geheele Btelsel van uitkeering worden aangevoerd, dat de Rgkebijdrage afhankelqk wordt van de finanoieele politiek der Gemeenten. Ten slotte spreekt het Hbld. den wensch uit, dat de Regeering aan gegronde bedenkingen, die tegen be paalde onderdeelen barer voordracht kunnen worden ingebracht, op be vredigende wijze sal weten tegemoet te komen. Want het valt niet te ont kennen, dat baar voorstel indien wij bet stelsel van uitkeering nu een maal niet kunnen missen veel aantrekkelijks beeft. Voor een groot deel is de hoofdgedachte waarop baar stelsel in zake de Rijksbijdrage steunt, zeer correct, en met, talent uitgewerkt. De Memorie van Toelichting is dui delijk en getuigt van groote kennis van het behandelde onderwerp. En, wat zeker de deur dicht doet, is, zegt het, dat zonder te groote opofferin gen, juist die gemeenten, over wier moeilijkheden in de laatste jaren zooveel is geklaagd, krachtig gehol pen worden, terwijl voor de gemeen ten, die door de nieuwe regeling in slechter conditie zouden geraken, door het bestendigen der tegenwoor dige uitkeering, mede is gezorgd. De Noord-Brabanter zegt het ge heel eens te zijn met wat de Stand. in het door ons geciteerde artikel schreef aangaande de voorstanders van de vrgo school. Gemengd Nieuws, Het procea-Lothaire. Voor de 4de Kamer der Brusselsohe oiviele rechtbank is Maandag het proces begonnen, door mevrouw Van Heoke ingesteld tegen den bekenden kapitein Lothaire, wegens het breken eener trouwbelofte. Voor mevrouw Van Heoke trad op mr. Noyaux, voor den heer Lothaire mr. de Mot. De heer Noyaux, hoewel erkennen de dat ieder verloofde het recht heeft een engagement te verbreken, be toogde in een uitvoerig pleidooi, dat in dit geval de heer Lothaire het reoht niet had te handelen, zooals hg gedaan heeft. Mr. de Mot daarentegen beweerde, dat de schuld niet bg zgn cliënt te zoeken is. Wel heeft deze zich er steeds tegen verzet, dat het huwelijk zou worden voltrokken, maar een breuk heeft nooit in zgn plan gelegen; hoogstens wilde hg het huwelijk een jaar uitstellen. In elk geval verklaarde hg zich bereid, 8000 franos te betalen ter vergoeding van de onkosten voor de installatie van het huishouden, reeds gemaakt. Een kanon gesprongen. Maandagavond heeft een ernstig ongeluk plaats gehad op een schiet baan bij Havre. Een kanon, voor Griekenland bestemd, werd beproefd, toen een projectiel te vroeg ontplofte ea het kanon uiteensprong. De inge nieur Brindau werd dadelijk gedood; een opzichter werden beide armen afgerukthij stierf kort daarna; twee andere personen, waaronder een Grieksch artillerie officier, zijn ernstig gekwetst naar het ziekenhuis gebracht. Een krankzinnige. Groote opschudding werd onlangs in een der drukste straten van Mel bourne veroorzaakt door een krank zinnige, die met een repeteergeweer vuurde op allen die onder zijn bereik kwamen. Eerst sohoot hij op een dienstmeisje, dat zich aan een venster vertoonde, maar trof haar niet. Haar meester Bnelde de straat op, om den man te grijpen; de waanzinnige legde koelbloedig op hem aan en zou hem zeker overhoop hebben geschoten, als twee voorbijgangers hem op dat oogen- blik niet bg den naam geroepen had den; hij keerde zich om, maar de twee kogels, die hij op hen afvuurde, gingen gelukkig over hen heen. Nu oegon de man te vuren op de nabu rige huizen, waarvan de deuren en vensters door talrijke schoten werden doorboord. Toen kwamen een koet sier, een twintigtal kinderen en een paar wielrijders aan de beurt, maar geen van allen werd getroffen. Min der gelukkig was een bakker, die zich met_ zijn wagen ijlings uit de voeten wilde maken. De woesteling sohoot hem een kogel in het been; een andere kogel velde een paard neer, en de ruiter werd in den arm geraakt. Toen sprong de waanzinnige op een jonge dame toe, wierp haar op den grond en zette haar het ge weer tegen het hoofd, maar het meisje omklemde in haar doodsangst den loop, en nu ontstond een vreeselijke worsteling lusschen den woesteling en zijn slachtoffer. Een paar mannen wierpen zich van achteren op den razende, maar deze rukte zich los en schoot zich een kogel door het hoofd. Een© enquête. De Franfcfurtur Zeitung heeft een kleine enquête ingesteld naar de juiste wgze waarop de twist tussohen luitenant v. Brüsewitz en den werk tuigkundige Siepmann zioh heeft toegedragen. Men weet dat de lezing van militaire zgde afkomstig, aan merkelijk versohilde van het eerste verhaal, door de bezoekers van het koffiehuis openbaar gemaakt. Door inlichtingen ie vragen bij verschil lende personen, komt de Frankfurter Zlg, nu tot een relaas dan in hoofd zaak met de eerste lezing van het betreurenswaardige geval overeen komt tevens blijkt dat de tegenstrij dige voorstelling, door enkele bladen gegeven als uitgegaan van den regimentscommandant, slechts een niet-officieele mededeeling was, niet bestemd voor publicatie, maar door den adjudant van een aantal otfioieren vau het 109e regiment, waarbg Brü sewitz dient, toegezonden. Siepmann zou zioh dan volstrekt niet uittartend gedragen hebben tegen over den officier. Het eenige wat in dit opzicht vaststaat, is dat Siepmann met zgn stoel tegen dien van den luitenant aanstootte, en, voor zoover men weet, d*arna niet: Vergeef mg, of ietB dergelijks zeide. De officier was over dit kleine verzuim zoo gebelgd dat hg tot den binnentre- denden kastelein zeide: „Zeg die mensohen eens, dat ze betere manieren leeren", waarop Siepmann zioh om wendde met de woorden„Wat overkomt u?" Hierna ontspon zioh een kleine woordenwisseling, waarvan men zich den inhoud niet meer kan herinneren, maar die daarmede ein digde, dat Siepmann op een wenk van den kastelein het lokaal verliet. Het gezelschap waarbij Siepmann behoorde, maakte hiervan gebruik om hun tafeltje wat weg te schuiven en ook [Siepmann's stoel op een andere plaats te zetten. Siepmann hadintus- sohen een gesprek gehad met den kastelein, hem te kennen gevend dat hg zich steeds behoorlgk had gedra gen. maar om twist te vermijden heengegaan was. Toen hg terugkeerde en zag dat zijn stoel weggezet was, koD hg waarsohgnlgk het denkbeeld niet verdragen, voor een in zgnoogen onbillijken drang te moeten wijken hij nam zgn stoel op en zette dien hard neer op de oude plaats, zonder eohter den stoel van den luitenant aan te raken. Er verliepen een minuut of vijf, waarop de luitenant het twist gesprek hervatte mei den eiscb, dat Siepmann exouus zou vragen. Deze antwoordde dat hg niet wist, waarom en zeide eindelijk dat „geen antwoord even goed was", waarop Brüsewitz, zooals men weet, zgn sabel trok en alleen door do tussohenkomst van den kastelein en een kellner belet werd, op zgn tegenstander in te slaan. Siepmann vluohtte. Brüsewitz stak op aansporing van zgn kameraad luit. Jung-Stilling zgn sabel op, met de woorden Mijn eer is geschonden, nu ben ik een dood man, morgen moet ik ontslag nemen 1" En hg snelde het gebouw uit. Had de zaak nu geen verder ge volg gehad dan zou zelfs het trekken van zijn sabel Biüsewitz volgens de heerschende begrippon in Duitsehland niet zoo zwaar aangerekend kunnen wordennaar zijn opvatting toch was hg door den „civilist" lomp behandeld, en dat kon een opwelling veront schuldigen. Maar Brüsewitz' houding na het vluchten van Siepmann moet in een heel ander licht beschouwd worden. De lezing van de Frankfurter geeft verder niet veel nieuws; maar bevestigt dat de kastelein den officier die woedend in het gebouw terugliep, toeriep dat Siepmann verklaard had, zijn verontschuldigingen te zullen aanbieden (het blgft de vraag of dit geen leugen om bestwil van den kastelein was). Brüsewitz lette daar echter niet op, of hoorde het niet, en ging met getrokken sabel op den weerloozen man af, die weer vluchtte, maar een verkeerde deur opende en in een hoek gedrongen werd, waar de officier hem zijn wapen dwars door het liohaam joeg; ofschoon hij een oogenblik te voren moet gehoord hebben, dat Siepmann in doodsangst riep „Mijnheer de luitenant, vergeef mij, ik bid u om vergeving." De zaak zou dus hierop neerkomen, dat de vraag of iets een beleediging is of niet, uitsluitend door den officier behoort uitgemaakt te wordenen dat deze het reoht heeft om, word* zgne opvatting niet gedeeld door de tegenpartij, zonder meer een weerloos mensoh op staanden voet te dooden. Benijdenswaardig sohgnt het niet, onder zulke instellingen te leven maar nog onverkwikkelijker wordt de zaak, nu de militaire overheid zelfs geen offloieele verklaring van het gebeurde geven wilen evenmin de openbare meening big machte is zulke ophelderingen uit te lokken. (N. li. Ct.) Lihoengfc&jaDg. Tegelijk met het keizerlijk besluit waarbg Lihoengtsjang benoemd wordt tot minister van buitenlandsohe zaken van China, ia te Peking een ander besluit afgekondigd dat Li een be straffing toedient omdat hg een bezoek had gebracht aan de Keizerin-weduwe. Naar 't sohgnt is dit bezoek, bij de vrg gespannen verhouding die tus sohen den Keizer en zgne 'moeder bestaat, ten paleize opgevat als een poging van Li om op de omgeving des Keizers langs een omweg invloed uit te oefenen. Uit Rio de Janeiro wordt gemeld, dat in de binnenlanden van Bahia ernstige ongeregeldheden hebben plaats gehad. Een gewapende bende heeft versohillende eigendommen, toe- behoorende aan Italianen, verwoest; de materieele schade moet evenwel van beteekenis zgn. De regeeringstroepen hebben de plunderaars uiteengejaagd. ORGELBESPELLING in de Groote- of St. Bavokerk alhier op Donderdag 29 Oct., des namiddags van 2—3 uur door den Heer W. BZERMAN. PROGRAMMA. 1. Sonate no. 4. Mendelssohn a. Allegro con brio. b. Andante religioso. o. Allegretto. d. Allegro maestoso. 2. Ave Maria Liszt. 3. Preludium en Fuga Bach. 4 Conzonetta Eheinberger. 5. TraumereiSchumann.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6