It eerie afdeeling traden enkele
leübn in eene uiteenzetting van de
vo'-rnaaccste punten, waarop die wet
zou moeten betrekking hebben. Som-
in 10 der aanbevolen hervormingen
werden ook in andere afdeelingen
bepleit. Hetgeen dienaangaande in
het midden werd gebracht kwam op
het volgende neer.
Onderscheiden werd tusschen twee
erlei oategorie van wijzigingen
a. in het belang der dienstplich
tigen.
b. in het belang van de handhaving
éi; versterking der tucht.
Deze beide punten worden aldus
toe -licht
Ad a. Aangedrongen werd op wg-
zigiag en uitbreiding der vrijstellingen
(art. 3 der wet van 11 April 3S27
Staatsblad no. 17), die, zooals zg
thans lui ien, tot ontduiking en mis
bruiken en daardoor tot gegrond
ongenoegen aanleiding geven. Men
moeade, dat de vrijstelling, opgeno
men in art. 3, sub. m, lo. „lijf- en
huisbedienden" behoorde te vervallen,
waar daarvoor toch inderdaad geen
redelijke grond bestaat. Daarentegen
zouden moeten worden vrijgesteld het
vaste personeel van den post- en
Rgksteiegraafdienst, dat der spoor-
en tramwegen, de hoogere en lagere
politiebeambten, de vaste beambten
van het gevangeniswezen, die ver
bonden aan ziekeninriohtingen en
krankzinnigengestichten, de zeevaren
den en zij, die bg de viBsoherij en de
biunenschipperij werkzaam zijn.
Ia de tweede plaats wensohte men
uitbreiding der talrijke Koniuklyke
besluiten, regelende de uniformklee-
diüg, waardoor het geheele equipe-
ment van den sohutter, met inbegrip
van hoofddeksel en schoeisel, zou
vaststaan. Ook het schoeisel zou bg
onvermogen door het gemeentebestuur
moeten worden verstrekt.
Ad b. In het belang van de hand
having der tuoht werd aangedrongen
op de volgende nieuwe voorschriften*
1. een nieuw art. 53, a luidende
„Een lid der schutterij wordt geacht
in dienst te zijn en is aan de tucht
onderworpen, wanneer hij in uniform
geleed is;1'
2 Aanvulling van art. 69, 2d lid,
mei de bepaling, dat indien de over-
tre "ors ol beschuldigden, voor den
raad on tb .den zijnde, zonder vol
doende reden niet in uniform ver
schijnen, zij door den raad, staande
de terechtzitting, zullen worden ver
weren in eene geldboete van ten
boo/ste f3; hierdqor zou het ver
se.: ijnen in ongepaste kleeding wor
de^ voorkomen
3o. aanvulling van art. 59, ten
einde den bevelvoerder de bevoegd-
heit te verleenen, bij war-ordelgkhe-
de i zyne onderhooiigen te doenont
fff. penen en in verzekerde bewaring
te doen steiien tot na afloop van den
dienst of de dienstverrichting.
Op de mededeeling van hot gevoelen
der Regeering omtrent deze denk-
be- idea werd prijsgestsld.
Voorts wer i nog betoogd, dat het
ge.nis van schadeloosstelling voor den
tijd, door schuttersdienst in beslag
gs-nomen, een der grootste grieven
te=iea den bestuanden toestand ia,
hetgeen tot verzet prikkelt.
En eindelijk deden sommige leden
niikomen, dat ook de officieren niet
altijd de tot comjouandeeren mceRt ge
schikte personen zijn te achten, het-
gesn een allernadeeligsten invloed
uitoefent. Met betrekking tot dit
laatste punt, w rd er aan herinnerd,
da in België de officieren door de
manschap zelve worden gekozen,
waardóór, zoo werd gezegd, de schut
ter daar te lande meer eerbied voor
zijnen officier heeft dan ten onzent.
De bekende kunstcriticus A. C.
Lofftlt Bchreef dezer dagen in het
Nieuws een artikel tegen de aanma
tiging op den publieken weg door de
wif Irijders.
Eenjge ar tieten, vereerders van den
he r Loffelt, hebben hom nu een rij-
wiei ten geschenke gezonden, het
oudste model dat er besta-1 in de
fcoip dat de heer Loffelt fietsen zal
gaan leeren. (Vlksdgb.)
Vertraging.
De dagboot Engeland vandeMoat-
FCiappij „Zeeland" is Zondagmiddag
12 uur te Queenborough aangekomen
met zeventien uur vertraging. De boot
whs Zaterdagavond bij mistig weer
op een zandbank in de Noordzee
geloopen maar door den vloed weer
vlot geraakt.
Verpletterd.
j Zaterdagmorgen had een treurig
ongeluk pleats in de fabriek van ge-
i condenseerde melk, te Parmersnd.
jEen schildereknecht A. Appel ge-
jnaamd, verriohtte eenige werkzaam
heden in de nabijheid van een drijf-
wiel. dit greep hem bij de lange
lechildersjas en in een oogwenk was
bij verpletterd.
Verbrand.
Vrijdagavond te 67j uur werd er
te Leiden door de buren brand ont
dekt op e°ne bovenkamer aan de
Kaardeeteeg, bewoond door vrouw
Rietbergen, die aan toevallen lijdende
is. Bij de blussching werd bedoelde
vrouw bewusteloos op den grond lig
gende gevonden te midden der vlam
men.
Op last van eenen spoedig ter
plaatse verschenen geneeskundige
werd zij naar het academisch zieken
huis overgebracht, waar zij later over
leed. In hare nabijheid was een ge
broken petroleumlamp gevonden, zoo-
dat het vermoeden voor de hand ligt,
dat zij door een toeval getroffen met
de brandende lamp gevallen is.
Benzine ontploffing.
In de 8toomververij en chemische
wasecherij van den beer Aug. Klein
aan de Van Bassenstraat te 's-Gra-
I venhage had Zaterdagochtend een
I benzine-ontploffing plaats door de
i onvoorzichtigheid van eenige jongens
I van het personeel, die, niettegen
staande het verbod van den patroon
I met benzine wersten buiten het daar-
jvoor bestemde lokaal.
Zij verwarinden namelijk een bak
jmet benzine boven een warmwater-
I ketel in het machinevertrek. Door de
verwarming ontwikkelde zich benzine-
gas, dat ontplofte toen het in aanra
king kwam met het vuur onder den
stoomketel.
Met een geweldigen knal sprongen
alle ruiten der fabriek stuk en de
jongen die de kom met benzine vast-
nield, kreeg brandwonden aan de
arm on.
De brandweer wae spoedig ter
plaatse om het begin van brand te
blussehen.
Aan de in de fabriek aanwezige
goederen werd geen schade berok
kend.
Vrijdagnacht overleed te Utrecht in
den ouderdom van 63 jaar de heer
J. W. Stous Sloot, hoofdingenieur,
werktuigkundige, chef van den dienst
van tractie en materieel der Maat
schappij tot Exploi'atie van Staats
spoorwegen.
Leger en Vloot.
Uniformpet.
By de le oompsgnie 3r bataljon
7e reg. inlanterie ia nu weder een
ander model hoofddeksel in beproe
ving, Het is een pet, veel overeenko
mende met de tegenwoordig bij het
leger in gebruik zijnde pet van offi
cieren en onderoifioierenechter is
de nieuwe aan de achterzijde hooger
dan van voren; verder met smal rooden
band en dito bies, ovaalvormige co-
oarde, waarin rood ook de hoofdkleur
vormt en verlakt lederen stormband.
In groot tenua komt boven de oocarde
een kleiu rood pluimpje. De uniform
pet der offioier6n is, wat modei betreft, i
geheel overeenkomstigde reode
band is eohter van goud galon, terwijl
een afhangende pluim van groene
veeren boven de oocarde komt. Het
model loont veel overeenkomst met
het hoofddeksel bij bet Oostenrijksche
leger iu gebruik.
Gemengd Nieuws,
Volgens een bericht van den Brus-
selschen oorrespondent der Times zal.
binnenkort in België een brochure
verschijnen die moet bewijzen. d2t
Dreyfus veroordeeld is tengevolge
van eene lage samenspanning.
Brand te Londen.
De groote brandspuitenfabriek van
de firma Straus, Mason eo. Co. in:
Bl&ckfri&rs te Londen is Zaterdag
avond een prooi der vlammen go-
worden. De brand -werd om 9 uur
ontdekt door een politieagent, en.
spoedig daarop stond het vijf verdie
pingen hooge gebouw van onderen
tot boven in lichtelaaie. De brandweer
was machtelocs tegen de vuurzee en
moest zich bepalen tot het b scher
men der belendende gebouwen. Een
groot aantal brandspuiten, die gereed
stonden om afgeleverd te worden, zijn.
vernield, en 200 werklieden zijn ten
gevolge van den brand zonder werk.
Arton.
Na een welsprekend pleidooi van
nar. Demange en een beraadslaging
van veertig minuten, heeft de jury-
te Versailles Arton schuldig verklaard
nan verduistering, niet onder verzach-
tende omstandigheden gepleegd en
hem ontslagen van rechtsvervolging
weg6iis de aanklacht van valschneid
in geschrifte. Het hof heeft Arton
daarop tot acht jaren gevangenis ver
oordeeld.
Dat is twee jaren meer dan het
as-isenbof van de Seine hem gegeven
had. Evenwel, bedoeld hof had hem
veroordeeld tot zes jaar dwangarbeid,
hetgeen betrekkelijk zwaarder is dan
acht jaar gevangenis?. Van den dwang
arbeid af te komen schijat dan ook
het doel geweest te zijn, waarmee
Arton zich in cassatie had voorzien
en dit is hem gelukt.
Een aardige anecdote vertelt een
redacteur van de Temps, die da brui
loft te Weenen heeft bijgewoond.
Na het huwelijk vaa den hertog
en de hertogin van Orleans kwam
ook hij gelukwenscben. Zij beuan.«te
hem, en zei verheugd te zijn, dat hij
ia zijn blad ös zaak van de Fransohe
monarchie diende.
„Neen," zei graaf de Gratnouf, die
erbij stond, en l6gde de hertogin uit
dat de Temps republikeinsch if.
„Dan is mijnheer mij nog meer
welkom," -zside de hertogin, den
redacteur de hand drukkende.
Calé-ohantants te Parijs.
In Parijs zijn niet minder dan 22
cafe-chantante van den eersten en
tweeden rang, 35 van wat lager orde
en nog 219 van nog minder allooi.
De voornaamheid van zoo'n inrioh-
ring wordt in hoofdzaak beoordeeld
naar de grootte der zaal.
Kleinere zalen zijn meestal minder
goed gerestaureerd en hebben ook
gewoonlijk troepen kunstenaars van
minder gebalte. Slechts de meer
voorname établissementen zien er
smaakvol uit en kunnen de kunete
naars behoorlijk aalarieeren.
Rekent men 10 tot 15 artistsn, de
orkestleden hierbij inbegrepen, dan
verkrygt men hei niet onaanzienlijk
getal van 3—4000 personen, die van
dez'- richtingen bestaan. Ia de mindere
café's behoort het nog tot de ge
woonte, dat bijv. een chanteuse na
haar p;è;e te hebben voorgedragen
me: een open schaal in de hand rond
gaat.
De meer voorname café-eh au tan ts
braken successievelijk met deze on
hebbelijke gewoonte, verhoogden de
prijzen der consumptie op het dubbel
bedrav, terwijl de ga;pms na elk uur
of half uur de habitué's aanmanen
te vertrekken of wel opnieuw iets te
bestel len.
Slechts bij zeer enkele wordt entiés
geheven. Verder zijn er nog meteen
geheel eigenaardig karakter: ehant-
qui-veut (ieder sings naar believe)
zonder artisten, alleen de onmisbare
pianist of pianiste is aanwezig.
Iedere gast zingt naar hartelust,
soms zingen meerderen tegelijk, ter
wijl de man aan de piano moet bege
leidendikwerf worden volksliederen
gezongen, terwijl al de aanwezigen
het refrein medezingen.
Te Parijs is Zaterdag overleden
Mgr. Maurice Lesage d'Hauteooeur
d'Hulst, die in 1892 als opvolger van
Monsieur Freppel, bisschop van An
gers. werd gekozen tot lid der Fran-
Bohe Kamer.
De overledene had den leeftijd van
slecht 55 jaar bereikt.
Hoe breed was de rivier?
Eens op een dag werd er door de
Duitsohe troepen een manoeuvre ge
houden. Een detachement van de
Noorderpartij moest onder commando
van een generaal een groote rivier
overtrekken. De generaal gaf zgc|
paard de sporen en reed vooruit, om
zich van den toestand der brug te
overtuigen. Toen het detachement
hem bad ingehaald, zag men hem
druk in gesprek met den brug
wachter.
Aan de overzijde van de rivier
gekomen, liet de generaal halt houden
ea offi'dersappel blazen. „Myne hee
ren," sprak hg den offioieren loe, „ik
heb u bg mij laten komen, om u
opmerkzaam te maken hoe moeilijk
het is, de breedte van een rivier te
schatten. Neemt u allen den afstand
eens goed op, en zegt rog dan uwe
bevinding. Kolonel, laat ik het eerst
eens vragenhoe breed schat u de
rivier?"
„Vijfhonderd meter, generaal," kloek
het antwoord.
De generaal laohta en sprak„Ja,
ja, dat is niet zoo gemakkelijk, daar
is oefening voor noodig. Overafe, wat
denkt u er van
De overBte meende goed te doen
met dezelfde meerling te verkondigen
als de kolonel en raadde eveneens
500 met6r.
„En u majoor, hoeveel sohat u?"
„Ik houd 500 roeier voor le breed;
meer dan 475 meter zal de rivier
niet zijn," antwoordde de majoor.
De generaal zei niels, doch schudde
veeibeteekenend met het hoofd. Na
den majoor moesten de kapiteins en
de luitenants hun meaning zeggen,
die er maar op los raadden 1000
meter, 600 meter, 300 meter en 1200
meter.
„Maar mijne heeren", zei de gene
raal, „dat is allemaal fout, fout, Jout;
kijkt toch een beetje uit de oogen
is er nu niemand, die me een tame
lijk juist antwoord kau geven
Daar kwam een piepjonge luitenant
naar voren en salueerde.
,Gg, jorge vriend?" vroeg de ge
neraal eenigszins verwonderd, „nu,
daar ben ik toch nieuwsgierig naar
hoe breed schat u de rivier?'
Zonder zich te bedenken, antwoordde
de luitenant„187 meter, 43 centi
meter."
De geueraal keek verrast op ensprak
na een'g nadenken:
„Hm, hm, ja, ik voel iets voor uw
schatiinghoe langer ik er over na
denk, hoe mee-* ik tot bet inzicht
kora, dat gg wsl gelgk zoudt kunnen
hebben. Zoo breed zou ik haar ook
schatten. Maarals ik vragen mag,
welke methode van afstand schattea
hebt u hierbij toegepast?"
Met de hacd aan den helm ant
woordde de jonge offioier
„Ik heb het ook aan den brugwach
ter gevraagd, generaal."
De Duiisc'ne keizer zal waarschijn
lijk ia Mei van het volgende jaar een
bezoek brengen aan den koning van
Roemenië.
Hei bezoek van koning Alexander
van Servië aan Buoharest moet in
verband staan met oen huwelijksplan
tusschen den koning en prinses Bea
trtx van Saksen-Coburg-Gotba, zuster
van den Roemeenschen troonopvolger
plotseling zijne bezigheid om de schrijftafel op te ruimen
in den steek liet, terwijl er een zucht van verlichting
aan zijne lippen ontsnapte „Hst was evenmin nieuws
gierigheid wat mij telkens eeu blik deed werpen op onze
meeateree, die er gisteren zoo heel bijzonder gelukkig uit,
zag. Ia dacht maar telkens bij mijzelven„Een engelen
gel iat als dat hebt gij nog nooit in uw leven aanschouwd-
M en zei 1" Op eene keek mevrouw geheel toevallig naar
bi7en, en even toevallig volgden mijne blikken dezelfde
richting, en daar, ja, liev9 Hemel, bet dfiiuce maar een
h l?e seconde, daar zag ik hoe de gaskroon doormidden
bog, of liever gezegd dat zij van boven losgerukt waf;
rn-t ia mij zelfs nu nog niet duidelijk hoe ik onmiddel
lijk de tegenwoordigheid van geeet had aan de hulpe-
lcoze kleine jongejuffrouw te denken. Ik zag alleen nog
hoe onze meesteres Hansje vastgreep en daarbij den arm
uitstrekte naar het andere kind. Ii had de kleine Emmy
gelukkig reeds omhoog geheven, en toen de heele boel
naar beneden kwam, lag zij veilig en wel in mijne ar
men. Ja, men zou het bijna een wonder kunnen ncemen.
Het zou vreeselijk geweest siju, als..."
Miohelina stopte de ooren toe en kermde luid
„Oin 's Hemels naam, zwijg toch I Ik krijg eene
ij koude rilling over al mijne leden, als ik bedenk dat
ik «misschien, ja niemand anders dan ik, oorzaak was
aan het nederstorten der kroon. Herinner u tocb, Men-
z-1 dat, toen wij eenige weken geleden de prisma's schoon
maakten, ik mij zoo onhandig en met al mijne kracht
aan een der armen vaBtbield 1 Wie weet of deze ruk niet
de eerste aanleiding van alles was, of..." zij aarzelde.
„Gekhed I Steven, de timmerman, dien mijnheer de
ritmeester van morgen liet komen om de schade te
j herstellen, heeft hem gezegd dat het enkei en alleen
gekomen was door den baak, die te zwak was geweest
j voir dat zware gewicht; hij is dan ock reeds door
midden gebroken."
Met gevouwen handen stond Michelina voor den jon
geling. Toen bij ophield met spreken, volgde er een
oogenblik van stilzwijgen, gedurende hetwelk de beide
lieden elkander bewogen aanzageD. Ten slotte nam de
knecht weder het woord:
„Weet gij, Michelina, het komt mij bijna voor alsof
er door het ongsluk van gisteren een nieuwe adem
tocht door deze woning is gegaan, die eene zonderlinge
uitwerking op de zielen en harten van iedereen heeft
gehad. Dezen morgen, kort voordat ik de tafel zon
dekken, toen ik uit alle hoeken en gaten de glazen te
voorschga haalde, u bij mijnheer den ritmeester bin
nentrad, vond ik hem heel gezellig en met de grootste
vertrouwelijkheid naast de oude barones gezeten, die tot
dusverre anders volstrekt geen vlam van hem scheen te
zjjn. Zij zaten op de canayé, hij hield hare hand inde
zijne, en zonder geluisterd te hebben, hoorde in hem
duidelijk zeggen
„Lieve, groote, grootmamaNiet waar, dat is heel
grappig? Maar er is nog meer. Een half uur later liep
ik in vollen dienslijver, wederom heel onverwacht bij
onze mevrouw binnen. Wat denkt gij dat ik daar zag,
raad eens, Michelina."
„Ik kan het in ds verste verte niet vermoeden, Men-
zel," fluisterde het meisje een weinig onzeker.
„Gy hebt vroeger tooh werkelijk gelgk gehad, Miohe-
Duel.
Zaterdagmorgen heeft een duel op
den degen plaats gehad tusschen de
Hongaarache politieke agitators Franss
Kossuth en Ugron. De eerste ontving
een ernstige wonde in de borat. Na
afloop van het gevecht had een
verzoening tusschen beide I ampiosnea
plaats.
Philippijnsohe opstandelingen, ten
getale van ongeveer 1500, hebben een
aanval gewaagd op San Mateo. Het
kleine garnizoen heeft hen evenwel
teruggeslagen met een verlies van
38 personen. De Spanjaarden hadden
2 dooden en 5 gewonden.
Nansen's pooltocht.
Het uitgebreide versiag, door Nan-
sen in de Daily Chronicle ven zijn
reis gegeven, brengt over d6 weren-
schappelgke uitkomsten van dien
tocht niet veel nadere byzeud». rbedec;
maar de meeste toch nog op aard
rijkskundig gebied.
Men kent nu de ligging en den
naam van eenige door Nansen ont
dekte eilandjesaaa de Siberische
kust, in de Kora Zee, het Sverdrup
eiland, op 74° 30° en 78° O. L. Gr.
de grootere uitbreiding van de!
eilandjes by bet eiland Taimyr naar1
het noorden (Almquist En); wijzigin-i
gen in de kustlijn van hoi Jalmal-;
schiereiland welks westkust volgen
Naiisen een halven graad te ver;
westelijk werd geplaatst op de kaarten
(verleden jaar hebben ook Russische
onderzoekers de kaart in der. omtrek
van de Öb golf verbeterd); en bg
iinaWelnu, ik zag dan boe mynheer de ritmeester
zijn vrouw in de armen hield gekiemd, met eene teeder,
i heid dat ik er geheel en al de kluts door kwijtraakte
en my maar gauw weer uit de voeten maakte."
Met een diepen blos boog Mioheiine hst bekoorlijke
hoofd.
„En thanBen thans komt gij wederom hierheen
en spreekt van dingen en a at nog wel op zulk
een vreeselijk wilden toon, dat ik, ja hoe zal ik dat
uitdrukken Ik geloot zoo waar, dat ik eene hartklop
ping gekregen hebriep Menzel uit, terwijl hij diep
ademhaalde en plotseling de hand van het jonge
meisje vastgreep. „Michelina, ik weet niet hoe het
komt en hoe ik plotseling den moed gevoel n iets bij
zonders te zeggen," voegde hij er met schuchtere stem
bij. Misschien ben ik wel een echte ezel, dien gij hard
uit zult lachen, om heel uw verder leven den spet met
hem te drijven; maar ik kan het niet helpen, het is
mij niet mogelijk het langer voor u te verbergen, want
mijn hart is er geheel van vervuld."
De roode wangen van het Poolsche dienstmeisje
verbleekten eensklaps, maar zij maakte hare hand niet
uit die van haar kameraad los.
„Michelina, mijn vader wil van niets anders hooren,
of ik moet dezen dienst verlaten en naar huis komen,
ik heb hem dit reeds half en half beloofd, dat is te
zeggen, ik heb hem geschreven dat zoo ik kwam, ik
niet alleen zou zijr? I Welnu, wat hebt gij daarop te
zeggen
Er volgde geen antwoord.
„Michelina, het is heel mooi in onze boschstreken,
de Taimyr-goif, die vsel minder breed
jinoet wezen dan men dacht,
j Belangrijk is vooral de bevestiging
l van het feit, dat langs heel het groote
traject van de Fraro, van de Nieuw-
Siberische eilanden tot aan Spitsber
gen, nergens land in zicht geweest
is, en dit resultaat is te meer opmer
kelijk daar de Frain als 'tware zig-
zagsgewys heen en weer gedreven is,
zoodat een veel grootere i-trook on
bekend gebied doorkruipt kon worden
dan by het volgen van een rechte
lyn. Dan komt voor het geogrefiaohe
resultaat vooral in aanmerking de reis
van Nansen en Johansen dwars door
den Frans Jozefsarohipel. Uit
tamelijk schaarsehe berichten die over
de uitkomsten van Jackson's onder
zoekingen in die streken bekend zijn
geworden, wist men reeds dat Payer's
kaart zeer onvolledig waa, en slechts
betrouwbaar in den onmiddellijken
omtrek van het door hem bereisde
gebied langs den 60en meridiaan tot
op^82° breedte. Volgens de kaart van
Payer, in het westen aangevuld door
de resultaten van de W. Barenrs-
expeditie en van Leigh Smith, zou
Frans Jozef land bestaan uit vier of
28B gedeelten of eilanden-groepen, nl.
3. do eerst ontdekte zuidelijke eilan-
denreekt) (Northbrook, Hooker SEd.,
enz.,) in 't noorden begrensd door de
Nightingale Sond en de Markham
Sond 2. Alexandraland in het westen;
3. Zioby land, onmiddellijk ten noor
den van de Markham Sond en in het
oosten door de Austria Sond bespoeld
4. Wilczek land, ten oosten van de
Austria-Sondten slotte twee landen
die Payer van i aap Fligely af slechts
in de verte heeft gezien, of meenen
te zien 5. Petermann-land, op onge
veer 83° en 6ü°, en 6 Koning Us sar-
laad, op ongeveer 82° 30' en 55°.
Men wist na Jaokson's tochten al
zeker dat Z:cby-land (met Karel-
Alexander land in het noordoosten)
slechts oen groep kleine eilanden
vormt, van Alexandraland in 'cwes
ten gescheiden door een br6ede sond
British Channel, die naar 't noorden
uitmondt in een uitgestrekte zee, door
Jackson Victoria zee genoemdterwijl
de Markham sond er heel anders
uitziet dan Payer noeende, en de
kuitlyn van de Zioby-eilanden ook
veel verder naar 't zuiden en zuid
westen loopt.
Nan sen's tocht heeft nu bewezen
dat Wilczer land evenmin bestaat in
den vorm dien Payer er ;>an gaf, dat
op de plaats van diens Dove-Gletcher
eu Kaap Boedapest de zee zich uit
strekt, en ten noordoosten van de
Lindeman-baai vier kleine eilanden
(Hirttenland) liggen.
Voorts is 't zeker dat Petermann-
laod, indien 't bestaat, zich niet ver
naar het oosten kan uitstrekken. Dit
sluit niet uit, dat op de plaats waar
Payer kaap Sherhard Osborn en kaap
Wien aanteekende, zieh eilanden
kunnen be-iaden, want Payer is iu
de richting van den 60on meridiaan
inderdaad verder naar het noorden
gekomen dan Nansen, wiens reisroute
oostelyk en zuidelyk van Kaap FJi-
gely een bocht beschrijft. Misschien
is ook Koning Oskariand zulk een
eiland. En ofschoon Nausea en Jack
son geneigd zijn, den Frans-Jozefs-
srehipel voor een weinig uitgestrekte
eilandengroep te houden, sohijnt het
vinden van een voscenspoor door
Nanson en Johansen op 85" breedte
en 65° of 70° L eenigen grond te
geven aan hei vermoeden, dat zich
ook in het noordoosten van den ar
chipel hier en daar nog onbekend
land bevindt.
De eenïgermate definitieve kaart
van den archipel kan men verwach
ten, zoodra J&ckon en Nansen hun
uitkomsten uitvoeriger publiceeren.
Uit Nao86n's rei-ver haai stippen
wij t og aan, dat de opgeschroefde ver-
h den, eenigen tijd geieden in sommi
ge bladen gedaan over den neerdruk
ker,den invloed dien da reis op Nau
sea's metgezellen zon hebben uitge
oefend, zoodat zy den aanblik van
eikaars gezicht niet meer konden ver
dragen, enz., in 't rainst geen beves
tiging vinden, en dat Nansen als bet
bei ngrijkste aardrijkskundige vraag
stuk in dezs streken beschouwt
Bestaat er een samenhang tusschen
den F ra cs Josei-archipal en Spitsber
gen
Bryan.
Zoodra de uitslag van de presi-
dents verkleding bekend was, seinde,
zooftis gemeld is, Bryan aan Mc Kin-
1-y: „Ik hsast mij u geiuk te wen-
scner. Wij onderwierpen het geschil
punt aan het Amerikaaneche vol!
Zijn wil is wet." Hy heeft dus gee,
plan tegen de verkiezing verzet aa,
te leekensn op grond van bedrog e
omkoopery, zooals sommigen zijnei
aanhangers wilden dat hy doen zot
_Mc. Kinley antwoordde„Ik ht,
tuig u mijn dank voor uw hoffeUj
telegram van gelukwensching en vet
zoek u, mg i beste wenschen voo>
uw gezondheid en geluk te aan vaat
den.4*
Bryan heeft een lang manifest uil
gev&ardigd, dat hij, nogal zonderlins:
aan „de bimetallisten van het land
heeft gericht. Da vrienden van he
bimetallisme, zegt hij, zijn niet ovei
wonnen; zoolang zy niet van dwa
ling overtuigd zijn, zullen zij voort
gaan fe strijden tegen den goudstl
standaard. Hij gelooft dat het biros
tallisme een toekomst heeft, en da
hij zelf een bimetallism is, inplaat
van den zilvermonometallist die hi
werkelijk is. Vei der luidt het
„Het jaar 1900 is niet. ver meer
Voor dien tijd zal het internationaa
bimetallisms ophouden te bedriegen
De gomldemooraten zullen bimeta
Hitten worden en roet ons zijn, waa
de republikeinen zijn onze openlijk)
vijanden. Het Amerikanneche volk
zal dan gereed zijn om te vrije et
onbeperkte aanmunting v n goud ei
zilver te vragen in de verhouding
van zestien tot ésn, zonder te wach
ten op de hulp of toestemming vat
een andere na'ie".
Het slot is pathetisch„Sprekend)
voor de vrouw d e mijn arbeid heet
gedeeld, zoowel als voor inij ztif
weaeeh ik te zeggen, dat wij rui ai
schoots beloond zijn voor wat wi
gedaan hebben. In de liefde vai
millioeaen'onzer medeburger-:', in de
kennis verkregen door perBooniijk)
aanraking met het volk, vinden wij
eene vergoeding voor de pogingen
die wij in het werk hebben gesteld.'
Uit Perzië.
IV.
ISFAHAN, 4 Ootober 1896.
Maakte mijn vorig sobrgv6n vac
14 Augustus ervan gewag, hoe
Z. M. Moezaffer ed-Dia Shah zijte
regeerÏDg begonnen is met hetuemea
van eenige maatregelen in het belang
van zyn volk, zoo langzamerhand
scbynt net, althans indien men op de
in dön bazar besproken wordende
geruchten mag afgaan, dat het hem
werkelijk ernst is, eenige hoognoodige
hervormingen in het leven te roepen.
Zoo vernam men voor eenigen
tijd, dat toen door hein een nieuwen
gouverneur werd benoemd voorShiraz
en do provincie Fars, met de tot nog
toe heersohende gewoonte om ambten
gelijk dit aan den meestbiedende af
te staan, gebroken werd, eu deze
gouverneur is aange-teld geworden
op eene vaste bezoldiging, en met de
opdracht, dat het geheele bedrag der
opgebraohte belastingen aan de kroon
zoude verantwoord worden. Boven
dien werd tot groote satisfactie der
bevolking van de in die provincie
door sprinkhanen geteisterde distric
ten, wegens de onvoldoende opbrengst
der vorigs oogsten, eene beLstmg
vermindering toegestaan van 60,000
tomans (f 150,000) welke, ofschoon
zy al niet de volle geieden schade
dekt, toch een voor de dorpelingen
niet te versmaden tegemoetkoming is.
De nieuw benoemde gouverneur
van Shiraz vertoeft op ditoogenblik,
op zijn reis daarheen, juist hier ter
stede, op het groote plein in de stad
(den Maidan) liggen tallooze aan
hem en zgne voi>;eliDgen toebehoo-
rende ladingen tenten en verdere
bencodigdhe.leu verspreid, en een
aantal, in blauw met zilveren liverei
uitgedoste bedienden loopen daarbij
rond. Binnen een paar dagen zal hij
zijn reis voortzetten, en om hem
daartoe in staat t,e stellen, is men van
jouvernementswegealsnaar gewoonte
jezig alle beschikbare lastdieren te
pressen, hetgeen natuurlyk oorzaak is,
dat karavanen, die hierheen onderweg
zija, niet durven binnen komen en in
op eecigen afstand vsa hier gelegen
dorpen olijven wachten tot zijne Hoog
heid zal zijn vertrokken. D-tinbe-
slagnemen van lastdieren of „maal
bigiri"' zooais het hier genoemd wordt,
is mede een van die gebruiken, die
aan een zeker deel der bevolking
groot ongerief veroorzaker, en die
dan ook steeds veel tegenkanting
vinden, en geen wonder! Telken
mm heeft er de prachtige bergen en cl^ heerlijkefriseche
lucht, het zou u daar zeker bevallen."
„Mg?" Dit woordje werd veeleer door de rooskleuri
ge lippen gefluisterd dan gesproken.
„Ja, u, of wie anders?" riep Manael, die meer en
meer moed begon te vatten, uit: „Ik zou een groote
dwaas zijn, zoo ik huiswaarts keerde zonder bruid,
zonder het meisje, dat eenmaal toiin vrouw moet worden,
en dat zoowaar ik Menzel heetVerstaat gij mij thane,
Michelina? Ik heb nu immers duidelijk genoeg ge
sproken, en ik hoop dat ge deze vraag een antwoord waar
dig zult keuren!"
Al sprekende had hij het mooie meisje al diohteren
dichter naar zicb. toe getrokken en boog met een die
pen zucht tot haar over. Toen, hij heeft zelf nooit goed
geweten hoe het kwam, voelde hij plotseling dat twee
armen zich om zijn hals strengelden en fluisterde eene
door zachte snikken afgebrukon stem aan zijn oor:
„Ja, ja, ja, de avond van gisteren heaft op ongeloofe-
lijke wijze op de harten der menschea gewerkt, en
alle trots en booze gedachten daaruit verdreven."
(Slot volgt