Benoemd in het bestuur ran het
waterschap der zeedqken van Fer-
werderadeelprev. Frieslandtot
difksgedeputeerde S. W. de Groot en
tot gecommitteerde vanwege het wa
terschap Zalk, tot het beheer der be
dijking langs Dronthen, prov. Orer-
ijsel, H. Rinkenberg.
De technisohe ambteaaar 2e kl.
bij het aan bet departement van ko
loniën verbonden Teohnisoh Bureau,
U. H. C. baron da Tour, met ingang
van 1 Jan. 1897, bevorderd tot teeh
nisc'n ambtenaar late klasse.
Jim. beschikkingen.
De minister van binnenlandsehe
zaken heeft met ingang van 1 Jan.
1897, benoemd tot amanuensis aan
'8 Rqks veeartsenijschool te Utreeht,
F. Vellenga, sergeant, amanuensis
aan de Koninklijke Mi'itaiie Aoade
mie te Breda.
De minister van marine heeft den
luitenant ter zee 2de klasse E. H.
Friderioba uit Oost-Indië ia Neder
land teruggekeerd, op nonaativiteit
gesteld.
Een uitvoerbaar plan?
In het Alg. Handelsblad komt de
heer A. D. G. Ten Doasschate aan
dragen met een geheel nieaw idee.
om een einde te maken aan de
quaestie van de Telaerbrug. Ejj
vraagt of 6r geen ander middel zou
bestaan of kau worden aangegeven,
om bjj het wegnemen van de Telaer
brug in den geregelden kanaalover
gang te voorzien, waarbq tevens alle
belemmering voor de scheepvaart is
weggenomes en zegt als antwoerd
daarop, dat dit middel kan gevonden
worden door het maken van een tun
nel onder het kanaal.
Moeht men daartegen bezwaren
opperen, dat een tunnel op die diepte
in dezen beweeglijken waterhouden-
deu bodem niet mogelqk is, dan
wqst schrijver er op dat d6ze bezwa
ren zullen vervallen door sleohts van
de gewone wqze van werken af te
wjjken.
Geen ingraving of doorgraving onder
het kanaal door, dat zou ook niet kan
nen, zegt doch laat een tunnel
zinkm. Een van gegoten of geslagen
ijzer, naar verkiezing, met cirkelvor-
mise of andere doorsnede, wqd 3Vi a
4 M., in eene vooraf gemaakte sleuf
dwars door het kanaal; zoodanig, dat
de bovenkant der buis 1 M. of meer
onder den bodem van het kanaal
komt; de ruimte boven de buis, wordt
later volgestort met billast of _(in-
dhn men na evenwichtsberekeniDg,
oppersing, vervolgens ook beschadi
ging vreest) met beton.
De buis zal natuurlijk waterdicht
moeten zijn en zoo sterk, dat zij uit
wendig op alle punten den druk
hier hootdzakelijk den waterdruk
(het verschil in niveau tusschen den
onderkant der buis en den hoogsten
waterstand in het kanaal) kan weer
staan.
Inwendig wordt de buis tot zekere
hoogte gevuld met zand, tot de bo-
vensant dezer laag eene breedte van
p)m. 4 M. krijgt, en daarin de be
strating gelegd."
Hoe die tunnel tot stand zal moe
ten komen zet de schrq ver vervolgens
uiteen. Hij besluit met de verklaring
dat hij niet ontkent dat het plan in
de uitvoering aan vele bezwaren en
vele moeilijkheden onderhevig zal
zijn, dat het een zeer bekwame lei
ding, een aanhoudende zorg en atten
tie zal vorderen en dat de hulpmid
delen en voorzorgsmaatregelen van
zeer uitgebreiden aard en kostbaar
zullen zijn. Maar wij hebben bij ons
waterstaats- en uitwaterstaats- en uit-
vo9rderepersoneel bekwame mannen
genoeg om het daar te stellen, meent
hij. Aan hen, zoo er zijn, die er roe
ping toe gevoelen, geef ik het hier
gemelde plan ter verdere uitwerking
en onderzoek in overweging; het ver
dient, dnnkt mjj, allen ernst. Immers
een doorgang onder het kanaal, zoo
hij uitvoerbaar blijkt, heeft zooveel
voor. Hij maakt de scheepvaartbewe
ging en het gewone verkeer geheel
vrij van elkaar; beiden kunnen zij
onbelemmerd plaats hebben.
Wat de kosten aangaat is wel
licht, m6ent de schrijver, het plan
niet zoo duur in uitvoering als een j
stoompont met aanhooren, daar wan-
neer de doorgang eenmaal gereed is, i
het verdere onderhoud gering is, ter- j
wijl een stoompont veel aan onder
houd en voortdurend aan personeel
en éxpioitatie kost.
Het geopperde idéé zou o. i. niet
kwaad zijn. wanneer niet blijken
mooht dat aan de uitvoering van het
plan vele teohnisohe moeilijkheden
zijn verbonden. Dat dit het geval ie,
laat zich aanzien. Zou het aiet ge-
wensoht zijn dat onze Nederlandsche
ingenieurs eens over het plan nadach
ten 8n er hunne meening over uit
spraken
Watersnood in Servië.
Naar aanleiding van het volgende
schrijven van deD Aartsbisschop van
Bslgrado, dezer dagen, doer bemid
deling der Servische Regeering, tos-
gezonden aan den Consul-Generaal
van Servië te Amsterdam, heeft zich
aldaar gevormd een Cbmité, dat zich
gaarne belast met het in ontvangst
nemen van gelden, welke voor boven
genoemd doel mochten worden be
schikbaar gesteld.
Dit schrijven luidt als volgt
De overstroomingen der laatste
dagen hebben in «en groot deel van
Europa voornamelijk onder de Sla
vische volken, ontzaggelijke onheilen
gesticht en wel het meest is Servië
hierdoer getroffen, waar de meeste
slachtoffers vielen.
De ramp heeft bewoners van gan-
scbe streken alles ontnomen, hun nieti
latende dau het leven.
Al onze pogingen, al ons zwoegen,
niet alleen in dit jaar, maar sedert
jaren,zijn dus tevergeefsch geweeat.Het
water vernielde allesin zijüe golven
ging alles verloren.
Verscheidene onzer broeders hebben
thans behoefte aan het noodigste. Zij
zien zich door massa'a water omringd,
welke weldra zullen bevriezen. Sneeuw
jachten, snerpende koude, strenge
nachtvorsten, dat alles staat voor de
deur en vaders en moeders zien
hunne kleinen van ellende in hunne
armen omkomen. Voor hen is het
einde der wereld gekomen stom van
schrik en half waanzinnig door hunne
smart, weten zjj niet hoe zich uit
dezen deerniswaardigen toestand te
redden. Mogen wij bq zooveel
ellende werkeloos blqven, onzen even-
mensch zien vergaan van gebrek en
kemmer?
NeenDat mag. dat kan, dat zal
niet zijn I Haasten wij ons onzen
broeders, die zóo bezocht worden, ter
hnlpe te snellen.
Laat ons dat doen goedsmoeds en
zonder dralen. Ons volk zegt: „wie
snel geeft, geeft dubbel
Wq toonen dus onzen medemen-
sohen, dat de Voorzienigheid hen,
die lijden, niet verlaat, dat zij niet
aan hun lot zijn overgelatenmaar,
dat zij broeders hebben, die hen be
klagen en hen ter hulpe ijlen.
Een ieder sla dus de handen aa
het werk.Allen, die aan dezen mensoh-
lievenden arbeid willen deel nemen,
zenden bijdragen aan onderstaand
Comité, dat zich gevormd heeft op
aaneporing der jRegeering en zorg
dragen zal voor oordeelkundige ver
deeling der giften.
De President,
Metropolitaan van Servië,
Aartsbisschop van Belgrado,
(w. g.) MICHEL etc.
Het Comité te Amsterdam bestaat
uit de heeren mr. A. A. baron Van
der Feitz, Ambtenaar van het Open
baar Ministerie, Voorzitter. B. Th. A.
Westerouen van Meeteren, Secreta
ris. Joh. Rujjs, (Leidsche Gracht -57)
Penningmeester. A. M. A. Bonnike,
koopman. A. F. W. Brummer. Jhr.
mr. W. G. Dedel. B. Heldring, Direc
teur der Nederl. Handel-Maat3chappjj.
Ds. H. V. Hogerzeil, predikant. W.
Hovy, lid van den Gemeenteraad.
Prof. mr. D. Josephus Jitta, lid van
de Prov. Staten. Dr. E. Laurillard,
predikant. Ds. W. I. Leendertz, pre
dikant. Ds. W. F. Loman, predikant.
Dr. M. H. Mende3 de Leon, arts. Mr.
L. J. G. van Ogtrop, Kantonrechter.
H. Poppen, Deken en Pastoor. Joan
H. Schmitz. Mr. J. A. Sillem. lid vaa
Gedeputeerde Staten. Mr. I. F. Wert-
heim, Notaris.
Voor Haarlem hebben hunne me
dewerking toegezegd de heerenDs.
P. E. Barbas, predikant. P. Dyaerinck.
Mr. H. J. D. D. Enschedé. Jhr. mr.
A. J. Rethaan Macaré. lid van de
Tweede Kamer der St.-G. Officier van
Justitie. Dr. B. Tideman, predikant.
Uit Amsterdam.
Waarover denkt ge nu wel, dat ik
zal gaan spreken? Wat is erin Am
sterdam anders Uwer aandacht waar
dig dan «de moord" Met «de moord"
bedoel ik natuurlijk de misdaad in de
van Eeghenstraat, waarvan de treurige,
stootende bijzonderheden U uit het
vorig nummer van dit blad bekend
werden. De vraag „wie is de moor
denaar" kan ik natuurlijk evenmin
beantwoorden als de politie, die tot
heden nog vrjj wel in den blinde
tast en wier eenige zekerheid gegrond
is op het feit, dat er dien avond en oog
een pèar malen eene kleine aanranding
in dat kwartier heeft plaatsgehad. Dat
dit geschiedde is waaraohtig geen
wonderDat het politietoezicht in
Amsterdam nu niet bepaald „boven
allen lof" verheven is, weet ieder en
niet-Amsterdammers weten daarvan
mede te praten wat er de reden van
is,daarover weneoh ik thans niet
te spreken, maar een feit is het, dat
daardoor des avonds in debunrten,
waar de plaats der misdaad gelegen
is, eene doodsohe stilte beersoht, die
niet anders wordt verbroken dan
door het drievoudig grendelen der
deuren door de bewoners die,al wonen
zq er «goedkoop en heel lief," m. i.
zich tooh ook alle3 behalve op hun
gemak zouden gevoelen, wanneer
zq met behulp van eenige grendels
van hun huis geen vesting en
en een bijzonder vernuftig gefabriceerd
slot, waarop maar ésn sleutel (dia
van den heer des huizes) past, van
hun huisdeur gean versterkte poort
hadden gemaakt. Ik heb meermalen,
wanneer ik die stille straten passeerde,
de opmerking gemaakt, als h:er nu
tooh eens een moord gebeurde, zou
er „geen haan naar kraaien" en ziet.
misdaad is geschied. Ik heb er
mij en niemand heeft er zich met mij
over verwonderd, al is ieder met af
schuw ervan vervuld. De bewoners
dier buurten, ik heb het meermalen
bemerkt, zijn aan het gevaar, dat zij
loopen, (dit zal ieder toegeven) gewend
geraaktal klinkt het in dit verband
wat vreemd, de menschen daar heb
beu 'n soort doodsverachting over
ziob gekregen, die mij wel een
aanstellerig voorkomt. Ze zien er niets
in om 'snaehts van een feestje huis
waarts keerend, eventjes het Vondel
park en dergelijke lugubere contreien
te passeeren, „want het is de naaste
weg en ik ben heelemaal niet bung"
zqn hunne motieven, wanneer
vraagt, waarom zij niet liever meer
bezochte straten kiezen.
Nu ben ik ook heelemaal niet bangi
maar ieder verstandig mensch zal
moeten toestemmen, dat je niets kunt
uitvoeren, wanneer je door drie of
vier vagebonden tegelijk van achteren
wordt aangegrepen of onvoorbereid
je hoofd in aanraking ziet gebracht
met een verre van weeken knuppel
of een bijzonder barden koevoet. En
dat zijn zoo ongeveer de eenige hulp
middelen van deze gevaarlijke soort
nachtelijke wandelaars. Het gevaar
kan men eeuigszius on tloopen door niet
dan wanneer het dringend noodig is,
de stille straten en grachten der hoofd
stad te nemen; beter is het zioh niet
aan „den naasten wegjte storen en een
eindje om te loopen, dan door zulk
een nachtelijk incident (aangenomen
dat men er goed afkomt) zioh nog
veel langer op te houden dan wanneer
men een anderen weg had genomen.
Ea dit alles, beminde lezers, zou
niet noodig zijn, wanneer de hoofd
stad in het beEit was van een poli
tiekorps van behoorlijke sterkte
maar ik heb beloofd, dat ik daarover
niet spreken zou.
Intusschen, al is de politie er vrq
spoedig in geslaagd, de identiteit
van het ongelukkige slaohtoffer vast
te stellen, de moordenaar, moorde
naars of moordenares heeft men Dog
niet en wie zegt nu, dat ook deze
misdaad der justitie niet weer even
duister zal blijven als de moord op
de Prinsengracht, de dubbele moord
in Haarlem, de misdaad op de Cein
tuurbaan, de verduistering van de De
Jong's beminde ega'sde moord te
Rotterdam en zoovele andere misda
den, waarvan de sohuldige, als ie
niet dood ia, nog doodkalm en vrq
als een vogel rondloopt'? Wis waar
borgt ons, dat wij niet dagelqkB ésn
of meer dier misdadigers ontmoeten
Misschien bekleeden zq thans eer
volle ambten, misschien ook zitten
zq voor een ander misdrijf in de ge
vangenis. Het is helaasmaar al te
waar, dat moeder Justitia alleen op
haar weegsohaal kan rekenen, en
jammer is het, dat die blinddoek
voor haar oogen maar niet kan wor
den losgemaakt. Wie daartoe kans
ziet heeft een lintje verdiend evenals
de drie hooge dignitarissen van
de Amsterdamsohe Bank, die naar
aanleiding van het 25-jarig bestaan
dier instelling, dezer dagen werden
geridderd.
Een vermakelijk geruoht (ik sta
niet voor de waarheid er van in) doet
hier de ronde betreffende de verbou
wing vau de kanteren van bovenge
noemde bank. Eenigen tijd geleden,
zoo zegt het gerucht, moest een zware
ijzeren balk in de bovenste verdieping
van bet vernieuwde gebouw woréen
vastgemaakt. Dat het ophqsohen en
aanbrengen van dit teeh al kostbare
stuk qzer enerm veel moeite kostte
en met veel onkosten gepaard ging,
behceft geen betoogdoch toen de
balk goed en wel bevestigd was en
niet meer verwijderd kon worden,
bleek, dat het stukeke ijzer om de een
of andere reden, daar geheel over
bodig en dua van hoegenaamd geen
nut was. Ten eeuwige dage zal de
overbodige balk in bet bankgebouw
prijken als een sprekend bewijs van....
ja, waarvan Leefden wij nog in den
goeden, onden tijd, toen elk huis een
naam droeg, het gebouw van de Am
sterdamsohe bank zou voorzeker, „het
huis met de nuttelooze balk" heeten!
B. A. B.
De moord te Amsterdam.
Het slaohtoffer van den moord in
de Van Eeghenstraet is herkend; het
meisje heet Hendrika Beyer en was
dienstbode bij de familie Teutenberg,
wonende Parkweg 66. Dit gezin had
eenige dagen geleden eene reis naar
Duitsohland, naar Frankfort a/M.
ondernomen, zoodat Hendrika alleen
in de woning bevond; dit vertelde
zij ook Vrijdagmiddagaan een winkel
juffrouw iu de P. C. Hooftstraat, bq
wie zq een rouwkaartje hadgekooht,
en die, toen haar de hoed van de
vermoorde werd getoond, dit voor
werp ook terstond herkende. Hendri
ka hield vèrkeeriog met een ambachts
man, zekeren J., met wien zq de af
spraak had gemaakt, dat zq elkander
wanneer de jongeling van zijn werk,
kwam, zouden tegemoetloopen. Dit
gebeurde meer. Hendrika liep dan
den gewonen wog, Parkweg, Van
Baerlestraat, P. C. Hooftstraat.JDi'-
maal is zij van disn weg afgeweken,
misschien omdat zq het rouwkaartje
brengen wilde aan eene vriendin in
de Van Eeghenstraat. Het koopen
van dat kaartje ken namelijk in ver
band staan met de omstandigheid, dat
haar vader acht dagen geleden ge
storven is.
Het is duB wel mogelijk, dat eeDe
vriendin haar na het overlijden van
den vader eenige belangstelling had
getoond en het kaartje dienen moest
om haar daarvoor te bedanken.
De beminde van het vermoorde
meisje heeft Vrijdag van 2 uur 's
middags tot 10 uur 's avonds bq zqn
baas moeten werken zonder ophou
den, zoodat hij aan de met Hendrika
gemaakte afspaaak geen gevolg kon
geven.
Het sohijnt, dat Hendrika aanvan
kelijk het plaa had opgevat bq hare
familie op de Rozengracht te gaan
eten, dooh later heeft besloten maar
op den Parkweg haar eigen pot te ko
ken. Hoe dit zq, des avonds werd zq
niet door haar familie gemist. De vuil
gedragen muts en het stuk van den
mantel, op het ljjk gevonden, blijken
nu waarsohqnlqk aau haar zelve te
hebben toebehoord.
Hendrika had een stiefmoeder, eene
zuster en een broertje van omstreeks
15 jaren. De vrijer der zuster werd
Vrijdag getroffen door het in de dag
bladen vermelde signalement der ver
moorde hq begaf zich naar het po
litiebureau op het Leidsche plein en
herkende, bij het lijk gebracht, on
middellijk de zuster zqner beminde.
Ook het broertje en andere familie
leden der vermoorde, ook haar voogd,
zijn Zaterdagavond door de justitie
ontboden en verschenen.Van twijfel is
geene sprake meerde stiefmoeder
echter leefde Zaterdagavond nog in
onzekerheid.
Intussohen zoekt de justitie voor-
loopig zonder vracht naar den dader.
De kennissen en familieleden van het
slaohtoffer kunnen niet het flauwste
lioht over de misdaad verspreiden.
Zaterdagavond werd in de route
van het bureau Raampoort een vangst
gedaan. Een man werd aangetroffen
met een valschen baard. Hij ver
klaarde, dat het voor de grap was,
doch men braoht hem voor den com
missaris en deze vond termen hem
voorloopig vfiBt te houden. Hij werd
Zondag geconfronteerd met enkele
personen, de iets van het uiterlijk;
van den moordenaar meenen te we
ten, doch allen verklaarden, dat hij
het niet zqn kon.
De volgende oproeping is gedaan
„De commissaris van politie in de
derde sectie te Amsterdam (Lsidsche-
plein) verzoekt den persoon, die zich
gisteravond (Zondag) ongeveer 8 uur
in de P. C. Hooftstraat bevond en
daar zqn oog gevestigd hield ©p een
persoon, die daar min of meer ver
dacht rondliep, en door een recher
cheur werd uitgenoodigd mede te gaan
naar den politiepost bq het Concert
gebouw, zich ten spoedigste te ver
voegen aan het bureau van politie op
het Leidscheplein."
Deze zaak sit zó© in elkaar. Een
jongaeensch werd in de P. C. Hooft
straat opgemerkt door een recher
cheur, die meende dat hij zich nogal
verdacht voordeed. Ook een voorbij
ganger scheen iets bijzonders aan
hens te vinden, en zijn eignalenaent
kwam overeen met het nogal ruim
signa'eaaent dat van den moordenaar
wordt gegevenlang, met ©en kn6-
veltje, gekleed in een lange j
mat een deukhoed. De pantalon w*a
niet grijs asaar kon verwisseld zqn.
Kort en goed, deze heer werd voor
den heer Dusser de Barenne en den
officier van justitie gebracht, en nog
gisterenavond geconfronteerd met d©
„getuigen".
Oad©r dez© getuigen bevinden zioh
ook twee meisjes van een jaar of
twaalf, die in de Tan Eegheustraat
geloopen hebben en meenen dat zij
den mo rdenaar kunnen hebben ge
zien. Zij waren gisteren en eergiste'
rea geruimen tijd op het politiebureau,
en werden nu gisteravond tegen balf
elf uit bod gehaald tot herkenning
van bovaageuoemden verdachte. De
vader kwam mede en maakte een
scèa©. De mas waa een weinig opge
wonden ©n beweerde, dat de kinderen
op het politiebureau onvoldoend eten
gehad hadden, dat zij het thuis beter
hadden, enz. Men braoht hem aan
het verstand, dat de behandeling der
zaak het verhoor van de beide meisjes
verderde, en de vader was al heel
spoedig gekalmeerd, door andere ar
gumenten, waarmede ook de kleinen
tevreden waren.
Restitutie van gelieven
strafport.
Door dsn handelsagent le Amster
dam, die, zeoals wq onlangs mede
deelden aan de administratie der pos-
tergen 7J4 cent strafport had moeten
betalen voor de bezorging van een
oningevulde en origeteekende beBtel-
kaart, en die zieh deswege bq den
minister had beklaagd, is een schrij
ven ontvangen van den directeur vaa
het postkantoor aldaar. Oader terug
zending van 7j£ oent is hem namens
den minister medegedeeld, dat de
administratie niet in beoordeeling
mag treden of de ter post bezorging
al of aiet het gevolg is van eene
misvatting. Bedoeld stuk had niet als
briefkaart doch, volgens de opvatting
dier administratie als ongefrmnkeerd
drukwerk met 2 oent strafport be
zwaard behooren te worden.
Intussohen is hem de wenk gege
ven dat zqne besteik tarten niet vol
doen aan de eiBchen voor briefkaar
ten voorgesohreven wat stevigheid van
papier betreft
Dit laatste is voor handslaren die
aan hunne afnemers zoogenaamde
bestelkaarten zenden van veel be
lang. {Handelsbl.)
Mooie stijl.
„Hq die aantoont, kraehtens verlof
van een ander, voor wien het ken-
teeken. waarvan het rjjwiel voorzien
is, door de politie is aangewezen, op
dat rqwiei gereden te hebben is des
wege niet strafbaar."
(Art. 118 der voorgestelde politie
verordening, regelende het wielrqden
ln Amsterdam).
Te Alkmaar is besloten tot de
oprichting van eene roomsoh-katho-
lieke ziefeeninrichting in de nabijheid
van de Emmastraat.
Na Tandevelde komt nu L'ebkneoht
voordrachten over socialisme houden
in de vijf studentensteden, op 26—80
Jan.; in Leiden (29 Jan.) over „die
Nothwendigkeit des Soeialismus", in
Amsterdam (26 Jan) over „Lasalle
und Marx", in Utrecht (28), Gronin
gen (80) en Delft (27) over „de Ge-
Bohiehte der deutsohen Sozialdemo-
kratie". Voor de derde en vierde
voordraoht zijn nu vast aangewezen
Paul Lafargue en Eorioo Ferri.
Diefstal te Bodegraven.
Vrq dagnacht is te Bodegraven een
brat&le diefstal gepleegd bq den land
bouwer F. Beqen op de Zuidzijde.
Deor het uitboren van twee voor een
kelderluik geplaatst© ijzers heeft men
zioh van buiten toegang versohaft tot
een in dien kelder staande qzeren
kist, waarin ©en trommel met effecten
Om deze kist te kuunen openen moest
men den sleutel krijgen uit eeu se
cretaire, staande iu de kamer naast
die waarin de eigenaar sliep. De se
cretaire ie eveneens opengebroken en
uit ©en laadje is ontvreemd f40 ia
specie en f20 in muntbiljetten. Een
viertal bankbiljettan van f25 heeft
men laten liggen. Verder is uit de
secretaire gehaald eeu qzeren bout,
waarmede de eigenaar gewoonlijk den
sleutel van de geldkist omdraaide.
Het is dus niet onwaarschijnlijk, dat
de diefstal bedreven is door iemand,
die geheel op d© hoogte was van de
huiselijke toestanden.
Uit de kist zqn ontvreemd 3 pakken
effeoten, ter gezamenlijke waarde van
ongeveer 40 mille.
Natunrlqk hoorde men in het dorp
veel grootere sommen noemen, men
sprak van honderdduizend, honderd
dertigduizend enz., dooh uit goede
bron kan medegedeeld worden, dat
het cqfer de halve ton niet te boven
gaat. De verdere inhoud van den
trommel, als hypotheken en schuld
bekentenissen, is achtergelaten. De
dief of dieven hebben achtergelaten
een oentreboor.
Onmiddellijk is een ernstig onder
zoek ingesteld.
Sluwe oplichters.
Op verzoek van den officier van
justitie te Breda zij a in den Haag
aangehouden twee personen, die zieh
hebben schuldig gemaakt £aan oplich-
terij en valechheid in geschrifte.
Het volgende verdient wel vermel
ding als staaltje vanjsluwe praktijken.
Met een firma te Breda traden zig
onlangs in onderhandeling over de
levering van telegraafpalen en kochteu
tegen rembours een kleine hoeveel
heid. Eenigen tijd daarna deden zij
een groote bestelling van dit materi
eel en tegen rembours, terwijl 8en der
boeren naar Breda toosr, en van daar
uit naar ds Holl. Spoorwegmaat
schappij telegrapheerderembour3
opgeheven. Het afgezondene werd na
tuurlijk door den ander hartelijk in
ontvangst genomen en de Bredaeche
firma en de H. IJ. S. vlosreu er in.
De bestelling bestond nit 600 palen,
vertegenwoordigende een bedrag vsa
f450.
Een kwakzalver.
In de gemeente Westbroek (prov«i
Groningeo) woont een klompenmaker,
die de kundigheden bezit om been
eter en fiatels te genezen (1) of liever
zegt die oapsciteiten te bezitten.
Tweemaal daags een hap uit een
likkepot is voldoende om het wonder
te verrichten.
Vroeger woonde hij te Kuilenburg
en zoo kwam 't, dat zqne hulp werd
ingeroepen bq een twaalf-jarigen aar-
digen jongen te Beesd, wiens voetje
tengevolge van een vorettering zou
moeten worden afgezet.
Hq kwam en verklaarde den voet
te zullen genezen en verstrekte daar
toe den bekenden groenen vetpot of
te wel likkepot.
Evenwel is de jongen na die be
handeling of mishandeling, gruwelijk
achteruitgegaan. Zoodat nu zelfs een
amputatie van den voet niet meer
voldoende is en er het onderbeen
mee gemoeid is. Het blind vertrouwen
der ouders in de kunst van dien een-
voudigen man, doet hen volharden
in de weigering eener amputatie.
Door de rijksveldwachters is in
overleg met den gemeente-geneesheer
te Beesd dokter Beqers, eene aan
klacht tegen De Zwart ingediend bq
den officier van justitie te Tiel, we
gels onbevoegde uitoefening der ge
neeskunde.
K o 1 o a i 8 e,
De nieuwe gouverneur van
Atjeh.
D. H. schreef den 8aten Nov. uit
Kota-Radja aan de tium. Ct.
Hedenmorgen kwam ter reede Oleh-
leb het se. Generaal Pel met den
kolonel Van Vliet, nieuw benoemd
gouverneur van dit gewest, aan boord.
Kwart over zes uur spoorde de ge-
arm legde. «Haal er niemand vreemds in, ter wille
van my lord en mylady beidenhet is geen inbreker
die het gedaan heeft."
Mr. Ravensworth schrikte. Als de oude, trouwe die
naar zuike woorden durfde spreken, was het dan niet
duidelijk dat hij Blanche verdacht?
Juist op dit oogenblik kwam zij binnen, en de bot
telier sing zijn weegs. Lord Level was nn veel kalmer,
zeide Blanchezij was een poosje op haar eigen kamer
geweest omdat zij daar alles kon hooren, wat er in de
ziekenkamer gebeurde.
Mr. Ravensworth stond op.
„Als ik nu dadelijk vertrek, Lady Level, dan kan ik
nog juist den lnatsten trein halen. Hij spijt mij. dat ik
niets voor m doen kan maar zoo er iets gebeurt waarbij
ik u van dienst kan zijn, dan ben ik natuurlijk bereid
om dadelijk over te komen-"
Zq zag hem angstig aan. „Wat denkt gq, dat er ge
beuren zal al3 Lord Level
Zq hield eensklaps op met spreken, want de deur ging
open en twee politie-agenten stonden op den drempel.
Met een kreet van schrik sprong Blanche op en kwam
naast Arnold stsan. alsof zij bescherming bij hem
zocht.
«Wat komt gij hier doen vroeg mr. Ravensworth.
„Wq komen wegens den aanval op Lord Level."
„Wie heeft u verzocht om hier te komen
„Daar weten wij niets van, mijnheer, onze chef heeft
ons hierheen gezonden en komt zelf ook. Als de dame
er niet op tegen heeft, willen wij de sluiting van deze
ramen onderzoeken."
De mannen kwamen binnen, en Lady Level verliet
het vertrek, door mr. Ravensworth gevolgd. Op het
portaal stond Deborah.
„O, mylady," fluisterde zij, «zij zijn eerst een poos
in de keuken geweest en hebben ons allen, Sanders
en Timme en de keukenmeid en mq ieder afzonder
lijk ondervraagd, en nu gaan zij het heeie huis dooi-
zoeken."
Werkelqk kwamen de beide mannen op het portaal
terug en liepen de gang in.
Deborah 3taarde hen aan alsof zq tot eene onbeken
de diersoort behoorden, en scheen van plan te zijn om
de wandeling door het huis met hen mede te maken,
maar Lady Lsvel zond haar naar de keuken terug,
en trad zeil met mr. Ravensworth de kamer weder in.
Hq zeide, dat hij nog wilde beproeven om den laat-
sten trein te halen.
«Arnold, als gij nn weggaat, terwijl die mannen hier
zijn, vergeef ik het u nooit 1
Ten hoogste verbaasdj zag hij haar aan.
„Ik meende dat gij mij straks hebt gezegd dat gq
u veiliger zoudt gevoelen als de politie een onderzoek
instelde
«Hebt gij ze laten halen, Arnold?"
„Neen zeker niet; gij weet wel dat Lord Levei mij
zeer bepaald verzocht heeft, er mij niet mede te be
moeien."
Zq dacht een oogenblik over iets na, en zag hem
toen ernstig aan.
„Hij is toch in elk geval mqn echtgenoot, Arnold,
het zou beter zqn om dat onderzoek te doen ophouden."
„Waarom?" vroeg mr. Ravensworth, hevig ontroerd.
„Omdat hij er zoo op tegen is. Dadelijk nadat die
wonden hem toegebracht waren, verbood hij mij om
hulp te roepen hq verbood het herhaalde malen, en
zooals ik zeg, hij is toch mijn echtgenoot. Wiit gij die
mannen wegzenden, Arnold
„Zij zullen zich door mij geen bevelen laten geven,"
zeide Arnold.
«Spreek dan uit naam van Lord Level met hen, hij
is nu niet in staat zelf met hen te spreken. Ik zeg u,
Arnold, zij moeten dadelijk heengaan."
„Maar wat vreest gij dan van hen
„Zij zullen mij willen ondervragen, even als zij de
dienstboden ondervraagd hebben, en
„Welnu, dan vertelt gij bun alles wat gij er van weet,
even als gij het mij verteld hebt. Of hebt gij mij niet
de geheele waarheid gezegd, Blanche
„Daar hoor ik hen de trap op gaan 1" riep Lady
Level uit, terwijl zij doodsbleek werd, O Arnold l
ik smeek u, zend hen weg, vóór dat Lord Lsvel ben
hoort!"
Half verbijsterd vloog mr. Ravensworth de mannen
na, de trap op, en liep daar tegen Drewitt aan, die
bijna even bleek en verschrikt was als Lady Level
zelve.
„O, mijnheer, wilt gij die mannen aan 't verstand
brengen dat nsylord dit onderzoek streng verboden heeft?
Ik zeg u, zij moeten heengaan, en zij zullen eerder
naar u hooxen dau naar mij. Ik begrijp niet waar dok
ter Ferraty zich mede bemoeit, hij heeft hen zeker op
eigen gezag hierheen gezonden."
Zooals mr. Ravensworth wel gedaoht had, weigerden
de mannen om het huis te verlaten. Hq' vond hen
een van de bovenkamers, ni6t met eeaig onderdook b?.-
zig, maar geheimzinnig te zamen fluisterend. Zij warsn
zeer beleefd, maar zeiden dat zij de orders van hun
chef moesten opvolgen, die zeker zeer spoedig zelf ko
men zou. Zij wilden echter wel naar de keuken gaan
en daar zqne komst afwachten.
Arnold ging dadelijk naar beneden om Blanche in
zooverre gerust te stellen, maar zij was niet :n de
kamer.
Een oogenblik later kwam zij binnen, hevig snikkend
en terwijl zq over al hare leden beefde. „Lucht, lucht
riep zij uit, „ik zal nog stikken van benauwdheid lu
Mr. Raveo8worth haastte zich om een raam open te
doen, en op dit oogenblik klonk de bel aan de voor
deur luid en heftig, en Lady Lovel viel op een stoel
neder en verborg haar gelaat in de handen.
„Mijn lieve Blanche," drong hq aan, terwij zijn eigen
aandoening hem bijna belette te spreken, „om Godswil,
zeg mij de waarheid. Waarom wilt gij iets voor mq
verzwijgen? Ik ben uw trouwe vriend, dat weet gij,
waarom wilt gij mij niet zeggen, wat u zoo angstig
maakt?"
Wordt vervolgd).