KIESRECHT.
Met een lange zoraermjas lotjes
om de Bohouders geslagen, oen breed-
ger&ndeo vilten hoed, een weinig
naar aohteren geschoven, op bet
hoofd en de linkerhand in een zyner
broekzakken gestoken, terwyi hg in
zyn reohterhand een wandelstok
hield, een toonbeeld van zorgeloos
heid gelijk wandelde op zekeren mor
gen een jonge heer door de straten
van het provinciestadje M. De arbei
der-, die juist naar de fabrieken gin
gen, keken hem met nydige blikken
aan. De jonge mynheer bevond zioh
©outer in een zeer vroolyke otemming
en bij had daar dan ook alle reden
toe.
Pas had hij een vroolijk avondje
achter den rug en in bet vooruitzicht
had by den trouwdag zijner nioht,
die heüen met zijn basten vriend, den
regeeriDgsraad Walter Baron, voor
het leven verbonden zou worden.
Doch meer dan dit alles bracht hem
•en pa*r donkere oogeu van eene
jonge dame, wier lathen hem bttoo-
verd had, in verrukking. Cbarlotta
vanWittingen, zijne aangebedene, wbb
een engel met gouden vleugelen ge
lyk. Daar zij een half millioen mede
bracht, zou zy aan iemand met be
scheiden eisohen een hemel op aarde
kscnen bereiden. Dit alles wist hg van
zyne nicht, de gelukkige bruid. Mooht
hy hoop hebben? Welk ©ene vraag!
Niemand had hem tot heden weder-
staan. Hy las iu hare oogen, dat hij
reeds indruk op haar had gemaakt
en morgen aan de brniloftstafel zou
hij den aanval wagen, die hem be
paald tot de zege moest voeren. Zyn
hart jubelde 1
Toen hy zyne woning binnentrad
maakte zyn© huishoudster in de keu
ken juist de koffie klaar. Dst trof hij.
Juffrouw Maohel," zeide hy met
nadruk, „zorg er voer, dat niemand
my stoort. Ik wil eens lang gaan
slapen."
„Goed, mynheer de Assessor. Bn
wanoeer wensoht u op te staan
„Als mijn wekker afgaat."
Daarmede trok by zioh in zyne
kamer terug, wond de kiok en den
wekker op, W6lke laatste by optwoe
uur zette en ontdeed zich niet zonder
moeite van zyne kleederen. Diep zonk
hij in de kussens en sliep weldra der
slaap des reohtvaardigen. En hy kon
dat gerust doen, daar hij op zyn wak
ker kon vertrouwen
Het wös d©B namiddags drie uur.
Charlotte van Wittingen, geheel in
het wtt gekleed, met rosea in het haar
en op de wangen, blikte door de
vensters op straat.
„Men heeft my vergeten tante"
zeide zij.
„Hoe kan je zoo iets denken." ant
woordde de tante, vje vergeten?"
„Het is reeds vyf minuten voor
dneén. Het feest zal dadelijk beginnen
en oog is hier geen rijtuig voor."
„Wees maar gerust kind, zoo nauw
keurig is men niet."
Charlotte zweeg daarna en keek
strak voor zioh uit. Tranen blonken
in hare nogen.
„Is vertrek oogenblikkelijk," riep
zy ongeduldig uit. „heb ik dan twee
reizen gemaakt om mij te laten be-
leedigen? Dat iB ongehoord!"
„Dat zal je iooh niet doen, lief kind,"
zeide hare tante, de majoorsvrouw,
zonder echter ontstemd ie zyn. „Wat
moet de bruid, je beste vriendin daar
van denken
Charlotte dacht na en vond dal
tante toch wel gelyk had.
„Goed dan ga ik alleen." Op het
zelfde oogenblik schelde zij. De kleke
Charlotte was het bevelen gewoon
„Men sohynt vergeten te hebben
my eon rytuig te eenden," zeide zij
tot de toesnellende dienstmaagd, „zorg
ïiAllLEMMER HALLETJES.
Ban Zatjrdagaïo ndpraatjs.
CCCXL.
„Met geldboete van ten hoogste vijf
tien gulden wordt gestraft hij die
rumoer jof burengerucht verwekt,
waardoor)-de nachtrust kan worden
verstoord."
Dat heeft de wetgever in artikel
431 van de strafwet gezet en daaraan
heeft by wèl gedaaiIa onsen aan
zenuwstoringen overrijken tijd moet
een nieuseh allereerst en allermeest
zeker zijn van zijn nachtrust.Is. her
zeg de wetgever beeit daar wel aan
ge-laan, want Btond er op naohtru-
moor geen boete, dan zou mijn eeDe
buur r>an 's nachts tusscheo een en
twee uur voor myn deur hout kunnen
gaan zagon en mijn andere buurman
een half uur lat*r zijn tapijten onder
mijn ramen kunnen laten uitkloppen,
't Is dU3 goed, dat er in de nachte-
lyke uren etiite moet heersehea.
Maar o wee wanneer er 's nachts
br?.ad kooit 1 Dan hangt een half do
zijn tamboers het kalfsvel voor en
marcheert, elk in zyn wijk, de ?tad
doorbom de honderd en twintig
schutters die brandpiket hebben, aan
hun plicht te herinneren. E?n gedeelte,
niet bang voor den kouden nacht-
wijd, zet de cbacot der heldhaftigheid
op, gordt het zwaard der vaderlands
liefde u.an en tijgt naar den Doelen,
om vaDdaar wanneer het dozijn vol
is, naar den brand te inarcheeren
de anderen lichten even het hoofd
van het kussen, overwegen wat erger
ishet bed uit en de straat op, of
boete betalen kiezen van deze
twee kwaden wat hun het minste
toeiykt en slapen weer in.
Nu, io komt er weer wat geld in
da schutterij kas. Maar waar ik my
ir voor, dat ik spoedig een drosohke
kryg."
„Ga naar den rijtuigverhuurder
Mabrenholz en zeg hem, dat hy da
delijk het rijtuig zendt, dat hij heeft
vergeten." verbeterde de tante rustig.
„Ik zal bet dadeiyk doen." ant
woordde Marie en ging weg. Eeoige
minuien later was ajj in het kantoor
van den rijtuigverhuurder.
„Dat is my ook een mooie geschie
denis," ving zij aan, „zeg eens, waar
om hebt ge niet gezorgd, dat bet ry
tuig voor was
„Waar, wie zyt ge?"
„Kom, boudt je nu maar niet zoo
onnoozel. Weet je dan niet, dat je
een rytuig moest zenden in de Augus-
tastraat bij mevrouw Von Altero
Op dit oogenblik ging een rytnig
de staldeur binnen. Marie was er
dadelijk by.
„Luister eens," riep zy vlug den
koetsier toe, „niet uitspannen. Ryd
spoedig naar de Angustastraat 44 en
dan met onze juffrouw naar de kerk."
Zy klom nu behendig naast den koet
sier op den bok.
„Dat gaat zoo maar niet," antwoord
de de rijtuigverhuurder. „Wij hebben
vandaag verscheidene rytnigen be
steld gekregen en er is geen enkele
meer over. Dus
Marie werd kwaad. „Is mevrouw
Vou Altern u dan niet goed genoeg?
Wij zyn solide lui."
„Loop naar den drommel. Dooh de
koetBier moet ten minste toch weten,
naar welke kerk hy moet ryden."
Marie begreep het en werd nu ook
een oogenblik verlegen. Doch ry over
legde snel.
„Naar den Dom natuurlijk," ant
woordde zy dadelijk. De rijtuigver
huurder gaf den koetBier een wenk
en ging in zyn kantoor. Hier bladerde
hij m zyn boek. „Heilige Katharina-
kerk,ingenieur Wolffaohlïger en juf
frouw Glaser," mompelde hij. Heii.
Ulriohassessor Virow en juffrouw
Baohter. Dom—arahandeisraad
Steins Iringaard met den baron Wins-
ieben. Zoo, zoo I Die heeren hebben
eigen equipage, eleobts drie zijn er
besteld, dat komt uit." Hy schreef
een rytuig meer op rekening van den
handeisraad.
haar den volgenden dag te mogen
opzoeken sn haar dan iets van baar
geliefden broeder te vertellen.
Charlotte van Wittungen was juist
den Doua binnengetreden, toen het
paar aan het altaar de lingen wisselde.
Zy bleef onwdlekeurig staan en ware
liefst teruggekeerd. Uit den bruilolts-
stoet naderde haar een huzaren-offi-
c er, die haar den arm aanbood en
baar naar het geselschap geleidde.
Welk eene nieuwe verrassing! Het
was hare vriendin E fride niet, die
;aer aan het altaar knielde en zij
zag geen een bekende. Het werd haar
duidelijk, dal zij in eene verkeerde
keik, m een haar geheel vreemd ge
zelschap wae geraakt.
De geestelijke had den zegen uitge
sproken en onder het spe'en van het
orgel ging men paarsgewijze van de
iapei naar den uitgang, waar aan het
pasgetrouwde paar de eerste geluk-
weasehen souden aangeboden worden.
De officier bleef met Charlotte een
weinig aohter en Btelde zich voor sIb
Eugen von Sobritz.
Verrast en tevens verheugd keek
Charlotte hem aan.
„O," sprak zij, „dan is u een vriend
van mijn broeder Hans Hans von
Wittungen. Hij heeft mij wel eens
over u gesproken."
£JEn nu was de heer Von Sobrits
zeer verrsst. Hij achtte zioh gelukkig,
de lieftallige zuster van zijn besten
vriend en kameraad te hebben leeren
kennen. Charlotte kreeg weder bare
vorige onbevangenheid en vroolyk-
heid terug. Zy traohtte daarby haas
tig weg te komen.
Von Sobritz beviel de wending die
de zaak nam in t geheel niet. Met
leedwezen geleidde hy haar naar haar
rytuig. Hy ontving echter vergunning
„Mynheerde Assessor, mynheer de
Assessor 1"
„Wat is er, myn engel?"
„Het rijtuig staat voor de deur op
u te waohten."
„Och, dat is maar onzin. Mijn wek
ker heeft nog niet gewekt, dus
„Maar het rytuig, mynheer de
Aieessor
Juist hoorde hy het klappen der
ftaep. Dadelijk keek hy naar dewij-
zerplaat. Drie uur. Zeer ontsteld sprong
hij zyn bed uit.
„Een cogenblikje, ik kom dadeiyk,"
riep hy den koetsier door het ge
opende venster toe. Haastig woelde
hij daarna in zyne kleederbast, totdat
by eindelijk al zyne kleederen bij
elkander had. Hy wasohte zioh slaohts
half en trok met verdubbelde baast
zyne kleederen saD. Tot overmaat van
ramp ontviel hem het knoopje van
zija boord. Dadelijk zette hij de stoelen
en de sofa weg en ging in alle hoeken
aan het zoeken. Ten laatste trapte hij
op het knoopje, dat midden in de
kamer lag, zoodat het in stukken was.
Terwijl juffrouw Wachtel Daar een
knoopje zooht, keek Kart naar zyn
wekker. Deze was niet op tijd afge-
loopen en had dat ook niet kunnen
doen. daar het wekkerhamertje was
vastgezet, wat Kurt niet had gezien.
Juffrouw Waohtel kwam ten laatste
met «en knoop aandragen en binnen
eenige minuten zat onze vriend in
het rytuig. Het was vier uur. De wagen
reed snel naar de Angustestraat, waar
men zeide, dat de jonkvrouw reeds
een half uur geleden in een eigen
rytuig alleen naar de kerk was ge
reden.
„Vooruit naar de Ulriohskerk,"
zeide hy den koetsier. Daar gekomen
ontwaarde bij dat da plechtigheid
reeds was afgeloopen en dat het
bruiloftspaar en de gasten waar
schijnlijk reeds lang thuis waren.
Dan near Hotel Kaiserhof. Daar was
men juist gereed zich aan tafel
zetten. Vluchtig en verstrooid bracht
hij het pas getrouwde echtpaar zijne
gelukwenachen en bood hij hunzyoe
i verontschuldigingen aan. Met zijne
blikken zocht bij zijne aangebedene
in de zaal. Eindelijk ontdekte hij haar.
Hy was voor haar toorn bevreesd.
Hoe verheugd en verrast was hij,
toen heao baar lachende blik trof 1
Neen, zij was niet vertoornd op henu
integendeel was zy vrooiijker dan ooit
en vertelde hem met kinderlijke ge
noegen haar avontuur. Ja, dat had
hij we! geweten zijne betoovorin? kon
zij niet weerstaanhem had nog nie
mand weerstand geboden. Slechts ten-
maal werd zyn zelfvertrouwen een
klein weinig gesohokt, toen zij van
Von Sobritz sprak, Dooh, de Hemel
zij gedankt, dat had geen ernstige
gGvolger. Onder het drinken van
eanige glazen Champagne dacht hij
er over na thans zyne liefdesverklaring
te doen, maar er deed zich geen ge
schikt oogenblik voor. Had bij tsaar
eenige oogenblikken met Saarlotte
alleen kunnen zyn 1 Nu dan morgen
maar
Daarna sneed hg de enveloppe open.
Er zat een dnbbele kaart in, waarop
hij op de eene zijde las„de verlo
ring onzer doohter. Charlotte, met den
lsten luitenant Eugen von Sobritz.
enz. Een oogenblfk later hoorde zyn
kostjuffrouw, juffrouw Machtel een
zwaren slag. Toen zij so el de kamer
binnenliep, vond zy hem leunende
tegen een tafel en in een hoek van
het vertrek de weggesmeten wekker.
(Naar hst Duits oh).
minder mee kan vereenigen, dat is
het optreden van die tamboers. Een
paar uur aohter elkaar, of de brand
uit is of niet, tippelen ze door hun
wyk„ramplanplan, ramplanplan,
ramplanplan I" dat een rustig burger
uit zyn slaap opvliegt en vraagt:
staan de Spsnj ileD voor de poorten
Waar blijft nu, vraap ik maar,
artikel 431 strafwetboek Kijk, iaat
ons eens een kleine berekening maken.
Haarlem telt omstreeks zestigduizend
ialen. Als ik nu aanneem, dat onze
-.es tamboers met bun geroffel vijf
duizend van die zielen wakker maken,
die op hun beurt weer vijfduizend
huisgenooten-ziek-n uit hun slaap
wekken, dan st6it dit volgens artikel
431, W. v. S. tienduizend misdrijven
vau nachtrumoer daar. Ais de Recht
bank die alle ging vervolgen en er
eiken Donderdag honderd^behandelde,
dan was ze daarmee precies in twee
ja.tr kiaar. Werd dan aan de tamboers
voor elke overtreding tien gulden
boete opgelegd (bij de hoeveelheid
is immers alles goedkooper) dan zou
net iedexsa tamboer tussohen dezes
tien- en zeventienduizend gulden kos
ten behalve natuurlijk nog de ge
rechtskosten. Nu wil ik nienu nd saxee-
ren, maar geloof toch, dat een gemid
delde tamboer door zoo'n sum aan
boeten vrijwel geruïneerd zou wezen.
„Alles goed en wel," zullen de tam
boers zeggen als ze dit lezen, „maar
daar komen we niet van in. Deukt
j die Fidelio soms, dat we voor ons ple-
Izier den halven nacht door de stad
Jloopen te trommelen? Neen, dat ge-
schiedt op last van onze chefs."
j 't Is my wel. Als ik maar weet,
tot. wie ik my heb te wenden, want
ik ben volslrekt niet voornemens het
er bij te laten zitten. Over een paar
dagen beleg ik een openbare meeting,
toegankelijk voor allen, die door bet
tromgoroffdl van Woensdagcaobt uit
hun slaap zyn geraakt au daa zal ik
Den volgenden middag gaf hij bij
Marie zijn kaartje af, dooh hoe pijnlijk
werd hij getroff-m toen hy hoorde,
dat Charlotte er niet meer was I Ge
wichtige famiiieaangelagenhed en had
den haar spoedig vertrek dringend
noodzakelijk gemaakt.
Hij overlegde nu ot hij de jonge
dame schriftelijk zyne liefde verkla
ren zou, of dat hij haar bezoeken zou,
Nog voordat hy in deze een besluit
bad genomen ontving hij een brief,
die, bi ykens het poststempel van
haar kwam. Hij drukt het couvert
aan zijn lippen en kuBte het schrift.
de navolgende motie aan de vergade
ring ter vaststelling voorstelleu:
„Tienduizend ontydig ontwaakte
„Haarlem°ahe ingezetenen, protestee-
rende tegen het in den nacht van
„Woensdag op Donderdag door trom
geroffel verwekte naohtrumoer, ver
„„zoeken den heer offioier van justi
tie bjj d« arrondissement® reobtbank
„tot vervolging van de tamboers of
„hunne lastgevers over te gaan. ten-
„zy laa'.stgenoemden bereid mochten
„worden gevonden, de opgemelde
„trommelslagers van rijwielen te voor
dien en hun te gelasten, de schutters
in hun wyk die brandpiket hebben,
„een voor ©6n achtereenvolgens te
„gaan porren, hetgeen huns inziens
„de komst van de sobuttery op het
„terrein van de brand zou bespoedigen
„e« de burgerij van naohtrumoer vry-
„waren."
Vroeger bob ik eens voorgesteld,
dat aan de infanterie het brandpiket
maar zou werden opgedragen, maar
toen heb ik gedroomd van een ouden
generaal in groot tenue, die my met
zijn sabel dreigde vau kant te maken,
a's ik daar ooit weer van kikken darf
de. Vandaar, dat ik op dit minder
gevaarlijke fie s-voorste'; gekomen ben
in de hoop, dat de burgery die slapen
wil (byna had ik geschreven de sla
perige burgery) eindelijk eens van
die aarts naohtrumoermakers, de
tamboers, ontslagen raakt.
De Burgemeester van Haarlem;
Noodigt, ingevolge de artt. 11, 12
en 13 der Kieswet, de mannelyke
inwoners dezer gemeente uit
a. om, wanneer zy in eene andere
gemeente over het volle laatstver-
loopen dienstjaar zijnde voor de
grondbelasting het dienstjaar 1895 96
vooi de pereoneele belasting het
dienstjaar 1895 96 en voor de ver
mogens en de bedrijfsbelasting het
dienstjaar 1895-96 in eene dier
Ityks directe belastingen zijn aan
geslagen, (wat de grondbelasting
betreft in eene andere gemeente of
in meer gemeenten te zamen tot een
bedrag van ten minste één gulden.)
daarvan door overlegging der over
eenkomstig het bepaalde bij art. la
voor voldaan geteekende aanslag
biljetten vóór den 15den Februari e.
k. te doen blijken
b, zoo zy mele eigenaar zyn van
onroerende goederen eener onver
deelde nalatenschap, maar hun naam
niet bij den aanslag in het kohier is
vermeld, terwijl hun aandeel in dien
aanslag ten minste één gulden be
drazgt, om daarvan vóór den loden
e. k. aangifte te doen
die krachtens art. 1b, aanspraak
meenen te kunnen maken om ge-
piaatst te worden op de kiezerslijst,
om daarvan voor zooveel noodig,
vóór den löden Februari e. k. aan
gifte te doen.
In verband hiermede worden in
herinnering gebracht de navolgende
artikelen der Kieswet:
Artikel 1 De leden van de Twee
de Kamer der Staten-Goneraal wor
den gekozen door de mannelijke in-
geze'enen des Ryks tevens Neder
landers, die den leeftijd van 25jsren
hebben bereikt, voor zoover zy over
het laatstv^rloopen dienstjaar in eene
of meer der Ryks direote belastingen
zyn aangeslagen, het te dier zake
vereohuldigde vóór of op den laten
Maart voldaan hebben, en
a. over het voile laatstverloopen
dienstjaar zijn aangeslagen in de
grondbelasting voor een bedrog van
ten minste 1 gulden, in de vermo
gensbelasting, in de belasting op be-
drgfs en andere inkomsten of naar
1 of meer der vyf eerste gronds'a-
gen van de personeele belasting,
zooals die is geregeld bij de wet
van lö April 1896 (Staatsblad No. 72);
of
b. Indien zij Diet overeenkomstig
bet bepaalde sub a zyn aangeslagen,
voldoen aan eene dei volgende voor
waarden
lo. dat zij als hoofden van ge-
sinnen of als alleen wonende perso
nen op den 31sten Januari sedert
den lsten Augustus van bet vorig
jaar hebben bewoond
krachtens buur, aohtet een volgens
in dezelfde gemeente niet meer dan
twee huizen of gedeelten van buisen.
voor elk waarvan, met of zonder
bybehoorenden grond of lokalen 3n
bijgebouwen, niet ter bewoning be
stemd, de werkelijke huurprijs per
week berekend, ten minste heeft be
dragen de som, voor de gemeente of
het gedeelte der gemeente waar het
huis gelegeQ is. vermeld in de bij
deze wet gevoegde tabel
of kraohtens eigendom, vruchtge.
Als het waar is, dat iemands ooreo
tuiteD wanneer er ergens over hem
geBproken wordt, dan moeten die van
allen die belast zijn met den reini
gingsdienst, hoozen en lagen, van
den wethouder af tot en met den
joogsten vuilnisbelt-leerling toe, wel
geduiende de laatste zes weken voort
durend hebbeu te keer gegaan. Laat
ons hopen, dat hunne trommelvliezen
er niet aan zyn bezweaeu.
„Wat 'a vuile straten, hé En die
reiniging doet tr maar niemendal
aun," dat was schering ea inslag 'bij
de gesprekken op straat en in huis.
Hoe erg het wei was, dat hoef ik niet
te beschrijven. Ieder, die evenals ite
door de zorgen voor het dagelijkech
brood gedwongenj was, er nu en dan
eens op uit te gaan, kent ze door
eigen aanschouwing die spiegelgladde
straten, waarin iedere kleine verhoo
ging een gevaar te meer was voor
den voet; die massa's sneeuw, waarop
de strompelende wandelaar voeten
kreeg zoo yskoud, alsof ze nimmer
meer warm zouden worden en dan
ten slotte' cle chocolapap, de sneeuw
in den toestand van ontbinding, die
nijdig dringt door de reten van de
zolen en waartegen de zwaarste wa
terlaars maar weinig vermag.
Met wagens vol is de rommel naar
de grachten gebracht en daar uitge
stort in (ie bijter, getransporteeia
naar de vuiluisbelt en opgestapeld in
f.fgelegen hoeken maar met scheeps
ladingen tegelijk kwam het nit de
lucht vallen. Daar was geen opruimen
i aan en ia beef nu ai bij voorbaat,
i wanneer ik bedenk welk een som
gelds ons diesneeuwruimerij toch nog
g rkost zal hebben.
Er zijn, nasr sohynt, op het oogen
blik veel mensohen ziek en ik houd
het er voor, dat menigeen ziek is van
slecht gekumeurdheid. Zoo kwam de-
zjr dagen neef Wouter nog bij mij
aauloopen on nauwelijks is hij de
kamer ic o! hij loopt naar den wand
en keert een paar mooie staalgravu
ren in lyst die ik daar heb hangen,
heeiemaal om, zoodat we den achter
kant te zien kregen.
„Wat beteekent dat nu weer?"
vroeg ik.
„Fidelio" zeide hij, „ik vrees datje
nooit wijs zult worden. Wat stellen
die twee giavures veur? Wiuterge
bruik of huur, eenzelfde vaartuig van
ten minste 24 kub. M.
2o. dat zy op den 3 lsten Januari
sedert den lsten Januari van het
laatatverloopon jaar by dezelfde per
soon, onderneming, openbare of by-
zondere instelling in dienstbetrekking
of als inwonende zoon in het bedrijf
of beroep der oudera werkzaam zyn
en als zoodanig over dat jaar een
inkomen hebben genoten als voor
de gemeente of bet gedeelte der ge
meente, waar zy wonen, ia vermeld
in de by deze wet gevoegde tabel;
of dat zy op den lsten Februari
in het genot zyn van een door eene
openbare instelling verleend pensi
oen van gelyk bedrag;
met dien verstande dat voor hen
die in beide gevallen verkeeren, soo
noodig ter bereiking van het ver-
eisohie bedrag, het inkomen en het
pensioen worden samengeteld
8o. dat zy op den lsten Februari
sedert een jaar den eigendom met
reoht van vrije beschikking hebben
van ten minste f 100,— (nominaal)
ingeschreven in de Grootboeken der
Nationale Schuld of van ten miast6
loO,ingelegd in de Rijkspost
spaarbank
4o. dat zy hebben voldaan aan
de eisohen van bekwaamheid, door
of kraohtens da wet ges'.eld voor de
benoembaarheid tot eenig ambt, voor
de vervulling van eenige betrekking
of voor do uitoefeuiag van eonig be
drijf of beroep.
Art. 2. Ooder hen, die den leeftijd van
25 jaren hebben bereikt, verstaat deze
wet hen, die dien Leftijd hebben be
reikt vóér of op den 15ien Mei. De
aanslag der vrouw in de Rijks directe
belastingen geldt voor haren man
die van minderjarige kinderen wegens
goederen, waarvan hun vader het
vruchtgenot heeft, voor hunnen vader.
Aanslagen in de grondbelasting we
gens onroerende goederen eener on
verdeelde nalatenschap gelden ook
voor den mede-eigenaar, wiens naam
niet bij den aanslag in het kohier is
vermeld, mit3 zijn aandeel in dien
aanslag ten minste één gulden be
draagt.
Door den aanslag in de grondbe
lasting, in art. 1 vermeld, worden de
hootdsom en de Rijksopcenten ver
staan.
Aanslag in de vermogens- of in de
bedrijf (belasting geeft geene aan
spraak op kiesrecht, indien hij het
gevolg is van 88ne met de waarheid
strijdige aangifte.
By de berekening van den werke-
yken huurprijs wordt maand huur tot
weekhuur herleid doordeeling met 4,
jaarhunr door doelirtg met 50. i
Bij de berekening van het inkomen
bedoeld in art. 16, 2 eerste lid wor
den vrije woning of inwoning en vrije
kost en inwoning gerekend op het be
drag, voor de gemeente of het gedeelte
der gemeente, waar zij genoten wor
den, vermeld in de bij deze wet ge
voegde tabelenkel vrije kost op bet
bedrag vermeld iu de laatste kolom,
verminderd roei dat vermeld in de
voorlaatste kolom dier tabel. Ove
rigens komt alleen geld in aanmer
king.
Indien het inkomenbedoeld in
art. 16., 2o., als vast week-, veertien-
dsagsch-, maand- of jaarloon is ge
noten en dit loon wegens ziekte of
verwonding gedurende ten hoogste
twee maanden niet, of niet ten volle
is ontvangen, wordt het geacht tot
hei normale bedrag te zijn genoten.
Indien gedeelten eener gemeente
in de bij deze wet gevoegde tabel
afzonderlijk worden genoemi, wordt
de grens tusschen die gedeelten door
O os, Gedeputeerde Staten gehoord,
bepaald en wknneer verandering van
omstandigheden daartoe aanleiding
geelt, gewijzigd. Van deze besluitea
wordt medeaeeüug gefaan in de
Staatscourant me' byvoeging van de
adviezen van Gedeputeerde Staten,
voor zoover by de besluiten van die
adviezen is afgeweken.
Art. 8. Voor de bevoegdheii
het kiezen van ieden der Provit
Staten gelden dezelfde regelen,
die W9lke in de artt. 1-5 vo«
bevoegdbnid tot het kiezen van
van de Tweede Kamer der 8l
Generaal zijn gesteld, met dien
stande, dat men bovendien inge
der Provincie moet zyn.
Art. 7. Voor de bevoegdheii
het kiezen van leden van dec
meenteraad gelden dezelfde re«
als die, welke in do artt. 1—5 vo
bevoegdheid tot het kiezen van
van de Tweede Kamer der Si
Generaal zyn gesteld, met dien
stande, dat men bovendien ingei
der gemeente moet zijn en dj
die niet vallen onder art. Ia.,
het volle laatstverloopen dienc
in de gemeente moeten zyn as
slagen in eene plaatselijke di
belaötiüg tot tenminste het
voor de gemeente of gedeelte d«
caeente waar zy wonen, vermei
de tweede kolom, der sub art. 16,
bedoelde tabel en hun aanslag
belasting op den lsten Maart
volle moeten hebben voldaan,
Art. 149. fly, die in de aanc
by art. 13 bedoeld (d. z. de ond
hierboven genoemde aangiftes)
zettelijk eene vaische opgaaf
aangaande een feit, waarvan dep
sing op de kiezerslijst afhankelijj
zyn, wordt gestraft met gevang
sfcral van ten hoogste éen jaar.
De aanslagbiljetten bedoeld
letter A en de bewijsstukken, b
aangifte onder letter B bedi
waartoe moeten behooren het
«la-ïbiljet of door den ontvangei
waarmerkt duplicaat daarvan,
opgaaf van het bedrag van het
deel in den aanslag en de noi
bescheiden ten bewyze vau he
meensohappelijk bezit, worden c
vaststelling der kiezerslijsten aai
langhebbenden teruggegeven.
Modellen voor de aangiften bej'
onder B en C zyn ter Secretarie
deeling onderwijs) kosteloos veri
baar.
Haarlem, 6 Februari 1897.
De Burgemeester voorn,
BOREEL.
BINNENLAND.
Miateigaaal.
De minister van marine kee
directeur ©a commiinoant darnjq
ie Am sterdam, den vice-admiraai
Bosch gemachtigd om in overleg
den inspecteur yau het loodswee
het 3:ie district een commissie ea
te stellen, bestaande uit den iiii
teur, twee zeeofficieren, en een ofi'
machinist, ten einde het door
heer G. J, Pistere alhier uitgedj
mist en afstandssignaal gronde
onderzoeken.
Hoe kraealig de geluidstroom
dit signaal is. blijkt uit hst feit,
toen het Donderdag te Rotterdai
proefi is, bet geluid duidely
's Graveshage, een afstand van
M. gehoord is.
Atjuh.
De correspondent te Batavia
N. B. Ci. seinde onder dagteeie
van Vrydsg
Zes compagnieën onder aanvof
van Van Heutsz hebben Indrapt
bezet.
Het blad teekent daarbij aac
volgende:
„üit dit telegram vernemen wi
nu Iadrapoerie ats legerplaats
de colonne in de XXII Moekimi
trokken is, in plaats van het 6
meter dichter by Kota Radja geli
Sarnahani. Wij wenschen onzel
sche soldaten geluk met die vert
ring.
Begrijpelijk is het, dat hetlnd
ziohten net eene ia een grootode"
solate ijsvlaktein de verte sie je de
as ve.n de aarde, die een grooto ys-
beer zit te smeren 't kan ook wel
een grillig gevormde ysklomp wezen,
dat weet ik zoo precies niet. Höï an
dere is een straat, een Amsterdam-
sohe straa!, veronderstel ik, want al
de lui die or in wandelen zien er zoo
grootateedsoh uit en daarin eeo vieze,
vette, grijze, brciine, vuile pap van
meeuw. Is het nu niet idioot, ya ik
zeg idioot,om binnenshuis zulke som
bere, doodsohe wiutergeziokten op te
hangeu in den tyd, dat je buitenshuis
niets {anders dan dat te zï6n en te
voelen krygt? Op zoo'n manier raak
je uit de rnieè e van dit seizoen hee
lemaal niet vandaan."
„Wat wou jy dan, onverbeterlijke
mopperaar
„Ik wou, dat de mensohen hun huis-,
kamer inrichtten naar het seizoen,
's w'nters een heel, licht behangsel, om
van het beetje lioht dat er is, geen
straaltje te missen, daarop kleurige
afbeeldingen van zomergeziohten het
m9er van Genève, de golf van Napels
derge'ykeu. Maar zomers een
donker behangsel om het felle
licht wat te temperen 6n mooie
winterlandsohappen, bijwijze van
kfkoeling wanneer je verhit en
bezweet thuiskomt. Ik zou nog verder
wilieu gaar. en ia den winter een
lio'it|Ivloerkleed willen hebben, met
lichte, kleurige meubeltjes en in den
zomer dat alles in stemmiger kleuren,
maar ik voei, dat dit een beetje te
lastig en te kostbaar worden zou."
Wouter," zei ik, „je kletst (altijd
met je welnemen) je kletst als Kas,"
maar hij scheen zelf schik in zyn
denkbeeld te krijgen en ging voort
„daar heb ja nu de concerten van
het Gemeentelijk Muziekkorps. Wan
nest worden die gegeven Alleen in
den zomerMaar man, dan hebben
we gean opvroulijkiog noodig en mu
ziek genoegdaar zijn de firma
Laar en hare collega's, échte of
maak Italianen en Italianinnen,
orgels die je aan een loopende
doen denken en dan de vogels-
blieft ude vogels, die heel
mooier trillers slaan dan waart»
beste klarinettist van Kriene
van zyn loven zal kunnen ko
Maar 's winters, weet je, hoorei
niets anders dan het loeien vaD
wind en het getjilp van een hsl
hongerde mtisch. Welnu, laat dai
korps van Kriens eens tweeman
de week met volle muziek doo
stad trekken en je zult zien, wal
opwekkend genot dat voor do bui
zal wezen."
„Klaag maar niet", zei ik,
week heb ie nog de gelegen heil
had, het korps te hooren blazen,
„Ja, met de serenade. Zeg ecu
had tot dusver gedacht, dat een
nade iets met den avond had o
staan, dat het woord afkomstig
van eoir, „avond".
„Je zult het mis hebben," ze:
„want deze is midden op den
gehouden en hot is toe ook
gegaan."
„Maar waar was de coramieBW
de zaak georganiseerd had
„Die was op den achtergrond
bleven, uit bescheidenheid, een
zenswaardigo bescheidenhei': ;,|B.
vendien wisten ze heel goed, d»
heer Kriens het best afkon. Die;
nog e-m», Wouter, een universe!
lenc. Nauwelijks was hy klaar
dirigeeren van het korps, of
moest hij een aanspraak boude:
uen Commissaris der Koningin-
kan z omaar niet iedereen."
„J9 hebt gelijk", zei hij.
FIDELI