KIESRECHT. Met een lange zoraermjas lotjes om de Bohouders geslagen, oen breed- ger&ndeo vilten hoed, een weinig naar aohteren geschoven, op bet hoofd en de linkerhand in een zyner broekzakken gestoken, terwyi hg in zyn reohterhand een wandelstok hield, een toonbeeld van zorgeloos heid gelijk wandelde op zekeren mor gen een jonge heer door de straten van het provinciestadje M. De arbei der-, die juist naar de fabrieken gin gen, keken hem met nydige blikken aan. De jonge mynheer bevond zioh ©outer in een zeer vroolyke otemming en bij had daar dan ook alle reden toe. Pas had hij een vroolijk avondje achter den rug en in bet vooruitzicht had by den trouwdag zijner nioht, die heüen met zijn basten vriend, den regeeriDgsraad Walter Baron, voor het leven verbonden zou worden. Doch meer dan dit alles bracht hem •en pa*r donkere oogeu van eene jonge dame, wier lathen hem bttoo- verd had, in verrukking. Cbarlotta vanWittingen, zijne aangebedene, wbb een engel met gouden vleugelen ge lyk. Daar zij een half millioen mede bracht, zou zy aan iemand met be scheiden eisohen een hemel op aarde kscnen bereiden. Dit alles wist hg van zyne nicht, de gelukkige bruid. Mooht hy hoop hebben? Welk ©ene vraag! Niemand had hem tot heden weder- staan. Hy las iu hare oogen, dat hij reeds indruk op haar had gemaakt en morgen aan de brniloftstafel zou hij den aanval wagen, die hem be paald tot de zege moest voeren. Zyn hart jubelde 1 Toen hy zyne woning binnentrad maakte zyn© huishoudster in de keu ken juist de koffie klaar. Dst trof hij. Juffrouw Maohel," zeide hy met nadruk, „zorg er voer, dat niemand my stoort. Ik wil eens lang gaan slapen." „Goed, mynheer de Assessor. Bn wanoeer wensoht u op te staan „Als mijn wekker afgaat." Daarmede trok by zioh in zyne kamer terug, wond de kiok en den wekker op, W6lke laatste by optwoe uur zette en ontdeed zich niet zonder moeite van zyne kleederen. Diep zonk hij in de kussens en sliep weldra der slaap des reohtvaardigen. En hy kon dat gerust doen, daar hij op zyn wak ker kon vertrouwen Het wös d©B namiddags drie uur. Charlotte van Wittingen, geheel in het wtt gekleed, met rosea in het haar en op de wangen, blikte door de vensters op straat. „Men heeft my vergeten tante" zeide zij. „Hoe kan je zoo iets denken." ant woordde de tante, vje vergeten?" „Het is reeds vyf minuten voor dneén. Het feest zal dadelijk beginnen en oog is hier geen rijtuig voor." „Wees maar gerust kind, zoo nauw keurig is men niet." Charlotte zweeg daarna en keek strak voor zioh uit. Tranen blonken in hare nogen. „Is vertrek oogenblikkelijk," riep zy ongeduldig uit. „heb ik dan twee reizen gemaakt om mij te laten be- leedigen? Dat iB ongehoord!" „Dat zal je iooh niet doen, lief kind," zeide hare tante, de majoorsvrouw, zonder echter ontstemd ie zyn. „Wat moet de bruid, je beste vriendin daar van denken Charlotte dacht na en vond dal tante toch wel gelyk had. „Goed dan ga ik alleen." Op het zelfde oogenblik schelde zij. De kleke Charlotte was het bevelen gewoon „Men sohynt vergeten te hebben my eon rytuig te eenden," zeide zij tot de toesnellende dienstmaagd, „zorg ïiAllLEMMER HALLETJES. Ban Zatjrdagaïo ndpraatjs. CCCXL. „Met geldboete van ten hoogste vijf tien gulden wordt gestraft hij die rumoer jof burengerucht verwekt, waardoor)-de nachtrust kan worden verstoord." Dat heeft de wetgever in artikel 431 van de strafwet gezet en daaraan heeft by wèl gedaaiIa onsen aan zenuwstoringen overrijken tijd moet een nieuseh allereerst en allermeest zeker zijn van zijn nachtrust.Is. her zeg de wetgever beeit daar wel aan ge-laan, want Btond er op naohtru- moor geen boete, dan zou mijn eeDe buur r>an 's nachts tusscheo een en twee uur voor myn deur hout kunnen gaan zagon en mijn andere buurman een half uur lat*r zijn tapijten onder mijn ramen kunnen laten uitkloppen, 't Is dU3 goed, dat er in de nachte- lyke uren etiite moet heersehea. Maar o wee wanneer er 's nachts br?.ad kooit 1 Dan hangt een half do zijn tamboers het kalfsvel voor en marcheert, elk in zyn wijk, de ?tad doorbom de honderd en twintig schutters die brandpiket hebben, aan hun plicht te herinneren. E?n gedeelte, niet bang voor den kouden nacht- wijd, zet de cbacot der heldhaftigheid op, gordt het zwaard der vaderlands liefde u.an en tijgt naar den Doelen, om vaDdaar wanneer het dozijn vol is, naar den brand te inarcheeren de anderen lichten even het hoofd van het kussen, overwegen wat erger ishet bed uit en de straat op, of boete betalen kiezen van deze twee kwaden wat hun het minste toeiykt en slapen weer in. Nu, io komt er weer wat geld in da schutterij kas. Maar waar ik my ir voor, dat ik spoedig een drosohke kryg." „Ga naar den rijtuigverhuurder Mabrenholz en zeg hem, dat hy da delijk het rijtuig zendt, dat hij heeft vergeten." verbeterde de tante rustig. „Ik zal bet dadeiyk doen." ant woordde Marie en ging weg. Eeoige minuien later was ajj in het kantoor van den rijtuigverhuurder. „Dat is my ook een mooie geschie denis," ving zij aan, „zeg eens, waar om hebt ge niet gezorgd, dat bet ry tuig voor was „Waar, wie zyt ge?" „Kom, boudt je nu maar niet zoo onnoozel. Weet je dan niet, dat je een rytuig moest zenden in de Augus- tastraat bij mevrouw Von Altero Op dit oogenblik ging een rytnig de staldeur binnen. Marie was er dadelijk by. „Luister eens," riep zy vlug den koetsier toe, „niet uitspannen. Ryd spoedig naar de Angustastraat 44 en dan met onze juffrouw naar de kerk." Zy klom nu behendig naast den koet sier op den bok. „Dat gaat zoo maar niet," antwoord de de rijtuigverhuurder. „Wij hebben vandaag verscheidene rytnigen be steld gekregen en er is geen enkele meer over. Dus Marie werd kwaad. „Is mevrouw Vou Altern u dan niet goed genoeg? Wij zyn solide lui." „Loop naar den drommel. Dooh de koetBier moet ten minste toch weten, naar welke kerk hy moet ryden." Marie begreep het en werd nu ook een oogenblik verlegen. Doch ry over legde snel. „Naar den Dom natuurlijk," ant woordde zy dadelijk. De rijtuigver huurder gaf den koetBier een wenk en ging in zyn kantoor. Hier bladerde hij m zyn boek. „Heilige Katharina- kerk,ingenieur Wolffaohlïger en juf frouw Glaser," mompelde hij. Heii. Ulriohassessor Virow en juffrouw Baohter. Dom—arahandeisraad Steins Iringaard met den baron Wins- ieben. Zoo, zoo I Die heeren hebben eigen equipage, eleobts drie zijn er besteld, dat komt uit." Hy schreef een rytuig meer op rekening van den handeisraad. haar den volgenden dag te mogen opzoeken sn haar dan iets van baar geliefden broeder te vertellen. Charlotte van Wittungen was juist den Doua binnengetreden, toen het paar aan het altaar de lingen wisselde. Zy bleef onwdlekeurig staan en ware liefst teruggekeerd. Uit den bruilolts- stoet naderde haar een huzaren-offi- c er, die haar den arm aanbood en baar naar het geselschap geleidde. Welk eene nieuwe verrassing! Het was hare vriendin E fride niet, die ;aer aan het altaar knielde en zij zag geen een bekende. Het werd haar duidelijk, dal zij in eene verkeerde keik, m een haar geheel vreemd ge zelschap wae geraakt. De geestelijke had den zegen uitge sproken en onder het spe'en van het orgel ging men paarsgewijze van de iapei naar den uitgang, waar aan het pasgetrouwde paar de eerste geluk- weasehen souden aangeboden worden. De officier bleef met Charlotte een weinig aohter en Btelde zich voor sIb Eugen von Sobritz. Verrast en tevens verheugd keek Charlotte hem aan. „O," sprak zij, „dan is u een vriend van mijn broeder Hans Hans von Wittungen. Hij heeft mij wel eens over u gesproken." £JEn nu was de heer Von Sobrits zeer verrsst. Hij achtte zioh gelukkig, de lieftallige zuster van zijn besten vriend en kameraad te hebben leeren kennen. Charlotte kreeg weder bare vorige onbevangenheid en vroolyk- heid terug. Zy traohtte daarby haas tig weg te komen. Von Sobritz beviel de wending die de zaak nam in t geheel niet. Met leedwezen geleidde hy haar naar haar rytuig. Hy ontving echter vergunning „Mynheerde Assessor, mynheer de Assessor 1" „Wat is er, myn engel?" „Het rijtuig staat voor de deur op u te waohten." „Och, dat is maar onzin. Mijn wek ker heeft nog niet gewekt, dus „Maar het rytuig, mynheer de Aieessor Juist hoorde hy het klappen der ftaep. Dadelijk keek hy naar dewij- zerplaat. Drie uur. Zeer ontsteld sprong hij zyn bed uit. „Een cogenblikje, ik kom dadeiyk," riep hy den koetsier door het ge opende venster toe. Haastig woelde hij daarna in zyne kleederbast, totdat by eindelijk al zyne kleederen bij elkander had. Hy wasohte zioh slaohts half en trok met verdubbelde baast zyne kleederen saD. Tot overmaat van ramp ontviel hem het knoopje van zija boord. Dadelijk zette hij de stoelen en de sofa weg en ging in alle hoeken aan het zoeken. Ten laatste trapte hij op het knoopje, dat midden in de kamer lag, zoodat het in stukken was. Terwijl juffrouw Wachtel Daar een knoopje zooht, keek Kart naar zyn wekker. Deze was niet op tijd afge- loopen en had dat ook niet kunnen doen. daar het wekkerhamertje was vastgezet, wat Kurt niet had gezien. Juffrouw Waohtel kwam ten laatste met «en knoop aandragen en binnen eenige minuten zat onze vriend in het rytuig. Het was vier uur. De wagen reed snel naar de Angustestraat, waar men zeide, dat de jonkvrouw reeds een half uur geleden in een eigen rytuig alleen naar de kerk was ge reden. „Vooruit naar de Ulriohskerk," zeide hy den koetsier. Daar gekomen ontwaarde bij dat da plechtigheid reeds was afgeloopen en dat het bruiloftspaar en de gasten waar schijnlijk reeds lang thuis waren. Dan near Hotel Kaiserhof. Daar was men juist gereed zich aan tafel zetten. Vluchtig en verstrooid bracht hij het pas getrouwde echtpaar zijne gelukwenachen en bood hij hunzyoe i verontschuldigingen aan. Met zijne blikken zocht bij zijne aangebedene in de zaal. Eindelijk ontdekte hij haar. Hy was voor haar toorn bevreesd. Hoe verheugd en verrast was hij, toen heao baar lachende blik trof 1 Neen, zij was niet vertoornd op henu integendeel was zy vrooiijker dan ooit en vertelde hem met kinderlijke ge noegen haar avontuur. Ja, dat had hij we! geweten zijne betoovorin? kon zij niet weerstaanhem had nog nie mand weerstand geboden. Slechts ten- maal werd zyn zelfvertrouwen een klein weinig gesohokt, toen zij van Von Sobritz sprak, Dooh, de Hemel zij gedankt, dat had geen ernstige gGvolger. Onder het drinken van eanige glazen Champagne dacht hij er over na thans zyne liefdesverklaring te doen, maar er deed zich geen ge schikt oogenblik voor. Had bij tsaar eenige oogenblikken met Saarlotte alleen kunnen zyn 1 Nu dan morgen maar Daarna sneed hg de enveloppe open. Er zat een dnbbele kaart in, waarop hij op de eene zijde las„de verlo ring onzer doohter. Charlotte, met den lsten luitenant Eugen von Sobritz. enz. Een oogenblfk later hoorde zyn kostjuffrouw, juffrouw Machtel een zwaren slag. Toen zij so el de kamer binnenliep, vond zy hem leunende tegen een tafel en in een hoek van het vertrek de weggesmeten wekker. (Naar hst Duits oh). minder mee kan vereenigen, dat is het optreden van die tamboers. Een paar uur aohter elkaar, of de brand uit is of niet, tippelen ze door hun wyk„ramplanplan, ramplanplan, ramplanplan I" dat een rustig burger uit zyn slaap opvliegt en vraagt: staan de Spsnj ileD voor de poorten Waar blijft nu, vraap ik maar, artikel 431 strafwetboek Kijk, iaat ons eens een kleine berekening maken. Haarlem telt omstreeks zestigduizend ialen. Als ik nu aanneem, dat onze -.es tamboers met bun geroffel vijf duizend van die zielen wakker maken, die op hun beurt weer vijfduizend huisgenooten-ziek-n uit hun slaap wekken, dan st6it dit volgens artikel 431, W. v. S. tienduizend misdrijven vau nachtrumoer daar. Ais de Recht bank die alle ging vervolgen en er eiken Donderdag honderd^behandelde, dan was ze daarmee precies in twee ja.tr kiaar. Werd dan aan de tamboers voor elke overtreding tien gulden boete opgelegd (bij de hoeveelheid is immers alles goedkooper) dan zou net iedexsa tamboer tussohen dezes tien- en zeventienduizend gulden kos ten behalve natuurlijk nog de ge rechtskosten. Nu wil ik nienu nd saxee- ren, maar geloof toch, dat een gemid delde tamboer door zoo'n sum aan boeten vrijwel geruïneerd zou wezen. „Alles goed en wel," zullen de tam boers zeggen als ze dit lezen, „maar daar komen we niet van in. Deukt j die Fidelio soms, dat we voor ons ple- Izier den halven nacht door de stad Jloopen te trommelen? Neen, dat ge- schiedt op last van onze chefs." j 't Is my wel. Als ik maar weet, tot. wie ik my heb te wenden, want ik ben volslrekt niet voornemens het er bij te laten zitten. Over een paar dagen beleg ik een openbare meeting, toegankelijk voor allen, die door bet tromgoroffdl van Woensdagcaobt uit hun slaap zyn geraakt au daa zal ik Den volgenden middag gaf hij bij Marie zijn kaartje af, dooh hoe pijnlijk werd hij getroff-m toen hy hoorde, dat Charlotte er niet meer was I Ge wichtige famiiieaangelagenhed en had den haar spoedig vertrek dringend noodzakelijk gemaakt. Hij overlegde nu ot hij de jonge dame schriftelijk zyne liefde verkla ren zou, of dat hij haar bezoeken zou, Nog voordat hy in deze een besluit bad genomen ontving hij een brief, die, bi ykens het poststempel van haar kwam. Hij drukt het couvert aan zijn lippen en kuBte het schrift. de navolgende motie aan de vergade ring ter vaststelling voorstelleu: „Tienduizend ontydig ontwaakte „Haarlem°ahe ingezetenen, protestee- rende tegen het in den nacht van „Woensdag op Donderdag door trom geroffel verwekte naohtrumoer, ver „„zoeken den heer offioier van justi tie bjj d« arrondissement® reobtbank „tot vervolging van de tamboers of „hunne lastgevers over te gaan. ten- „zy laa'.stgenoemden bereid mochten „worden gevonden, de opgemelde „trommelslagers van rijwielen te voor dien en hun te gelasten, de schutters in hun wyk die brandpiket hebben, „een voor ©6n achtereenvolgens te „gaan porren, hetgeen huns inziens „de komst van de sobuttery op het „terrein van de brand zou bespoedigen „e« de burgerij van naohtrumoer vry- „waren." Vroeger bob ik eens voorgesteld, dat aan de infanterie het brandpiket maar zou werden opgedragen, maar toen heb ik gedroomd van een ouden generaal in groot tenue, die my met zijn sabel dreigde vau kant te maken, a's ik daar ooit weer van kikken darf de. Vandaar, dat ik op dit minder gevaarlijke fie s-voorste'; gekomen ben in de hoop, dat de burgery die slapen wil (byna had ik geschreven de sla perige burgery) eindelijk eens van die aarts naohtrumoermakers, de tamboers, ontslagen raakt. De Burgemeester van Haarlem; Noodigt, ingevolge de artt. 11, 12 en 13 der Kieswet, de mannelyke inwoners dezer gemeente uit a. om, wanneer zy in eene andere gemeente over het volle laatstver- loopen dienstjaar zijnde voor de grondbelasting het dienstjaar 1895 96 vooi de pereoneele belasting het dienstjaar 1895 96 en voor de ver mogens en de bedrijfsbelasting het dienstjaar 1895-96 in eene dier Ityks directe belastingen zijn aan geslagen, (wat de grondbelasting betreft in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen tot een bedrag van ten minste één gulden.) daarvan door overlegging der over eenkomstig het bepaalde bij art. la voor voldaan geteekende aanslag biljetten vóór den 15den Februari e. k. te doen blijken b, zoo zy mele eigenaar zyn van onroerende goederen eener onver deelde nalatenschap, maar hun naam niet bij den aanslag in het kohier is vermeld, terwijl hun aandeel in dien aanslag ten minste één gulden be drazgt, om daarvan vóór den loden e. k. aangifte te doen die krachtens art. 1b, aanspraak meenen te kunnen maken om ge- piaatst te worden op de kiezerslijst, om daarvan voor zooveel noodig, vóór den löden Februari e. k. aan gifte te doen. In verband hiermede worden in herinnering gebracht de navolgende artikelen der Kieswet: Artikel 1 De leden van de Twee de Kamer der Staten-Goneraal wor den gekozen door de mannelijke in- geze'enen des Ryks tevens Neder landers, die den leeftijd van 25jsren hebben bereikt, voor zoover zy over het laatstv^rloopen dienstjaar in eene of meer der Ryks direote belastingen zyn aangeslagen, het te dier zake vereohuldigde vóór of op den laten Maart voldaan hebben, en a. over het voile laatstverloopen dienstjaar zijn aangeslagen in de grondbelasting voor een bedrog van ten minste 1 gulden, in de vermo gensbelasting, in de belasting op be- drgfs en andere inkomsten of naar 1 of meer der vyf eerste gronds'a- gen van de personeele belasting, zooals die is geregeld bij de wet van lö April 1896 (Staatsblad No. 72); of b. Indien zij Diet overeenkomstig bet bepaalde sub a zyn aangeslagen, voldoen aan eene dei volgende voor waarden lo. dat zij als hoofden van ge- sinnen of als alleen wonende perso nen op den 31sten Januari sedert den lsten Augustus van bet vorig jaar hebben bewoond krachtens buur, aohtet een volgens in dezelfde gemeente niet meer dan twee huizen of gedeelten van buisen. voor elk waarvan, met of zonder bybehoorenden grond of lokalen 3n bijgebouwen, niet ter bewoning be stemd, de werkelijke huurprijs per week berekend, ten minste heeft be dragen de som, voor de gemeente of het gedeelte der gemeente waar het huis gelegeQ is. vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel of kraohtens eigendom, vruchtge. Als het waar is, dat iemands ooreo tuiteD wanneer er ergens over hem geBproken wordt, dan moeten die van allen die belast zijn met den reini gingsdienst, hoozen en lagen, van den wethouder af tot en met den joogsten vuilnisbelt-leerling toe, wel geduiende de laatste zes weken voort durend hebbeu te keer gegaan. Laat ons hopen, dat hunne trommelvliezen er niet aan zyn bezweaeu. „Wat 'a vuile straten, hé En die reiniging doet tr maar niemendal aun," dat was schering ea inslag 'bij de gesprekken op straat en in huis. Hoe erg het wei was, dat hoef ik niet te beschrijven. Ieder, die evenals ite door de zorgen voor het dagelijkech brood gedwongenj was, er nu en dan eens op uit te gaan, kent ze door eigen aanschouwing die spiegelgladde straten, waarin iedere kleine verhoo ging een gevaar te meer was voor den voet; die massa's sneeuw, waarop de strompelende wandelaar voeten kreeg zoo yskoud, alsof ze nimmer meer warm zouden worden en dan ten slotte' cle chocolapap, de sneeuw in den toestand van ontbinding, die nijdig dringt door de reten van de zolen en waartegen de zwaarste wa terlaars maar weinig vermag. Met wagens vol is de rommel naar de grachten gebracht en daar uitge stort in (ie bijter, getransporteeia naar de vuiluisbelt en opgestapeld in f.fgelegen hoeken maar met scheeps ladingen tegelijk kwam het nit de lucht vallen. Daar was geen opruimen i aan en ia beef nu ai bij voorbaat, i wanneer ik bedenk welk een som gelds ons diesneeuwruimerij toch nog g rkost zal hebben. Er zijn, nasr sohynt, op het oogen blik veel mensohen ziek en ik houd het er voor, dat menigeen ziek is van slecht gekumeurdheid. Zoo kwam de- zjr dagen neef Wouter nog bij mij aauloopen on nauwelijks is hij de kamer ic o! hij loopt naar den wand en keert een paar mooie staalgravu ren in lyst die ik daar heb hangen, heeiemaal om, zoodat we den achter kant te zien kregen. „Wat beteekent dat nu weer?" vroeg ik. „Fidelio" zeide hij, „ik vrees datje nooit wijs zult worden. Wat stellen die twee giavures veur? Wiuterge bruik of huur, eenzelfde vaartuig van ten minste 24 kub. M. 2o. dat zy op den 3 lsten Januari sedert den lsten Januari van het laatatverloopon jaar by dezelfde per soon, onderneming, openbare of by- zondere instelling in dienstbetrekking of als inwonende zoon in het bedrijf of beroep der oudera werkzaam zyn en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten als voor de gemeente of bet gedeelte der ge meente, waar zy wonen, ia vermeld in de by deze wet gevoegde tabel; of dat zy op den lsten Februari in het genot zyn van een door eene openbare instelling verleend pensi oen van gelyk bedrag; met dien verstande dat voor hen die in beide gevallen verkeeren, soo noodig ter bereiking van het ver- eisohie bedrag, het inkomen en het pensioen worden samengeteld 8o. dat zy op den lsten Februari sedert een jaar den eigendom met reoht van vrije beschikking hebben van ten minste f 100,— (nominaal) ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld of van ten miast6 loO,ingelegd in de Rijkspost spaarbank 4o. dat zy hebben voldaan aan de eisohen van bekwaamheid, door of kraohtens da wet ges'.eld voor de benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling van eenige betrekking of voor do uitoefeuiag van eonig be drijf of beroep. Art. 2. Ooder hen, die den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt, verstaat deze wet hen, die dien Leftijd hebben be reikt vóér of op den 15ien Mei. De aanslag der vrouw in de Rijks directe belastingen geldt voor haren man die van minderjarige kinderen wegens goederen, waarvan hun vader het vruchtgenot heeft, voor hunnen vader. Aanslagen in de grondbelasting we gens onroerende goederen eener on verdeelde nalatenschap gelden ook voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den aanslag in het kohier is vermeld, mit3 zijn aandeel in dien aanslag ten minste één gulden be draagt. Door den aanslag in de grondbe lasting, in art. 1 vermeld, worden de hootdsom en de Rijksopcenten ver staan. Aanslag in de vermogens- of in de bedrijf (belasting geeft geene aan spraak op kiesrecht, indien hij het gevolg is van 88ne met de waarheid strijdige aangifte. By de berekening van den werke- yken huurprijs wordt maand huur tot weekhuur herleid doordeeling met 4, jaarhunr door doelirtg met 50. i Bij de berekening van het inkomen bedoeld in art. 16, 2 eerste lid wor den vrije woning of inwoning en vrije kost en inwoning gerekend op het be drag, voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar zij genoten wor den, vermeld in de bij deze wet ge voegde tabelenkel vrije kost op bet bedrag vermeld iu de laatste kolom, verminderd roei dat vermeld in de voorlaatste kolom dier tabel. Ove rigens komt alleen geld in aanmer king. Indien het inkomenbedoeld in art. 16., 2o., als vast week-, veertien- dsagsch-, maand- of jaarloon is ge noten en dit loon wegens ziekte of verwonding gedurende ten hoogste twee maanden niet, of niet ten volle is ontvangen, wordt het geacht tot hei normale bedrag te zijn genoten. Indien gedeelten eener gemeente in de bij deze wet gevoegde tabel afzonderlijk worden genoemi, wordt de grens tusschen die gedeelten door O os, Gedeputeerde Staten gehoord, bepaald en wknneer verandering van omstandigheden daartoe aanleiding geelt, gewijzigd. Van deze besluitea wordt medeaeeüug gefaan in de Staatscourant me' byvoeging van de adviezen van Gedeputeerde Staten, voor zoover by de besluiten van die adviezen is afgeweken. Art. 8. Voor de bevoegdheii het kiezen van ieden der Provit Staten gelden dezelfde regelen, die W9lke in de artt. 1-5 vo« bevoegdbnid tot het kiezen van van de Tweede Kamer der 8l Generaal zijn gesteld, met dien stande, dat men bovendien inge der Provincie moet zyn. Art. 7. Voor de bevoegdheii het kiezen van leden van dec meenteraad gelden dezelfde re« als die, welke in do artt. 1—5 vo bevoegdheid tot het kiezen van van de Tweede Kamer der Si Generaal zyn gesteld, met dien stande, dat men bovendien ingei der gemeente moet zijn en dj die niet vallen onder art. Ia., het volle laatstverloopen dienc in de gemeente moeten zyn as slagen in eene plaatselijke di belaötiüg tot tenminste het voor de gemeente of gedeelte d« caeente waar zy wonen, vermei de tweede kolom, der sub art. 16, bedoelde tabel en hun aanslag belasting op den lsten Maart volle moeten hebben voldaan, Art. 149. fly, die in de aanc by art. 13 bedoeld (d. z. de ond hierboven genoemde aangiftes) zettelijk eene vaische opgaaf aangaande een feit, waarvan dep sing op de kiezerslijst afhankelijj zyn, wordt gestraft met gevang sfcral van ten hoogste éen jaar. De aanslagbiljetten bedoeld letter A en de bewijsstukken, b aangifte onder letter B bedi waartoe moeten behooren het «la-ïbiljet of door den ontvangei waarmerkt duplicaat daarvan, opgaaf van het bedrag van het deel in den aanslag en de noi bescheiden ten bewyze vau he meensohappelijk bezit, worden c vaststelling der kiezerslijsten aai langhebbenden teruggegeven. Modellen voor de aangiften bej' onder B en C zyn ter Secretarie deeling onderwijs) kosteloos veri baar. Haarlem, 6 Februari 1897. De Burgemeester voorn, BOREEL. BINNENLAND. Miateigaaal. De minister van marine kee directeur ©a commiinoant darnjq ie Am sterdam, den vice-admiraai Bosch gemachtigd om in overleg den inspecteur yau het loodswee het 3:ie district een commissie ea te stellen, bestaande uit den iiii teur, twee zeeofficieren, en een ofi' machinist, ten einde het door heer G. J, Pistere alhier uitgedj mist en afstandssignaal gronde onderzoeken. Hoe kraealig de geluidstroom dit signaal is. blijkt uit hst feit, toen het Donderdag te Rotterdai proefi is, bet geluid duidely 's Graveshage, een afstand van M. gehoord is. Atjuh. De correspondent te Batavia N. B. Ci. seinde onder dagteeie van Vrydsg Zes compagnieën onder aanvof van Van Heutsz hebben Indrapt bezet. Het blad teekent daarbij aac volgende: „üit dit telegram vernemen wi nu Iadrapoerie ats legerplaats de colonne in de XXII Moekimi trokken is, in plaats van het 6 meter dichter by Kota Radja geli Sarnahani. Wij wenschen onzel sche soldaten geluk met die vert ring. Begrijpelijk is het, dat hetlnd ziohten net eene ia een grootode" solate ijsvlaktein de verte sie je de as ve.n de aarde, die een grooto ys- beer zit te smeren 't kan ook wel een grillig gevormde ysklomp wezen, dat weet ik zoo precies niet. Höï an dere is een straat, een Amsterdam- sohe straa!, veronderstel ik, want al de lui die or in wandelen zien er zoo grootateedsoh uit en daarin eeo vieze, vette, grijze, brciine, vuile pap van meeuw. Is het nu niet idioot, ya ik zeg idioot,om binnenshuis zulke som bere, doodsohe wiutergeziokten op te hangeu in den tyd, dat je buitenshuis niets {anders dan dat te zï6n en te voelen krygt? Op zoo'n manier raak je uit de rnieè e van dit seizoen hee lemaal niet vandaan." „Wat wou jy dan, onverbeterlijke mopperaar „Ik wou, dat de mensohen hun huis-, kamer inrichtten naar het seizoen, 's w'nters een heel, licht behangsel, om van het beetje lioht dat er is, geen straaltje te missen, daarop kleurige afbeeldingen van zomergeziohten het m9er van Genève, de golf van Napels derge'ykeu. Maar zomers een donker behangsel om het felle licht wat te temperen 6n mooie winterlandsohappen, bijwijze van kfkoeling wanneer je verhit en bezweet thuiskomt. Ik zou nog verder wilieu gaar. en ia den winter een lio'it|Ivloerkleed willen hebben, met lichte, kleurige meubeltjes en in den zomer dat alles in stemmiger kleuren, maar ik voei, dat dit een beetje te lastig en te kostbaar worden zou." Wouter," zei ik, „je kletst (altijd met je welnemen) je kletst als Kas," maar hij scheen zelf schik in zyn denkbeeld te krijgen en ging voort „daar heb ja nu de concerten van het Gemeentelijk Muziekkorps. Wan nest worden die gegeven Alleen in den zomerMaar man, dan hebben we gean opvroulijkiog noodig en mu ziek genoegdaar zijn de firma Laar en hare collega's, échte of maak Italianen en Italianinnen, orgels die je aan een loopende doen denken en dan de vogels- blieft ude vogels, die heel mooier trillers slaan dan waart» beste klarinettist van Kriene van zyn loven zal kunnen ko Maar 's winters, weet je, hoorei niets anders dan het loeien vaD wind en het getjilp van een hsl hongerde mtisch. Welnu, laat dai korps van Kriens eens tweeman de week met volle muziek doo stad trekken en je zult zien, wal opwekkend genot dat voor do bui zal wezen." „Klaag maar niet", zei ik, week heb ie nog de gelegen heil had, het korps te hooren blazen, „Ja, met de serenade. Zeg ecu had tot dusver gedacht, dat een nade iets met den avond had o staan, dat het woord afkomstig van eoir, „avond". „Je zult het mis hebben," ze: „want deze is midden op den gehouden en hot is toe ook gegaan." „Maar waar was de coramieBW de zaak georganiseerd had „Die was op den achtergrond bleven, uit bescheidenheid, een zenswaardigo bescheidenhei': ;,|B. vendien wisten ze heel goed, d» heer Kriens het best afkon. Die; nog e-m», Wouter, een universe! lenc. Nauwelijks was hy klaar dirigeeren van het korps, of moest hij een aanspraak boude: uen Commissaris der Koningin- kan z omaar niet iedereen." „J9 hebt gelijk", zei hij. FIDELI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6