in het beat waren gestald vaa het
hun toekomende.
Ontvreemde of vermiste
voorwerpen.
Ontvreemd op 4 Sept. jl., ten na
deele van Antonius Martens, pakhuia-
kneoht, tijdelijk verblqf houdende in
het logement „de Vrede Ark", Rapen
burg 44 te Amsterdam uit eep ge
sloten kast in voornoemd perceel
1 zilveren remontoirhorloge met
vergulden .rand en knop en koperen
binnenkastop de buitenplaat ver
gulde figuurtjes
1 gouden medaillon ter grootte van
een halven gulden, waarvan de glaas
jes defect;
en ten nadeele van U&rinus Sohots
houtdraaier, wonende als boven, uit
een gesloten koffer 10 rijksdaalders.
Van deze diefstallen wordt verdaoht
een persoon genaamd Herman Habe-
kotbë, ongeveer 25 jaren, kort en
tenger, krullend haar en knevel met
opgedraaide punten, zwart; gekleed
met donker fantaisieoostuum en slap
pen, zwarten vilten hoed. wit front
met liggend boord. Genoemde persoon
is als zaalkneoht in de „Vrede Ark"
werkzaam geweest en 4 Sept. van
daar vertrokken, onbekend waarheen.
De jCommissaris van Politie in de
2e seotie (bureau J. D. Meijerplein)
te Amsterdam verzoekt opsporing,
aanhouding en berioht.
Eene begrsfenis.
Dinsdagochtend werd op Eik en
Duinen in den Ha*g ter aarde be
steld het stcflalijk hulsel van den
gep. Vice-adiniraal, den heer A. A.
de Vries.
Tot den kring van hen die de
laatste eer bewezen aan den ouden
gepensionneerden vlootvoogd, behoor
den o. a. de oud-minister vaa marine
Dyserinck, de gep. vice-admiraal Van
Rees, Van Gennep eu Mac Leod, de
gep. schouten bij nacht Van Ro-sum
en Van de Veld8, de oud-inspecteurs
van administratie Van Wely en Van
Noys, de gepens. kapitein-luitenant
ie zee De Bruiin Kops, den gepens.
kapt. ter zee Mookde gep. majoor
Raat.
Eene deputatie van de v9re?niging
Het Vaderland Getrouw, welke ver-
eeniging van de.a overleden vice-
admiraal veel steun ondervond, was
eveneens tegenwoordig.
In eenige diepgevoelde woorden
bracht de oud-majoor Raat in her
innering de vriendschapsbanden, met
welke hij ruim een halve eeuw aan
de Vries was verbonden onr daarna
hulde te. brengen aan diens recht
schapen karakter en aan de belang
rijke diensten welke hij den lande
bewezen had dien te rechtmatig be
loond door de eervolle onderscheidin
gen heen door vorst en regeering
verleend.
De oudste zoon, de beer N. A. de
Vriej, dankte voor de belangstelling.
Een tilt al kransen dekten de lijk
kist.
Kwikvergiftiging.
Een interessant geval van kwik-
vergiftiging heeft zioh te Apeldoorn
voorgedaan. De heer J. Hö3ter,
amanuensis aan de hoogere burger
school „Prins Hendrik der Neder
landen", gevoelde zioh reeds geruimen
tijd ongesteld. Het eigenaardig geval
deed zioh voor, dat de tanden in den
mond vaa den patiënt losraakten. Bij
't geneeskundig onderzoek bleek, d„t
de oorzaak der ziekte was toe te
eohrqven aan kwikdampen, die de
beer Boeter bad ingeademd. Deze
dampen stegen op uit den vloer van
het vertrek, waarin de heer H. ge
woon was te werken. Door onvoor
zichtigheid van een vroegoren leeraar
moet het kwik onder dien vloer ge
komen zqn. Men heeft nu den vloer
opengebroken en het kwik verwij
derd, maar de heer Höstor ie nog
niet geheel hersteld Ook zqa broeder
de heer B. Höater, die met hem
werkte en thans te Veendam ver
blijf houdt, lijdt onder de gevolgen
eener vergiftiging door kwikdampen.
Slaapziekte.
In Woudrichem. doet zich een geval
van slaapziekte yoor bq een pasge
boren kindje. Toen het geboren was,
was het een oogenblik bij bewustzijn.
Daarna viel het in slaap en het is
sedert blijven doorslapen. Het i9 31
Augustus geboren en leeft nog.
Maandagmiddag krseg een meisje
uit Amersfoort in de vestibule van
het Hollandsobe spoorstation te 'tGra-
venhage twist met een der juffrou
wen die belapt zijn met de uitgifte
I der plaatskaartjes. Da moeielijkheden
j eindigden hiermede dat beide juf-
1 houwen een hevig zenuwtoeval kre-
gen, de eene uit drift, de andere we-
göDS de haar toegevoegde woorden.
Te Dordrecht is Dinsdag een idioot
20 jarig meisje, Antoinette, Hendrika
Boelens geheeten, in brand geraakt,
1 terwijl zij berig wa3 met lucifers te
I spelen. Een agent van politie, die in
het huis, waar zij woont, hevig hulp
geschrei hoorde, snelde toe en wist
met behulp van haar broeder het
vuur te blusschen. Met ernstige brand-
wonden overdekt werd het meisje!
jnaar het gasthuis vervoerd. Haar;
toestand geeft weinig hoop op herstel.
Moord te Veeningen.
De volgende bijzonderheden zijn
ontleend aan de Mepp. Cour.:
Gedurende de manoeuvres, die
thans ook onder de geaa. Zuidwolde
gehouden worden, zijn te Veeningen
vele militairen ingekwartierd. Nu
waren Zondagavond omstreeks half-
acht eenigen hunner benevens een
aantal jongelieden uit die gemeente
in de herberg van W. Stappelbslt te
Veeningen bqeen. Het meisje van
H rm Kuijer was in gesprek met
den cavalerist Hofaian, en bood hem
aan uit haar glas mede te drinken.
Dit werd door haar minnaar kwalijk
genomen, doch tot een uitbarsting
van toorn kwam het toen nog niet.
Ongeveer halftien ontstond er ruzie
onder de boerenjongens onderling,
waarbij dezen evenwel' door de cava
leristen van elkander werden ge
soheiden. Een oogen blikje daarna
vroe; Harm Kuijer, boerenarbeider
bij den heer J. ten Kate te Veeningen
of de cavalerist Hofman eens buiten
wilde komen. Deze volgde hem, en
kwam eenige oogenblikken later
terug, uitroepende„Ze hebben mij
gestoken." Hij kon niet verder loo-
pennog enkele stappen en de on
gelukkige viel zieltogend op den
grond neer. Nauwelijks had hij nog
de kracht om op zekeren Lambert
Dunnewiud wijzende, uit te roepen
„die heeft mij gestoken." Het slacht
offer werd daarna door een anderen
cavalerist, den hoefsmid Blokke, zoo
veel mogelijk verpleegd. Niets baatte
echter en eenige oogenblikken later
gaf de zwaar getroffene den geest.
Nu ontstond tusschen de boeren
en de militairen een verwoed gevecht,
waarbij van den kant der boeren van
de messen gebruik werd gemaakt.
Het gelukte eobter den militairen om
de vermoedelijke daders, Harm Kuijer
en Lambert Dunnewind, te arrestee
ren, en deze den geheelen nacht, in
de herberg opgesloten te houden. De
militairen moesten in't laatst, daar zij
verceweg de minderheid uitmaakten,
van hunne karabijnen gebruik ma-
keD, welke zij enkele malen in de
lucht afschoten. Dit scheen indruk te
maken, tenminste de boeren verwij
derden zich gaandeweg. Van de twee
gearresteerden was L. Dunnewind
gewond. De marechaussees, die des
ochtends arriveerden, hebben Kuijer
en Dunnewind, na hen verhoord te
hebben, aanvankelijk naar Zuidwolde
gevoerd.
Dat er hevig gevochten is,blijkt daar
uit, dat vele militairen gewonden, o.a.
de huzaar G. J. Jansen, die een diepe
messnede onder den linker schouder
bekwam benevens een snede over de
pinkde huzaar Peters is aan den
schouder gewond, en de huzaar Keij-
man heeft een snede over den rug.
Hoe vreeselijk toch, zegt het blai
ten slotte, de zuc'ni dier jonge boeren
knechten om steeds met het mes te
snijden, en daardoor aan kameraden,
maar boveüal aan boerendochteren
een blqk van hun moed en kracht(?)
te geven. Ea zulks geschiedt in de
19e eeuw, iu de zoogenaamde „eeuw
der beschaving".
breiding, wat bij aanneming van het Gooi, is Valkenburg voor groot
Tak's voordracht wèl het geval zou eu klein een vriend en raadsman
zijn geweest, het aantal kiezers toch iedereen kont hem, on menig: „Goo-
belangrijk vergroot wordt. Volgens ieskini" is op zqn schilderijen ver-
het gemiddelde der gemaakte bere- eeuwigd.
koningen, zal het ruim verdubbeld j
worden, zoodat. mutatis mutandis, Een Driisvraag
ongeveer hetzelfde geBohieden zal,
wat na de herziening der Grondwet j Door de koninklijke vereeniging
en de vaststelling van bet voorloopigHet Nederlandsoh Tooneel ia een
kiesreglement plaats greep. prijsvraag uitgeschreven voor een
Het totaal der stemgerechtigden tooneelspel, waarvan de stof is ont
klom toen van omstreekB 135,000 tot leend aan dejgeechiedenis van ons
300,000, terwijl thans, wanneer de j land of ons vorstenhuis. Het stuk
wet met Januari is ingevoerd, waar-1 zal gesohikt moeten zqn ter opvoe-
schijnlqk 600,COO a 650,000 kiezers; ring voor H. M. de Koningin tijdens
ter stembus zullen komen. !de inhuldigingsieesten in 1893. De
Dit is volgens het Centrum geen prijs voor het bekroonde stuk zalf 1C00
onbeduidend verschil, dat do aan- bedragen,
dacht en de zorg van heo, die zich
met de publieke zaak bezighouden,
in hooge mate vereisoht, inzonder
heid onadat het volgende jaar bij
den Btembusatrijd voor het eer»t een
Leger en Vloot
de pantserf.art. ie Haarlem.
-j Met ingang van 1 Nov. a.s. worden
vry aanzienlijk deel der arbeidende geieM^„S bö het wapen der »eld-
klasse tot de atembus zal wordenme| jne om defllljlief
toegeia.eu. bij dat wapen t« worden overgeplaatst;
Dan soh'ldert het blad zijn lezers b* d. 2. luiteilinu P.rk
af welks aohnkkehjke gevolgen men vïn b.t 2e reg vest.-art. ts Am.lerd.in
zioh hiervan heelt voorgesteld Het e, Ku,ioh Loj
blad voor zioh heeft eobter rertroo- d t. DordV;
wen in het snik en l. vaat overtuigd bjj he|"2 „ft d„ 2 p
dat de kiesreohtuitbreidiog one tan Rldder 3
goede zal kom.o, wanneer de le.der. Qorinobem bs b„ 3e |d del,
en mannen van initiatief eleehta ,oit H_ B,J h f3
zorgen op l,d klaar to rnjn en reke artwArnhem eo J. H. Porth.in. van
ning wenscnen te houden met de -
nieuwe toestanden.
Of zou men kunnen vergeten,
vraagt het blad. dat reeds in 1838 de
uitzetting vaa de grenzen der kies
bevoegdheid ons voordeel aanbraoht
Dat toen de Reohterzijde voor 't eerBt Mi8hand.9llllg van een politie-
regeeringsmeerderneid werd en een ambtenaar,
einde kon maken aan de «ohoolti- Voor de Amsterdamsche rechtbank
rannie der liberalen werd Dinsdag behandeld de zaak te-
Het -s waarlqk niet zonder redsn, geü de 5 personen (vier officierenen
meent het, dat in de Eerste Kamer een student) die in de rn*aod Juli
van liberale zijde werd gewaarschuwd j deB avonds in de Warmoesetraat den
tegen een „clerioale strooming als inspecteur van politie v. d. Schrieck
gevolg van de invoering der nieuwemishandelden. Drie der officieren zul -
kieswet. len voor den krijgsraad terechtstaan,
Die strooming zal blqken te bestaaD, de vierde, de 2a luitenant Pijnappel
>1 heeft ook een liberale wetgever de j werd, wijl hij de mishandeling in ver-
j kieswet gemaakt en al schijnen zqneeeniging met een burger, zijn broeder,
geestverwanten zioh te wiljen beij-1 pleegde, voor den gewone., rechter
I veren op sociaal gebied eenigermate i gedaagd.
te halen, wat, vooral onder de J Volgens de dagvaarding zijn ge-
Rschtszakei).
Pers Overzicht.
De nieuwe Aren.
Het Centrum zegt, in een le artikel
onder dit opsohrift dat zich thans,
na aanneming der kieswet door de
Eerste Kamer eene nieuwe Area
voor het Nederlandsohe volk opent.
Het blad wqst er op, dat al geeft
Van Houtens wet geen finale uit
werking hunner beginselen, reeds daagdJan Hendrik Pijnappel oud
veel te laDg werd verzuimd. nn
Wq staan nu dit zet het Centrum
vervolgens uiteen - voor geheel andere
staatkundige verhoudingen, dan aoht
jaar geleden.
Een vast-aaneengesloten Rechter
zijde bestaat niet meerde antireyo-
lutionnaire partij is bovendien hope
loos verdeeld en de katholieken alleen
zijn niet sterk genoeg, om meerder
heid en portefeuilles te veroveren.
Deze gewijzigde staatkundige ver
houdingen meent het Centr. moeten
den Katholieken aansporen tot ver
dubbelde zorg en werkzaamheid. Er
moeten middelen gezocht worden om
althans eenigen invloed op den loop
van zaken uit te oefenen en die
kansen, zijn naar het het blad voor
komt, grooter dan tot dusver om
zulks als minderheid te doen.
Letteren en Kunst.
H. Valkenburg.
De sohilder Hendrik Valkenburg
vierde Dinsdag zijn zeventigsten ver
jaardag.
Valkenburg werd te Deventer ge
boren, ging op zijn 18s jaar naar de
Antwerpsohe Aoademie en keerde
na enkele jaren in zqn vaderland
terug. Hg wqdde zioh aan het onder
wijs, ofsohoon minder uit voorliefde,
en werd leeraar te Almeloo, waar hij
12 jaar bleef wonen, tot hij in 1863
vandaar als leeraar aan de middel
bare sohool te Helmond werd ge
plaatst. Na korten tijd werd hij direc
teur van de nieuwe Burgeravond
school te Zwolle. Nu eerst kon hij
meer tqd geven aan de sohilderkunst,
die hem steeds dierbaar was, ©n zoo
behaalde hij zijn eerste groote suooes
waarvan de koninklijke subsidie het
gevolg was. Thans vestigde hij zich
voorgoed te Amsterdam, en verwierf ra
daar op de wereldtentoonstelling vaner heel wat publiek in de zaaiook
1883 de gouden medaille met zijn waren vier auditeurs-militaires aan-
doek „Godsdienstoefening in den Aoh- j wezig.
terhoek." i Ais eerste getuige werd gehoord dr.
Sedert heeft Valkenburg zich ge- Aietrino, die bij den inspecteur v. d.
heel aan de aohilderkunst gewqd, Schrieck eene bloeduitstorting aan
trouw en eerlijk in haar dienst voort- den rug en aan den arm waarnam,
werkend. In de laatste 14jaren woon Ongeveer 14 dagen bleef de patiënt
de hq geregeld te Laren, waar de onder getuige's behandeling. Ook vond
omgang met Mauve niet zonder in- hij een hoofdwond van ongeveer 5
vloed bleef op zqn riohting. Daar, in cM, lengte.
23 jaar, tweede-luitenant" der huzaren
en Piba, Antonius Pijnappel, oud 21
jaar, candidaat in de rechten, ter za
ke, dat zij zich te Amsterdam, in den
avond van 6 Juli 1896 in (of nabij)
de Warmoefstraat hebben schuldig
gemaakt aan het navolgende
de beide beklaagden, dat zij zich
met vereenigde kraohten met geweld
verzet hebben tegen den surveilleereu-
den inspecteur van politie A. J. v. d.
Schrieck, wiens qualiteit van politie
beambte bekend was, welke politie
beambte den eersten beklaagde, die
aan een hem herhaaldelijk door dien
beambte gegeven last om zich uit eene
aldaar op den openbaren weg ont
stane volksverzameling te verwijderen,
niet voldeed, had aangehouden en
zulks door ter bemoeielijking en ver
ijdeling dier aanhouding genoemden
Van der Schrieck te stompen, met
stokken te slaan en bloedig aan het
hoofd te verwondenalthans, dat
beide beklaagden te zamen vereenigd,
in elk geval ieder voor zioh, voor
noemden 8urveilleerenaen politie-be-
ambte, wiens qualiteit- van politie
beambte aan beklaagden bekend was,
moedwillig en gewelddadig gestompt,
met stokken geslagen en bloedig ver
wond hebben. Voor zooverre betreft
den eersten beklaagde, clat hij daar
enboven bij het plegen van voorzegde
gewelddadigheden genoemden Van d.
Schrieck opzettelijk met het oogmerk
hem te beleedigen heeft toegevoegd
„schooier, pateer, plebeeër."
Als getuigen ware* gedagvaard
dr. Arnold Aietrino en dr. Pieter
Tanja, arts, als deskundigen, A. J. v.
d. Schrieck, inspecteur van politie,
W. F. Mart. Wesser, surnumerair, A.
Kat, kruier, J. Schardau, kellner. P.
Aalsters, portier, R. W. Th. Kohier,
kellner, B. Matteaaan, diamantslijper,
en A. P. Wiiix, 2e luitenant der hu
zaren te 's-Gravenbage.
Bij den aanvang der zitting was
Mr. D.Simons, verdediger der beide
beklaagden, deed den getuige verkla
ren, dat de wonden volkomen gene
zen zijn en geene schadelqke gevol
gen meer kunnen hebben.
Dr. Tanja, tweede getuige en des
kundige, heelt den verwonde in het
Binnengasthuis de eerste hulp ver
strekt aan het hoofd bleek esn wonde
toegebracht te zijn t)t op het been;
indien infectie uitbleef, zou de wond
als niet levensgevaarlijk mogen wor
den beschouwd.
De derde getuige, de inspecteur v.
a. Schrieck, bevestigde het reeds vroe
ger door hem opgemaakt proces-ver
baal van het gebeurde.
Door een der kellners van de
„Reichsballen" was getuigs te hulp
geroepen om de beklaagden en hunne
vrienden te beduiden, dat zq niet
zouden worden binnengelaten. Hij
maakte zich aan ben bekend als po
litie-beambte, doch werd door hen
eerst op beleedigende wijze aange
sproken, met woorden alsben je
bedonderd kerelsmaakt je dat si
gaartje goed, "schooier, patser, plebeeër,
en later met stokken geslageD, ter
wijl get. den gummiprotector trok ter
«elfverdediging. De beklaagden en
hunne vrienden waren opgewonden
doch niet bepaald beschonken.
Mr. Simons deed den inspecteur
het distinctief, een ^eel lint toonen,
en verklaren, dat dit distinctief door
Burg. en Weth. is vastgesteld. Het
bleek echter, dat de inspecteur dat
lint niet volgens voorschrift over de
bor8t droeg, echter om deze reden,
dat het dragen van het lint op de
voorgeschreven wijze de nieuwsgierig
heid van het publiek gaande maakt
zonder noodzaak.
De eerste beklaagde, de luitenant,
ontkende het eerst geslagen te heb
ben. Hij werd door den inspecteur
met den gummistok geslagen zonder
daartoe aanleiding te hebben gegeven,
en sloeg terug tot zelfverdediging.
De tweede beklaagde nam op de barik
der besohuldigoen de houding van
een advocaat aan, pogende te doen
aannemen, dat de verklaringen van
den inspecteur, nu afgelegd, op een
bepaald punt in strijd waren met het
vroeger door hem opgemaakt proces
verbaal. Met die houding was de pre
sident der rechtbank niet bijster in
genomen.
De verklaring ven den surnume
rair Wesser stemde overeen met di9
van den inspecteur v. d. Schrieck.
Met volle zekerheid kon get. zeggen,
dat de inspecteur den gummistok trok,
nadat de luitenant hem een stomp
voor de borst had toegebracht, en
dat ook de tweede beklaagde den in
specteur al dadelijk te lijf ging met
stokslagen.
Ook. de verklaring van den kellner
Schardau strookte met het door den
inspecteur gegeven verhaal. Ook hij
weet zeker, dat de luitenant de eerste
wa?, die tot handtastelijkheden over-,
ging-
Op eene vraag van mr. Simons
deelde get. mede, dat de „Rijkshallen"
zich niet van uitsmijters pleegt te
bedienen, doch luidruchtige knapen
steeds den toegang weigert.
„Men gaat dus bij u altijd preven
tief te werk?" vroeg depresident.
,Ja, altijd primitief" antwoordde get.
De kruier Kat heeft gezien, dat de
beide broeders Pijnappel den inspec
teur met hunne stokken sloegen, na
dat hij reeds bewu-teloos op den
grond lag. Toen get. deze lage be
handeling had waargenomen, hield
hij de beide knapen in het oog om
hen door de politie te laten vervol
gen. Z o geschiedde ook. In de on
middellijke nabijheid van het politie
bureau werden zij gearresteerö.
Get. Köbler en get. Aalster, een
portier en kellner, leggen verklaringen
af, die het verhaal der andere getui
gen volkomen bevestigen.
De laatste getuige, de heer Wirix,
luitenant der huzaren, verklaart op
drie passen afstand van luitenant
Pijnappel gestaan, doch niet gehoord
te hebben, dat de inspecteur zich b( -
kend maakte. Ook heeft get. niet ge
zien, aat de inspecteur door P^Qappel
geslagen werd voordat de gummistok
voor den dag kwam.
De president maakte den getuige
opmerkzaam, dat hij toch een en an
der gehoord en gezien moet hebben,
als hg aoo dicht in de nabijheid is
geweest, en gelijk hij zegt, zoo scherp
heeft opgelet.
De eerste beklaagde blijft beweren,
dat hij geslagen heeft, maar dat de j
inspecteur eerst geslagen had. Ondanks i
een scherp verhoor van den president
volhardde de beklaagde bij die be
wering. Nog meerhij zeide volle
recht te hebben gehad te handeieu,
gelijk hq gehandeld heeft.
De president bield hem op een tooa
i van verontwaard:ging voor. dat hij,
die als officier zelf gerequireeid kan
worden om de rust en het openbaar
gezag te helpen handhaven, en wiens
heele leven moest zijn een vergen van
gehoorzaamheid, maar ook een ge
hoorzamen aan bevelen van hooger-
hand, de allerlaatste behoorde te zijn
ooi hier, op de bank der beklaagden,
op hoogen toon te big ven beweren
naar recht en eer te hebben _ea*n-
deld.
Beklaagde bleef ook ontkennen.de
beleedigende woorden te hebben ge
sproken.
Het O M. eischic tegen den eersten
beklaagde 4 maanden en tegen den
tweeden 3 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Simons, toege
vende, dat verzet tegen de politie
een ernstig feit is, meende, dat waar
het behandeld wordt, wel degelqk
bewezen moet zijn, alles wat word:
ten laste gelegd.
In de eerste plaats wraakte pi. het
nu, dat een ambtenaar van politie
zqn diatinotief in den zak droeg en
niet zooals door autoriteiten wa3
voorgeschreven.
Eu als men in een plaats als de
„Rijkshallen", waar men geeu politie
verwaoht, iemand ontmoet, die zioh
„politie" noemt, en even eendistino-
tief laat zien. dat hq niet op voor
geschreven wqze draagt, dan is het
wel aan te nemen, meende p!., dat
men hem aanzag voor iemand, die
zich eenig gewicht wilde toekennen.
In de dagvaarding is gezegd, dat
er verzet iB gepleegd tegen een sur
veilleerend iospeoteur van politie,
ten einde een aanhouding te verij
delen.
SurveilleereDd was de inspecteur
zeker niet, oordeelde epren v^ade
aanhouding is z. 5. ook niet gebleken.
De inspeoVeur heeft wel verteld, dat
hij den len bekl. wilde arresteerec,
wegens de ontstane volkverzameiiug,
maar deze bewering is eerst later
opgekomen. In het eerste proces
verbaal was alleen gezegd, dat hq
den len bekl. aangreep,Jomdat hij hem
kraohtiger wilde aanmanen, zioh te
verwijderen.
Yerzet tegen een arrestatie was er
dus niet. Integendeel, de beklaagden
zijn later zelf naar het bureau ge
gaan om te infoimeeren naar hunne
vrienden.
Yan een volksverzameling is ook
niets gebleken. In elk geval maakten
beklaagden er geen deel van uit,
daar zij alleen nader wilden weten
waarom zq iu de „Rijkshallen" met
toegelaten werden.
Van het primair ten laste gelegde
kunnen beklaagden, meende spr..
niet schuldig erkend worden.
Voor den len bekl. zou veroor
deeling wegens eenvoudige mishan
deling kunnen volgen, als de recht
bank zijn ontkentenis niet deed gel
den, maar het wettig en overtuigend
bewijs aannam.
Voor den 2en bekl. moest ook hier
vrijspraak volgen.
Eindelijk besprak pl. de vraag, of
deze rechtbank wel bevoögd was om
deze zaak te behandelen. De militaire
rechtbank moet de zaak aan de bur
gerlijke overlaten, als het delict is ge
pleegd in samenwerking met een bur
ger. Maar dat is hier niet het gevai,
want de beleediging van den inspec
teur is geen commun delict. De 2e
bekl. deed niet medo. Zelfs was hier
geen connexiteit. Het feit was niet
door verscheidene personen tegelijk
Ten slotte stelde de pl. de vraag
of, als de 2a bekl. werd vrijgesproken
en dus de burger uit het geding weg
valt, de burgerlijke rechter nog be
voegd is, om over den militair te oor-
deelen.
Wat de mate van straf aangaat,
wees epr. er op, dat hoe hooger een
persoon staat, hoe zwaarder een straf
ingrijpt in zijn leven, du3 hoe zwaar
der ze weegt.
Het subsidiair ten laste gelegde is
mishandeiing van een inspecteur van
politie, van wien zij wisten, dat hij
inspecteur was.
Over dit laatste had pl. reeds ge
zegd „Het gevecht is toegegeven,
niet het mishandelen na het bewuste
loos worden van den inspecteur.
Maar hiervan is ook geen bewijs,
dan de getuigenis van Kat, en pl.
meende, dat die in zijn qver en ver
ontwaardiging wat meer heeft denkeu
te zier., dan te zien was. Het hoofd
punt ie nuwie het eerst geslage
jacht ontsnapten. Terwql de drie mannen daar neer
lagen in de eerste de beste schuilplaats, die zij hadden
kunnen ontdekken, en hunne kreten onder het gehuil
der golven verloren gingen, konden zij in het minst
niet .zien van hetgeen er op het voorschip gebeurde.
Kenner, die zoo goed als buiten kennis was, had er
zioh trouwens geen rekenschap van kunnen geven;
maar de anderen waren vervuld van schrik bq de
gedachte, dat zq zich alleen bevonden, en hunkerdeu
naar het doorbreken van 69n lichtstraal, zooals zieken
naar den morgenstond verlangen.
Telkens opnieuw vroeg Fisher aan Messenger„Kunt
gij iets zien En telkens weêr kreeg bq het enkele
woordje „neen" ten antwoord.
Op een gegeven oogenblik meende hq Burke's donkere
gestalte op ;de brug te zien en zijne krachtige stem
zelfs boven het geloei van den storm uit te hooren
maar het visioen was weder in een oogwenk verdwenen,
en er bleef niets anderB over dan de ondoordringbare
nacht- Meer dan een uur lang bleven de drie mannen,
die zioh de eenige achtergeblevenen waanden, tegen
elkander aandringen om zioh een weinig te verwarmen
onder het armelqke schutdak, dat tg gevonden hadden
en wachtten zq aldus den dood af, die hun onvermqdelijk
voorkwam.
Het moet omstreeks drie ure geweest zijn, of althans
dioht bq het doorbreken van den dageraad, toen de hen
omringende nevelen vaneen scheurden en de golven
een weinig tot bedaren kwamen. Op dat oogenblik
vernamen de drie lotgenooten, die daar nog altqd als
versuft neerlagen, onmiskenbaar en duidelqk den klank
van Burke's stem en voelden zij zioh daardoor als tot
nieuw leven opgewekt.
De opening, welke er tussohen de wolken was ont
staan, wierp thans een zwak licht op het tooneel der
verwoesting, en vertoonde hun boven op de brug de
i forscbe gestalte van dien man van ijzer en staal, terwijl
zqn luide bevelen boven het gedruisch der wateren
uitklonken.
„Voorwaarts, gq lieden!" bulderde hq: „die mast gaat
naar omlaag. Geeft acht op u zeiven
Terwijl hq sprak, breidde het staalgrauwe licht zioh
al meer en meer uit, en wierp een koud, grijs schqnsel
op de barnende golvende golven en het schip. Het
j verdwijnen der volslagen duisternis soheen uit de
bodemlooze diepte verwijderde omtrekken en vormen
1 als van klippen en kusten te hebben opgeroepen. Men
J zag in de verte iets als een met schuim overdekt
I strand, en hoe het jacht omgeven was van de hoekige
punten van donkere rotsen, die het als een sohaar van
grimmige sohildwachten schenen te bewaken. Op een
mql &f8taDds strekte zioh het land uithet soheen
geheel zwart, afgrqselqk en hoog gelegeumaar zq
waren er van gescheiden door een breeden stroom van
toornige, bruisobende golven en toen de mannen zioh
rekenschap van de» toestand gaven, slaakten zij een
luiden angstkreet, klagend en toornig als van lieden, die
sterven gaan, en voor wie de dood geen rust zal mee
brengen.
„De mast! Klautert den mast uit, zeg ik ui" brulde
Burke ten tweede male, en de matrozen verstonden de
beteekeni3 zijner woorden eerst, toen zij zagen hoezeer
hij gelijk had. Acht hunner zaten in het touwwerk ge
strengeld en de maet die heo beschut had helde voor
over naar de zee, met eiken nieuwen schok dreigende in
het hol van schuimend water te storten, dat tusechen
de verschansing en de rotsen lag.
In dit oogenblik van spanning waagde een dier lie
den, die vermeteler was dan zijne makkers, het zich
langs een der dwarshouten af te laten, en hing daarop
in de lucht, *erwql de anderen hem gadesloegen zonder
den moed te hebben zijn waagstuk na te volgen. In
het eerst scheen het meer dan waarschqnlijk dat de
mast verdwijnen zou, nog voordat hij de brug bereikt
had en zich daar op neder had laten vallen, en de
hevige ontroering dergenen die hem gadesloegen nam
nog toe door het slingeren van het schip, waardoor de
zeeman ieder oogenblik zijn steun los kon laten. De
drie neeren begrepen ook volstrekt niet waarom de
mannen inden mast bleven, niet wetende dat het jacht
doormidden waE gebroken bij de machinekamer en dat
het voorschip geheel onder water lag, terwql er boven
dien nog een diep kanaal liep tusschen het achterdek
en het roer. De acht matrozen hadden die wqkplaats
opgezocht in het eerste oogenblik van het onheil, en
toen de schemering doorbrak, waren zij voor het
meerendeel half dood van koude en buiten staat nog
eene poging tot zelfbehoud aan te wenden. Slechts
een hunner had geestkracht genoeg behouden om zioh
van daar te verwijderen, maar zqne pogingen bleven
vruchteloos, om hem elders te doen aanlanden.
Hq had bijna langs de touwen de brug bereikt en
stond op het punt den sprong te wagen, toen er een
nieuwe ramp plaats had. Een hevige stortzee beukte
op den waggelenden mast, en hg brak af als een doode
tak, de zeven mannen met luiden slag in het water
slingerende en den achtste losrukkende van het want,
zoodat hij als een steen neerzonk. Zijn hoofd kwam
'met zulk een afgrijselijken klank op een rotspiek
i neder, dat zq die het aanhoorden zich het gelaat be-
j dekten en niets meer wilden zien. Van het zevental,
dat met den mast verdwenen was, kwamen er sleohts
twee weder boven. Het bleeke licht van den dageraad
bescheen hunne van ontzetting verwrongen geziohten,
i en zq kermden op hartverscheurende wijze, alsof de
zee terug zou wqken en de rotsen omhoog zouden
rijzen om hen te redden.
J Onderwijl liep Burke als een opgesloten roofdier over
j de brug op en neêr, want overal onder hem stond ket
water 6n hq had niet den minsten kans zich een door
tocht te banen naar de veiliger haven van den aohter-
j steven. Maar zoodra hij het drietal neeren bemerkte,
scheen hij een weinig tot bedaren te komen en sohreeuw-
de hq hun toe:
„Heidaarl Hebt ge geen touw bq de hand?"
j „Geen meter zelfs," riep Messenger hem ten ant
woord toe.
Wordt vervolgd.)