De geut van den misdadiger.
RUBRIEK VOOR DAMES.
VARIA.
Ik ben er steeds toe geneigd ge
weest alles van do praotisobe zijde
te beschouwen en deze eigenschap
werl door mijn beroep nog sterker
ontwikkeld; ik was namelijk gedu-
recde znesr dan twintig jaar aan dei
geheime politie verbonden. Een po
litieambtenaar, die zoo dikwgle met
het werkelijke leven in aanraking
komt, heeft ook geen tgd, ona zioh
met bijgeloovige ideeën op te houden.
Desniettegenstaande ben ik jaren
lang in de vaste overtuiging geweest,
dat ik mgne betrekking aan den
geest van eonen beruchten misdadi
ger te danken had.
Ik was destijds drie-on twintig jaar,
oud en zeer ijverig met het oog op
twee diageüten eerste wilde ik
spoedig oarrière maken en ten tweede
wilde ik trouwen. Met de laatste
aangelegenheid had ik nog de meeste
haast, want mijne bruid wae een der
schoonste en beminnelijkste meisjes
der 8taddooh ik stelde do bevor
dering voorop, daar ik zonder deze
niet mijn doel kon bereiken. Ik
wijdde mij due mei zulk een ijver
aao mgno plichten, dat mijne supe
rieuren mij spoedig met hunne op
merkzaamheid vereerden en mij eon
schoonen toekomst voorspelden. Op
een avond in de laatste week van
September 1873, zat ik in mijn ka
mer en daoht er ever na, wat ik zou
kunnen doen, ora mij eens zeer ver-
dienstelgK te maken; ik betrapte rog
op den W3nsch, dat er hier of daar
efns wat verschrikkelijks mocht ge
beuren, waardoor ik in de gelegen
heid zou kunnen kornan uit te blin
ken- Terwijl ik zoo zat te peinsen,
zeide plotseling iemand aohter mij:
„G edeo avond, mijnheer Parker!0
It: kesk onmiddellijk om. Het was
bijna donker in de kamerik had
de lamp nog niet ontstoken. Niette
min zag ik dnidelgk, dat er een man
maast mijne latafel op een stoel zat.
Deze stoel stond tusschen de latafel
en de deur, de vreemdeling moest
dus mijne kamerdeur zaohtjes geo
pend en plaats genomen hebben, óór
dat hij mij toesprak.
.Goeden avond," zeide ik, tamelijk
koeltjes zijn greet beantwoordend,
„Ik heb u niethooren binnenkomen.")
Bij deze woorden liet mijn bezoe-)
ker een onderdrukt gegrinnik hooien.'
.Dat geloof ik zeer goed," ant
woordde hg, „lieden zooals is maken
niet veel geraas."
Ik zag nem nu wat eoherper ia 't
geicat. Hy was groot en sterk, had
een grof gezioht Diet een platten neus
en een puar kieine zwarte oogen,
die van onder zijne stoppelige wenk
brauwen mg aanstaarden. Naar zijne
kleeding te oordeelen, behoorde hij
tot de lagere volksklasse. Hij had
een rok van grove, wollen stol aan
en eene gekleurde, zijden balsdoek
om den hais in zijne handen draaide
hij onophoudelijk zijn bonten muts.
„Wat wilt ge eigenlijk van mij
vroeg ik.
;U wilt immers spoedig bevorderd
worden
Zeker, zoo spoedig mogelijk I
Nu, dat doet roy genoegen, zeide
hijluister dan oplettend naar het
geen u zult booren. Als gij mijnjraad
volut, zal men u prijzen voor uw slim
heid.
Spreek dan, riep ik, want ik
meende hem reeds te doorgronden.
Ik veronderstel, dat je een v^-n
je collega's wilt verraden tegen een
geldelijke belooDing?
Neen, dat is mijne bedoeling
niet. Hebt u al eens van vlugge Jim
gehoord.
Van vluggen Jim 1 Ik zou geen
politieman moeten zijn, cm niets van
dien kerel geboord te hebbenHij
was een der sluwste en beruchtste
inbrekers van Engeland. Lang ge
leden w&b hij wegens inbraak door
bet Nordminater gerechtshof tot tien
jaien dwangarbeid veroordeeld. Toen
ng twee jaren had gezeten, was hij
uit Portland ontsnapt en wist hg aan
de g herigste nasporingen der politie
te ontkomen. Natuurlijk heb ik van
vlugeen Jim gehoord, antwoordde ik,
wat weet je van hem
Hij is op het oogenblik te
WeBlford en is van plan, heden nacht
diefstal te plegen en wel in bet huis
van m&vrouw Singleton, eene oude
dame die in de Mapletonstraat woont.
Zij is verbazend rijk en heeft slechts
vrouwelijk dienstpersoneel in huis.
Jim heeft het begrep.n op hsar tafel
zilver, dat eene aanzienlijke waarde
vertegenwoordigt. Omstreeks iéa uur
des nachts zal hij het keukenraam in
klimmen, door de woonkamers naar
de eetzaal Bluipen en daar trachten
de zilverkast te foroeeren.
Dat klinkt alles heel fraai, ant
woordde ik doch het komt mg wel
wat avoutuurlgk *oor. Gg moet mij
eerst zeggen, wie ge zijt, en hoe ge
op het spoor van vluggen Jim zijt ge
komen. Ik zal dit in bet proces-ver
baal vermelden. Ik keerde mij oco,
teneinde rogn schrijfgereedschap te
halen, waarvoor ik nog geen halve
minuut noodig had, doch toen ik mg
weer omkeerde, was hg verdwenen
De deur was gesloten en toch had ik
ze noch hooren openen, noch sluiten.
Bliksemsnel 6tormde ik de decru t
en keek lacga de smalie trap naar
beneden niemand was te zien. Ik
liep naar beneden, waar mgne hospita,
juffrouw Mirriner, met een kennis
stond te praten.
Juffrouw Marriuer, riep i£, plot
seling haar onderhoud storende,
welke richting heeft die kerel inge
slagen, die zooeven van boven kwam
Juffrouw Marrïner zag mg verbaasd
aan.
Er is niemand naar benedenge
komen, tenminste in de laatste drie
kwartier niet.
Onzin, zeide ik ongeduldig, daar
juist is een man vertrokken, dien gg
voor ongeveer twintig minuten bij
mg moet gezonden hebben.
Juffrouw Marriner sohudde het
hoofd.
Neem mij niet kwalijk, mijnheer
Parker, zeide zij scherp, maar ik ge
loof, dat gij óf te diep in het glaasje
hebt gekeken, èf dat gij mannetjes
in de maan ziet.
Den volgenden nacht stak ik een
geladen revolver bg rog en beeafrog
nsar het buis van mevrouw Single-
ton. Toevallig kends ik de huishoud
ster, eene vrouw van middelbaron
leeftijd, die niet voor een klein ge
ruchtje vervaard wae. Zg stemde er
in toe, dat ik mg in de eetzaal zou
verbergen.
Tegenover de zilverkast stond
een etenskast, vanwaar uit ik de ge
heels ruimte overzien, den dief' be
spieden en hem op het juiste oogen
blik grgpen kon. Kort na midder
nacht, toen alles in huis rustig was,
Blcot ik mij in do etenskast. In het
paneel daarvan, bevond zich een
breeds reet, die het mij mogelijk
maakte alles te zien wv,t er voorviel.
Reeds spoedig hoorde ik een geluid,
dat. mij tot waakzaamheid aanspoorde.
Het was een geluid, door het kraken
van hout of bet zaohtjes openen eener
duur veroorzaakt. Eenige minuten
later kwam er een man binnen, die
oen dievenlantaarntje in de hand
hield; het was vlugge Jiaa in eigen
persoon. Hij ging bedsard te werk.
Eerst liep hij naar het venster en
onderzocht dat d2&rna liep hij naar
de Iksst, waarin ik ademloos hom
gade sloeg, en rokte aan de deur.
Vervolgens sloot hij de kamerdeur
sa wijdde du al zijn aandacht aan
de zilverkast. Hg plaalste zijn lan
taarntje op een stoel vóór de kast
en haalde een verzameling van in
brekers-werktuigen te voorsohgo, zóó
uitgebreid als ik nog nimmer gezien
had. Daarmede ging hg onhoorbaar
en ving aan bet werk. Jim was
eenigsdx^s zwak gebouwd en schijn
baar niet gespierd, terwyl ik mg mag
beroemen op een sterzen en buig-
zamsn lichaamsbouw. Kwam het dus
tot een strijd, dan wa? ie ongetwijfeld
ia het voordeel. Ik had echter het
gevoel, alsof hij een revolver verbor
gen hieid, dieu hg als laatste middel
zou kunnen gebruiken. Het was
daarom mijn plan, zoolang te wachten,
totdat hij zich over het deurslot ge
bogen zou hebben. Dat oogenblik
kwam spoedig.
Jim was met zijn voorbereidende
maatregelen gereed en ging nu aan het
werk. Ik stortte mg op hem, en ter
wijl ik het werktuig uit zijne banden
rukte, gaf ik hem oen siav, die hem
tegen den grond deed vallen. Hij
uitte een kreet van woede en verras
sing en begon zich als een Blang on
der mgne knie te kronkelen. Terwgl
ik hem met eene hand onderhield,
beproefde ik raet de andere de hand
boeien uit mgn zuk te balen. De
inbreker maakte van deze gelegenheid
gebruik, om een scherp noes te voor
schijn to halen. Hg bad zich op dan
rug gewenteld en stak met het dolk
cries naar rag. Ik weerde dan stoot
af; daarbij .echter drong het mes in
mijn linkerarm en ik voelde een
warmen stroom bloede langs mgn arm
loop en. Dat maakte mij woedend;
ik greep een der stalen werktuigen
en gaf mgn tegenpaitij daarmede zulk
een geweldigen eiag op het hoofd,
dat hg voor dood bleef liggen.
Daarna deed ik hem vIuï; de hand
boeien aan en bond ook zijne beeneu
vast, waarop ik mijne verwonding
onderzocht. H=t mes had eene ga
pende wonde veroorzaak?, die hevig
bloedde. Dcoh zij scheen niet gevasr-
lyk en toen de huishoudster daarop
juist binnenkwam, legde zij er een
stevig verband om. Ik snelde toen de
straat op en riep dan etisten den
boelen politieagent, met wiens hulp
ik den inbreker naar het politiebureau
overbracht. M^t een gevoel van trots
gaf ik dssr mijn chef kennis van
mijn vangst.
„Hoe! vlugge Jim, Jacob Blander!
sou je geBuupt hebben onzin Par
ker l"
Ik bracht hem in da cel, waar Jim
door ren dokter werd onderzocht
„Ge hebt gelijk, zeide hg verbaasd,
nadat hij den gevangene opmerkzaam
had aangezien, hij is het werkelijk.
„Dat is zeer gunstig voor je."
Daar ik door bet bloedverlies
eenigszine uitgeput was, ging ik naar
huis, om wat te slapen.
Dc dokter bad raijn arm onder
zocht en mij verzekerd, dat de wond
in korten tjjd zou genezen zyo. Toen
ik mijne woning binnenkwam, za^
ik denzelfden vreemdeling die mij
des avonds reeds zoo geheimzinnig
hai bezocht, in mijn leuningstoel
zitten. Hg stond op toen ik binnen
kwam.
„Na, mijnbeer Parker," zeide hg.
ik hoop dat u Jim te pakken hebt.
gekregen Ik gaf een toestemmend
antwoord. „Ha zoo," zeido hij, diep
ademhalend, „dat doet mij genoe
gen."
Na moest ik er toch achter zien
te komen wie die man eigenlgk was.
„Gaat u zitten," zeide ik daarom,
„ik zou u iets willen vragen." Ik
trok mijn oveijas uit en hing die
aan den wand
„Vertel u mij nu eens," zeide ik,
terwgl ik mij naar hem toekeerde,
maar de woorden bleven mg in de keel
steken de man was verdwenen Nu
werd ik tooh een weinig ongerust,
ik snelde haastig de trap af, doch
bevond, dat de huisdeur gesloten
was, zooals ik ze eenige oogenblik-
ken geleden bad verlateD. Ik keerde
naar mijn kamer terug, niet in staat
tot geregeld denken. Ik kou geen
oplossing voor dit geheimzinnig raad
sel vinden.
Toen ik den volgenden morgen
aan hel politiebureau kwam, deelde
men mij mede, dat de dief mij
wensehte te spreken. Ik begaf mg
naar zgn cel, waar hij met een ver
band om het hoofd lag. Zooals de
dokter oonstateerde, had ik hem ge
dacht getroffeD.
Op mijn vraag, wat hij verlangde,
gaf hij ten antwoord: „Ik zou gaarne
willen weten, hoe gij mg op het
spoor zijt gekomen. Ik kan er een
eed op doen, dat geen sterveling bui
ten mg iets van mgn plan wist."
„Een van je collega's heeft je ver
raden," antwoordde ik.
„Dat is oEmogelgk, ik heb geen
collega's, ten uiinBte bij dezen dief
stal volstrekt niet."
Ik beschreef ham den vreemdeling
en vroeg of hij dan niet iemand ken
de, die er zoo uitzag. Terwgl ik
sprak, vertoonde Jiaa's gelaat een
uitdrukking van sohrik; 6lk® kleur
was van zijn gezicht verdwenen.
„Ja, zsker, ik weet wie dat is,"
zeide hij, toen ik uitgesproken had,
„dat is Barksea Bill, met wien ik
vroeger dikwyla omging. Dooh gij
moet zgn geest gezien hebben, want
bg zelf is drie jaar geleden gestor
ven."
Door deze bovennatuurlijke ver
klaring der zaak, waa ik niet weinig
verwonderdik dacht nog dikwijls
er over na, toen Jim reeds lang aoh
ter de veilige muren van Portland
zat.
Natuurlijk maakte ik promotie en
trad dan ook spoedig ia het huwe
lijk. Bg ons huwelijk kregen wij
van mevrouw Singleton een aan
zienlijk; geschenk, uit dankbaarheid,
dat ik haar voor een bednidend ver
lies bad bewaard. Het geluk diende
mg en ik werd van lieverlede boo-
ger in rang. Hoewel mijne kennissen
rog dikwijls uitlachten om mijn bg-
geloof, was ik toch vast overtuigd,1
dat ik ragne eerste bevordering aan
den gesst van Bzrksea Bill te dan
ken had. Jaist vijf jaren na de ar
restatie van vluggen Jim, reed ik van
West'ord naar Sheffield; te Leeds
moest ik overstappen. In den wag
gon, waarin ik piaats nam, bevond
zioh slechts éen reiziger. Toen hg
tag sanzag, herkende ik in hem
direct mgn geheimsincigen bezoeker,!
ofschoon hij thans veel beter gekleed
was. Ik geloof dat hij aan mijn ge
laat zag dat ik schrok.
„Goeden dag, mgnhesr Pa7ker,"
zeide kg lachend, „ik zie, dat u mg
nog kent. U hebt mg veel te danken,
zou ik denken
„Zeker," antwoordde ik, „dat heb
ik niet vergeten. Denk eens aan, ik
heb n tot nu, ai die vijf jaren lang,
voor een geest gehouden. Na moet
u mij echter zeggen, hoe ge dien
avond in mijn kamer en weer er uit
zijt gekomen."
Hij brak uit in een Eobaterlachen.
„Dus u hebt mg voor een geest ge
houden? Nu, dan toch zeker wel 70or
eea goeden Overigens was het
geen kunststuk, men moet sieohls
eene deur onhoorbaar open en dioht
kannen doen."
„Maar ik volgde u op dea voet en
keek u na."
„Ik woonde voor eenige dagen in
hetzelfde huis. Gj zaagt naar beneden,
terwijl ik naar boven was gegaan.
Gij hadt mij op het dakkamertje kun
nen vinden. Ik vertelde hem, wat
Jim in de cel omtrent hem had ge-
zegd."
„Jim's schuld was het zeker niet,
dat ik niet gestorven ben, antwoordde
hij, h$ trachtte mij te vermoorden
en liet mij hair dood op den weg
liggen. Toen zwoer ik, dat, indien ik
weer gezond mooht worden, ik hém
vroeger of later betaald zou zetten.
Ik liet mijn misdadig handwerk varen
en wgdde mg geheel aan mijn vroe
gere beroep, dat uit goteoscheppen
bestond. Mee dat werk was ik juist
in de nabij oeid van m©7ronw Single
ton's huis bezig, toen ik vluggen Jim
zag. Ik kon wel vermoeden, wat bg
in het echild voerde, daar ik van het
zilver der oude d^me gehoord had.
Ik bespiedde een of twee nachten
zgne voorbereidends werkzaamheden
eu wiet ongeveer, hoe hij te werk
zoa gaan. Omdat u bg de geheime
politie was en het dichtst bg mg in
de buurt woonde, deslde ik u het ge
val mede. Dit is alles."
„Maar ge wist mg zoo precieB tgd
en omstandigheden op te geven,"
merkte ik op.
„Na, op dat punt had ik onder
vinding, ik heb menig jaartje in Port
land doorgebraoht, dat kunt u geioo-
ven. Maar dat u mg voor een geest
hebt aangezien 1 Ha, ha, ha, gij
moet destgds tcoh nog een onerva
ren politieman geweest zijn."
Misschien had hij daarin gelijk. In
ieder geval heb ik wat van Barksea
Bill geleerd, mamelijk: dat, ais men
een huis doorzoekt, men zoowel naar
boven als naar beneden moet kijken.
Bewerkt door eene Dame.
LX.
Onlangs las ik in een ernstig vrou
wentijdschrift een heele beschouwing
over het huren van een dienstbode.
Daar werden allerlei gegevens aaG de
hand gedaan, .noodig om een goede
keus te kunnen doer. Zoo werd op-!
gemerkt, dat een keukenmeid niet
beneden dertig jaar moet wezen, om
dat ze anders de kunst van koken
niet in de perfeotie kan verstaan; er
werd voorgeschreven, dat oen kinder
meisje een prettig en aantrekkelijk
gezicht behoort te bebben om bare
verschijning voor de kinderen tot een
aangename te maken. Voorts moest
de keukenmeid wel energiek wezen,
omdat ze ia hare fabriek van eet
waren zooals de kenken gevoeglijk
genoemd kan worden, altijd oogen en
ooren flink open moet hebben en in
sommige gevallen een kloek en snel
besluit dient te nemen; een kinder
meisje mag evenwel weer niet ener
giek zgn, want dan zal ze geen ge
duld bebben om den hal ven dag
achter een kinderwagen te loopen. En
zoo voorts en zoo voorts. Er ontbrak
nog maar aan, dat da kleur van de
oogen en de vorm van den neus werd
voorgeschreven.
Bij het lezen vsn al deze voor
schriften dacht ik wat zou er niet
g6beuren, wanneer de dienstboden
bare meesteressen eene konden kie
zen Zouden er dan niet vele huismoe
ders voorbg gegaan worden. Er wordt
maar al ie vaak van dienstboden
het onmogelijke gevergd. Als de vrouw
dos huizes des morgens opstaat met
hoofdpijn, aan het ontbijt dientenge
volge een donker gezicht zet, on
vriendelijk is en uitvalt bij het minste
of geringste dat er gebeurt dan
moet dat alle3 worden geschoven op
rekening van de hoofdpijn ©n haar
dus worden vergeven. Maar wanneer
de dienstbode slecht gesl*p?n beeft,
er betrokken uitziet, geen Irek heeft
in haar boterham en wat kort is in
hBre antwoorden, dan klaagt de huis
vrouw dien middag aan hare beken
den over Mietje, die zoo norsohisen
een kieskauw begint te worden. Het
is haar zolfs niet ingevallen, t9 ver
onderstellen dat Mietje misschien on
gesteld kon zijn. Had ze dat bedacht,
Mietje er naar gevraagd en hasr «en
weinig ezu de oologne gegeven, dan
!rou ze haar hoofdpijn waarschijnlijk
niet beter gemaakt, maar toch zeker
de band tussohen haar en hare dienst
bode versterkt hebben.
De tgd is voorbij, dat ook in def
tige burgerkringen de dienstboden ;n
den regel aan tefel met de familie
aten. Wij laten haar nu in de keuken
en in ds lange winteravonden zit se
daar, wanneer er g©9n tweede meid
ie, alleen. Er zijn tientallen huisvrou
wen die niet bedenken, dat het meisje
dat hare familie en kennissen eens,
hoogstens tweemaal inde week, ont
moet, behoefte hesft aan eene attentie.
Hoort men de gesprekken, die gevoerd
worden orer de dienstboden, dan kan
men daaruit leeren, dat volgens
veeleischende meesteressen de dienst
bode moet zijn: Flink voor hatr
werk, vlug, maar niet slordig,
altijd netjes gekleed, vriendelijk rnasr
niet al te zeer, want stroopsmeren
verafschuwt mevrouw; bij de hand,
want eea „doeije", dat niet op een
gegeven oogenblik weet te bandelen
is lasiig evenwel niet al te bij de
band; want dan zgn ze licht brutaal;
geheoht aan hare ouders, want dat
behoort zoo te zijn, maar niet al te
veel, want dan loopt ze te vaak naar
huisniet kortaf in haar spreken,
maar ook niet al Ce woordenrijk, want
don babbelt ze maar aan de deur;
niet te mager, omdat bet dan is alsot
ze niet genoeg te-eten krijgt en niet
te dik, want dan wordt se maar
vadsigze moet geen mooi gezicht
hebben, omdat iedereen haar dan het
hot maakt, maar ook niet leelijk, want
altyd op een leelijk gezicht, te moeten
kgken is niet aangenaam.
Deze eisohen zijn nog wel met een
dozgc te vermeerderen, maar iedereen
(behalve de huismoeders die ik bedoel)
begrijpt al, dat bovengeschetst ideaai
niet te vinden is.
Maar oek de dienstboden scheppen
zich een ideaal van hare meesteres
een die haar vriendelgk toespreekt,
die niet uitvaart, wanneer ze een en
kele m&al iets verkeerd doet of be
derft, die belang stelt in haar persoon
en in hare wecschen en verlangens;
die baar eens een extra keer uit laat
gaan, wanneer haar aanwezigheid niet
nodig isdie haar beschouwt als
menBc-h ea behandelt als lid van het
'gezin er zijn huisvrouwen, die min
of meer aan dat ideaal voldoen, maar
er zij er ook (en bg tientallen) die,
wanneer de dienstbode hare meesteres
kiezen kon, zich haar geheele ieven
lang zonder dienstbode zonden moe
ten behelpen.
Heete azijn met zout geeft een
helderen glans aan tin, zink en koper.
-- Zwarte k.eedingfltukken kunnen
goed schoongemaakt worden met
zwarte koffie verdund met water en
vermengd met eea weinig ammonia.
De tanden worden wit door ze
te wrijven met een aardbei.
Met hel branden van pasiilles
koffie of andere artikelen wordt de
lacht in e 3D kamer niet gezuiverd.
FrisBche iucht kan alleen van buiten
komen door de ramen open te zetter;.
Om fluweel op te frisschen wordt
een eenvoudig middel aan de hand
gedaan. Bevochtig het flink aan den
verkeerden kant en houd er dan een
heet ijzer over, natuuilgk zonder het
fluweel daarmee aan te raken.
Wanneer men de handen gewas-
sohen heeft verdient het aanbeveling
om in de palmen een theelepeltje
voi havermeel te wreven. Het maakt
de handen zacht en is absoluut on
schadelijk.
Ik eindig met de gebrnikelgke
recepten
Ijspudding.
Een half pond rijst koken met 7
8 kopjes water, 3Ü ons suiker, de
geraspte schil van drie citroenen, het
sap van twee en een wijnglas rhum
er door heen mengen.
Het mengsel in een omgespoelde
vorm doen.
Saus bij ds ijspudding.
Laat kan melk koken met een
stokje vanille; roer daardoor een eet
lepel aangemengde sago, neem de
saus dan van het vuur en roer er
drie eierdooiers door.
SEMENÖD NIEUWS.
Uit den griekaoh-turkgchen
krijg.
Een merkwaardig staaltje van zon
derlinge taktiek wordt door den cor
responded van „Politiken verhaald
op gerag vsd een Ocstenrgksoh offi
cier die het peval bgwoonce.
Het, wis bg Veleatino. Een Griek-
sche batterij stond buiten bereik van
het Turkscbe vuur op de hoogte.
Plotseling hoorde *en eeu dof ge
dreun en op korten afstand kwam
een escadron Turksche ruiterij tegen
de helling cpgaloppeeren. De Grie
ken gaven terstond vuur, maar de
ruiters lieten zioh ia vollen galop
langs do zijden van hun paarden
hangen, zoodat sleohts weinigen wer
den gewond. Nog een tweede laag
werd gegeven, waardoor een half
dozijn ruiters met hun paarden om
rolden, Hsaar de rest zat in een oogen
blik midden tusachen de artilleristen, j
Een vreeselgk verward handgemeen!
ontstond nu. Men vocht met sabels
revolvers en geweren, en wierp elkaar
zelfs met steenen, terwijl links en
rechts de paarden steigerden en weg-1
renden. Met doordringende stem
hoorde men de Turken roepen :„Krets!
Kreta!-', hun gewone oorlogskreet in
de gevechten man tegen mau.
Na een paar minuten was alles
voorbfi. Met een verlies van onge
veer 100 docden wsrden de Tarken
teruggeslagen.
Een gaDEoh ander geval, maar dat
nog wel zoo treffend is, vinden wij
eveneens door bedoelden correspon
dent vermeld.
In een klein piaatsje bij "VeleBtino
kwam op een avond een jong Griekech
officier aan. MaltimiattiB heette hij:
hij was een vluchteling. Hongerig,
dorstig en half kranszinnigvanancst,
viel hg de eerste de beste woning
binnen Men gaf hem te eten en te
drinken, maar toen haalde de beer
des huizes esn geladen pistool voor
den dag en reikie dat den 7lucnte-;
ling toe terwgl hg zeide: „Ziezoo,nu
is 't masr het best voor u, dat gs u
doodschiet. Gg zgt een ellendeling
en uw epauletten zgn eea schande
voor het Grieksche leger."
De jouge cffioier barstte tn tranen
uit. Op een-, eebter greep bg het
pistool en zei: „Ge hebt geigk. Ik
moet mij doodschieten. Maar ik wil!
eerst aan mijn ouders en aan mijn
meisje schrgven."
Hij schreef zgn brieven, sloot en
adresseerde ze, plaatste toen het
pistool tegen zijn hoofd en drukte af.
Hij viel dood op den grond.
Hoe moet men zoo iets verklaren 1
vraagt Cavliog, de correspondent.
Hoe ia hot mogelijk da', iemand, die
koelbloedig aan zijn ouders en zijn
meisje schrijft en dan zioh doodkalm
7oor 't hoofd schiet, eenige uren te
voren als een haas aan den haal ging?
En hij vindt de varklaring in de om
standigheid, die hij reeds meermalen
vermeldde: de legendarische vrees
der Grieken voor ai wat Turksch is.
Tegenover andere vganden zouden
alle Grieken zeker onverzetieliik stand
hebben gehouden, maar de Turken
vrees zit enkelen zóó in 't bloed, al
hun kinder vertellingen zijn er sinds
eeuwen zóó vol van. dat een Grieksch
regiment spoedig door paniex wordt
aangegrepen.
Dui vel8kaar ten.
Albert L'ngow i3 een van de meest
beroemde kaartspelers in Noord-Ama
rikade keizer van de kaarten, do
vorsi van de troef. Op een avond dat
hij laat in eene baitenhsrberg kwam
om deze nog te bereiken, t:ad on
middellijk nadat hij de deur was bin
nengegaan een ander in hetzelfde
vertrek en toen hg een avondmaal
bestelde, hoerde bg eene stem achter
hem zeggenhetzelfde voor mij.
Ds twee mannen staken na het
souper hun pijp op en toen zy bij den
haard zaten, sloeg de laatbinnenge-
komene voor, om een tgd te korten
door een partijtje kaart te spelen.
Lingow r.am het voorstel aan en be
stelde kaarten, maar deze bad d6
waard niet.
Ik heb de mijne bij me, zeide
zijn lotgenoot, alleen ze zijn wat
vreemd.
Als er maar harten, ruiten,
klaveren en schoppen in zijn, zal het
wel gaan.
Die zijn er in. Wat wilt ge
spelen
Een partijtje éoarté, dat ia nog
het beste spel om met twee te spelen.
Best, ea voor hoeveel spelen
we
Bepaal dat maar. Voor hoeveel
wilt ge?
Honderd dollars de vijf punten.
Man, je weet niet wat je zegt
dat kunt ge niet betalen.
Ik beu rijker dan ge misschien
denkt en de kaartan zjjn van mij.
Lingow telde en betastte de kaarten
en het spel begon. Hg nam zijn kaar
ten op en keerde eohoppenuas, maar
een huivering overviel hem de schop
penaas was rood.
De ander gliml&ohte even en nam
eveneens zijn spel in handen. Lingow
bemerkte nu dat alle sohoppen en
klaveren rood waren, de harten en
ruiten daarentegen zwart. Dat gaf
haar een vreemd uiterlijk; maar al
versohilde de kleur, zg behielden tooh
hare gewone waardemen behoefde
zich maar aan dat verschil te gewen
nen, voor een speler als Lingow was
dit eene kleinigheid. Maar jawel, of
het zijn souper was, waarbij hij een
goed glas had gedronken, of de grog-
jee, die zij daarna samen gebruikten,
of alleen de invloed van die zonder
linge kaarten, dat rood in plaats van
zwart en dat zwaitin plaatB van rood,
die bloedrooden sohoppenaas, die
j h6ile klaveren, die ruiten die- op graf
zerken geleken, die 3warte harten ah
het hart van een judas, kortom die
allen te zamen en vereenigd maakten
zulk een indruk cp hem, dat hij er
zijn blik op de kaarten door verloor.
Zgn tegenspeler won d-eeuepartjj
na de andere. De beroemde speler
betaalde en de andere streek kalm
het geld op: 'tis eett bewijs, zeide
hij, dat zelfs de Deste speler met
bestand is tegen de geringste afwij.
king en dat in deze wereld, mijnheel
Lingow, alles sleohts kleur ia, niets
dan kleur, dat is: sohgn.
De geheugenleer van Christ of
Ludwig Poehlmann.
De heer Poehlmann, of liever zga
geheugenleer, heeft in den laatstun
tijd nogal eens van zich doen sprskea.
Een slecht geheugen is een kwaal
va» den dag, omdat er zooveel van
onze memorie gevergd wordt, en men
zich den tijd voor een nauwkeurige
waarneming niet gunt. Daarom zal
het menigeen verhengen te vernemen,
dat hem hier redding schijnt te wor
den geboden. Of het resultaat wer
kelijk beantwoordt aan wat ons wordt
beloofd, kunnen wg niet beoordeeien,
omdat de eenige Amsterdammer, die
onder de vele getuigsóhrilfgevers in
den prospectus se vinden ie. een be
woner van de Govert Flicokstraat,
juist verdwenen was, toen wjj er hem
naar kwamen vragen, een geval, dat
zioh in dera omgeving wel eers meer
voordoet. Maar voor zoover wij de
methode door de lectuur alleen kon
den beoordö8ien, schijnt het niet al
te roekeloos om zijn tgd en zijn geld
aan een proef te wagen. Want de zaak
kest geld en de heer P. ia zelfs niet
goedkoop: f 36 voor privaatles, en
f 15 voor onderwgö per brief. Ziet
men echter kans een kla«se van 100
aean of meer te formeeren, den komt
men er met f 6 af. Ea wie de stadie
per brief aanvangt, verplicht zich voi- ei
geus een stukje papier dat or ter tee-
i-ening ïb bggevcegd, om f 60 te ba
len aan zgn meester voor ieder, a^n
wien hg de zaak meent verk appen.
Wij toekenden echter niet, en kunnen
er dus wei iets van zoggen.
De methode bestast in eea syste
matische oefening van het geheugen,
door de oefening van onze waarne
ming met dikke en dunne strepen
op een atnk papier, die men maar
even mag zien en die men dan goud
in zgn geheugen raoet hebben, en
door gersgeia uit 't hoofd toeren van
een zestiental woorden, die samen
eenig verband hebben. Dan moet men
zelf zulk® seriën mjiken en leeren.
Van veel belang is ock het suostitu-
eeren van cijfers door consonanten,
om op die wijze voor getallen, slechts
woorden te behoeven te en.hou len.
Dit is zeker niet kwaad, maar de
voorgestelde woorden schijnen soms
ook niöt zeer voor de hand te liggen.
Zoo moet men, om te weten, dat de
oppervlakte van de Zuiderzee 65 vier-
kanten K.M. is, de woorden „schoon-
land" onthouden, waarvan de begin-
letters 65 vormen. Dit complement is
misschien te steik. Om geboorte- en
sterftejaren van beroemde mannen te
onthouden, zoekt men een woord, dst
met hun naaai verband houd öd dan
tevens het getal uitdrukt. M«ar dat
men van Dante moet komen'op thee
tante, hooge steen, toonsohaal om
het geboortejaar, 1265, te weteo, en
van daer op dea mond om 1321 het
jaar vaa zgn sterven,, te onthouden,]
zou men allicht niet in eene beden
ken. Bg ftsfaei Sanzio is het ra'ssctiien
nog onverwachter. Dan gaat hetMa
donna, moeder, droeve Ma isgei 1483;
tranen, waterdiep, leus iBgel. (1)520.
Voor het aanieersn vdn talen wii de
heer P., met tec eenigsz-ns gewaagde
toepassing van het feit dat bij reohts-
handigen het spraakcentrum in de
hersenen links het meest ontwikkeld
ia ea bij linkshandigtn omgekeerd,
de menschen beide bandon luien oefs-
ten cm hen soo in het genot van
hun goed ontwikkelde spraakcentra
te stellen. Om in het dagelij ksoh ie
ven namen niet te vergeten, die wan
hoop van velen, kannen de leerlingen
weer gebruik m&ken van een slim
migheid, ea van een eigenaardigheid,
die men gemakkelijk kaa ontbonden,
op den naam komen. Zoo geeft iaoge
neus, iang, miten, mijnheer Van -ier
Matenfraaie etem, minnes.mger,
middeleeuwen, mej. Oademans. Ten
minste voor hem di6 dit ontaoulen
kan. Zoo erg zeker komt or.s deze
wijze van redding uit den nood nog
niet voor.
Kortom, er is in de methode wel
een en ander dat ons op het eerste
gezioht minder bevalt, maar dit is
allicht te verhelpen en bet beginsel
is zeker niet kwaad. De Mnemotech
niek, de kunst om het geheugen te
oefenen, is reedB oud en ieder beoefent
ze zoowat op zgn manier, om door
kunstjes allerlei ie onthouden. Maar
de geheugenlooze zal er meer voor
deel van hebben als bij zioh syste
matisch oefent, zooala de heer Puehl-
mann het hem leeren .an. H.
Modern.
Mevrouw A. Gg zegt, de Sinit's
hebben honderdduizend gulden ge-
erfd. Dat rcan ik niet gelooven
Mevrouw B. Ea waarom niet?
Mevronw A. De lui zgn nog altgd
zoo aardig en beleéfd jegens hunne,
bekenden.
Gastheer. Wie heeft juffrouw S.
overgehaald te zingen
Gastvrouw. Meneer K.
Gastheer. Zon je denken, dat hg
haar ook weer kan bewegen op te
houden