TwesÈ Editii.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
De Zeewolven.
14a Jasrg-ang
Woensdag 16 September 1S96
No. 4052
HAARLEM'S DAHBLAD
j^^oisrisrEnvaiEasrTSFi^icrs
Yoor Haarlem per 8 maandenf 1.20
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden „1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.0.30
de omstreken en franco per poet 0.37T/2
ADVBBTEEtTTIËlsr:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiên worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten, voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubEcité Etrcmgére G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Agenten voor dit Blad In den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol]-,Haarlemmermeer, O. DOEKES; SpaamdamC. HARTENDORP
Zandvoort, J, ZWEMMER; Velsen, A. VENUS]; IJmuidenTJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE}, Koningstraat. Gonoe.-nden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan.
Officiëele Berichten,
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem, doen te weten, dat by hunne
beschikking van 10 Sept. j.l. aan J.
W. van Zandvoord vergunning'.is ver
leend tot oprichting van eene slaohtery
van varkens in het perceel aan de
Saenredamstraat 28.
Haarlem12 Sept. 1896.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
M. O. de KANTER W. B
do Secretaris
C. M. RASCH.
In de étalage voor de vensters van
het bureau van dit blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd:
De haven te Duinkerken
1. De sluis in aanbouw.
2. De sluis gereed.
Gezicht op de rue Guillemard te
Havre na de aldaar op den In Sept.
gewoed hebbende orkaan.
De vloedgolf van 16 Juni in Japan:
1. Gezicht op de ruïnes te Kamaishi.
2. Gezioht op een gedeelte van de
kust.
In de Alpen
1. Hoe de levensmiddelen van uit
het fort van Modane naar boven wor
den gebraoht.
2. Een versterkte brug aan delta-
liaansohe grens op den weg van O ulx
naar Brianyon.
3. Een kamp van iialiaansehe Alpen
soldaten.
4. De oude kazerne te Lans-le-Bourg.
In den omtrek van Tombouotou
1. Een der meren van Tombouotou.
2. Touaregs met hunne kudden.
3. Eene straat te Tombouotou.
De feesten te Breslau
1. De intocht van den Czaar te
Breslau.
2. De revue te Breslau, de Czaar
aan hot hoofd van het keizer Alexan
der-regiment grenadiers.
3. De onthulling van het standbeeld
van keizer Wilhelm I te Breslau.
De reis van den Czaar: De receptie
in de Pietsadura op den Hofburg te
Weenen.
De Noordpool-expeditie
1. De ontmoeting van dr. Nansen
en Jackson in Franz Jozef Land.
2. Dr. Nansen bij zijne ontmoeting
met Jaokson.
Kaap Grant en Bell Island, naar
foto van Jaokson.
Elmwoodde meest noordelyke
engelsche nederzetting, het winter
verblijf van Jaokson aan kaap Flora.
Mrs Kevetb en hare zeven zonen,
allen dienende in het engelsohe leger.
Zanzibar voor het bombardement:
wijlen Hamid Bin Thwain zegent het
volk.
De onlusten in Konstantinopel
1. De moord op christenen in de
straten van Galata.
2. Het vervoer der vermoorde Ar
meniërs naar de begraafplaats te
Shishly.
3. De komst van de Hamidieh ca-
vallerie uit Armenië.
De krijg in RhodesiaBestorming
van een sterke postvan hetrebellen-
hoofd Babyaan in hot Matoppo-ge-
bergte.
De Nyl-expeditieHet opsleepen
van de eerste kanonneerboot door de
Bab-el-Kebir.
Truitje. (Uit Eigen Haard).
In den omtrek van Makassar
1. Fort Rotterdam.
2. Sociëteit ,de Harmonie."
3. Prote8(antsohe Kerk.
4 Contröieurswoniog te Tello.
Ia 'sRyksmunt te Utrecht:
1. De smeltery en gieterij.
2. Het walsen der tinnen.
3. De handdoorsnydmachine en het
nazien der muntplaatjes.
Politieke platen en portretten.
Politiek Overzicht.
De engelsohe bladen gaan nog steeds
voort met heftig te keer te gaan tegen
den sultan van Turkye en op de drin
gende noodzakelijkheid te wyzen voor
de europeesohe mogendheden om door
een krachtig optreden aan de Porte
vrees en sohrik aan te jagen. Doen
zy dat niet, zoo wordt verzekerd, dan
zullen de gruwelen zioh herhalen en
in nog veel grooter omvang.
Uit de nota, kort na de moorden
te Konstantinopel door de mogend
heden aan de Porte aangeboden, blijkt
dat de slaohting geen uiting was van
eene spontane opwelling van haat der
Turken tegenover de Armeniërs,welke
was opgewekt door den aanval op de
Ottomasnsohe Bank, maar de ten uit
voerbrenging gold van een vooraf
beraamd plan.
De benden waren op verschillende
punten van Konstantinopel opgedoken
nog vóór de politie ter plaatse was
een groot deel van het gepeupel was
op dezelfde wijze gewapendzy werden
aangevoerd door softa's, soldaten of
zelfs officieren van politieverschei
dene leden der geheime politie gaven
hun wapens en aanwijzingenzy kon
den :gaan waarheen zij wilden en
onder het oog der politie hun werk
doen; een van de moordenaars, die
op Yildiz Kiosk bekend soheen, ver
klaarde aan het personeel van een
der gezantschappen, dat de soldaten!
hem niet moohten arresteeren;twee
Turken, op den dag der moorden
verdwenen, verklaarden later dat
men hun wapens gegevey had om de
ArmeniërB te vermoorden.
Deze feiten hebben geen commen
taar noodig, wordt in de nota gezegd
Ten slotte wordt er op gewezen dat
tegenover zulke georganiseerde slach
tingen ook andere natiën dan de Ar-
meensohe gevaar loopen. Intussohen
hebben de gezanten nog niets bepaald
om een herhaling der wanordelijk
heden te voorkomen, nooh'een ge
dragslijn voor zulk een gebeurlijk
heid vastgesteld.
De Armeniërs worden nog steeds
het land uitgezetmen sohat het aan
tal gedeporteerden op 5000. Vrydag
zyn tal van leden der Jong Turksohe
party in hechtenis genomen. I
Eenige gezanten hebben weer van
Armeensche z£de een bedreiging
ontvangen met een herhaling van de
troebelen, indien aan de eisoben der
Armeniërs niet voldaan wordt.
De Spaansche regeering heeft ook
al spoedig ingezien, dat de opstand
op de Filippijnen niet zoo spoedig
en gemakkelijk zou zijn te onder
drukken als in het begin werd ver
moed. De ministerraad heeft dan ook
besloten, overeenkomstig advies van
den Raad van State een ontwerp
van besluit voor te dragen, waarbij
een onbeperkt krediet wordt geopend
voor de onderdrukking van den op
stand.
De tegenwoordige Shah van Perzië
sohijnt voornemens krachtdadig op
te treden tot het aanbrengen van
hervormingen. Ongeveer 8000 be
trekkingen zyn reeds door hem aige-
sohaftde oiviele lyst. die door zijn
voorganger tot 5,000,000 kranB was
verhoogd, is verminderd met 150,000
krans; geschenken van gouverneurs
der provinciën worden niet meer
aangenomenhet ministerie van oor
log wordt door den Shah zelf be
heerd.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem15 Sept.
Voor eenige dagen bevatte de N.
R. Ct. de beschrijving van een straat-
tooneelije dat te Utrecht op het
Vreeburg werd afgespeeld, en waar
van de hoofdpersonen waren een paar
jonggehuwden, die evenwel na eenige
dagen slechts het echtelijk geluk te
hebben gesmaakt, ieder huns weegs
giDgen.
Dit bewuste tafreeltje is door den
heer P. van Looy alhier in beeld ge
braoht, welke afbeeling voor ons
venster is neergelegd.
Aan den dood van het trampaard
(waarvan wij in ons vorig nummer
melding maakten) op Zondagmiddag,
is een bijzonderheid verbonden. Er
werd Zondag door de Hollandsohe
Spoor zoo druk gerangeerd, dat het
trampersoneel een tydlsng geen ver-
sche paarden kon halen uit de stal,
(die aan de overzyde van de rails
ligt) daar de hekken voortdurend
dicht bleven.
Daar de dienst tooh niet kon stil
staan, spande men telkens hetzelfde
paard maar voor; dooroververmoeie-
nis is het paard toen ziek geworden
en gestorven.
Een cadeautje dus van die^hinder-
lyke overwegen, waaraan de Holl.
Spoor maar niets wil doen. 't Is
waar, we krijgen nu het kippenbrug-
getje, maar dat zou in dit geval niet
gebaat hebben.
Veiling.
Uitslag gehouden verkooping op
heden Dinsdag 'smid. 12 uur in „het
Wapen van Heemstede", ten over
staan van Mr. W. H. Smit Notaris
te Heemstede, van
I. Een perceel weiland bij den Rijks-
tol a/d straatweg en de Leidsche
vaart te Heemstede, groot 3 H. 16 a.
40 c.
II. E9n perceel dito naast het vorige,
groot 3 h. 11 a. 20 c.
Perc. 1 en 2 gecombineerd voor
f31200, J. v. d. Berg te Heemstede,
voor de firma C. G. van Meeuwen
Zn. te Haarlem.
III. Een perceel Bloembollengrond
a/d Princelaan nkbij de Glipparbrug
te Heemstede, groot 68 a. 30 c.
Opgehouden voor f4800.
BINNENLAND.
Uit de Staatscourant.
Kon. besluiten.
Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement 's Hertogenbosch, ter
standplaats de gemeente Almkerk,
J. J. van der Kaaden, canditiaat-nc-
taris te Bergambacht (verbeterde
opsave).
Goedgekeurd dat aan J. Arnoldy,
toenmaals burgemeester der gemeente
SchoteD, op zijn verzoek, eervol ont
slag is verleend als secretaris dier
gemeente.
Met iogang van 1 October a. s.
aan D. Helmens, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend uit zijne betrek
king van oommies der telegraphic
van de derde klasse.
Atjeh.
Luitenant Hageman.
Een der 1 ïzers van het HUd. schryft
het volgende
„Efet byna ongeloofelyke berioht,
dat de in Juli 1889 vermiste luite
nant der genie Hageman, nog in
leve zoude zijn en zich onder de
Atjehors ophoudt, zal hoofdzakelijk
zyn ontstaan te danken hebben aan
de omstandigheid, dat zyn dood nim
mer, zelfs Diet door oen enkel
persoon, geoonstateerd is gewor
den.
De excursie waarbij genoemde lui
tenant gebleven is, wordt in de dag
bladen niet in alle opziohten juist
beschreven. In hoofdzaak moet zioh
de zaak als volgt hebben voorge
daan.
Tengevolge van het beschieten van
onze post Kota Pohama met kanon
nen uit Atjehsohe bentings, rukte in
den naoht van 25 op 26 Juli 1889
een kolonne by onzen post Paken
Kroeng Tjoet, oostwaarts van onze
geconcentreerde linie naar buiten,
met het doel die kanonnen by ver
rassing te nemen. Luitenant Hage
man werd met eene kleine afdeeling
geniesoldaten te Paken Kroeng Tjoet
aohtergelaten om later (öf op een
bepaald uur öf na bekomen last) op
te rukken, teneinde behulpzaam te
zijn, by het opruimen van Atjehsohe
versterkingen, welke genomen mooh
ten zijn.
Dat detaohement is, met een kleine
afdeeling infanterie als dekking on
der bevel van den postoommandant
luit. F. Veerman, vóór het aanbre
ken van den dag, de hoofdkolonne
aohterna gemarcheerd, heeft 6chter
de hoofdkolonne niet bereikt, maar
is terecht gekomen tegenover een
Atjehsohe benting. Luitenant Veer
man daoht natuurlijk eeu slag te
slaan. Het gelukte het detaohement
ongemerkt tot aan de poort van de
vyandelyke benting te komen, dooh
de vyand bleek waakzaam te wezen;
door de poort werd gevuurd en luit.
Veerman was doodelyk getroffen,
waarna door het delaohement een
overhaaste terugtocht moet zyn aan
genomen, waarby de manschappen
het lyk van hun beminden en te
Atjeh in hoog aanzien staanden luite
nant meevoerden.
De luitenant Hageman heeft natuur
lijk het oommando overgenomen, en
is bij den terugtooht de aohterste
man geweest. Toen het detachement
hun post Paken Kroeng Tjoet onge
veer weder genaderd was, was de
luitenant Hageman verdwenen, zon
der dat éen der mansohappen inlioh-
tingen kon geven.
Voor de familiebetrekkingen ware
het te wenso'nen geweest, dat van
het laatste, naar 't schijnt, los ge
rucht niet openlijk melding was ge
maakt, alvorens men eenige zekerheid
had verkregen."
Bfi het departement van koloniën
is onder dagteekeniDg van Zondag
het volgende telegram ontvangen
„In IV Moekims komt bevolking
in groote getale terug. Uit Samahani
worden dagelijks kampongs door
zocht. Een korporaal gewond in heu
vels van Tjot Basatost".
Onder de 63 candidaten voor het
Delftsche studentenkorps bevindt
zich ook een Indische prins, Raden
Mas Pandje Sono Kartono.
De „Doelwijk."
De Staats Ct. behelst de volgende
mededeeling
Op het daartoe door den gezant
van Italië bij het Nederlandsohe Hof
namens zijne regeericg gedaan ver
zoek, brengt de minister van Buitenl.
Zaken zonder dat dit zijner
zijds tot eenige verdere gevolgtrek
king zal mogen leiden ter alge-
meene kennis, dat in de Staatscourant
(Gaizetta Uffioialê) van het Koninkrijk
Italië van 5 September 1896 is op
genomen een bekendmaking van de
prijscommissie, waarvan de vertaling
luidt als volgt
PRIJSCOMMISSIE.
Bekendmaking.
De Prijscommissie, zitting houdende
te Rome in het Paleisjvan het Minis
terie van Marine, doet, overeenkom
stig de bepalingen van art. 8 van het
door haar vastgestelde reglement, aan
eiken belanghebbende te weten:
lo. dat ter secretarie van de com
missie, gedurende den tijd van dertig
dagen, gedeponeerd zullen blijven de
akten en bescheiden betreffende de
inbeslagneming van het Bchip Doelwijk
die voor partijen van belang kunnen
zijndeze zullen die stokken binnen
dien termijn, hetzij persoonlijk, hetzij
door speciale gevolmachtigden, kun
nen onderzoeken, na te hebben aan
getoond, daartoe gequalificeerdtezijn
en in Rome domicilie gekozen te
hebben
2o. dat de partijen binnenIdenzelf-
den termijn memoriën in de Itali-
aansche, Fransche of Engelsche taal
tot den president zullen kunnen
richten, en dat die gedeponeerd zullen
worden ter secretarie der commissie,
te samen met de akten
3o. dat de termijn van dertig dagen
zal aanvangen te loopen van al den
vijftienden dag na de plaatsing van
het tegenwoordig bericht in de Gazietta
ÜfAziale van het Koninkrijk Italië.
Rome24 Augustus 1896.
De President,
TAUCREDI CANONICO.
ISACCO ARTON.
LUCIANO SERRA.
LUIGI PALUMBO.
ENRICO TIVARON1.
MICHELE LA TERZA.
AUGUSTO WITTING.
De Regeeringscomtniesaris
R. GAROFALO.
De Secretaris,
B. BERIO.
Eene rei a om de wereld.
De heer Rudolf Kander en eohtge-
noote, van Lintz aan den Donau, die
een weddenschap aangingen om te
voet een reis om de wereld le maken,
bereikten Maandag Nymogen. Het
paar vertrok in Maart van Linz, be
zocht Beieren, Wurtemburg, Baden,
Hessen-Nassau, de Ryn-provinoiën,
en denkt de reis in twee jaar te vol
brengen. Van Nijmegen voert hun
weg over Rotterdam naar Londen,
vervolgens naar New-York, vandaar
dwars door Amerika naar San Fran-
oisoo, Jokohama, Hongkong, Bombay
Snez kanaal, Konstantinopel en van-
dar r weer naar Linz.
De weddenschap, die loopt om
f 100.000, verbindt Kander tot het be
strijden der reiskosten met op den
toobt verdiende gelden. Hy geeft in
de steden voorstellingen in gedaohten-
lezen enz.
Een losgebroken stier.
Een losgebroken stier veroorzaakte
Maandagmorgen op de „eilanden" te
Amsterdam heel wat ontsteltenis. Het
dier, dat naar het abattoir werd geleid,
wist op de Oostenburgergraoht aan
zyn geleider te ontsnappen en liep
allereerst op een heer en dame toe.
De heer werd door het dier omver
geworpen en bewusteloos in een win
kel ingedragen; de dame kwam er
met den sohrik en een gescheurde
japon af. Inmiddels was de stier door
gehold en had een paar meters verder
een werkman opgenomen ;en tegen
eon kolenloods geslingerd, waardoor
de man aan het hoofd werd gewond.
Natuurlijk dat ieder op straat traohtte
het dier uit de weg te komen en dat
de moeders aDgstig sohreeuwde naar
de kinderen, die juist naar sohool
gingen. De stier stoorde zioh aan het
lawaai niet, dooh holde verder en
wierp op het Kadyksplein nog een
meisje omver, zonder dat het kind,
gelukkig, gedeerd werd. Maar toen
had hy ook uitgepraat. Door burgers
en politie, werd hy gegrepen, stevig
gebonden en naar de slachtplaats ge
bracht.
Bij de door het R. K. Armbestuur
te Hilversum met behulp der politie
gedane huiszoeking in de woning
van den voormaligen sohaapherder
Jan Vos, in den laatsten tyd meer
bekend onder den naam van „ryke
bedelaar", en nu dezer dagen over-
door
MAX PEMBERTON.
HOOFDSTUK XIII.
22) Onder de takken.
Op deze plek konden zij onmogelijk bespied worden,
door het traliewerk van groen drong een zacht licht
naar binnen en er heerschte daar een heerlijke koelte.
Voor het eerBt sedert zy voet aan wal hadden gezet op
Spaansehen bodem, waren de schipbreukelingen weder
in staat na te denken, niet alleen over de omstandig
heden waarin zij verkeerden, maar over de reeks van
rampen, die hen aldus op deze onherbergzame kust ge
worpen had, terwijl de groote schat, waarvoor zy zich
aan zooveel gevaren hadden blootgesteld wellicht nog
op zyn bed van rotsen lag, of misschien wel in datzelfde
oogenblik door de kracht der stroomen in de diepere
zee werd gesleept, waaruit geen sterveling hem meer op
zou kunnen halen.
In de schaduw der grot begon Messenger zich weder
bazig te houden met de gedachte, die hem vervolgd
bad, van het oogenblik af dat hij aan wal was ge
komen.
„Burke," zeide hij, „ik heb berekend dat het om
streeks vier uur in den morgen laag water zijn zal.
Is dat zoo?"
„Het zou zoo moeten zijn," antwoordde de kapi
tein, „als het getij hier niet even vreemd is als de be
woners."
„In dat geval, zonden wij tegen middernacht nog
kunnen roeien om te zien wat voor kansen wy hebbeD.
De vraag is maar, wat zullen wy beginnen met het
goud, als de zaken meeloopen, en hoe zullen wij doen
om het te behouden Ik heb het volgende bedacht
wij moeten een schip zien te krijgen, er een koopenin
de dichtst bij gelegen haven, die, als ik mij niet vergis,
Ferrol heet, en hier met de lading bly ven totdat degeen
van ons, die het echip gaat halen, ons komt opnemen.
Het is wel allerellendigst dat wij eene schermutseling
met de kerels hebben gehad, maar dat moeten wij
traohten te vergeten. Ik veronderstel niet dat zy ons
hier in de grot zullen volgen, en zy komt mq juist de
geschikte plaats voor om in te vertoeven, zoolang wij
niet aan het werk zyn. Wij moeten elke plek der klippen
onderzoeken en dien arbeid alleen in donker voortzetten.
Als onze veronderstellingen juist zyn, zie ik volstrekt
niet in, waarom wij de zaak niet tot een goed einde
zouden brengen. Verlies ook nist uit het oog, dat wy
nu met veel minder lieden te deelen zullen hebben."
„Dat heb ik reeds aldoor bedacht," zeide Kenner.
„Er zyn er nu nog maar drie, en ook al schiet er maar
de helft van de lading over, zyn wig toeh nog ryke
lieden. Ik voor mij echter ben overtuigd, dat gij daar
ginds even goed naar koolstruiken als naar vaten zoe
ken kunt, ziet slechts eenB naar den stroom 1 Wie heeft
ooit iets dergelijks aanschouwd?"
„Er is stroom genoeg," verklaarde Burke, terwijl hij
de boot verder in de grot trok en een der ringen be
vestigde aan een boomwortel, die uit den grond op
sprong, „maar dat gaat ons niet aan. Een kind zou
kunnen zien, dat de achterkajuit nog altijd vaststaat
als een zuigeling in een wieg. De vraag of het geld
daarin is gebleven of weg werd gezweept zult gij alleen
maar te weten komen door er zelt heen te gaan en niet
er over te pratenvoor dat de duisternis invalt blijft
alles onzeker."
„Maar ondertusschen," waagde Fisher, die in zijne
volle lengte in de boot uitgestrekt lag en toeluisterde,
het te zeggen, „ondertusschen zullen wij weer naar
voedsel om moeten zien; mijn horloge wijst het tweede
ontbqt-uur aan."
„Dat ben ik met u eens," antwoordde Kenner, „wij
moeten wat te eten hebben en nog een flesch van dien
Spaansehen wijn, al mag hij ook op azijn gelijken!
Wel, Joe, wat zult gy ons als ontbijt voorzetten?"
De mulat had onder het voortroeien aanhoudend
het stilzwijgen bewaard, maar bij deze laatste woorden
scheen hij te herleven en gaf hy ten antwoord
„Lieve deugd, ik zal niet veel te doen hebben, hoe
ren 1 Tenzij dat gij hier zelf gebraden wordt."
„Heeft een van u allen er aan gedaoht het kastje van
de boot na te kijken?" vroeg Messenger plotseling.
ȕk veronder dat gfl het geweer daarin hebt gevonden,
Joe?"
„Juist, mijnheer," antwoordde de kok, „ik nam de
vrijheid het kastje open te trappen en van uw rhum
te drinken, heeren, die heel lekker was, een mooie
groote flesch, heeren."
„En een groote dorstige keel 1" zeide Messenger, ter
wijl hij een flesch met drank te voorschijn haalde, die
in het kastje der sloep geborgen had gelegen naast een
grooten voorraad beschuiten, vleeschblikjes en de noo-
dige kogels voor een paar Winchester geweren en re
volvers naar het bij het leger in gebruik zijnde model.
Al de sloepen der „Samiramis" waren aldus voorzien
geweest met het oog op alle mogelijke reisgevaren,
maar nooit had eenig proviand beter van pas kunnen
komen. In deze waterdichte bergplaats bevond zich
voedsel genoeg voor eene gansche week en het geest
rijke vocht hielp Kenner weder zijne krachten en vast
beradenheid herwinnen. Het maal in de schaduw der
groene haven liep dan ook bijna vroolijk af en werd
besprenkeld door dat zout van opgewondenheid en ver
wachting, waarvan allen to* in zekere mate vervuld
waren.
Omstreeks vier ure, toen de hitte van de zon een
weinig was afgenomen, 6n nadat de mannen in zwaren
slaap verzonken hadden gelegen op de harde planken
der sloep, ontwaakten zij met meer moed dan hen nog
bezield had sedert zij aan wal gekomen waren. Hunne
gedachten waren thans helderder, hunne ledematen
waren wederom lenig geworden, en zij gevoelden zich
meer bereid weder aan het werk te gaan. Messenger,
die als van zelf hun aanvoerder was geworden, werd dan
ook met de grootste aandaoht aangehoord.