Benoemd in het bestuur ran het waterschap der zeedqken van Fer- werderadeelprev. Frieslandtot difksgedeputeerde S. W. de Groot en tot gecommitteerde vanwege het wa terschap Zalk, tot het beheer der be dijking langs Dronthen, prov. Orer- ijsel, H. Rinkenberg. De technisohe ambteaaar 2e kl. bij het aan bet departement van ko loniën verbonden Teohnisoh Bureau, U. H. C. baron da Tour, met ingang van 1 Jan. 1897, bevorderd tot teeh nisc'n ambtenaar late klasse. Jim. beschikkingen. De minister van binnenlandsehe zaken heeft met ingang van 1 Jan. 1897, benoemd tot amanuensis aan '8 Rqks veeartsenijschool te Utreeht, F. Vellenga, sergeant, amanuensis aan de Koninklijke Mi'itaiie Aoade mie te Breda. De minister van marine heeft den luitenant ter zee 2de klasse E. H. Friderioba uit Oost-Indië ia Neder land teruggekeerd, op nonaativiteit gesteld. Een uitvoerbaar plan? In het Alg. Handelsblad komt de heer A. D. G. Ten Doasschate aan dragen met een geheel nieaw idee. om een einde te maken aan de quaestie van de Telaerbrug. Ejj vraagt of 6r geen ander middel zou bestaan of kau worden aangegeven, om bjj het wegnemen van de Telaer brug in den geregelden kanaalover gang te voorzien, waarbq tevens alle belemmering voor de scheepvaart is weggenomes en zegt als antwoerd daarop, dat dit middel kan gevonden worden door het maken van een tun nel onder het kanaal. Moeht men daartegen bezwaren opperen, dat een tunnel op die diepte in dezen beweeglijken waterhouden- deu bodem niet mogelqk is, dan wqst schrijver er op dat d6ze bezwa ren zullen vervallen door sleohts van de gewone wqze van werken af te wjjken. Geen ingraving of doorgraving onder het kanaal door, dat zou ook niet kan nen, zegt doch laat een tunnel zinkm. Een van gegoten of geslagen ijzer, naar verkiezing, met cirkelvor- mise of andere doorsnede, wqd 3Vi a 4 M., in eene vooraf gemaakte sleuf dwars door het kanaal; zoodanig, dat de bovenkant der buis 1 M. of meer onder den bodem van het kanaal komt; de ruimte boven de buis, wordt later volgestort met billast of _(in- dhn men na evenwichtsberekeniDg, oppersing, vervolgens ook beschadi ging vreest) met beton. De buis zal natuurlijk waterdicht moeten zijn en zoo sterk, dat zij uit wendig op alle punten den druk hier hootdzakelijk den waterdruk (het verschil in niveau tusschen den onderkant der buis en den hoogsten waterstand in het kanaal) kan weer staan. Inwendig wordt de buis tot zekere hoogte gevuld met zand, tot de bo- vensant dezer laag eene breedte van p)m. 4 M. krijgt, en daarin de be strating gelegd." Hoe die tunnel tot stand zal moe ten komen zet de schrq ver vervolgens uiteen. Hij besluit met de verklaring dat hij niet ontkent dat het plan in de uitvoering aan vele bezwaren en vele moeilijkheden onderhevig zal zijn, dat het een zeer bekwame lei ding, een aanhoudende zorg en atten tie zal vorderen en dat de hulpmid delen en voorzorgsmaatregelen van zeer uitgebreiden aard en kostbaar zullen zijn. Maar wij hebben bij ons waterstaats- en uitwaterstaats- en uit- vo9rderepersoneel bekwame mannen genoeg om het daar te stellen, meent hij. Aan hen, zoo er zijn, die er roe ping toe gevoelen, geef ik het hier gemelde plan ter verdere uitwerking en onderzoek in overweging; het ver dient, dnnkt mjj, allen ernst. Immers een doorgang onder het kanaal, zoo hij uitvoerbaar blijkt, heeft zooveel voor. Hij maakt de scheepvaartbewe ging en het gewone verkeer geheel vrij van elkaar; beiden kunnen zij onbelemmerd plaats hebben. Wat de kosten aangaat is wel licht, m6ent de schrijver, het plan niet zoo duur in uitvoering als een j stoompont met aanhooren, daar wan- neer de doorgang eenmaal gereed is, i het verdere onderhoud gering is, ter- j wijl een stoompont veel aan onder houd en voortdurend aan personeel en éxpioitatie kost. Het geopperde idéé zou o. i. niet kwaad zijn. wanneer niet blijken mooht dat aan de uitvoering van het plan vele teohnisohe moeilijkheden zijn verbonden. Dat dit het geval ie, laat zich aanzien. Zou het aiet ge- wensoht zijn dat onze Nederlandsche ingenieurs eens over het plan nadach ten 8n er hunne meening over uit spraken Watersnood in Servië. Naar aanleiding van het volgende schrijven van deD Aartsbisschop van Bslgrado, dezer dagen, doer bemid deling der Servische Regeering, tos- gezonden aan den Consul-Generaal van Servië te Amsterdam, heeft zich aldaar gevormd een Cbmité, dat zich gaarne belast met het in ontvangst nemen van gelden, welke voor boven genoemd doel mochten worden be schikbaar gesteld. Dit schrijven luidt als volgt De overstroomingen der laatste dagen hebben in «en groot deel van Europa voornamelijk onder de Sla vische volken, ontzaggelijke onheilen gesticht en wel het meest is Servië hierdoer getroffen, waar de meeste slachtoffers vielen. De ramp heeft bewoners van gan- scbe streken alles ontnomen, hun nieti latende dau het leven. Al onze pogingen, al ons zwoegen, niet alleen in dit jaar, maar sedert jaren,zijn dus tevergeefsch geweeat.Het water vernielde allesin zijüe golven ging alles verloren. Verscheidene onzer broeders hebben thans behoefte aan het noodigste. Zij zien zich door massa'a water omringd, welke weldra zullen bevriezen. Sneeuw jachten, snerpende koude, strenge nachtvorsten, dat alles staat voor de deur en vaders en moeders zien hunne kleinen van ellende in hunne armen omkomen. Voor hen is het einde der wereld gekomen stom van schrik en half waanzinnig door hunne smart, weten zjj niet hoe zich uit dezen deerniswaardigen toestand te redden. Mogen wij bq zooveel ellende werkeloos blqven, onzen even- mensch zien vergaan van gebrek en kemmer? NeenDat mag. dat kan, dat zal niet zijn I Haasten wij ons onzen broeders, die zóo bezocht worden, ter hnlpe te snellen. Laat ons dat doen goedsmoeds en zonder dralen. Ons volk zegt: „wie snel geeft, geeft dubbel Wq toonen dus onzen medemen- sohen, dat de Voorzienigheid hen, die lijden, niet verlaat, dat zij niet aan hun lot zijn overgelatenmaar, dat zij broeders hebben, die hen be klagen en hen ter hulpe ijlen. Een ieder sla dus de handen aa het werk.Allen, die aan dezen mensoh- lievenden arbeid willen deel nemen, zenden bijdragen aan onderstaand Comité, dat zich gevormd heeft op aaneporing der jRegeering en zorg dragen zal voor oordeelkundige ver deeling der giften. De President, Metropolitaan van Servië, Aartsbisschop van Belgrado, (w. g.) MICHEL etc. Het Comité te Amsterdam bestaat uit de heeren mr. A. A. baron Van der Feitz, Ambtenaar van het Open baar Ministerie, Voorzitter. B. Th. A. Westerouen van Meeteren, Secreta ris. Joh. Rujjs, (Leidsche Gracht -57) Penningmeester. A. M. A. Bonnike, koopman. A. F. W. Brummer. Jhr. mr. W. G. Dedel. B. Heldring, Direc teur der Nederl. Handel-Maat3chappjj. Ds. H. V. Hogerzeil, predikant. W. Hovy, lid van den Gemeenteraad. Prof. mr. D. Josephus Jitta, lid van de Prov. Staten. Dr. E. Laurillard, predikant. Ds. W. I. Leendertz, pre dikant. Ds. W. F. Loman, predikant. Dr. M. H. Mende3 de Leon, arts. Mr. L. J. G. van Ogtrop, Kantonrechter. H. Poppen, Deken en Pastoor. Joan H. Schmitz. Mr. J. A. Sillem. lid vaa Gedeputeerde Staten. Mr. I. F. Wert- heim, Notaris. Voor Haarlem hebben hunne me dewerking toegezegd de heerenDs. P. E. Barbas, predikant. P. Dyaerinck. Mr. H. J. D. D. Enschedé. Jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré. lid van de Tweede Kamer der St.-G. Officier van Justitie. Dr. B. Tideman, predikant. Uit Amsterdam. Waarover denkt ge nu wel, dat ik zal gaan spreken? Wat is erin Am sterdam anders Uwer aandacht waar dig dan «de moord" Met «de moord" bedoel ik natuurlijk de misdaad in de van Eeghenstraat, waarvan de treurige, stootende bijzonderheden U uit het vorig nummer van dit blad bekend werden. De vraag „wie is de moor denaar" kan ik natuurlijk evenmin beantwoorden als de politie, die tot heden nog vrjj wel in den blinde tast en wier eenige zekerheid gegrond is op het feit, dat er dien avond en oog een pèar malen eene kleine aanranding in dat kwartier heeft plaatsgehad. Dat dit geschiedde is waaraohtig geen wonderDat het politietoezicht in Amsterdam nu niet bepaald „boven allen lof" verheven is, weet ieder en niet-Amsterdammers weten daarvan mede te praten wat er de reden van is,daarover weneoh ik thans niet te spreken, maar een feit is het, dat daardoor des avonds in debunrten, waar de plaats der misdaad gelegen is, eene doodsohe stilte beersoht, die niet anders wordt verbroken dan door het drievoudig grendelen der deuren door de bewoners die,al wonen zq er «goedkoop en heel lief," m. i. zich tooh ook alle3 behalve op hun gemak zouden gevoelen, wanneer zq met behulp van eenige grendels van hun huis geen vesting en en een bijzonder vernuftig gefabriceerd slot, waarop maar ésn sleutel (dia van den heer des huizes) past, van hun huisdeur gean versterkte poort hadden gemaakt. Ik heb meermalen, wanneer ik die stille straten passeerde, de opmerking gemaakt, als h:er nu tooh eens een moord gebeurde, zou er „geen haan naar kraaien" en ziet. misdaad is geschied. Ik heb er mij en niemand heeft er zich met mij over verwonderd, al is ieder met af schuw ervan vervuld. De bewoners dier buurten, ik heb het meermalen bemerkt, zijn aan het gevaar, dat zij loopen, (dit zal ieder toegeven) gewend geraaktal klinkt het in dit verband wat vreemd, de menschen daar heb beu 'n soort doodsverachting over ziob gekregen, die mij wel een aanstellerig voorkomt. Ze zien er niets in om 'snaehts van een feestje huis waarts keerend, eventjes het Vondel park en dergelijke lugubere contreien te passeeren, „want het is de naaste weg en ik ben heelemaal niet bung" zqn hunne motieven, wanneer vraagt, waarom zij niet liever meer bezochte straten kiezen. Nu ben ik ook heelemaal niet bangi maar ieder verstandig mensch zal moeten toestemmen, dat je niets kunt uitvoeren, wanneer je door drie of vier vagebonden tegelijk van achteren wordt aangegrepen of onvoorbereid je hoofd in aanraking ziet gebracht met een verre van weeken knuppel of een bijzonder barden koevoet. En dat zijn zoo ongeveer de eenige hulp middelen van deze gevaarlijke soort nachtelijke wandelaars. Het gevaar kan men eeuigszius on tloopen door niet dan wanneer het dringend noodig is, de stille straten en grachten der hoofd stad te nemen; beter is het zioh niet aan „den naasten wegjte storen en een eindje om te loopen, dan door zulk een nachtelijk incident (aangenomen dat men er goed afkomt) zioh nog veel langer op te houden dan wanneer men een anderen weg had genomen. Ea dit alles, beminde lezers, zou niet noodig zijn, wanneer de hoofd stad in het beEit was van een poli tiekorps van behoorlijke sterkte maar ik heb beloofd, dat ik daarover niet spreken zou. Intusschen, al is de politie er vrq spoedig in geslaagd, de identiteit van het ongelukkige slaohtoffer vast te stellen, de moordenaar, moorde naars of moordenares heeft men Dog niet en wie zegt nu, dat ook deze misdaad der justitie niet weer even duister zal blijven als de moord op de Prinsengracht, de dubbele moord in Haarlem, de misdaad op de Cein tuurbaan, de verduistering van de De Jong's beminde ega'sde moord te Rotterdam en zoovele andere misda den, waarvan de sohuldige, als ie niet dood ia, nog doodkalm en vrq als een vogel rondloopt'? Wis waar borgt ons, dat wij niet dagelqkB ésn of meer dier misdadigers ontmoeten Misschien bekleeden zq thans eer volle ambten, misschien ook zitten zq voor een ander misdrijf in de ge vangenis. Het is helaasmaar al te waar, dat moeder Justitia alleen op haar weegsohaal kan rekenen, en jammer is het, dat die blinddoek voor haar oogen maar niet kan wor den losgemaakt. Wie daartoe kans ziet heeft een lintje verdiend evenals de drie hooge dignitarissen van de Amsterdamsohe Bank, die naar aanleiding van het 25-jarig bestaan dier instelling, dezer dagen werden geridderd. Een vermakelijk geruoht (ik sta niet voor de waarheid er van in) doet hier de ronde betreffende de verbou wing vau de kanteren van bovenge noemde bank. Eenigen tijd geleden, zoo zegt het gerucht, moest een zware ijzeren balk in de bovenste verdieping van bet vernieuwde gebouw woréen vastgemaakt. Dat het ophqsohen en aanbrengen van dit teeh al kostbare stuk qzer enerm veel moeite kostte en met veel onkosten gepaard ging, behceft geen betoogdoch toen de balk goed en wel bevestigd was en niet meer verwijderd kon worden, bleek, dat het stukeke ijzer om de een of andere reden, daar geheel over bodig en dua van hoegenaamd geen nut was. Ten eeuwige dage zal de overbodige balk in bet bankgebouw prijken als een sprekend bewijs van.... ja, waarvan Leefden wij nog in den goeden, onden tijd, toen elk huis een naam droeg, het gebouw van de Am sterdamsohe bank zou voorzeker, „het huis met de nuttelooze balk" heeten! B. A. B. De moord te Amsterdam. Het slaohtoffer van den moord in de Van Eeghenstraet is herkend; het meisje heet Hendrika Beyer en was dienstbode bij de familie Teutenberg, wonende Parkweg 66. Dit gezin had eenige dagen geleden eene reis naar Duitsohland, naar Frankfort a/M. ondernomen, zoodat Hendrika alleen in de woning bevond; dit vertelde zij ook Vrijdagmiddagaan een winkel juffrouw iu de P. C. Hooftstraat, bq wie zq een rouwkaartje hadgekooht, en die, toen haar de hoed van de vermoorde werd getoond, dit voor werp ook terstond herkende. Hendri ka hield vèrkeeriog met een ambachts man, zekeren J., met wien zq de af spraak had gemaakt, dat zq elkander wanneer de jongeling van zijn werk, kwam, zouden tegemoetloopen. Dit gebeurde meer. Hendrika liep dan den gewonen wog, Parkweg, Van Baerlestraat, P. C. Hooftstraat.JDi'- maal is zij van disn weg afgeweken, misschien omdat zq het rouwkaartje brengen wilde aan eene vriendin in de Van Eeghenstraat. Het koopen van dat kaartje ken namelijk in ver band staan met de omstandigheid, dat haar vader acht dagen geleden ge storven is. Het is duB wel mogelijk, dat eeDe vriendin haar na het overlijden van den vader eenige belangstelling had getoond en het kaartje dienen moest om haar daarvoor te bedanken. De beminde van het vermoorde meisje heeft Vrijdag van 2 uur 's middags tot 10 uur 's avonds bq zqn baas moeten werken zonder ophou den, zoodat hij aan de met Hendrika gemaakte afspaaak geen gevolg kon geven. Het sohijnt, dat Hendrika aanvan kelijk het plaa had opgevat bq hare familie op de Rozengracht te gaan eten, dooh later heeft besloten maar op den Parkweg haar eigen pot te ko ken. Hoe dit zq, des avonds werd zq niet door haar familie gemist. De vuil gedragen muts en het stuk van den mantel, op het ljjk gevonden, blijken nu waarsohqnlqk aau haar zelve te hebben toebehoord. Hendrika had een stiefmoeder, eene zuster en een broertje van omstreeks 15 jaren. De vrijer der zuster werd Vrijdag getroffen door het in de dag bladen vermelde signalement der ver moorde hq begaf zich naar het po litiebureau op het Leidsche plein en herkende, bij het lijk gebracht, on middellijk de zuster zqner beminde. Ook het broertje en andere familie leden der vermoorde, ook haar voogd, zijn Zaterdagavond door de justitie ontboden en verschenen.Van twijfel is geene sprake meerde stiefmoeder echter leefde Zaterdagavond nog in onzekerheid. Intussohen zoekt de justitie voor- loopig zonder vracht naar den dader. De kennissen en familieleden van het slaohtoffer kunnen niet het flauwste lioht over de misdaad verspreiden. Zaterdagavond werd in de route van het bureau Raampoort een vangst gedaan. Een man werd aangetroffen met een valschen baard. Hij ver klaarde, dat het voor de grap was, doch men braoht hem voor den com missaris en deze vond termen hem voorloopig vfiBt te houden. Hij werd Zondag geconfronteerd met enkele personen, de iets van het uiterlijk; van den moordenaar meenen te we ten, doch allen verklaarden, dat hij het niet zqn kon. De volgende oproeping is gedaan „De commissaris van politie in de derde sectie te Amsterdam (Lsidsche- plein) verzoekt den persoon, die zich gisteravond (Zondag) ongeveer 8 uur in de P. C. Hooftstraat bevond en daar zqn oog gevestigd hield ©p een persoon, die daar min of meer ver dacht rondliep, en door een recher cheur werd uitgenoodigd mede te gaan naar den politiepost bq het Concert gebouw, zich ten spoedigste te ver voegen aan het bureau van politie op het Leidscheplein." Deze zaak sit zó© in elkaar. Een jongaeensch werd in de P. C. Hooft straat opgemerkt door een recher cheur, die meende dat hij zich nogal verdacht voordeed. Ook een voorbij ganger scheen iets bijzonders aan hens te vinden, en zijn eignalenaent kwam overeen met het nogal ruim signa'eaaent dat van den moordenaar wordt gegevenlang, met ©en kn6- veltje, gekleed in een lange j mat een deukhoed. De pantalon w*a niet grijs asaar kon verwisseld zqn. Kort en goed, deze heer werd voor den heer Dusser de Barenne en den officier van justitie gebracht, en nog gisterenavond geconfronteerd met d© „getuigen". Oad©r dez© getuigen bevinden zioh ook twee meisjes van een jaar of twaalf, die in de Tan Eegheustraat geloopen hebben en meenen dat zij den mo rdenaar kunnen hebben ge zien. Zij waren gisteren en eergiste' rea geruimen tijd op het politiebureau, en werden nu gisteravond tegen balf elf uit bod gehaald tot herkenning van bovaageuoemden verdachte. De vader kwam mede en maakte een scèa©. De mas waa een weinig opge wonden ©n beweerde, dat de kinderen op het politiebureau onvoldoend eten gehad hadden, dat zij het thuis beter hadden, enz. Men braoht hem aan het verstand, dat de behandeling der zaak het verhoor van de beide meisjes verderde, en de vader was al heel spoedig gekalmeerd, door andere ar gumenten, waarmede ook de kleinen tevreden waren. Restitutie van gelieven strafport. Door dsn handelsagent le Amster dam, die, zeoals wq onlangs mede deelden aan de administratie der pos- tergen 7J4 cent strafport had moeten betalen voor de bezorging van een oningevulde en origeteekende beBtel- kaart, en die zieh deswege bq den minister had beklaagd, is een schrij ven ontvangen van den directeur vaa het postkantoor aldaar. Oader terug zending van 7j£ oent is hem namens den minister medegedeeld, dat de administratie niet in beoordeeling mag treden of de ter post bezorging al of aiet het gevolg is van eene misvatting. Bedoeld stuk had niet als briefkaart doch, volgens de opvatting dier administratie als ongefrmnkeerd drukwerk met 2 oent strafport be zwaard behooren te worden. Intussohen is hem de wenk gege ven dat zqne besteik tarten niet vol doen aan de eiBchen voor briefkaar ten voorgesohreven wat stevigheid van papier betreft Dit laatste is voor handslaren die aan hunne afnemers zoogenaamde bestelkaarten zenden van veel be lang. {Handelsbl.) Mooie stijl. „Hq die aantoont, kraehtens verlof van een ander, voor wien het ken- teeken. waarvan het rjjwiel voorzien is, door de politie is aangewezen, op dat rqwiei gereden te hebben is des wege niet strafbaar." (Art. 118 der voorgestelde politie verordening, regelende het wielrqden ln Amsterdam). Te Alkmaar is besloten tot de oprichting van eene roomsoh-katho- lieke ziefeeninrichting in de nabijheid van de Emmastraat. Na Tandevelde komt nu L'ebkneoht voordrachten over socialisme houden in de vijf studentensteden, op 26—80 Jan.; in Leiden (29 Jan.) over „die Nothwendigkeit des Soeialismus", in Amsterdam (26 Jan) over „Lasalle und Marx", in Utrecht (28), Gronin gen (80) en Delft (27) over „de Ge- Bohiehte der deutsohen Sozialdemo- kratie". Voor de derde en vierde voordraoht zijn nu vast aangewezen Paul Lafargue en Eorioo Ferri. Diefstal te Bodegraven. Vrq dagnacht is te Bodegraven een brat&le diefstal gepleegd bq den land bouwer F. Beqen op de Zuidzijde. Deor het uitboren van twee voor een kelderluik geplaatst© ijzers heeft men zioh van buiten toegang versohaft tot een in dien kelder staande qzeren kist, waarin ©en trommel met effecten Om deze kist te kuunen openen moest men den sleutel krijgen uit eeu se cretaire, staande iu de kamer naast die waarin de eigenaar sliep. De se cretaire ie eveneens opengebroken en uit ©en laadje is ontvreemd f40 ia specie en f20 in muntbiljetten. Een viertal bankbiljettan van f25 heeft men laten liggen. Verder is uit de secretaire gehaald eeu qzeren bout, waarmede de eigenaar gewoonlijk den sleutel van de geldkist omdraaide. Het is dus niet onwaarschijnlijk, dat de diefstal bedreven is door iemand, die geheel op d© hoogte was van de huiselijke toestanden. Uit de kist zqn ontvreemd 3 pakken effeoten, ter gezamenlijke waarde van ongeveer 40 mille. Natunrlqk hoorde men in het dorp veel grootere sommen noemen, men sprak van honderdduizend, honderd dertigduizend enz., dooh uit goede bron kan medegedeeld worden, dat het cqfer de halve ton niet te boven gaat. De verdere inhoud van den trommel, als hypotheken en schuld bekentenissen, is achtergelaten. De dief of dieven hebben achtergelaten een oentreboor. Onmiddellijk is een ernstig onder zoek ingesteld. Sluwe oplichters. Op verzoek van den officier van justitie te Breda zij a in den Haag aangehouden twee personen, die zieh hebben schuldig gemaakt £aan oplich- terij en valechheid in geschrifte. Het volgende verdient wel vermel ding als staaltje vanjsluwe praktijken. Met een firma te Breda traden zig onlangs in onderhandeling over de levering van telegraafpalen en kochteu tegen rembours een kleine hoeveel heid. Eenigen tijd daarna deden zij een groote bestelling van dit materi eel en tegen rembours, terwijl 8en der boeren naar Breda toosr, en van daar uit naar ds Holl. Spoorwegmaat schappij telegrapheerderembour3 opgeheven. Het afgezondene werd na tuurlijk door den ander hartelijk in ontvangst genomen en de Bredaeche firma en de H. IJ. S. vlosreu er in. De bestelling bestond nit 600 palen, vertegenwoordigende een bedrag vsa f450. Een kwakzalver. In de gemeente Westbroek (prov«i Groningeo) woont een klompenmaker, die de kundigheden bezit om been eter en fiatels te genezen (1) of liever zegt die oapsciteiten te bezitten. Tweemaal daags een hap uit een likkepot is voldoende om het wonder te verrichten. Vroeger woonde hij te Kuilenburg en zoo kwam 't, dat zqne hulp werd ingeroepen bq een twaalf-jarigen aar- digen jongen te Beesd, wiens voetje tengevolge van een vorettering zou moeten worden afgezet. Hq kwam en verklaarde den voet te zullen genezen en verstrekte daar toe den bekenden groenen vetpot of te wel likkepot. Evenwel is de jongen na die be handeling of mishandeling, gruwelijk achteruitgegaan. Zoodat nu zelfs een amputatie van den voet niet meer voldoende is en er het onderbeen mee gemoeid is. Het blind vertrouwen der ouders in de kunst van dien een- voudigen man, doet hen volharden in de weigering eener amputatie. Door de rijksveldwachters is in overleg met den gemeente-geneesheer te Beesd dokter Beqers, eene aan klacht tegen De Zwart ingediend bq den officier van justitie te Tiel, we gels onbevoegde uitoefening der ge neeskunde. K o 1 o a i 8 e, De nieuwe gouverneur van Atjeh. D. H. schreef den 8aten Nov. uit Kota-Radja aan de tium. Ct. Hedenmorgen kwam ter reede Oleh- leb het se. Generaal Pel met den kolonel Van Vliet, nieuw benoemd gouverneur van dit gewest, aan boord. Kwart over zes uur spoorde de ge- arm legde. «Haal er niemand vreemds in, ter wille van my lord en mylady beidenhet is geen inbreker die het gedaan heeft." Mr. Ravensworth schrikte. Als de oude, trouwe die naar zuike woorden durfde spreken, was het dan niet duidelijk dat hij Blanche verdacht? Juist op dit oogenblik kwam zij binnen, en de bot telier sing zijn weegs. Lord Level was nn veel kalmer, zeide Blanchezij was een poosje op haar eigen kamer geweest omdat zij daar alles kon hooren, wat er in de ziekenkamer gebeurde. Mr. Ravensworth stond op. „Als ik nu dadelijk vertrek, Lady Level, dan kan ik nog juist den lnatsten trein halen. Hij spijt mij. dat ik niets voor m doen kan maar zoo er iets gebeurt waarbij ik u van dienst kan zijn, dan ben ik natuurlijk bereid om dadelijk over te komen-" Zq zag hem angstig aan. „Wat denkt gq, dat er ge beuren zal al3 Lord Level Zq hield eensklaps op met spreken, want de deur ging open en twee politie-agenten stonden op den drempel. Met een kreet van schrik sprong Blanche op en kwam naast Arnold stsan. alsof zij bescherming bij hem zocht. «Wat komt gij hier doen vroeg mr. Ravensworth. „Wq komen wegens den aanval op Lord Level." „Wie heeft u verzocht om hier te komen „Daar weten wij niets van, mijnheer, onze chef heeft ons hierheen gezonden en komt zelf ook. Als de dame er niet op tegen heeft, willen wij de sluiting van deze ramen onderzoeken." De mannen kwamen binnen, en Lady Level verliet het vertrek, door mr. Ravensworth gevolgd. Op het portaal stond Deborah. „O, mylady," fluisterde zij, «zij zijn eerst een poos in de keuken geweest en hebben ons allen, Sanders en Timme en de keukenmeid en mq ieder afzonder lijk ondervraagd, en nu gaan zij het heeie huis dooi- zoeken." Werkelqk kwamen de beide mannen op het portaal terug en liepen de gang in. Deborah 3taarde hen aan alsof zq tot eene onbeken de diersoort behoorden, en scheen van plan te zijn om de wandeling door het huis met hen mede te maken, maar Lady Lsvel zond haar naar de keuken terug, en trad zeil met mr. Ravensworth de kamer weder in. Hq zeide, dat hij nog wilde beproeven om den laat- sten trein te halen. «Arnold, als gij nn weggaat, terwijl die mannen hier zijn, vergeef ik het u nooit 1 Ten hoogste verbaasdj zag hij haar aan. „Ik meende dat gij mij straks hebt gezegd dat gq u veiliger zoudt gevoelen als de politie een onderzoek instelde «Hebt gij ze laten halen, Arnold?" „Neen zeker niet; gij weet wel dat Lord Levei mij zeer bepaald verzocht heeft, er mij niet mede te be moeien." Zq dacht een oogenblik over iets na, en zag hem toen ernstig aan. „Hij is toch in elk geval mqn echtgenoot, Arnold, het zou beter zqn om dat onderzoek te doen ophouden." „Waarom?" vroeg mr. Ravensworth, hevig ontroerd. „Omdat hij er zoo op tegen is. Dadelijk nadat die wonden hem toegebracht waren, verbood hij mij om hulp te roepen hq verbood het herhaalde malen, en zooals ik zeg, hij is toch mijn echtgenoot. Wiit gij die mannen wegzenden, Arnold „Zij zullen zich door mij geen bevelen laten geven," zeide Arnold. «Spreek dan uit naam van Lord Level met hen, hij is nu niet in staat zelf met hen te spreken. Ik zeg u, Arnold, zij moeten dadelijk heengaan." „Maar wat vreest gij dan van hen „Zij zullen mij willen ondervragen, even als zij de dienstboden ondervraagd hebben, en „Welnu, dan vertelt gij bun alles wat gij er van weet, even als gij het mij verteld hebt. Of hebt gij mij niet de geheele waarheid gezegd, Blanche „Daar hoor ik hen de trap op gaan 1" riep Lady Level uit, terwijl zij doodsbleek werd, O Arnold l ik smeek u, zend hen weg, vóór dat Lord Lsvel ben hoort!" Half verbijsterd vloog mr. Ravensworth de mannen na, de trap op, en liep daar tegen Drewitt aan, die bijna even bleek en verschrikt was als Lady Level zelve. „O, mijnheer, wilt gij die mannen aan 't verstand brengen dat nsylord dit onderzoek streng verboden heeft? Ik zeg u, zij moeten heengaan, en zij zullen eerder naar u hooxen dau naar mij. Ik begrijp niet waar dok ter Ferraty zich mede bemoeit, hij heeft hen zeker op eigen gezag hierheen gezonden." Zooals mr. Ravensworth wel gedaoht had, weigerden de mannen om het huis te verlaten. Hq' vond hen een van de bovenkamers, ni6t met eeaig onderdook b?.- zig, maar geheimzinnig te zamen fluisterend. Zij warsn zeer beleefd, maar zeiden dat zij de orders van hun chef moesten opvolgen, die zeker zeer spoedig zelf ko men zou. Zij wilden echter wel naar de keuken gaan en daar zqne komst afwachten. Arnold ging dadelijk naar beneden om Blanche in zooverre gerust te stellen, maar zij was niet :n de kamer. Een oogenblik later kwam zij binnen, hevig snikkend en terwijl zq over al hare leden beefde. „Lucht, lucht riep zij uit, „ik zal nog stikken van benauwdheid lu Mr. Raveo8worth haastte zich om een raam open te doen, en op dit oogenblik klonk de bel aan de voor deur luid en heftig, en Lady Lovel viel op een stoel neder en verborg haar gelaat in de handen. „Mijn lieve Blanche," drong hq aan, terwij zijn eigen aandoening hem bijna belette te spreken, „om Godswil, zeg mij de waarheid. Waarom wilt gij iets voor mq verzwijgen? Ik ben uw trouwe vriend, dat weet gij, waarom wilt gij mij niet zeggen, wat u zoo angstig maakt?" Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1896 | | pagina 2