k middel tot ontdekking.
mum voor dames.
x
Uit het E*gdich.
Kolonel Anatrulher, eigenaar van
„Ballynane'', had vereoheidene gas
tec, waarvan sommigen nog hun
kamenier of knecht mede hadden
gebracht.
Op een avond, terwijl ieder zich in
het salon bevondkwam aen der
dienstboden, bezig overal de ramen
te sluiten, in de kamer van mevrouw
Effinghamop den grond vond ze
een geopend étui liggen en daar zg
dit eenigBtins vreemd vond, deelde
ze het aan de fransche kamenier der
dame mede. Elise verklaarde, dat
haai mevrouw het sieraad uit het étui
bijna nooit droeg en dat ze haar de
zaak wilde mededeelen.
De katner ward doorzocht, 2elta de
vensters werden zorgvuldig nagezien,
ol er misschien ook een dief kon zijn
binnengeslopen, doch alles tevergeels
de broche bleef weg.
„Ik ben overtuigd, dat de diefstal
is begaan door een der huisgenouten,"
verklaarde de gastheer; „wat denkt
gij, Jephson
„Het schijnt wel", antwoordde de
aangesprokene, een advocaat van
naam.
„Geef dan toch eens eea ander
antwoord, wellicht hebt gij een blik
in de zaak."
„Ik zou om een detective zenden,"
meende een kapitein der grenadiers,
terwiji de advocaat van naam bedaard
een andere Bigaar opstak.
„We zijn niet in Londen, de eerste
stad de beste is Gulway, dertig mijl
ver, en of daar een detective te vin
den zou zijn, betwijfel ik zeer."
„Wat te doen
Eer een antwoord kon volgen, werd
de deur der rookkamer geopend en
trad de hofmeester binnen, een intel
ligent uitziend man van omstreeks
dertig jaar,
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer,"
begon hij, „maar we hebben van den
diefstal gehoord en nu zouden wij,
de andere dienstboden en ik, gaarne
zien, dat onze kasten doorzocht
werden en.
„Mag ik voor u antwoorden, An-
atruther?" viel Sir Richard Barnard
den hofmeester in de rede.
„O, ja," zeide de gastheer.
„Kom over vijf minuten hier te
rug," beval hij den hofmeester.
8ir Barnard had oogenschijnlgk
volstrektniet geluisterd naar oe ge
sprekken om hem heen men plaagde
hem altijd, dat hij aan niets dacht
dan aan zgn oostereche reizen.
„Ik beent niets aan die kasten-
doorzoekerij, vooral niet," als dat zoo
zelf aan de band gedaan wordt. Ik
geloof echter, dat ik een veel beter
middel weet om den dief uit te bren
gen."
„En dat is?" riep men door el
kaar.
„Gg zult u misschien verwonderen,
wanneer ik 't u zeg; het is jaistiets
voor een modernen Engelsehman om
er hoofdschuddend Ue schouders voor
op te haien."
„Voor ben dag er mede!"
„E=n hindoesche priester heeft mg
het kunstje geleerd. En ik geloof,
dat wat zoo goed gelukt bij hindoes,
zijn uitwerking niet zal missen op
de westersche broeders en zusters.
Mag ik het probeereD, Anstruther?"
„Op één voorwaarde, dat het niet
schaad u"
„Daarvan kunt ge verzekerd zgn."
„Eerst moeten we de volle toe
stemming der bedienden hebben."
„Die zult ge dadelijk hebben, wan
neer ik hun meedeel, dat ook de
gasten op de proef wecschen gesteld
te worden," zeide Anstruther lachend.
„Zeg gij Tinlan dan, dat allen zioh
HAARLEMMER HALLETJES.
San Zatardagavo nïpraatjs.
CCCXXIX.
Tot dasver meende ik, dat de ergste
baldadigheid van de straatjeugd in
Haarlem onderdrukt was door dein
stelling van de twee reoheroheurs,
die speciaal daarop hebben te letten.
De kantonrechter krijgt ten minste
zoo na en dan nogal eens wat van
die ondeugende knaapjes voor zijn
reohterstoel.
't Schijnt intusschen, dat die mee-
ning niet juist was en dut de ondeu
gendheid van de lieve jeugd voort
woekert op schrikbarende wgze. Er
komt namelyk van 't stadhuis een
plannetje, om het korps rechercheurs,
dat op dit ojgenblik bestaat uit acht
man. waarvan iwee speciaal tot onder
drukking van opgeroeide baldadig
heid zgn aangewezen, om dit korps,
zeg ik, uit te breiden met niet min
der dan omstreeks tweehonderd zegge
tweehonderd parsonen.
Ja, lezer, u sohrikt daarvan
welnu, ik moet zeggen dat ik er ook
eerst van gesohrikt ben. Tweehonderd
rechercheurs meer, zoo dacht, ik en
dat tegen vjjfhonderderd gulden in
een jaar, maakt jaarlgks honderddui
zend galden meer op te brengen, be
halve kleeding en schoeisel. En twee
honderd paar waterlaarzen kosten ook
geld
Maar toen ik de zaatc nogeens na
ging, toen bleek dat ik me vergist
had. Zóó'n vermeerdering van belas-
tiug wilde het Stadhuis ons niet op
leggen geen honderdduizend, geen
tachtig, geen vijftig, geen dertig, geen
tien, geen aoht, geen zes, geen vier,
geen éen duizend, geen zeshonderd,
vt-en vierhoBderd, geen honderd
houdt je geld in je zak, menschen, het
koBt je geen kwartje, geen dubbeltje,
geen stuivertje, geen centde be
noeming van tweehonderd nieuwe
ov6T een kwartier in de muziekzaal
zullen verzamelen."
De hofmeester Tinlan keek zeer
teleurgesteld, toen hij hoorde, dat kis
ten en kasten ondoorzooht zouden
big ven.
„En nu moet ik den dames nog
haar toestemming gaan vragen," zeide
sir Riohard.
Binnen enkele minuten kwam hij
terug met het berioht, dat men zser
met zijn plan was ingenomen.
De muziekzaal was een hooge,
ruime zaalhet dienstpersoneel stond
op een rij tegen den muur en de
dames zaten in een wgden krin,
Sir Bernard plaatste zich in het
midden der zaal en sprak aldus:
„Er heeft hier in huis een diefstal
plaats gegrepen en allen wenscheu,
dat de dief ontdekt wordt. Om de
kisten en kasten te doorzoeken neemt
te veel tijd weg en gaat met groote
moeieiijkheden gepaard. Daarom
heb ik een ander middel, wat ik hoop
dat door alle aanwezigen goedgekeurd
zal worden. Het is zeer eenvoudig
en zal niemand aohadec. Gg allen
ziet die alkoof daar aan 't eind der
zual, ieder wordt verzocht die binnen
te gaan en de draperie, die er voor
hangt, achter zich ie sluiten, zoodat
niemand, die hier vergaderd is, de
handelingen van dengenedie binnen is,
kan zien. Deze stok, dien ik in mijn
hand heb en dien ik er neer zal
leggen, wordt ge verzocht in de beide
handen te nemen en driemaal er
mede de kleine ruimte door te loo-
pen. Daarna legt ge den stok op
den stoel, waar ge dien gevonden
hebt. De Echuldige, man of vrouw,
die de broche gestolen heeft, zal den
stok nut meer los kunnnen laten,
daar d;e aan zijn vingers zal blijven
kleven. Ik alleen zal hem van zgn
hand kannen verwgderen. Wilt ge
u allen aan deze proef onderwerpen
„Ja, sir Richard," antwoordde Tin
lan voor allen.
Laat ons dan zonder verder uitstel
beginnen."
Met deze woorden ging sir Richard
naar de alkoot en legde er den stok
op een stoel, maakte de gordijnen
los en liet die voor de opening val
len.
Een jonge man, de knecht van den
advooaat van naam, was de eerste,
die de proef onderging. Met vluggen
tred stapte hij de kleine ruimte bin
nen en sloot de draperie aohter zich
diebt. Allen wachtten in spanning
sir Riohard stond naast dealkoof.Na
een minuut kwam de jonge man er
even vlug uit als hij er ingegaan
was.
Ds tweede was Tonides, de kneoht
van den Griekschen gezant. Ook deze
bleek onschuldig ta zijn.
Daarna kwam Sir Riohard's eigen
Koeloe, een neger met schitterende
zwarte eogen en met verscheidene
schitterende ateenen behangen, waar
op hij niet weinig trotsoh was.
Allen volgden op hun beurt, totdat
sleohts Elise, de Fransche kamenier,
en de hofmeester Tinlan overbleven,
doch aan geen van beiden was de
stok blijven kleven.
Kolonel Anstrother begon zenuw
achtig aan zijn snor te draaien en
zijn zuster schoof onrustig op haar
stoel heen en weer, in sichzelvo wen-
schend, dat haar broeder nooit de
toestemming tot deze proef, die toch
tot ni6tB scheen te leiden, had gege
ven want nu waren da gasten aan
de beurt.
„Mag ik u en mevrouw Effingbam
even alleen spreken?" vroeg sir Ri
chard op dit oogenbJik zacht aan den
kolonel, Dese leidde zgn twee gasten
naar de bibliotheek.
„Mag ik u uw broche teruggeven
zeide sir Richard met een buiging.
Met een uitroep van vreugde nam
de dame haar kostbaar kleinood in
bezit,.
reoüercheurs voor de opsporing van
misdrijven van baldadigheid kost
jelui de somma van nuf golden en
nul eenten.
Ik zeg maar, dat het arme Gemeen
tebestuur leelgk beklad en belasterd
wordt, als de menschen beweren, dat
het zoo duur huishoudt en de belas
tingen zoo opvoert. Tweehonderd re
chercheurs voor niemendalDoet het
hun inaar eens na. Vraagt u, me
vrouw, maar eens eene dienstbode,
eeDe enkele, en u zal zien, hoe haar
eerste woord is over het loon, dat ze
verdibnen zal. Vraagt U, Mijnheer,
maar eens een werkman voor Uw
fabriek en U zal hooren, hos hij da
delijk informeert naar zijn salaris.
B irgemeester en Wethouders ver
sla %.n de kunst beter en widen ons
op eenmaal met tweehonderd recher
cheurs g-Tukkig maken, zonder dat
het ons geen centime koBt.
En daarmee houdt het aardige nog
niet ophet alleraardigste komt
nog. Van die tweehonderd recher
cheurs zgn ongeveer de helft vrou
wen. Wat blieft u! We zijn anders in
Haarlem niet zoo bgzrnder vooruit
strevend en inzake maatschappelijke
nieuwigheden hebben we eer een por,
dan een rem noodig, maar ditmaal
ign we eens wondervlug en willen
vrouwelijke detectives, dame3-reoher
cheurs aanstellen, een denkbeeld,
waarover de romanschrijver met de
meest ontwikkelde fantasie terecht
jaloer8oh zou kunnen wezen.
Intusschen, de lezer vindt misschien
dat ix raadseltjes zit op te geven en
vraagt naar de oplossing. Welnu dan,
de 200 rechercheurs en reonercheuses
zijn de onderwijzers en onderwijzeres
sen van onze openbare lagere scholen.
Burgemeester en Wethouders stellen
voor, te bepalen dat de onderwijzers en
onderwijzeressen verplicht zullen zijn,
alle door hen waargenomen en
hun onbehoorlijk voorkomende han
delingen, door leerlingon buiten
de schooi gepleegd, ter kennis van
het hoofd der Bchool t8 brengen.
„Hoe ie 't u gelukt haar weerom
te krggen?" vroeg ze verbaasd.
„Heel eenvoudig."
„Ge zijt dus een toovenaar?"
„Niet dat ik weet."
„Dus wes de broche werkelijk ge
stolen
„Ja, en 't spgt me bet te moeten
zeggen de hofmeester Tinlan was de
dief'"
„Heeft hg 't bekend
„Ja."
„Vertel ons dan toch eens hoe. Ge
antwoordt zoo kort."
„Tinlan liep de zaal door, juist
zooals alle anderen, nadat hg uit de
alkoof kwam", vertelde pir Richard.
„Bij de deur wachtte ik hem op en
zgn handen nemend, bracht ik ze
ter hoogte van mgn gezicht, zooals
ik bij allen gedaan had. „Waarom
hebt ge dit gedaan vroeg ik hem
ernBtig aanziende. „Om mij te red
den", antwoordde hij, mg met angst
aanziende. „Beken alles," aside ik
Btreng, „eerst dan zal ik oordeelen."
„Ik sloop de trap op en zag mevrouw
Effingham's kamerdeur openstaan",
vervolgde hg en toen toen nam
ik het weg." Hij snikte het uit.
„Maar ho» wiet ge nu, dat Tinlan
de diet was?" vroeg mevrouw Effing
ham verbaasd. „Aan zijn vingers is
dn stok niet blijven kleven, want ik
heb hem zelf uit de alkoot zien ko
men."
„Ik zal 't u uitleggenmijn wijze
van handelen was aldus: „Ik heb
den stok op een stoel in de alkoof
gelegd, na dien zorgvuldig bestreken
te hebben met een riekende Ooster
eche olie. Ieder heeft werkelijk den
Btok opgenomen, daarvoor nam ik
hun handen en bracht ze naar mijn
gelaat in waarheid om de luoht
der olie te kunnen onderscheiden.
Bij allen rook ik die, behalve bij
Tinlan. Daardoor was ik zeker, dat
hg de dader was. Omdat hij schuldig
was, had hij het veiliger geacht den
stok niet in handen te nemen, daar
die er dan ook niet aan kon blgvea
kleven. En dat is nu het gehe9le ge
heim der proef."
„Schrander van u, dat moet ;k zeg
gen."
„Van den Hindoeschen priester,
meent gg. Ja, in het Oosten valt voor
ons nog veel te leeren, geloof mij."
u. a
Bewerkt door eene Dame.
XL VII?.
Zooal niet van het begin der wereld
af, dan toch van den aanvang der
tijden toen de vroaw zich in een
c jrset is gaan steken, hebben doktoren
en bygieisten er het hoofd over ge
schud en ten slotte bestaat het corset
niet alleen nog in volkomen bloei,
maar zgn de wespentailles meer en
meer in de smaak gekomen.
Weliswaar is er in den laatslen tijd
een gerucht verspreid, dat het corset
uit de mode zou raken, omdat men
de dunne middeltjes af wilde sohaöen,
maar (zooals iemand van mijne ken
nis zei) dat vertelden ze in Eügeland,
waar de meeste vrouwen zoo weinig
figuur hebben, dat het er voor haar
weinig toe doet, of er sooiets als een
corset beBtaat, ja of neen.
Ik zal niet nagaan, of dat harde
oordeel over de Engeksche vrouw ver
diend is of onverdiend. Wat ik wel
weef. is, dat de toonaangevende eor-
aettières in Pargs volstrekt niet toe
geven, dat het corset zgn ondergang
nabij is. „Ik geloof niet," zei een barer,
een directrice in een van de grootste
magazijnen van den Chaiat-éö d' Antin
tot de vertegenwoordigster van een
damesblad, „ik geloof niet, dat de
dames dezen zomer het corset sullen
afechaflen. De modellen zijn veel kor
Dat ie er een; de tweede bepaling
is, „dat het hoofd van de school de
„bevoegdheid heeft, van woorden ol
„daden, door leerlingen buiten de
„school gesproken, of gepleegd, ken-
„nia te nomen en die te behandelen
„als waren die in de school geBpro-
„ken of gepleegd."
Nu is het' duidelijk, waaroor de
aanstelling van deze tweehonderd re
chercheurs niemendal koetwe zetten
de bepaling eenvoudig in de instruc
tie van de onderwijzers en onder
wijzeressen eu klaar ia Kees. Zoo'n
instructie is geduldig als papier dat
altijd is. Niets of niemand zou ons
bijvoorbeeld kunnen beletten, om er
ook eens in te zettende onderwijze
ressen en onderwijzer.- zijn verplicht
des avonds ter verbetering van d©
straatverlichting met een lantaarntje
in 't knoopsgat te loopenof wel
de onderwijzeressen en onderwijzers
zijn verplicht, ter bevordering van
het publiés verkeer, de straten te
vegen of te doen vegen binnen een
afstand van honderd strekkende me
ters van hunne woning.
Eq waarom zouden we er niet eera
op een mooien dag inzettende on
derwijzeressen en onderwijzers zgn
verplicht, ter bevordering van den
oud-bollandechen eenvoud en'tot we
ring van noodlottige luxe, steeds in
het zwart gekleed te gaan?
Nu zullen sommige menschen wel
zeggen, dat dit inbreuk zou wezen op
eens andere vrijheid, maar er zgn
dan ook menschen, die op alleB aan
merking maken.
Dit is intusschen zeker, dat voort
aan een onderwijzer of onderwijzeres
verstandig doen zal, met maar
zoo min mogelijk den neus
buiten de deur te steken. Verbeeld
u, dat er pas sneeuw gevallen is.
Een onderwijzeres van school C aan
de Lsidsohevaart gaat met een paar
vriendinnen wandelen 't is Zater
dagmiddag en zij vertelt aan hare
vriendinnen hoe lastig de kinderen
dien morgen zija geweest en hoe
ter geworden dan vroeger, maar nog
nooit heb ik zooveel smalle middel
tjes gesien als in dezen winter."
En daarop gaf ag met de meeste
kalmte eenigo maten op van de taille,
die hare klanten met behulp van
hare coreetten verkrijgen. De mees
ten waren 45 en 43, velen van 42
centimeter en enkelen hadden zelfs
den moed. zich 40 centimeter te ge
troosten. Allesovertreffend was hare
mededeeling, dat zij voor een
jong meisje een corset had gemaakt
voor oen taille van 37£ centimeter t
En dat was nog wol een zangeres,
die optreedt in oafé concerts en van
wie dus uitzetting der longen wordt
gevorderd.
De interviewster was verbaasd over
deze afmetinkjea en vroeg, of bet
wielrgden, waarmee zooveel duizende
jonge meisjes in Pargs zioh hartstoch
telijk vermaken, dan niet e<-nige ver
beten' g had gebracht in dat over
matig inrggen. Maar hier toonde de
ooroettière eenige verbazing en tevens
een weinig geraaktheid. „Een taille
van 42 tot 45 oM. behoeft nog vol
strekt niet overmatig te zgn ingere
gen, verklaarde zij, iedere vrouw kan
dat hebben wanneer zg maar een doel
matig corset gebruikt. En wat het
wielrgden betreft, dat behoeft niemand
te verhinderen, een slanke taille te
hebben. Zonder eenigen hinder kan
daaibg het meest sluitende oorset
worden gebruikt."
Ik vermoed, dat de interviewster
dese verzekering onder voorbehoud
zal hebben aanvaard, bedenkende dat
ZÖ gegeven werd door een oorsettière,
die kwalgk anders kon doeD, dan de
deugden vun haar artikel tot in de
wolken verheffen. In ieder geval
blijkt dit er wel uit, dat i e wespen-
taille nog volstrekt niet op het punt
staat te verdwijnen, ja, de oorsettière
van den Chaussée d'Antin verzekerde
zelfs, dat smaller worden van ds
mouwen het inkrimpen van de taille
noodwendig möt zich zon moeten
voeren.
Nog meer inkrimpen dan tot 37^
oentimeter
Tot welk een minimum van afme
ting zullen we dan wel komen
Ik heb eens een dokter hooren
zeggen„wg mogen praten van ver
woesting der lever, maag en iDge
wanden, samendrukking der longen
en dergelijke akeligheden meer, nooit
zal daarom iemand ooit het nauwe
rggen laten. Het woord iB in deze quaes-
tie niet aan de hygiënisten, maar aan
de aestheiioi. Zoodra dezen den men
schen aan 't verstand weten <8 bren
gen, dat een wespentaille leettjk is,
eerst dan zullen de vrouwen het cor
set dea rug toekeeren.
Dat was niet heel beleefd, maar ik
heb toen niet den moed gehad den
medicus te zeggeü, dat het niet waar
was.
Van de voeren van inlandsche vc-
ge'is kan een handig meisje een mooi
handwerk maken. Voor het decoree
ren van schrijfpapier, telicitatieixaartm
en menus, ja zelfs de grootste veeren
voer vuurschermen en waaiers, zijn
ze bgzonder .geschikt. Op het daar
mee te versieren voorwerp teekent
men in aquarel of schildert men eerst
een landschap, een boom, of wel een
tak alleen, al naar de plaatsruimte
dat toelaat en op dien tak een vogel.
Het spreekt van zeif dat vooral de tak
zeer natuurlijk gekleurd moet zijn.
Nu worden de veeren op den ge-
ieekenden vogel gsplakt, natuurlijk
geheel overeenkomstig zijn houding,
welken men weer inrichten kan naar
vorm en grootte der beschikbare vee-
reiDat opplakken gaat het best
met kitlijm: bij grootere vogels ki«n-
nen, als net op st'jf geschiedt, naald
en draad worden te baat genomen.
De afwerking, b.v. het opvullen van
dankbaar ze is, dat ze na vrij is en
eens prettig kan gaan wandeler.
Daar komen ze langs deLeidsobe-
vaart in de buurt van de school. Op
eens schiet er een vrouw op de on
derwijzeres los, vat haar bg de klee-
ren en roept, wgzende op een troepje
kinderen die met sneeuwballen
gooien: „Kijk: es juf, daar gooit
Kees Jansen met sneeuwballen. Hij
het mijn kleine meid al bjjna 'n oog-
uitgegooid. Wil uwes maar es per
se? vaDbaal opmake?"
Inderdaad is Kees Jansen bozig
met sneeuwballen gooien, tot zgn
groote pret en tot vreugde van zijn
kameraden. Arme Kees, morgen zal
hij moeten boeten voor zijn weibeha
gen in dit echte jongensspel, want...
sneeuwballen gooien is baldadigheid.
Nauwelgka is de juffrouw van haar
verbazing bekomen, of daar stapt
een oude rentenier in een ohambe -
cloack en op sloffen, de deur uit en
klaagt haar zijn nood over het bel-
leljeatrekken, dat de jongens 's avonds
doen. „Juffrouw, ik kan u zeggen, 't
is een kwelling van mgn ieven.
's Avonds, ziet u,als ik bg de kachel
zit en het Dagblad lees, dan komen
me die joDgens, die rakkers, die
rekels en maken aan de bel een le
ven als een oordeei. Nou zul je wel
vragenwaarom zet je dan de bel
niet vast, maar dan trekken ze hem
kapot.
Ik heb ereis op de loer gelegen
om te zien wie het waren, maar ik
ken al die jongens niet, ziet u. 't
Was er een met blond haar en een
pet op, dat weet ik wel, ziet u
Miesohien weet u dan wel, wie het
geweest is."
De juffrouw denkt bg zichzelve,'dat
dit wel een duide gke aanwgsingis om
een jongen te vinden op een school,
waar minstens driehonderd jongens
gaan met blond baar en een pet daar
bovenop, maar ze zegt het niet en de
reDtenier voegt er aan toe„ik zou
wel willen, dat u 's avonds zelf eens
even kwam kyken."
het liohaam met watten, hangt van
het goede oog der vervaardigs:er af.
Voer oogen moet men aitgd glazen
kralen nemen en daarom nog een
dan randje schilderen.
m
Gepasseerden Zondag ontving ik
een brief van een mgner lezereseen,
waarin zij klaagde over den slechten
toestand van hare kamerplanten en
mij vroeg, of ik ook een wgze van
behandeling voor winterplanten kon
aangeven. Het is bg de meeste plan
ten niet gemakkelijk, hen bij een zon
derling afwisselenden winter als deze
in 'c leven te houden. Voortdurende
aandacht is daarvoor noodzakelijk.
Gedurende de wintermaanden
groeien de mee3te kamerplanten niet,
vandaar dat ze dan met weinig water
knunen volstaan. Eerst wanneer de
bovenste aardkorst in den bloempot
tamelijk hard geworden is, giete men
bij, opdat de wortels flink gedrenkt
wordea. Giet men maar van tijd tot
tijd hoeveelheden water bij, dan ko
pen de onderste aardlagen gevaar
van verdrogen en de fijne zuigwortels
met heD.
Het water moet de temperatuur
hebben van het vertrek, waarin de
planten staan. Zeer belangrijk is in
den winter het verzorgen van de bla
deren. In een kamer, waar gestookt
wordt is de lucht betrekkelijk droog
en ia het daarom geraden, de blade
ren dikwijls met een klein spuitje
(in den trant van de welbekende eau
de cflogne spuitjes) te bevochtigen.
Het stof, dat in geen woonkamer
ontbreekt, is eveneens een groote
vijand der planten, daar het zich in
de porieën van de bladoren vastzet en
zoo de ademhaling onmogelijk maakt.
Hiervoo* moeten de bladeren van tgd
tot tijd met een zacht, in warm water
gedoopt sponsje worden afgeveegd.
Ook voor tocht moeten planten be
schermd worden, en wanneer een
plantenliefhebber in den winter naar
bed gaat en de kamer niet door een
vulkachel wordt verwarmd, zal bij
steeds er voor zorgen, dat de planten
niet vlak bij de deuren of vensiers
worden gezet.
Ten slotte volgen de gebruikelijke
recepten.
Een koek van koude visch.
Een half pond koude viech, ruim
een half ons broodkruim, 1 ei, 15
gram vet, een vierde liter melk ol
viaennat, een eetlepel gehakte pieter
selie, een ei en de dooier van een ei.
Besmeer een vorm met beter en be
strooi hem met fijn gestampte beschuit.
Hak de ui en pieterselie fijn, zet zs
met het vet in een pan op het vnur,
hak de visch en doe die er by. Naem
dan de pan van het vuur, roer er
nu het oroodkruim, de melk en de
geklutsto eieren doorheen, giet de
massa in een vorm en laat hem drie
vierde uur in een matig heeten oven
staan. Dien de koek voer met ge
smolten boter.
Eeichuitechuteltj e.
Kook een halven liter zoeten
room met een huif ons suiker, voeg
er ruim een ons gestamp!© beschuit
bij, laat dat 5 min. koken, doe er
dan 4 eieren en 2 eierdooiers, een
hall ons boter, de afgeraspte schil
van een hal ven citroen en wat kaneel
bij ©n bak het in oen met boter en
gestampte beschuit bestreken vorm.
Dien het met een chocolade of vanille
saus vi-or.
BINNENLAND.
Naar de Tel. verneem!, is de luite
nant kolonel T. W. J. Buys van bet
De onderwijzeres stuift op. „Wat
denkt u wei, dat ik 's avonds sla een
politieagent uw woning kom bewa
ken maar daar va:t. haar oog op
haar vriendinnen, die op vijf pas al-
stands het uitgieren van plezier en
nu wordt het ook haar te machtig
ze sohatert het uit en gast maar gauw
heen, terwijl de rentenier, verwoed,
zioh voorneemt eens een brief te
sohryven aan 't gemeentebestuur, om
dat de onderwgzeressen zioh onttrek
ken aan haar plicht.
Intussohen valt in de Spaarowou
derstraat een ander tafereeltje voor.
Een man in burgerkleeren zet een
jongen na, maar kan hem niet krg
gen. Daar komt een jong onderwijzer
van school B. aan en dadelyk schiet
de man op hem toe en zegt hijgend i
„meneer, u is onderwijzer aau school
B., ik ben reohercheur van politie.
Die jongen daar heeft een rui: inge
gooid, maar ik kan hem niet krggen.
Hg is van uw school, Mag ik u ver
zoeken hem na te loopen U ia nog
fasoh en heeft jonger beenen."
„Maar,' zegt de onderwijzer ver
baasd, „daar heb ik niet mee te ma
ken
„Niet? en de verordening dan?
Daar staat toch in, dat je kennis moet
nemen van wat er buiten de school
gezeid of gedaan wordt Alia 1 den
jongen achterna eD gauw, of ik maak
proces verbaal."
Wat zullen onderwgzeressen en on
derwgzers sleohte oogen krggen, wat
zullen er veel zgn, die blauvre brillen
gaan dragen I „Straatschenderij Bal
dadigheid? Ik heb er heuscn niets
van gezien, ik heb ook zulke slecht
oogec1"
Ja, ik wed, dat ais deze bepalingen
ooit in de verordening worden opge
nomen, opeens onderwijzeressen en
onderwijzers door een besmettelijke
gezichtsverzwakking zullen worden
aangetast.
Maar anders noem ik het een leuke
uitvinding eu, om het nog eens te
zoggen, zou dol goedkoop 2 't Kost
regiment grenadiers en jagers aangi v
zoobt om op te treden als comma:
dant der gendarmerie op Creta. ]j
Overste Buys heeft indertgd dee o
genomen aan een veldtocht der Sa e
gelachen tegen Abesaynië. a
Uit Amsterdam. d
Als ordelijk burger ben js verplioh j!
je belasting te betalen en ais ordelg
burger hebt ge niets anders te doe
dsn dat en dan komt het niet te p«j{j
erover te gaan peiDzeu wat er eigen.y
lijk met je lieve dubbeltjes gebeuijg
en het gaat je heelemeal niet aan o
ze al -an niet goed worden besteen j
Stel je eens voor, dat de belasting B
betalende burgers redeneeren ginge
over de omstandigheid, dat in vel
wijken van de hoofdstad, vooral
de nieuwe, de sneeuw nog evenzooi»
blijven liggen als ze gevallen is, dat w
zeggen, wit is zij niet meer, het i
eigenlijk heolemaal geeu sneeuw mee:
maar de reinigingsdienst laat dei
vieze massa straatvuil, die aan de
sneeuwval van eenige dagen gelcd»^
toch haar ontstaan dankt, op de bot^
vengenoemde plaatsen maar leukwe^
liggen, vermeerdert daardoor de voop^;
raad geslacht Jpaardenvleeech in dv'
stad, hetgeen bij een eventueel bale P
te pas kan komen, bevoordeelt dei
die buurten woonachtige chirurgon, di^1
meer gebrokenbeenen en armenzetteir1
dan anders in een maand, verwarm01
de arme lieden, die handkarren doo
de ontzaglijke modderpoelen moete^
duwen en trekken, daar deze than)1®
hoegenaamd geen iaBt hebben van >1™
koude omdat zij in het zweet hubly
aanschijna hun werk hebben te ver
richten en last not leastzij b<
spaart natuurlijk het enorme bedril
dat het opruimen zon kosten 1 1D»T
moot je Diet denken
B. en W. vragen een cred:et aa
van f 10000 ten bi hoeve der reinigin
daar het daarvoor op de loopond
begrooting uitgetrokken bedrag vrij'1É
wel op is. Nn, wat steekt daarin
Mag het achtbaar college van B. eive
W. geen crediet aanvragen voor ktfe
schooDmakeu van de Kaiverstraat e
nog eenige straten en grachten Ma
'n ordelijk burger verlangen, dat doi:
losse werklieden van de S XR. (offl®1
X ie
cieel) met de vaste employés voofe
het luttele bedrag, dat de reiniging»^1
dienst ons kost, de geheele sta^a
schoonmaken? Er zou flinker door10
gewerkt kunnen worden, vooral doow
bet losse volk Meneer, wat B. en W l(l
en de aankleve van dien doen, i
wel gedaan De Heer Directeur de
Gem8ent8r8inigiugsdienët eo zgne on n
dergesohikten netaen aileen werklie 'P
den aao, die naar het oordeel van eeai
ieder flink doorwerken. Ziet hen
zwoegende onder den zwaren last 31
hun werk, het sneeuwscheppen zie38
hen, overijverig, werken voor de odP'
noozele twee popjes, die zg per da
verdienen en ge zult zeggen, de aan®6
vrage van B en W. is gerechtvaar"
digd, al was hei alleen maar om h«Pc
daggeld van den lossen werkman deD£
Stedelgke Reinigingsdienst van twe
op minstens tien gulden te brengen013
B. A. B. 10
le|
ra
Uit jaloezie. ro
In de druk bezochte tappery ei!°
slgterg van J. J. Luf, Nienwixiork: 5 p
bij ds Koningstraat te Amsterdan
ontstond Vrijdagmiddag groote ou
schudding en ontsteltenis, doordi
een jonden een meirje met een
verwondde.
Bij Luf diende Marie Dech, eei?f
meisje van een jaar of 18 uit 4 0|
Schipperstraat. Een paar ja&r geledei
was zij daar in dienst gotiomen, w«
toen eenigen tgd weggegaan 6ii ha
nu sinds een half jaar haar betrekkin
niemendal. Ik heb hooren zeggen, da10
dit eigenlijk nog maar een begin w«
om te komen tot de lijfotraffen o|18
schooi, en den meester weer te wa011
penen met de plak. „Kom hier jongeo
dan zal ik je er een paar voor j
zitvlak geven!" Nu, zoover zijn v
nog niet, maar bet voorstel heeft m 6
took op een idee gebracht.
Als we voortaan eens ia de in
struolie van iederen gemeente-amb
tenaar zetten als slotartikelVoorl 8i
kan bedoelde acob'©naar zonder extr
bezoldiging ten allen tijde worde1,
geroepen tot het verriobten van au
dere diensten, die hem doorB. enW"
zullen worden opgedragen?" Dan zq
we meteen voor alles klaar, komt e'?5
bqvoorbeeid een influenza epidemin
onder de agenten vau poli:ie, welnuJ1
we requireeren ouderwijzers oi
's avonds en 's r.ac'ots de vaste pol rï
ten te besetieDis er e6n brugw&oh
ter ziek, dan moet een van de atnb j;
tenaren van de secretarie dsn naobi'0'
dienst waarnemen; gaat de com mil °c
earis van politie uit de Btad, dan mot !ra
de hoofdopziohter van de reiuigin|.8
in zgn vrije uren het politiewerk ver ec
richten; ie er een onderwijzer ziek®*:
daa zetten we een inspecteur var18
politie in de klas, om de kiuderei .0I
een en ander over discipline te ver'rf
tellen. j®1
Al dat verdeelee ia vakken i 'r.
maar gekheid, een knap menaol
moet van alles verstand bebbei
en wanneer we du maar dei a
weg opgaan, dien ik hierboven aai 6
wees en de geaaeenie-anibtenarei
maar vmc allee laten doen, dan krjj j
gen we ten slotte een verzamelin|ll!!,
functionarissen, die voor niets staal
en alles kunnen. Dat zal nu nog een Ci
een heerlijke toestand wezen, beelwa e'
anders dan tegenwoordig, nu iede
dadelijk bij de hand is om te zeggen en
„dat doe ik niet, dat kan ik niet ï1
dat heb ik nooit geleerd 1"
FIDELIO. 'ci
ui
ici