k middel tot ontdekking. mum voor dames. x Uit het E*gdich. Kolonel Anatrulher, eigenaar van „Ballynane'', had vereoheidene gas tec, waarvan sommigen nog hun kamenier of knecht mede hadden gebracht. Op een avond, terwijl ieder zich in het salon bevondkwam aen der dienstboden, bezig overal de ramen te sluiten, in de kamer van mevrouw Effinghamop den grond vond ze een geopend étui liggen en daar zg dit eenigBtins vreemd vond, deelde ze het aan de fransche kamenier der dame mede. Elise verklaarde, dat haai mevrouw het sieraad uit het étui bijna nooit droeg en dat ze haar de zaak wilde mededeelen. De katner ward doorzocht, 2elta de vensters werden zorgvuldig nagezien, ol er misschien ook een dief kon zijn binnengeslopen, doch alles tevergeels de broche bleef weg. „Ik ben overtuigd, dat de diefstal is begaan door een der huisgenouten," verklaarde de gastheer; „wat denkt gij, Jephson „Het schijnt wel", antwoordde de aangesprokene, een advocaat van naam. „Geef dan toch eens eea ander antwoord, wellicht hebt gij een blik in de zaak." „Ik zou om een detective zenden," meende een kapitein der grenadiers, terwiji de advocaat van naam bedaard een andere Bigaar opstak. „We zijn niet in Londen, de eerste stad de beste is Gulway, dertig mijl ver, en of daar een detective te vin den zou zijn, betwijfel ik zeer." „Wat te doen Eer een antwoord kon volgen, werd de deur der rookkamer geopend en trad de hofmeester binnen, een intel ligent uitziend man van omstreeks dertig jaar, „Neem mij niet kwalijk, mijnheer," begon hij, „maar we hebben van den diefstal gehoord en nu zouden wij, de andere dienstboden en ik, gaarne zien, dat onze kasten doorzocht werden en. „Mag ik voor u antwoorden, An- atruther?" viel Sir Richard Barnard den hofmeester in de rede. „O, ja," zeide de gastheer. „Kom over vijf minuten hier te rug," beval hij den hofmeester. 8ir Barnard had oogenschijnlgk volstrektniet geluisterd naar oe ge sprekken om hem heen men plaagde hem altijd, dat hij aan niets dacht dan aan zgn oostereche reizen. „Ik beent niets aan die kasten- doorzoekerij, vooral niet," als dat zoo zelf aan de band gedaan wordt. Ik geloof echter, dat ik een veel beter middel weet om den dief uit te bren gen." „En dat is?" riep men door el kaar. „Gg zult u misschien verwonderen, wanneer ik 't u zeg; het is jaistiets voor een modernen Engelsehman om er hoofdschuddend Ue schouders voor op te haien." „Voor ben dag er mede!" „E=n hindoesche priester heeft mg het kunstje geleerd. En ik geloof, dat wat zoo goed gelukt bij hindoes, zijn uitwerking niet zal missen op de westersche broeders en zusters. Mag ik het probeereD, Anstruther?" „Op één voorwaarde, dat het niet schaad u" „Daarvan kunt ge verzekerd zgn." „Eerst moeten we de volle toe stemming der bedienden hebben." „Die zult ge dadelijk hebben, wan neer ik hun meedeel, dat ook de gasten op de proef wecschen gesteld te worden," zeide Anstruther lachend. „Zeg gij Tinlan dan, dat allen zioh HAARLEMMER HALLETJES. San Zatardagavo nïpraatjs. CCCXXIX. Tot dasver meende ik, dat de ergste baldadigheid van de straatjeugd in Haarlem onderdrukt was door dein stelling van de twee reoheroheurs, die speciaal daarop hebben te letten. De kantonrechter krijgt ten minste zoo na en dan nogal eens wat van die ondeugende knaapjes voor zijn reohterstoel. 't Schijnt intusschen, dat die mee- ning niet juist was en dut de ondeu gendheid van de lieve jeugd voort woekert op schrikbarende wgze. Er komt namelyk van 't stadhuis een plannetje, om het korps rechercheurs, dat op dit ojgenblik bestaat uit acht man. waarvan iwee speciaal tot onder drukking van opgeroeide baldadig heid zgn aangewezen, om dit korps, zeg ik, uit te breiden met niet min der dan omstreeks tweehonderd zegge tweehonderd parsonen. Ja, lezer, u sohrikt daarvan welnu, ik moet zeggen dat ik er ook eerst van gesohrikt ben. Tweehonderd rechercheurs meer, zoo dacht, ik en dat tegen vjjfhonderderd gulden in een jaar, maakt jaarlgks honderddui zend galden meer op te brengen, be halve kleeding en schoeisel. En twee honderd paar waterlaarzen kosten ook geld Maar toen ik de zaatc nogeens na ging, toen bleek dat ik me vergist had. Zóó'n vermeerdering van belas- tiug wilde het Stadhuis ons niet op leggen geen honderdduizend, geen tachtig, geen vijftig, geen dertig, geen tien, geen aoht, geen zes, geen vier, geen éen duizend, geen zeshonderd, vt-en vierhoBderd, geen honderd houdt je geld in je zak, menschen, het koBt je geen kwartje, geen dubbeltje, geen stuivertje, geen centde be noeming van tweehonderd nieuwe ov6T een kwartier in de muziekzaal zullen verzamelen." De hofmeester Tinlan keek zeer teleurgesteld, toen hij hoorde, dat kis ten en kasten ondoorzooht zouden big ven. „En nu moet ik den dames nog haar toestemming gaan vragen," zeide sir Riohard. Binnen enkele minuten kwam hij terug met het berioht, dat men zser met zijn plan was ingenomen. De muziekzaal was een hooge, ruime zaalhet dienstpersoneel stond op een rij tegen den muur en de dames zaten in een wgden krin, Sir Bernard plaatste zich in het midden der zaal en sprak aldus: „Er heeft hier in huis een diefstal plaats gegrepen en allen wenscheu, dat de dief ontdekt wordt. Om de kisten en kasten te doorzoeken neemt te veel tijd weg en gaat met groote moeieiijkheden gepaard. Daarom heb ik een ander middel, wat ik hoop dat door alle aanwezigen goedgekeurd zal worden. Het is zeer eenvoudig en zal niemand aohadec. Gg allen ziet die alkoof daar aan 't eind der zual, ieder wordt verzocht die binnen te gaan en de draperie, die er voor hangt, achter zich ie sluiten, zoodat niemand, die hier vergaderd is, de handelingen van dengenedie binnen is, kan zien. Deze stok, dien ik in mijn hand heb en dien ik er neer zal leggen, wordt ge verzocht in de beide handen te nemen en driemaal er mede de kleine ruimte door te loo- pen. Daarna legt ge den stok op den stoel, waar ge dien gevonden hebt. De Echuldige, man of vrouw, die de broche gestolen heeft, zal den stok nut meer los kunnnen laten, daar d;e aan zijn vingers zal blijven kleven. Ik alleen zal hem van zgn hand kannen verwgderen. Wilt ge u allen aan deze proef onderwerpen „Ja, sir Richard," antwoordde Tin lan voor allen. Laat ons dan zonder verder uitstel beginnen." Met deze woorden ging sir Richard naar de alkoot en legde er den stok op een stoel, maakte de gordijnen los en liet die voor de opening val len. Een jonge man, de knecht van den advooaat van naam, was de eerste, die de proef onderging. Met vluggen tred stapte hij de kleine ruimte bin nen en sloot de draperie aohter zich diebt. Allen wachtten in spanning sir Riohard stond naast dealkoof.Na een minuut kwam de jonge man er even vlug uit als hij er ingegaan was. Ds tweede was Tonides, de kneoht van den Griekschen gezant. Ook deze bleek onschuldig ta zijn. Daarna kwam Sir Riohard's eigen Koeloe, een neger met schitterende zwarte eogen en met verscheidene schitterende ateenen behangen, waar op hij niet weinig trotsoh was. Allen volgden op hun beurt, totdat sleohts Elise, de Fransche kamenier, en de hofmeester Tinlan overbleven, doch aan geen van beiden was de stok blijven kleven. Kolonel Anstrother begon zenuw achtig aan zijn snor te draaien en zijn zuster schoof onrustig op haar stoel heen en weer, in sichzelvo wen- schend, dat haar broeder nooit de toestemming tot deze proef, die toch tot ni6tB scheen te leiden, had gege ven want nu waren da gasten aan de beurt. „Mag ik u en mevrouw Effingbam even alleen spreken?" vroeg sir Ri chard op dit oogenbJik zacht aan den kolonel, Dese leidde zgn twee gasten naar de bibliotheek. „Mag ik u uw broche teruggeven zeide sir Richard met een buiging. Met een uitroep van vreugde nam de dame haar kostbaar kleinood in bezit,. reoüercheurs voor de opsporing van misdrijven van baldadigheid kost jelui de somma van nuf golden en nul eenten. Ik zeg maar, dat het arme Gemeen tebestuur leelgk beklad en belasterd wordt, als de menschen beweren, dat het zoo duur huishoudt en de belas tingen zoo opvoert. Tweehonderd re chercheurs voor niemendalDoet het hun inaar eens na. Vraagt u, me vrouw, maar eens eene dienstbode, eeDe enkele, en u zal zien, hoe haar eerste woord is over het loon, dat ze verdibnen zal. Vraagt U, Mijnheer, maar eens een werkman voor Uw fabriek en U zal hooren, hos hij da delijk informeert naar zijn salaris. B irgemeester en Wethouders ver sla %.n de kunst beter en widen ons op eenmaal met tweehonderd recher cheurs g-Tukkig maken, zonder dat het ons geen centime koBt. En daarmee houdt het aardige nog niet ophet alleraardigste komt nog. Van die tweehonderd recher cheurs zgn ongeveer de helft vrou wen. Wat blieft u! We zijn anders in Haarlem niet zoo bgzrnder vooruit strevend en inzake maatschappelijke nieuwigheden hebben we eer een por, dan een rem noodig, maar ditmaal ign we eens wondervlug en willen vrouwelijke detectives, dame3-reoher cheurs aanstellen, een denkbeeld, waarover de romanschrijver met de meest ontwikkelde fantasie terecht jaloer8oh zou kunnen wezen. Intusschen, de lezer vindt misschien dat ix raadseltjes zit op te geven en vraagt naar de oplossing. Welnu dan, de 200 rechercheurs en reonercheuses zijn de onderwijzers en onderwijzeres sen van onze openbare lagere scholen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, te bepalen dat de onderwijzers en onderwijzeressen verplicht zullen zijn, alle door hen waargenomen en hun onbehoorlijk voorkomende han delingen, door leerlingon buiten de schooi gepleegd, ter kennis van het hoofd der Bchool t8 brengen. „Hoe ie 't u gelukt haar weerom te krggen?" vroeg ze verbaasd. „Heel eenvoudig." „Ge zijt dus een toovenaar?" „Niet dat ik weet." „Dus wes de broche werkelijk ge stolen „Ja, en 't spgt me bet te moeten zeggen de hofmeester Tinlan was de dief'" „Heeft hg 't bekend „Ja." „Vertel ons dan toch eens hoe. Ge antwoordt zoo kort." „Tinlan liep de zaal door, juist zooals alle anderen, nadat hg uit de alkoof kwam", vertelde pir Richard. „Bij de deur wachtte ik hem op en zgn handen nemend, bracht ik ze ter hoogte van mgn gezicht, zooals ik bij allen gedaan had. „Waarom hebt ge dit gedaan vroeg ik hem ernBtig aanziende. „Om mij te red den", antwoordde hij, mg met angst aanziende. „Beken alles," aside ik Btreng, „eerst dan zal ik oordeelen." „Ik sloop de trap op en zag mevrouw Effingham's kamerdeur openstaan", vervolgde hg en toen toen nam ik het weg." Hij snikte het uit. „Maar ho» wiet ge nu, dat Tinlan de diet was?" vroeg mevrouw Effing ham verbaasd. „Aan zijn vingers is dn stok niet blijven kleven, want ik heb hem zelf uit de alkoot zien ko men." „Ik zal 't u uitleggenmijn wijze van handelen was aldus: „Ik heb den stok op een stoel in de alkoof gelegd, na dien zorgvuldig bestreken te hebben met een riekende Ooster eche olie. Ieder heeft werkelijk den Btok opgenomen, daarvoor nam ik hun handen en bracht ze naar mijn gelaat in waarheid om de luoht der olie te kunnen onderscheiden. Bij allen rook ik die, behalve bij Tinlan. Daardoor was ik zeker, dat hg de dader was. Omdat hij schuldig was, had hij het veiliger geacht den stok niet in handen te nemen, daar die er dan ook niet aan kon blgvea kleven. En dat is nu het gehe9le ge heim der proef." „Schrander van u, dat moet ;k zeg gen." „Van den Hindoeschen priester, meent gg. Ja, in het Oosten valt voor ons nog veel te leeren, geloof mij." u. a Bewerkt door eene Dame. XL VII?. Zooal niet van het begin der wereld af, dan toch van den aanvang der tijden toen de vroaw zich in een c jrset is gaan steken, hebben doktoren en bygieisten er het hoofd over ge schud en ten slotte bestaat het corset niet alleen nog in volkomen bloei, maar zgn de wespentailles meer en meer in de smaak gekomen. Weliswaar is er in den laatslen tijd een gerucht verspreid, dat het corset uit de mode zou raken, omdat men de dunne middeltjes af wilde sohaöen, maar (zooals iemand van mijne ken nis zei) dat vertelden ze in Eügeland, waar de meeste vrouwen zoo weinig figuur hebben, dat het er voor haar weinig toe doet, of er sooiets als een corset beBtaat, ja of neen. Ik zal niet nagaan, of dat harde oordeel over de Engeksche vrouw ver diend is of onverdiend. Wat ik wel weef. is, dat de toonaangevende eor- aettières in Pargs volstrekt niet toe geven, dat het corset zgn ondergang nabij is. „Ik geloof niet," zei een barer, een directrice in een van de grootste magazijnen van den Chaiat-éö d' Antin tot de vertegenwoordigster van een damesblad, „ik geloof niet, dat de dames dezen zomer het corset sullen afechaflen. De modellen zijn veel kor Dat ie er een; de tweede bepaling is, „dat het hoofd van de school de „bevoegdheid heeft, van woorden ol „daden, door leerlingen buiten de „school gesproken, of gepleegd, ken- „nia te nomen en die te behandelen „als waren die in de school geBpro- „ken of gepleegd." Nu is het' duidelijk, waaroor de aanstelling van deze tweehonderd re chercheurs niemendal koetwe zetten de bepaling eenvoudig in de instruc tie van de onderwijzers en onder wijzeressen eu klaar ia Kees. Zoo'n instructie is geduldig als papier dat altijd is. Niets of niemand zou ons bijvoorbeeld kunnen beletten, om er ook eens in te zettende onderwijze ressen en onderwijzer.- zijn verplicht des avonds ter verbetering van d© straatverlichting met een lantaarntje in 't knoopsgat te loopenof wel de onderwijzeressen en onderwijzers zijn verplicht, ter bevordering van het publiés verkeer, de straten te vegen of te doen vegen binnen een afstand van honderd strekkende me ters van hunne woning. Eq waarom zouden we er niet eera op een mooien dag inzettende on derwijzeressen en onderwijzers zgn verplicht, ter bevordering van den oud-bollandechen eenvoud en'tot we ring van noodlottige luxe, steeds in het zwart gekleed te gaan? Nu zullen sommige menschen wel zeggen, dat dit inbreuk zou wezen op eens andere vrijheid, maar er zgn dan ook menschen, die op alleB aan merking maken. Dit is intusschen zeker, dat voort aan een onderwijzer of onderwijzeres verstandig doen zal, met maar zoo min mogelijk den neus buiten de deur te steken. Verbeeld u, dat er pas sneeuw gevallen is. Een onderwijzeres van school C aan de Lsidsohevaart gaat met een paar vriendinnen wandelen 't is Zater dagmiddag en zij vertelt aan hare vriendinnen hoe lastig de kinderen dien morgen zija geweest en hoe ter geworden dan vroeger, maar nog nooit heb ik zooveel smalle middel tjes gesien als in dezen winter." En daarop gaf ag met de meeste kalmte eenigo maten op van de taille, die hare klanten met behulp van hare coreetten verkrijgen. De mees ten waren 45 en 43, velen van 42 centimeter en enkelen hadden zelfs den moed. zich 40 centimeter te ge troosten. Allesovertreffend was hare mededeeling, dat zij voor een jong meisje een corset had gemaakt voor oen taille van 37£ centimeter t En dat was nog wol een zangeres, die optreedt in oafé concerts en van wie dus uitzetting der longen wordt gevorderd. De interviewster was verbaasd over deze afmetinkjea en vroeg, of bet wielrgden, waarmee zooveel duizende jonge meisjes in Pargs zioh hartstoch telijk vermaken, dan niet e<-nige ver beten' g had gebracht in dat over matig inrggen. Maar hier toonde de ooroettière eenige verbazing en tevens een weinig geraaktheid. „Een taille van 42 tot 45 oM. behoeft nog vol strekt niet overmatig te zgn ingere gen, verklaarde zij, iedere vrouw kan dat hebben wanneer zg maar een doel matig corset gebruikt. En wat het wielrgden betreft, dat behoeft niemand te verhinderen, een slanke taille te hebben. Zonder eenigen hinder kan daaibg het meest sluitende oorset worden gebruikt." Ik vermoed, dat de interviewster dese verzekering onder voorbehoud zal hebben aanvaard, bedenkende dat ZÖ gegeven werd door een oorsettière, die kwalgk anders kon doeD, dan de deugden vun haar artikel tot in de wolken verheffen. In ieder geval blijkt dit er wel uit, dat i e wespen- taille nog volstrekt niet op het punt staat te verdwijnen, ja, de oorsettière van den Chaussée d'Antin verzekerde zelfs, dat smaller worden van ds mouwen het inkrimpen van de taille noodwendig möt zich zon moeten voeren. Nog meer inkrimpen dan tot 37^ oentimeter Tot welk een minimum van afme ting zullen we dan wel komen Ik heb eens een dokter hooren zeggen„wg mogen praten van ver woesting der lever, maag en iDge wanden, samendrukking der longen en dergelijke akeligheden meer, nooit zal daarom iemand ooit het nauwe rggen laten. Het woord iB in deze quaes- tie niet aan de hygiënisten, maar aan de aestheiioi. Zoodra dezen den men schen aan 't verstand weten <8 bren gen, dat een wespentaille leettjk is, eerst dan zullen de vrouwen het cor set dea rug toekeeren. Dat was niet heel beleefd, maar ik heb toen niet den moed gehad den medicus te zeggeü, dat het niet waar was. Van de voeren van inlandsche vc- ge'is kan een handig meisje een mooi handwerk maken. Voor het decoree ren van schrijfpapier, telicitatieixaartm en menus, ja zelfs de grootste veeren voer vuurschermen en waaiers, zijn ze bgzonder .geschikt. Op het daar mee te versieren voorwerp teekent men in aquarel of schildert men eerst een landschap, een boom, of wel een tak alleen, al naar de plaatsruimte dat toelaat en op dien tak een vogel. Het spreekt van zeif dat vooral de tak zeer natuurlijk gekleurd moet zijn. Nu worden de veeren op den ge- ieekenden vogel gsplakt, natuurlijk geheel overeenkomstig zijn houding, welken men weer inrichten kan naar vorm en grootte der beschikbare vee- reiDat opplakken gaat het best met kitlijm: bij grootere vogels ki«n- nen, als net op st'jf geschiedt, naald en draad worden te baat genomen. De afwerking, b.v. het opvullen van dankbaar ze is, dat ze na vrij is en eens prettig kan gaan wandeler. Daar komen ze langs deLeidsobe- vaart in de buurt van de school. Op eens schiet er een vrouw op de on derwijzeres los, vat haar bg de klee- ren en roept, wgzende op een troepje kinderen die met sneeuwballen gooien: „Kijk: es juf, daar gooit Kees Jansen met sneeuwballen. Hij het mijn kleine meid al bjjna 'n oog- uitgegooid. Wil uwes maar es per se? vaDbaal opmake?" Inderdaad is Kees Jansen bozig met sneeuwballen gooien, tot zgn groote pret en tot vreugde van zijn kameraden. Arme Kees, morgen zal hij moeten boeten voor zijn weibeha gen in dit echte jongensspel, want... sneeuwballen gooien is baldadigheid. Nauwelgka is de juffrouw van haar verbazing bekomen, of daar stapt een oude rentenier in een ohambe - cloack en op sloffen, de deur uit en klaagt haar zijn nood over het bel- leljeatrekken, dat de jongens 's avonds doen. „Juffrouw, ik kan u zeggen, 't is een kwelling van mgn ieven. 's Avonds, ziet u,als ik bg de kachel zit en het Dagblad lees, dan komen me die joDgens, die rakkers, die rekels en maken aan de bel een le ven als een oordeei. Nou zul je wel vragenwaarom zet je dan de bel niet vast, maar dan trekken ze hem kapot. Ik heb ereis op de loer gelegen om te zien wie het waren, maar ik ken al die jongens niet, ziet u. 't Was er een met blond haar en een pet op, dat weet ik wel, ziet u Miesohien weet u dan wel, wie het geweest is." De juffrouw denkt bg zichzelve,'dat dit wel een duide gke aanwgsingis om een jongen te vinden op een school, waar minstens driehonderd jongens gaan met blond baar en een pet daar bovenop, maar ze zegt het niet en de reDtenier voegt er aan toe„ik zou wel willen, dat u 's avonds zelf eens even kwam kyken." het liohaam met watten, hangt van het goede oog der vervaardigs:er af. Voer oogen moet men aitgd glazen kralen nemen en daarom nog een dan randje schilderen. m Gepasseerden Zondag ontving ik een brief van een mgner lezereseen, waarin zij klaagde over den slechten toestand van hare kamerplanten en mij vroeg, of ik ook een wgze van behandeling voor winterplanten kon aangeven. Het is bg de meeste plan ten niet gemakkelijk, hen bij een zon derling afwisselenden winter als deze in 'c leven te houden. Voortdurende aandacht is daarvoor noodzakelijk. Gedurende de wintermaanden groeien de mee3te kamerplanten niet, vandaar dat ze dan met weinig water knunen volstaan. Eerst wanneer de bovenste aardkorst in den bloempot tamelijk hard geworden is, giete men bij, opdat de wortels flink gedrenkt wordea. Giet men maar van tijd tot tijd hoeveelheden water bij, dan ko pen de onderste aardlagen gevaar van verdrogen en de fijne zuigwortels met heD. Het water moet de temperatuur hebben van het vertrek, waarin de planten staan. Zeer belangrijk is in den winter het verzorgen van de bla deren. In een kamer, waar gestookt wordt is de lucht betrekkelijk droog en ia het daarom geraden, de blade ren dikwijls met een klein spuitje (in den trant van de welbekende eau de cflogne spuitjes) te bevochtigen. Het stof, dat in geen woonkamer ontbreekt, is eveneens een groote vijand der planten, daar het zich in de porieën van de bladoren vastzet en zoo de ademhaling onmogelijk maakt. Hiervoo* moeten de bladeren van tgd tot tijd met een zacht, in warm water gedoopt sponsje worden afgeveegd. Ook voor tocht moeten planten be schermd worden, en wanneer een plantenliefhebber in den winter naar bed gaat en de kamer niet door een vulkachel wordt verwarmd, zal bij steeds er voor zorgen, dat de planten niet vlak bij de deuren of vensiers worden gezet. Ten slotte volgen de gebruikelijke recepten. Een koek van koude visch. Een half pond koude viech, ruim een half ons broodkruim, 1 ei, 15 gram vet, een vierde liter melk ol viaennat, een eetlepel gehakte pieter selie, een ei en de dooier van een ei. Besmeer een vorm met beter en be strooi hem met fijn gestampte beschuit. Hak de ui en pieterselie fijn, zet zs met het vet in een pan op het vnur, hak de visch en doe die er by. Naem dan de pan van het vuur, roer er nu het oroodkruim, de melk en de geklutsto eieren doorheen, giet de massa in een vorm en laat hem drie vierde uur in een matig heeten oven staan. Dien de koek voer met ge smolten boter. Eeichuitechuteltj e. Kook een halven liter zoeten room met een huif ons suiker, voeg er ruim een ons gestamp!© beschuit bij, laat dat 5 min. koken, doe er dan 4 eieren en 2 eierdooiers, een hall ons boter, de afgeraspte schil van een hal ven citroen en wat kaneel bij ©n bak het in oen met boter en gestampte beschuit bestreken vorm. Dien het met een chocolade of vanille saus vi-or. BINNENLAND. Naar de Tel. verneem!, is de luite nant kolonel T. W. J. Buys van bet De onderwijzeres stuift op. „Wat denkt u wei, dat ik 's avonds sla een politieagent uw woning kom bewa ken maar daar va:t. haar oog op haar vriendinnen, die op vijf pas al- stands het uitgieren van plezier en nu wordt het ook haar te machtig ze sohatert het uit en gast maar gauw heen, terwijl de rentenier, verwoed, zioh voorneemt eens een brief te sohryven aan 't gemeentebestuur, om dat de onderwgzeressen zioh onttrek ken aan haar plicht. Intussohen valt in de Spaarowou derstraat een ander tafereeltje voor. Een man in burgerkleeren zet een jongen na, maar kan hem niet krg gen. Daar komt een jong onderwijzer van school B. aan en dadelyk schiet de man op hem toe en zegt hijgend i „meneer, u is onderwijzer aau school B., ik ben reohercheur van politie. Die jongen daar heeft een rui: inge gooid, maar ik kan hem niet krggen. Hg is van uw school, Mag ik u ver zoeken hem na te loopen U ia nog fasoh en heeft jonger beenen." „Maar,' zegt de onderwijzer ver baasd, „daar heb ik niet mee te ma ken „Niet? en de verordening dan? Daar staat toch in, dat je kennis moet nemen van wat er buiten de school gezeid of gedaan wordt Alia 1 den jongen achterna eD gauw, of ik maak proces verbaal." Wat zullen onderwgzeressen en on derwgzers sleohte oogen krggen, wat zullen er veel zgn, die blauvre brillen gaan dragen I „Straatschenderij Bal dadigheid? Ik heb er heuscn niets van gezien, ik heb ook zulke slecht oogec1" Ja, ik wed, dat ais deze bepalingen ooit in de verordening worden opge nomen, opeens onderwijzeressen en onderwijzers door een besmettelijke gezichtsverzwakking zullen worden aangetast. Maar anders noem ik het een leuke uitvinding eu, om het nog eens te zoggen, zou dol goedkoop 2 't Kost regiment grenadiers en jagers aangi v zoobt om op te treden als comma: dant der gendarmerie op Creta. ]j Overste Buys heeft indertgd dee o genomen aan een veldtocht der Sa e gelachen tegen Abesaynië. a Uit Amsterdam. d Als ordelijk burger ben js verplioh j! je belasting te betalen en ais ordelg burger hebt ge niets anders te doe dsn dat en dan komt het niet te p«j{j erover te gaan peiDzeu wat er eigen.y lijk met je lieve dubbeltjes gebeuijg en het gaat je heelemeal niet aan o ze al -an niet goed worden besteen j Stel je eens voor, dat de belasting B betalende burgers redeneeren ginge over de omstandigheid, dat in vel wijken van de hoofdstad, vooral de nieuwe, de sneeuw nog evenzooi» blijven liggen als ze gevallen is, dat w zeggen, wit is zij niet meer, het i eigenlijk heolemaal geeu sneeuw mee: maar de reinigingsdienst laat dei vieze massa straatvuil, die aan de sneeuwval van eenige dagen gelcd»^ toch haar ontstaan dankt, op de bot^ vengenoemde plaatsen maar leukwe^ liggen, vermeerdert daardoor de voop^; raad geslacht Jpaardenvleeech in dv' stad, hetgeen bij een eventueel bale P te pas kan komen, bevoordeelt dei die buurten woonachtige chirurgon, di^1 meer gebrokenbeenen en armenzetteir1 dan anders in een maand, verwarm01 de arme lieden, die handkarren doo de ontzaglijke modderpoelen moete^ duwen en trekken, daar deze than)1® hoegenaamd geen iaBt hebben van >1™ koude omdat zij in het zweet hubly aanschijna hun werk hebben te ver richten en last not leastzij b< spaart natuurlijk het enorme bedril dat het opruimen zon kosten 1 1D»T moot je Diet denken B. en W. vragen een cred:et aa van f 10000 ten bi hoeve der reinigin daar het daarvoor op de loopond begrooting uitgetrokken bedrag vrij'1É wel op is. Nn, wat steekt daarin Mag het achtbaar college van B. eive W. geen crediet aanvragen voor ktfe schooDmakeu van de Kaiverstraat e nog eenige straten en grachten Ma 'n ordelijk burger verlangen, dat doi: losse werklieden van de S XR. (offl®1 X ie cieel) met de vaste employés voofe het luttele bedrag, dat de reiniging»^1 dienst ons kost, de geheele sta^a schoonmaken? Er zou flinker door10 gewerkt kunnen worden, vooral doow bet losse volk Meneer, wat B. en W l(l en de aankleve van dien doen, i wel gedaan De Heer Directeur de Gem8ent8r8inigiugsdienët eo zgne on n dergesohikten netaen aileen werklie 'P den aao, die naar het oordeel van eeai ieder flink doorwerken. Ziet hen zwoegende onder den zwaren last 31 hun werk, het sneeuwscheppen zie38 hen, overijverig, werken voor de odP' noozele twee popjes, die zg per da verdienen en ge zult zeggen, de aan®6 vrage van B en W. is gerechtvaar" digd, al was hei alleen maar om h«Pc daggeld van den lossen werkman deD£ Stedelgke Reinigingsdienst van twe op minstens tien gulden te brengen013 B. A. B. 10 le| ra Uit jaloezie. ro In de druk bezochte tappery ei!° slgterg van J. J. Luf, Nienwixiork: 5 p bij ds Koningstraat te Amsterdan ontstond Vrijdagmiddag groote ou schudding en ontsteltenis, doordi een jonden een meirje met een verwondde. Bij Luf diende Marie Dech, eei?f meisje van een jaar of 18 uit 4 0| Schipperstraat. Een paar ja&r geledei was zij daar in dienst gotiomen, w« toen eenigen tgd weggegaan 6ii ha nu sinds een half jaar haar betrekkin niemendal. Ik heb hooren zeggen, da10 dit eigenlijk nog maar een begin w« om te komen tot de lijfotraffen o|18 schooi, en den meester weer te wa011 penen met de plak. „Kom hier jongeo dan zal ik je er een paar voor j zitvlak geven!" Nu, zoover zijn v nog niet, maar bet voorstel heeft m 6 took op een idee gebracht. Als we voortaan eens ia de in struolie van iederen gemeente-amb tenaar zetten als slotartikelVoorl 8i kan bedoelde acob'©naar zonder extr bezoldiging ten allen tijde worde1, geroepen tot het verriobten van au dere diensten, die hem doorB. enW" zullen worden opgedragen?" Dan zq we meteen voor alles klaar, komt e'?5 bqvoorbeeid een influenza epidemin onder de agenten vau poli:ie, welnuJ1 we requireeren ouderwijzers oi 's avonds en 's r.ac'ots de vaste pol rï ten te besetieDis er e6n brugw&oh ter ziek, dan moet een van de atnb j; tenaren van de secretarie dsn naobi'0' dienst waarnemen; gaat de com mil °c earis van politie uit de Btad, dan mot !ra de hoofdopziohter van de reiuigin|.8 in zgn vrije uren het politiewerk ver ec richten; ie er een onderwijzer ziek®*: daa zetten we een inspecteur var18 politie in de klas, om de kiuderei .0I een en ander over discipline te ver'rf tellen. j®1 Al dat verdeelee ia vakken i 'r. maar gekheid, een knap menaol moet van alles verstand bebbei en wanneer we du maar dei a weg opgaan, dien ik hierboven aai 6 wees en de geaaeenie-anibtenarei maar vmc allee laten doen, dan krjj j gen we ten slotte een verzamelin|ll!!, functionarissen, die voor niets staal en alles kunnen. Dat zal nu nog een Ci een heerlijke toestand wezen, beelwa e' anders dan tegenwoordig, nu iede dadelijk bij de hand is om te zeggen en „dat doe ik niet, dat kan ik niet ï1 dat heb ik nooit geleerd 1" FIDELIO. 'ci ui ici

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6