bond, in de ptoats vac den heer J.
J. R. Moquette, die bedankt had,jhr.
D. van Foreest, te Oosthuizen, tot
mede-redacteuren van bet TydBohrilt
de heeren J. D. Treating en L. N. de
Jong.
De rekening en verantwoording,
aanwqxende een ontvangst van
f lö99.85l/j, en eene uitgave van
i 1750.65/4 werd goedgekeurd.
Alsnu kwamen in behandeling de
na te melden voorstellen:
A. .Het bestuur stelt voor, het
tydsobrift van den bond per maand
uit anderhalf vel te doen bestaan.
B. .Het hoofdbestuur wensoht nit
te sohryven een internationalen pro
bleemwedstryd voor driezetteD, met
•en door de te benoemen jury, op te
geven thema."
Na langdurige beraadslagingen werd
het eerste voorstel aangenomen met
94 stemmen tegen 13, het laatste met
57 stemmen tegen 49.
Ten slotte werd Utrecht aangewezen
als plaats waar in 1897 de algemeene
vergadering zal worden gehouden.
De jaarvergadering zal worden
gevolgd door de groote jaarlyksobe
schaakwedstrijden van 27 tot 31 Juli.
De lancy-tair te 's Gravenhage.
Men sohrqft uit Den Haag
De verfrissohende regenbui, die
Zondag in den voormiddag viel, moge
op bet bezoek van den fancy-fair op
„Zorgvliet" een nadeeligen invloed
hebben gehad, zeker is het, dat het
water de wandeling naar het feest
terrein veraangenaamde, daar het
mulle zandpad veranderde in een be-
gaanbaren weg zonder opstuivend
•tof.
De voorspelling, dat na 12 uur het
zonnetje weer door het wolkenfloers
zou heenbreken, werd bewaarheid
tot groote vreugde van de jonge dames
die nn onbesobroomd uit haretentjes
te voorsohijn traden, om met „ge-
pasten aandrang" programma's, borst-
bonquetje?, sigaren, planeten en pho-
tografleën onzer Koninginnen te koop
aan te bieden.
Op den Cambrinu8brug in bet pa
viljoen met de .gerenommeerde" bowl
met vruohten, in de poffertjeskraam
met als wafelmeisjes dienstdoende
jonkvrouwen, wier, fijne gelaatstrek
ken onder den Frieeohen gouden kap
nog eterker uitkwamen, overal ken
merkte zich het sohoone geslacht door
een edelen onderlingen wedijver, om
een groote recette in den geldtrommel
bij de oommissie te kunnen storten.
Met den gezamenlyken verkoop op
Zaterdag was dit doel reeds voor een
groot deel bereikt. Toen bedroegen
de entréegelden ciroa f1000 en werd
de opbrengst van die kermis op ruim
f4000 geraamd.
Op de kermesse d'été te Gorredyk
is Zondagavond, een tent gevuld met
bezoekers, omgewaaid. Het publiek
kwam met den eohrik vrg, dooh glas
werk, lampen enz. werden verbrijzeld.
Een bal ohampêtre dat was aange
kondigd, is niet doorgegaan.
Een gevecht met ernstigen
afloop.
Zondag hebben des ochtends en des
namiddags hevige vechtpartijen plaats
gehad op {uur afstand van Zwolle
in de buurtsohap Ittersum, gemeente
Zwollerkerspel, tussohen eenige ker
misreizigers, die zich aldaar in hunne
woonwagens ophielden. ZekereWillem
Bos, 33 jaar, kreeg een steek in den
rug, waardoor hij dood neerviel. De
daders werden naar het politiebureau
overgebraoht en de vermoorde naar
het passantenhuis, waar spoedig de
subst. offioier van justitie en de rechter
commissaris een gerechtelijk onder
zoek en verhooren hielden. Eea andere
kermisreiziger, H. Mennink, werd
gewond naar het ziekenhuis over
gebraoht.
Onweer.
Volgens de verschillende berichten
heeft Zondagavond in alle deelen des
lands het onweer schade aange
richt.
Boven Wageningen en omstreken
woedde het on weder hevig, vergezeld
van kolossaal veel regen en wind. In
het tramverkeer, zoowel op Ede als op
Arnhem en Rhenen, kwam belang
rijke vertraging, ook omdat er hier
en daar boomen op den weg vielen
Vooral onder Bennekom was de
storm zeer hevig en werden tal van
boomen ontworteld en huizen van
de daken beroofd en werd in vele
{tuinen belangrijke schade aangericht.
Van een korenmolen aldaar werd
een der roeden afgebroken en groo-
tendeels stuk geslagen. Ofschoon
hier en daar de bliksem is ingesla
gen, heeft men van brand niet ver
nomen.
Uit Driel (Betuwe) wordt ge
meld
Zondagavond tijdens het onweer
heerschte er een hevige orkaan. Er
werd een verschrikkelijke verwoesting
aangericht.
Verscheidene huizen achterhuizen en
schuren zijn ingestortdikke boomen
doormidden gebroken alsof ze afge
zaagd waren. De tabak is vernield
groote schadein 2 minuten ruim
f30,000. Aan de Roomsche kerk
zijn dak en toren beschadigd. Het
huis van P. Zeegers is ingestorteen
meisje van 13 jaar werd onder puin
gedood. Verscheidene boomgaarden
zijn vernield.
Als men de verwoesting aanschouwt,
zou men denken aan een Amerikaansch
verhaal.
In de Betuwe heeft het onweder
gepaard met een windhoos, groote
verwoestingen aangericht. Te Herveld
en vooral te Slik Ewijk werden een
aantal boomgaarden besohadigd en
vele vruchtboomen ontworteld.
Te 's Hertogenbosch zijn vier groote
zware boomen ontworteld. Het ge-
heele station Btond tijdens het on
weder onder water, daar de goten
het water niet verzwelgen konden.
Te Geffen lijn 3 huizen van het
dak beroofd.
Een vreeselijk schouwspel deed
zich. schrijft men aan de N. O. C.
aan de reizigers voor, die per laatsten
trein van Roodeschooi naar Gronin
gen gingen. Na een drukkend warmen
dag zag men te Roodeschooi in de
verte eenig onweer overigens geleek
het er volstrekt niet op, dat er een
zwaar onweer zou komeD. Te Uithui
zen was de bui wel iets naderbij en
zag men zuidwaarts nu en dan blik
semschichten langs den hemel flikke
ren. Hevige regenbuien schenen in
de verte neer te vallen, te oordeelen
naar de donkere lucht en de daar
doorheen loopende streepen. Te Us-
quert werd het onweer steeds erger
hooibaar, doch het gersas van den
trein verstomde het geluid van den
donder. Aan de felle bliksemstralen
alleen herkende men een zwaar on
weer. Te Waiffum gekomen, ontlastte
zich een regenbui, die zoo erg aan
kwam, dat de reizigers deD trein
niet in of uit konden komen, terwijl
het weerlioht niet van de lucht kwam.
Nog eenige bliksemstralen en links
van ons, daar bemerkt men brand op
twee plaatsen. De een wat verder af,
is de ander, op geen 100 meter van
den trein af, duidelijk zichtbaar. Hol
lend rennen de losgebroken paarden
om de vlammende vuurzee, die de
woning over haar geheele lengte bad
aangetast. Vreeselijk schouwspel, on
beschrijfelijk voor hem wien het treft,
maar treflend schoon, als men het
van zoo nabij ziet. Arme menechen,
die zoo uw oogst vernield ziet door
het hemelvuur. Ea alsof de twee
branden ter linkerzijde nog niet vol
doende waren, ook ter rechterzij merkt
men nog een grooten brand op. Te
oordeelen near de richting kon dit
in den Noordpolder zijn. Door de
bocht, die de spoorlijn van Warffam
naar Baflo maakt, bleef men de bran
den, thans alle drie ter linkerzij van
den trein, nog langen tijd in ésn
richting zien, en zelfs bij de halte
te Groningen zag men nog de vlam
men van een der boerenplaatsen naar
boven stijgen. En te Groningen aan
gekomen, meenende dat de bui eenige
verfrissching zou hebben aangebracht,
stuift het mulle zand ons tegemoet
en vieren de gymnasten feest in den
tuin van Harmonie. Schrikkelijke
contrasten zoo in elkanders nabijheid.
Moge het overigens goed afgeloopen
zijn
Pers Overzicht.
De Maastrichteche werkstaking.
Het Centrum opent in zyn Donder
dagavond-nummer een reeks van
artikelen over de werkstaking te
Maastricht. In het eerste daarvan be
toogt het blad, dat voor de katholie
ken neutrale vereenigiDgen van
werklieden alles behalve ideale ver
eenigiDgen zjjn en er gestreefd moet
worden naar vereenigicgea. die niet
neutraal zijn en wel degelijk den
godsdienst tot grondslag hebben, om
daarna uiteen te zetten dat daarom
de glasslqpersvereenigiDg „de Ver
gelding" te Maastricht voor de ka
tholieken geen goede vereenigiBg is,
omdat juist zij neutraal is, volgens
een gezegde in een barer brochures.
„Wy xjjn geen katholieke en geen
sooialisiische vereeniging, wij zyn een
glasB 1 g pers vereen igin g."
Die neutraliteit vertrouwt het Cen
trum eohter niet erg en wel omdat
lo. de sohrjjver en woordvoerder
dezer zoogenaamde neutrale vereeni
ging „Vergelding" niemand anders
is dan de heer H. Vliegen, de be
kende sooialist, uitgever en drukker.
„Welnu", zegt het blad is deze
heer dan een glasslijper en glassly-
per alleen?
.Maar een glasslyper kan niet een
sohrjjver zyn, en wanneer de glas
slypers dus broohures sohryven wil
len, moeten zy wel hun toevluoht
nemen tot iemand die geen glassly-
per is.
.Is eohter de heer W. H. Vliegen
niet ander dan een pen in de han
den van de glasslypers
„2o. De tweede reden waarom wy
de waarheid van bovengenoemde
bewering betwyfelen is gelegen in
het antwoord op deze laatste vraag.
„Het is algemeen bekend, dat de
heer W. H. Vliegen meer is dan de
pen der glasblazers en niet zoo ge
heel ten onreohte hnn geestelijke ad
viseur wordt genoemd."
In een 2e artikel betoogt het Oentr.
dat men rekening moet houden met
bet feit dat de zoogenaamde neutrale
vereeniging Vergelding eenmaal be
staat, en wel bestaat, naar zjjn vaste
overtuiging, door de traagheid en
lauwheid der katholieken-zelven.
Eu in een derde, tevens slotartikel
komt het blad tot de slotsom, dat de
handelwyze des heeren Regout tegen
de vereeniging „de Vergelding" onbil
lijk is.
De Vereeniging Vergelding, zegt
het blad, bestond eenmaal en tot nn
toe had men ten minste iaDgs offl
cieelen weg deze Vereeniging ODge-
moeid gelaten. Wanneer treedt men
nu offioieel tegen deze Vereeniging
op Wanneer zjj iets doet, wat in
druiscbt tegen de maatschappelijke
orde of tegen de wet Neen, zij doet
iets wat geheel valt in het bestek
van haar werkzy blyft geheel en
al in haar levenskringzij doet iets
wat elke vakvereeniging van tyd tot
tijd kan doen; nog meer zy doet
iets wat zelfs, naar het getuigenis
van den Kitholicken Werkman, door
eene katholieke vakvereeniging kan
gedaan worden zij komt voor den dag
met eisohen, blykbaar zoo billyk, dat
die eisohen in verloop niet van maan
den maar van dagen voor een groot
deel zyn ingewilligd. En nu bij deze
gelegenheid wordt deze vereeniging
aangegrepen, en dat op eene wyze,
die, naar ons gevoelen, ook niet ge
lukkig genoemd kan worden. Men
slaat niet alle leden dezer Ver
eeniging, maar alleen het BeBtuur,
overtuigd dat men op die wyze, zon
der zioh van een kleine honderd on
misbare glasslypers te ontdoen
alle leden dezer Vereeniging de
Vereeniging in het hart zal treffen,
zóo dat de dood er op volgt.
Wordt men niet gedwongen te er
kennen, dat het [optreden der firma
Petrus Regout en Co. tegen de Ver
eeniging Vergelding op deze wjjie,
in dit oogenblik onbillijk is
De gewerenquaeetie.
Naar aanleiding van het artikel der
Limburger Koerier aangaande onze
nieuwe geweren (zie vorig persoverz
heeft de heer C'oenegraoht aan ge
noemd blad een sohryven gezonden,
waarin hy beweert, dat bedoelde be-
riohten meerendeels een verouderd
Oostenrjjksoh geweer betreffen, en de
mededeelingen over het door de re
geeriDg gekozen geweer vrywel ge
heel onjuist zyn. De heer C. schrijft:
„Eene oommissie, bestaande uit Ne-
derlandsche officieren, keurde bet
wapen goed en stelde het boven ieder
ander geweerzelf heb ik veel met
het wapen geschoten en ik was op
getogen over zijn goede eigenschap
pen.
lo. De afwerking van allegeweren
te Maastricht (thans 160) is prachtig
en kan slechts verkregen worden
door eene fabriek zoo goed ingericht
als die te Steier. Mooht u nog be
twijfelen, de heer Micheels, wapen
handelaar te Maajfrioht, zai het, als
rakmai), nader bevestigen.
2o. Nimmer weigerde een houder
behoorende by soherpe patronen en
zelden of nooit haperde een patroon
bij het in brengen. (Tot nu toe heeft nog
geen militair te M. een Boherpe pa
troon in handen gehad, veel minder
er mee gesohoteD. Uw militaire be
riohtgever doelt zeker op oude ge-
deukte, exereitiehouders en exeroilie-
patronen voorzien van een houten
kogel.) Wordt de zaak nu duidelijker?
Een goed afgewerkt geweer eieoht
goede munitie, zooals wy die steeds
hebben gehad en wederom zullen ont
vangen.
3e. De grendel is uitstekend, trou
wens hy is van de ingevoerde oor
logswapenen de nieuwste. Zyn ver-
sohil van den Duitsohen is byna on
merkbaar, dooh hy heeft niets (ik
cursi»eer) van den OostenryksoheD.
4o. Het in Oostenryk afgekeurde
geweer heeft niets met het onze ge
meen dan den naam. Hy die deze
beide wapens gelykstelt heeft ze
nimmer gezienhem raad ik een
reisje aan naar Steier, of hetgeen
goedkooper is, by een eventueel ver-
blijf te 's Gravenhage, een bezoek aan
de geweerkast der Normaalsohiet-
sohool."
De Limburger Koerier heeft onmid
dellijk by zyn militairen berichtgever
te Mrastrioht, van wien het veront
rustende artikel afkomstig was, na
dere informatiën ingewonnen Deze
zegt dat hy geen woord van zyn me
dedeeling terugneemt.
Plus minusde bekende medewerker
van de Amst. Ct. wijst er op, naar
aanleiding van de gebreken, die de
nieuwe geweren zouden aankleven,
dat men in deze niet over het hoofd
mag zien, dat men in Maastricht,
noch in eenig ander garnizoen,
scherpe, dus] echte patronen heeft,
maar, dat men alleen exercitie-dito's
met houten kogels gebruikt en voorts,
dat nog de mogelijkheid bestaat, dat
de exercitie-patronen door niet vol
doend geoefende manschappen in de
houders zijn geplaatst, en dit moet
aanleiding geven tot haperiugen,
waarvoor trouwens van hooger hand
gewaarschuwd is.
-Een strijdvraag
Het Centrum schrijft:
„In een zeer waardeerende beschou
wing over den Boerenbond maakt
het Haageche Dagblad o. m. de vol
gende bemerkingen, omtrent de quaes-
tie, welke ook op de constitueerende
vergadering te Utrecht besproken
werd.
„Trouwens, of vryhandel ofprotec
tie wenschelijk is, is een strijdvraag,
die niet door machtspreuken en re
deneeringen wordt opgelost, en, wat
meer zegt, wier oplossing naar tyd
en plaats geheel verechillend zal en
moet wezen. Zij is geen kwestie van
doctrine, maar van practisch regee-
ringsbeleid, afhankelijk van de steeds
wisselende internationale verhoudin
gen."
„Met deze opvatting kunnen wij
ons van heeler harte vereenigen en
in andere bewoordingen hebben wij
cfan ook meermalen reeds hetzelfde
,Minder dan door de theorie, schre
ven we nog onlangs, moeten wy ons
in deze materie laten leiden door de
practijk en de bakens verzetten, wan
neer dit noodig blijkt.
„En zulks geldt o. niet slechts
voor de bescherming en den vrijhan
del, maar ook voor de fair trade,
door het Dogblad met warmte aan
bevolen.
„Op dit punt verschillen wij dus
in zooverre van het Haagscbe orgaan,
dat wij ook bier algemeene uitspra
ken wenschen te vermijden.
„„Fair trade" kan onder zekere om
standigheden goed zijD, maar onder
andere omstandigheden weer minder
goed. En in dit laatste geval zou
den wij, om het zoogenaamde begin
eel te redden, er niet gaarne de hand
toe willen leenen.
„De eenige vraag moet zijn, of er
inderdaad voordeel te behalen valt.
„En daarom is alle doctrinarisme
ten deze gevaarlijk."
Eene drankquaeetie.
Het Alg. Bandelebl. sohryft het na
volgende
„De rechtbank te 's Gravenhage
heeft onlangs in een strafzaak een
vonnis gewezen, waarop in het laatste
nummer van het WeekKad tttn het
Recht mr. A. Levy terugkomt. Een
man had in een tappery gevraagd om
een halve fleeoh jenever. Hel ver
langde was door de herbergierster
vóór hem op de toonbank gepfcatst
de man had de flesoh gegrepen en
was er hard mee weggeloopen. Waar
aan had deze man zioh sohuldig ge
maakt? Aan verduistering had de
Hasgsohe rechtbank geantwoord. On
juist, zegt de heer Levy. De herber
gierster zette de flesoh voor den man
op de toonbank en zei„Asjeblieft."
Dat was levering, zegt de heer Levy.
De man was dus op hst oogenblik,
dat hy de flesoh greep, eigenaar en
de herbergierster bad van hem den
prjjs van de jenever te vorderen; de
zaak behoort niet by den strafreoh-
ter maar by den civielen rechter. En
wanneer de verkoopster gezegd had:
„Hier is de jenever, maar ik lever u
niet voor ge betaald hebt," dan nog
was er van verduistering geen sprake
maar van diefstal. „De zakelyke in
houd van het vonnis was in het
Weekblad aldus geformuleerd„Hy,
die in een tapperij een flesoh jene
ver, welke op zjjne bestelling op de
toonbank by hem is geplaatst, weg
neemt en daarmede de tappery ver
laat, maakt zich aan het misdrijf van
verduistering sohuldig, indien de
flesch alleen te zijner besohikking is
gesteld in de onderstelling, dat die
dadelyk zou worden betaald."
„Met mr. Levy achtten wy dat
tegen deze stelling nogal iets te zeg
gen is."
Koloniën,
Atjeh.
Aan de jongste rapporten omtrent
de voornaamste gebeurtenissen in het
gouvernement Atjeh en Onderhoorig
beden, loopende van 14 tot en met
20 dezer, wordt het volgende ont
leend
Groot-Atjeh. By de tuchtiging van
Lamkrak sneuvelde de Afrikaansohe
avonturier Habib Koeala van Pedir
(Saijid Anajatoellab), die gedurende
zyn leven een vrij dubbelzinnige rol
jegens ons gezag speelde.
Door den regeerings-oommissaris
werd bepaald, dat de aan de hoofden
buiten de linie door het bestuur in
bruikleen verstrekte geweren ingele
verd moeBten worden en dat anders
ter bereiking van dat doel tot dwang
maatregelen zou worden overgegaan.
T. Panglima Bintang der III Moe-
kims Daroe deed daarop 12 van de
16 hem geleende tromplaadgeweren
terugbrengen T. Nja Mohamad der
EX Moekims 20 tromplaadgeweren en
1 aohterlader en T. Nja Gib, Imam
van Oeleh Soeaoeh 4 aohterlaadge-
weren.
De zoon van den eigenlyken hoe-
loebalang der IX Moekims T. Nja
Imeum trad meer en meer op den
voorgrond. Den 15en Juni bracht hij
zyne Imams, uitgezonderd dien van
Lamkoenjit, die ziek heette te zyn,
by bet bestnur. Evenals was gesobied
met de Imams van Daroe, werd hun
duidelyk gemaakt dat verlangd werd,
dat de kampongs rustig bewoond
werden, en dat de bewegingen onzer
troepen buiten de geconcentreerde
stelling ten doel hadden de vestiging
van kwade en vreemde elementen te
beletten.
In de IX en Hl Moekims is het
volk dientengevolge weder bjjna ge
heel teruggekeerd, terwjjl ook dege-
vluohte bevolking van Lampagar en
Lamtengah in de VI Moekim begon
terug te keeren.
Aan de Imams van Koehé. Loküja
en Lampoe-oek (IV Moekim), door
T. Tjoet Bantah by het bestuur ge
bracht, werden eveneens de bedoe
lingen van het gouvernement voor
gehouden.
De hoofden en de bevolking der
V Moekim Montassik en uit het ge
bied van T. Tjoet-Toeng-koep in de
XXVI Moekim toonden hunne vjjan-
dige gezindheid door het opwerpen
van versterkingen, terwyl die uit eerst
genoemd gebied nog bovendien het
in de Moekim Gani (Kerkoen) gele
gen Adjé, in samenspanning met den
vijandigen T. Kerkoen, deden bezet
ten door de bendehoofden T. Brahim
Montassik, Pang Arab, Panglima Nja
Makam, Pang Seoh, Habib Sama-
langa en de Tengkoes SopiLoeboek
en Lamoeë, tengevolge waarvan de
bevolking van Adjé, die weigerde
met deze indringers gemeene zaak
te maken, uit de XXII Moekim naar
Siroen vluchtte.
In terband met een en ander
den de bovengenoemde landstrekq
den 16en en 17en Juni door eet
troepenmacht getnobtigd en by d
gelegenheid de opgeworpen verstq
kingen genomen.
In de door ons getuchtigde Mq
kims wordt gezegd rystschaarschl
te heerschen. Deels door gebrek gj
dwongen en ontmoedigd door h|
snooes onzer troepen, deels ook wi
gens oneenigheid tusechen de va
schillende bendehoofden, keerden q
stryders uit Eadjoeng, Merdoe, Samj
langa en Fasangan in grooten getal
naar hnnne woonplaatsen terug.
Onderhoorigheden, Noordkust. Toj
ankoe Mohamad viel den 13den Ju:
met twee djaloere een vaartuig aaj
dat van Daoeng op weg was naar SegJ
en doodde éen der opvarenden.
De weersgesteldheid wasgednrend
den verelagtyd buitengewoon warm a
droog.
De gezondheidstoestand was miudq
bevredigend vele koortsgevallen kwi
men voor.
Aan een particulier sohryven ui
Kota Radja is door het Bat. N.bU
o. m. het volgende ontleend
„Alles te zamen genomen, ziet ht
er niet bepaald gunstig nit, in poli
tiek evenmin als in militair oprichi
„Wij hebben wel, als met groot
troepenmachten geageerd wordt, enke
het succes, dat de vijand vluch
en wij zijn boeltje kunnen opruimen
„Maar nauwelyks zyn de troepei
terug, of de kerels zitten weer o|
het oude plaatsje, en komen wy me
een kleine macht weer eens kijken
dan krijgen wij vuur en verliez n.
„Zoo worden onze troepen oude
gewoonte door den vijand afgemat!
Uit de Javasche Crt.:
Den 263ten dezer werd eene ex
cursie ondernomen in de IX Moe
kims, waar He bevolking rustig was
Siechts enkele schoten vielen uit he
gebergte, zonder ons verlies toe ti
brengen.
Tevens werd dien dag eene excursij
gemaakt naar Lamsoet en Senelop
In de III Moekims Kerkoen was di
bevolking rustig, Lamdjampoe wai
verlaten en eerst in Senelop were
een klein aantal vijanden aangetroffen
Bij den terugmaisch werd de colonni
beschoten, waardoor drie minden
militairen licht gewond werden.
Telegrammen aan de J. B. en hei
B. Nblad:
29 Juni. Hedennacht is naa
Anak Galoeng uitgerukt door eeni
colonne, bestaande uit het 3e en hei
14de bataljon en marechaussees om
kampong Sibreh te tuohtigenhet öe
bat. neemt stelling aan den rechter
oever der Atjeh-rivier bij Koenglinka:
het halve 7de en het 12de bij Anaï
Baté.
29 Juni. Hedennacht tegen half
twaali is een colonne onder commando
van den overste Van Heulsz en sa
mengesteld nit het derde en het zesd<
bataljon en de marechaussees uitge
rukt.
Te 3 uren rukte een colonne nil
onder den overste Soeters, samenge
steld uit het 7e, 12e en 14e bataljon
welke colonne te vijl uren werd ge
volgd door het 5 8 bataljon als re-
Het doel is de tuchtiging van Si
breh en de vernieling der verster
kingen tussohen Anagaloeng en Le^
pong Ara.
80 Juni. Door de mareohausseea is
onze oude benting Anak Galoeng
stormenderhand genomem
Er vielen by deze gelegenheid 130
gesneuvelde Atjehers in onze handen.
De verwondingen der offioieren zyn
als volgt
de kapitein der marechaussees jhr,
G. J. W. Graafland kreeg een schol
in het been
de le-luits der infanterie Dijkstra
een klewanghouw over de borst en
C. F. A. Wagener een Bchot in d^
band;
de ritmeester jhr. L. D. C. de
Lannoy een sohampsohotin den voet;
de le luitenant der Infanterie K. L
C. Rijnen twee sohoten in de lies en
een klewanghouw in den rug.
Het derde en zesde bataljon gaan
door naar Sibreh.
De troepen keerden gistermiddag
zonder verdere verliezen terug, na
Sibreh en Rahat te hebben verbrand,
Waar of zijn gedachten wei toefden? Daarginds in zijn j
rancho, van welke hem op dit oogenblik, bergen, woes
tijnen, prairieëD, zeeën, Indianen en buffels scheidden
Had hij een geliefd wezen achtergelaten, dat hem met j
vurig verlangen verwachtte, ol gold zijn verlangende
blik de vorstelijke vrouw daarginds in den gondel, die
zoo trouweloos jegens hem gehandeld had
Daar ge al reeds geruimen tijd op het slot vertoeft,
kunt ge me misschien ook wel zeggen of graaf Egon
zeer ongelukkig is. Gij kent toch die ongelukkige ver
houding?" begon hij plotseling.
Lindis knikte langzaam en beschroomd. „Ik ken haar
evenals allen op het kasteel," luide haar ernstig ant
woord.
„Niet waar, hij lijdt zwaar?" vroeg hij haastig.'
„Zeer zwaar; alleen de hoop, dat hij binnenkori den
last kan afschudden, heeft hem in den laatsten tijd wat
kalmer doen worden."
Graaf Leo boog peinzend bet fraaie, donker gebruinde
hoofd. „En zy, niet waar, zij is gevoelloos."
„Neen, zij is niet gevcellooe, maar alleen een onge
lukkig schepsel."
Lindis w*b diep zuchtend opgesprongen, zy wilde zich
zelve uiet beschuldigen, waarom zou zij gevoelloos zyn.
Zy toch leed het meest onder den druk der keten, die
haar en graat Egon op de schouders was gelegd.
Graal Leo bracht den losprijs tot op de laatste pfen
nig, goed bewaard en verzegeld in zijn reiBtasch; hy
htó hem verworven door onvermoeiden arbeid en door
het blinde geluk begunstigd. Met zweet en stof bedekt
had hij hem ten deele gegraven, en wel in een betrek
kelijk korten tijd in een Califomisc'ne goudmijn, waar
hij door de toevalligheden van het Amerikaansche leven
in geraakt was, hij had de mijn gekocht van de weinige
karige middelen, die Egon hem had doen toekomen.
Had hij een aanzienlijk kapitaal tot bearbeiding daar
van en kwikzilver voor de amalgeering bezeten, dan
zou het gemakkelijker gegaan zijn, doch zooals de zaken
nu stonden was het een gewaagde onderneming. Een
tijdlang voedde hij zich met de hoop, dat hij op een
ader kon stooten, waar het gesteente gouden strepen en
punten, ja, wellicht geheele massa's gouderts bevatte.
Dooh deze hoop verdween al spoedig, al zij het dan
ook niet de moed. Hij moest geld verdienen hy
moest. Het gelukte hem de mijn met een gering ver
lies van de hand te doen en zich op andere zaken toe
te leggen. Hij had in rundvee, koren, bouwterrein, in
landerijen voor de zendelingen, kortom, in al het mo
gelijke gespeculeerd. Men had hem concurrentie aange
daan, hem opgelicht en geld ontnomen. Doch nog bij
tijds keerde hij al die zaken den rug toe, hij was nu
eenmaal niet voor koopman in de wieg gelegd; dit zag
hij maar al te wel in, hij rekende te veel op de men-
schelijke grondbeginsels en trok daarmede natunrlyk
aan het kortste einde. De levenslustige, vroolyke officier
was zoodoende in korten tijd in een bedaarden, ern
stigen man veranderd; met zijne ervaringen zou hij
duizenden menechen van nut hebben kunnen zyn, doch
hij trok zich meestal zwygend terug. Een gunstig ge
sternte had hem dieper in het land en tot den oom
van Fritx Ritter gevoerd, die daar als een schatryk
yzermijnbezitter gevestigd was. In den aanvang met
wantrouwen ontvangen, dat bitter zwaar op Leo ge-
drukt had, hadden zijn nooste vlyt, zijn vastberaden-
heid, zijn moed en zijn geestkracht van lieverlede maar
zeker het welgevallen van den ouden miliionnair op-
gewekt en toen zijn eenige zoon tengevolge van een
noodlottig toeval kwam te overlijden, nam hij den jon-
j gen graaf met zyn nietig bedrijfskapitaaltje tot associé
san. De inkometen grensden aan het fabelachtige,
j Graaf Leo had het bedrag der schuld, ter wille waarvan
hij Europa had moeten verlaten, dan ook weldra in
j handen en maakte zich gereed tot de terugreis. Een
bittere glimlach speelde er om zijne mondhoeken, toen
hij den mammon bij zich etak. Hoevele zweetdroppels,
S hoeveel rnetelooze arbeid, hoeveel onbeschrijfelijke in*
1 spanning kostte dit geld niet.
En ware het de gunst van den rijken mijnbezitter
niet geweest, welk een lange, ja, onafzienbare tijdzon èr
dan niet hebben moeten verloopen, voor Leo het kapi
taal had kunnen afdragen. Hij had den ouden Ritter
openhartig en eerlyk verteld van de verplichting, die
hem in Duitechland wachtte, en deze had er oogen-
schijn lijk ternauwernood naar geluisterd. Ritter was
een klein, taankienrig mannetje, met trekken even hard
en onbeweeglijk als het erts, dat hij door machines en
menechenhanden uit de donkere aardlagen liet ophalen.
Hij telde juist banknoten en gevulde geldzakken, ver
geleek rekeningen en papieren, deed alles in een groote,
yzeren kast en sleot die zorgvuldig af. Hoe nietig klon
ken de onbeduidende cijfers in zijn ooren I De man
rekende met millioenen. Hy had zooeven eerst zijn
jongen associé rijn aaDdeel uitbetaald, en verder was
het hem volkomen onverschillig, waarvoor hy dit geld ge
bruikte.
„Ge wilt duB weer naar uw vaderland terug en al1
spoedig had hij hem toen gevraagd.
„Als het eenigszins kan, morgen
„Wanneer het zijn moet, beet. En wanneer komt ge
terug?"
Toen graaf Leo besluiteloos met het antwoord draal
de zeide de oude man plotseling:
„Ge zult niet wederkeeren, nu ge hier geen doel meer
te vervullen hebt. Ge zult u in het slot uwer vaderen
vestigen en u een vrouw nemen."
„Onvoorwaardelijk wil ik niet „neen" zeggen, doch
voorshands bestaat dit voornemen nog niet bij mij."
„Hm, ik wil u niet tegenhouden, ga maar geruBt,
dooh wanneer ge toch liever in Europa wonen wilt
hadt ge u eerst een flink kapitaal moeten verwerven,
bij de vooruitzichten, die ik u geopend heb, zouden
eenige jaren daartoe voldoende zijn geweest."
„Mijnheer Ritter, ge zijt werkelijk een goed, onbaat
zuchtig vriend, waarmede kan ik uw vertrouwen be*
loonen
Wordt vervolgd).