tóór twintig jaar... Generaal X was op tactisch gebied een der eersten: het ontbrak beau niet aan geest en verstand en were bg niet zoo onwetend op het gebied van letteren en kunst, hij zuude zeker een uitstekend figuur in de salon hebben gemaakt. Hij had echter helaas eene verre van zorgvuldige opvoeding genoten en maakte dikwerf komische fouten, maar uit de zotste omstandigheden wist hij zich altijd te redden door de lachers te ontwapenen door zijne snedige gezegden, zgne verrassende openhartigheid en ziji.e goedmoedig heid. De generaal vormde eens het plan om een avondfeest te geven in de prachtige tuinen van zjjne villa, dicht bij Algiers gelegen in de heerlijke vlakte van Musfcapba. Hg wilde dat hei een prachtig bal zon zijn en ver gat niet3, opdat het in pracht en weelde zou kunnen wedg veren met de feesten van den toenmnüigen gouver neur van Algiers, die steeds eene groote weelde ten toon spreidde. Alles was uitstekend voorbereid en acht dagen voor dea soiree meende •de generaaL niets te hebben vergeten op het, programma van versieringen, toen het hem inviel, aBt zgn luiu geen standbeelden bevatte. Hij wist dat op dat oogenblik een Zephirte Algiers werkte aan de buste van een voor korten tijd ge sneuvelden kolonel, voor wien men een praalgraf maaktedeze soldaat was een beeldhouwer met talent, en do generaal, die zich niet kon voorstellen, hoeveel tijd er voor noodig was een groep te raodeUeeren, twijfelde er niet aan, of da artist zou in aoht dageD zijn tuin kunnen be volken mat goden en godinnen uit de mythologie. Hij' iiet dua den Zéphir bij zich ontbieden. Dez-j meldde zich aan, kranig en flink en ene* een vasten bliktqn eenvoudige, grijze kapoijas droe hij met ongeëvenaarde elegance, aspoala dat dan ook bg militairen van dit fantastisch» korps gewoonte is, tot grooten naijver der zouaven. De Zéphyrs met hun vurig hart en hoofd, zou en de élite der regimen ten vormeD, wanneer de vervelist van het garnizoen Bleven hen niet tot dwase daden verleiddenhun tempe rament, dat zich niet laat beteagelen, maakt het echter noodzakelijk, dat zij in Afrika worden ingedeeld juist bij die korpsen, waar geduchte disci pline heerecht. JEn niettemin vinden zij da middelen ona hunne meerderen Ïoetsen te bakken, die hoogst stral aar zijn, maar meestal zijn hunne grappen 200 vermakelijk, d»t men niet weet wie» te straffen, of dat rue» te veel heelt gelaohen om niet ont wapend te zijn. Da generaal ontving den Zépbyr iu het midden van zijn park. „Mijn vriend", zeide hij tot hem, .het schijnt, dat je zeer handig bent, hoor eeite wat ik van je verlang aanstaanden Zaterdag geef ik een avondfeest,; ik wenschte de sleine boeohjes hier met beelden te versie ren, ik heb Bacehussen, Apollo's, Veuuesen, den heelen boel nit de oudheid noodig in kalk." .Waarom niet in marmer als u dat wenscht zeide de Zépbyr op spot- tenden toon. „Acht dagen 1 Het is onmogelijk 1" „Zwgg, praaf)8emaker," merkte de generaal op en fronste de wenkbrau- Mililair van het Fransen-Noord Afrik, leger. 8AAMHB HALLETJES. Jen. Satjrdsgavo ndpraatje. cccxxi. 't Is moeilijk te zeggen, of er dezen keer veel of weinig aan de St. Nico- laas is gedaan. Er zijn winkeliers, die erover klagen ze meeneo, dat dit jaar veel alillar is geweest, dan het vorige, 't Mag zijn. Wij die niet in hun boeken kijken, behooren hen op hun woord te gelooven, al worden we daarbij tot voorzichtigheid aange maand door de omstandigheid, d:it klagen 111 den handel iv de laatste jaren een soort van usance is ge worden. Het vieren van den St. Nicolaas evenwel i ook een usance en dat wei ó6ü. die vooreerst nog niet uit de mods zal raken. Pogingen in sommige kringen gedaan, cm het feest ■uwr te brengen naar Kerstmis, zooals de Eagelechen en de Daitechers doen, hebben hier le lande niet gepakt. Wij blijven ons aan onzen goeden Sint. houden en op bet oogenolik dat ik dit Bohrijf, kloppen honderdduizenden kinderharten enelter bg de gedachte aan het feest, dat hun wacht." Wat evenwel langzamerhand schijnt te verdwijnen, dat is de usanoo om een St. Nicolaas-etalage te maken. Ik bedeel niet een uitstalling van ?t mooiste en fijnste wat men heeft, die geschiedt nog altijd in onze win kels, maar 3en etalage die op St. Nicolaas betrekking heeft. Er worden om de aandacht te trekken wel aller lei voorstellingen voor de ramen ge- t, aardige en minder aardige, maar ze zouden evengoed den öden Juni als den öden December dienst kun nen doen met St. Nicolaas hebben, ze niets hoegenaaamd uitstaande. Meer in de lijn was een winkelier die uit zijn deur door St. Nicolaas en zijn knecht moppen op straat strooien iiet. Vooraf had hij door een groot papier aan de ramen de komst van den Sint aangekondigd en toen wen, .ik houd er niet van dat men mg van repliek dient." „Maar gen „Genoeg 1 als je Zaterdagavond om aoht uur de beelden niet gereed hebt, dan trakteer ik je op een maand cel." Esnigszins overbluft keek de zé pbyr den generaal aandeze zag er niet uit alsof hij sobertste. „Hoeveel heb je noodig ©m je kalk te koopen vroeg de generaal. „Honderd francs", zeide de zephyr met groote koelbloedigheid. Hg had een besluit genomen ten opziohte van de rol, die hg zou spe len tegenover de zonderlinge op- draoht van zgn chef. Deze vond de som wel wat hoog, ïaaar legde er zich bg neer. „Hier zijn vgf gouden loais", zeide de generaal en gaf den beeldhouwer de vgf goudstukken, „maar als de kalk zoo duur wasjdsn zou men geld uitsparen door de huizeD op te bou wen met pilaren van „douros" (vgf- franc stukken.) Tot Zaterdag acht uur." „Generaal, stel dezen tgd op twaalf uur des naohte, want het feest begint tooh niet voor een uur „Nu, dat is goed, maar zorg voor net werkdoe vooral je best wat be treft de godinnenzorg voor eene mooie Venus." „Ja, nu u dat zegt", merkte de beeldhouwer op, „ik kan niets dan goden uiaken." „Waarom „Omdat ir. mgne kunst een ieder zgne speoialiïeit heen. „Ik heb nooit vrouwen ieerou beeldhouwen." „Drommels", zeide da generaal te- Iourgesteld, „dat is vervelend. Eafin. als je maar zorgt dat je woord houdt dan «al ik mg wel met mannetjes tevreden stellen Je kunt nu ga&n." „Ik dank u z«er generaalzeide do zépbyr en lachte fceimelgk. Eo hij ging heen. Dss avonds maakte hg groot la waai in de kroegen vsm Algiers. Hij lies de goudstukken van den generaal rollen, echt dagenlang kon meu in da cafés van de stad en ds omstreken getuigen zijn van het vroo- ijjk ievemje dat hg leidde. Den dag voor Zaterdag liet de ge neraal beta oij sich ombieden. „Ik heb daar mooie dingen geboord zeide hg eu beet zich woedend op zgn knevel, „jo zwalkt rond m plaats van te werken, gieteravond heb je in het Oftl'é-chaütaat een opatootjo verwekt, cteu vorigen nacht ben je ook aan den boemei gow8estin cte straat Bab- Azoum heb je van morgen een neger afgerostje...." „Generaal," viel de Zépbyr hem in de rede, „ik kan aÜ6en modelleeron wanneer ik wat beneveld benvele artiston hebben dat met mg gemeen het bewgs dat ik gverig aan uwe beelden besig b6n, is da: ik rumoer maakalleen in de overprikkeliug vaa de dronkensohap Den ik geïn- sproerd." „Ik heb wel eens hooren beweren, dat vele beeldhouwers echte door draaiers waren' j mompelde de gene raal. „Bovendien je waai:.... als je niet klaar bónt.... in het blok (gevangenis in bivao-stgi). „Zeker, zeker 1" zeide de Zépbyr. Ên hg keerde zich om. Vervolgens schoot hem iets te binnen. „Generaal zeide hij, „inag ik u een raad geven?" „Wat dan?" „Verzoek uwe gasten de beelden niet aan te raken'" „Waarom?" „Omdat de kalk nog geheel versch zal zgn en dat zou dus sohadelgk kunnen wezen; eene kleinigheid is vol doende om een beeld te vernielen, dat pas uit den vorm komt." het uur naderde raakte de straat vol van jong volkje, dat begeerig was naar ©en handvol lekkere moppen, Dat was uu, sou men zoo zeggen een aardige St. Nicolaaa^rap. Maar ziet, daar bleek op eenmaal, dat onze hedeadaagsche maatsohappy p zulke grappen niet is ingericht. Er kwam in ds Bt.'ft-iï v.oo'n verbazend gedrang, dat er niemand meer door kon. Men- sohen die' in aangrenzende winkels waren, konden niet weg en die er heen wilden, konden er niet bijko men. Ja, de politie kwam er aau te pas eu verzocht der. wiukeiier het St. NiklsasSpel te staken, maar deze had er geen trek in en bleef zgn moppen rondstrooien, dat het zoo'c aard had. De Ènioüt mooie etalag1 was wel die, waarbij het afkeurenswaardige van dierenplagen werd voorgesteld iu den vorm van een man, die een jongen, welke een kat voor een kooi mat levende vogels heen en weer zwaaide, dreigt met een stok. Ds be doeling van den maker zal wel goed geweest zijn, maar de uitkomst is deze, dat de vogels, doodelgk beangst door de heeu ee weer gezwaaide poes, tegen de tralies van de kooi vliegen, dat men er raedelgden mee krijgt. Iemand heeft daarover een inge zonden stuk geschreven- in dit blad en ik heb anderen hooren zeggen, dat dit protest ziekelgk was. Ik voor mij vind deze manier van reolame maken ziekelgk en het protest gepast. Nooit te veel kan het gezegd worden dat vooral kinderen ver moeten ge houden worden van alles wat dieren plagen is, hetzg dat met opzet of uit onnadenkendheid gebeurt.Een dieren- plager is een raensohonplsger en wat kinderen zien doen, dat bootsen ze graag na. Toen ik dezer dagen mijn vriend IJsbrandsen ontmoette, sprak ik hem aan omdat hg er zoo slecht uitzag. „Mgn gezondheid is goed," zei hg, „Het is goed, de menschen zullen gewaarsohuwd worden." „Maar generaal, het zal toch wel moe"elijk zgn om dat mondeling aan zooveel personen te zeggen in nwe plaats zou ik aan den ingang van uw tuin een bord neerzetten en daarop in groote letters laten setten Men wordt verzocht de beelden niet aan te raken. „Werkelijk, je hebt gelijk. Dat ia veel eenvoudiger dan het aan zooveel menschen mondeling te moeten zeg gen." „Kan ik er zeker van zijn, dat u het bord niet zult vergeten?" „Ik beloof het jo." „Ziet u, als iaën de beelden van kalk aanraakt, dan sta ik voor niets in." „Maak je niet ongerustmen zal het- verzoek, dat ik cp eeoe flink opvallende plaats z l laten aanbren gen. eerbiedigen. Tot morgen." „Tot morgen, generaal." Het was middernacht, de generaal maakte zijn toilet en vloekte zooveel hij vloeken kon, want zgn jas was te nauw en zijn bediende Jacques, die post had moeten vatten bg deu in gang van dec. tuin, was hem nog niet komen mededeelen, dat de beel den er waren. Eindelijk trad zijn majordomus binnen. „Welnu?" vroeg de generaal. „Hij ïb beneden." zeide de be diende. „Eu de goden?" „Hij heeft ze op brancards door negers hierheen laten vervoeren." „Dat is goed. Zijnde goden ino- i?" „Ja generaal, ik heb ze niet gezien; zij lagen onder lakens bedekt. Ik stelde den Zephyr voor hem te hel pen en wilde een van de beelden zien, maar „Maar... wat?" „Hij heeit me heengezonden rnet 6en schop tegen een van .mijne liohaasiBdeelen en zeide, dat ik uit m- est snijden en dat als men hem verveelde "hij allés in 'stukken zou gooieu." „E.ij heelt gelijk die kerel," zeide Ide generaal, verrukt dat hij zijne. go Je j iiad waar beyxoei je je ooit mee! Je moet artisteh nooit lastig vallen." En de generaal ging voort mei zich ie wQvgea door zijn ja3 dicht te kooopen. Vervolgens begaf bij zich naar bene den naar den tuin. Bij den ingang vond hg den Zépbyr in twistgesprek met £en majordumus voor het bord, waarop stond te lezen De beeldm niet aanraken. Do Zéphyr vond de letters te klein en ging daarover geweldig te keer. „Zet er nog wat strepen onder," zeide de generaal om het geschil op te lossen eu hij nam den beeldhou wer met zich mee otn de goden te be zichtigen. Da Zéphyr geleidde zijn generaal naar do donkerste hoeken. „Voor den drommel, wsar heb je-de beelden weggestopt zeide de gene raal, „ja hebt se zoo ver mogelgk van de iiluaiinatiè in de dichte boscbjes verstopt." „Dat gebeurt altijd," zeide de Zé phyr „kalk staat zoo leelijk bij het licht; het voldoeticitetekend lusechen het groen bg half duister. U zult e®n praohtigen Jupiter zien." En de Zéphyr kuchte luid, toen hij een bercoau van groen naderde, waar onder zich een Jupiter verhief. De generaal uitte een kreet van bewondering toen hij een prachtig beeld gewaar werd, versierd met een 9oboonen baard. toen ik er hem naar vroeg, „maar ik heb oen zielsverdriet." .„Verliefd vroeg ik. Neen, dat was het niet, maar er waB iets dat hem voortdurend kwelde. Wat dat dan was, als ik hem vragen mocht.... Dat zielsverdriet was dan een wagen I Eer. wagen Ik keek bem eens aan, denkende dat het misschien noo dig was hem in een wagen ergens in den omtrek van Bloemendaal eu Sant poort te brengen, maar neen zijn oogen stonden -helder. Op dat oogen- blik hoorde ik achter" me „hei brnllen en, juist op het laatste oogen- blik op zg springende, rende mij een dokterskoetsje voorbg. „Hindert je misschien dat onmatig harde rgden van sommige dokters?" vroeg ik. „Och neen," zei hg melankoiiek, „daarvan trek ik mg niets aan. De koetsiers van doktere dankenals ik iemand ovsr zgn arm of been rg, dan ia mgn vrachtje dadelgk bg de hand om het weer te repareeren. Ale ik ooit ODder een wagen moet raken, dan maar liefst onder een doktersko6ts, dan krijg ik allicht gratia geneeskun dige hulp." Of dan de wagen van Van Gead en Loos hem had bemodderd, of een bierwagen hem over de teeneu ge reuen Neen, dat was bet allemaal niet. 't Was een officieele wagen, die het hem gedaan had. „Een officieele wagen „Ja," en, mg opeens zgn mouw onder den aeus houdende, vroeg hij „ruik je niets „Een tabaksluohtje," zei ik. „Anders niets ?,k „Niemendal." „Zoo," zei hij, „dat valt me mee. e moet weten, de wagen in quaestie is een officieele wagen met een iuohtje er aaa Ik begreep nog altgd niet wat bg bedoelde. „Ik zal bet je uitleggen," zei hg. „Heb je hier in de stad nooit vau die geelbruine wagens gezien, vierkant, „Morbhuzeide hij, toen hij nader bij kwam „uw Jupiter is prachtig gelukt „Nietwaar generaal?" „De gouverneur zal woedend zgn; hij heeft dergelijke meesterstukken niet in zijn tuin. Maar zeg eens, hij gelijkt op den korporaal-sappeur vau de zouaven „Dis heeft voor mij geposeerd ge neraal," zeide de Zephyr. „Je kunt er trotseh op zgn, datje al zijne trekken zoo sprekend gelij kend hebt weergegeven. Luien wij nu de anderen gaan zien." En de generaal maakte eene rond wandeling door de boscbjes, hier in verrukking voor een Bacchus, ginds voor een Apollo. Hij merkte alleen op, dat de Zépbyr kuchte telkens, als hij eene plek na derde, waar zich een van zgne mees terstukken vei hief. Hij merkte'hem dit op. „Generaal," antwoordde ds beeld- hoawer, „dat is de zenuwachtigheid, de ontroering. Men is altgd bang niet goed ts zijn geslaagd." „Ziehier honderd francs en kuch maar niet meer," zeide de generaal, „iz ben over je tevreden." „Dank u generaal," riep de Zephyr uit en maakte zich uit de voetuo. De g.asten kwamen. Een half uur later begon bet bal. Nu en dan dwaal !en heeren en dames, lueschen de dansen, de wan delpaden door, keerden weer terug naar het veld. waarop gedanst werd en maakten, den gsusraal al :emaeu hun compliment over zijns stand beelden. Vooral de Jupiter maakte veel in druk met zijn bliksem in de handen zijn eerjuedwaardigen baard. Op het oogenolik dat de gouver neur kwara hoorde hij daarover spre ken hij wenschte het te «ien. De generaal haaBtt© zioh hem mar het berceau te voeren, waar het. mees terstuk zich bevond een aantal gar- ten begaven zich er ook heen." Men was vol lof en bewondering. Alle officieren.alle burgerlgke auto riteiten kenden deze konwratd-ap- peur van de zouaven en de gelijkenis van h-t beeld met het model was werkelijk fiappant. Eensklaps uitte de goevevoeur een hé dat de ger eras' ongerust maakte. „Wa' soueeit u?" vroeg hg. „Niels," zei-Je de gouverneur„het Boh8©n mij alleen to© of ik kei hoofd van het beeld «ag bewegen. na tuurlijk alleen verbeelding." „Neen zeker niet," zeide een offi cier; het beweegt zich, zie maar." Allen keken varbgsterd De generaal het meest. Plotseling vertrok zioh het gelaat van deu god; hij scheen een gewel- dige poging te doen om zioh in te houden, vervolgens niesde hij hevig. Men kan zien de algemeene verras sing voorstellen. Ontsteld sloeg de generaal dil won der gade eu waarde om zioh heen. Plotseling begon de god te spre ken. „Ik moet u zegden generaal," zeide Jupiter, in Elzasoh dialect, „dat het consigne was: niet bewegen als er tnensc-hen zgn en niet spreken maar ik heb mg niet kunnen iuhouden nu ik moest niezen." Er bleef geen twijfel over. Het was de korporaal zelf met kalk bepleisterd. Buiten zichzelf ruktede generaal een tak uit het kreupelhout om er Jupi ter mee af te ranselen deze sprong echter op den grond en vluchtte on der het niet langer ingehouden laohen van de aanwezigen. De anöer6 goden die hun makker een goed heenkomen zagen zoeken, begrepen, dat de toestand onhoudbaar op lage wielen, die van alle kanten dioht zijn „Die waar R. op staat, be doel je?" „JuiBt," zei hij somber. „Weet je wat Jat S. R. beduidt? Straatreini ging, zul je zeggeu. Neen meneer, dat beteekent Stank Reservoir. Sommigen ■zeggoa, dat de letters eea waar?chu- wiug beduiden „Sluit Reukorgaan 1" maar dat geloof ik niet, ten eerste, omdat het gemeentebestuur zooveel medelgden rust onze neusen niet aan den dag pleegt te leggen en evens omdat zoodra men die lettors ziet, het al te laat is om er zich voor te wöchten. „Welnu, die wagens zijn ais nagels aan mijn doodkist. Het is of zo hun best doen, oiij overal waar ze maar Kunnen, te ontmoeten; vroeger kon ik niet naar mijn kantoor gaan, ofils kwam er minetens éen tegen soms twee achter elkaar, in optocht. Is iiep ai eeüB ten straatje om, maar dan kwam dia kar ook juist door <iie andere straat. Eindelijk ben ik, zij het dan ook met een bloedend hart, want ik had jaren lang op de samer gewoond, in een ander kwartier gaan wonen. Denk je dat 't me hielp? Niemendal. Altgd kwam me weer zoo'n wagen in den weg, aisof 'ter om gedaan werd. En dan mijn eetlust die leed er zoo buitengewoon on der. Alleen het gezicht van de zakjes met, boterhammen, die aan de kar plegen te hangen, bedierf me voor den heelen dag mijn appetijt. Laoh niet, je weet niet wat het is, om zoo Qp-gelgka op de hielen te worden ge zeten door zoo'n voertuig, 'l Is voor mij een overdagsche nachtmerrie. De eenige dag waarop iic leef in den waren sin van 't wooid is de Zondag, omdat dan de S. R. op stal staat." Is wou hem troosten en den raad geven te gaan wonen in een stad waar geen reiniging bestaat (ergens in Turkije zal er wel zoo'n gemeente te vinden zijn), toen hij op eens zijn neus dichtkneep en naar 't eind van de straat wijzende, zonder verder boe of ba te zeggen, met de stormpas was geworden zg daalden af van hun Olympus in den vorm van hun voet stuk en maakten zioh spoedig uit do voeten. Groote opsohudding onder de gas ten, die het bal niet hadden verlaten en degenen, die langs de paden wan delden I Het was een niet te beschre ven schouwspel. De generaal had er van afgezien ziio Jupiter te vervolgen, toen zgn majordomus verschrikt naar hem kwam toesnellen en met omhoog ge heven armen uitriep „Generaal, generaal, de goden loo- pen weg 1" „La&t ze loopeu, ezel," waa het antwoord van den generaal," het waron slechts valsche godecd'g Vervolgens ter ng te „Het verwondert mij niet, dat dio schavuit van een Zephyr niet wilde, dar. toen ze aanraakte." Dit ongeval had eene te grooie vroolijkheid onder de gasten doen ontstaan, dan dat de gastheer tegen den bewerker daar wan eenigen wrok kon koesteren. De Zephyr ontving vergiffenis evenals de vaDeae goden. Uit het FranBch. LOUIS NOIR. Iu een ruim ea vroolijk kamertje in de rue PJHtriè.e zat LoUisette Gaudy, een jonge eu aardig.' snapster, :e praten roet juffrouw Manon eu haar hond Goliath, terwijl ze de koiast afwachtte vau haar vriend Jean Paul, attaché bg Monseigneur d'Artie. „Dus," seide M-mon, „je bent er zeker van dat je gaan zult.nu je hebt eer. buitenkan-ja 1 Man on heeft oen kennis hij de garde, wiev:>s broer bij mijnheer Jusaieu dient; zij heelt ons gö-tegd, dat het prachtig »gn zal.... Men zo! een vuurwerk af-laken op de place Louis XV in plaats van te wachten-.:, tot den .vooravond van St. Jao. De gebseie'zuilenrij za'. ve'riicbt worden „En ds» aal ik ook de princes zien :uet de hoidaaies „Als je er bij kuut komen „O wat... daaromtrent ben ik gerustPaui. aal wel plaats voor me maken „Houd je van je Paul?" „Dat 13 ma ootc een vra g! Hij is goed voor me... at mijn luimen worden ingewilligd Jammer genoeg dat, by arm is En leelijk!"... voegde juffrouw Minion er aan toe, terwg! ze behaag- Igk haar zgden dasje schikte. „Zeker, maoi is hij nietmaar we! hartëlgk." „Ik weet dat hij je zoo verzorgd heeft igdens je ziekte „Zonder hem zou ik nu monster achtig geweest zijnvol kleine kuiltjesO, die verschrikkelijke pokken 1" „Hij k6effc geen gunstig uiterlijk... Enfin, als hij je maar g< lokkig maakt, A propos, wat doet bg toch „Hé. wat dom... wel in de meüi- egnen bij Monseigneur Aitoifl..." „Is die dan ziek „Ik weet er heusch niet meer van; te zeggen. Paul is geen prater, weet jeMaar kijk, 't is zijn tijd en hij is altijd Ga je heen? wacht nogeonooger- blik... Of beken het masr, je bent bang voer berc.., „Ja, dat is het I Ik wil openhartig zijn, zijn strenge en wantrouwende blik boezemt nae vrees inTot weerziens!" Lichter dan een vogel verdween wegliep. Ik keek om en zag een groote, vierkante, gele kar aankomen toen nog een, ben nog eenteen kon ik het zelf niet meer uithouden' en volgde het voorbeeld van mijn ongeiukkigen vervolgden vriend. Wat zullen we die of die met Si. Nlooiass eens cadeau doen is zeker rie vraag geweest, die tientallen van menschen sïch in de laatste dagen testold hebben. Moeilijke vraag. Kon raen ontastbare dingen cadeau geven, dan zou menigeen met een kl-ijevol ijver, een paar pond geduld of eenige kilo's inschikkelijkheid, wonderwel gediend wezen. Andere menschen zouden wel een kubieken meter vlugheid bunnen ge bruiken. Wat zou dat bijyoerbeeld in ons gemeentelijk beheer goed te pas komen. Daar is, dm maar tens iets te noemen, de quaestie van de petro- leurascbuit in het N0orderapaftrne. Midden in den zomer, ik meen inde maand Juli, is aan den Raad beloo d, dat de politie-veroraening zou worden htrzien, ooi dergelijken gevaarlijken zwervers het verolgf vlas: bij deatad te kunnen ontzeggen het ia nu' December en ik heb nog niemendal zien komen. De schuit ligt er nog en als we, met deselfde snelheid ala tot nu toe, doorgaan met maatrege len tegen hare aan wezigheid te nemen, dan ligt ze er over een eeuw nog. Verder is er de tram naar Zand- voort. Toen maanden geleden de heer Stolp vroeg boe het stond met de aanvragen om concessie voor de tram Haarlem—Zandvcort, toen werd een spoedig voorstel beloofd. Als u van die voorstellen iets gezien hebt, waarde lezer, dan heb ik ze ook ge zien Er ie, o«» bet ronduit te zeggen, nog niemendal van voor den dag gekomen. Wanneer zö in het voor jaar worden ingediend en dan nog eens een paar keer uitgesteld, dan komt er in dan zomer van 1897 weer niets, niemendal van klaar. Had ik ongelijk met te zeggen, dat een ku- het meisje in den nanwen, donkeren gang die naar een kronkelende, voch tige trap leidde. Louise tte bleef een oogen blik alleen peinzend streelde ze den kop van Goliath, die zijn goedige hocden- 00gen geveBligd hield op het bekoor lijk relaat van «gn meesteres, dat straalde als in een a.ureool van blonde haren. Tien minuten waren nog niet ver- loopen, toen een zware tred zich op de trap deed hooren l)e deur ging op8n en een man van onbevallig, bijna woest voorkomen kwam de kleine kacaer in. Goliath sprong vroolijk den nieuw gekomen© te geinoet, die hem met de hand liefkoozend op den rog klopte. „Koest, Goliath. Ja, 'c is wel, je bent een beste jongen. Dag Louisette! Al klaar... Sapperloot, je 'bent nietje laat..." En zoader vee! plichtplegingen, trok Paul want die waa he; de jonge frouw tot zich en drukte haar een langen kus op 't voorhoofd.jj „Je bent lief." zei Louisette, haar vrund aanziende, „ik waohtte je met ongeduld." „Terwijl je met Mauon praatte?" „Wat kwv,Bd is daarin?" „Niemendal. Ik houd nu eenmaal niet van haar, die kleine..." Op Louissties gelaat vertoonde zich een ondeugend lachje, dat lig niet scheen op té merken. „Luister," zei Paul, „je bent er op gesteld om naar dat feest gaan en ik wil het jo niet beletten. Ik zal je er zelfs vergezellen, maar 'tis tegen mijn zin dat ik gaD'e blinde, dwaze menigte, die zioh dood dringt om een koets te zien voorbijgaan, dat volk, dat ziob met laat sleuren o<u. een smakeloos schouwspel aan te gapen...." „Ha, ha, daar begin je weer door te slaan.... Je weet wel, dat ik vau je philosophie geen grein verstand hab Je moest liever wat voorzich tiger zgn... Eojd agent van mijnheer Sartinss zou je kunnen hoorenHet zal toch wol aardig zgn... er zal ge schreeuwd en gelachen worden... Ik houd nu eenmaal van drukte. Kom, Goliath, kom, Paul, ik ben klaar." Het opgewonden gesiobt van het aardige meisje, de guitige schittering in baar groote, fluweelachtige oogen verdreven de wolken, die op het voor hoofd van den jongen man sohenea opgestapeldhg slaakte een diepen zucht, en zijn kanten jabot een wei nig verschikkend, die bg zgn donker kostuum beider afrtak, daalde hg af, gevolgd doordejongevrouw wier soha- teriacb en vroolijk gebabbel hem in de ooien klonk als het geklater eener heldere waterval 'tWas een heerlijke avond in het laatst vaa Meide kalme dag ging in een bad van gouden zonnegloed onder, terwg'I lentegeuren de JuchJ vervulden de hemel was bedekt met rossige wolkjes, die ai breeder ee breeder wordend, zich oplosten ra dsn purperen horizon. Ia de nauwe straten bewoog zich, vrooigk druk, eene bonte menigte, prettig om aan te zie©, door een ver scheidenheid vau koesterende, warms I kleuren, zich richtend naar de kermis» die door het hoofd van 'tgild der kooplieden, mgaheer Bignon, en zijne schepenen was opgeslagen tussohea da boomen van den boulevard du Nord van de hoofdstad. Toen Paul ea zijn vriendin in de rue Royale kwamen, zagen ze daar de menschen massa nog grooter, w&c het gedrang nog vermeerderde, wares de zware koetsen getrokken door vurige paarden. Het werd duister, hier en daar werden tusechen de boomen van dea boulevard laDtaarna ontstoken. Loui- bleke meter vlugheid op het Stad huis een rfö'ttig St. Nio Jaascadean wezen zou? Aan de bewoners van de tweede Kleine Houtstraat zou ik ook een kost baard geschenk willen vereeren eu wel eenige duizenden kleine steentjes benevens eenige honderden meters trottoirband, om van een en ander een behoorlijk trottoir te vervaardi gen voor die straat, waar men nu ielkeas gevaar loopt door vrachtwa gens of karren tegen de muren vau de huizen of tegen de onregelmatige stoepjes te worden platgedrukt. Aan den gemeente-ontvanger zou ik,goo!3 in ©en zakje verpakt, een stel"blij moedige, graag belastingbetalend^ nooit jokkende noch mopperende belastingschuldigen willen vereeren, aan alle winkeliers eenige bonder»teu solide klanten, d'e cie? «lies faten uitpakken zoader iets ie koopen, - keerig zgn van jaarrekeningen en goed geld ovor hebben voor goed6 waar aan de politie zou ik de moordenaars van den Raamsingel cadeau willen doen, aan de justitie een afdoend middeltom booswiohten zóo te straf fen, da ze nooit weer kwaad bedrij ven ik zou den Gemeenteraad den weg cadeau willen maken, waarlangs zonder eenige risico oen ton jaarlgk- eohe winst op de gaslevevantie te bereiken isaan de school jeugd zon ik een drankje willen vereeren, dat ze maar hadden in te nemen, ota zioh di? ongelijksoorfigste kundighe den met hei grootste gemak eigen te maken aan Burgemeester en Wet houders zoa ik wgsheid ©n kracht willen zenden, om een voordracht voor directeur vaa de waterleiding op te maken, die ons allemaal, met inbegrip van alle bekeude en onbe kende sollicitanten, bevredigt en ten slotte zou ik mgzelveu (ik mag zelf toch ook wel wat hebben) voor het jaar 1897 twee en vgftig aardige, grappige en onderhoudende onder werpen voor dit Zaterdagavondpraatje present willen doen. FIDBLIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 6