bond, in de ptoats vac den heer J. J. R. Moquette, die bedankt had,jhr. D. van Foreest, te Oosthuizen, tot mede-redacteuren van bet TydBohrilt de heeren J. D. Treating en L. N. de Jong. De rekening en verantwoording, aanwqxende een ontvangst van f lö99.85l/j, en eene uitgave van i 1750.65/4 werd goedgekeurd. Alsnu kwamen in behandeling de na te melden voorstellen: A. .Het bestuur stelt voor, het tydsobrift van den bond per maand uit anderhalf vel te doen bestaan. B. .Het hoofdbestuur wensoht nit te sohryven een internationalen pro bleemwedstryd voor driezetteD, met •en door de te benoemen jury, op te geven thema." Na langdurige beraadslagingen werd het eerste voorstel aangenomen met 94 stemmen tegen 13, het laatste met 57 stemmen tegen 49. Ten slotte werd Utrecht aangewezen als plaats waar in 1897 de algemeene vergadering zal worden gehouden. De jaarvergadering zal worden gevolgd door de groote jaarlyksobe schaakwedstrijden van 27 tot 31 Juli. De lancy-tair te 's Gravenhage. Men sohrqft uit Den Haag De verfrissohende regenbui, die Zondag in den voormiddag viel, moge op bet bezoek van den fancy-fair op „Zorgvliet" een nadeeligen invloed hebben gehad, zeker is het, dat het water de wandeling naar het feest terrein veraangenaamde, daar het mulle zandpad veranderde in een be- gaanbaren weg zonder opstuivend •tof. De voorspelling, dat na 12 uur het zonnetje weer door het wolkenfloers zou heenbreken, werd bewaarheid tot groote vreugde van de jonge dames die nn onbesobroomd uit haretentjes te voorsohijn traden, om met „ge- pasten aandrang" programma's, borst- bonquetje?, sigaren, planeten en pho- tografleën onzer Koninginnen te koop aan te bieden. Op den Cambrinu8brug in bet pa viljoen met de .gerenommeerde" bowl met vruohten, in de poffertjeskraam met als wafelmeisjes dienstdoende jonkvrouwen, wier, fijne gelaatstrek ken onder den Frieeohen gouden kap nog eterker uitkwamen, overal ken merkte zich het sohoone geslacht door een edelen onderlingen wedijver, om een groote recette in den geldtrommel bij de oommissie te kunnen storten. Met den gezamenlyken verkoop op Zaterdag was dit doel reeds voor een groot deel bereikt. Toen bedroegen de entréegelden ciroa f1000 en werd de opbrengst van die kermis op ruim f4000 geraamd. Op de kermesse d'été te Gorredyk is Zondagavond, een tent gevuld met bezoekers, omgewaaid. Het publiek kwam met den eohrik vrg, dooh glas werk, lampen enz. werden verbrijzeld. Een bal ohampêtre dat was aange kondigd, is niet doorgegaan. Een gevecht met ernstigen afloop. Zondag hebben des ochtends en des namiddags hevige vechtpartijen plaats gehad op {uur afstand van Zwolle in de buurtsohap Ittersum, gemeente Zwollerkerspel, tussohen eenige ker misreizigers, die zich aldaar in hunne woonwagens ophielden. ZekereWillem Bos, 33 jaar, kreeg een steek in den rug, waardoor hij dood neerviel. De daders werden naar het politiebureau overgebraoht en de vermoorde naar het passantenhuis, waar spoedig de subst. offioier van justitie en de rechter commissaris een gerechtelijk onder zoek en verhooren hielden. Eea andere kermisreiziger, H. Mennink, werd gewond naar het ziekenhuis over gebraoht. Onweer. Volgens de verschillende berichten heeft Zondagavond in alle deelen des lands het onweer schade aange richt. Boven Wageningen en omstreken woedde het on weder hevig, vergezeld van kolossaal veel regen en wind. In het tramverkeer, zoowel op Ede als op Arnhem en Rhenen, kwam belang rijke vertraging, ook omdat er hier en daar boomen op den weg vielen Vooral onder Bennekom was de storm zeer hevig en werden tal van boomen ontworteld en huizen van de daken beroofd en werd in vele {tuinen belangrijke schade aangericht. Van een korenmolen aldaar werd een der roeden afgebroken en groo- tendeels stuk geslagen. Ofschoon hier en daar de bliksem is ingesla gen, heeft men van brand niet ver nomen. Uit Driel (Betuwe) wordt ge meld Zondagavond tijdens het onweer heerschte er een hevige orkaan. Er werd een verschrikkelijke verwoesting aangericht. Verscheidene huizen achterhuizen en schuren zijn ingestortdikke boomen doormidden gebroken alsof ze afge zaagd waren. De tabak is vernield groote schadein 2 minuten ruim f30,000. Aan de Roomsche kerk zijn dak en toren beschadigd. Het huis van P. Zeegers is ingestorteen meisje van 13 jaar werd onder puin gedood. Verscheidene boomgaarden zijn vernield. Als men de verwoesting aanschouwt, zou men denken aan een Amerikaansch verhaal. In de Betuwe heeft het onweder gepaard met een windhoos, groote verwoestingen aangericht. Te Herveld en vooral te Slik Ewijk werden een aantal boomgaarden besohadigd en vele vruchtboomen ontworteld. Te 's Hertogenbosch zijn vier groote zware boomen ontworteld. Het ge- heele station Btond tijdens het on weder onder water, daar de goten het water niet verzwelgen konden. Te Geffen lijn 3 huizen van het dak beroofd. Een vreeselijk schouwspel deed zich. schrijft men aan de N. O. C. aan de reizigers voor, die per laatsten trein van Roodeschooi naar Gronin gen gingen. Na een drukkend warmen dag zag men te Roodeschooi in de verte eenig onweer overigens geleek het er volstrekt niet op, dat er een zwaar onweer zou komeD. Te Uithui zen was de bui wel iets naderbij en zag men zuidwaarts nu en dan blik semschichten langs den hemel flikke ren. Hevige regenbuien schenen in de verte neer te vallen, te oordeelen naar de donkere lucht en de daar doorheen loopende streepen. Te Us- quert werd het onweer steeds erger hooibaar, doch het gersas van den trein verstomde het geluid van den donder. Aan de felle bliksemstralen alleen herkende men een zwaar on weer. Te Waiffum gekomen, ontlastte zich een regenbui, die zoo erg aan kwam, dat de reizigers deD trein niet in of uit konden komen, terwijl het weerlioht niet van de lucht kwam. Nog eenige bliksemstralen en links van ons, daar bemerkt men brand op twee plaatsen. De een wat verder af, is de ander, op geen 100 meter van den trein af, duidelijk zichtbaar. Hol lend rennen de losgebroken paarden om de vlammende vuurzee, die de woning over haar geheele lengte bad aangetast. Vreeselijk schouwspel, on beschrijfelijk voor hem wien het treft, maar treflend schoon, als men het van zoo nabij ziet. Arme menechen, die zoo uw oogst vernield ziet door het hemelvuur. Ea alsof de twee branden ter linkerzijde nog niet vol doende waren, ook ter rechterzij merkt men nog een grooten brand op. Te oordeelen near de richting kon dit in den Noordpolder zijn. Door de bocht, die de spoorlijn van Warffam naar Baflo maakt, bleef men de bran den, thans alle drie ter linkerzij van den trein, nog langen tijd in ésn richting zien, en zelfs bij de halte te Groningen zag men nog de vlam men van een der boerenplaatsen naar boven stijgen. En te Groningen aan gekomen, meenende dat de bui eenige verfrissching zou hebben aangebracht, stuift het mulle zand ons tegemoet en vieren de gymnasten feest in den tuin van Harmonie. Schrikkelijke contrasten zoo in elkanders nabijheid. Moge het overigens goed afgeloopen zijn Pers Overzicht. De Maastrichteche werkstaking. Het Centrum opent in zyn Donder dagavond-nummer een reeks van artikelen over de werkstaking te Maastricht. In het eerste daarvan be toogt het blad, dat voor de katholie ken neutrale vereenigiDgen van werklieden alles behalve ideale ver eenigiDgen zjjn en er gestreefd moet worden naar vereenigicgea. die niet neutraal zijn en wel degelijk den godsdienst tot grondslag hebben, om daarna uiteen te zetten dat daarom de glasslqpersvereenigiDg „de Ver gelding" te Maastricht voor de ka tholieken geen goede vereenigiBg is, omdat juist zij neutraal is, volgens een gezegde in een barer brochures. „Wy xjjn geen katholieke en geen sooialisiische vereeniging, wij zyn een glasB 1 g pers vereen igin g." Die neutraliteit vertrouwt het Cen trum eohter niet erg en wel omdat lo. de sohrjjver en woordvoerder dezer zoogenaamde neutrale vereeni ging „Vergelding" niemand anders is dan de heer H. Vliegen, de be kende sooialist, uitgever en drukker. „Welnu", zegt het blad is deze heer dan een glasslijper en glassly- per alleen? .Maar een glasslyper kan niet een sohrjjver zyn, en wanneer de glas slypers dus broohures sohryven wil len, moeten zy wel hun toevluoht nemen tot iemand die geen glassly- per is. .Is eohter de heer W. H. Vliegen niet ander dan een pen in de han den van de glasslypers „2o. De tweede reden waarom wy de waarheid van bovengenoemde bewering betwyfelen is gelegen in het antwoord op deze laatste vraag. „Het is algemeen bekend, dat de heer W. H. Vliegen meer is dan de pen der glasblazers en niet zoo ge heel ten onreohte hnn geestelijke ad viseur wordt genoemd." In een 2e artikel betoogt het Oentr. dat men rekening moet houden met bet feit dat de zoogenaamde neutrale vereeniging Vergelding eenmaal be staat, en wel bestaat, naar zjjn vaste overtuiging, door de traagheid en lauwheid der katholieken-zelven. Eu in een derde, tevens slotartikel komt het blad tot de slotsom, dat de handelwyze des heeren Regout tegen de vereeniging „de Vergelding" onbil lijk is. De Vereeniging Vergelding, zegt het blad, bestond eenmaal en tot nn toe had men ten minste iaDgs offl cieelen weg deze Vereeniging ODge- moeid gelaten. Wanneer treedt men nu offioieel tegen deze Vereeniging op Wanneer zjj iets doet, wat in druiscbt tegen de maatschappelijke orde of tegen de wet Neen, zij doet iets wat geheel valt in het bestek van haar werkzy blyft geheel en al in haar levenskringzij doet iets wat elke vakvereeniging van tyd tot tijd kan doen; nog meer zy doet iets wat zelfs, naar het getuigenis van den Kitholicken Werkman, door eene katholieke vakvereeniging kan gedaan worden zij komt voor den dag met eisohen, blykbaar zoo billyk, dat die eisohen in verloop niet van maan den maar van dagen voor een groot deel zyn ingewilligd. En nu bij deze gelegenheid wordt deze vereeniging aangegrepen, en dat op eene wyze, die, naar ons gevoelen, ook niet ge lukkig genoemd kan worden. Men slaat niet alle leden dezer Ver eeniging, maar alleen het BeBtuur, overtuigd dat men op die wyze, zon der zioh van een kleine honderd on misbare glasslypers te ontdoen alle leden dezer Vereeniging de Vereeniging in het hart zal treffen, zóo dat de dood er op volgt. Wordt men niet gedwongen te er kennen, dat het [optreden der firma Petrus Regout en Co. tegen de Ver eeniging Vergelding op deze wjjie, in dit oogenblik onbillijk is De gewerenquaeetie. Naar aanleiding van het artikel der Limburger Koerier aangaande onze nieuwe geweren (zie vorig persoverz heeft de heer C'oenegraoht aan ge noemd blad een sohryven gezonden, waarin hy beweert, dat bedoelde be- riohten meerendeels een verouderd Oostenrjjksoh geweer betreffen, en de mededeelingen over het door de re geeriDg gekozen geweer vrywel ge heel onjuist zyn. De heer C. schrijft: „Eene oommissie, bestaande uit Ne- derlandsche officieren, keurde bet wapen goed en stelde het boven ieder ander geweerzelf heb ik veel met het wapen geschoten en ik was op getogen over zijn goede eigenschap pen. lo. De afwerking van allegeweren te Maastricht (thans 160) is prachtig en kan slechts verkregen worden door eene fabriek zoo goed ingericht als die te Steier. Mooht u nog be twijfelen, de heer Micheels, wapen handelaar te Maajfrioht, zai het, als rakmai), nader bevestigen. 2o. Nimmer weigerde een houder behoorende by soherpe patronen en zelden of nooit haperde een patroon bij het in brengen. (Tot nu toe heeft nog geen militair te M. een Boherpe pa troon in handen gehad, veel minder er mee gesohoteD. Uw militaire be riohtgever doelt zeker op oude ge- deukte, exereitiehouders en exeroilie- patronen voorzien van een houten kogel.) Wordt de zaak nu duidelijker? Een goed afgewerkt geweer eieoht goede munitie, zooals wy die steeds hebben gehad en wederom zullen ont vangen. 3e. De grendel is uitstekend, trou wens hy is van de ingevoerde oor logswapenen de nieuwste. Zyn ver- sohil van den Duitsohen is byna on merkbaar, dooh hy heeft niets (ik cursi»eer) van den OostenryksoheD. 4o. Het in Oostenryk afgekeurde geweer heeft niets met het onze ge meen dan den naam. Hy die deze beide wapens gelykstelt heeft ze nimmer gezienhem raad ik een reisje aan naar Steier, of hetgeen goedkooper is, by een eventueel ver- blijf te 's Gravenhage, een bezoek aan de geweerkast der Normaalsohiet- sohool." De Limburger Koerier heeft onmid dellijk by zyn militairen berichtgever te Mrastrioht, van wien het veront rustende artikel afkomstig was, na dere informatiën ingewonnen Deze zegt dat hy geen woord van zyn me dedeeling terugneemt. Plus minusde bekende medewerker van de Amst. Ct. wijst er op, naar aanleiding van de gebreken, die de nieuwe geweren zouden aankleven, dat men in deze niet over het hoofd mag zien, dat men in Maastricht, noch in eenig ander garnizoen, scherpe, dus] echte patronen heeft, maar, dat men alleen exercitie-dito's met houten kogels gebruikt en voorts, dat nog de mogelijkheid bestaat, dat de exercitie-patronen door niet vol doend geoefende manschappen in de houders zijn geplaatst, en dit moet aanleiding geven tot haperiugen, waarvoor trouwens van hooger hand gewaarschuwd is. -Een strijdvraag Het Centrum schrijft: „In een zeer waardeerende beschou wing over den Boerenbond maakt het Haageche Dagblad o. m. de vol gende bemerkingen, omtrent de quaes- tie, welke ook op de constitueerende vergadering te Utrecht besproken werd. „Trouwens, of vryhandel ofprotec tie wenschelijk is, is een strijdvraag, die niet door machtspreuken en re deneeringen wordt opgelost, en, wat meer zegt, wier oplossing naar tyd en plaats geheel verechillend zal en moet wezen. Zij is geen kwestie van doctrine, maar van practisch regee- ringsbeleid, afhankelijk van de steeds wisselende internationale verhoudin gen." „Met deze opvatting kunnen wij ons van heeler harte vereenigen en in andere bewoordingen hebben wij cfan ook meermalen reeds hetzelfde ,Minder dan door de theorie, schre ven we nog onlangs, moeten wy ons in deze materie laten leiden door de practijk en de bakens verzetten, wan neer dit noodig blijkt. „En zulks geldt o. niet slechts voor de bescherming en den vrijhan del, maar ook voor de fair trade, door het Dogblad met warmte aan bevolen. „Op dit punt verschillen wij dus in zooverre van het Haagscbe orgaan, dat wij ook bier algemeene uitspra ken wenschen te vermijden. „„Fair trade" kan onder zekere om standigheden goed zijD, maar onder andere omstandigheden weer minder goed. En in dit laatste geval zou den wij, om het zoogenaamde begin eel te redden, er niet gaarne de hand toe willen leenen. „De eenige vraag moet zijn, of er inderdaad voordeel te behalen valt. „En daarom is alle doctrinarisme ten deze gevaarlijk." Eene drankquaeetie. Het Alg. Bandelebl. sohryft het na volgende „De rechtbank te 's Gravenhage heeft onlangs in een strafzaak een vonnis gewezen, waarop in het laatste nummer van het WeekKad tttn het Recht mr. A. Levy terugkomt. Een man had in een tappery gevraagd om een halve fleeoh jenever. Hel ver langde was door de herbergierster vóór hem op de toonbank gepfcatst de man had de flesoh gegrepen en was er hard mee weggeloopen. Waar aan had deze man zioh sohuldig ge maakt? Aan verduistering had de Hasgsohe rechtbank geantwoord. On juist, zegt de heer Levy. De herber gierster zette de flesoh voor den man op de toonbank en zei„Asjeblieft." Dat was levering, zegt de heer Levy. De man was dus op hst oogenblik, dat hy de flesoh greep, eigenaar en de herbergierster bad van hem den prjjs van de jenever te vorderen; de zaak behoort niet by den strafreoh- ter maar by den civielen rechter. En wanneer de verkoopster gezegd had: „Hier is de jenever, maar ik lever u niet voor ge betaald hebt," dan nog was er van verduistering geen sprake maar van diefstal. „De zakelyke in houd van het vonnis was in het Weekblad aldus geformuleerd„Hy, die in een tapperij een flesoh jene ver, welke op zjjne bestelling op de toonbank by hem is geplaatst, weg neemt en daarmede de tappery ver laat, maakt zich aan het misdrijf van verduistering sohuldig, indien de flesch alleen te zijner besohikking is gesteld in de onderstelling, dat die dadelyk zou worden betaald." „Met mr. Levy achtten wy dat tegen deze stelling nogal iets te zeg gen is." Koloniën, Atjeh. Aan de jongste rapporten omtrent de voornaamste gebeurtenissen in het gouvernement Atjeh en Onderhoorig beden, loopende van 14 tot en met 20 dezer, wordt het volgende ont leend Groot-Atjeh. By de tuchtiging van Lamkrak sneuvelde de Afrikaansohe avonturier Habib Koeala van Pedir (Saijid Anajatoellab), die gedurende zyn leven een vrij dubbelzinnige rol jegens ons gezag speelde. Door den regeerings-oommissaris werd bepaald, dat de aan de hoofden buiten de linie door het bestuur in bruikleen verstrekte geweren ingele verd moeBten worden en dat anders ter bereiking van dat doel tot dwang maatregelen zou worden overgegaan. T. Panglima Bintang der III Moe- kims Daroe deed daarop 12 van de 16 hem geleende tromplaadgeweren terugbrengen T. Nja Mohamad der EX Moekims 20 tromplaadgeweren en 1 aohterlader en T. Nja Gib, Imam van Oeleh Soeaoeh 4 aohterlaadge- weren. De zoon van den eigenlyken hoe- loebalang der IX Moekims T. Nja Imeum trad meer en meer op den voorgrond. Den 15en Juni bracht hij zyne Imams, uitgezonderd dien van Lamkoenjit, die ziek heette te zyn, by bet bestnur. Evenals was gesobied met de Imams van Daroe, werd hun duidelyk gemaakt dat verlangd werd, dat de kampongs rustig bewoond werden, en dat de bewegingen onzer troepen buiten de geconcentreerde stelling ten doel hadden de vestiging van kwade en vreemde elementen te beletten. In de IX en Hl Moekims is het volk dientengevolge weder bjjna ge heel teruggekeerd, terwjjl ook dege- vluohte bevolking van Lampagar en Lamtengah in de VI Moekim begon terug te keeren. Aan de Imams van Koehé. Loküja en Lampoe-oek (IV Moekim), door T. Tjoet Bantah by het bestuur ge bracht, werden eveneens de bedoe lingen van het gouvernement voor gehouden. De hoofden en de bevolking der V Moekim Montassik en uit het ge bied van T. Tjoet-Toeng-koep in de XXVI Moekim toonden hunne vjjan- dige gezindheid door het opwerpen van versterkingen, terwyl die uit eerst genoemd gebied nog bovendien het in de Moekim Gani (Kerkoen) gele gen Adjé, in samenspanning met den vijandigen T. Kerkoen, deden bezet ten door de bendehoofden T. Brahim Montassik, Pang Arab, Panglima Nja Makam, Pang Seoh, Habib Sama- langa en de Tengkoes SopiLoeboek en Lamoeë, tengevolge waarvan de bevolking van Adjé, die weigerde met deze indringers gemeene zaak te maken, uit de XXII Moekim naar Siroen vluchtte. In terband met een en ander den de bovengenoemde landstrekq den 16en en 17en Juni door eet troepenmacht getnobtigd en by d gelegenheid de opgeworpen verstq kingen genomen. In de door ons getuchtigde Mq kims wordt gezegd rystschaarschl te heerschen. Deels door gebrek gj dwongen en ontmoedigd door h| snooes onzer troepen, deels ook wi gens oneenigheid tusechen de va schillende bendehoofden, keerden q stryders uit Eadjoeng, Merdoe, Samj langa en Fasangan in grooten getal naar hnnne woonplaatsen terug. Onderhoorigheden, Noordkust. Toj ankoe Mohamad viel den 13den Ju: met twee djaloere een vaartuig aaj dat van Daoeng op weg was naar SegJ en doodde éen der opvarenden. De weersgesteldheid wasgednrend den verelagtyd buitengewoon warm a droog. De gezondheidstoestand was miudq bevredigend vele koortsgevallen kwi men voor. Aan een particulier sohryven ui Kota Radja is door het Bat. N.bU o. m. het volgende ontleend „Alles te zamen genomen, ziet ht er niet bepaald gunstig nit, in poli tiek evenmin als in militair oprichi „Wij hebben wel, als met groot troepenmachten geageerd wordt, enke het succes, dat de vijand vluch en wij zijn boeltje kunnen opruimen „Maar nauwelyks zyn de troepei terug, of de kerels zitten weer o| het oude plaatsje, en komen wy me een kleine macht weer eens kijken dan krijgen wij vuur en verliez n. „Zoo worden onze troepen oude gewoonte door den vijand afgemat! Uit de Javasche Crt.: Den 263ten dezer werd eene ex cursie ondernomen in de IX Moe kims, waar He bevolking rustig was Siechts enkele schoten vielen uit he gebergte, zonder ons verlies toe ti brengen. Tevens werd dien dag eene excursij gemaakt naar Lamsoet en Senelop In de III Moekims Kerkoen was di bevolking rustig, Lamdjampoe wai verlaten en eerst in Senelop were een klein aantal vijanden aangetroffen Bij den terugmaisch werd de colonni beschoten, waardoor drie minden militairen licht gewond werden. Telegrammen aan de J. B. en hei B. Nblad: 29 Juni. Hedennacht is naa Anak Galoeng uitgerukt door eeni colonne, bestaande uit het 3e en hei 14de bataljon en marechaussees om kampong Sibreh te tuohtigenhet öe bat. neemt stelling aan den rechter oever der Atjeh-rivier bij Koenglinka: het halve 7de en het 12de bij Anaï Baté. 29 Juni. Hedennacht tegen half twaali is een colonne onder commando van den overste Van Heulsz en sa mengesteld nit het derde en het zesd< bataljon en de marechaussees uitge rukt. Te 3 uren rukte een colonne nil onder den overste Soeters, samenge steld uit het 7e, 12e en 14e bataljon welke colonne te vijl uren werd ge volgd door het 5 8 bataljon als re- Het doel is de tuchtiging van Si breh en de vernieling der verster kingen tussohen Anagaloeng en Le^ pong Ara. 80 Juni. Door de mareohausseea is onze oude benting Anak Galoeng stormenderhand genomem Er vielen by deze gelegenheid 130 gesneuvelde Atjehers in onze handen. De verwondingen der offioieren zyn als volgt de kapitein der marechaussees jhr, G. J. W. Graafland kreeg een schol in het been de le-luits der infanterie Dijkstra een klewanghouw over de borst en C. F. A. Wagener een Bchot in d^ band; de ritmeester jhr. L. D. C. de Lannoy een sohampsohotin den voet; de le luitenant der Infanterie K. L C. Rijnen twee sohoten in de lies en een klewanghouw in den rug. Het derde en zesde bataljon gaan door naar Sibreh. De troepen keerden gistermiddag zonder verdere verliezen terug, na Sibreh en Rahat te hebben verbrand, Waar of zijn gedachten wei toefden? Daarginds in zijn j rancho, van welke hem op dit oogenblik, bergen, woes tijnen, prairieëD, zeeën, Indianen en buffels scheidden Had hij een geliefd wezen achtergelaten, dat hem met j vurig verlangen verwachtte, ol gold zijn verlangende blik de vorstelijke vrouw daarginds in den gondel, die zoo trouweloos jegens hem gehandeld had Daar ge al reeds geruimen tijd op het slot vertoeft, kunt ge me misschien ook wel zeggen of graaf Egon zeer ongelukkig is. Gij kent toch die ongelukkige ver houding?" begon hij plotseling. Lindis knikte langzaam en beschroomd. „Ik ken haar evenals allen op het kasteel," luide haar ernstig ant woord. „Niet waar, hij lijdt zwaar?" vroeg hij haastig.' „Zeer zwaar; alleen de hoop, dat hij binnenkori den last kan afschudden, heeft hem in den laatsten tijd wat kalmer doen worden." Graaf Leo boog peinzend bet fraaie, donker gebruinde hoofd. „En zy, niet waar, zij is gevoelloos." „Neen, zij is niet gevcellooe, maar alleen een onge lukkig schepsel." Lindis w*b diep zuchtend opgesprongen, zy wilde zich zelve uiet beschuldigen, waarom zou zij gevoelloos zyn. Zy toch leed het meest onder den druk der keten, die haar en graat Egon op de schouders was gelegd. Graal Leo bracht den losprijs tot op de laatste pfen nig, goed bewaard en verzegeld in zijn reiBtasch; hy htó hem verworven door onvermoeiden arbeid en door het blinde geluk begunstigd. Met zweet en stof bedekt had hij hem ten deele gegraven, en wel in een betrek kelijk korten tijd in een Califomisc'ne goudmijn, waar hij door de toevalligheden van het Amerikaansche leven in geraakt was, hij had de mijn gekocht van de weinige karige middelen, die Egon hem had doen toekomen. Had hij een aanzienlijk kapitaal tot bearbeiding daar van en kwikzilver voor de amalgeering bezeten, dan zou het gemakkelijker gegaan zijn, doch zooals de zaken nu stonden was het een gewaagde onderneming. Een tijdlang voedde hij zich met de hoop, dat hij op een ader kon stooten, waar het gesteente gouden strepen en punten, ja, wellicht geheele massa's gouderts bevatte. Dooh deze hoop verdween al spoedig, al zij het dan ook niet de moed. Hij moest geld verdienen hy moest. Het gelukte hem de mijn met een gering ver lies van de hand te doen en zich op andere zaken toe te leggen. Hij had in rundvee, koren, bouwterrein, in landerijen voor de zendelingen, kortom, in al het mo gelijke gespeculeerd. Men had hem concurrentie aange daan, hem opgelicht en geld ontnomen. Doch nog bij tijds keerde hij al die zaken den rug toe, hij was nu eenmaal niet voor koopman in de wieg gelegd; dit zag hij maar al te wel in, hij rekende te veel op de men- schelijke grondbeginsels en trok daarmede natunrlyk aan het kortste einde. De levenslustige, vroolyke officier was zoodoende in korten tijd in een bedaarden, ern stigen man veranderd; met zijne ervaringen zou hij duizenden menechen van nut hebben kunnen zyn, doch hij trok zich meestal zwygend terug. Een gunstig ge sternte had hem dieper in het land en tot den oom van Fritx Ritter gevoerd, die daar als een schatryk yzermijnbezitter gevestigd was. In den aanvang met wantrouwen ontvangen, dat bitter zwaar op Leo ge- drukt had, hadden zijn nooste vlyt, zijn vastberaden- heid, zijn moed en zijn geestkracht van lieverlede maar zeker het welgevallen van den ouden miliionnair op- gewekt en toen zijn eenige zoon tengevolge van een noodlottig toeval kwam te overlijden, nam hij den jon- j gen graaf met zyn nietig bedrijfskapitaaltje tot associé san. De inkometen grensden aan het fabelachtige, j Graaf Leo had het bedrag der schuld, ter wille waarvan hij Europa had moeten verlaten, dan ook weldra in j handen en maakte zich gereed tot de terugreis. Een bittere glimlach speelde er om zijne mondhoeken, toen hij den mammon bij zich etak. Hoevele zweetdroppels, S hoeveel rnetelooze arbeid, hoeveel onbeschrijfelijke in* 1 spanning kostte dit geld niet. En ware het de gunst van den rijken mijnbezitter niet geweest, welk een lange, ja, onafzienbare tijdzon èr dan niet hebben moeten verloopen, voor Leo het kapi taal had kunnen afdragen. Hij had den ouden Ritter openhartig en eerlyk verteld van de verplichting, die hem in Duitechland wachtte, en deze had er oogen- schijn lijk ternauwernood naar geluisterd. Ritter was een klein, taankienrig mannetje, met trekken even hard en onbeweeglijk als het erts, dat hij door machines en menechenhanden uit de donkere aardlagen liet ophalen. Hij telde juist banknoten en gevulde geldzakken, ver geleek rekeningen en papieren, deed alles in een groote, yzeren kast en sleot die zorgvuldig af. Hoe nietig klon ken de onbeduidende cijfers in zijn ooren I De man rekende met millioenen. Hy had zooeven eerst zijn jongen associé rijn aaDdeel uitbetaald, en verder was het hem volkomen onverschillig, waarvoor hy dit geld ge bruikte. „Ge wilt duB weer naar uw vaderland terug en al1 spoedig had hij hem toen gevraagd. „Als het eenigszins kan, morgen „Wanneer het zijn moet, beet. En wanneer komt ge terug?" Toen graaf Leo besluiteloos met het antwoord draal de zeide de oude man plotseling: „Ge zult niet wederkeeren, nu ge hier geen doel meer te vervullen hebt. Ge zult u in het slot uwer vaderen vestigen en u een vrouw nemen." „Onvoorwaardelijk wil ik niet „neen" zeggen, doch voorshands bestaat dit voornemen nog niet bij mij." „Hm, ik wil u niet tegenhouden, ga maar geruBt, dooh wanneer ge toch liever in Europa wonen wilt hadt ge u eerst een flink kapitaal moeten verwerven, bij de vooruitzichten, die ik u geopend heb, zouden eenige jaren daartoe voldoende zijn geweest." „Mijnheer Ritter, ge zijt werkelijk een goed, onbaat zuchtig vriend, waarmede kan ik uw vertrouwen be* loonen Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2