TwesÈ Editii. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. De Zeewolven. 14a Jasrg-ang Woensdag 16 September 1S96 No. 4052 HAARLEM'S DAHBLAD j^^oisrisrEnvaiEasrTSFi^icrs Yoor Haarlem per 8 maandenf 1.20 Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden „1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden.0.30 de omstreken en franco per poet 0.37T/2 ADVBBTEEtTTIËlsr: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiên worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten, voor het Buitenland: Compagnie Générale de PubEcité Etrcmgére G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Agenten voor dit Blad In den omtrek zijn: Bloemendaal Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Santpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol]-,Haarlemmermeer, O. DOEKES; SpaamdamC. HARTENDORP Zandvoort, J, ZWEMMER; Velsen, A. VENUS]; IJmuidenTJADEN; Beverwijk, H. JUNGERIE}, Koningstraat. Gonoe.-nden Agenten nemen Abonnementen en Advertentën aan. Officiëele Berichten, Burgemeester en Wethouders van Haarlem, doen te weten, dat by hunne beschikking van 10 Sept. j.l. aan J. W. van Zandvoord vergunning'.is ver leend tot oprichting van eene slaohtery van varkens in het perceel aan de Saenredamstraat 28. Haarlem12 Sept. 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. O. de KANTER W. B do Secretaris C. M. RASCH. In de étalage voor de vensters van het bureau van dit blad zijn de na volgende afbeeldingen gelegd: De haven te Duinkerken 1. De sluis in aanbouw. 2. De sluis gereed. Gezicht op de rue Guillemard te Havre na de aldaar op den In Sept. gewoed hebbende orkaan. De vloedgolf van 16 Juni in Japan: 1. Gezicht op de ruïnes te Kamaishi. 2. Gezioht op een gedeelte van de kust. In de Alpen 1. Hoe de levensmiddelen van uit het fort van Modane naar boven wor den gebraoht. 2. Een versterkte brug aan delta- liaansohe grens op den weg van O ulx naar Brianyon. 3. Een kamp van iialiaansehe Alpen soldaten. 4. De oude kazerne te Lans-le-Bourg. In den omtrek van Tombouotou 1. Een der meren van Tombouotou. 2. Touaregs met hunne kudden. 3. Eene straat te Tombouotou. De feesten te Breslau 1. De intocht van den Czaar te Breslau. 2. De revue te Breslau, de Czaar aan hot hoofd van het keizer Alexan der-regiment grenadiers. 3. De onthulling van het standbeeld van keizer Wilhelm I te Breslau. De reis van den Czaar: De receptie in de Pietsadura op den Hofburg te Weenen. De Noordpool-expeditie 1. De ontmoeting van dr. Nansen en Jackson in Franz Jozef Land. 2. Dr. Nansen bij zijne ontmoeting met Jaokson. Kaap Grant en Bell Island, naar foto van Jaokson. Elmwoodde meest noordelyke engelsche nederzetting, het winter verblijf van Jaokson aan kaap Flora. Mrs Kevetb en hare zeven zonen, allen dienende in het engelsohe leger. Zanzibar voor het bombardement: wijlen Hamid Bin Thwain zegent het volk. De onlusten in Konstantinopel 1. De moord op christenen in de straten van Galata. 2. Het vervoer der vermoorde Ar meniërs naar de begraafplaats te Shishly. 3. De komst van de Hamidieh ca- vallerie uit Armenië. De krijg in RhodesiaBestorming van een sterke postvan hetrebellen- hoofd Babyaan in hot Matoppo-ge- bergte. De Nyl-expeditieHet opsleepen van de eerste kanonneerboot door de Bab-el-Kebir. Truitje. (Uit Eigen Haard). In den omtrek van Makassar 1. Fort Rotterdam. 2. Sociëteit ,de Harmonie." 3. Prote8(antsohe Kerk. 4 Contröieurswoniog te Tello. Ia 'sRyksmunt te Utrecht: 1. De smeltery en gieterij. 2. Het walsen der tinnen. 3. De handdoorsnydmachine en het nazien der muntplaatjes. Politieke platen en portretten. Politiek Overzicht. De engelsohe bladen gaan nog steeds voort met heftig te keer te gaan tegen den sultan van Turkye en op de drin gende noodzakelijkheid te wyzen voor de europeesohe mogendheden om door een krachtig optreden aan de Porte vrees en sohrik aan te jagen. Doen zy dat niet, zoo wordt verzekerd, dan zullen de gruwelen zioh herhalen en in nog veel grooter omvang. Uit de nota, kort na de moorden te Konstantinopel door de mogend heden aan de Porte aangeboden, blijkt dat de slaohting geen uiting was van eene spontane opwelling van haat der Turken tegenover de Armeniërs,welke was opgewekt door den aanval op de Ottomasnsohe Bank, maar de ten uit voerbrenging gold van een vooraf beraamd plan. De benden waren op verschillende punten van Konstantinopel opgedoken nog vóór de politie ter plaatse was een groot deel van het gepeupel was op dezelfde wijze gewapendzy werden aangevoerd door softa's, soldaten of zelfs officieren van politieverschei dene leden der geheime politie gaven hun wapens en aanwijzingenzy kon den :gaan waarheen zij wilden en onder het oog der politie hun werk doen; een van de moordenaars, die op Yildiz Kiosk bekend soheen, ver klaarde aan het personeel van een der gezantschappen, dat de soldaten! hem niet moohten arresteeren;twee Turken, op den dag der moorden verdwenen, verklaarden later dat men hun wapens gegevey had om de ArmeniërB te vermoorden. Deze feiten hebben geen commen taar noodig, wordt in de nota gezegd Ten slotte wordt er op gewezen dat tegenover zulke georganiseerde slach tingen ook andere natiën dan de Ar- meensohe gevaar loopen. Intussohen hebben de gezanten nog niets bepaald om een herhaling der wanordelijk heden te voorkomen, nooh'een ge dragslijn voor zulk een gebeurlijk heid vastgesteld. De Armeniërs worden nog steeds het land uitgezetmen sohat het aan tal gedeporteerden op 5000. Vrydag zyn tal van leden der Jong Turksohe party in hechtenis genomen. I Eenige gezanten hebben weer van Armeensche z£de een bedreiging ontvangen met een herhaling van de troebelen, indien aan de eisoben der Armeniërs niet voldaan wordt. De Spaansche regeering heeft ook al spoedig ingezien, dat de opstand op de Filippijnen niet zoo spoedig en gemakkelijk zou zijn te onder drukken als in het begin werd ver moed. De ministerraad heeft dan ook besloten, overeenkomstig advies van den Raad van State een ontwerp van besluit voor te dragen, waarbij een onbeperkt krediet wordt geopend voor de onderdrukking van den op stand. De tegenwoordige Shah van Perzië sohijnt voornemens krachtdadig op te treden tot het aanbrengen van hervormingen. Ongeveer 8000 be trekkingen zyn reeds door hem aige- sohaftde oiviele lyst. die door zijn voorganger tot 5,000,000 kranB was verhoogd, is verminderd met 150,000 krans; geschenken van gouverneurs der provinciën worden niet meer aangenomenhet ministerie van oor log wordt door den Shah zelf be heerd. STADSNIEUWS eerste en derde pagina. Haarlem15 Sept. Voor eenige dagen bevatte de N. R. Ct. de beschrijving van een straat- tooneelije dat te Utrecht op het Vreeburg werd afgespeeld, en waar van de hoofdpersonen waren een paar jonggehuwden, die evenwel na eenige dagen slechts het echtelijk geluk te hebben gesmaakt, ieder huns weegs giDgen. Dit bewuste tafreeltje is door den heer P. van Looy alhier in beeld ge braoht, welke afbeeling voor ons venster is neergelegd. Aan den dood van het trampaard (waarvan wij in ons vorig nummer melding maakten) op Zondagmiddag, is een bijzonderheid verbonden. Er werd Zondag door de Hollandsohe Spoor zoo druk gerangeerd, dat het trampersoneel een tydlsng geen ver- sche paarden kon halen uit de stal, (die aan de overzyde van de rails ligt) daar de hekken voortdurend dicht bleven. Daar de dienst tooh niet kon stil staan, spande men telkens hetzelfde paard maar voor; dooroververmoeie- nis is het paard toen ziek geworden en gestorven. Een cadeautje dus van die^hinder- lyke overwegen, waaraan de Holl. Spoor maar niets wil doen. 't Is waar, we krijgen nu het kippenbrug- getje, maar dat zou in dit geval niet gebaat hebben. Veiling. Uitslag gehouden verkooping op heden Dinsdag 'smid. 12 uur in „het Wapen van Heemstede", ten over staan van Mr. W. H. Smit Notaris te Heemstede, van I. Een perceel weiland bij den Rijks- tol a/d straatweg en de Leidsche vaart te Heemstede, groot 3 H. 16 a. 40 c. II. E9n perceel dito naast het vorige, groot 3 h. 11 a. 20 c. Perc. 1 en 2 gecombineerd voor f31200, J. v. d. Berg te Heemstede, voor de firma C. G. van Meeuwen Zn. te Haarlem. III. Een perceel Bloembollengrond a/d Princelaan nkbij de Glipparbrug te Heemstede, groot 68 a. 30 c. Opgehouden voor f4800. BINNENLAND. Uit de Staatscourant. Kon. besluiten. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement 's Hertogenbosch, ter standplaats de gemeente Almkerk, J. J. van der Kaaden, canditiaat-nc- taris te Bergambacht (verbeterde opsave). Goedgekeurd dat aan J. Arnoldy, toenmaals burgemeester der gemeente SchoteD, op zijn verzoek, eervol ont slag is verleend als secretaris dier gemeente. Met iogang van 1 October a. s. aan D. Helmens, op zijn verzoek, eer vol ontslag verleend uit zijne betrek king van oommies der telegraphic van de derde klasse. Atjeh. Luitenant Hageman. Een der 1 ïzers van het HUd. schryft het volgende „Efet byna ongeloofelyke berioht, dat de in Juli 1889 vermiste luite nant der genie Hageman, nog in leve zoude zijn en zich onder de Atjehors ophoudt, zal hoofdzakelijk zyn ontstaan te danken hebben aan de omstandigheid, dat zyn dood nim mer, zelfs Diet door oen enkel persoon, geoonstateerd is gewor den. De excursie waarbij genoemde lui tenant gebleven is, wordt in de dag bladen niet in alle opziohten juist beschreven. In hoofdzaak moet zioh de zaak als volgt hebben voorge daan. Tengevolge van het beschieten van onze post Kota Pohama met kanon nen uit Atjehsohe bentings, rukte in den naoht van 25 op 26 Juli 1889 een kolonne by onzen post Paken Kroeng Tjoet, oostwaarts van onze geconcentreerde linie naar buiten, met het doel die kanonnen by ver rassing te nemen. Luitenant Hage man werd met eene kleine afdeeling geniesoldaten te Paken Kroeng Tjoet aohtergelaten om later (öf op een bepaald uur öf na bekomen last) op te rukken, teneinde behulpzaam te zijn, by het opruimen van Atjehsohe versterkingen, welke genomen mooh ten zijn. Dat detaohement is, met een kleine afdeeling infanterie als dekking on der bevel van den postoommandant luit. F. Veerman, vóór het aanbre ken van den dag, de hoofdkolonne aohterna gemarcheerd, heeft 6chter de hoofdkolonne niet bereikt, maar is terecht gekomen tegenover een Atjehsohe benting. Luitenant Veer man daoht natuurlijk eeu slag te slaan. Het gelukte het detaohement ongemerkt tot aan de poort van de vyandelyke benting te komen, dooh de vyand bleek waakzaam te wezen; door de poort werd gevuurd en luit. Veerman was doodelyk getroffen, waarna door het delaohement een overhaaste terugtocht moet zyn aan genomen, waarby de manschappen het lyk van hun beminden en te Atjeh in hoog aanzien staanden luite nant meevoerden. De luitenant Hageman heeft natuur lijk het oommando overgenomen, en is bij den terugtooht de aohterste man geweest. Toen het detachement hun post Paken Kroeng Tjoet onge veer weder genaderd was, was de luitenant Hageman verdwenen, zon der dat éen der mansohappen inlioh- tingen kon geven. Voor de familiebetrekkingen ware het te wenso'nen geweest, dat van het laatste, naar 't schijnt, los ge rucht niet openlijk melding was ge maakt, alvorens men eenige zekerheid had verkregen." Bfi het departement van koloniën is onder dagteekeniDg van Zondag het volgende telegram ontvangen „In IV Moekims komt bevolking in groote getale terug. Uit Samahani worden dagelijks kampongs door zocht. Een korporaal gewond in heu vels van Tjot Basatost". Onder de 63 candidaten voor het Delftsche studentenkorps bevindt zich ook een Indische prins, Raden Mas Pandje Sono Kartono. De „Doelwijk." De Staats Ct. behelst de volgende mededeeling Op het daartoe door den gezant van Italië bij het Nederlandsohe Hof namens zijne regeericg gedaan ver zoek, brengt de minister van Buitenl. Zaken zonder dat dit zijner zijds tot eenige verdere gevolgtrek king zal mogen leiden ter alge- meene kennis, dat in de Staatscourant (Gaizetta Uffioialê) van het Koninkrijk Italië van 5 September 1896 is op genomen een bekendmaking van de prijscommissie, waarvan de vertaling luidt als volgt PRIJSCOMMISSIE. Bekendmaking. De Prijscommissie, zitting houdende te Rome in het Paleisjvan het Minis terie van Marine, doet, overeenkom stig de bepalingen van art. 8 van het door haar vastgestelde reglement, aan eiken belanghebbende te weten: lo. dat ter secretarie van de com missie, gedurende den tijd van dertig dagen, gedeponeerd zullen blijven de akten en bescheiden betreffende de inbeslagneming van het Bchip Doelwijk die voor partijen van belang kunnen zijndeze zullen die stokken binnen dien termijn, hetzij persoonlijk, hetzij door speciale gevolmachtigden, kun nen onderzoeken, na te hebben aan getoond, daartoe gequalificeerdtezijn en in Rome domicilie gekozen te hebben 2o. dat de partijen binnenIdenzelf- den termijn memoriën in de Itali- aansche, Fransche of Engelsche taal tot den president zullen kunnen richten, en dat die gedeponeerd zullen worden ter secretarie der commissie, te samen met de akten 3o. dat de termijn van dertig dagen zal aanvangen te loopen van al den vijftienden dag na de plaatsing van het tegenwoordig bericht in de Gazietta ÜfAziale van het Koninkrijk Italië. Rome24 Augustus 1896. De President, TAUCREDI CANONICO. ISACCO ARTON. LUCIANO SERRA. LUIGI PALUMBO. ENRICO TIVARON1. MICHELE LA TERZA. AUGUSTO WITTING. De Regeeringscomtniesaris R. GAROFALO. De Secretaris, B. BERIO. Eene rei a om de wereld. De heer Rudolf Kander en eohtge- noote, van Lintz aan den Donau, die een weddenschap aangingen om te voet een reis om de wereld le maken, bereikten Maandag Nymogen. Het paar vertrok in Maart van Linz, be zocht Beieren, Wurtemburg, Baden, Hessen-Nassau, de Ryn-provinoiën, en denkt de reis in twee jaar te vol brengen. Van Nijmegen voert hun weg over Rotterdam naar Londen, vervolgens naar New-York, vandaar dwars door Amerika naar San Fran- oisoo, Jokohama, Hongkong, Bombay Snez kanaal, Konstantinopel en van- dar r weer naar Linz. De weddenschap, die loopt om f 100.000, verbindt Kander tot het be strijden der reiskosten met op den toobt verdiende gelden. Hy geeft in de steden voorstellingen in gedaohten- lezen enz. Een losgebroken stier. Een losgebroken stier veroorzaakte Maandagmorgen op de „eilanden" te Amsterdam heel wat ontsteltenis. Het dier, dat naar het abattoir werd geleid, wist op de Oostenburgergraoht aan zyn geleider te ontsnappen en liep allereerst op een heer en dame toe. De heer werd door het dier omver geworpen en bewusteloos in een win kel ingedragen; de dame kwam er met den sohrik en een gescheurde japon af. Inmiddels was de stier door gehold en had een paar meters verder een werkman opgenomen ;en tegen eon kolenloods geslingerd, waardoor de man aan het hoofd werd gewond. Natuurlijk dat ieder op straat traohtte het dier uit de weg te komen en dat de moeders aDgstig sohreeuwde naar de kinderen, die juist naar sohool gingen. De stier stoorde zioh aan het lawaai niet, dooh holde verder en wierp op het Kadyksplein nog een meisje omver, zonder dat het kind, gelukkig, gedeerd werd. Maar toen had hy ook uitgepraat. Door burgers en politie, werd hy gegrepen, stevig gebonden en naar de slachtplaats ge bracht. Bij de door het R. K. Armbestuur te Hilversum met behulp der politie gedane huiszoeking in de woning van den voormaligen sohaapherder Jan Vos, in den laatsten tyd meer bekend onder den naam van „ryke bedelaar", en nu dezer dagen over- door MAX PEMBERTON. HOOFDSTUK XIII. 22) Onder de takken. Op deze plek konden zij onmogelijk bespied worden, door het traliewerk van groen drong een zacht licht naar binnen en er heerschte daar een heerlijke koelte. Voor het eerBt sedert zy voet aan wal hadden gezet op Spaansehen bodem, waren de schipbreukelingen weder in staat na te denken, niet alleen over de omstandig heden waarin zij verkeerden, maar over de reeks van rampen, die hen aldus op deze onherbergzame kust ge worpen had, terwijl de groote schat, waarvoor zy zich aan zooveel gevaren hadden blootgesteld wellicht nog op zyn bed van rotsen lag, of misschien wel in datzelfde oogenblik door de kracht der stroomen in de diepere zee werd gesleept, waaruit geen sterveling hem meer op zou kunnen halen. In de schaduw der grot begon Messenger zich weder bazig te houden met de gedachte, die hem vervolgd bad, van het oogenblik af dat hij aan wal was ge komen. „Burke," zeide hij, „ik heb berekend dat het om streeks vier uur in den morgen laag water zijn zal. Is dat zoo?" „Het zou zoo moeten zijn," antwoordde de kapi tein, „als het getij hier niet even vreemd is als de be woners." „In dat geval, zonden wij tegen middernacht nog kunnen roeien om te zien wat voor kansen wy hebbeD. De vraag is maar, wat zullen wy beginnen met het goud, als de zaken meeloopen, en hoe zullen wij doen om het te behouden Ik heb het volgende bedacht wij moeten een schip zien te krijgen, er een koopenin de dichtst bij gelegen haven, die, als ik mij niet vergis, Ferrol heet, en hier met de lading bly ven totdat degeen van ons, die het echip gaat halen, ons komt opnemen. Het is wel allerellendigst dat wij eene schermutseling met de kerels hebben gehad, maar dat moeten wij traohten te vergeten. Ik veronderstel niet dat zy ons hier in de grot zullen volgen, en zy komt mq juist de geschikte plaats voor om in te vertoeven, zoolang wij niet aan het werk zyn. Wij moeten elke plek der klippen onderzoeken en dien arbeid alleen in donker voortzetten. Als onze veronderstellingen juist zyn, zie ik volstrekt niet in, waarom wij de zaak niet tot een goed einde zouden brengen. Verlies ook nist uit het oog, dat wy nu met veel minder lieden te deelen zullen hebben." „Dat heb ik reeds aldoor bedacht," zeide Kenner. „Er zyn er nu nog maar drie, en ook al schiet er maar de helft van de lading over, zyn wig toeh nog ryke lieden. Ik voor mij echter ben overtuigd, dat gij daar ginds even goed naar koolstruiken als naar vaten zoe ken kunt, ziet slechts eenB naar den stroom 1 Wie heeft ooit iets dergelijks aanschouwd?" „Er is stroom genoeg," verklaarde Burke, terwijl hij de boot verder in de grot trok en een der ringen be vestigde aan een boomwortel, die uit den grond op sprong, „maar dat gaat ons niet aan. Een kind zou kunnen zien, dat de achterkajuit nog altijd vaststaat als een zuigeling in een wieg. De vraag of het geld daarin is gebleven of weg werd gezweept zult gij alleen maar te weten komen door er zelt heen te gaan en niet er over te pratenvoor dat de duisternis invalt blijft alles onzeker." „Maar ondertusschen," waagde Fisher, die in zijne volle lengte in de boot uitgestrekt lag en toeluisterde, het te zeggen, „ondertusschen zullen wij weer naar voedsel om moeten zien; mijn horloge wijst het tweede ontbqt-uur aan." „Dat ben ik met u eens," antwoordde Kenner, „wij moeten wat te eten hebben en nog een flesch van dien Spaansehen wijn, al mag hij ook op azijn gelijken! Wel, Joe, wat zult gy ons als ontbijt voorzetten?" De mulat had onder het voortroeien aanhoudend het stilzwijgen bewaard, maar bij deze laatste woorden scheen hij te herleven en gaf hy ten antwoord „Lieve deugd, ik zal niet veel te doen hebben, hoe ren 1 Tenzij dat gij hier zelf gebraden wordt." „Heeft een van u allen er aan gedaoht het kastje van de boot na te kijken?" vroeg Messenger plotseling. »ïk veronder dat gfl het geweer daarin hebt gevonden, Joe?" „Juist, mijnheer," antwoordde de kok, „ik nam de vrijheid het kastje open te trappen en van uw rhum te drinken, heeren, die heel lekker was, een mooie groote flesch, heeren." „En een groote dorstige keel 1" zeide Messenger, ter wijl hij een flesch met drank te voorschijn haalde, die in het kastje der sloep geborgen had gelegen naast een grooten voorraad beschuiten, vleeschblikjes en de noo- dige kogels voor een paar Winchester geweren en re volvers naar het bij het leger in gebruik zijnde model. Al de sloepen der „Samiramis" waren aldus voorzien geweest met het oog op alle mogelijke reisgevaren, maar nooit had eenig proviand beter van pas kunnen komen. In deze waterdichte bergplaats bevond zich voedsel genoeg voor eene gansche week en het geest rijke vocht hielp Kenner weder zijne krachten en vast beradenheid herwinnen. Het maal in de schaduw der groene haven liep dan ook bijna vroolijk af en werd besprenkeld door dat zout van opgewondenheid en ver wachting, waarvan allen to* in zekere mate vervuld waren. Omstreeks vier ure, toen de hitte van de zon een weinig was afgenomen, 6n nadat de mannen in zwaren slaap verzonken hadden gelegen op de harde planken der sloep, ontwaakten zij met meer moed dan hen nog bezield had sedert zij aan wal gekomen waren. Hunne gedachten waren thans helderder, hunne ledematen waren wederom lenig geworden, en zij gevoelden zich meer bereid weder aan het werk te gaan. Messenger, die als van zelf hun aanvoerder was geworden, werd dan ook met de grootste aandaoht aangehoord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 1