tóór twintig jaar...
Generaal X was op tactisch gebied
een der eersten: het ontbrak beau
niet aan geest en verstand en were
bg niet zoo onwetend op het gebied
van letteren en kunst, hij zuude zeker
een uitstekend figuur in de salon
hebben gemaakt.
Hij had echter helaas eene verre
van zorgvuldige opvoeding genoten
en maakte dikwerf komische fouten,
maar uit de zotste omstandigheden
wist hij zich altijd te redden door
de lachers te ontwapenen door zijne
snedige gezegden, zgne verrassende
openhartigheid en ziji.e goedmoedig
heid.
De generaal vormde eens het plan
om een avondfeest te geven in de
prachtige tuinen van zjjne villa, dicht
bij Algiers gelegen in de heerlijke
vlakte van Musfcapba. Hg wilde dat
hei een prachtig bal zon zijn en ver
gat niet3, opdat het in pracht en
weelde zou kunnen wedg veren met de
feesten van den toenmnüigen gouver
neur van Algiers, die steeds eene
groote weelde ten toon spreidde.
Alles was uitstekend voorbereid en
acht dagen voor dea soiree meende
•de generaaL niets te hebben vergeten
op het, programma van versieringen,
toen het hem inviel, aBt zgn luiu
geen standbeelden bevatte.
Hij wist dat op dat oogenblik een
Zephirte Algiers werkte aan de
buste van een voor korten tijd ge
sneuvelden kolonel, voor wien men
een praalgraf maaktedeze soldaat
was een beeldhouwer met talent, en
do generaal, die zich niet kon
voorstellen, hoeveel tijd er voor
noodig was een groep te raodeUeeren,
twijfelde er niet aan, of da artist zou
in aoht dageD zijn tuin kunnen be
volken mat goden en godinnen uit
de mythologie.
Hij' iiet dua den Zéphir bij zich
ontbieden.
Dez-j meldde zich aan, kranig en
flink en ene* een vasten bliktqn
eenvoudige, grijze kapoijas droe hij
met ongeëvenaarde elegance, aspoala
dat dan ook bg militairen van dit
fantastisch» korps gewoonte is, tot
grooten naijver der zouaven.
De Zéphyrs met hun vurig hart en
hoofd, zou en de élite der regimen
ten vormeD, wanneer de vervelist
van het garnizoen Bleven hen niet tot
dwase daden verleiddenhun tempe
rament, dat zich niet laat beteagelen,
maakt het echter noodzakelijk, dat
zij in Afrika worden ingedeeld juist
bij die korpsen, waar geduchte disci
pline heerecht. JEn niettemin vinden
zij da middelen ona hunne meerderen
Ïoetsen te bakken, die hoogst stral
aar zijn, maar meestal zijn hunne
grappen 200 vermakelijk, d»t men
niet weet wie» te straffen, of dat rue»
te veel heelt gelaohen om niet ont
wapend te zijn.
Da generaal ontving den Zépbyr iu
het midden van zijn park.
„Mijn vriend", zeide hij tot hem,
.het schijnt, dat je zeer handig bent,
hoor eeite wat ik van je verlang
aanstaanden Zaterdag geef ik een
avondfeest,; ik wenschte de sleine
boeohjes hier met beelden te versie
ren, ik heb Bacehussen, Apollo's,
Veuuesen, den heelen boel nit de
oudheid noodig in kalk."
.Waarom niet in marmer als u dat
wenscht zeide de Zépbyr op spot-
tenden toon. „Acht dagen 1 Het is
onmogelijk 1"
„Zwgg, praaf)8emaker," merkte de
generaal op en fronste de wenkbrau-
Mililair van het Fransen-Noord
Afrik, leger.
8AAMHB HALLETJES.
Jen. Satjrdsgavo ndpraatje.
cccxxi.
't Is moeilijk te zeggen, of er dezen
keer veel of weinig aan de St. Nico-
laas is gedaan. Er zijn winkeliers, die
erover klagen ze meeneo, dat dit
jaar veel alillar is geweest, dan het
vorige, 't Mag zijn. Wij die niet in
hun boeken kijken, behooren hen op
hun woord te gelooven, al worden
we daarbij tot voorzichtigheid aange
maand door de omstandigheid, d:it
klagen 111 den handel iv de laatste
jaren een soort van usance is ge
worden.
Het vieren van den St. Nicolaas
evenwel i ook een usance en dat
wei ó6ü. die vooreerst nog niet uit
de mods zal raken. Pogingen in
sommige kringen gedaan, cm het feest
■uwr te brengen naar Kerstmis, zooals
de Eagelechen en de Daitechers doen,
hebben hier le lande niet gepakt.
Wij blijven ons aan onzen goeden Sint.
houden en op bet oogenolik dat ik
dit Bohrijf, kloppen honderdduizenden
kinderharten enelter bg de gedachte
aan het feest, dat hun wacht."
Wat evenwel langzamerhand schijnt
te verdwijnen, dat is de usanoo om
een St. Nicolaas-etalage te maken.
Ik bedeel niet een uitstalling van ?t
mooiste en fijnste wat men heeft,
die geschiedt nog altijd in onze win
kels, maar 3en etalage die op St.
Nicolaas betrekking heeft. Er worden
om de aandacht te trekken wel aller
lei voorstellingen voor de ramen ge-
t, aardige en minder aardige, maar
ze zouden evengoed den öden Juni
als den öden December dienst kun
nen doen met St. Nicolaas hebben,
ze niets hoegenaaamd uitstaande.
Meer in de lijn was een winkelier
die uit zijn deur door St. Nicolaas en
zijn knecht moppen op straat strooien
iiet. Vooraf had hij door een groot
papier aan de ramen de komst
van den Sint aangekondigd en toen
wen, .ik houd er niet van dat men
mg van repliek dient."
„Maar gen
„Genoeg 1 als je Zaterdagavond om
aoht uur de beelden niet gereed hebt,
dan trakteer ik je op een maand cel."
Esnigszins overbluft keek de zé
pbyr den generaal aandeze zag er
niet uit alsof hij sobertste.
„Hoeveel heb je noodig ©m je kalk
te koopen vroeg de generaal.
„Honderd francs", zeide de zephyr
met groote koelbloedigheid.
Hg had een besluit genomen ten
opziohte van de rol, die hg zou spe
len tegenover de zonderlinge op-
draoht van zgn chef.
Deze vond de som wel wat hoog,
ïaaar legde er zich bg neer.
„Hier zijn vgf gouden loais", zeide
de generaal en gaf den beeldhouwer
de vgf goudstukken, „maar als de
kalk zoo duur wasjdsn zou men geld
uitsparen door de huizeD op te bou
wen met pilaren van „douros" (vgf-
franc stukken.) Tot Zaterdag acht
uur."
„Generaal, stel dezen tgd op twaalf
uur des naohte, want het feest begint
tooh niet voor een uur
„Nu, dat is goed, maar zorg voor
net werkdoe vooral je best wat be
treft de godinnenzorg voor eene
mooie Venus."
„Ja, nu u dat zegt", merkte de
beeldhouwer op, „ik kan niets dan
goden uiaken."
„Waarom
„Omdat ir. mgne kunst een ieder
zgne speoialiïeit heen. „Ik heb nooit
vrouwen ieerou beeldhouwen."
„Drommels", zeide da generaal te-
Iourgesteld, „dat is vervelend. Eafin.
als je maar zorgt dat je woord houdt
dan «al ik mg wel met mannetjes
tevreden stellen Je kunt nu ga&n."
„Ik dank u z«er generaalzeide
do zépbyr en lachte fceimelgk.
Eo hij ging heen.
Dss avonds maakte hg groot la
waai in de kroegen vsm Algiers.
Hij lies de goudstukken van den
generaal rollen, echt dagenlang kon
meu in da cafés van de stad en ds
omstreken getuigen zijn van het vroo-
ijjk ievemje dat hg leidde.
Den dag voor Zaterdag liet de ge
neraal beta oij sich ombieden.
„Ik heb daar mooie dingen geboord
zeide hg eu beet zich woedend op zgn
knevel, „jo zwalkt rond m plaats van
te werken, gieteravond heb je in het
Oftl'é-chaütaat een opatootjo verwekt,
cteu vorigen nacht ben je ook aan den
boemei gow8estin cte straat Bab-
Azoum heb je van morgen een neger
afgerostje...."
„Generaal," viel de Zépbyr hem in
de rede, „ik kan aÜ6en modelleeron
wanneer ik wat beneveld benvele
artiston hebben dat met mg gemeen
het bewgs dat ik gverig aan uwe
beelden besig b6n, is da: ik rumoer
maakalleen in de overprikkeliug
vaa de dronkensohap Den ik geïn-
sproerd."
„Ik heb wel eens hooren beweren,
dat vele beeldhouwers echte door
draaiers waren' j mompelde de gene
raal. „Bovendien je waai:.... als je niet
klaar bónt.... in het blok (gevangenis
in bivao-stgi).
„Zeker, zeker 1" zeide de Zépbyr.
Ên hg keerde zich om.
Vervolgens schoot hem iets te
binnen.
„Generaal zeide hij, „inag ik u een
raad geven?"
„Wat dan?"
„Verzoek uwe gasten de beelden
niet aan te raken'"
„Waarom?"
„Omdat de kalk nog geheel versch
zal zgn en dat zou dus sohadelgk
kunnen wezen; eene kleinigheid is vol
doende om een beeld te vernielen, dat
pas uit den vorm komt."
het uur naderde raakte de straat vol
van jong volkje, dat begeerig was
naar ©en handvol lekkere moppen,
Dat was uu, sou men zoo zeggen
een aardige St. Nicolaaa^rap. Maar
ziet, daar bleek op eenmaal, dat onze
hedeadaagsche maatsohappy p zulke
grappen niet is ingericht. Er kwam
in ds Bt.'ft-iï v.oo'n verbazend gedrang,
dat er niemand meer door kon. Men-
sohen die' in aangrenzende winkels
waren, konden niet weg en die er
heen wilden, konden er niet bijko
men. Ja, de politie kwam er aau te
pas eu verzocht der. wiukeiier het
St. NiklsasSpel te staken, maar deze
had er geen trek in en bleef zgn
moppen rondstrooien, dat het zoo'c
aard had.
De Ènioüt mooie etalag1 was wel
die, waarbij het afkeurenswaardige
van dierenplagen werd voorgesteld
iu den vorm van een man, die een
jongen, welke een kat voor een kooi
mat levende vogels heen en weer
zwaaide, dreigt met een stok. Ds be
doeling van den maker zal wel goed
geweest zijn, maar de uitkomst is
deze, dat de vogels, doodelgk beangst
door de heeu ee weer gezwaaide
poes, tegen de tralies van de kooi
vliegen, dat men er raedelgden mee
krijgt.
Iemand heeft daarover een inge
zonden stuk geschreven- in dit blad
en ik heb anderen hooren zeggen,
dat dit protest ziekelgk was. Ik voor
mij vind deze manier van reolame
maken ziekelgk en het protest gepast.
Nooit te veel kan het gezegd worden
dat vooral kinderen ver moeten ge
houden worden van alles wat dieren
plagen is, hetzg dat met opzet of uit
onnadenkendheid gebeurt.Een dieren-
plager is een raensohonplsger en wat
kinderen zien doen, dat bootsen ze
graag na.
Toen ik dezer dagen mijn vriend
IJsbrandsen ontmoette, sprak ik hem
aan omdat hg er zoo slecht uitzag.
„Mgn gezondheid is goed," zei hg,
„Het is goed, de menschen zullen
gewaarsohuwd worden."
„Maar generaal, het zal toch wel
moe"elijk zgn om dat mondeling aan
zooveel personen te zeggen in nwe
plaats zou ik aan den ingang van uw
tuin een bord neerzetten en daarop
in groote letters laten setten
Men wordt verzocht de beelden
niet aan te raken.
„Werkelijk, je hebt gelijk. Dat ia
veel eenvoudiger dan het aan zooveel
menschen mondeling te moeten zeg
gen."
„Kan ik er zeker van zijn, dat u
het bord niet zult vergeten?"
„Ik beloof het jo."
„Ziet u, als iaën de beelden van
kalk aanraakt, dan sta ik voor
niets in."
„Maak je niet ongerustmen zal
het- verzoek, dat ik cp eeoe flink
opvallende plaats z l laten aanbren
gen. eerbiedigen. Tot morgen."
„Tot morgen, generaal."
Het was middernacht, de generaal
maakte zijn toilet en vloekte zooveel
hij vloeken kon, want zgn jas was te
nauw en zijn bediende Jacques, die
post had moeten vatten bg deu in
gang van dec. tuin, was hem nog
niet komen mededeelen, dat de beel
den er waren.
Eindelijk trad zijn majordomus
binnen.
„Welnu?" vroeg de generaal.
„Hij ïb beneden." zeide de be
diende.
„Eu de goden?"
„Hij heeft ze op brancards door
negers hierheen laten vervoeren."
„Dat is goed. Zijnde goden ino- i?"
„Ja generaal, ik heb ze niet gezien;
zij lagen onder lakens bedekt. Ik
stelde den Zephyr voor hem te hel
pen en wilde een van de beelden zien,
maar
„Maar... wat?"
„Hij heeit me heengezonden rnet
6en schop tegen een van .mijne
liohaasiBdeelen en zeide, dat ik uit
m- est snijden en dat als men hem
verveelde "hij allés in 'stukken zou
gooieu."
„E.ij heelt gelijk die kerel," zeide
Ide generaal, verrukt dat hij zijne.
go Je j iiad waar beyxoei je je ooit
mee! Je moet artisteh nooit lastig
vallen."
En de generaal ging voort mei zich
ie wQvgea door zijn ja3 dicht te
kooopen.
Vervolgens begaf bij zich naar bene
den naar den tuin.
Bij den ingang vond hg den Zépbyr
in twistgesprek met £en majordumus
voor het bord, waarop stond te lezen
De beeldm niet aanraken.
Do Zéphyr vond de letters te klein
en ging daarover geweldig te keer.
„Zet er nog wat strepen onder,"
zeide de generaal om het geschil op
te lossen eu hij nam den beeldhou
wer met zich mee otn de goden te be
zichtigen.
Da Zéphyr geleidde zijn generaal
naar do donkerste hoeken.
„Voor den drommel, wsar heb je-de
beelden weggestopt zeide de gene
raal, „ja hebt se zoo ver mogelgk van
de iiluaiinatiè in de dichte boscbjes
verstopt."
„Dat gebeurt altijd," zeide de Zé
phyr „kalk staat zoo leelijk bij het
licht; het voldoeticitetekend lusechen
het groen bg half duister. U zult e®n
praohtigen Jupiter zien."
En de Zéphyr kuchte luid, toen hij
een bercoau van groen naderde, waar
onder zich een Jupiter verhief.
De generaal uitte een kreet van
bewondering toen hij een prachtig
beeld gewaar werd, versierd met een
9oboonen baard.
toen ik er hem naar vroeg, „maar ik
heb oen zielsverdriet."
.„Verliefd vroeg ik.
Neen, dat was het niet, maar er waB
iets dat hem voortdurend kwelde. Wat
dat dan was, als ik hem vragen
mocht....
Dat zielsverdriet was dan een
wagen I
Eer. wagen Ik keek bem eens
aan, denkende dat het misschien noo
dig was hem in een wagen ergens in
den omtrek van Bloemendaal eu Sant
poort te brengen, maar neen zijn
oogen stonden -helder. Op dat oogen-
blik hoorde ik achter" me „hei
brnllen en, juist op het laatste oogen-
blik op zg springende, rende mij een
dokterskoetsje voorbg.
„Hindert je misschien dat onmatig
harde rgden van sommige dokters?"
vroeg ik.
„Och neen," zei hg melankoiiek,
„daarvan trek ik mg niets aan. De
koetsiers van doktere dankenals ik
iemand ovsr zgn arm of been rg,
dan ia mgn vrachtje dadelgk bg de
hand om het weer te repareeren. Ale
ik ooit ODder een wagen moet raken,
dan maar liefst onder een doktersko6ts,
dan krijg ik allicht gratia geneeskun
dige hulp."
Of dan de wagen van Van Gead
en Loos hem had bemodderd, of een
bierwagen hem over de teeneu ge
reuen Neen, dat was bet allemaal
niet. 't Was een officieele wagen, die
het hem gedaan had.
„Een officieele wagen
„Ja," en, mg opeens zgn mouw
onder den aeus houdende, vroeg hij
„ruik je niets
„Een tabaksluohtje," zei ik.
„Anders niets ?,k
„Niemendal."
„Zoo," zei hij, „dat valt me mee.
e moet weten, de wagen in quaestie
is een officieele wagen met een iuohtje
er aaa
Ik begreep nog altgd niet wat bg
bedoelde.
„Ik zal bet je uitleggen," zei hg.
„Heb je hier in de stad nooit vau die
geelbruine wagens gezien, vierkant,
„Morbhuzeide hij, toen hij nader
bij kwam „uw Jupiter is prachtig
gelukt
„Nietwaar generaal?"
„De gouverneur zal woedend zgn;
hij heeft dergelijke meesterstukken
niet in zijn tuin. Maar zeg eens, hij
gelijkt op den korporaal-sappeur vau
de zouaven
„Dis heeft voor mij geposeerd ge
neraal," zeide de Zephyr.
„Je kunt er trotseh op zgn, datje
al zijne trekken zoo sprekend gelij
kend hebt weergegeven. Luien wij nu
de anderen gaan zien."
En de generaal maakte eene rond
wandeling door de boscbjes, hier in
verrukking voor een Bacchus, ginds
voor een Apollo.
Hij merkte alleen op, dat de Zépbyr
kuchte telkens, als hij eene plek na
derde, waar zich een van zgne mees
terstukken vei hief. Hij merkte'hem
dit op.
„Generaal," antwoordde ds beeld-
hoawer, „dat is de zenuwachtigheid,
de ontroering. Men is altgd bang niet
goed ts zijn geslaagd."
„Ziehier honderd francs en kuch
maar niet meer," zeide de generaal,
„iz ben over je tevreden."
„Dank u generaal," riep de Zephyr
uit en maakte zich uit de voetuo.
De g.asten kwamen. Een half uur
later begon bet bal.
Nu en dan dwaal !en heeren en
dames, lueschen de dansen, de wan
delpaden door, keerden weer terug
naar het veld. waarop gedanst werd
en maakten, den gsusraal al :emaeu
hun compliment over zijns stand
beelden.
Vooral de Jupiter maakte veel in
druk met zijn bliksem in de handen
zijn eerjuedwaardigen baard.
Op het oogenolik dat de gouver
neur kwara hoorde hij daarover spre
ken hij wenschte het te «ien.
De generaal haaBtt© zioh hem mar
het berceau te voeren, waar het. mees
terstuk zich bevond een aantal gar-
ten begaven zich er ook heen."
Men was vol lof en bewondering.
Alle officieren.alle burgerlgke auto
riteiten kenden deze konwratd-ap-
peur van de zouaven en de gelijkenis
van h-t beeld met het model was
werkelijk fiappant.
Eensklaps uitte de goevevoeur een
hé dat de ger eras' ongerust maakte.
„Wa' soueeit u?" vroeg hg.
„Niels," zei-Je de gouverneur„het
Boh8©n mij alleen to© of ik kei hoofd
van het beeld «ag bewegen. na
tuurlijk alleen verbeelding."
„Neen zeker niet," zeide een offi
cier; het beweegt zich, zie maar."
Allen keken varbgsterd
De generaal het meest.
Plotseling vertrok zioh het gelaat
van deu god; hij scheen een gewel-
dige poging te doen om zioh in te
houden, vervolgens niesde hij hevig.
Men kan zien de algemeene verras
sing voorstellen.
Ontsteld sloeg de generaal dil won
der gade eu waarde om zioh heen.
Plotseling begon de god te spre
ken.
„Ik moet u zegden generaal," zeide
Jupiter, in Elzasoh dialect, „dat het
consigne was: niet bewegen als er
tnensc-hen zgn en niet spreken maar
ik heb mg niet kunnen iuhouden nu
ik moest niezen."
Er bleef geen twijfel over.
Het was de korporaal zelf met kalk
bepleisterd.
Buiten zichzelf ruktede generaal een
tak uit het kreupelhout om er Jupi
ter mee af te ranselen deze sprong
echter op den grond en vluchtte on
der het niet langer ingehouden laohen
van de aanwezigen.
De anöer6 goden die hun makker
een goed heenkomen zagen zoeken,
begrepen, dat de toestand onhoudbaar
op lage wielen, die van alle kanten
dioht zijn
„Die waar R. op staat, be
doel je?"
„JuiBt," zei hij somber. „Weet je
wat Jat S. R. beduidt? Straatreini
ging, zul je zeggeu. Neen meneer, dat
beteekent Stank Reservoir. Sommigen
■zeggoa, dat de letters eea waar?chu-
wiug beduiden „Sluit Reukorgaan 1"
maar dat geloof ik niet, ten eerste,
omdat het gemeentebestuur zooveel
medelgden rust onze neusen niet aan
den dag pleegt te leggen en evens
omdat zoodra men die lettors ziet,
het al te laat is om er zich voor te
wöchten.
„Welnu, die wagens zijn ais nagels
aan mijn doodkist. Het is of zo hun
best doen, oiij overal waar ze maar
Kunnen, te ontmoeten; vroeger kon
ik niet naar mijn kantoor gaan, ofils
kwam er minetens éen tegen soms
twee achter elkaar, in optocht. Is
iiep ai eeüB ten straatje om, maar
dan kwam dia kar ook juist door <iie
andere straat. Eindelijk ben ik, zij
het dan ook met een bloedend hart,
want ik had jaren lang op de samer
gewoond, in een ander kwartier gaan
wonen. Denk je dat 't me hielp?
Niemendal. Altgd kwam me weer
zoo'n wagen in den weg, aisof 'ter
om gedaan werd. En dan mijn eetlust
die leed er zoo buitengewoon on
der. Alleen het gezicht van de zakjes
met, boterhammen, die aan de kar
plegen te hangen, bedierf me voor
den heelen dag mijn appetijt. Laoh
niet, je weet niet wat het is, om zoo
Qp-gelgka op de hielen te worden ge
zeten door zoo'n voertuig, 'l Is voor
mij een overdagsche nachtmerrie. De
eenige dag waarop iic leef in den
waren sin van 't wooid is de Zondag,
omdat dan de S. R. op stal staat."
Is wou hem troosten en den raad
geven te gaan wonen in een stad
waar geen reiniging bestaat (ergens
in Turkije zal er wel zoo'n gemeente
te vinden zijn), toen hij op eens zijn
neus dichtkneep en naar 't eind van
de straat wijzende, zonder verder boe
of ba te zeggen, met de stormpas
was geworden zg daalden af van hun
Olympus in den vorm van hun voet
stuk en maakten zioh spoedig uit do
voeten.
Groote opsohudding onder de gas
ten, die het bal niet hadden verlaten
en degenen, die langs de paden wan
delden I Het was een niet te beschre
ven schouwspel.
De generaal had er van afgezien
ziio Jupiter te vervolgen, toen zgn
majordomus verschrikt naar hem
kwam toesnellen en met omhoog ge
heven armen uitriep
„Generaal, generaal, de goden loo-
pen weg 1"
„La&t ze loopeu, ezel," waa het
antwoord van den generaal," het
waron slechts valsche godecd'g
Vervolgens ter ng te
„Het verwondert mij niet, dat dio
schavuit van een Zephyr niet wilde,
dar. toen ze aanraakte."
Dit ongeval had eene te grooie
vroolijkheid onder de gasten doen
ontstaan, dan dat de gastheer tegen
den bewerker daar wan eenigen wrok
kon koesteren.
De Zephyr ontving vergiffenis
evenals de vaDeae goden.
Uit het FranBch.
LOUIS NOIR.
Iu een ruim ea vroolijk kamertje
in de rue PJHtriè.e zat LoUisette
Gaudy, een jonge eu aardig.' snapster,
:e praten roet juffrouw Manon eu
haar hond Goliath, terwijl ze de
koiast afwachtte vau haar vriend
Jean Paul, attaché bg Monseigneur
d'Artie.
„Dus," seide M-mon, „je bent er
zeker van dat je gaan zult.nu je
hebt eer. buitenkan-ja 1 Man on heeft
oen kennis hij de garde, wiev:>s broer
bij mijnheer Jusaieu dient; zij heelt
ons gö-tegd, dat het prachtig »gn zal....
Men zo! een vuurwerk af-laken op
de place Louis XV in plaats van te
wachten-.:, tot den .vooravond van St.
Jao. De gebseie'zuilenrij za'. ve'riicbt
worden
„En ds» aal ik ook de princes zien
:uet de hoidaaies
„Als je er bij kuut komen
„O wat... daaromtrent ben ik
gerustPaui. aal wel plaats voor me
maken
„Houd je van je Paul?"
„Dat 13 ma ootc een vra g! Hij is
goed voor me... at mijn luimen
worden ingewilligd Jammer genoeg
dat, by arm is
En leelijk!"... voegde juffrouw
Minion er aan toe, terwg! ze behaag-
Igk haar zgden dasje schikte.
„Zeker, maoi is hij nietmaar
we! hartëlgk."
„Ik weet dat hij je zoo verzorgd
heeft igdens je ziekte
„Zonder hem zou ik nu monster
achtig geweest zijnvol kleine
kuiltjesO, die verschrikkelijke
pokken 1"
„Hij k6effc geen gunstig uiterlijk...
Enfin, als hij je maar g< lokkig
maakt, A propos, wat doet bg toch
„Hé. wat dom... wel in de meüi-
egnen bij Monseigneur Aitoifl..."
„Is die dan ziek
„Ik weet er heusch niet meer van;
te zeggen. Paul is geen prater,
weet jeMaar kijk, 't is zijn tijd
en hij is altijd
Ga je heen? wacht nogeonooger-
blik... Of beken het masr, je bent
bang voer berc..,
„Ja, dat is het I Ik wil openhartig
zijn, zijn strenge en wantrouwende
blik boezemt nae vrees inTot
weerziens!"
Lichter dan een vogel verdween
wegliep. Ik keek om en zag een
groote, vierkante, gele kar aankomen
toen nog een, ben nog eenteen
kon ik het zelf niet meer uithouden'
en volgde het voorbeeld van mijn
ongeiukkigen vervolgden vriend.
Wat zullen we die of die met Si.
Nlooiass eens cadeau doen is zeker
rie vraag geweest, die tientallen van
menschen sïch in de laatste dagen
testold hebben. Moeilijke vraag. Kon
raen ontastbare dingen cadeau geven,
dan zou menigeen met een kl-ijevol
ijver, een paar pond geduld of eenige
kilo's inschikkelijkheid, wonderwel
gediend wezen.
Andere menschen zouden wel een
kubieken meter vlugheid bunnen ge
bruiken. Wat zou dat bijyoerbeeld in
ons gemeentelijk beheer goed te pas
komen. Daar is, dm maar tens iets
te noemen, de quaestie van de petro-
leurascbuit in het N0orderapaftrne.
Midden in den zomer, ik meen inde
maand Juli, is aan den Raad beloo d,
dat de politie-veroraening zou worden
htrzien, ooi dergelijken gevaarlijken
zwervers het verolgf vlas: bij deatad
te kunnen ontzeggen het ia nu'
December en ik heb nog niemendal
zien komen. De schuit ligt er nog
en als we, met deselfde snelheid ala
tot nu toe, doorgaan met maatrege
len tegen hare aan wezigheid te nemen,
dan ligt ze er over een eeuw nog.
Verder is er de tram naar Zand-
voort. Toen maanden geleden de heer
Stolp vroeg boe het stond met de
aanvragen om concessie voor de tram
Haarlem—Zandvcort, toen werd een
spoedig voorstel beloofd. Als u van
die voorstellen iets gezien hebt,
waarde lezer, dan heb ik ze ook ge
zien Er ie, o«» bet ronduit te zeggen,
nog niemendal van voor den dag
gekomen. Wanneer zö in het voor
jaar worden ingediend en dan nog
eens een paar keer uitgesteld, dan
komt er in dan zomer van 1897 weer
niets, niemendal van klaar. Had ik
ongelijk met te zeggen, dat een ku-
het meisje in den nanwen, donkeren
gang die naar een kronkelende, voch
tige trap leidde.
Louise tte bleef een oogen blik alleen
peinzend streelde ze den kop van
Goliath, die zijn goedige hocden-
00gen geveBligd hield op het bekoor
lijk relaat van «gn meesteres, dat
straalde als in een a.ureool van blonde
haren.
Tien minuten waren nog niet ver-
loopen, toen een zware tred zich op
de trap deed hooren l)e deur ging
op8n en een man van onbevallig,
bijna woest voorkomen kwam de
kleine kacaer in.
Goliath sprong vroolijk den nieuw
gekomen© te geinoet, die hem met de
hand liefkoozend op den rog klopte.
„Koest, Goliath. Ja, 'c is wel, je
bent een beste jongen. Dag Louisette!
Al klaar... Sapperloot, je 'bent nietje
laat..."
En zoader vee! plichtplegingen,
trok Paul want die waa he; de
jonge frouw tot zich en drukte haar
een langen kus op 't voorhoofd.jj
„Je bent lief." zei Louisette, haar
vrund aanziende, „ik waohtte je met
ongeduld."
„Terwijl je met Mauon praatte?"
„Wat kwv,Bd is daarin?"
„Niemendal. Ik houd nu eenmaal
niet van haar, die kleine..."
Op Louissties gelaat vertoonde zich
een ondeugend lachje, dat lig niet
scheen op té merken.
„Luister," zei Paul, „je bent er op
gesteld om naar dat feest gaan en
ik wil het jo niet beletten. Ik zal je
er zelfs vergezellen, maar 'tis tegen
mijn zin dat ik gaD'e blinde,
dwaze menigte, die zioh dood dringt
om een koets te zien voorbijgaan, dat
volk, dat ziob met laat sleuren o<u.
een smakeloos schouwspel aan te
gapen...."
„Ha, ha, daar begin je weer door
te slaan.... Je weet wel, dat ik vau
je philosophie geen grein verstand
hab Je moest liever wat voorzich
tiger zgn... Eojd agent van mijnheer
Sartinss zou je kunnen hoorenHet
zal toch wol aardig zgn... er zal ge
schreeuwd en gelachen worden... Ik
houd nu eenmaal van drukte. Kom,
Goliath, kom, Paul, ik ben klaar."
Het opgewonden gesiobt van het
aardige meisje, de guitige schittering
in baar groote, fluweelachtige oogen
verdreven de wolken, die op het voor
hoofd van den jongen man sohenea
opgestapeldhg slaakte een diepen
zucht, en zijn kanten jabot een wei
nig verschikkend, die bg zgn donker
kostuum beider afrtak, daalde hg af,
gevolgd doordejongevrouw wier soha-
teriacb en vroolijk gebabbel hem in de
ooien klonk als het geklater eener
heldere waterval
'tWas een heerlijke avond in het
laatst vaa Meide kalme dag ging
in een bad van gouden zonnegloed
onder, terwg'I lentegeuren de JuchJ
vervulden de hemel was bedekt met
rossige wolkjes, die ai breeder ee
breeder wordend, zich oplosten ra
dsn purperen horizon.
Ia de nauwe straten bewoog zich,
vrooigk druk, eene bonte menigte,
prettig om aan te zie©, door een ver
scheidenheid vau koesterende, warms
I kleuren, zich richtend naar de kermis»
die door het hoofd van 'tgild der
kooplieden, mgaheer Bignon, en zijne
schepenen was opgeslagen tussohea
da boomen van den boulevard du
Nord van de hoofdstad.
Toen Paul ea zijn vriendin in de
rue Royale kwamen, zagen ze daar
de menschen massa nog grooter, w&c
het gedrang nog vermeerderde, wares
de zware koetsen getrokken door
vurige paarden.
Het werd duister, hier en daar
werden tusechen de boomen van dea
boulevard laDtaarna ontstoken. Loui-
bleke meter vlugheid op het Stad
huis een rfö'ttig St. Nio Jaascadean
wezen zou?
Aan de bewoners van de tweede
Kleine Houtstraat zou ik ook een kost
baard geschenk willen vereeren eu
wel eenige duizenden kleine steentjes
benevens eenige honderden meters
trottoirband, om van een en ander
een behoorlijk trottoir te vervaardi
gen voor die straat, waar men nu
ielkeas gevaar loopt door vrachtwa
gens of karren tegen de muren vau
de huizen of tegen de onregelmatige
stoepjes te worden platgedrukt. Aan
den gemeente-ontvanger zou ik,goo!3
in ©en zakje verpakt, een stel"blij
moedige, graag belastingbetalend^
nooit jokkende noch mopperende
belastingschuldigen willen vereeren,
aan alle winkeliers eenige bonder»teu
solide klanten, d'e cie? «lies faten
uitpakken zoader iets ie koopen, -
keerig zgn van jaarrekeningen en goed
geld ovor hebben voor goed6 waar
aan de politie zou ik de moordenaars
van den Raamsingel cadeau willen
doen, aan de justitie een afdoend
middeltom booswiohten zóo te straf
fen, da ze nooit weer kwaad bedrij
ven ik zou den Gemeenteraad den
weg cadeau willen maken, waarlangs
zonder eenige risico oen ton jaarlgk-
eohe winst op de gaslevevantie te
bereiken isaan de school jeugd zon
ik een drankje willen vereeren, dat
ze maar hadden in te nemen, ota
zioh di? ongelijksoorfigste kundighe
den met hei grootste gemak eigen te
maken aan Burgemeester en Wet
houders zoa ik wgsheid ©n kracht
willen zenden, om een voordracht
voor directeur vaa de waterleiding
op te maken, die ons allemaal, met
inbegrip van alle bekeude en onbe
kende sollicitanten, bevredigt en ten
slotte zou ik mgzelveu (ik mag zelf
toch ook wel wat hebben) voor het
jaar 1897 twee en vgftig aardige,
grappige en onderhoudende onder
werpen voor dit Zaterdagavondpraatje
present willen doen.
FIDBLIO.