Daarentegen was de heer Lieftinok
zeer sterk tegen den ge vraagden aan
bouw, vooral tegen het type „Hol
land", dat volstrekt niet was gebleken
goed te zqn en een beetje namaak
was van een elders bestaande type
kruiser. Ook beantwoordden zq geens
zins aan het doel waarvoor zij aan
vankelijk bestemd waren en de heer
Guyot zou met kleiner en eenvoudi
ger schepen dan ook tevreden zqn
geweest.
De heer Staalman had zioh tot tolk
gemaakt van de beweerde ontevre
denheid van het personeel, gegrond
op de behandeling die zij heeten te
ondereinden. Ook zag hij niet in,
hoe de Min. bq uitvoering van zqn
groot plan aan personeel zou komen.
De Minister van der Wqok, van
wiens rede ik hierboven al het een
en ander invlocht, scheen weinig ge
neigd tot den bouw van een duren
eolaireur, als de heer Rutgers be
geerde, een sobip waarvan de kosten
niet in verhouding tot de diensten
zou staan.
Wat zqn plan betreft de hem
bijgebrachte denkbeelden zon bij aan
den Ministerraad onderwerpen.
In de avondzitting zette Z. E. zqn
verdedigingsrede voort. Hq traohtte
allereerst de bruikbaarheid van de
voorgedragen kruiserB te verdedigen;
hq verkoos die boven pantser-krui
sers hq wilde groote snelheid en
aohtte dit meer verkieslijk dan sterker
artillerie, vooral voor Indië. Vervol
gens van de door hem gewensohte
algemeene organisatie. Hij had daar-
bq vooral rekening gehouden met de
besohikbare geldmiddelen en zal het
eindcijfer ongeveer kunnen handha
ven op het bestaande. Personeel zou
de Min. wel vindenhij wensohte
dat het goed bejegend werd en had
op dien grond reeds een offioier
diens oommandement ontnomen.
De Min. betoogde dat de slingerin
gen van de schepen type „Kortenaer"
volstrekt niet zoo erg waren als men
deed voorkomen. Ten slotte zeide de
Mio. dat hq zijn drie schepen drin
gend noodig heeft.
Daarna kwamen een reeks van
replieken, die, als vanzelf, niet veel
nieuws leerden. De Min. had den heer
Lieftinck toegevoegd, dat deze niet
veel verstand van sohepen bleek te
hebben. De heer Lieitinck nam dit,
in een geestige rede, aanvankelijk
nog al hoog op, maar hq kon veel
vergeven in een avondzitting (gelach).
Hij betoogde zijn recht en zijn plicht
om da kruisers te weigeren, wijl hem
niet gebleken was dat de daarvoor
gegeven waarborgen van deugdelqk-
heid steekhoudend waren. Het was
een bijzonder pikante rede, die in de
Earner heel wat hilariteit verwekte.
Bij den heer Lieftinok sloot de heer
Kerdijk zich aan, die tegen de krui-
berb wrb op gelijke gronden. Na re
pliek van den Min. die niet be
doeld bad den heer Lieitinck onaan
genaam te zijn werd het algemeen
debat besloten.
De heer Kerdijk probeerde om bij
amendement een votum in de Kamer
over de kruisers uittelokken. Zqn
amendement werd evenwel verwerpen
met 49 tegen 30 stemmen.
Om kwart voor ell wenschten wij
elkaar wel te rusten
G. Jr.
Hofberioht.
Uit Den Haag wordt gemeld, dat
H.H. M.M. de Koninginnen Donder
dagmiddag gezamenlijk een rjjtoer
gemaakt hebben.
Uit de Staatscourant..
Kon. besluiten.
Eervol ontelagen uit 's lands dienst
mr. J. Ktlff, procureur-generaal bq
het Hof van Justitie in de kolonie
Suriname, thans met verlof hier te
lande, met ingang van 1 Januari 1897,
op zijn verzoek, wegens physieke on
geschiktheid.
Aan den heer W. H. J. Keuche-
nius, koopman te Batavia, vergun
ning verleend tot het aannemen van
het ordeteeken van ridder der orde
van de Kroon van Siam, hem door
den koning van Siam geschonken.
Stormweer.
Volgens telegram van 9 Deoember
van Kaap St. Vinoent, Donderdag bij
de Stoomvaart-Maatschappij Neder
land ontvangen, heeft het stoomschip
Prins Alexanderbestemd voor Bata
via, in de Golf van Biscaye veel en
zwaar stormweder ondervonden, waar
bq belangrijke sohade aan dek werd
veroorzaakt. De sohade zal, naar de
gezagvoerder seint, te Genua hersteld
worden, hetgeen 2 dagen zal vorderen.
Ontginning van woeste
gronden.
Op de woeste gronden teJubbega,
aangekocht door den heer P. W.
Jansen te Amsterdam voor ontginning,
zullen vier doelmatige arbeiderswo
ningen gesticht worden. De oommis
sie van uitvoering, beBtaande uit de
heeren T. Dqk, lid vaa den Raad
der gemeente Sohoterland, J. v. d.
Brug, gemeente-veldwachter en J.
Gutteling, evangelist, allen teJubbe
ga, met den heer Van Zinderen Bak
ker aan 't hoofd, heeft voor de aan
staande bewoners, waarvoor flinke
arbeiders worden uitgekozen, het vol
gende plan ontworpen.
Bq elke woning ligt drie H.A.
woeste grond, de oommissie zal zor
gen, dat met 1 Mei a. s. 1/2 H.A.
ontgonnen is, zoodat de bewoner dien
grond dadelijk kan bebouwen. Heeft
hq mest noodig, de oommissie ver
sohaft hem daarvoor het benoodigde
geld tegen eene jaarlqksohe rente van
2% pot., welk peroentage bij ook be
betaalt voor huur van huiB en grond.
De overige 2J£ H.A. woesten grond
kan hij verder zelf ontginnenhq
ontvangt daarvoor van de oommissie
vergoeding voor zqn arbeid (per
roede), zoodat hij altijd werk zal
hebben. Is de uitgestrektheid groot
genoeg om eene koe te honden,
het geld daarvoor kan hij tegen
2i/s pot- weer van de oommissie be
komen, evenzoo voor den aankoop
van meer vee en mest. Allengs zal
hq dus zqn keuterq kunnen uitbreiden
door eigen arbeid, in anders werk-
loozen tqd, terwql die arbeid hem
bovendien betaald wordt ook. Men
berekent, dat een gezin reeds zou
kunnen bestaan op 1/2 H.A. grond,
wanneer de oogst goed is en de ar
beider èn des voorjaars èn des zo
mers er een som van p.m. 160 bq
verdient met werk in de veenderij en
met den hooioogst. Bq verdere ont
ginning zal dit niet meer noodig
zqn.
De Ongeregeldheden te
Staphorst.
In het verslag over het gebeurde
te Staphorst eiecht hetgeen werd
medegedeeld nopens de oharge eenige
aanvulling en verbetering. Toen de
marechaussees na afloop van den
verkoop over den spoorbrug het dorp
inreden naar het raadhuis, maakten
de opdringende boeren het hun zoo
lastig met het werpen van steenen
enz., dat de wachtmeester Joossen
„keert" commandeerde en een charge
deed maken. Bij die charge vielen
klappen van weerszijden, maar het
doel, het terugdringen der boeren,
werd bereikt. Daarop werd de tocht
naar het raadhuis verder voortgezet.
Het teruggaan waarvan is gesproken
was dus eenvoudig het voortzetten
van den tocht na de charge. Een
nieuwe aanval volgde niet en een
hernieuwing dez charge was dienten
gevolge niet noodig.
Dat hier met veel beleid en met
bezadigdheid iB gehandeld wordt al
gemeen erkend.
Uit Staphorst wordt ons nader ge
meld, dat de gemoederen weder tot
kalmte zijn gekomen en alles zoo
rustig mogelijk is.
Drenthe behoort thans ook tot den
besmetten kring, hetgeen voor Stap
horst van groot belang is, daar ver
voer van vee naar Meppel nu onver
hinderd kan plaats hebben-
(z C)
Te Axel kwam Woensdag een
paartje op het stadhuis om aange-
teekend te worden. Op de vraag van
den ambtenaar, hoe oud de bruid
was, antwoordde de aanstaande,'echt
genoot, dat zij, volgens zijne meening
op haar 29ste was. Toen daarop aan
het meisje werd gevraagd naar|haren
ouderdom, maakie zij dadelijk rechts
omkeert onder den uitroep.Dat zal
ik eens aan vader vaan vragen, want
ik trek mij daar niets van aan 1"
Veldmuiz an plaag.
In Oostelijk Drenthe duurt de
veldmuizenplaag nog steeds voort.
Vooral op de te veld staande rovtge
richten de knaagdieren vreeselijke
verwoestingen aan, zoodat de oogst
op vele akkers met totale mislukking
bedreigd wordt. Ook in het groen
land zqn legio's muizen aanwezig, In
1898, toen er eveneens massa's veld
muizen aanwezig waren, werden po
gingen aangewend om deze door
sacharin-strychninehav8r te do oden.
Wel leverden deze pogingen een
eenigszins gewensoht gsvolg op, doch
eene algeheels vernieling van het
muizenleger ontstond eerst bij eene
invallende strenge vorst met. sneeuw
en daar de ervaring geleerd heeft, dat
muizenvergiftiging niet veel geeft,
omdat de muizen uit bosechen en
nabijgelegen heideveld weer naar de
korenakkers verbuizen, wordt tot|nog
toe aan het vergiltigen niets gedaan.
Eveneens is de vernieling in de ko
renschuren zeer groot, terwql buiten
staande zaadbuiten geheel vernield
worden. Geen wonder, dat er daarom
in de korenschuren veel drukte is met
het afdorschen van het koren om het
voor verdere muizenschade te behoe
den.
De quaestie Stienstra
Hoogerhnig.
Ook in het Friesoh Volksblad komen
twee artikelen voor betreffende de
zaak-Hoogerhuis.
Ia het eerste stnfc, geteekend: „Har-
lingen, B." noemt de sohryver hst een
leugen van Stienstra in diens be usten
brief, als zouden duizenden hem aan
zien voor een inbreker. Niemand
denkt hieraan. Dat hij 5 Dec. des
vorigen jaars toen de misdaad plaats
had, te Muntendam was, gelooft B
gaarne. Maar wat StienBtra niet zegt,
is, wat velen gelooven, dat hq geheel
met de misdaad op de hoogte is en
dat hq de schuldigen wel zou kunnen
aanwijzen.
„En nu, vraagt de sobrqver, waarom
doet hq znlks niet Hiervoor bestaan
tooh redenen. Waarom rept hij niet
met een enkel woord van het lan
taarntje, dat indertqd door de inbre
kers was aohtergelaten en waarvan
hq de eigenaar is of althans geweest
is. Waarom zeide hij eens tegen zqn
vrouw: „Als de politie soms komt
met een lantaarntje, zeg dan dat gq
er niets van weet Hq beeft dit tooh
zeker te eenigor tqd aan den een
of ander uitgeleend en dit zou het
spoor kunnen zqn, om de daders te
vinden.
Verder is de schrijver zoo vrq te
meenen, dat Stienstra er belang bq
had, dat de gebr. Hoogerhuis in arrest
bleven.
Zqn haastig vertrek naar Amerika
en nog meerdere zaken doen mq
zegt B. vermoeden, dat zqn huid
er mee gemoeid was. Al de uoodige
stappen, die hq beet gedaan te hebben
om de H.'s te redden, znllea wel niet
naar de Hoogerhuis-vrouwen toe en
vertel je weer hoe ik je onderstaan
hob." Dat was al wat vreemd zeggen,
niet waar?"
De Friesche Courant zegt nog meer
op het hart te hebben omtrent de wijze
waarop in deze zaak bet eerste onder
zoek geleid werd en het nienwe nu
geleid wordt en belooft daarover, als
't noodig blqkt, in een volgend num
mer te zullen spreken.
Da heer R. Bloembergen Ez,, com
missaris der Noord-Nederlandeche
Beetwortelsuikerfabriek, verklaart in
de Leeuw. Ct. dat het, bericht om
trent den bouw der fabriek onwaar
is. Hq verklaart zich bereid ieder be
langhebbende al de inlichtingen te
verschaffen, die hij mocht verlangen
en zegt reeds |terstond, dat hem te
Groningen de staat is overgelegd der
ingeheide palen, doch dat geen enkele
van 4 meter daarbij is gebruikt.
Letteren en Knnst.
Het feest van Sarah Bern
hardt.
Sarah Bernhardt heeft ter gelegen
heid van haar feest Dinsdag er
Woensdag aoht eerste artikelen ge
schreven in groote bladenvoorts in
drie andere bladen een tooneel uit
een drama van haar eigen hand, een
stuk levensgeschiedenis dat vijf ko
lommen beslaat, en een lang artikel
over haar werk als beeldhouwster. In
den Figaro vertelt zij, dat zij tal van
haar vijanden overwonnen en verge
ven heeft; dat zij gemaakt heeft dat
men in Zuid-Amerika fransoh is gaan
leeren en dat in Australië de Franschen
de overhand gekregen hebben over de
Duitschers.
Hoe verbazend onvermoeid Sarah is,
blijkt wel daaruit, dat zq tegenwoor
dig zes dagen in de week de vermoei
ende rol van „Lörenzaccio" en den
zevende, om uit te rusten, „La Dame
aux Camélias" speelt. En dan schrijft
zij nog zooveel artikelen.
Académie Franeaise.
De „Académie frargaise" heeft Don
derdag twee leden gekozen ter ver
vanging van wijlen de heeren Alexan
dre Dumas en Léon Say.
Voor den zetel van den heer Du
mas verkreeg bij eerete stemming de
heer André Theuriet 18 vvan de 29
stemmen, zoodat deze gekozen is.
De heer Emile Zola kreeg 4, de
heer Saint-Amand 7 stemmen.
De heer Albert Vandel is gekozen
den zetel van wqlen den heer
veel te beduiden hebben 11 tasschenj®ay me^ stemmen; de heer Zfla
zullen wq voortgaan, steentje voor verkreeg bij deze stemming slechra 3
steentje bq te brengen, om de over-1 stemmen;
tuiging te vestigen, dal de Hooger-
huizen onschuldig gevangen zitten.Jozef Israels te St. Petersburg.
De honderden zullen aangroeien tot Zooals wij gemeld hebben wordt
duizenden. Die verzekering doen wij op initiatief van „Arti et Amicitiae"
ook aan hen, die in dezen dé maohtjte St. Petersburg eene tentoonstelling
in handen hebben. Het reoht hoog te i gehouden van schilderijen voor Ne-
houden, is ieders plioht. derlandBohe schilders, en heeft de ex-
Het tweede artikel is van Geert W. positie daar succes, zoowel wat be-
Holtenga, te Beetznm, die een verhaal j treft den verkoop der stukken als het
geeft van zqn verhoor in de bewustebezoek.
zaak voor den oommissaris van po
litie te Leeuwarden. Het artikel luidt
ais volgt:
„Wees u zoo goed, m. d. R., en
neem dit in uw blad opWat ik bQ
den commissaris van politie heb on
dervonden in zake de inbraak te
Britsum. Hq nam mq in 't verboor
en vroeg mq, of ik Jan Beswerda
wel kende Ik zei „ja". Of ik ook
wel eens bij hem op den zolder ge
weest was Ik zei „ja". Of ik ook
wel eens in de loods geweeest was?
Ik zei „ja".
„Hal" zei hq toen, en daar boven
in die loods, daar zat een lantaarntje
en dat hebt gq toen aan de Hooger-
huizen gegeven."
Ik zei „neen meneer!" „Ja "zei
hQ, „ja, dat is wel waar." Zoo hebben
wij wel een uur lang been en weer
gepraat. Ik zeinean en hij zei tegen
mq„als gq bevreesd voor de Hoo-
gerhuizen zij t, wees dat maar niet,
want dan zal ik u wel een postje
beschikken, ais gq hot maar zegt.",
ik zei„Mijnheer, ik kan het niet
De perskritiek is ook vol lof.
In de Petersburger Deutsche ston
den 1.1. Vrijdag zeer waardeerende
woorden over Jozef Israels, die de
correspondent der N. E. Ct. te Peters
burg in hoofdzaak weergeeit. „Het
meest beteekenende schilderij, de
grootste kunstenaar op de tentoon
stelling is Jozef Israëls, een erkende
wereldberoemde voorman der Hol-
landache kunstenaars. Zijn schilderij
„Lange velden en wegen" is een van
die wonderbaarlijke scheppingen, die
evenals iedere echte openbaring van
een groot genie, ons gewone sterve
lingen in den beginne bevreemden,
maar die ons, na dat we ze meerma
len gezien hebben, duidelijker en ver
staanbaarder worden, tot wij het ten
volle begrijpen, hoe groot, hoe mach
tig een talent moet zijn, dat in staat
ie, ons zoo hoog te verheffen boven
ons zelf. Ik ben overtuigd, dat in
den beginne de meesten, die Israëls
voor de eerste maal zien, bq zichzelf
denkenhg is zwart, de voorstelling
stelt me te leur door zijn eenvoud.
houdt er van in zqn werken, de
hardheid, de moeite van den arbeid
in haar gansche droefgeestigheid te
schilderen. Eenzaam keert door 't veld
een oude vrouw met haar kar terug,
als gezel slechts eens eveneen zwoe
gende makker; de hond voor den
kar Gindsche granw-roze eohemering
aan den horizont verweekt ons 't ge
moed, en doet haar natrillen in het
medegevoel voor deze onvermoeid
zwoegende gestalte. En deze groote
ieder détail verachtende contours der
vrouwefiuur geven aan de eenvoudige
arbeidster iets majestueus als een
heros, een trek van grootheid. Men
voelt het uit deze ruwe lijnen, dat
zij dag aan dag haar leven doorwor
stelt om haar dagelijksch brood. Z alk
een begrip te verwekken, niet door
roerendesentimenteeleanecdoten,maar
door stemming, die enorme toon van
't schilderij, het is de laatste volein
ding van de kunst. Zulk een karak
teristiek te geven, zooals hier gedaan
is, zonder wijdloopende omslachtig
heid, door eenvoudige lijnen, is een
„Leistang" van de ntersten rang. Zulk
een eenvoud van compositie in een
schilderij te brengen, het is het eerste
kenteeken van grootheid.
Leger en Vloot.
Kapelmeester Grenadiers en
Jagers.
De heer Bouwman, kapelmeester
der stafmuziek van het 3e reg. inf.,
wordt, naar wq vernemen, benoemd
tot kapelmeester der kon. mil. kapel
bij het regiment grenadiers en jagerB,
zoodra hij, op zqn verzoek, daarbij
overgeplaatst wordt. Hbld.
Rechtszaken.
Inbrekers.
Voor de Amsterdamsche rechtbank
Btonden Donderdag de drie personen
terecht, die in den nacht van den
16en October nit eene woning aan
de Stadhouderskade een voorraad
tafelzilver hebben ontvreemd. De be
woner was afwezig; door openschui-
ving van het venster verschafte een
der drie, de jongste Balzarelli genaamd,
zich toegang tot de zijkamer, stak
het gaslicht op en opende daarna de
voordeur voor zijne twee kameraden
Woudhuizen en Mulder beiden reci
divisten. Met messen en een kolen
schop werd daarop de zilverkaBt ge
opend, waaruit lepels, mesBen en
andere stukken van een zilver ser
vies ontvreemd werdeu. De buit werd
medegenomen naar Mulders zuster
en den volgenden dag ten gelde ge
maakt. De opbrengst beliep f55 en
werd verdeeld. Balzarelli bekende,
Woudhnizen deed het voorkomen
alsof hij geen deel had genomen aan
de braak maar wel hst zilver had
helpen vervoeren, en Mulder oat-
kende alle medeplichtigheid. Hij zeide
des nachts tnsschen 3 en 6 ure te
hebben rondgewandeld, alleen hulp
te hebben verleend bq den verkoop
en voor die hulp te zijn beloond
met f 10.
Ia deze zaak werden 19 getuigen
gehoord.
Door het O. M. werd geëisoht tegen
Balzarelli 2 jaar, tegen Woudhnizen
jaar en tegen Mulder 5 jaar.
zeggen." Toen had hq een heele boel I3 dat de heele Israëls? Ja dat is de
dreigementen tegen mq. Doch ik moest j heele Israëls! Als uit ééa stuk ge)
het maar eens met mijn vrouw over-goten staat daar zijn werk. Langza
leggen en dan kon ik des Vrijdags merhand begrijpt men, dat deze don-
wel bij hem komen. kere zware tonen het middel zqaj
Maarjik zei„ik kan het niet zeggen; waardoor de groote meester der stem- j
dat is een woord van waarheid." Zoo ming ons in dien toestand verplaatst,
hebben ze mq van 2 tot 7 uur geteis-waarin wij hem volgen, aangegrepen
terd en toen ik bij hem wegging toen wanneer hq vertolkt den ernst van
zei mijnheer: „Nou ga jij zoo meteen den arbeid van het leven. Israëls
In de zittiDg van het Rotterdamsohe
kantongerecht werd Donderdag de
volgende zaak behandeldTegen
iemand was een vervolging ingesteld,
wegens het zioh aan het station Beurs
begeven in een reeds ingangzijnden
spoorwaggon. De vorige week werd
het feit door den cooducteur bevestigd
en door een getuige k deoharge
tegengesproken. Gisteren werd een
nieuwe getuige gehoord, die de ver
klaring van den conducteur beves
tigde. Het O. M. deelde mede, dat
door de ontkenning en brutale hou
ding van bekl. het Rqk ongeveer
f 10 kosten heeft en vindt het onbil
lijk die door het rqk te doen draden.
W«ar gewoonlijk in zulk een zaak
50 ot boete wordt geëisoht, requireerde
hq thans f 15 boete, suös. 5 dagen
heohtenis, tevenB mededeelende zqn
voornemen om tegen den getuige
a déoharge een vervolging in te stellen
wegens meineed.
Gemengd Nieuws,
Gladstone.
Gladstone kreeg Donderdag der
vorige week eene benauwdheid, waar
van hij Zondagochtend eohter geh<
bekomen was. Hij ging toen naar
kerk, maar vatte toen kou. M
maakt zich eenigszins bezorgd
hem en de doktoren denken er a
hem naar Cannes ie zenden.
Werkstaking der Spoorweg
beambten.
In Engeland dreigt een werks!
kiDg van het personeel van den Lo
don and Northwestern Railway C01
pany te zullen uitbreken. De aanlt
ding zou zqn het ontslag van ei
aantal beambten, zonder eenige ands
reden dan dat zq behooren tot
vereeniging van spoorwegpersonei
Zoo ten minste wordt het door
vereenigingsmannen opgevat, hoe*
de direot e der maatsohappq bewee
dat zq tegen het vereeeigingslevi
niets heeft. Van de 78 personen c
in vijf dagen ontslag hebben gekr
gen, zqn 75 lid van de organiaati
Het bestuur der spoorbeambte
vereeniging dreigt met een werkst
king indien het ontslag der leden ni
wordt ingetrokken. En de maatseha
pij schqnt hiertoe niet geneigd
zijn. Zij heeft een rondschrijven g
zonden aan alle stationschefs met
opdracht, dat dezen zioh moeto
overtuigen van de gezindheid van h
onder hen staand personeel, zood
do Maatschappij weet op hoeveel ma
zij in tqd van nood zal kunnen r
kenen. De directie is overtuigd, d
het personenverkeer in geen gev
moeielqkheid zal behoeven te onde
vinden. De toeleg der stakers
eohter zqn om een vertraging va
bet goederenvervoer in het leven
roepen, zoodat de maatschappij
moeilijkheden zou komen met deer
pediteura. De vakvereeniging hee
zieh in verbinding gesteld met zu
tervereenigingen om er voor te zo
gen, dat eventueel geen vreemd pei
soneel de plaats der stakers aai
vult.
Een stoomschip waaraohjjj alij
vergaan»
Volgens eon van den agent di
Norddentsohe Lioyd in Corunna on
vangen bericht, heerscht de vrees di
het stoomechip Salt r in den zware
9torm verongelukt is. Nadere bqzoi
derheden ontbreken. Stoomboote
zijn afgezonden om langs de kuste
een onderzoek in te stellen.
De Salier van de Nordd. Lloy
vertrok den 28 November van Br<
men naar Buenos-Ayres en
December Dover.
Het schip had 300 tusschendeki
passagiers aan boord.
Een Lloyd8telegram uit Hambui
van Dinsdag meldt, dat het stoom
schip Salier van de Norddeutscü
Lloyd geheel vergaan zou zijn aai
de Spaansohe kust. De Salier pas
seerde Dover den 3den Deoember
de reis van Buenos-Ayres.
Het bureau van Boessmann meld
nog, dat het vermiste stoomschij
Salier den 7n December van Corunn
naar Villa Garcia vertrok.
Volgens een bij de Nordd. Lloy
ontvangen telegram is de Salier nab
Villa Garcia vergaan. Het aantal op
varenden bedreg 66 man equipag
210 passagiers. Men meent da
allen zqn omgekomen.
Een nader bericht, van geloofwaai
dige zijde afkomstig, bevestigt
mededeeling, dat het stoomschip Sa
liervan de Norddeutsche Lloy4, vai
Bremen naar La Plata bestemd, me
man en muis is vergaan. Na de ha
ven van Corunna (Spanje) verlaten t
hebben, is het in een orkaan bi
Kaap Corrabedo, zuidwaarts
Finisterre verongelukt.
De bemanning bestond uit 65 kop
pen. Het schip had 210 tusschendeks
passagiers aan boord, meest Span
jaarden en RusseB, slechts 1 Duit,
scher en 3 Belgen.
Werkstaking te Hamburg.
De toestand te Hamburg is nie
aanmerkelijk veranderd in de laatste
dagen. Alleen wordt meer gewerk
aan de staatskaden, waar nagenoe]
alle kranen bediend kunnen worden
goederen voor het vrqhavengebiei
worden weer in onbeperkte mate aan
genomen.
Het stoomsohip Kaiser, bestemd ts
inkwartiering van vreemde werklie
den, zo x Woensdag in gebruik geno
„Hebt ge ook bagage, dame vroeg 66n kruier haar.
„Een zwart lederen valies, anders niets."
De kruier ging naar den geopenden bagagewagen,
vend het zwarte valies en wilde er mede naar de dame
terug keeren, maar de luidruchtige familie, die naar het
scheen een menigte koffers en kisten had medegebracht,
maakte zich van hem meester en nam hem geheel in
beslag, zoodat de jonge dame, die op eenigen afstand
stond, zich eindelijk tot een opgeschoten jongen wendde,
die ook als kruier was gekleed en die, met de handen
in den zak, stond te fluiten.
„Is MarBhdale hier ver van daan?'1
„MarshdaleWe), wij zijn hier te Marshdale," zeide
de jonge kortaf.
„Ik bedoel het landgoed Marshdale."
„O, het heeren huis, het eigendom van Lord Level?
Dat is zoowat drie kwartier verder."
„Is hier een rijtuig te krijgen
„Ja, er is eene vigilante die altijd klaar staat bij
aankomst van den trein, maar je moet niet denken dat
je die krijgen kunt. Daar staat hij op den weg, maar,
die lui die daar zoo'n drukte maken over hunne koffers,
hebben gisteren al geschreven, dat ze de vigilante moes
ten hebben. Kijk, ze stappen al in."
„Kunt gij geen ander rqtuig voor mij halen?"
„Wel neen, ik zeg je immers dat we hier maar éene
vigilante hebben I Maar als je bepaald rijden moet, dan
zal ik den koetsier zeggen, dat hij terug moet komen
als hij die familie heeft weggebracht. Je moet hier dan
maar zoolang waohten, 't zal wel een half uurtje aan
houden eer bq terug kan zijn."
„Neen, dat duurt mij te lang. Dan zal ik maar loopen
naar het heerenhuis. Kunt gig mqn valies dragen en
mjj den weg wqzen
Zonder eenig antwoord te geven nam de jongen het
valies op en stapte vooruit, doch eensklaps bleef hq
stilstaan en vroeg„welken weg wil je nemen De
straatweg is het langste, het veldpad is wel de helft
korter."
„Is het veldpad goed begaanbaar
„Jawel, als de stier tenminste niet op ons afkomt.
Hq komt op iedereen af die bq ziet, en als je dan niet
als de drommel beenen maakt, dan krijgt hq je te
pakken, 'tls een rakkert."
De jonge dame had blijkbaar weinig lust om kennis
te maken met den „rakkert" en besloot dus den straat
weg te gaan de jongen droeg het valies en ging fluitend
vooruit, steeds heuvel-af, tot zq het huis bereikten, dat
in eene vallei lag, omringd door een grooten tuin met
hooge boomen en met een steenen muur van den weg
afgesloten. H6t scheen in vroeger j&ren een welgesteld
boerenhuis te zijn geweest; duidelijk kon men zien dat
er telkens zijvleugels en stallen bijgebouwd waren naar
mate er meer ruimte noodig werd. Nü was het een groot,
onregelmatig gebouw geworden zonder eenigen bepaalden
bouwstijl, maar op een adellijk woonhuis geleek het in
het minst niet. In den steenen tuinmuur was een fraai
ijzeren hek waardoor men een goed onderhonden oprijlaan
kon zien, die naar het huis leiddedit was zeker de
hoofdingang en een eindje verder was een kleine houten
deur in den muur (aangebracht. Tot verbazing van de
dame ging de jongen het ijzeren hek voorbij en regel-
reoht naar de kleinere deur waartegen hij ruggelings
ging staan duwen. De deur vloog open en de jongen
stapte den tuin in en volgde een smal voetpaadje.
„Moeten wij daar niet zijn, aan den hoofdingang
vro8g de dame, terwijl zij stil bleef staan.
„Daar zonden we niets mee opschieten," zeide de jorgen
terwql hq bedaard voortliep. „De oude lui zijn, geloof
ik, altijd boven, en de meid in de keuken schqnt wel
doof te zijn. Toen ik hier laatst een pakje gebracht heb,
heb ik staan bellen aan het hek tot ik er moe van werd,
er kwam niemand en toen moest ik tooh hier binnengaan."
Zq waren du aan het huis gekomen, de jongen zette
het vallies op den grond en opende een deur, die in een
gang uitkwam. Op dit oogenblik versoheen er in den
gang een net gekleed dienstmeisje, en zag de vreemde
dame verwonderd aan.
„Is Lord Level thuis?" vroeg de dame.
„Mylord ligt ziek te bed, en is voorniemand te spreken,"
was het antwoord. „Kan ik de boodsohap ook voor u
over brengen?"
Op dit oogenblik werd zq geroepen door eene stem,
die achter uit de gang scheen te komen en verdween.
„Weet ge ook of er nog meer dienstboden in hnis
zqn?" vroeg de dame terwql zq zich weer tot den jongen
keerde.
„Neen, ik geloof het niet. Er is wel eene juffrouw."
„Eene juffrouw herhaalde de dame, terwql een
hevige blos haar gelaat bedekte. „Bedoelt ge eene jonge
dame
„Ik bedoel juffrouw Edwards. Zq draagt sohoenen met
gespen als ze Zondags in de kerk komt, maar ze iB al
heel oud. En dan is er nog
„Wat is er van uwe dienst?" vroeg het meisje, dat
nu terugkwam, terwijl zij de bezoekster eenigszins wan
trouwend aanzag.
„Ik ben Lady Level," was het antwoord, dat op hoogei
toon gegeven werd. „Ga dadelijk aan Mylord zeggen
dat ik gekomen ben."
Met een verschrikt gelaat li jp het meisje weg en lie
Lady Level ten tweeden mile staan met den jongen
die volstrekt niet scheen te begrijpen, dat hq de meestere
van „het heerenhuis" tot geleide had verstrekt.
„Is er nog iets te zeggen vroeg hg', terwijl hij naai
zijn pet wees.
„Wat ben ik schuldig?" vroeg Lady Level.
Gij behoeft mq niets te betalen, ik: ben in dienst van
het station en krijg daar vast weekgeld, maar als de
menschen mij wat geven willen, nu, dan neem ik he
aan."
Zij haalde hare beurs uit on gaf hem een geldstukje
dat hij eerst met een verheugd gezioht bekeek en toen
in zqn laars verborg. Toen kwam hij vlak bij Lady Leve
staan en legde zijne hand heel vertrouwelijk op haar arm
„Zal je niet zeggen, dat je me wat gegeven hebt Ik
mag eigenlqk niets aannemen, weet je, en als ze er
achter komen, krqg ik een gloeiend standje. Toe, zegje
het niet 1"
Wordt vervolgd