Yoor ra Vensters. Be lier ra Wem. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Van Verre en van Nabij, 14» Jaargang Woensdag 12 Augustus 1S96 No. 4022 HAARLEM S DAGBLAD ^BOlNnST^TMZElISrTSFK.IJS: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden„1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.871/2 Directeur-Uitgever A TTVTal^TlEn^'lTT'Fnsr: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote, letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad in denj«omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; Heemstede, J. LEUVEN, bij de Tol,';Haarlemmermeer, C. DOEKESj; Spaarndam, C. HARTENDORP Zandvoort, J. ZWEMMER; VelsenA. VENUS'; IJmuidenTJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE, Koningstraat. Genoemden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan. Officieels Berichten. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, doen te weten, dat bij hunne besohikking van 30 Juli j.l. O. W. Sohöohuth is ontslagen van de voor waarde om een gemetselden schoor steen te plaatsen op het peroeel aan de Oude Groenmarkt no. 22, onder voorwaarde, dat op die inrichting een schoorsteen worde gemaakt van ge galvaniseerd yzer. Haarlem8 Aug. 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd BOREEL. de Secretaris A. J. van SLOOTEN, 1. s. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, brengen ter openbare ken nis, dat is ingekomen een verzoek schrift van A. C. Branstahe om ver gunning tot het verkoopen van ster ken drank in het kiein in het voorhuis en de aohterkamer van het perceel aan het Groot Heiligland no. 37. Haarlem10 Aug. 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd BOREEL. De Secretaris A. J. van SLOOTEN, l s. De Burgemeester von Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat de op den 6en Augustus j.l. executoir verklaarde voljaarsoh kohieren afd. JU, IV1 en IV2 op de Bedrijfsbelas ting dezer Gemeente, dienst 1896/97, op heden aan den ontvanger der dir. belastingen zijn ter hand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens herinnerd, dat de belastingschuldigen verplicht zijn hunnen aanslag op den bjj de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem10 Aug. 1896. De Burgemeester voornoemd BOREEL. In de étalage voor de vensters van het bureau van dit blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd: Lihoengtsjang te Havre: 1. Bezoek aan een geschutgieterij. 2. De onder-koning in een spiegel naar het afschieten van een kanon kijkende. 3. Een uit Lihoengtsjang's gevolg de manoeuvre met het kanon-Canet herhalende. Een scheepstimmerwerf aan de mond van den Tiger. Een kijkje op een katoenmarkt in Soedan. Een gezioht op Diènné en een straat Se Diènné. Het stoomschip „Dupuy-de-Löme", dat den Fransohen president Felix Faure naar Bretagne vervoerde. De aankomst aan Waterloo Station te Londen van Lihoengtsjang. De engelsche zee-manoeuvres 1. Het inladen van kolen bij eleo- trisch lioht. 2. Fotografisohe opnamen aan boord van H.M.S. „Hermione." 3 Een vrye avond aan boord. Twee geziohten op Kreta. Tafereelen in het noordoosten van Japan, een beeld gevende van de uit werking der laatste vloedgolf. De opstand der Matabelen 1. By de Shangani-rivier na een geveoht. 2. De Soouts van kapitein Grey en de Afrikaners in den strijd. De „Meteor," het nieuwe zeiljacht van keizer Wilhelm. Het gedenkteeken van keizer Wil helm 1 op den Kijffhauser. De Spaarnwouder- of Ameterdam- sehe Poort te Haarlem. (Deze uit „Eigen Haard.") Politieke Platen en Portretten. L De wereld is vol van kleine teleur stellingen. Zoo had ik gehoopt, dat we, nu de onderwijzer den Hartog door den gemeenteraad te Amsterdam ontslagen is, over die affaire niet3 meer zouden hooren. 'tWas al wè! geweest. Grossen pennen zyn ver sleten, stroomen inkt hebben gevloten om uit te maken of den Hartog de sohool uit moest, ja dan neen en nu zei de Raad: hij gaat er uit. Ziezoo dacht ik, dat is afgeloopen. Hiermee is het gesohrijf uit. En 'twerd tijd, want er zijn Koningen en Keizers over wie in de perB nog niet zooveel te doen is geweest in jaren, als over een eenvoudigen Hartog in vier weken. Maar jawel, nu begint het pas goed. Den Hartog legt zich er niet bij neer> hij zal aan Gedeputeerde Staten om vernietiging van het Raadsbesluit vragen en als dat niet helpt, aan den Minister en als dat niet helptja, als dat niet pakt, pakt niemendal. Zoodra eenmaal de Minister neen zegt, blyft het neen. Ik wil met den Hartog om een handboek der wellevendheid wedden, dat hy aan Ged. Staten evenmin als aan den Minister veel plezier zal be leven. Ik heb zoo'n idee, dat Ged. Staten den onderwijzer den Hartog die misdreven heeft en dat zelf erkent, geen gelijk zal geven tegenover den Gemeenteraad van Amsterdam. Niet om dal bij socialist is, och neen, maar omdat de Raad van Amsterdam van meening is, dat hij daar als onder wijzer niet meer kan worden gebruikt. Verbeeld u nu, dat Gedeputeerde Staten eens zeiden„ja, hoor eens, I gemeenteraad van Amsterdam, jelui j zegt dat wel, maar wij willen tooh, j da! gij den man houdt 1" dan zouden de Raadsleden denkelijk antwoorden: j „met allen eerbied voor Uwe wijsheid, jHeeren Gedeputeerde Staten, moeten wij U tooh doen opmerken, dat wij beter dan U weten, wat voor het ODder- wys in Amsterdam nnttig en noo- dig is 1" En aangezien dat eene redeneering is, waar niemand een speld tussohen krygt, zullen Gedeputeerde Staten zioh aan die moeilykheid niet wagen en, ik ben er zeker van, het besluit tot ontslag van den Hartog goed keuren. Maar dan gaat den Hartog naar den Minister. Nu wordt het nog on- waarBohynlyker, dat hij zijn zin krygt want de Minister zal aldus redeneeren: „De Raad heeft hem ontslagen,''Ged. Staten hebben dat bevestigd zou ik, in den Haag, beter kunnen oor- deelen over een Amstaidamsobe quaestie, dan al deze menschen, die er veel diohter bij zijn En de Minister zal dat ontslag nog maals bevestigen. Nu is den Hartog niet dom. Dat is gezegd door voor- en tegenstanders van zqn ontslag. Meer nogby is knap. Hoe kan een knap man nu denken, dat hy heil te wachten heeft van zulk een protest Ik geloof ook niet, dat hij het denkt. Ik houd het ervoor, dat hij, even goed als ik, beseft dat zyn ontslag onherroepe lijk is en op de vraag waarom hy dan nog probeert, het ongedaan te maken, kan sleohts éen antwoord ge geven wordendat sommige menschen graag van zich doen spreken en willen poseeren voor martelaar. Dat is Jaap Eden niet, een martelaar bedoel ik en hy wil er niet voor j doorgaan ook. Wel neen, hij komt er 1 rond voor uit, dat hy het tegenwoordig heel goed heeft. Jaapje is aan 't potten, om de kous vol te hebben, tegen den tijd dat hy stram wordt en niet zoo i hard meer trappen kan. Die tyd komt ivoor een wielrenner gauw genoeg. De een houdt het een jaartje langer vol, dan de ander, maar als eenmaal het klokje van dertig heeft geslagen, dan is 't wis en zeker uit. Jaapje moet zioh dus haasten. Daar zyn sommige mensohen kwaad om. Ze willen, dat hij naar de wed strijden te Kopenhagen zal gaan en die vallen juist op een dag, dat er te Parijs een prijs van duizend gulden te verdienen is. En die wil Jaap liever verdienen dan het «blikje" in i Kopenhagen. j De redaotie van de Kampioen, het j wielerblad, is vooral erg boos. Ze herinnert Jaap aan de ondersteuning, 1 die hy vroeger van anderen heeft ge- iDOten, om zoover te komen als by nu is. Ik vind dat niet aardig, om Jaap op die maaier bewezen weldaden j voor de voeten |te gooien. Dat doet jmen niet. Bovendienj heeft hy. toen :hy geholpen werd om schoat^en te ryden in Hamar, in Petersburg, in Stockholm, dien steun meer dan ver golden door de eer van ons land omhoog te houden, j Nu moet hij geld verdienen. En dat een beeije vlug, want men wordt als wielrenner spoedig oud. En wat moet Jaap, die geen tijd gebad heeft om oen vak te leereD, dan uitvoeren, wanneer de kous nietflink gespekt is?" Neen hem nu de vroeger betoonde weldaden t6 verwijten, vind ik un* gentlemanlike. Politiek Overzicht. De Times bevat weer nieuwe be- riohten over den toestand cp Kreta, welke dezen allesbehalve rooskleurig voorstellen. Talrjjk zijn, volgens deze mededeelingen, de rooftoohten, door de Mohammedaansohe indringers, ge deeltelijk uit gebrek ondernomen tegen christelijke dorpen in den om trek van Kandia. Maar sommige van die roovorben- den zyD door de ohristenen in de dorpen genoodzaakt, met bebloede koppen af te deinzen. De plunderaars braohten hun dooden en gewonden mee naar Kandia, waar deze aanblik de moslems tot nieuwe bloeddaden prikkelt. Het Turksoh bewind schijnt onmachtig die daden te belettenzij staat emigratie uit Kandia toe, maar verbiedt ze uit Chanié en Retimo. Zaterdagavond zyn negenhonderd Kretenzische vluchtelingen aan den Piraeus geland, en Zondagochtend dertienhonderd. Omgekeerd zyn aoht offioieren van het Grieksche leger, te Athene in garnizoen, erin geslaagd met bun onderhoorigen naar Kreta te stevenen, op een stoomboot die ze in een geheime haven opwaohtte. De regeering zond hun, zoodra ze er kennis van kr eeg, een kanonneerboot achterna, maar waarsohynlijk te laat om ze in te halen. Deze acht officieren reisden met een extra-trein naar een kleine haven bij Kalamaki, waar hen een stoomschip met krijgsvoorraad wachtte. Zij waren *!s werklieden verkleed, welk feit voor de spoorwegdirectie tot verontschul diging diende, daar zij van de griek sche regeering eene ernstige berisping over dit feit ontving. De koning moet zich deze daad van de officieren zeer hebben aangetrokken. Uit den toon der grieksche bladen, waarvan er slechts éen de houding der officieren streng veroordeelt,is wel op temaken, alhoewel geen eDkele hunne handel wijze durft- toejuichen, dat de alge- meene opinie in Griekenland hen niet veroordeelt. Officieren, die in verden king stonden hot voorbeeld van hunne wapenbroeders te zullen volgen, zijn in hechtenis genomen. De engelsche minister Balfour heeft Maandag in het Lagerhuis weer eens de positie der Chartered Company ter sprake gebraoht. Hij verklaarde, dat j als het Lagerhuis een onpartijdige I commissie van onderzoek naar de I zaken der Chartered had verlangd, het dit aan een reohteriyk ooilege had moeten opdragen. Hy wenschte uit de Zuid-Afrikaansohe commissie - zoomin tegenstanders als voorstan- ders van de Chartered te weren, i Bij de beraadslagingen over de be- :grooting van uitgaven zeide Curzon, dat de Russische matrozen nog altoos te Seoul zijn, maar dat hun aantal iaanmerkelijk ie verminderd. De ko- 'ning yan Korea is nog niet in rijn paleis teruggekeerd, maar spreker hoopt dat dit toch spoedig gebeuren j zal en dat de koning dan een iijf- wacht zal krijgen, op welke hij ver- trouwen kan. j Spreker hoopte dat Engeland aan I den Congo de consulaire rechtspraak ;zal herkrijgen, maar dat hangt af van het gezamenlijk optreden der mogendheden en staat in verband met overwegingen van algemeenepo litiek. Het wetsontwerp op de kleine landbouwers-hoeven in Ierland is Maandag in derde lezing door het; Hoogerhuis aangenomen Er wordt weer melding gemaakt van een nieuw duitsoh koloniaal sohandaal. Het Berl. Tageblatt bevat een uitvoerig artikel vol beschuldi gingen tegen den gouverneur van Kameroen, Jesko von Puttkamer, aan wien drankzuoht en geldelijke afhan kelijkheid van Hamburger kooplieden iu Kameroen verweten, ja zelfs on eerlijke neigingen ten laste gelegd worden. Voorts wordt er op gezin speeld dat deze Puttkamer enkel door nepotisme (als zoon van den vroege ren minister) gouverneur is geworden, terwijl de vorige verdienstelijke gou verneur Zimmerer uit de betrekking zou zyn gedrongen. In verband met dit schandaal zou ook het aftreden staan van den hooggesohatten Afri- kakenner, ritmeester von Stetten, die commandant van de Duitsohe troepen in Kameroen is geweest. oude bekenden van de Amsterdam- die politie en justitie. Voor het examen fransche taal 1 is Maandag te 's Gravenhage ge Blaagd de heer G. Westerveld alhier STADSNIEUWS eerste en tweede pagina. Haarlemllf Aug. Een goede vangst. Men schryft van hier aan de N. R. Ct. Zondagavond is hier een mooie arrestatie gedaan, die alleen gelukt is door het met beleid optreden van een onzer Btadgenooten. De heer Nobels zat bij een zijner familieleden in de Barrevoetstraat en zag in de tegenover gelegen Bogaard- stiaat een beschonken persoon ineen zakken. De man bleef op de stoep liggen. Eenige oogenblikken daarna zette zich een drietal personen ook op de stoep neer, een hunner bukte zich over den beschonkene en het drietal vervolgde daarop zijn weg. De heer N., wien dit verdacht voor kwam, besloot ze te volgen en deed dit zoo lang tot ze weder waren ge komen bij het punt van uitgang waar juist cle beschonkene was opgeholpen en vertelde, dat hij zijn portemonnaie kwijt was zijn horlogeketting hing langs zijn ve3t. Nu wist de heer N. genoeg. Hij f waarschuwde de politie, het drietal werd ingerekend en op het bureau gefouilleerd, bleek een hunner in het bezit te zijn van allerlei voorwerpen, waaronder twee horloges en twee portemonnaies, allemaal gevonden volgens hem. Dit verhaal klopte echter niet beBt met dat wat een ander van het drie tal, een löjarige knaap, deed. Deze verklaarde zonder een cent op zak de beide anderen te zyn i te Amsterdam, door hen te zijn vry- BINNENLAND Atjeh. Bij het departement van koloniën onder dagteekening van Zondag het volgende telegram ontvangen van den Gouverneur-Generaal „Eergisteren benden op den Blang Sintang gevolgd tot in het gebergte. Een fuselier gewond." De gezondheidstoestand van den heer Farncombe Sanders, lid der Tweede Kamer voor Haarlem, was de laatste weken niet gunstig. Hy is in de jongste dagen meermalen bed legerig geweest en vry zwak. De „Doelwijk" opgebraoht Omtrent het opbrengen der Doel wijk aan de Oost Afrikaansohe kust door een Italiaansohen kruiser wordt nader een en ander gemeld. Volgens de correspondenten te Rome van de Eogelsohe bladen ge schiedde het Vrijdagavond in de zee engte van Perim tien mijlen beoosten de Afrikaansohe kust. De kruiser had van d6 regeering order ontvan gen om uit te kijken naar de door FranBohen bevrachte Doelwyk, daar deze wapens aan boord had voor Menelik bestemd, wiens agenten te Dzjiboeti gereed heetten te zyn om ze in ontvangst te nefnen en door te zenden naar Sjoa. Toen de Doel wyk weigerde aan het bevel van de Etna om stil te houden te gehoor zamen en integendeel met volle kraoht doorstoomde, loste de Etna een sohot en enterde daarna de Doelwyk, welker gezagvoerder de Nederlandsche vlag heesoh en ver klaarde zich onderweg te bevinden naar Hindoslan. Aan boord vond de oommandant van de Etna eohter 40,000 moderne repeteergeweren en ■^ele millioenen kardoezen. De com mandant van do Etna heeft geseind dat de opbrenging gesohiedde in de Italiaansche territoriale wateren, het geen de gezagvoerder van de Doel wyk evenwel looohende. Desondanks werd de Doelwyk met den Fran sohen supercargo door den Italiaan sohen kruiser Aretusa naar Massaua gesleept. Het Italiaansoh bowind be noemde Maandag een commissie om de Doelwyk goeden prys te verklaren. „De Doelwyk, aldns lezen wy nog de N. R. Ctkapitein Datoma, behoort aan de firma Wm. Ruys en gehouden om naar hier te gaan en Zoon alhier. Het sohip heeft sedert ook, dat alles wat op zijn kameraad 1 den 18en Maart de volgende bewe- gevonden was, was gerold, een dergingen gemaakt. Het vertrok op dien horloges en een portemonnaie van den j datum naar Reval, 25 Maart vandaar bésohonken persoon. Het geld uit denaar Stockholm, waar het 30 Maart laatste was reeds gedeeld. j aankwam, en de schade herstelde Het drietal heeft voorloopig vrij welke het geleden had, doordat het logies gekregen. Het zijn, twee althans, op het strand had gezeten Einde FEUILLETON. Roman van EDHOR. HOOFDSTUK XIX. De vrouw zijns broeders. 47) Het scheen wel zoo. Leo Hallwey werd doodsbleek en zonder eenig geluid te geven, wankelde de sterke man achteruit en greep naar de marmeren zuil. als wilde hij daar een steun aan zoeken't was alsof de gulle glimlach op het gelaat van Jutta's echtgenoot spotte: „Die zwarte vrouwen, ja, ja, naneef, zij brengen den Hallwey's geen geluk." En nu werd de sluier voor graaf Lso's blikken weg gerukt thans eerst zag hy duidelijk in, dat het niet anders kon zijn. Was hij dan al dien tijd blind geweest, en had hij als slaapdronken aan den afgrond gewan deld. Zijn broeders vrouw, Egon's eohtgenoote. Een akelige hoonlach om zich zeiven weerklonk door de ridderzaal huiveringwekkend weerkaatste het tegen het met stuc versierde plafond en bracht een luiden echo teweeg in de tallooze nissen. Wat ging die lach door merg en been 1 In welgemeende bekrompenheid hadden de zyuen hem in de verblinding laten dwa- len. Zou hij immer weder een uitweg daaruit vin- j den? En de welig ontloken wonderbloem zijner reine, groote' liefde, ook ditmaal geknakt, nog wreeder dan vroeger, i Hij schudde zijn forsche gestalte evenals hoopte hij j uit den rampzaligen droom te ontwaken die hem fol- J terde. „O, ik vermetele dwaas, wien eenmaal het onbe schrijfelijke geluk was toegedacht. Ik hield h t in handen en wierp het achteloos van mij, j3, met af schuw stiet ik het weg, en wist niet, dat ik er later met smart naar zoeken zou. Egon's vrouw I Een ook hij moest zich zeiven tot dien stap dwingen. Waartoe dan zooveel leed, wanneer niemand schadeloos gesteld wordt En nu vlamde het weder op in de vochtige blikken van den graaf, en do hoop, deze met wonder>,ave ge zegende engel eens de zijne te mogen noemen schit terde veelbelovend in het vereohiet. „Maar ze spreken er in het slot over dat de echt scheiding zou plaats hebben, dat de Heilige Vaderden! band breken zou „Spaar het kindgenadige heer. Ziet ge dan niet hoe zij beeft. Zulk een geweid is haar nog nooit aan-' gedaan geworden. Niemand heeft haar tot dusver zóó liefgehad al die daar Margaretha's hand wees naar het portret van gravin Elisabeth heen. „Als een speel- j bal door de verachting der beide Hallwey-graven her-J en derwaarts gestooten, heeft zij geen vaste plaats kun-1 nen verwerven. Genadige heer, houdt myn oude jaren wat ten goede, ik wilde u alleen waarschuwen voor een bedriegerij ke hoop." „Ik begrijp u, trouwe Margaretha I" Graaf Lso richtte zioh met een plotselingen ruk op. „Het is een ver raad aan den broeder gepleegd, ik weet wat ge zeggen wilt. „Ach, ik vermoed ook, wat gij, trouwe ziel, verlangt." En smartelijke trek gleed 0in zijne lippen. „Ik. zal heengaan, spoedig reeds, morgen vandaag maar ik zou u tooh zoo gaarne nog eens alleen wil len spreken, Lindis?" „Neen, o neen 1" Een ingehouden snikken maakte Margaretha's Btem onverstaanbaar. „Wek niet vóór den tijd het sluimerende gevoel, ge nadige heer, het onervaren hart zou al zeer licht van den rechten weg kunnen afdwalen denk aan hem, graaf, die vrijwillig de roos opofferde, jaren lang in het duister wandelde, en wiens innerlijke ziel gansch zacht jes aanvangt het weeke, donkere bloempje in zich op te nemen. Gun hem die stille, zoete vreugde, hij heelt haar met duizende ontberingen gekocht." „Margaretha, Margaretha, is het wellicht geen bedrog, uit niets in Egon's wezen valt dit af te leiden en zou dan het bedwingen van mijn hart niet een dwaasheid zijn „Gun ons den tijd, graaf Leo, verhaast den loop der dingen niet. Het schip voert u nog eenmaal over de eindelooze zee naar uw woonplaats, wanneer het vonniB over het paar mooht uitgesproken worden." „Ja, wanneer het zóo mocht zyn, wanneer het boven de sterren alduB besloten mooht worden, goede trouwe ziel." Nog eenmaal vloog graaf Leo's blik over de reeks familie-portretten en bleef vol smart op Lindis gezichtje rusten. Een doodelijk wee sidderde in den blik. „Vergeet de woorden, dia ik gesproken hob, gave. God, dat ik ze mooht kunnen herhalen, doch nimmer ten koste van Egon's rust. Gij zijt zijne vrouw, het zou een verraad zijn jegens het heiligste, wat hy bezit Vaarwel De deur der ridderzaal viel in het slot, graaf Leo was heengegaan. „Blijf bedaard, gravin Lindis, hij is een man, die het hart op de rechte plaats draagt, vrees niets, en laat de dingen bun loop nemen, ginds in zijn ijzeren huis, on der den zwaren arbeid, zal hij zich zeiven wel weder terugvinden, hij neemt het jammerende hart in de hand en drukt het ineen, opdat het geen klacht van zich geve. Maak u maar niet ongerust, er zal u geen leed geschieden." Een eigenaardige welsprekendheid was in de oude Margaretha gevaren. Zij streelde de vouwen van het kleed der jonge vrouw, en vatte hare teedere hand met eohuwe terughouding. „Die oudo portretten zijn al van veel tooneelen getuige geweest, zij zullen nog hier zyn, wanneer men ook hem die daareven is heen gegaan, hier weder binnen brengt. Deze pilaar, zoo heeft hij gezegd, voor hem, en de eerste voor graaf Egon, maar aan den middelsten zal echter uw beelte nis hangen 1 De lange geschiedenis van het Hallwey geslacht zal een goed stuk romantiek rijker zijn, wanneer men den toekomstig6n beschouwer de beide broeders aantoont, en hoe grijs myn schedel ook zij, toch zou ik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1