De rijkste vrouw vaa
New-York.
BAAKLEHNBR BALLETJES-
Een Clown.
In het Franeohe tijdschrift „lUln-
station" behandelt C. De Varigny
in eene causerie de beide rijkste vrou
wen ter wereld, de even echoone als
exentrieke senora Cousino uit Chili
en mrs. Hetty Green uit New-York.
Voor het oogenblik willen wij ons
alleen bepalen tot hetgeen de schrij
ver over laatstgenoemde dame mede
deelt.
Wij bevinden ons te New-York,
zoo begint hij. Het is vijf uur 's avonds;
de kantoren gaan uit en eene dichte
mensc henmassa verdringt zioh bg de
Brooklynbrng, om het eerst bg het
hek te komen en de cent bruggegeld
te betalen. Te midden van deze men-
echenmas8a ontdekken wij eene dame
van ongeveer vijf-en-dertig jaar, in
donker toilet en met eene strenge
uitdrukking op het gelaat. Als zg
bij het hek is gekomen, ontglipt haar
'i geldstukje, dat zij reeds van te
voren in de hand hield. Zij bukt
ziel om het op te rapen, maar kan
het zoo spoedig niet vinden, zoodat
zij even zoekt tusschen de menigte.
Eindelijk vindt tg het en raapt het
met een stralend gèzioht op en
zonder zich te bekommeren om het
spotachtig lachen en de opmerkingen
van hen, die haar kennen geeft zij
het geld aan den brugwachter en
gaat kalm haars weegB
Die dame is mrB. Hetty Green, een
der zuinigste vrouwen uit Ne w-York,
tevens een der merkwaardigste en
schranderste handelaarsters dier stad.
Geen makelaar, geen bankier, die
haar niet kent en geen anecdoten
omtrent haar weet te vertellen. Haar
vermogen ie verbazend groothare
spaarzaamheid niet minderhaar
oordeel in finanoieele zaken is ver
wonderlijk juist en scherp en zij be
zit eene doortastendheid, die door wei
nig mannen wordt geëvenaard. Hare
manieren zijn streng eenvoudig en
zij gevoelt eene diepe minachting voor
toiletten en andere uiterlijkheden.
Mrs. Green, zoo wordt ons door
haren agent verteld, is een der ver
standigste en zuinigste vrouwen, die
er bestaan. Hftre jaarlijkeche uitga
ven zijn niet hooger dan drie- vier
duizend dollars. Zg gaat steeds te
voet uit en neemt hoogstens eens een
tram en ik weet mij niet meer te
herinneren, wanneer ik haar voor het
Jaatst in een rijtuig heb zien zitten.
Op zekeren dag had ik een onder-
noud met haar bij John Lisco, een
van hare bankiers. Zg trad met haar
legendarisch goworden lederen taech
aan den arm het kantoor binnen en
ik had haar zeker wel tien minuten
op het trottoir zien staan, voordat
zg den Broadwsy kon oversteken, die
door rijtuigen was versperd. Zij legde;
hare tasch op tafel, deed deze open!
en baalde er eenige papieren vanj
waarde uit te voorschgn. Zg had
voor twee millioen dollars in die tasch
«tten. Lisco, die er zich terecht nnge-
rust over maakte, dat zij zich met
dergelijke sommen bij zich tusschen
de menschennaenigte durfde wagen,'
vroeg haarj
Waarom neemt u geen rijtuig?
Gij kunt u die luxe permittee-
ren, Lisco, antwoordde zij, maar ik
niet!
Nadat zg hare kwitantie had ont-
vangen, verdween zij en begaf zij zich
naar beneden.
Waar gaat zij heen vroeg ik.
Zij onderzoekt de kast, waarin'
haar geldschat bewaard ligtelke
maand brengt zg op «'lie manier een
Sen Zat<rdagsïondpraatjs.
CCCIII.
In de laatste twee jaar heb ik mij
bij tijd en wijle ernstig ongerust ge
maakt.
*t Was niet zoozeer angst, dat de
gemeenteontvanger geen belasting
meer van ons xou willen hebben;
ook geen vrees dat onze bestrating
al te mooi en gemakkelijk zou gaan
worden evenmin koesterde ik bange
vermoedens, dat de wethouder van
onderwijs zou ophouden met om
schelen voor kosteloos en bijna koa-
telooB onderwijs te vragenook was
ik er niet voor beducht, dat we wel
haast niet meer zouden worden aan
gezocht om bgdragen van een gulden
of een rijksdaalder ala kunstlievend
lid van vereenigingen neeD, mijn
vreeB lag in geheel andere richting.
Ik dacht namelijk, dat onze jongelui
de smaak voor het dansen zouden
verliezen.
Er worden in de laatste jaren weinig
bals gegeven. De danspartijen bepaal
den zioh tot, eenige ohique bijeenkom
sten en petit oomité in het Hotel Funo-
kler,een enkel bal in den sohouwburg,
in de Kroon en in de Vereeniging
en een nadansje van de ouderen bij
de kinderbals van den heer Martin.
Mensohen die gewoon zgn bruilofts
partijen te bezoeken, verzekeren mg,
dat daar ook nog wei gedanst werd.
Maar daarbij bleef het dan ook.
De godin „Terpsiohore" verborg het
gelaat in de handen en klaagde
„Helaas, men dient mij niet meer.
De jongelui keeren zioh van mg af
*en trappen liever reoht op en neer
op twee onnoozel achter elkaar aan
rollende wielen. Heb ik daarom ver
schillende ingezetenen van Haarlem
begunstigd met de gave mgne kunst
in de perfeotie te onderriohten
Intussohen, Terpsiohore vergiste
zioh. Het was niet de schuld van de
jongelui, maar 't lag aan de gelegen
heid die ontbrak. In den laatsten tgd
komt daarin verbetering. De sociëteit
geheelen middag zoek met het oppoet
sen van die kast
Hetty Green is te New-Bedlord in
den Staat MassachuseetB geboren.
Haar vader, Ekiuard Mortin Robinson,
behoorde tot de sekte der kwakers
en hare moeder, eene geborene How-
land, was de dochter van een rgken
reeder. Het echtpaar, dat uitstekend
bij elkaar paste, was zeer zuinig.
Juffrouw Robinson werd door haar
ouders met den meest mogelijken
eenvoud grootgebracht Als eenige
dochter werd zg later door mrs. Grin-
nell, eene nicht van hare moeder, in
de aanzienlijke kringen der New-
Yorksche samenleving geïntroduceerd,
waar zij zoowel door hare bekoorlijk
heid als haar vermogen tal van aan
zoeken kreeg. Toch scheen zg nog
niet te willen trouwen en was haar
hand nog steeds vrij, toen haar vader
reeds was gestorven. Hij liet zijne
dochter een som van 9 millioen dol
lars na. Juffrouw Robinson zeidede
wereld en hare genoegens voor eenigen
tijd vaarwel en hield zioh hoofdzake
lijk bezig met haar vermogen, dat in
winstgevende, maar naar het haar
voorkwam, twijfelachtige ondernemin
gen was gestoken, op solider wgse
onder dak te brengen. Bij die ge
legenheid legde zij een zeldzamen
handelsgeest en een bijzonder helder
oordeel aan den dag. Nauwelijks
was tij met- een en ander gereed, of
eene zuster var) hare moeder liet bij
haren dood Hetty alles na.
Deze erfenis, ten bedrage van 4
millioen dollars, werd haar van ver
schillende kanten bestreden en eerst
na langen tijd gelukte het hare rech
ten op de erfeniö te bewijzen. Toen
alleB goed en wel geregeld was, was
juffrouw Robinson onderwijl dertig
geworden.
Eerst nn dacht zg aan trouwen
haar groote rijkdommen hadden be
grijpelijkerwijze het aantal van hen,
die naar hare hand dongen, nog doen
toenemen, maar toen zij eindelijk be
sloot, een man te nemen, Btond het
bg haar vast, noch een heer en mees
ter, noch een sukkel te nemen. Men
vertelt van haar mieeohien is het
wel eene legende dat eene nog
belachelijke omstandigheid haar keuze
heeft bepaald. Onder hsre aanbid
ders bevond zich zekere Eduard A.
Green. Hij was niet leelijk, was slechts
een paar jaar onder dan zg en had
in zijne jeugd, evenals zoovele Yan
kees, zijn geluk beproefd op de Philip-
pijnen. Hij vond dat geluk op Ma
nilla, vanwaar hg zeventien jaar later
met zeven millioen terugkeerde, waar
door hij 't recht had, mede naar
juffrouw Hetty's hand te dingen. Op
St. Valentijn, den dag. waarop het
bij verliefden gebruikelijk is, teedere
briefjes aan hunne schoone teschrg-
veu, had ook Eduard Green een hart
roerend, innig briefje aan Hetty ge
zonden, of ten minste: hij meende
het te hebben gezonden. Hij deed
namelijk in de voor haar besteaid
enveloppe een brief voor zijn kleer
maker, waarin hij zioh beklaagde
over den hoogen prijs der rekening,
een flink bedrag van do som hadge-
eohrapt, terwijl hg er een cheque ter
waarde van het door i em gewijzigde)
bedrag had ingesloten.
Er zgn gelukkige dwalingen in de
wereld nu deze was er een
Juffrouw Hetty was zeer verraet
door den handelsgeest, dien Green
scheen te bezitten, en vooral zijne
zuinigheid en stiptheid in geldzaken
bevielen haar bizon der. Een paar
maanden later werd zij mevrouw
Green, maar niet dan na eerst voor
waarden te hebben gesteld. Green
nam bij huwelijkecontract de ver
plichting op zich d8 uitgaven van het
Vereeniging heeft onlang-' gelegenheid
tot dansen gegeven: in het Bronge-
bonw, heeft men. na sfioop van het
waterfeest, een lustig dansje gemaakt
en nu aauBtaanden Dinsdag zal daar,
na afloop van het oonoert van de
grenadiers en jagers, weer gelegen
heid worden geboden om zich te
ontspannen in den vroolgken dans.
Onze leermeester weet met wat
een moeite we de kunst ons eigen
hebben gemaakt hoe we in den
beginne de hakken veel meer ge
bruikten dan de teenen. als dansten
we een boeren-scholsohe drie. Hoe
we ns moesten bedwiDgeD, om de
mazurka elegant en rustig >e dansen
en welk een strijd ons ontbrekend
maatgevoel had uit te vechten met
de ingewikkelde walspas. En nu
spreek ik nog maar niet eens van de
lanoiers en van de quadrille, waarvan
we de figuren niet konden onthou
den..er zgn beele volksstammen,
die dat nooit leeren.
Allten splijt mij een diüg, dat de
bals in 't Brongebouw niet in de
open lucht worden gehouden. De
dansruimte in 't Brongebouw zelf.
beperkt tot de oppervlakte binnen de
kolommen, is niet groot en de schare
toesohouwers er om heen maakt die
ruimte nog kleiner. Daarentegen is
buiten de oppervlakte als 't ware
onbeperkt. Wie niet danst, blijft van
den dansvloer af en het genoegen
van den dans zelf, in het heerlgk
park, onder het droomerig maanlicht
is veel grooter, dan de belemmerde
beweging in de warme zaal. Zoo kan
een wals in de frisBche avondlucht,
met sleependen oadans op de tonen
der muziek gedanst, een van die
oogenblikken zgn, die men in 't
moeilijk leven nimmermeer vergeet.
Binnenkort gaan we weer aan den
dobbel. Dat wil zeggen: de paar
denloterg nadert. Wel verre van,
gelijk Monte Carlo of Hamburg
gelegenheid te hebben een fortuin
te winnen of - te verspelen,
rergenoegen wg Haarlemmers ons,
een guldentje te wagen aan de kans,
rnishoude», het onderhond van zijne
vrouw en van de nit het huwelijk
geboren wordende kinderen, zoowel
als de inrichting van hun huis ge
heel alleen te bekostigen en nooit,
onder welk voorwendsel ook, zich met
't beheer van het vermogen zijner
vrouw te bemoeien óf van haar eene
bjjdrage in de gemeenschappelijke
uitgaven te verlangen.
Hij hield zichzelf voor rgk genoeg,
om deze bepalingen te kunnen aan
nemen en was verliefd genoeg, om met
al die schikkingen genoegen te nemen.
Op den dag van het huwelijk oon-
stateerde hij, dat zgae vrouw reeds
over meer dan twintig millioen dol
lars ken beschikken..
Uit hun huwelijk werden een zoon
en eene dochter geborér. Ia de eerste
jaren van haar moederschap wijdde
mrs. Green zich meer uitsluitend aan
de verzorging barer kinderen. Daarna
echter begon zg meer en meer met
haar geld te epeculeeren en toonde
zij zich 'eene hartstochtelijke specu-
lantie. Ic Wallstreet boezemde hare
verschijning grooten eerbied en schrik
inhare speculatiën brachten vaak
greote opschudding op de geldmarkt
t e weeg. Men spreekt daar tegen woor-
dig nog van hare speculatiën in
spoorwegactiën, vooral in die van
Reading Louisville en Nashville, waar
mede zg enorme winsten behaalde.
Het tegenwoordig vermogen dezer
vrouw, dat door den een op 60,000,000
dollars, door een ander nog op hooger
cgfer wordt geschat, bestaat uit staats
papieren, spoorwegaandeelen en obli-
gatiën, grondbezit, huizen, boerderijen
en hypotheken. In den loop der
laatste jaren heeft zij haren zoon
Eduard Green het bestuur over hare
bezittingen in Chicago opgedragen.
Alleen die bezittingen vertegenwoor
digen eene waan e van 20,000,000
dollars.
Haar eenige eerzucht is, dien zoon
tot den rijksten man der Nieuwe
Wereld te maken. Nu, zij is al flink
op weg, haar doel te bereiken 1
Laura stond aan het venster, druk
te het gloeiende gezicht tegen de
bewasemde vensterruiten en weende
zachtkens. Bob, haar echtgenoot,
stond in den hoek van zgn armzalig
kamertje, hij staarde voor zich, met
een diepe smart in zgn binnenste.
Nu en dan kwam er een krampach
tige trek op zijn gelaat, een" ruw,
verweerd gelaat daarna voer hij
met de hand over zgn oogen sn
ademde diep.
In h8t kinderledikant je aan den
muur lag de vijfjarige Eduard, het
eenig geluk zijner ouders, ziek ter
neer. Het zwakke, magere licht»ampje
schudde bij de snelle ademhalingen;
op de ingevallen wangen lag een
hooge (blos, en de heldere kinder-
oogen hadden reeds dier' bovenaard-
schen glans, die aan stervende men-
echen dikwijls eigen is.
„Eduriep de vader met d< ffe
stem, die als in tranen scheen te
verstikken.
Maar Edn antwoordde niet, Edu
keek onafgewend naar den zolder;
nu strekte hij zgn handjes uit, alsof
hij iets voor zich zag en de koorts
achtig gloeiende lippen mompelden
steeds een naam: Yankes-Johnny....
Yaokee-Johnnyl"
Toen de kleine Edu nog gezond
was, toen hij nog lachend en vroolijk
et de andere kinderen in den tuin
speelde, met den groeten hond van
buurman in 't ronde sprong, papa
aan den baard trok, als deze hem
liet paardrijden op zgn knie - toen,
bezocht hij eens met vader en moe-'
der den grooten circus. Maar niets
behaagde Edu en de andere kinderen
het was een kindervoorstelling
zoozeer, als het optreden van den
clown .Yankee-Johnny."
Heisa, hoe kon die springen en
dansen en zijn dwaasheden uitkra
men, en hoe mooi was hij met zijn
roode pruik, die afstak bg'het witte
met poeder bestrooid gelaat. Maar
«Yankee Johnny" was ook zeo vroo-
lgfc, zoo vroolijk I
Ee Edn dacht altijd aan hem,
sprak altgd over hem. Edu wilde
in zijn ziekte „Yankee-Jobnny"zien.
„Wacht, tot je gezond bent, tot de
dokter toestaat, datje uitgaat, dan zal
vader je weer meenemen naar den
circus, dan ga je weer „Yankee-Jobn-
By" zien."
„Neen," begon Edu en hg weende,
„neen, nu dadelijk „Yankee John
ny" nu dadelgk 1"
De dokter Bchudde het hoofd en de
moeder weende. Maar de vader zocht
de paar laatste muntstukken bgeen,
die hem overbleven van zijn loon
ach, dat ging geheel naar de apo
theek I en liep naar de *tad. Daar
kocht hg een rooden Johnny, een
hansworst met uitgebreide armen.
AIb men hem op de horst drukte,
sloeg hij de handen tegen elxaar aan.
Zorgvuldig wikkelde hij zijn schat in
pipier, stak hem in den zak en
snelde naar huis.
„Edu hier is „Yankee-Johnny
Hij gaf den knaap de pop.
„Neen," schreide Edu, „ik wil
„Yankee-Johnny" zien nu, nul"
Buiten stoof de sneeuwjacht over
de straatfluitend, huilend, razend
eooas blies de wind door de eenzame
straten....
De arme moeder stond aan het
hoofdeinde van het bedje, waarin
Edu lag. Traan op traan vloeide
haar over de wang en viel op het
voorhoofd van het kind. Daarnaast
stond de vader, de armen over elkaar
geslagen, het voorhoofd in diepe
rimpels getrokken in zijn binnen
ste woelde een bittere .woeste smart...
daar voor hem lag Edu, agn kind,
waarvoor hg in storm en onweer
door de heele wereld zou zijn geloo-
pen, waarvoor hij alles wilde geven,
alle3 trotseeren.daar lag de arme
Elu, een ofler van de ondermijnen
de koorts, met den dood op het voor
hoofd...
Edu had de oogen reeds gssioten,
Da dokter, die juist heengegaan was,
had geen troost meer voor de ouders,
hij had stil de schouders opgehaald.
Daar bewoog Edu weer zijn lippen.
De vader boog zich voorover., zijn
kind, dat op sterven lag, fluisterde
weer den naam „Yankee-Johnny."
Toen haalde de vader diep adem.
„Ik wil het probeeren," zeide hij
tot zijn vrouw, hij greep hoed en
stok en snelde, ondanks de sneeuw
jacht, ondanks het onstuimig weer,
de straat opof de harde vlokken
hem in het gezicht sneden hg
snelde voort, steeds vlugger.
Z*er onderdanig vroeg bij den ge-
wichtïgen portier om het adres van
.Yankee-Johnny." De portier mon
sterde den vrager en noemde een der
voornaamste straten der stad.
Bob snelde er heen. Yoor een
eiegant huis hield hij stil. Totnog
toe had de gedachte aan zijn arm.
ziek kind heoa moed en kracht ge
geven, nn wilden die hem ont
zinken... daar woonden alleen voor
name menechen hoe dorst hij, arme
man, het wagen, tot den beroemden
clown te gaan. Maar in zgn noren
om een paard te winnen, of een hit,
of een paardedeken, of een zadel, of
een tuig, of een zweep, of andere
dingen. Maar de hoofdzaak, waai op
wij allen die in deze loterij spelen,
het starend oog gevestigd houden,
dat is de prgs, de eerste prgs, de
hoofdprgs, de landauer bespannen
met twee paarden.
Ik heb nu al jaren gespeeld in de
paardenloterg en ik heb nog maar
nooit dien landauer met de twee
kunnen bemachtigen, 't Wordt nu
tooh, zou ik zeggen, langzamerhand
mgn beurt ook eens. En toon en
tooh verbeeld je dat er op een
gegeven oogenblik voor mgn deur
een landauer met twee paarden stond,
bestuurd door een stalknecht, die na
afgestegen te zijn, aanbelt en tot de
meid zegt„Compliment van de Com
missie voor de paardenloterg en hier
is de eerste prgs," dan zou ik wsar-
sohgnlijk zeggen „Maar bg alles wat
los en vast ie, wat moet ik met die
bezoeking (dat bezoek, wil ik zeggen)
beginnen
„Dat zullen we later wel zien, „zegt
dan mgn vrouw. „Voor 't oogenblik
zullen we er alleen eens esn toertje
mee doen."
Goed, dat gaat aan Ik zend don
stalkneoht weg, om zijn zwarte jas
aan te trekken en den hoogen op te
zetten en ik inviteer meteen neef
Wouter en oom Frits eD zwager Van
Pompelen, zonder dat mgn vrouw het
weel en mgn vrouw inviteert, zonder
dat ik het weet, drie vriendinnen,
zoodat we ais de rgtoer zal gaan;
beginnen met ons zessen in den j
landauer moeten, benevens een op j
den bok en een in de kattenbak, wat j
heelemaal niet gedistiugeerdstaat.We!
zien er meer uit of we gaan potver
teren, dan als mensohen die eigen
rgtuig hebben. Eb ik had me nogal
zooveel voorgesteld vau een rit met
eigen rgtuig
Ik kan niet anders zeggen of 'tj
valt me bitter tegen. De lui die ons
tegenkomen, kjjken voistrekt niet met j
respect naar onze fijne equipage. Dei
koeteier ziet er dan ook, moet ikj
zeggen, volstrekt niet uil als eeni
voorname koetsier, zoo een die met
voornamen blik rondkijkt en op 't
wandelend menschdom neerziet, alsof
hij zeggen wou: „ik rijd nagn mees
ters eigen paarden 1" Neen, ik racet
zeggen, zóo verbeven riet mgn koet
sier er niet nit. Hij slaat de paarden
soms met de teugels, wat g6en eigen
koetsier ooit zal doen en zegt zoo
langs zijn neus weg: ,'t vsndehand-
eche is niet gewoon om sa wen ie
trekken."
Maar daar komen we met bat heele
spulletje weer thuis, de koetsier krijgt
rijn Joon, geeft mii de teugels in de
hand en wil heengaan, ala ik in ver
twijfeling uitroep„Maar man, wat
moet ik nu ter wereld mot die paar
den beginnen Ik kan zo toch niet
in 't konijnenhok bergen en of ik het
asobhok al voor den landauer ont
ruim, baat ook al niet. Ik kan aatje
met mutje toch niet in mijn voor
kamer laten logeeren?"
,,'k Zou ze maar verzilveren," zegt
de koetsier, „als ik u was."
„Hé, wat?" vroeg ik, de metaphoor
niet dadelijk vattend.
„Verzilveren verpatsen1" zegt de
koetsier luid, denkende, dat ik doof'
ben.
Nu begrijp ik pas wat hij bedoelt
en we gaan samen naar een paarde-
kooper, om 't zaakje te verkoopen.
„Slechte tgd van 't jaar," zegt de
paardekooper, „heelemaal geen koop
lust. Er is geen geld onder de mea-
schen. Weetje wat, ik bied...." en
daarbjj noemt hij een som, dat ik
een gat in de luoht sla, en zeg:
„Voor zoom prgsje Nooit
„Dan maar niet," zegt depaarden-
kooper, en wandelt met zgn banden
in de zakken weg.
„Weer thuis brengen, meneer?"
vraagt de stalknecht. Ik geloof dat
de kerel me voor de mal houdt.
Kan ik ze niet ergens stallen
vraag ik benepen en kgk naar mgn
tweespan, dat de koppen naar elkaar
heeft toegekeerd en samen Bohgnt te
fluisteren 't is of ze me ook voerden
gek houden.
„Zeker wel, maar da: kost iederen
dag geld en verkoopen moet u ze
tooh
De vent heeft warempel geluk. Ik
klonk weer de each te stom van zijn
kind, dat riep: „Yankee-Johnny!"
en hij trok aan de echel. Op de
denr whs een koperen plaat ge
hecht met den naamHarry Bost-
hawn.
Kan ik meneer Rosthawn spreken?"
vroeg Bob aan den bediende, die de
deur opende.
„U verlangt?"
De harde toon van den bediende
versohrikte Bob liefst ware hg
dadelgk heengegaan al zgn moed
was weg.
„Ik heb hem een dringende zaak
mee te deelen," zeide hij op een
smeekenden toon.
Hg werd binnengelaten bg den
clown hoe verstomde echter Bob,
toen hg in plaats van het gepoeierde
roodharige gotioht een ernstigen en
atatigen heer zag, die achterover
leunde in een sofa en behagelijk
rookte
Bob draaide verlegen zgn hoed in
de handen, hg dorst niet met zijn
verzoek voor den dag te komen.
Maar de heer had zulk een zacht,
vriendelijk gericht, dat hg het einde-
lgk waagde om het woord te nemen.
Maar midden in zijn aanspraak
moest hij zioh omwenden en begon
hij te schreien.
„Yankee-Johnny" was opgestaan.
„Ween niet, beste man," zeide bij
„misschien treffen we ja Edu nog
in leven."
Eenige minuten later zaten beiden
in een rgtuig en reilen in de sneeuw
jacht naar de armoedige voorstad.
Zij kwamen in de kamer; nog
altijd Btond de vrouw bij het kinder
bedje, wakende over het zachtade-
mend kind.
„Heisa, heisa 1" riep de clown,
wierp den wijden, kostbaren pols af,
voer met de band door de roode
pruik en maakte zijn komische spron-
gen.
Edu keerde zich langzaam obj,
opende de oogen en keek de ver
schijning aan maar toen begon
hei kind te lachen, sloeg met moeite
de magere handjes tegen elkaar sn
riep «iet zijn zwak stemmetje: „Hei
sa Yankee-Johnny
Een wit bepoederd gelaat, met
roode vlekken op den neus en de
wangen, :oet roode haren, boog zich
over Edu's gezichtje en de lippen
van het zieke kind raakten de lip
pen van den clown aan.
En hij kwam alle dagen met sijn
rijtuig in de armoedige straat, hij
maakte alle dagen zgn kunsten voor
den kleinen zieken Edu en Edu
klapte in sgn kleine handen en
lachte en werd van dag tot dag
voller en ronder in zijn gezichtje.
Toen eindelijk buiten de lenteeon
speelde en de leeuwerikken naar bo
ven vlogen in de blauwe lucht, toen
aaocht Edu voor de eerate maal uit
gaan en bezocht hij met zijn vader
den circus. Maar vader Bob was
intusschen heel spaarzaam geweeet,
en toen hg genoeg meende bgeen te
hebben, ging hij met Edu op weg
naar „Yankee Johnny," door widó
ze zeer vriendelijk ontvangen werden.
„En wat ben ik u schuldig vroeg
Bob op bevenden toon.
„Een handdruk I" antwoordde de
clown, en toen hij zijn hand in die
van Bob legde, voelde hij, hoe er een
wanne traan op viel uit het oog van
den gelukkigen vader.
Am. C.
BINNENLAND
Hofberichten.
De Koningin-Regentes zal voor de
opening van dè Staten-Generaal in
roep den paardenkooper terug en de
onderhandeling begint weerhij over
tuigd dat ik er af moet, en ik over
tuigd, dat hij overtuigd is dat ik er
af moet. Onderhandel maar eens on
der zulke omstandigheden. Eind en
slot van de historie is dan ook, dat
ik hem het heele spulletje voor
een spotprgs laat en wanneer ik
thuis gekomenmgn vrouw op
haar vraag hoeveel het heeit opge
bracht, een cgfer noem dat honderd
gulden hooger is dan de waarheid,
krijg ik nög de opmerking naar mijn
hoofd, dat ik toch ook nooit behoor-
ijk van een buitenkansje weet te pru-
fiteeren.
En dan denk ik bg mijzei veneen
landauer met twee (paarden trekken
heel grappig, maar ik zou wel wil
len, dat de Commissie den verkooper
verplichtte, paarden en rijtuigen des-
verlangd van de winners terug te koo-
pen, te::en -en provisie van b v. 25 pCt.
Dan zou de gelukkige winner van een
paard dat f300 gekost heeft, zeker
;ijn dat hij er f225 voor terug kreeg,
in plaats va a het gevaar te loopen,
dat hij afgescheept wordt met f150
of f 175 omdat de paardensooper weet,
dat hij me: zijn prijs in de maag zit.
Bij kieiae prijsjes, lantarens, dekens,
zadels en dergelijke zou dat te lastig
en omslachtig wezendie prgzea
kan men ook dikwijls zelf gebrui
ken, of althans wachten totdat zich
een kooper opdoet, die er een rede
lijken prijs voor geven wil. Maar een
paard of een wagen kan niet iedereen
in rijn burgerwoning onder dak bren
gen en terwijl men voor het paard
een kooper zoekt, eet het dier zich-
zeiven bijwijze van spreken, aan kos
ten van voer en stalling op.
Kan de opmerking rmsechieD voor
de paardenloterg van 1897 dienen?
De zaak-den Hartog is ook te Haar
lem in een onderwgzersvergadering
behandeld.
Mijn lezers weten, dal deze onder
wijzer te Amsterdam zioh veroorloofd
heeft, iemand in het publiek op zeer
ongepaste manier toe te spreken.
September slechts één dag naar 1
Haag overkomen, terwgl de Koi
ginnen beide in de tweede helft
Ootober een dag of tien in de s
dentie zullen verblgf honden, op
in die dagen de aanneming van
jonge Koningin zon plaats beblj
De groothertogin van Saksen wi(
29 Juli voor ten minste 14 dagei
Soestdgk verwaoht en 30 Juli pril
Elisabeth van Waldeck, die slei
enkele dagen blijft. De groothei
van Saksen en de hertogin
Meoklenburg zullen ia den av
van 3 Aug. op Soestdgk komen
5 Augustus vertrekken.
Volkstelling.
In het begin vau 1897 kan t
wacht worden de instelling eq
oommissie van rgkswege, tot het q
werpen van formulieren en anq
tabellen voor de ee"8tvolgende al
meene volkstelling, in welke comi]
sie ook zouden worden opgenoq
gemeente ambtenaren, die in een
groote steden door hun werkzaq
heid bg de bevolkingsregisters pi
tisohe ervaring te dezer zake hebj
verkrop en.
De magnetiseur Hamechei
Voor eenige weken werd mgn hi
ingeroepen voor een 12jarig meij
een dochtertje van een mgner ziek
fondsleden. Bg onderzoek bieek
kind te lijden aan heupgewriohtsó
steking en wel in een stadim waai
door doeltreffende hulp genezing^
gelgk is.
Nadat ook in het gasthuis dedii
nose was bevestigd, en ook dz
evenals door mg, als behandelt
rek'-erbanden waren aangeraden,
sloot ik deze toe te passen.
Ik liet daarvoor alles gere^dmaki
doch toen ik kwam om de behanj
ling uit te roeren, bleek net dat!
een kink in den kabel gekomen w,
Na eenig weifelen werd mg mede
deeld, dat men besloten had, op
van goede kennissen, het kind'
laten behandelen door den msgn
seur E. Haraeoaer, dan kon het
tientje loopend behandeld worden,
was men zoo goed als zeker I
spoedig genezen te zien. Hoe ik
mensohen ook waarschuwde
raad van goede kennissen soh4
zwaarder te wegen dan mgn advi
Ik verzekerde de moeder dat het ki
door de behandeling wel kon vj
minderen en de kans op herstel
goed als verloren was, terwgl j
bovendien haar veel geld zou kost)
De ouders wilden echter niei andj
en ik onttrok mij aan -.ie verdere I
handeling van het kind.
De raenschen bleven inmiddels
lid van het ziekenfonds bij mij inl
schreven en zoo kwaai dezer dag
de moeder i>ij mij om raad te vr.ig
voor een ander huisgenoot.
Naar het andere patiëntje infl-
meerendé, ver aaide aij na eenÏKd
zelen, dat het kind eer erger was d
beier. Ze was driemalen bij den 1
roemden magnetiseur geweest en dj
bad het kind evenveel malen nj
oais de vrouw hc-fc noemde, een p»
ker in de beenen geprikt (waarschx
schijrilijk met den z. g. Ie vees wek d
en de ontstane wondjes met echej
olie ingewreven, zoodat de genei
huid in ontsteking was geweest.
tuurlgk had de arme Igderes ged
rende deze pgniging minder pgn
heup en knie gevoeld, daar de
in het kunstmatig ontstoken gedet
veel erger was.
Die iemand nu was een hoofdond
wijzer, maar dat doet dunkt, mij, n
metal ter zake. "tFeit was nie: erj
of niet minder erg geweest, wanni
den Hartog een wgnkooper of
makelaar in assurantie aldus had tj
gesproken. De haarlemsohe om
wijzers zgn van meening, dat
handelwijze van den Hartog on|
past isi maar de straf die men
hem wil toepassen (ontslag) veei
zwaar.
Ik ben bet met hen nie: eens.
omdat ik mg niet kan voorstellen, d
iemand wel eens, driftig-"worden!
iets zegt waar hij lacer berouw vj
heeft maar omdat het mij voorkoii
dat iemand die het ongeluk heefl zu
een temperament te bezitten, niets
sehikt is voor onderwijzer. De oi
lega's van den Hartog, vooral
jongeren onder hen, deze zaak
oordeelende, denken te veel aan h
vakgenoot, die gevaar loopt op str
gezet te worden en wat ai te wen
aan de publieke meening, die d
tooh ook recht van bestaan heeft.
Van die publieke meening wil
mij dan nu eens de spreektromf
maken.
Gesteld eens, dat de beer
Hartog aan oen school te Haarl
werd benoemd, gesteld dat mgn zo
op die school ging en dat den Hart
zgn leermeester zou worden, dan z
ik mijn jongen van die school nemi
omdat ik na het gebeurde den Hart
niet zou kunnen houden voor e
gesobikten leermeester van mijn zot
uit eer. opvoedkundig oogpunt.
Dat bewijst, dat ik de taak van d
onderwijzer hoog stel, dat ik h<
houd voor iemand, die behoort
staan boven den gemiddelden mensi
in ontwikkeling niet alleen, maar o
in karekter, in zelfbeheersohing.
daarom begrgp ik ook niet, waan
van alle kanten zoo geprotestei
wordt tegen het ontslag van iemai
die getoond heeft dat hem de kui
van zélfbeheersching (zoo hoog not
zakelijk voor den paedagoog)
eenenmale ontbreekt.
FIDELIO