WELK E?
Maar welke Welke zal ik ten huwe
lijk vragen? vroeg luitenant Servaas
zich af. „Ik hond van allebei even
veel. Madeleine en Suzanne hebben
dezelfde houding, denzellden blik,
dezelfde kleur van haar, dezelfde stens,
dezelfde smaak en dezelfde behoor
lijkheid. Onder die omstandigheden
is een keus haast onmogelijk. Wie
is daar?"
Er werd zachtjes aan de deur ge
tikt, „Ik ben het, luitenant," zei een
huzaar ih klein tenue, die binnen
kwam met den sabel en de laarzen
van den officier.
„Hoe laat is het, Jan
„Tien minuten over zeBsen," zei de
oppasser. „De luitenant heeft juiet
den tijd om te zeven uur in de kazerne
te zijn."
Een half uur later sprong Servaas
in den zadel en reed naar de kazerne,
waar zijn escadron reeds geschaard
stond. Het was heden velddienst en
toen het escadron op weg ging was
het helder dag. De zon bescheen met
haar gouden bol de groote vlakten,
het morgenwindje bracht den heer
lijken geur over van versch gesneden
hooi.
Naast zijn peloton reed luitenant
Servaas stapvoets. Hoe ver waren
zijne gedachten verwijderd van de
nietige bijzonderheden der oefeningen,
die vandaag zouden plaats hebben I
Plotseling evenwel hief hij zich op,
zette zich recht op het lichtgele engel-
8che zadel, dat scherp afstak tegen
het zwarte paard men naderde de
woning van de dames Ronceray.
Het was een mooie villa omgeven
door een keurig en smaakvol onder
houden tuin. De helkleurige gera
niums waren sierlijk geschikt naast
de bescheiden resedaeen vijver, waar
over een rustiek bruggetje, fonkelde
in de zonnestralendaarachter, halt
verscholen achter het huis, was eene
groote volière bevolkt met fazanten,
patrijzen en andere vogels.
„Daar zijn ze," daoht de luitenant,
wiens hart in hem bonsde.
Inderdaad bespiedden de beide
meisjes achter de gesloten zonneblin
den de voorbijtrekkende huzaren.
Maar op eens, was het toeval of
opzet, stiet de jongste de blinden open
en aller oogen keerden zich naar het
met wilden wingerd omkranste ven
ster, waarin de beide meisjes stonden
als in een prachtige lijst gevat. Ze
waren even schoon en even bevallig
en geleken zoo op elkander, dat zelfs
een goede bekende zich gemakkelijk
had kunnen vergissen. Hun haar was
zwart als de nacht, hunne oogen waren
blauw als myosotis.
Met een vriendelijk handgebaar
beantwoordden zij den groet van den
luitenant, die lang nadat het bekoor
lijke visioen verdwenen was, voort
ging zichzelven af te vragen „Welke
van de twee? Welke?"
Toen de troep de eerste halte hield,
werd de luitenant omringd door zijne
kameraden. „Wat zijt gij toch een
gelukskindzei kapitein Hermans,
„kent gij twee zulke schoonheden en
hebt ge ons nog nooit over haar ge
sproken
„Dat laat zich begrijpen" zei luite
nant Dubrulie spottend. „Servaas is
bang voor concurrentie."
„Daarvoor ben ik volstrekt niet be
vreesd," antwoordde Servaas. „Sinds
twee maanden ben ik bij de familie
Ronceray geïntroduceerd en denk
spoedig eene van de meisjes ten huwe
lijk te vragen."
„Welke vroegen de beide officie
ren te gelijk.rtijd.
„Ach," zei de arme luitenant, „dat
is nu juist wat ik niet weet, ze ge
lijken zoo sprekend op elkander."
„Drommel8l" zei de kapitein be
denkelijk.
„Dat wordt moeilijk," voegde de
luitenant er aan toe.
HAARLEMMER HALLETJES.
Ben Zaterdagaiondpraatje.
cccv.
Welk onderwerp zal de Zaterdag
avondprater behandelen op den twee
den Zaterdag van de kermis
De keuze is niet groot. Over de
kermis zelf kan hq het niet meer
hebben. Ze is, op den Zondagavond
en den laat ons zeggen bekenden ker-
mis-Maandag na, geen onderwerp
meer, dat stof oplevert. Ze nadert
haar einde en veel nieuws is er over
haar niet meer te vertellen.
Andere onderwerpen zijn er niet,
want gedurende de kermisweek staat
alles stil. Wanneer er ook wordt
vergaderd, op welk tijdstip er ook
plannen worden gemaakt, overleg
gingen worden gepleegd, nieuwe zaken
op touw gezet in de kermisweek
staat dat alles stil.
Wie dus in deze week op Zater
dagavond praten wil, dient een blik
te slaan in het verleden of in de
toekomst. Nu is profeteeren een on
dankbaar werk. Wie in een dagblad
dat slechts een enkelen dag van leven
heeft, aan het voorzeggen gaat, weet
zeker, dat wanneer hij het juist raadt,
niemand het zich meer zai herinneren
op het oogen blik, dat zijn profetie
wordt vervuld. Is het dan wonder,
dat ik veel liever mijn toevlucht neem
en mijn stol put uit het verleden?
Nu zijn er, als ik het zoo noemen
mag, twee soorten van verleden: dat
wat eeuwen achter ons ligt en dat
ternauwernood enkelen meer belang
stelling inboezemt en het verleden,
dat betrekkelijk nog jong is waar
van zich deze en gene nog flauwtjes
iets herinnert en de meesten niets
meer maar waarvan althans allen
wel eens gehoord hebbeneen ver
leden, dat nog niet bij eeuwen, maar
„Ik wou, dat ik uit dien dwazen
toestand geraken kon," zei Servaa3
ontstemd.
„Beste vriend," zei Dubrulie goe
dig, „wanneer ik je in deze moeilijke
quaestie van dienst kan zijn, wees
dan vooral zoo goed, mq te raad
plegen."
„Daar valt mij wat in," zei
de kapitein. „Stel ons aan de
dames voor. Bij den eersten oogop
slag zal ik je wel vertellen, wie je
uitverkorene isvoor zulke dingen
heb ik altijd veel aanleg gehad. Is
het een deftige familie
„Zeker, kapitein, mevröuw Ron
ceray is de weduwe van een kolonel,
die m de koloniën gesneuveld ishaar
fortuin evenaart do schoonheid harer
dochters."
„Dat wil nog al iets zeggeD," merkte
luitenant Dubrulie op.
„Zeer goed," bernam de kapitein,
„we zullen met n deze damee een be
zoek brengen. Ik ben gaarne beroid,
u van dienst te ziju. Maar daar klinkt
het signaal opstqgen. Tot straks
meneeren 1"
Den volgenden dag na tafel intro
duceerde Servaas, die voor zich en
zijne beide vrienden belet hadgevraagd,
dezen bq mevrouw Ronceray en hare
dochters. Met hara blanke handen,
die in teerheid wedijverden met het
saksisch porcelein, dienden de beide
naeiejes de thee rond. Een aange
naam gesprek volgde daarop zette
Madeleine zich voor de piano, terwijl
Suzanne met Dubrulie, die een goede
tenorstem bezat, eenige duetten uit
operetten voordroeg.
De kapitein, verrukt, feliciteerde de
beide meisjes met hare groote muzi
kale gaven. Vooral Madeleine kreeg
menig compliment van hear over haar
uitstekend spel.
De uren vlogen om. Het was reeds
laat, toen de officieren er aan dach
ten om afscheid te neoaen. Het was
een heldere nacht, zacht als ten
zomeravond. Op den door maanlicht
overgoten weg liepen de drie vrienden
onder opgewekte gesprekken voort.
„Welnu, kapitein," zei Servaas,
„kunt ge mij nu zeggen, welke van
de twee mijn uitverkorene is
„Beste vriend.,ik begrijp uwe aar
zeling volkomen. Zij zijn beiden zoo
mooi en bekoorlijk. Madeleine is een
uitstekende pianiste en Suzanne singt
verrukkelijk."
„Dat is zoo," zei Dubrulie.
„Welnu, ronduit gezegd, kameraad,
mijn talent om dergelijke hartsgehei
men op te lossen, laat mij hier in
den steek. Volgens mqn bescheiden
opinie is er voor u maar een middel,
om met uzelven eens te worden, aan
wie ge den voorkeur geeft."
„Eu dat is
„Luister. In uwe plaats zou ik 8
dagen verlof vragen en gedurende
dien tqd op X6is gaan, zoover ge kunt.
Op een afstand zult gij u beter re-
keneohap kunnen geven van de in
drukken, die gij van de beide meisjes
hebt opgedaan. Ga naar de zee, over
leg rustig eu kalm, roep het beeld
van Madeleine en Suzanne voor uwen
geest op, denk na en vergelijk in
ongestoorde kalmte. Ge zult dan bij
uwen terugkeer tot een besluit geko
men zqn.1'
„Gij hebt gelijk antwoordde Ser
vaas, „maar hoe moet ik een verlof
krijgen
„Laat dat maar aan mij over,"
antwoordde Hermans, „daarmee zal
ik mq belasten."
„Ik dank u, kapitein," zei de lui
tenant, hem hartelijk de hand druk
kende, „ik verzeker u, dat ik dezen
dienst
„Al wel, al wel," viel hem de ka
pitein in de rede. „Men moet el
kander wederkeerig bijstaan, niet
waar
Twee dagen later pakte Servaas
zqn koffer en ging naar de Middel-
landsche Zee, om aan hare oevers
tot een besluit te komen. Maar ter
bij tientallen van jaren gerekend
worden. Over een persoon, uit dat
jeugdig verleden zal ik ditmaal iets
mederleelen, in de hoop, dat het mijne
lezers zal interesseeren.
Nu en dan treden in bestuurscol
leges excentrieke menschen op. Ex
centriek wil zeggen: uitmiddelpun
tig, dat is wat niet in bet middel
punt blijft, wat niet meedraait met
de rest, maar een eigen standpunt
inneemt, tot verbazing en ergernis van
alles, wat wel blijft in het door ge
woonte en gebruik geijkte midden.
Die menschen worden, wanneer ze in
bestuurscolleges zitting krijgen, door
hunne medeleden lastige menschen
genoemd. Bij hst publiek evenwel
kunnen ze, wanneer ze maar iets tot
stand brengen, zeker zijn van toe
juiching.
Die schijnbare tegenspraak laat zich
gemakkelijk verklaren. De menschis,
licht vatbaar voor sleur in zijn eigen
kring, maar vergeeft die niet aan een
ander. Wij allen, niemand uitgezon
derd, hebben neiging tot het volgen
van geijkte gewoonten en gebruiken
tot het volgen van platgetrapte paad
jes, maar we doen dat, bijkans zon
der het te weten en zonder het te
beseffen. Daarom vliegen we ieder
naar de keel, die den sleur in ons
eigen kringetje afkeurt, maar we
klappen in de handen, zoGdra hij dee
sleur aanwijst bij een ander. Dit jb
zoo volkomen menschelijk, dat het
niet verstandig is iemand daarover
hard te vallen.
Deze uitmiddelpuntige mensohen.
kunnen veel goeds doen. Zij kunnen
wijzen op wat er door langen sleur
verkeerds is ontstaan en, al wordt er
niet dadelijk naar hen geluisterd, op
den duur zal de uitwerking van
hunne woorden jniet worden gemist.
Maar daar staat tegenover, dat er een
wijl hij in de omstreken van Nizza
rondzwierf, zetten kapitein Hermans
en luitenant Dubrulie ijverig hunne
bezoeken bij mevrouw Ronceray voort.
De kapitein maakte het hof aan MaJ
deleine en de luitenant bewees de
grootste attenties aan Suzanne en
binnen enkele dagen eindigde dit in
twee huwelijksaanzoeken, die beide
werden aangenomen, maar die de
twee officieren wederkeerig voor el
kaar verborgen hielden.
„Mijn geweten verwijt mij niets,"
zeide de kapitein 'bij zichzelven. „Wan
neer Servaas terugkomt, zal ik hem
er wel van overtuigen, dat hq Su
zanne bemint."
„Ik heb mij niets te verwijten,"
dacht van zijn kant ook de luitenant.
„Servaas is natuurlijk verliefd op
Madeleine."
Nauwelijks was Servaas terug van
zijn verlof, of de drie officieren trof
fen elkaar in de sociëteit aan- De
kapitein was de eerste, die het woord
nam.
„Alzoo," zei hij met een geforceerd
lachje, „zijt ge er nn toch zeker van
overtuigd, dat ge Suzanne lief hebt l"
„Neen, neen, Madeleine verbe
terde Dubrulie.
„Weineen, Suzanne I"
„Volstrekt niet, Madeleine
„Maar ik ben geengageerd met
Madeleine l" brulde de kapitein.
„En ik heb bet jawoord van Su
zanne," antwoordde de luitenant.
„Welnu," riep Servaas, wiens ge
laat plotseling ophelderde, „ik ben
daar blij om, want ik heb te Nizsa
kennis gemaakt met een allerliefst
meisje, waarmee ik de volgende maand
ga trouwen."
„Komaan," zei de kapitein, „dan
is alles ten beste geregeld en behoe
ven we niet meer te vragen: welke
Naar het fransch van
H. Daraay.
BINNENLAND
Een plechtigheid.
Vrijdag werd bet stoffelqk over-
sohot van den Prins van Oranje in
den grafkelder te Delft bqgezet.
Om half twaalf arriveerde te Delft
Baron Sirtema van Grovestins, adju
dant der Koningin, in een hofrijtuig.
Met den burgemeester van Delft,
begaf hy zich naar den koninkl. graf
kelder, waar de houten kist met het
stoffelqk oversohot in een metalen
gesloten werd.
Door den burgemeester als com
missaris van den koninklqken graf
kelder werd daarna de grafkelder
gesloten.
Te 12 uur was de pleohtigbeid af-
geloopen.
De gewezen gemeentesecretaris en
de gemeente-ontvanger van Alkmaar
zijn Vrqdag naar de gevangenis te
Soheveningen overgebraoht tot het
ondergaan van de hun opgelegde
straf.
Donderdag bevonden zich te En
schede de offioier van justitie, de
rechter-commiasaris en de griffier bij
de rechtbank te Almeloó, ten einde
een onderzoek in te stellen naar aan
leiding van het te vondeling leggen1
van het 2-jam zoontje van den arbei
der H. ten Voorde. Ten Voorde is
nog steeds voortvluchtig- De officier
van justitie heeft zijn opsporing en
aanhouding verzocht.
Men meldt tiit Akkrum
Zooals wy voor een paar dagen
beriohtten, waB hier een 80jarig man
's naohtB te water geraakt, en hoowel
gered, aan de gevolgen daarvan over
leden. Er sohqnt echter bij de justitie
't vermoeden te zqn gerezen, dat de
man niet den natuurlijken dood is
gestorvoD. Ten minste Donderdag
oogenbük komt, waarin zij hun rol
overdrijven, waarop sij van den muis
een kemel maken, hunne kracht zoe
ken in e8n oppositie tout prix
en zoodra dat moment daar is, zijn
ze verloren. Dan komt er uit de ba
zuinen, waarmee zij de wereld hunne
opinie toetrompetten, slechts hol
geschetter en is weldra het ein
de van huDne populariteit daar.
Omstreeks de helft van deze eeuw
leefde hier jonkheer Mozes Salvador.
Hq was officier bq de cavalerie, een
man van fortuin en iemand die wat
men noemt, niet lioht iets over zijn
kant liet gaan. Ik geloof niet, dat hij
ooit iets anders dan huzarenofficier
zou zijn geworden, wanneer de om
standigheden niet haddden gewild,
dat hij die oarrière vaarwel zei en
een rol ging spelen in het burgerlqke
leven.
Het begon met een twist, die hij
op de sociëteit Trou moet Blqken
kreeg met een kameraad. Deze
klaagde [hem aan en Salvador stond
voor den krijgsraad terecht. Onmid
dellijk lag hq overhoop met den
auditeur militair, die daarbij zijn
functie vervulde en diende tegen de
zen een aanklacht in.
Van het een kwam net ander. De
zoon van den auditeur, iemand van
een welbekende, oud Haarlemsche
familie, nam het Salvador niet in
Jauk af, dat deze het zqn vader zoo
lastig had gemaakt en toen bij eens,
op de sociëteit komende, daar Salva
dor aantrof, zeide hq tot dezen„jij
moest hier vandaan gaan, jij hoort
niet in fatsoenlqk gezelschap 1" Aan
deze wenk was uit den aard van de
zaak Salvador niet geneigd te vol
doen, waarop de zoon van den audi
teur, die een pootig heer schijnt te
zijn geweest, hem bij don arm nam
en uit de sooiteit zette.
Dit gaf Salvador aanleiding tot een
nieuwe aanklacht. Intussohen had de
krqgsraad hom sohuldig bevonden en
kwam hier het parket van Heeren
veen met deskundigen, die na het
Iqk te hebben gesohouwd de voor
verder onderzoek noodige deelen
naar Groningen hebben opgezonden.
Sport en Wedstrijden
Schaken.
Uitslag van de vijftiende ronde van
het Neurenberger toernooiAlbin
won van Teichmann, Tarrascb van
Steinitz, Lasker won van Sohallop,
Pillsbury van Showalter, Porges van
Blsokburne en Tajigorin van Janows-
ki. Onbeslist bleven de partqen van
Sohleohter en Maroozy en Sohiffers
en Winawer de party van Walbrodt
en Charonsok was nog niet beëin
digd. Maroo speelde niet.
De stand is nn Lasker 11, Wal
brodt 9Vs Maroczy 9VsSohleohter
9Vi. Steinitz 9. Janowski 9, Pillsbury
9, Tarraaoh 9, Tajigorin 8l/aSohif
fers 7VsMaroo 6l/sBlaokburne 6,
Albin 6, Charousek 5Vs(?), Soballop
4l/sShowalter 41/j Winawer 4, Por
ges 3ü, Teichmann 2.
Over Jaap Eden.
Men weet, dat Jaap Eden niot in
de wereldkampioenschappen te Ko
penhagen deelneemt, daar hq te Pa
rqs dan 11000 kan verdienen. Naar
aanleiding hiervan zegt De Kampioen
dat hel tot een zekere hoogte te be
grijpen is, dat Jaap voor dit zeer
fraaie aanbod bezweken is. „Maar
ook niet meer dan tot een zekere
hoogte, want de finanoiee.e omstan
digheden, waarin onze wereldkampi
oen op dit iOOgenblik verkeert, zijn
van dien aard, dat, ofschoon zoo'n
prijs van f 1000 niet te versmaden is,
hij door het niet verdienen van deze
som, tooh in geenen deele in eenige
geldelqke moeilijkheid zou zqn ge
raakt. Wq weten zelfs, dat hq al wat
men noemt, een heel mooi potje heeft
overgespaard. En al had hq te Ko
penhagen geen klinkende munt ver
diend, voor zichzelf en voor de sport-
reputatie van zijn land had hq toch
grooten roem kunDen behalen, terwijl
onze Bond al zqn kosten zou heb
ben vergoed. Maar, veroorloven wij
ons ook te vragen, heeft Jaap dan
vergeten hoevelen zijner landgenoo-
ten in vorige jaren zich voor hem
opofferingen hebben getroot, waar
door het hem mogelijk is geworden
een zoo sohitterende sportcarrièro te
maken En zoo hq op het oogenblik
aan de spits van onzen sport staat,
dan heeft hq dat naast zqn persoon
lijke bekwaamheden natuurlijk aan
den steun van de Hollanders te dan
ken. Dat onze Bond, zijn vele vrien
den en talrijke sportsupporters, na
de suooesvolle finanoieele loopbaan,
die hij te Parqs begonnen is, ver
wacht hadden, naast den man vaD
zaken, ook nog den royalen Holland-
sohen jongen te vinden, die iets in
ruil zou geven voor dien steun en
die opofferingen en nog iets over
heeft voor zqn klein maar toch zoo
goed Vaderlandje. Jaap weet dat even
goed als wij."
ÖEMNG-D NIEUWS
Lihoengtsjang in Engeland
Lihoengtsjang is Woensdag in Osbor
ne door de Koningin ontvangen, in
tegenwoordigheid van den prinB van
Wales, den hertog van York en lord
Salisbury. Li las iets voor in het
Chineesch en dat werd veruald. Toen
zei Li, dat de keizer hem opgedragen
had koningin Victoria zijn eerbied te
betuigen, en de koningin liet den
keizer van zich groeten. Na het ge
hoor keerde Li naar Cowes terug en
voer toen op de Albert tussohen de
47 oorlogschepen door. „Uwe Excel
lentie" laat de Pall Mall Gazette
Li tot den minister van marine Gosohen
veroordeeld tot naar naar ik meen,
een msand arrest, maar weinig ge
neigd om die straf te ondergaan,
diende Salvador zqn ontslag als officier
in. Toen nu de krijgsraad, het vonnis
ten uitvoer willende leggen hem door
soldaten liet halen, was dit voor hem
aanleiding tot een nieuwe aanklaoht
wegens arrestatie van een burger door
de militaire macht.
Natuurlijk ging dit alles niet zon
der rumoer eu gedruisch. Jhr. Sal
vador greep spoedig naar de pen en
in de stedelijke bibliotheek rjjn dan
ook tal van brochures vanj hem te
vinden over deze en andere quaestios.
Dat alles vestigde de aanaacht op
zijn persoon en welhaast bad de ge
wezen oificier een aandeel in de re
geering van stad en provincie, daar
de kiezers hem afvaardigden naar
den Gemeenteraad en naar de Pro
vinciale Staten.
In die dagen werden groote dief
stallen aan de Bank van Leening
openbaar. Oneerlijke beambten maas
ten gebruik van de moeilijkheid
(sommigen zeiden en zeggen onmoge
lijkheid) van afdoende oontröle
en beieenden voorwerpen, die reedB
eenmaal ter beleening waren inge
zonden voor de tweede maal, wat
alleen had kunnen blijken door een
voortdurende vergelijking vau den
inventaris met de registers. Toen de
malversatiën ontdekt werden, was hi t
tekort belangrijk. Salvador (noemt
het in zijn brochures zestigduizend
gulden, maar dat cijfer zal wel over
dreven zijn geweest. In elk gevalp
er was een groot tekort en Salvador
als lid van den Raad, eischte niets
meer of minder, dan dat de Com
missie van toezicht uit eigen midde
len dat tekort zou dekken.
Zoover is het evenwel niet geko
men, maar dat het denkbeeld bq hen
die er niet voor behoefden te offeren
groote sympathie voor den voorstel
ler wekte, spreekt wel van zelf. Bij
zeggen „herinnere ziob, dat ook
China op hare vloot steunde."
De villa van lord Lonsdale, door
de EngelBohe regeering gehuurd om
Lihoengtsjang in te ontvangen is ge
legen in Carlton House Terraoe. De
vensters van den achtergevel geven
uitzioht op het Sint-James park. Da
delijk na aankomst in de villa gingen
de heeren van het gevolg van den
ambassadeur het huis in de grootste
wanorde brengeD, onder voorwendsel
allerlei oadeaux, kostbare vazen en
doozen ran Chineesoh lak, die Li op
de receptie te Osborne aan de konin
gin zal aanbieden, uit te moeten pak
ken. Daar de onderkoning niet zonder
hulp de trap kan beklimmen, heeft
men ter zijner besohikking apparte
menten gelijkvloers gesteld, bestaande
nit een mooi salon en een slaapka-
ker. Deze beide vertrekken, met fraaie
schilderijen versierd, zqn voorzien
van prachtige meubels Louis XV en
Louis XVI, van vazen uit Sèvres en
van sohoone gobelins. Het bed is
afkomstig van Trianon en moet vroe
ger aan Marie Antoinette toebehoord
hebben.
Het verblijf van Li Hung Chang
te Parqs heeft het rqk 80,000 francs
gekost, waarbij 47.310 fr. voor logiea
en 4445 fr. voor de zeven landauers,
die voortdurend ter besohikking van
den onderkoning en zijn gevolg
stoilden.
Eerlij kheid.
Te Parqs (bestaat bij de politie de
gewoonte, om alle jaren tegen de
hondsdagen de voorwerpen, die in
fiacres, omnibussen, tramwagens en
op straat gevonden zijn en niet door
rechtmatige eigenaars worden opge
vraagd, uit te deelen. Natuurlijk ne
men de parapluies en parasols een
eerste (plaats in: dikwijls bedraagt
dat aantal niet minder dan 15,000.
Maar ook portefeuilles, beurzen, sie
raden en andere dingen van waarde
worden dikwijls uit onachtzaamheid
achtergelaten. Hieromtrent rijn een
paar interessante staaltjes van de eer
lijkheid van Parijscbe koetsiers te
vertellen.
Eenigen tqd geleden liet een Rus in
een fiacre een portefeuille met 10,000
francs achter. In zijn vaderland te
ruggekeerd, bemerkte hij, wat hij had
gedaan, maar deed geen moeite om
het achtergelatene terug te krijgen,
aangezien hq zijn geld voor verloren
beschouwde. Een vriend ried hem
aan in het bureau van gevonden
voorwerpen navraag te doen en wer
kelijk gaf hij hieraan op zijn volgende
reis naar Parqs gehoor, zonder in het
minst eenige verwachtingen omtrent
het resultaat te koesteren, Maar boe
groot was zijn verbazing, toen hem
de portefeuille met de 10,000 francs
ter hand werd g8sfeld zoo verrast
was hij, dat hij uitriep„Maar dan
moet de koetsier een ezel zqn ge
weest 1"
Een ander geval, dat nog sterker
spreekt, is onlangs voorgevallen. Een
der rijkste juweliers te Parijs had in
een fiacre een steeu van groote waarde
laten liggen. Hij kende het nummer
van het rijtuig niet en hij wanhoopte
te meer het verlorene ooit terug te
zullen krijgen, omdat bij met den
koetsier een hevige woordenwisseling
had gehad. Maar nog 'denzeifden
avond bracht de koetsier aan het
bureau van gevonden voorwerpen den
staen terug. Men ried hem aan het
kleinood zelf bij den juwelier terug
te gaan brengen, omdat hij dan zeker
op een goede belooning zou kunnen
rekenen. De koetsier werd echter
driftig en riep: „Denkt u, dat ik met
dien man, die zoo'n bombarie maakte
over den prijs, nog iets te doen wil
hebben
Een walvisaehon-aanval.
Een vreemde geschiedenis van wal
de kritiek, waaraan ieder regeerings-
coilege bloot staat, is hij, die tegen
den stroom durft oproeien, al gauw
tot held gestempeld, ook dan wanneer
zijn oppositie niet volkomen (gerecht
vaardigd is. Indien het regel werd, dat
leden van onbezoldigde ooileges moes
ten bijpassen, wat er gestolen wordt
in de aan hunne zorgen toevertrouw
de financieele administratie, dan zou
den er voor zulke gevaarlijke eere-
postjes al spoedig geen liefhebbers
meer te vinden zijn.
Toch ligt het voor de hand, dst
toen het tekort gebleksn was, de
controle is versoherpt. Daar zqn voor
stellen als die van jhr. Salvador dan
tooh in allen gevalle goed voor.
Maar mocht het gebeurde het uit
middelpuntige Raadslid bq velen
sympathiek maken, in andere krin
gen bezorgde het hem meer vijanden,
dan hij alreeds had en de verhouding
werd er waarlijk niet beter op, toen
hij een lid van den Raad en den ge
meente-secretaris beschuldigde van
niets meer of minder dan verduiste
ring van stukken en voorstelde, laatst
genoemden ambtenaar te schorsen.
Wat was er gebeurd 1 Een der
leden van den Raad moest over een
grondquaeBtie een rapport uitbrengen
aan dat College en diende dat dan
ook ter bekwamer tqd in. Evenwel was
er een onjuistheid in dat stuk, waar-
Op de sooretaria hem opmerkzaam
maakte. Met zqn medeweten en goed
vinden nam nu het Raadslid zqn
rapport terug en diende een ander
in, waarbij de aanvankelijk gemaakte
fout was vermeden.
Was dit ook al, formeel besohouwd,
niet volkomen correot, het was tooh
zeker ter goeder trouw en in 't belang
van de zaak waarover het liep. Maar
niet aldus daoht jhr. Salvador erover.
Hq, die toevallig met het gebeurde
bekend was geworden, maakte van
de muis een kemel en diende een
aanklacht tegen de beide heeren in
vissschen wordt uit Jacksonville, in
Florida gemeld. Dsar arriveerde
Woensdagmorgen de nieuwe schroef
boot Seminole, metende 2.557 ton,
eigendom van W. P. Clyde tfc Co. te
New-York, met de diepe sporen vaQ
groote tandenbeten aan bakboord en
stuurboord. Wat was haar overkomen?
Onderweg had ze een walvisch, die
met haar schroef in aanraking was
gekomen, gewond. Nauwelijks begon
de visch bloed te spuiten, toen vijf
andere sommige schenen wel 75
tot 100 voet lang te zijn geza
menlijk tot op korten afstand van
het schip zwommen en daarop met
alle kracht en spoed op de boot los
kwamen. De schok was zoo hevig,
vertelde de manschap, dat h"t ec'nip
trilde van voren tot achter. Tot vier
malen toe werd deze aanval door de
walvisschen herhaald, zoodat de pas
sagiers van den voet raakten en op
't dek vielen en veel van 't huisraad
in de achterkajuit losraakte en ge
broken werd. Na de vierde maal gaven
de visscben den ongelijken strijd op.
Sommige hadden nogal leelijke won
den opgedaan en de plek, waar ze
verdwenen, was over eeu grooten
afstand rood gekleurd door hun bloed.
Een goede uitwerking.
Het blad Tokyn-Nitechi Schimbau
deelt mede, dat het schrijven' van
den Chineesohen mandarijn Wang-
Peng-Yun aan de keizerin-moeder,
waarvan wij destijds mededeeling
deden, toch goede resultaten heeft
opgeleverd. Eokele dagen na de ont
vangst van den brief heeft zij het
lustslot Man-Schu-San verlaten en
weder haar intrek in het keizerlijk
paleis genomen. Van hare plannen
tot uitbreiding en verfraaiing van
het slot heeft zij afgezien. De keizer
begeeft zich dan ook niet meer alle
dagen in optocht naar het slot, waar
door veel geld gespaard wordt. Alge
meen hoopt men dit klinkt voor
China wel wat onwaarschijnlijk
dat de wakkere beambte,|die zijn leven
dorst te wagen voor het heil van zijn
land, weder in eere bij het hol zal
hersteld worden. Het schijnt, dat
hierop ook wezenlijk kans bestaat.
Een verhaal over Paul Kruger.
Toen Johannesburg nog maar Fer-
reira'a mijnkaiap was, reed de presi
dent over den Rand. Hij zadelde ai
bij een uitgespannen wagen van een
Duitecher. Deze herkende den presi
dent niet en had heel wat te vertellen
van wat hq doen zou als hij president
was, tot Kruger op een zeker oogen
blik zijn jas uittrok en die den Duit-
sober, die heel klein van ptuk was,
voorhield, zeggende Trek dat aan 1
Het is te groot, zei de Duitacher.
Juist, zei oom Paul. Ik ben Paul
Kruger, en als jij mijn jas kon vullen,
zou je misschien grooter dingen doen.
De Duitacher af.
De bevolking van Japan.
Was de bevolking van Japan aan
het einde van 1894 reeds gestegen
tot 42 milloen inwoners, htt laatste
traotaat, dat aan het grondgebied van
dat rijk het eiland Formosa heeft
toegevoegd, doet die bevolking tot
45 millioen stijgentoch heeft het
maar een oppervlakte van 382416
vierkante Kilometers.
Groot-Brittagnë en Ierland hebben
bij eene ongeveer even groote opper
vlakte 314628 K.M., een bevol
king van slechts 38 millioen zielen,
terwijl men er in Frankrijk, met zqn
536000 K.M.=, ook slecht 38 millioen
telt.
Wat de betrekkelijke bevolking
betreft, neemt Japan don vyfden rang
in onder de natiën.
bq den offioier van justitie, die even
wel verklaarde, daaraan geen gevolg
te kunnen geven, omdat er van boos
opzet hoegenaamd geen sprake kon
zijn.
Maar toen werden de bordjes
verhangen. De ontvanger en het
Raadslid klaagden nu Jhr. Salvador
aan wegen6 laster en die.klaoht vond
gehoor. In allerlei instantiön werd hij
veroordeeld, ten slotte tot het onder
gaan van een maand gevangenisstraf.
Hij heeft die straf ondergaan in de
toenmalige gevangeniB aan de Heili-
genweg te Amsterdam. Dat dit zqne
populariteit nu t verminderde, spreekt
wel vanzelf. Toen hij de gevangenis
verliet, spande rum de paarden van
het hem wachtende rijtuig af en trok
het in triomf voort. Te Haarlem wer
den die ovaties herhaald en het volk
rUstle nier, voordat hq het van zqn
woning in de Barteljorisstraat uit, toe
gesproken had.
Maar tooh was hiermee een einde
gemaakt aan de beteekenis van zya
openbaar leven. Hij was vervallen in
de fout der overdrijving en het publiek,
dat zich wei eens voor een poosje door
klinkklank betooveren laat,weet op den
duur zeer goed te onderscheiden
Nog tal van jaren heeft Salvador
in Haarlem geleefd. Hq is ten slotte
gestorven als de ruïne van een
man, die zqn onafhankelijkheidszin
on moed al te schielijk had laten
verloopen in zelfaanbidding en
overdrijving. Vau die zelfvergoding
is nog een bewys te vindon in de
stads bibliotheek. Daar hangt namelqk
in het vertrekje van den bibliotheca
ris, Salvadors portret,gesohonken door
hem zeiven en het is daaronder ge
zeten, dat ik de bovenstaande bijzon
derheden op een goeden morgen uit
den mond van den stedelyken biblio
thecaris vernam.
FIDELIO.