Daarentegen was de heer Lieftinok zeer sterk tegen den ge vraagden aan bouw, vooral tegen het type „Hol land", dat volstrekt niet was gebleken goed te zqn en een beetje namaak was van een elders bestaande type kruiser. Ook beantwoordden zq geens zins aan het doel waarvoor zij aan vankelijk bestemd waren en de heer Guyot zou met kleiner en eenvoudi ger schepen dan ook tevreden zqn geweest. De heer Staalman had zioh tot tolk gemaakt van de beweerde ontevre denheid van het personeel, gegrond op de behandeling die zij heeten te ondereinden. Ook zag hij niet in, hoe de Min. bq uitvoering van zqn groot plan aan personeel zou komen. De Minister van der Wqok, van wiens rede ik hierboven al het een en ander invlocht, scheen weinig ge neigd tot den bouw van een duren eolaireur, als de heer Rutgers be geerde, een sobip waarvan de kosten niet in verhouding tot de diensten zou staan. Wat zqn plan betreft de hem bijgebrachte denkbeelden zon bij aan den Ministerraad onderwerpen. In de avondzitting zette Z. E. zqn verdedigingsrede voort. Hq traohtte allereerst de bruikbaarheid van de voorgedragen kruiserB te verdedigen; hq verkoos die boven pantser-krui sers hq wilde groote snelheid en aohtte dit meer verkieslijk dan sterker artillerie, vooral voor Indië. Vervol gens van de door hem gewensohte algemeene organisatie. Hij had daar- bq vooral rekening gehouden met de besohikbare geldmiddelen en zal het eindcijfer ongeveer kunnen handha ven op het bestaande. Personeel zou de Min. wel vindenhij wensohte dat het goed bejegend werd en had op dien grond reeds een offioier diens oommandement ontnomen. De Min. betoogde dat de slingerin gen van de schepen type „Kortenaer" volstrekt niet zoo erg waren als men deed voorkomen. Ten slotte zeide de Mio. dat hq zijn drie schepen drin gend noodig heeft. Daarna kwamen een reeks van replieken, die, als vanzelf, niet veel nieuws leerden. De Min. had den heer Lieftinck toegevoegd, dat deze niet veel verstand van sohepen bleek te hebben. De heer Lieitinck nam dit, in een geestige rede, aanvankelijk nog al hoog op, maar hq kon veel vergeven in een avondzitting (gelach). Hij betoogde zijn recht en zijn plicht om da kruisers te weigeren, wijl hem niet gebleken was dat de daarvoor gegeven waarborgen van deugdelqk- heid steekhoudend waren. Het was een bijzonder pikante rede, die in de Earner heel wat hilariteit verwekte. Bij den heer Lieftinok sloot de heer Kerdijk zich aan, die tegen de krui- berb wrb op gelijke gronden. Na re pliek van den Min. die niet be doeld bad den heer Lieitinck onaan genaam te zijn werd het algemeen debat besloten. De heer Kerdijk probeerde om bij amendement een votum in de Kamer over de kruisers uittelokken. Zqn amendement werd evenwel verwerpen met 49 tegen 30 stemmen. Om kwart voor ell wenschten wij elkaar wel te rusten G. Jr. Hofberioht. Uit Den Haag wordt gemeld, dat H.H. M.M. de Koninginnen Donder dagmiddag gezamenlijk een rjjtoer gemaakt hebben. Uit de Staatscourant.. Kon. besluiten. Eervol ontelagen uit 's lands dienst mr. J. Ktlff, procureur-generaal bq het Hof van Justitie in de kolonie Suriname, thans met verlof hier te lande, met ingang van 1 Januari 1897, op zijn verzoek, wegens physieke on geschiktheid. Aan den heer W. H. J. Keuche- nius, koopman te Batavia, vergun ning verleend tot het aannemen van het ordeteeken van ridder der orde van de Kroon van Siam, hem door den koning van Siam geschonken. Stormweer. Volgens telegram van 9 Deoember van Kaap St. Vinoent, Donderdag bij de Stoomvaart-Maatschappij Neder land ontvangen, heeft het stoomschip Prins Alexanderbestemd voor Bata via, in de Golf van Biscaye veel en zwaar stormweder ondervonden, waar bq belangrijke sohade aan dek werd veroorzaakt. De sohade zal, naar de gezagvoerder seint, te Genua hersteld worden, hetgeen 2 dagen zal vorderen. Ontginning van woeste gronden. Op de woeste gronden teJubbega, aangekocht door den heer P. W. Jansen te Amsterdam voor ontginning, zullen vier doelmatige arbeiderswo ningen gesticht worden. De oommis sie van uitvoering, beBtaande uit de heeren T. Dqk, lid vaa den Raad der gemeente Sohoterland, J. v. d. Brug, gemeente-veldwachter en J. Gutteling, evangelist, allen teJubbe ga, met den heer Van Zinderen Bak ker aan 't hoofd, heeft voor de aan staande bewoners, waarvoor flinke arbeiders worden uitgekozen, het vol gende plan ontworpen. Bq elke woning ligt drie H.A. woeste grond, de oommissie zal zor gen, dat met 1 Mei a. s. 1/2 H.A. ontgonnen is, zoodat de bewoner dien grond dadelijk kan bebouwen. Heeft hq mest noodig, de oommissie ver sohaft hem daarvoor het benoodigde geld tegen eene jaarlqksohe rente van 2% pot., welk peroentage bij ook be betaalt voor huur van huiB en grond. De overige 2J£ H.A. woesten grond kan hij verder zelf ontginnenhq ontvangt daarvoor van de oommissie vergoeding voor zqn arbeid (per roede), zoodat hij altijd werk zal hebben. Is de uitgestrektheid groot genoeg om eene koe te honden, het geld daarvoor kan hij tegen 2i/s pot- weer van de oommissie be komen, evenzoo voor den aankoop van meer vee en mest. Allengs zal hq dus zqn keuterq kunnen uitbreiden door eigen arbeid, in anders werk- loozen tqd, terwql die arbeid hem bovendien betaald wordt ook. Men berekent, dat een gezin reeds zou kunnen bestaan op 1/2 H.A. grond, wanneer de oogst goed is en de ar beider èn des voorjaars èn des zo mers er een som van p.m. 160 bq verdient met werk in de veenderij en met den hooioogst. Bq verdere ont ginning zal dit niet meer noodig zqn. De Ongeregeldheden te Staphorst. In het verslag over het gebeurde te Staphorst eiecht hetgeen werd medegedeeld nopens de oharge eenige aanvulling en verbetering. Toen de marechaussees na afloop van den verkoop over den spoorbrug het dorp inreden naar het raadhuis, maakten de opdringende boeren het hun zoo lastig met het werpen van steenen enz., dat de wachtmeester Joossen „keert" commandeerde en een charge deed maken. Bij die charge vielen klappen van weerszijden, maar het doel, het terugdringen der boeren, werd bereikt. Daarop werd de tocht naar het raadhuis verder voortgezet. Het teruggaan waarvan is gesproken was dus eenvoudig het voortzetten van den tocht na de charge. Een nieuwe aanval volgde niet en een hernieuwing dez charge was dienten gevolge niet noodig. Dat hier met veel beleid en met bezadigdheid iB gehandeld wordt al gemeen erkend. Uit Staphorst wordt ons nader ge meld, dat de gemoederen weder tot kalmte zijn gekomen en alles zoo rustig mogelijk is. Drenthe behoort thans ook tot den besmetten kring, hetgeen voor Stap horst van groot belang is, daar ver voer van vee naar Meppel nu onver hinderd kan plaats hebben- (z C) Te Axel kwam Woensdag een paartje op het stadhuis om aange- teekend te worden. Op de vraag van den ambtenaar, hoe oud de bruid was, antwoordde de aanstaande,'echt genoot, dat zij, volgens zijne meening op haar 29ste was. Toen daarop aan het meisje werd gevraagd naar|haren ouderdom, maakie zij dadelijk rechts omkeert onder den uitroep.Dat zal ik eens aan vader vaan vragen, want ik trek mij daar niets van aan 1" Veldmuiz an plaag. In Oostelijk Drenthe duurt de veldmuizenplaag nog steeds voort. Vooral op de te veld staande rovtge richten de knaagdieren vreeselijke verwoestingen aan, zoodat de oogst op vele akkers met totale mislukking bedreigd wordt. Ook in het groen land zqn legio's muizen aanwezig, In 1898, toen er eveneens massa's veld muizen aanwezig waren, werden po gingen aangewend om deze door sacharin-strychninehav8r te do oden. Wel leverden deze pogingen een eenigszins gewensoht gsvolg op, doch eene algeheels vernieling van het muizenleger ontstond eerst bij eene invallende strenge vorst met. sneeuw en daar de ervaring geleerd heeft, dat muizenvergiftiging niet veel geeft, omdat de muizen uit bosechen en nabijgelegen heideveld weer naar de korenakkers verbuizen, wordt tot|nog toe aan het vergiltigen niets gedaan. Eveneens is de vernieling in de ko renschuren zeer groot, terwql buiten staande zaadbuiten geheel vernield worden. Geen wonder, dat er daarom in de korenschuren veel drukte is met het afdorschen van het koren om het voor verdere muizenschade te behoe den. De quaestie Stienstra Hoogerhnig. Ook in het Friesoh Volksblad komen twee artikelen voor betreffende de zaak-Hoogerhuis. Ia het eerste stnfc, geteekend: „Har- lingen, B." noemt de sohryver hst een leugen van Stienstra in diens be usten brief, als zouden duizenden hem aan zien voor een inbreker. Niemand denkt hieraan. Dat hij 5 Dec. des vorigen jaars toen de misdaad plaats had, te Muntendam was, gelooft B gaarne. Maar wat StienBtra niet zegt, is, wat velen gelooven, dat hq geheel met de misdaad op de hoogte is en dat hq de schuldigen wel zou kunnen aanwijzen. „En nu, vraagt de sobrqver, waarom doet hq znlks niet Hiervoor bestaan tooh redenen. Waarom rept hij niet met een enkel woord van het lan taarntje, dat indertqd door de inbre kers was aohtergelaten en waarvan hq de eigenaar is of althans geweest is. Waarom zeide hij eens tegen zqn vrouw: „Als de politie soms komt met een lantaarntje, zeg dan dat gq er niets van weet Hq beeft dit tooh zeker te eenigor tqd aan den een of ander uitgeleend en dit zou het spoor kunnen zqn, om de daders te vinden. Verder is de schrijver zoo vrq te meenen, dat Stienstra er belang bq had, dat de gebr. Hoogerhuis in arrest bleven. Zqn haastig vertrek naar Amerika en nog meerdere zaken doen mq zegt B. vermoeden, dat zqn huid er mee gemoeid was. Al de uoodige stappen, die hq beet gedaan te hebben om de H.'s te redden, znllea wel niet naar de Hoogerhuis-vrouwen toe en vertel je weer hoe ik je onderstaan hob." Dat was al wat vreemd zeggen, niet waar?" De Friesche Courant zegt nog meer op het hart te hebben omtrent de wijze waarop in deze zaak bet eerste onder zoek geleid werd en het nienwe nu geleid wordt en belooft daarover, als 't noodig blqkt, in een volgend num mer te zullen spreken. Da heer R. Bloembergen Ez,, com missaris der Noord-Nederlandeche Beetwortelsuikerfabriek, verklaart in de Leeuw. Ct. dat het, bericht om trent den bouw der fabriek onwaar is. Hq verklaart zich bereid ieder be langhebbende al de inlichtingen te verschaffen, die hij mocht verlangen en zegt reeds |terstond, dat hem te Groningen de staat is overgelegd der ingeheide palen, doch dat geen enkele van 4 meter daarbij is gebruikt. Letteren en Knnst. Het feest van Sarah Bern hardt. Sarah Bernhardt heeft ter gelegen heid van haar feest Dinsdag er Woensdag aoht eerste artikelen ge schreven in groote bladenvoorts in drie andere bladen een tooneel uit een drama van haar eigen hand, een stuk levensgeschiedenis dat vijf ko lommen beslaat, en een lang artikel over haar werk als beeldhouwster. In den Figaro vertelt zij, dat zij tal van haar vijanden overwonnen en verge ven heeft; dat zij gemaakt heeft dat men in Zuid-Amerika fransoh is gaan leeren en dat in Australië de Franschen de overhand gekregen hebben over de Duitschers. Hoe verbazend onvermoeid Sarah is, blijkt wel daaruit, dat zq tegenwoor dig zes dagen in de week de vermoei ende rol van „Lörenzaccio" en den zevende, om uit te rusten, „La Dame aux Camélias" speelt. En dan schrijft zij nog zooveel artikelen. Académie Franeaise. De „Académie frargaise" heeft Don derdag twee leden gekozen ter ver vanging van wijlen de heeren Alexan dre Dumas en Léon Say. Voor den zetel van den heer Du mas verkreeg bij eerete stemming de heer André Theuriet 18 vvan de 29 stemmen, zoodat deze gekozen is. De heer Emile Zola kreeg 4, de heer Saint-Amand 7 stemmen. De heer Albert Vandel is gekozen den zetel van wqlen den heer veel te beduiden hebben 11 tasschenj®ay me^ stemmen; de heer Zfla zullen wq voortgaan, steentje voor verkreeg bij deze stemming slechra 3 steentje bq te brengen, om de over-1 stemmen; tuiging te vestigen, dal de Hooger- huizen onschuldig gevangen zitten.Jozef Israels te St. Petersburg. De honderden zullen aangroeien tot Zooals wij gemeld hebben wordt duizenden. Die verzekering doen wij op initiatief van „Arti et Amicitiae" ook aan hen, die in dezen dé maohtjte St. Petersburg eene tentoonstelling in handen hebben. Het reoht hoog te i gehouden van schilderijen voor Ne- houden, is ieders plioht. derlandBohe schilders, en heeft de ex- Het tweede artikel is van Geert W. positie daar succes, zoowel wat be- Holtenga, te Beetznm, die een verhaal j treft den verkoop der stukken als het geeft van zqn verhoor in de bewustebezoek. zaak voor den oommissaris van po litie te Leeuwarden. Het artikel luidt ais volgt: „Wees u zoo goed, m. d. R., en neem dit in uw blad opWat ik bQ den commissaris van politie heb on dervonden in zake de inbraak te Britsum. Hq nam mq in 't verboor en vroeg mq, of ik Jan Beswerda wel kende Ik zei „ja". Of ik ook wel eens bij hem op den zolder ge weest was Ik zei „ja". Of ik ook wel eens in de loods geweeest was? Ik zei „ja". „Hal" zei hq toen, en daar boven in die loods, daar zat een lantaarntje en dat hebt gq toen aan de Hooger- huizen gegeven." Ik zei „neen meneer!" „Ja "zei hQ, „ja, dat is wel waar." Zoo hebben wij wel een uur lang been en weer gepraat. Ik zeinean en hij zei tegen mq„als gq bevreesd voor de Hoo- gerhuizen zij t, wees dat maar niet, want dan zal ik u wel een postje beschikken, ais gq hot maar zegt.", ik zei„Mijnheer, ik kan het niet De perskritiek is ook vol lof. In de Petersburger Deutsche ston den 1.1. Vrijdag zeer waardeerende woorden over Jozef Israels, die de correspondent der N. E. Ct. te Peters burg in hoofdzaak weergeeit. „Het meest beteekenende schilderij, de grootste kunstenaar op de tentoon stelling is Jozef Israëls, een erkende wereldberoemde voorman der Hol- landache kunstenaars. Zijn schilderij „Lange velden en wegen" is een van die wonderbaarlijke scheppingen, die evenals iedere echte openbaring van een groot genie, ons gewone sterve lingen in den beginne bevreemden, maar die ons, na dat we ze meerma len gezien hebben, duidelijker en ver staanbaarder worden, tot wij het ten volle begrijpen, hoe groot, hoe mach tig een talent moet zijn, dat in staat ie, ons zoo hoog te verheffen boven ons zelf. Ik ben overtuigd, dat in den beginne de meesten, die Israëls voor de eerste maal zien, bq zichzelf denkenhg is zwart, de voorstelling stelt me te leur door zijn eenvoud. houdt er van in zqn werken, de hardheid, de moeite van den arbeid in haar gansche droefgeestigheid te schilderen. Eenzaam keert door 't veld een oude vrouw met haar kar terug, als gezel slechts eens eveneen zwoe gende makker; de hond voor den kar Gindsche granw-roze eohemering aan den horizont verweekt ons 't ge moed, en doet haar natrillen in het medegevoel voor deze onvermoeid zwoegende gestalte. En deze groote ieder détail verachtende contours der vrouwefiuur geven aan de eenvoudige arbeidster iets majestueus als een heros, een trek van grootheid. Men voelt het uit deze ruwe lijnen, dat zij dag aan dag haar leven doorwor stelt om haar dagelijksch brood. Z alk een begrip te verwekken, niet door roerendesentimenteeleanecdoten,maar door stemming, die enorme toon van 't schilderij, het is de laatste volein ding van de kunst. Zulk een karak teristiek te geven, zooals hier gedaan is, zonder wijdloopende omslachtig heid, door eenvoudige lijnen, is een „Leistang" van de ntersten rang. Zulk een eenvoud van compositie in een schilderij te brengen, het is het eerste kenteeken van grootheid. Leger en Vloot. Kapelmeester Grenadiers en Jagers. De heer Bouwman, kapelmeester der stafmuziek van het 3e reg. inf., wordt, naar wq vernemen, benoemd tot kapelmeester der kon. mil. kapel bij het regiment grenadiers en jagerB, zoodra hij, op zqn verzoek, daarbij overgeplaatst wordt. Hbld. Rechtszaken. Inbrekers. Voor de Amsterdamsche rechtbank Btonden Donderdag de drie personen terecht, die in den nacht van den 16en October nit eene woning aan de Stadhouderskade een voorraad tafelzilver hebben ontvreemd. De be woner was afwezig; door openschui- ving van het venster verschafte een der drie, de jongste Balzarelli genaamd, zich toegang tot de zijkamer, stak het gaslicht op en opende daarna de voordeur voor zijne twee kameraden Woudhuizen en Mulder beiden reci divisten. Met messen en een kolen schop werd daarop de zilverkaBt ge opend, waaruit lepels, mesBen en andere stukken van een zilver ser vies ontvreemd werdeu. De buit werd medegenomen naar Mulders zuster en den volgenden dag ten gelde ge maakt. De opbrengst beliep f55 en werd verdeeld. Balzarelli bekende, Woudhnizen deed het voorkomen alsof hij geen deel had genomen aan de braak maar wel hst zilver had helpen vervoeren, en Mulder oat- kende alle medeplichtigheid. Hij zeide des nachts tnsschen 3 en 6 ure te hebben rondgewandeld, alleen hulp te hebben verleend bq den verkoop en voor die hulp te zijn beloond met f 10. Ia deze zaak werden 19 getuigen gehoord. Door het O. M. werd geëisoht tegen Balzarelli 2 jaar, tegen Woudhnizen jaar en tegen Mulder 5 jaar. zeggen." Toen had hq een heele boel I3 dat de heele Israëls? Ja dat is de dreigementen tegen mq. Doch ik moest j heele Israëls! Als uit ééa stuk ge) het maar eens met mijn vrouw over-goten staat daar zijn werk. Langza leggen en dan kon ik des Vrijdags merhand begrijpt men, dat deze don- wel bij hem komen. kere zware tonen het middel zqaj Maarjik zei„ik kan het niet zeggen; waardoor de groote meester der stem- j dat is een woord van waarheid." Zoo ming ons in dien toestand verplaatst, hebben ze mq van 2 tot 7 uur geteis-waarin wij hem volgen, aangegrepen terd en toen ik bij hem wegging toen wanneer hq vertolkt den ernst van zei mijnheer: „Nou ga jij zoo meteen den arbeid van het leven. Israëls In de zittiDg van het Rotterdamsohe kantongerecht werd Donderdag de volgende zaak behandeldTegen iemand was een vervolging ingesteld, wegens het zioh aan het station Beurs begeven in een reeds ingangzijnden spoorwaggon. De vorige week werd het feit door den cooducteur bevestigd en door een getuige k deoharge tegengesproken. Gisteren werd een nieuwe getuige gehoord, die de ver klaring van den conducteur beves tigde. Het O. M. deelde mede, dat door de ontkenning en brutale hou ding van bekl. het Rqk ongeveer f 10 kosten heeft en vindt het onbil lijk die door het rqk te doen draden. W«ar gewoonlijk in zulk een zaak 50 ot boete wordt geëisoht, requireerde hq thans f 15 boete, suös. 5 dagen heohtenis, tevenB mededeelende zqn voornemen om tegen den getuige a déoharge een vervolging in te stellen wegens meineed. Gemengd Nieuws, Gladstone. Gladstone kreeg Donderdag der vorige week eene benauwdheid, waar van hij Zondagochtend eohter geh< bekomen was. Hij ging toen naar kerk, maar vatte toen kou. M maakt zich eenigszins bezorgd hem en de doktoren denken er a hem naar Cannes ie zenden. Werkstaking der Spoorweg beambten. In Engeland dreigt een werks! kiDg van het personeel van den Lo don and Northwestern Railway C01 pany te zullen uitbreken. De aanlt ding zou zqn het ontslag van ei aantal beambten, zonder eenige ands reden dan dat zq behooren tot vereeniging van spoorwegpersonei Zoo ten minste wordt het door vereenigingsmannen opgevat, hoe* de direot e der maatsohappq bewee dat zq tegen het vereeeigingslevi niets heeft. Van de 78 personen c in vijf dagen ontslag hebben gekr gen, zqn 75 lid van de organiaati Het bestuur der spoorbeambte vereeniging dreigt met een werkst king indien het ontslag der leden ni wordt ingetrokken. En de maatseha pij schqnt hiertoe niet geneigd zijn. Zij heeft een rondschrijven g zonden aan alle stationschefs met opdracht, dat dezen zioh moeto overtuigen van de gezindheid van h onder hen staand personeel, zood do Maatschappij weet op hoeveel ma zij in tqd van nood zal kunnen r kenen. De directie is overtuigd, d het personenverkeer in geen gev moeielqkheid zal behoeven te onde vinden. De toeleg der stakers eohter zqn om een vertraging va bet goederenvervoer in het leven roepen, zoodat de maatschappij moeilijkheden zou komen met deer pediteura. De vakvereeniging hee zieh in verbinding gesteld met zu tervereenigingen om er voor te zo gen, dat eventueel geen vreemd pei soneel de plaats der stakers aai vult. Een stoomschip waaraohjjj alij vergaan» Volgens eon van den agent di Norddentsohe Lioyd in Corunna on vangen bericht, heerscht de vrees di het stoomechip Salt r in den zware 9torm verongelukt is. Nadere bqzoi derheden ontbreken. Stoomboote zijn afgezonden om langs de kuste een onderzoek in te stellen. De Salier van de Nordd. Lloy vertrok den 28 November van Br< men naar Buenos-Ayres en December Dover. Het schip had 300 tusschendeki passagiers aan boord. Een Lloyd8telegram uit Hambui van Dinsdag meldt, dat het stoom schip Salier van de Norddeutscü Lloyd geheel vergaan zou zijn aai de Spaansohe kust. De Salier pas seerde Dover den 3den Deoember de reis van Buenos-Ayres. Het bureau van Boessmann meld nog, dat het vermiste stoomschij Salier den 7n December van Corunn naar Villa Garcia vertrok. Volgens een bij de Nordd. Lloy ontvangen telegram is de Salier nab Villa Garcia vergaan. Het aantal op varenden bedreg 66 man equipag 210 passagiers. Men meent da allen zqn omgekomen. Een nader bericht, van geloofwaai dige zijde afkomstig, bevestigt mededeeling, dat het stoomschip Sa liervan de Norddeutsche Lloy4, vai Bremen naar La Plata bestemd, me man en muis is vergaan. Na de ha ven van Corunna (Spanje) verlaten t hebben, is het in een orkaan bi Kaap Corrabedo, zuidwaarts Finisterre verongelukt. De bemanning bestond uit 65 kop pen. Het schip had 210 tusschendeks passagiers aan boord, meest Span jaarden en RusseB, slechts 1 Duit, scher en 3 Belgen. Werkstaking te Hamburg. De toestand te Hamburg is nie aanmerkelijk veranderd in de laatste dagen. Alleen wordt meer gewerk aan de staatskaden, waar nagenoe] alle kranen bediend kunnen worden goederen voor het vrqhavengebiei worden weer in onbeperkte mate aan genomen. Het stoomsohip Kaiser, bestemd ts inkwartiering van vreemde werklie den, zo x Woensdag in gebruik geno „Hebt ge ook bagage, dame vroeg 66n kruier haar. „Een zwart lederen valies, anders niets." De kruier ging naar den geopenden bagagewagen, vend het zwarte valies en wilde er mede naar de dame terug keeren, maar de luidruchtige familie, die naar het scheen een menigte koffers en kisten had medegebracht, maakte zich van hem meester en nam hem geheel in beslag, zoodat de jonge dame, die op eenigen afstand stond, zich eindelijk tot een opgeschoten jongen wendde, die ook als kruier was gekleed en die, met de handen in den zak, stond te fluiten. „Is MarBhdale hier ver van daan?'1 „MarshdaleWe), wij zijn hier te Marshdale," zeide de jonge kortaf. „Ik bedoel het landgoed Marshdale." „O, het heeren huis, het eigendom van Lord Level? Dat is zoowat drie kwartier verder." „Is hier een rijtuig te krijgen „Ja, er is eene vigilante die altijd klaar staat bij aankomst van den trein, maar je moet niet denken dat je die krijgen kunt. Daar staat hij op den weg, maar, die lui die daar zoo'n drukte maken over hunne koffers, hebben gisteren al geschreven, dat ze de vigilante moes ten hebben. Kijk, ze stappen al in." „Kunt gij geen ander rqtuig voor mij halen?" „Wel neen, ik zeg je immers dat we hier maar éene vigilante hebben I Maar als je bepaald rijden moet, dan zal ik den koetsier zeggen, dat hij terug moet komen als hij die familie heeft weggebracht. Je moet hier dan maar zoolang waohten, 't zal wel een half uurtje aan houden eer bq terug kan zijn." „Neen, dat duurt mij te lang. Dan zal ik maar loopen naar het heerenhuis. Kunt gig mqn valies dragen en mjj den weg wqzen Zonder eenig antwoord te geven nam de jongen het valies op en stapte vooruit, doch eensklaps bleef hq stilstaan en vroeg„welken weg wil je nemen De straatweg is het langste, het veldpad is wel de helft korter." „Is het veldpad goed begaanbaar „Jawel, als de stier tenminste niet op ons afkomt. Hq komt op iedereen af die bq ziet, en als je dan niet als de drommel beenen maakt, dan krijgt hq je te pakken, 'tls een rakkert." De jonge dame had blijkbaar weinig lust om kennis te maken met den „rakkert" en besloot dus den straat weg te gaan de jongen droeg het valies en ging fluitend vooruit, steeds heuvel-af, tot zq het huis bereikten, dat in eene vallei lag, omringd door een grooten tuin met hooge boomen en met een steenen muur van den weg afgesloten. H6t scheen in vroeger j&ren een welgesteld boerenhuis te zijn geweest; duidelijk kon men zien dat er telkens zijvleugels en stallen bijgebouwd waren naar mate er meer ruimte noodig werd. Nü was het een groot, onregelmatig gebouw geworden zonder eenigen bepaalden bouwstijl, maar op een adellijk woonhuis geleek het in het minst niet. In den steenen tuinmuur was een fraai ijzeren hek waardoor men een goed onderhonden oprijlaan kon zien, die naar het huis leiddedit was zeker de hoofdingang en een eindje verder was een kleine houten deur in den muur (aangebracht. Tot verbazing van de dame ging de jongen het ijzeren hek voorbij en regel- reoht naar de kleinere deur waartegen hij ruggelings ging staan duwen. De deur vloog open en de jongen stapte den tuin in en volgde een smal voetpaadje. „Moeten wij daar niet zijn, aan den hoofdingang vro8g de dame, terwijl zij stil bleef staan. „Daar zonden we niets mee opschieten," zeide de jorgen terwql hq bedaard voortliep. „De oude lui zijn, geloof ik, altijd boven, en de meid in de keuken schqnt wel doof te zijn. Toen ik hier laatst een pakje gebracht heb, heb ik staan bellen aan het hek tot ik er moe van werd, er kwam niemand en toen moest ik tooh hier binnengaan." Zq waren du aan het huis gekomen, de jongen zette het vallies op den grond en opende een deur, die in een gang uitkwam. Op dit oogenblik versoheen er in den gang een net gekleed dienstmeisje, en zag de vreemde dame verwonderd aan. „Is Lord Level thuis?" vroeg de dame. „Mylord ligt ziek te bed, en is voorniemand te spreken," was het antwoord. „Kan ik de boodsohap ook voor u over brengen?" Op dit oogenblik werd zq geroepen door eene stem, die achter uit de gang scheen te komen en verdween. „Weet ge ook of er nog meer dienstboden in hnis zqn?" vroeg de dame terwql zq zich weer tot den jongen keerde. „Neen, ik geloof het niet. Er is wel eene juffrouw." „Eene juffrouw herhaalde de dame, terwql een hevige blos haar gelaat bedekte. „Bedoelt ge eene jonge dame „Ik bedoel juffrouw Edwards. Zq draagt sohoenen met gespen als ze Zondags in de kerk komt, maar ze iB al heel oud. En dan is er nog „Wat is er van uwe dienst?" vroeg het meisje, dat nu terugkwam, terwijl zij de bezoekster eenigszins wan trouwend aanzag. „Ik ben Lady Level," was het antwoord, dat op hoogei toon gegeven werd. „Ga dadelijk aan Mylord zeggen dat ik gekomen ben." Met een verschrikt gelaat li jp het meisje weg en lie Lady Level ten tweeden mile staan met den jongen die volstrekt niet scheen te begrijpen, dat hq de meestere van „het heerenhuis" tot geleide had verstrekt. „Is er nog iets te zeggen vroeg hg', terwijl hij naai zijn pet wees. „Wat ben ik schuldig?" vroeg Lady Level. Gij behoeft mq niets te betalen, ik: ben in dienst van het station en krijg daar vast weekgeld, maar als de menschen mij wat geven willen, nu, dan neem ik he aan." Zij haalde hare beurs uit on gaf hem een geldstukje dat hij eerst met een verheugd gezioht bekeek en toen in zqn laars verborg. Toen kwam hij vlak bij Lady Leve staan en legde zijne hand heel vertrouwelijk op haar arm „Zal je niet zeggen, dat je me wat gegeven hebt Ik mag eigenlqk niets aannemen, weet je, en als ze er achter komen, krqg ik een gloeiend standje. Toe, zegje het niet 1" Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2