inhare speculatiën brachten vaak greote opschudding op de geldmarkt t e weeg. Men spreekt daar tegen woor- dig nog van hare speculatiën in spoorwegactiën, vooral in die van Reading Louisville en Nashville, waar mede zg enorme winsten behaalde. Het tegenwoordig vermogen dezer vrouw, dat door den een op 60,000,000 dollars, door een ander nog op hooger cgfer wordt geschat, bestaat uit staats papieren, spoorwegaandeelen en obli- gatiën, grondbezit, huizen, boerderijen en hypotheken. In den loop der laatste jaren heeft zij haren zoon Eduard Green het bestuur over hare bezittingen in Chicago opgedragen. Alleen die bezittingen vertegenwoor digen eene waan e van 20,000,000 dollars. Haar eenige eerzucht is, dien zoon tot den rijksten man der Nieuwe Wereld te maken. Nu, zij is al flink op weg, haar doel te bereiken 1 Laura stond aan het venster, druk te het gloeiende gezicht tegen de bewasemde vensterruiten en weende zachtkens. Bob, haar echtgenoot, stond in den hoek van zgn armzalig kamertje, hij staarde voor zich, met een diepe smart in zgn binnenste. Nu en dan kwam er een krampach tige trek op zijn gelaat, een" ruw, verweerd gelaat daarna voer hij met de hand over zgn oogen sn ademde diep. In h8t kinderledikant je aan den muur lag de vijfjarige Eduard, het eenig geluk zijner ouders, ziek ter neer. Het zwakke, magere licht»ampje schudde bij de snelle ademhalingen; op de ingevallen wangen lag een hooge (blos, en de heldere kinder- oogen hadden reeds dier' bovenaard- schen glans, die aan stervende men- echen dikwijls eigen is. „Eduriep de vader met d< ffe stem, die als in tranen scheen te verstikken. Maar Edn antwoordde niet, Edu keek onafgewend naar den zolder; nu strekte hij zgn handjes uit, alsof hij iets voor zich zag en de koorts achtig gloeiende lippen mompelden steeds een naam: Yankes-Johnny.... Yaokee-Johnnyl" Toen de kleine Edu nog gezond was, toen hij nog lachend en vroolijk et de andere kinderen in den tuin speelde, met den groeten hond van buurman in 't ronde sprong, papa aan den baard trok, als deze hem liet paardrijden op zgn knie - toen, bezocht hij eens met vader en moe-' der den grooten circus. Maar niets behaagde Edu en de andere kinderen het was een kindervoorstelling zoozeer, als het optreden van den clown .Yankee-Johnny." Heisa, hoe kon die springen en dansen en zijn dwaasheden uitkra men, en hoe mooi was hij met zijn roode pruik, die afstak bg'het witte met poeder bestrooid gelaat. Maar «Yankee Johnny" was ook zeo vroo- lgfc, zoo vroolijk I Ee Edn dacht altijd aan hem, sprak altgd over hem. Edu wilde in zijn ziekte „Yankee-Jobnny"zien. „Wacht, tot je gezond bent, tot de dokter toestaat, datje uitgaat, dan zal vader je weer meenemen naar den circus, dan ga je weer „Yankee-Jobn- By" zien." „Neen," begon Edu en hg weende, „neen, nu dadelijk „Yankee John ny" nu dadelgk 1" De dokter Bchudde het hoofd en de moeder weende. Maar de vader zocht de paar laatste muntstukken bgeen, die hem overbleven van zijn loon ach, dat ging geheel naar de apo theek I en liep naar de *tad. Daar kocht hg een rooden Johnny, een hansworst met uitgebreide armen. AIb men hem op de horst drukte, sloeg hij de handen tegen elxaar aan. Zorgvuldig wikkelde hij zijn schat in pipier, stak hem in den zak en snelde naar huis. „Edu hier is „Yankee-Johnny Hij gaf den knaap de pop. „Neen," schreide Edu, „ik wil „Yankee-Johnny" zien nu, nul" Buiten stoof de sneeuwjacht over de straatfluitend, huilend, razend eooas blies de wind door de eenzame straten.... De arme moeder stond aan het hoofdeinde van het bedje, waarin Edu lag. Traan op traan vloeide haar over de wang en viel op het voorhoofd van het kind. Daarnaast stond de vader, de armen over elkaar geslagen, het voorhoofd in diepe rimpels getrokken in zijn binnen ste woelde een bittere .woeste smart... daar voor hem lag Edu, agn kind, waarvoor hg in storm en onweer door de heele wereld zou zijn geloo- pen, waarvoor hij alles wilde geven, alle3 trotseeren.daar lag de arme Elu, een ofler van de ondermijnen de koorts, met den dood op het voor hoofd... Edu had de oogen reeds gssioten, Da dokter, die juist heengegaan was, had geen troost meer voor de ouders, hij had stil de schouders opgehaald. Daar bewoog Edu weer zijn lippen. De vader boog zich voorover., zijn kind, dat op sterven lag, fluisterde weer den naam „Yankee-Johnny." Toen haalde de vader diep adem. „Ik wil het probeeren," zeide hij tot zijn vrouw, hij greep hoed en stok en snelde, ondanks de sneeuw jacht, ondanks het onstuimig weer, de straat opof de harde vlokken hem in het gezicht sneden hg snelde voort, steeds vlugger. Z*er onderdanig vroeg bij den ge- wichtïgen portier om het adres van .Yankee-Johnny." De portier mon sterde den vrager en noemde een der voornaamste straten der stad. Bob snelde er heen. Yoor een eiegant huis hield hij stil. Totnog toe had de gedachte aan zijn arm. ziek kind heoa moed en kracht ge geven, nn wilden die hem ont zinken... daar woonden alleen voor name menechen hoe dorst hij, arme man, het wagen, tot den beroemden clown te gaan. Maar in zgn noren om een paard te winnen, of een hit, of een paardedeken, of een zadel, of een tuig, of een zweep, of andere dingen. Maar de hoofdzaak, waai op wij allen die in deze loterij spelen, het starend oog gevestigd houden, dat is de prgs, de eerste prgs, de hoofdprgs, de landauer bespannen met twee paarden. Ik heb nu al jaren gespeeld in de paardenloterg en ik heb nog maar nooit dien landauer met de twee kunnen bemachtigen, 't Wordt nu tooh, zou ik zeggen, langzamerhand mgn beurt ook eens. En toon en tooh verbeeld je dat er op een gegeven oogenblik voor mgn deur een landauer met twee paarden stond, bestuurd door een stalknecht, die na afgestegen te zijn, aanbelt en tot de meid zegt„Compliment van de Com missie voor de paardenloterg en hier is de eerste prgs," dan zou ik wsar- sohgnlijk zeggen „Maar bg alles wat los en vast ie, wat moet ik met die bezoeking (dat bezoek, wil ik zeggen) beginnen „Dat zullen we later wel zien, „zegt dan mgn vrouw. „Voor 't oogenblik zullen we er alleen eens esn toertje mee doen." Goed, dat gaat aan Ik zend don stalkneoht weg, om zijn zwarte jas aan te trekken en den hoogen op te zetten en ik inviteer meteen neef Wouter en oom Frits eD zwager Van Pompelen, zonder dat mgn vrouw het weel en mgn vrouw inviteert, zonder dat ik het weet, drie vriendinnen, zoodat we ais de rgtoer zal gaan; beginnen met ons zessen in den j landauer moeten, benevens een op j den bok en een in de kattenbak, wat j heelemaal niet gedistiugeerdstaat.We! zien er meer uit of we gaan potver teren, dan als mensohen die eigen rgtuig hebben. Eb ik had me nogal zooveel voorgesteld vau een rit met eigen rgtuig Ik kan niet anders zeggen of 'tj valt me bitter tegen. De lui die ons tegenkomen, kjjken voistrekt niet met j respect naar onze fijne equipage. Dei koeteier ziet er dan ook, moet ikj zeggen, volstrekt niet uil als eeni voorname koetsier, zoo een die met voornamen blik rondkijkt en op 't wandelend menschdom neerziet, alsof hij zeggen wou: „ik rijd nagn mees ters eigen paarden 1" Neen, ik racet zeggen, zóo verbeven riet mgn koet sier er niet nit. Hij slaat de paarden soms met de teugels, wat g6en eigen koetsier ooit zal doen en zegt zoo langs zijn neus weg: ,'t vsndehand- eche is niet gewoon om sa wen ie trekken." Maar daar komen we met bat heele spulletje weer thuis, de koetsier krijgt rijn Joon, geeft mii de teugels in de hand en wil heengaan, ala ik in ver twijfeling uitroep„Maar man, wat moet ik nu ter wereld mot die paar den beginnen Ik kan zo toch niet in 't konijnenhok bergen en of ik het asobhok al voor den landauer ont ruim, baat ook al niet. Ik kan aatje met mutje toch niet in mijn voor kamer laten logeeren?" ,,'k Zou ze maar verzilveren," zegt de koetsier, „als ik u was." „Hé, wat?" vroeg ik, de metaphoor niet dadelijk vattend. „Verzilveren verpatsen1" zegt de koetsier luid, denkende, dat ik doof' ben. Nu begrijp ik pas wat hij bedoelt en we gaan samen naar een paarde- kooper, om 't zaakje te verkoopen. „Slechte tgd van 't jaar," zegt de paardekooper, „heelemaal geen koop lust. Er is geen geld onder de mea- schen. Weetje wat, ik bied...." en daarbjj noemt hij een som, dat ik een gat in de luoht sla, en zeg: „Voor zoom prgsje Nooit „Dan maar niet," zegt depaarden- kooper, en wandelt met zgn banden in de zakken weg. „Weer thuis brengen, meneer?" vraagt de stalknecht. Ik geloof dat de kerel me voor de mal houdt. Kan ik ze niet ergens stallen vraag ik benepen en kgk naar mgn tweespan, dat de koppen naar elkaar heeft toegekeerd en samen Bohgnt te fluisteren 't is of ze me ook voerden gek houden. „Zeker wel, maar da: kost iederen dag geld en verkoopen moet u ze tooh De vent heeft warempel geluk. Ik klonk weer de each te stom van zijn kind, dat riep: „Yankee-Johnny!" en hij trok aan de echel. Op de denr whs een koperen plaat ge hecht met den naamHarry Bost- hawn. Kan ik meneer Rosthawn spreken?" vroeg Bob aan den bediende, die de deur opende. „U verlangt?" De harde toon van den bediende versohrikte Bob liefst ware hg dadelgk heengegaan al zgn moed was weg. „Ik heb hem een dringende zaak mee te deelen," zeide hij op een smeekenden toon. Hg werd binnengelaten bg den clown hoe verstomde echter Bob, toen hg in plaats van het gepoeierde roodharige gotioht een ernstigen en atatigen heer zag, die achterover leunde in een sofa en behagelijk rookte Bob draaide verlegen zgn hoed in de handen, hg dorst niet met zijn verzoek voor den dag te komen. Maar de heer had zulk een zacht, vriendelijk gericht, dat hg het einde- lgk waagde om het woord te nemen. Maar midden in zijn aanspraak moest hij zioh omwenden en begon hij te schreien. „Yankee-Johnny" was opgestaan. „Ween niet, beste man," zeide bij „misschien treffen we ja Edu nog in leven." Eenige minuten later zaten beiden in een rgtuig en reilen in de sneeuw jacht naar de armoedige voorstad. Zij kwamen in de kamer; nog altijd Btond de vrouw bij het kinder bedje, wakende over het zachtade- mend kind. „Heisa, heisa 1" riep de clown, wierp den wijden, kostbaren pols af, voer met de band door de roode pruik en maakte zijn komische spron- gen. Edu keerde zich langzaam obj, opende de oogen en keek de ver schijning aan maar toen begon hei kind te lachen, sloeg met moeite de magere handjes tegen elkaar sn riep «iet zijn zwak stemmetje: „Hei sa Yankee-Johnny Een wit bepoederd gelaat, met roode vlekken op den neus en de wangen, :oet roode haren, boog zich over Edu's gezichtje en de lippen van het zieke kind raakten de lip pen van den clown aan. En hij kwam alle dagen met sijn rijtuig in de armoedige straat, hij maakte alle dagen zgn kunsten voor den kleinen zieken Edu en Edu klapte in sgn kleine handen en lachte en werd van dag tot dag voller en ronder in zijn gezichtje. Toen eindelijk buiten de lenteeon speelde en de leeuwerikken naar bo ven vlogen in de blauwe lucht, toen aaocht Edu voor de eerate maal uit gaan en bezocht hij met zijn vader den circus. Maar vader Bob was intusschen heel spaarzaam geweeet, en toen hg genoeg meende bgeen te hebben, ging hij met Edu op weg naar „Yankee Johnny," door widó ze zeer vriendelijk ontvangen werden. „En wat ben ik u schuldig vroeg Bob op bevenden toon. „Een handdruk I" antwoordde de clown, en toen hij zijn hand in die van Bob legde, voelde hij, hoe er een wanne traan op viel uit het oog van den gelukkigen vader. Am. C. BINNENLAND Hofberichten. De Koningin-Regentes zal voor de opening van dè Staten-Generaal in roep den paardenkooper terug en de onderhandeling begint weerhij over tuigd dat ik er af moet, en ik over tuigd, dat hij overtuigd is dat ik er af moet. Onderhandel maar eens on der zulke omstandigheden. Eind en slot van de historie is dan ook, dat ik hem het heele spulletje voor een spotprgs laat en wanneer ik thuis gekomenmgn vrouw op haar vraag hoeveel het heeit opge bracht, een cgfer noem dat honderd gulden hooger is dan de waarheid, krijg ik nög de opmerking naar mijn hoofd, dat ik toch ook nooit behoor- ijk van een buitenkansje weet te pru- fiteeren. En dan denk ik bg mijzei veneen landauer met twee (paarden trekken heel grappig, maar ik zou wel wil len, dat de Commissie den verkooper verplichtte, paarden en rijtuigen des- verlangd van de winners terug te koo- pen, te::en -en provisie van b v. 25 pCt. Dan zou de gelukkige winner van een paard dat f300 gekost heeft, zeker ;ijn dat hij er f225 voor terug kreeg, in plaats va a het gevaar te loopen, dat hij afgescheept wordt met f150 of f 175 omdat de paardensooper weet, dat hij me: zijn prijs in de maag zit. Bij kieiae prijsjes, lantarens, dekens, zadels en dergelijke zou dat te lastig en omslachtig wezendie prgzea kan men ook dikwijls zelf gebrui ken, of althans wachten totdat zich een kooper opdoet, die er een rede lijken prijs voor geven wil. Maar een paard of een wagen kan niet iedereen in rijn burgerwoning onder dak bren gen en terwijl men voor het paard een kooper zoekt, eet het dier zich- zeiven bijwijze van spreken, aan kos ten van voer en stalling op. Kan de opmerking rmsechieD voor de paardenloterg van 1897 dienen? De zaak-den Hartog is ook te Haar lem in een onderwgzersvergadering behandeld. Mijn lezers weten, dal deze onder wijzer te Amsterdam zioh veroorloofd heeft, iemand in het publiek op zeer ongepaste manier toe te spreken. September slechts één dag naar 1 Haag overkomen, terwgl de Koi ginnen beide in de tweede helft Ootober een dag of tien in de s dentie zullen verblgf honden, op in die dagen de aanneming van jonge Koningin zon plaats beblj De groothertogin van Saksen wi( 29 Juli voor ten minste 14 dagei Soestdgk verwaoht en 30 Juli pril Elisabeth van Waldeck, die slei enkele dagen blijft. De groothei van Saksen en de hertogin Meoklenburg zullen ia den av van 3 Aug. op Soestdgk komen 5 Augustus vertrekken. Volkstelling. In het begin vau 1897 kan t wacht worden de instelling eq oommissie van rgkswege, tot het q werpen van formulieren en anq tabellen voor de ee"8tvolgende al meene volkstelling, in welke comi] sie ook zouden worden opgenoq gemeente ambtenaren, die in een groote steden door hun werkzaq heid bg de bevolkingsregisters pi tisohe ervaring te dezer zake hebj verkrop en. De magnetiseur Hamechei Voor eenige weken werd mgn hi ingeroepen voor een 12jarig meij een dochtertje van een mgner ziek fondsleden. Bg onderzoek bieek kind te lijden aan heupgewriohtsó steking en wel in een stadim waai door doeltreffende hulp genezing^ gelgk is. Nadat ook in het gasthuis dedii nose was bevestigd, en ook dz evenals door mg, als behandelt rek'-erbanden waren aangeraden, sloot ik deze toe te passen. Ik liet daarvoor alles gere^dmaki doch toen ik kwam om de behanj ling uit te roeren, bleek net dat! een kink in den kabel gekomen w, Na eenig weifelen werd mg mede deeld, dat men besloten had, op van goede kennissen, het kind' laten behandelen door den msgn seur E. Haraeoaer, dan kon het tientje loopend behandeld worden, was men zoo goed als zeker I spoedig genezen te zien. Hoe ik mensohen ook waarschuwde raad van goede kennissen soh4 zwaarder te wegen dan mgn advi Ik verzekerde de moeder dat het ki door de behandeling wel kon vj minderen en de kans op herstel goed als verloren was, terwgl j bovendien haar veel geld zou kost) De ouders wilden echter niei andj en ik onttrok mij aan -.ie verdere I handeling van het kind. De raenschen bleven inmiddels lid van het ziekenfonds bij mij inl schreven en zoo kwaai dezer dag de moeder i>ij mij om raad te vr.ig voor een ander huisgenoot. Naar het andere patiëntje infl- meerendé, ver aaide aij na eenÏKd zelen, dat het kind eer erger was d beier. Ze was driemalen bij den 1 roemden magnetiseur geweest en dj bad het kind evenveel malen nj oais de vrouw hc-fc noemde, een p» ker in de beenen geprikt (waarschx schijrilijk met den z. g. Ie vees wek d en de ontstane wondjes met echej olie ingewreven, zoodat de genei huid in ontsteking was geweest. tuurlgk had de arme Igderes ged rende deze pgniging minder pgn heup en knie gevoeld, daar de in het kunstmatig ontstoken gedet veel erger was. Die iemand nu was een hoofdond wijzer, maar dat doet dunkt, mij, n metal ter zake. "tFeit was nie: erj of niet minder erg geweest, wanni den Hartog een wgnkooper of makelaar in assurantie aldus had tj gesproken. De haarlemsohe om wijzers zgn van meening, dat handelwijze van den Hartog on| past isi maar de straf die men hem wil toepassen (ontslag) veei zwaar. Ik ben bet met hen nie: eens. omdat ik mg niet kan voorstellen, d iemand wel eens, driftig-"worden! iets zegt waar hij lacer berouw vj heeft maar omdat het mij voorkoii dat iemand die het ongeluk heefl zu een temperament te bezitten, niets sehikt is voor onderwijzer. De oi lega's van den Hartog, vooral jongeren onder hen, deze zaak oordeelende, denken te veel aan h vakgenoot, die gevaar loopt op str gezet te worden en wat ai te wen aan de publieke meening, die d tooh ook recht van bestaan heeft. Van die publieke meening wil mij dan nu eens de spreektromf maken. Gesteld eens, dat de beer Hartog aan oen school te Haarl werd benoemd, gesteld dat mgn zo op die school ging en dat den Hart zgn leermeester zou worden, dan z ik mijn jongen van die school nemi omdat ik na het gebeurde den Hart niet zou kunnen houden voor e gesobikten leermeester van mijn zot uit eer. opvoedkundig oogpunt. Dat bewijst, dat ik de taak van d onderwijzer hoog stel, dat ik h< houd voor iemand, die behoort staan boven den gemiddelden mensi in ontwikkeling niet alleen, maar o in karekter, in zelfbeheersohing. daarom begrgp ik ook niet, waan van alle kanten zoo geprotestei wordt tegen het ontslag van iemai die getoond heeft dat hem de kui van zélfbeheersching (zoo hoog not zakelijk voor den paedagoog) eenenmale ontbreekt. FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6