It eerie afdeeling traden enkele leübn in eene uiteenzetting van de vo'-rnaaccste punten, waarop die wet zou moeten betrekking hebben. Som- in 10 der aanbevolen hervormingen werden ook in andere afdeelingen bepleit. Hetgeen dienaangaande in het midden werd gebracht kwam op het volgende neer. Onderscheiden werd tusschen twee erlei oategorie van wijzigingen a. in het belang der dienstplich tigen. b. in het belang van de handhaving éi; versterking der tucht. Deze beide punten worden aldus toe -licht Ad a. Aangedrongen werd op wg- zigiag en uitbreiding der vrijstellingen (art. 3 der wet van 11 April 3S27 Staatsblad no. 17), die, zooals zg thans lui ien, tot ontduiking en mis bruiken en daardoor tot gegrond ongenoegen aanleiding geven. Men moeade, dat de vrijstelling, opgeno men in art. 3, sub. m, lo. „lijf- en huisbedienden" behoorde te vervallen, waar daarvoor toch inderdaad geen redelijke grond bestaat. Daarentegen zouden moeten worden vrijgesteld het vaste personeel van den post- en Rgksteiegraafdienst, dat der spoor- en tramwegen, de hoogere en lagere politiebeambten, de vaste beambten van het gevangeniswezen, die ver bonden aan ziekeninriohtingen en krankzinnigengestichten, de zeevaren den en zij, die bg de viBsoherij en de biunenschipperij werkzaam zijn. Ia de tweede plaats wensohte men uitbreiding der talrijke Koniuklyke besluiten, regelende de uniformklee- diüg, waardoor het geheele equipe- ment van den sohutter, met inbegrip van hoofddeksel en schoeisel, zou vaststaan. Ook het schoeisel zou bg onvermogen door het gemeentebestuur moeten worden verstrekt. Ad b. In het belang van de hand having der tuoht werd aangedrongen op de volgende nieuwe voorschriften* 1. een nieuw art. 53, a luidende „Een lid der schutterij wordt geacht in dienst te zijn en is aan de tucht onderworpen, wanneer hij in uniform geleed is;1' 2 Aanvulling van art. 69, 2d lid, mei de bepaling, dat indien de over- tre "ors ol beschuldigden, voor den raad on tb .den zijnde, zonder vol doende reden niet in uniform ver schijnen, zij door den raad, staande de terechtzitting, zullen worden ver weren in eene geldboete van ten boo/ste f3; hierdqor zou het ver se.: ijnen in ongepaste kleeding wor de^ voorkomen 3o. aanvulling van art. 59, ten einde den bevelvoerder de bevoegd- heit te verleenen, bij war-ordelgkhe- de i zyne onderhooiigen te doenont fff. penen en in verzekerde bewaring te doen steiien tot na afloop van den dienst of de dienstverrichting. Op de mededeeling van hot gevoelen der Regeering omtrent deze denk- be- idea werd prijsgestsld. Voorts wer i nog betoogd, dat het ge.nis van schadeloosstelling voor den tijd, door schuttersdienst in beslag gs-nomen, een der grootste grieven te=iea den bestuanden toestand ia, hetgeen tot verzet prikkelt. En eindelijk deden sommige leden niikomen, dat ook de officieren niet altijd de tot comjouandeeren mceRt ge schikte personen zijn te achten, het- gesn een allernadeeligsten invloed uitoefent. Met betrekking tot dit laatste punt, w rd er aan herinnerd, da in België de officieren door de manschap zelve worden gekozen, waardóór, zoo werd gezegd, de schut ter daar te lande meer eerbied voor zijnen officier heeft dan ten onzent. De bekende kunstcriticus A. C. Lofftlt Bchreef dezer dagen in het Nieuws een artikel tegen de aanma tiging op den publieken weg door de wif Irijders. Eenjge ar tieten, vereerders van den he r Loffelt, hebben hom nu een rij- wiei ten geschenke gezonden, het oudste model dat er besta-1 in de fcoip dat de heer Loffelt fietsen zal gaan leeren. (Vlksdgb.) Vertraging. De dagboot Engeland vandeMoat- FCiappij „Zeeland" is Zondagmiddag 12 uur te Queenborough aangekomen met zeventien uur vertraging. De boot whs Zaterdagavond bij mistig weer op een zandbank in de Noordzee geloopen maar door den vloed weer vlot geraakt. Verpletterd. j Zaterdagmorgen had een treurig ongeluk pleats in de fabriek van ge- i condenseerde melk, te Parmersnd. jEen schildereknecht A. Appel ge- jnaamd, verriohtte eenige werkzaam heden in de nabijheid van een drijf- wiel. dit greep hem bij de lange lechildersjas en in een oogwenk was bij verpletterd. Verbrand. Vrijdagavond te 67j uur werd er te Leiden door de buren brand ont dekt op e°ne bovenkamer aan de Kaardeeteeg, bewoond door vrouw Rietbergen, die aan toevallen lijdende is. Bij de blussching werd bedoelde vrouw bewusteloos op den grond lig gende gevonden te midden der vlam men. Op last van eenen spoedig ter plaatse verschenen geneeskundige werd zij naar het academisch zieken huis overgebracht, waar zij later over leed. In hare nabijheid was een ge broken petroleumlamp gevonden, zoo- dat het vermoeden voor de hand ligt, dat zij door een toeval getroffen met de brandende lamp gevallen is. Benzine ontploffing. In de 8toomververij en chemische wasecherij van den beer Aug. Klein aan de Van Bassenstraat te 's-Gra- I venhage had Zaterdagochtend een I benzine-ontploffing plaats door de i onvoorzichtigheid van eenige jongens I van het personeel, die, niettegen staande het verbod van den patroon I met benzine wersten buiten het daar- jvoor bestemde lokaal. Zij verwarinden namelijk een bak jmet benzine boven een warmwater- I ketel in het machinevertrek. Door de verwarming ontwikkelde zich benzine- gas, dat ontplofte toen het in aanra king kwam met het vuur onder den stoomketel. Met een geweldigen knal sprongen alle ruiten der fabriek stuk en de jongen die de kom met benzine vast- nield, kreeg brandwonden aan de arm on. De brandweer wae spoedig ter plaatse om het begin van brand te blussehen. Aan de in de fabriek aanwezige goederen werd geen schade berok kend. Vrijdagnacht overleed te Utrecht in den ouderdom van 63 jaar de heer J. W. Stous Sloot, hoofdingenieur, werktuigkundige, chef van den dienst van tractie en materieel der Maat schappij tot Exploi'atie van Staats spoorwegen. Leger en Vloot. Uniformpet. By de le oompsgnie 3r bataljon 7e reg. inlanterie ia nu weder een ander model hoofddeksel in beproe ving, Het is een pet, veel overeenko mende met de tegenwoordig bij het leger in gebruik zijnde pet van offi cieren en onderoifioierenechter is de nieuwe aan de achterzijde hooger dan van voren; verder met smal rooden band en dito bies, ovaalvormige co- oarde, waarin rood ook de hoofdkleur vormt en verlakt lederen stormband. In groot tenua komt boven de oocarde een kleiu rood pluimpje. De uniform pet der offioier6n is, wat modei betreft, i geheel overeenkomstigde reode band is eohter van goud galon, terwijl een afhangende pluim van groene veeren boven de oocarde komt. Het model loont veel overeenkomst met het hoofddeksel bij bet Oostenrijksche leger iu gebruik. Gemengd Nieuws, Volgens een bericht van den Brus- selschen oorrespondent der Times zal. binnenkort in België een brochure verschijnen die moet bewijzen. d2t Dreyfus veroordeeld is tengevolge van eene lage samenspanning. Brand te Londen. De groote brandspuitenfabriek van de firma Straus, Mason eo. Co. in: Bl&ckfri&rs te Londen is Zaterdag avond een prooi der vlammen go- worden. De brand -werd om 9 uur ontdekt door een politieagent, en. spoedig daarop stond het vijf verdie pingen hooge gebouw van onderen tot boven in lichtelaaie. De brandweer was machtelocs tegen de vuurzee en moest zich bepalen tot het b scher men der belendende gebouwen. Een groot aantal brandspuiten, die gereed stonden om afgeleverd te worden, zijn. vernield, en 200 werklieden zijn ten gevolge van den brand zonder werk. Arton. Na een welsprekend pleidooi van nar. Demange en een beraadslaging van veertig minuten, heeft de jury- te Versailles Arton schuldig verklaard nan verduistering, niet onder verzach- tende omstandigheden gepleegd en hem ontslagen van rechtsvervolging weg6iis de aanklacht van valschneid in geschrifte. Het hof heeft Arton daarop tot acht jaren gevangenis ver oordeeld. Dat is twee jaren meer dan het as-isenbof van de Seine hem gegeven had. Evenwel, bedoeld hof had hem veroordeeld tot zes jaar dwangarbeid, hetgeen betrekkelijk zwaarder is dan acht jaar gevangenis?. Van den dwang arbeid af te komen schijat dan ook het doel geweest te zijn, waarmee Arton zich in cassatie had voorzien en dit is hem gelukt. Een aardige anecdote vertelt een redacteur van de Temps, die da brui loft te Weenen heeft bijgewoond. Na het huwelijk vaa den hertog en de hertogin van Orleans kwam ook hij gelukwenscben. Zij beuan.«te hem, en zei verheugd te zijn, dat hij ia zijn blad ös zaak van de Fransohe monarchie diende. „Neen," zei graaf de Gratnouf, die erbij stond, en l6gde de hertogin uit dat de Temps republikeinsch if. „Dan is mijnheer mij nog meer welkom," -zside de hertogin, den redacteur de hand drukkende. Calé-ohantants te Parijs. In Parijs zijn niet minder dan 22 cafe-chantante van den eersten en tweeden rang, 35 van wat lager orde en nog 219 van nog minder allooi. De voornaamheid van zoo'n inrioh- ring wordt in hoofdzaak beoordeeld naar de grootte der zaal. Kleinere zalen zijn meestal minder goed gerestaureerd en hebben ook gewoonlijk troepen kunstenaars van minder gebalte. Slechts de meer voorname établissementen zien er smaakvol uit en kunnen de kunete naars behoorlijk aalarieeren. Rekent men 10 tot 15 artistsn, de orkestleden hierbij inbegrepen, dan verkrygt men hei niet onaanzienlijk getal van 3—4000 personen, die van dez'- richtingen bestaan. Ia de mindere café's behoort het nog tot de ge woonte, dat bijv. een chanteuse na haar p;è;e te hebben voorgedragen me: een open schaal in de hand rond gaat. De meer voorname café-eh au tan ts braken successievelijk met deze on hebbelijke gewoonte, verhoogden de prijzen der consumptie op het dubbel bedrav, terwijl de ga;pms na elk uur of half uur de habitué's aanmanen te vertrekken of wel opnieuw iets te bestel len. Slechts bij zeer enkele wordt entiés geheven. Verder zijn er nog meteen geheel eigenaardig karakter: ehant- qui-veut (ieder sings naar believe) zonder artisten, alleen de onmisbare pianist of pianiste is aanwezig. Iedere gast zingt naar hartelust, soms zingen meerderen tegelijk, ter wijl de man aan de piano moet bege leidendikwerf worden volksliederen gezongen, terwijl al de aanwezigen het refrein medezingen. Te Parijs is Zaterdag overleden Mgr. Maurice Lesage d'Hauteooeur d'Hulst, die in 1892 als opvolger van Monsieur Freppel, bisschop van An gers. werd gekozen tot lid der Fran- Bohe Kamer. De overledene had den leeftijd van slecht 55 jaar bereikt. Hoe breed was de rivier? Eens op een dag werd er door de Duitsohe troepen een manoeuvre ge houden. Een detachement van de Noorderpartij moest onder commando van een generaal een groote rivier overtrekken. De generaal gaf zgc| paard de sporen en reed vooruit, om zich van den toestand der brug te overtuigen. Toen het detachement hem bad ingehaald, zag men hem druk in gesprek met den brug wachter. Aan de overzijde van de rivier gekomen, liet de generaal halt houden ea offi'dersappel blazen. „Myne hee ren," sprak hg den offioieren loe, „ik heb u bg mij laten komen, om u opmerkzaam te maken hoe moeilijk het is, de breedte van een rivier te schatten. Neemt u allen den afstand eens goed op, en zegt rog dan uwe bevinding. Kolonel, laat ik het eerst eens vragenhoe breed schat u de rivier?" „Vijfhonderd meter, generaal," kloek het antwoord. De generaal laohta en sprak„Ja, ja, dat is niet zoo gemakkelijk, daar is oefening voor noodig. Overafe, wat denkt u er van De overBte meende goed te doen met dezelfde meerling te verkondigen als de kolonel en raadde eveneens 500 met6r. „En u majoor, hoeveel sohat u?" „Ik houd 500 roeier voor le breed; meer dan 475 meter zal de rivier niet zijn," antwoordde de majoor. De generaal zei niels, doch schudde veeibeteekenend met het hoofd. Na den majoor moesten de kapiteins en de luitenants hun meaning zeggen, die er maar op los raadden 1000 meter, 600 meter, 300 meter en 1200 meter. „Maar mijne heeren", zei de gene raal, „dat is allemaal fout, fout, Jout; kijkt toch een beetje uit de oogen is er nu niemand, die me een tame lijk juist antwoord kau geven Daar kwam een piepjonge luitenant naar voren en salueerde. ,Gg, jorge vriend?" vroeg de ge neraal eenigszins verwonderd, „nu, daar ben ik toch nieuwsgierig naar hoe breed schat u de rivier?' Zonder zich te bedenken, antwoordde de luitenant„187 meter, 43 centi meter." De geueraal keek verrast op ensprak na een'g nadenken: „Hm, hm, ja, ik voel iets voor uw schatiinghoe langer ik er over na denk, hoe mee-* ik tot bet inzicht kora, dat gg wsl gelgk zoudt kunnen hebben. Zoo breed zou ik haar ook schatten. Maarals ik vragen mag, welke methode van afstand schattea hebt u hierbij toegepast?" Met de hacd aan den helm ant woordde de jonge offioier „Ik heb het ook aan den brugwach ter gevraagd, generaal." De Duiisc'ne keizer zal waarschijn lijk ia Mei van het volgende jaar een bezoek brengen aan den koning van Roemenië. Hei bezoek van koning Alexander van Servië aan Buoharest moet in verband staan met oen huwelijksplan tusschen den koning en prinses Bea trtx van Saksen-Coburg-Gotba, zuster van den Roemeenschen troonopvolger plotseling zijne bezigheid om de schrijftafel op te ruimen in den steek liet, terwijl er een zucht van verlichting aan zijne lippen ontsnapte „Hst was evenmin nieuws gierigheid wat mij telkens eeu blik deed werpen op onze meeateree, die er gisteren zoo heel bijzonder gelukkig uit, zag. Ia dacht maar telkens bij mijzelven„Een engelen gel iat als dat hebt gij nog nooit in uw leven aanschouwd- M en zei 1" Op eene keek mevrouw geheel toevallig naar bi7en, en even toevallig volgden mijne blikken dezelfde richting, en daar, ja, liev9 Hemel, bet dfiiuce maar een h l?e seconde, daar zag ik hoe de gaskroon doormidden bog, of liever gezegd dat zij van boven losgerukt waf; rn-t ia mij zelfs nu nog niet duidelijk hoe ik onmiddel lijk de tegenwoordigheid van geeet had aan de hulpe- lcoze kleine jongejuffrouw te denken. Ik zag alleen nog hoe onze meesteres Hansje vastgreep en daarbij den arm uitstrekte naar het andere kind. Ii had de kleine Emmy gelukkig reeds omhoog geheven, en toen de heele boel naar beneden kwam, lag zij veilig en wel in mijne ar men. Ja, men zou het bijna een wonder kunnen ncemen. Het zou vreeselijk geweest siju, als..." Miohelina stopte de ooren toe en kermde luid „Oin 's Hemels naam, zwijg toch I Ik krijg eene ij koude rilling over al mijne leden, als ik bedenk dat ik «misschien, ja niemand anders dan ik, oorzaak was aan het nederstorten der kroon. Herinner u tocb, Men- z-1 dat, toen wij eenige weken geleden de prisma's schoon maakten, ik mij zoo onhandig en met al mijne kracht aan een der armen vaBtbield 1 Wie weet of deze ruk niet de eerste aanleiding van alles was, of..." zij aarzelde. „Gekhed I Steven, de timmerman, dien mijnheer de ritmeester van morgen liet komen om de schade te j herstellen, heeft hem gezegd dat het enkei en alleen gekomen was door den baak, die te zwak was geweest j voir dat zware gewicht; hij is dan ock reeds door midden gebroken." Met gevouwen handen stond Michelina voor den jon geling. Toen bij ophield met spreken, volgde er een oogenblik van stilzwijgen, gedurende hetwelk de beide lieden elkander bewogen aanzageD. Ten slotte nam de knecht weder het woord: „Weet gij, Michelina, het komt mij bijna voor alsof er door het ongsluk van gisteren een nieuwe adem tocht door deze woning is gegaan, die eene zonderlinge uitwerking op de zielen en harten van iedereen heeft gehad. Dezen morgen, kort voordat ik de tafel zon dekken, toen ik uit alle hoeken en gaten de glazen te voorschga haalde, u bij mijnheer den ritmeester bin nentrad, vond ik hem heel gezellig en met de grootste vertrouwelijkheid naast de oude barones gezeten, die tot dusverre anders volstrekt geen vlam van hem scheen te zjjn. Zij zaten op de canayé, hij hield hare hand inde zijne, en zonder geluisterd te hebben, hoorde in hem duidelijk zeggen „Lieve, groote, grootmamaNiet waar, dat is heel grappig? Maar er is nog meer. Een half uur later liep ik in vollen dienslijver, wederom heel onverwacht bij onze mevrouw binnen. Wat denkt gij dat ik daar zag, raad eens, Michelina." „Ik kan het in ds verste verte niet vermoeden, Men- zel," fluisterde het meisje een weinig onzeker. „Gy hebt vroeger tooh werkelijk gelgk gehad, Miohe- Duel. Zaterdagmorgen heeft een duel op den degen plaats gehad tusschen de Hongaarache politieke agitators Franss Kossuth en Ugron. De eerste ontving een ernstige wonde in de borat. Na afloop van het gevecht had een verzoening tusschen beide I ampiosnea plaats. Philippijnsohe opstandelingen, ten getale van ongeveer 1500, hebben een aanval gewaagd op San Mateo. Het kleine garnizoen heeft hen evenwel teruggeslagen met een verlies van 38 personen. De Spanjaarden hadden 2 dooden en 5 gewonden. Nansen's pooltocht. Het uitgebreide versiag, door Nan- sen in de Daily Chronicle ven zijn reis gegeven, brengt over d6 weren- schappelgke uitkomsten van dien tocht niet veel nadere byzeud». rbedec; maar de meeste toch nog op aard rijkskundig gebied. Men kent nu de ligging en den naam van eenige door Nansen ont dekte eilandjesaaa de Siberische kust, in de Kora Zee, het Sverdrup eiland, op 74° 30° en 78° O. L. Gr. de grootere uitbreiding van de! eilandjes by bet eiland Taimyr naar1 het noorden (Almquist En); wijzigin-i gen in de kustlijn van hoi Jalmal-; schiereiland welks westkust volgen Naiisen een halven graad te ver; westelijk werd geplaatst op de kaarten (verleden jaar hebben ook Russische onderzoekers de kaart in der. omtrek van de Öb golf verbeterd); en bg iinaWelnu, ik zag dan boe mynheer de ritmeester zijn vrouw in de armen hield gekiemd, met eene teeder, i heid dat ik er geheel en al de kluts door kwijtraakte en my maar gauw weer uit de voeten maakte." Met een diepen blos boog Mioheiine hst bekoorlijke hoofd. „En thanBen thans komt gij wederom hierheen en spreekt van dingen en a at nog wel op zulk een vreeselijk wilden toon, dat ik, ja hoe zal ik dat uitdrukken Ik geloot zoo waar, dat ik eene hartklop ping gekregen hebriep Menzel uit, terwijl hij diep ademhaalde en plotseling de hand van het jonge meisje vastgreep. „Michelina, ik weet niet hoe het komt en hoe ik plotseling den moed gevoel n iets bij zonders te zeggen," voegde hij er met schuchtere stem bij. Misschien ben ik wel een echte ezel, dien gij hard uit zult lachen, om heel uw verder leven den spet met hem te drijven; maar ik kan het niet helpen, het is mij niet mogelijk het langer voor u te verbergen, want mijn hart is er geheel van vervuld." De roode wangen van het Poolsche dienstmeisje verbleekten eensklaps, maar zij maakte hare hand niet uit die van haar kameraad los. „Michelina, mijn vader wil van niets anders hooren, of ik moet dezen dienst verlaten en naar huis komen, ik heb hem dit reeds half en half beloofd, dat is te zeggen, ik heb hem geschreven dat zoo ik kwam, ik niet alleen zou zijr? I Welnu, wat hebt gij daarop te zeggen Er volgde geen antwoord. „Michelina, het is heel mooi in onze boschstreken, de Taimyr-goif, die vsel minder breed jinoet wezen dan men dacht, j Belangrijk is vooral de bevestiging l van het feit, dat langs heel het groote traject van de Fraro, van de Nieuw- Siberische eilanden tot aan Spitsber gen, nergens land in zicht geweest is, en dit resultaat is te meer opmer kelijk daar de Frain als 'tware zig- zagsgewys heen en weer gedreven is, zoodat een veel grootere i-trook on bekend gebied doorkruipt kon worden dan by het volgen van een rechte lyn. Dan komt voor het geogrefiaohe resultaat vooral in aanmerking de reis van Nansen en Johansen dwars door den Frans Jozefsarohipel. Uit tamelijk schaarsehe berichten die over de uitkomsten van Jackson's onder zoekingen in die streken bekend zijn geworden, wist men reeds dat Payer's kaart zeer onvolledig waa, en slechts betrouwbaar in den onmiddellijken omtrek van het door hem bereisde gebied langs den 60en meridiaan tot op^82° breedte. Volgens de kaart van Payer, in het westen aangevuld door de resultaten van de W. Barenrs- expeditie en van Leigh Smith, zou Frans Jozef land bestaan uit vier of 28B gedeelten of eilanden-groepen, nl. 3. do eerst ontdekte zuidelijke eilan- denreekt) (Northbrook, Hooker SEd., enz.,) in 't noorden begrensd door de Nightingale Sond en de Markham Sond 2. Alexandraland in het westen; 3. Zioby land, onmiddellijk ten noor den van de Markham Sond en in het oosten door de Austria Sond bespoeld 4. Wilczek land, ten oosten van de Austria-Sondten slotte twee landen die Payer van i aap Fligely af slechts in de verte heeft gezien, of meenen te zien 5. Petermann-land, op onge veer 83° en 6ü°, en 6 Koning Us sar- laad, op ongeveer 82° 30' en 55°. Men wist na Jaokson's tochten al zeker dat Z:cby-land (met Karel- Alexander land in het noordoosten) slechts oen groep kleine eilanden vormt, van Alexandraland in 'cwes ten gescheiden door een br6ede sond British Channel, die naar 't noorden uitmondt in een uitgestrekte zee, door Jackson Victoria zee genoemdterwijl de Markham sond er heel anders uitziet dan Payer noeende, en de kuitlyn van de Zioby-eilanden ook veel verder naar 't zuiden en zuid westen loopt. Nan sen's tocht heeft nu bewezen dat Wilczer land evenmin bestaat in den vorm dien Payer er ;>an gaf, dat op de plaats van diens Dove-Gletcher eu Kaap Boedapest de zee zich uit strekt, en ten noordoosten van de Lindeman-baai vier kleine eilanden (Hirttenland) liggen. Voorts is 't zeker dat Petermann- laod, indien 't bestaat, zich niet ver naar het oosten kan uitstrekken. Dit sluit niet uit, dat op de plaats waar Payer kaap Sherhard Osborn en kaap Wien aanteekende, zieh eilanden kunnen be-iaden, want Payer is iu de richting van den 60on meridiaan inderdaad verder naar het noorden gekomen dan Nansen, wiens reisroute oostelyk en zuidelyk van Kaap FJi- gely een bocht beschrijft. Misschien is ook Koning Oskariand zulk een eiland. En ofschoon Nausea en Jack son geneigd zijn, den Frans-Jozefs- srehipel voor een weinig uitgestrekte eilandengroep te houden, sohijnt het vinden van een voscenspoor door Nanson en Johansen op 85" breedte en 65° of 70° L eenigen grond te geven aan hei vermoeden, dat zich ook in het noordoosten van den ar chipel hier en daar nog onbekend land bevindt. De eenïgermate definitieve kaart van den archipel kan men verwach ten, zoodra J&ckon en Nansen hun uitkomsten uitvoeriger publiceeren. Uit Nao86n's rei-ver haai stippen wij t og aan, dat de opgeschroefde ver- h den, eenigen tijd geieden in sommi ge bladen gedaan over den neerdruk ker,den invloed dien da reis op Nau sea's metgezellen zon hebben uitge oefend, zoodat zy den aanblik van eikaars gezicht niet meer konden ver dragen, enz., in 't rainst geen beves tiging vinden, en dat Nansen als bet bei ngrijkste aardrijkskundige vraag stuk in dezs streken beschouwt Bestaat er een samenhang tusschen den F ra cs Josei-archipal en Spitsber gen Bryan. Zoodra de uitslag van de presi- dents verkleding bekend was, seinde, zooftis gemeld is, Bryan aan Mc Kin- 1-y: „Ik hsast mij u geiuk te wen- scner. Wij onderwierpen het geschil punt aan het Amerikaaneche vol! Zijn wil is wet." Hy heeft dus gee, plan tegen de verkiezing verzet aa, te leekensn op grond van bedrog e omkoopery, zooals sommigen zijnei aanhangers wilden dat hy doen zot _Mc. Kinley antwoordde„Ik ht, tuig u mijn dank voor uw hoffeUj telegram van gelukwensching en vet zoek u, mg i beste wenschen voo> uw gezondheid en geluk te aan vaat den.4* Bryan heeft een lang manifest uil gev&ardigd, dat hij, nogal zonderlins: aan „de bimetallisten van het land heeft gericht. Da vrienden van he bimetallisme, zegt hij, zijn niet ovei wonnen; zoolang zy niet van dwa ling overtuigd zijn, zullen zij voort gaan fe strijden tegen den goudstl standaard. Hij gelooft dat het biros tallisme een toekomst heeft, en da hij zelf een bimetallism is, inplaat van den zilvermonometallist die hi werkelijk is. Vei der luidt het „Het jaar 1900 is niet. ver meer Voor dien tijd zal het internationaa bimetallisms ophouden te bedriegen De gomldemooraten zullen bimeta Hitten worden en roet ons zijn, waa de republikeinen zijn onze openlijk) vijanden. Het Amerikanneche volk zal dan gereed zijn om te vrije et onbeperkte aanmunting v n goud ei zilver te vragen in de verhouding van zestien tot ésn, zonder te wach ten op de hulp of toestemming vat een andere na'ie". Het slot is pathetisch„Sprekend) voor de vrouw d e mijn arbeid heet gedeeld, zoowel als voor inij ztif weaeeh ik te zeggen, dat wij rui ai schoots beloond zijn voor wat wi gedaan hebben. In de liefde vai millioeaen'onzer medeburger-:', in de kennis verkregen door perBooniijk) aanraking met het volk, vinden wij eene vergoeding voor de pogingen die wij in het werk hebben gesteld.' Uit Perzië. IV. ISFAHAN, 4 Ootober 1896. Maakte mijn vorig sobrgv6n vac 14 Augustus ervan gewag, hoe Z. M. Moezaffer ed-Dia Shah zijte regeerÏDg begonnen is met hetuemea van eenige maatregelen in het belang van zyn volk, zoo langzamerhand scbynt net, althans indien men op de in dön bazar besproken wordende geruchten mag afgaan, dat het hem werkelijk ernst is, eenige hoognoodige hervormingen in het leven te roepen. Zoo vernam men voor eenigen tijd, dat toen door hein een nieuwen gouverneur werd benoemd voorShiraz en do provincie Fars, met de tot nog toe heersohende gewoonte om ambten gelijk dit aan den meestbiedende af te staan, gebroken werd, eu deze gouverneur is aange-teld geworden op eene vaste bezoldiging, en met de opdracht, dat het geheele bedrag der opgebraohte belastingen aan de kroon zoude verantwoord worden. Boven dien werd tot groote satisfactie der bevolking van de in die provincie door sprinkhanen geteisterde distric ten, wegens de onvoldoende opbrengst der vorigs oogsten, eene beLstmg vermindering toegestaan van 60,000 tomans (f 150,000) welke, ofschoon zy al niet de volle geieden schade dekt, toch een voor de dorpelingen niet te versmaden tegemoetkoming is. De nieuw benoemde gouverneur van Shiraz vertoeft op ditoogenblik, op zijn reis daarheen, juist hier ter stede, op het groote plein in de stad (den Maidan) liggen tallooze aan hem en zgne voi>;eliDgen toebehoo- rende ladingen tenten en verdere bencodigdhe.leu verspreid, en een aantal, in blauw met zilveren liverei uitgedoste bedienden loopen daarbij rond. Binnen een paar dagen zal hij zijn reis voortzetten, en om hem daartoe in staat t,e stellen, is men van jouvernementswegealsnaar gewoonte jezig alle beschikbare lastdieren te pressen, hetgeen natuurlyk oorzaak is, dat karavanen, die hierheen onderweg zija, niet durven binnen komen en in op eecigen afstand vsa hier gelegen dorpen olijven wachten tot zijne Hoog heid zal zijn vertrokken. D-tinbe- slagnemen van lastdieren of „maal bigiri"' zooais het hier genoemd wordt, is mede een van die gebruiken, die aan een zeker deel der bevolking groot ongerief veroorzaker, en die dan ook steeds veel tegenkanting vinden, en geen wonder! Telken mm heeft er de prachtige bergen en cl^ heerlijkefriseche lucht, het zou u daar zeker bevallen." „Mg?" Dit woordje werd veeleer door de rooskleuri ge lippen gefluisterd dan gesproken. „Ja, u, of wie anders?" riep Manael, die meer en meer moed begon te vatten, uit: „Ik zou een groote dwaas zijn, zoo ik huiswaarts keerde zonder bruid, zonder het meisje, dat eenmaal toiin vrouw moet worden, en dat zoowaar ik Menzel heetVerstaat gij mij thane, Michelina? Ik heb nu immers duidelijk genoeg ge sproken, en ik hoop dat ge deze vraag een antwoord waar dig zult keuren!" Al sprekende had hij het mooie meisje al diohteren dichter naar zicb. toe getrokken en boog met een die pen zucht tot haar over. Toen, hij heeft zelf nooit goed geweten hoe het kwam, voelde hij plotseling dat twee armen zich om zijn hals strengelden en fluisterde eene door zachte snikken afgebrukon stem aan zijn oor: „Ja, ja, ja, de avond van gisteren heaft op ongeloofe- lijke wijze op de harten der menschea gewerkt, en alle trots en booze gedachten daaruit verdreven." (Slot volgt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2