Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. Eene Huwelijksreis, 14e Jaargang. laandar 21 Juni 1897, No 4284 HAABLEM'S BAQBLAD Voor Haarlem per 3 maande* Y*«r «ie dorpen in den omtrek vraat te* Age*t gevestigd is (kor* dei- gemeente), per 3 maande* Franco door het gcheele Rijkper 3 aaaand** Afawaderljjke nummers 0kffitta*reerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 wiaa/ide* dt onautreke* «a franco per post f 1.9# AJDVTETRTBnsrTlSaST: Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door oiust Agente* en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Dit blad verschijnt, dagelijks, behalve op Zom- en Feestdage*. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor M Buitenland: Compagnie Générale de PubUcite Elrang'ere G. L. DAUBE dt Co. JOH# F. JONES, Sucr.. Parijs 31bis Faubourg Mont martre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betredende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan net Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën ran 15 lepels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0.30. Agenten voor dit blad in tien omtrek zijn: Bloemen daal, Zandpoort en >rh„'r.n, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstedeJ. LEUVEN, i>ij Ie tol: Spaarndo/n, C. HARTENDORP; ZandvoortJ. ZWEMMER; Heide VelsenJ. OOSTERHOF; IJmuidm, T.JADEN Beverwijk Tï. JUVGERIE, Koningstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aa Dit nummer bestaatuit twee bladen. EERSTE BLAD. Brieven uit Perzie. X ISFAHAN, S Mei 1897. In een mijner vorige brieven ver meldde ik, dat men algemeen ver wachtte, bij gelegenheid van het Per zische nieuwjaar (21 Maart) een aantal veranderingen te zullen zien in liet. bestuur der verschillende provinciën, en werkelijk hebben toen, voor zoover hier bekend is, in ccnige plaatsen verwisselingen van gouverneurs plaats gevonden, zooals bijvoorbeeld te Bus- hire, waarvan de nieuwe gouverneur onlangs hier passeerde. Ongelukkiger wijze is men hier echter, door het gemis aan couranten, en wijl de in den bazar cireuleerénde geruchten zoo weinig geloofwaardig zijn, ge woonlijk al zeer slecht op de hoogte van hetgeen in andere deelen des rijks voorvalt en is het dus ook in dit ge val niet met zekerheid te zeggen, hoe veel of hoe weinig grootwaardighêids- bekleeders hunne plaatsen hebben moéten inruimen. De Khans van de Bakhtiaiis, wier doorreize ik eenigea tijd geleden vermeldde, schynen ech ter te Teheran eene goede ontvangst te hebben genoten, en in hunne waar digheid te zijn bevestigd geworden. Het gebruik brengt in Perzie mede, dat, wanneer een gouverneur zyne plaats behoudt, ter bereiking van welk doel hij dikwijls reeds van te voren rijke geschenken in geld of kostbaar heden aan den Shall en enkele in vloedrijke personen in Teheran heeft moeten zenden, Zijne Majesteit hem met het nieuwe jaar een Khalat (let terlijk eerekleed, doch waarmede be doeld wordt een vorstelijk geschenk, na eens in den vorm van een rijk geborduurden mantel, dan weder in dien van een schoon paard of eenig ander artikel van waarde) vereert, hetgeen voor den ontvanger een teeken is dat hij zich in de blijvende gunst van den vorst mag verheugen, en ge durende no^ een jaar zjjn ambt raag blijven bekleeden. Tot brenger van zulk eenen „Kha lat" wordt gewoonlijk iemand geko zen, wien men, om de eene of andere reden, eene onderscheiding wil laten te beurt vallendoor den ontvanger van het eeregeschenk wordt hem voor zijne moeite steeds een rijken „anam" (fooi) ter hand gesteld, en aldus ontvangt, hij voor bewezen diensten van den vorst eene belooning, die de zen zelf niets Kost. De met den „Kha lat" begiftigde gaat hem gewoonlijk een zekeren afstand buiten de stad tegemoet, om daar in de eene of andere aan den weg gelegen karavanserai of tuin op eene plechtige wijze het ge schenk in ontvangst te nemen, en draagt er goed zorg voor, het den volke te laten weten, dat bij opnienw met eerbewij zingen wordt overladen, Dientengevolge is dan ook de dag van het „Khalat puthidaro" (het aantrekken van het eerekleed) een halve feestdag; honderde menschen, op ezeltjes, te paard of te voet be geven zich naar buiten, om van het grootsclie schouwspel getuige te zijn, ên overal in den omtrek van de plaats, waar de plechtigheid moet plaats vin den, is het dan eene drukte van be lang, en ziet men schilderachtige troe pen' van wit geturbande en kleurig uitgedoste oosterlingen, met hooge zwarte schapenvaclitmutsen getooi de mirzas en gouvernementsbeamb ten, en in een donkerblauw over kleed gehulde en van witte sluiers voorziene vrouwen, waartusschen wan delende theeverkoopers, met al de ingrediënten voor hunne nering om liet lichaam gebonden, zich van plaats tot plaats voortbewegen, en venters van suikergoed, vruchten en andere versnaperingen hunne waren op een tapijtje op den bodem hebben uitge spreid. Na eenige maanden zonder eersten minister te hebben geregeerd heeft Z. M. het toch wenschelyk geacht, weder iemand tot dit ambt te be roepen en is zyne keus gevallen op den Amin-ul-Mulk, die thans met den minister voor het krygswezen den Firman-Firma en den minister van buitenlandsclie zaken, den Amin-ed- Dowleh een drietal vormt, dat. de macht in handen heeft. Naar men zegt, zijn. *11 e drie grootwaardigheids- bekleeders den Europeanen welge zind, ea geneigd, den Westerschen invloed hier te lande te doen toene men, doch in hoeverre zy er in zullen slagen, blyvende verbeteringen tot stand te brengen, zal de tijd moeten leeren. De Barman-Firma staat tot den shall in nauwe familiebetrekking en zyne zuster is eene van diens meest begunstigde echtgenooten, der halve is vooral zjjn invloed niet ge ring, hetgeen, naar men zegt, soms tot 'merkwaardige intriges leidt. Zoo vertelt men, dat do wederkeeiige nieuwjaarsgeschenken van den shall aan diens jongeren broeder, den Naïb- es-Sultaneh, en van dezen aan Z. M. de laatste een kostbare vaas door hem eenvoudig waren achterge houden, wyl de Naïb-es-Sultaneh zich niet in zijne vriendschap mocht ver* heugen. Laatstgenoemde schijnt echter lont te hebben geroken, en. er in geslaagd zijnde eene met eerst- gezondene overeenkomende vaas machtig te worden, zond hy zy- nen broeder ook deze met de bood schap, dat nu het paar compleet was. Dat schijnt Z. M. eenigszins de oogen te hebben geopend, en liet ge rucht gaat, dat hij over deze kleine intrige van zijnen minister meer of minder ontsticht was, doch in hoe verre dit op zijne gedragslijn ten op zichte van dezen van invloed zijn zal, is tot nog toe onbekend. Een der ambten, die hier ter stede met het laatste Perzische nieuwjaar in andere handen overgingenis dat van Kar- ghozar. Een daaraan beantwoordende Hollandsclie benaming is hiervoor niet te geven, doch de taak van zulk eenen handen twee of drie ringen dragen. ambtenaar is feitelhk om disputen te regelen van Perzische onderdanen met het gouvernement of met vreemde lingen evenwel degene, die tot nog toe dit. ambt bekleedde, was den Eu ropeanen slechts bekend, niet door zijnen ijver, om geschillen tot een goed einde to brengen, doch door zijn streven, om hen door mooi praten te bewegen hem geschenken te vereeren. Zijn sinds oen paar weken aangeko men qpvolger, iemand die liet Per zische gouvernement als consulair agent up eenige plaatsen in liet bui tenland vertegenwoordigde, schijnt intussehen instructiën te hebben be komen, met meer energie op te treden, tenminste kort na zyne aankomst moet hy den beiden zich, gelijk vroe ger beschreven, met alle" mogelijke zaken bemoeiende hoofdpriesters offi cieel hebben te kennen gegeven, dat zij zich met disputen tusschen Euro peanen en kooplieden of karavanen- voerders niet verder mogen inlaten, noch met die tusschen Armeniërs en Perzen, noch met. het missiewerk der Engelsche zendelingen ouder de tal rijke in Isfahan woonachtige Israëlie ten. In al deze gevallen Verklaarde hij, dat hy de door het gouvernement aangestelde jpersoon was, om deze te regelen en dat, wanneer door Chris tenen of Joden iets gedaan werd, het geen den Mahomedanon aanstoot gaf, of den Islam nadeelig was, de pries ters niet, gelijk zij dat in de laatste jaren maar ai te dikwijls deden, op 'eigen gezag daarover in de moskeeën meer mochten prediken, doch dat zij daarvan dan aan hem moesten kennis geven en hij dan van gouvornements- wege de noodige maatregelen zou ne men, om die redenen tot. ergernis te verwijderen. De regeling klinkt zeker zeer schoon, maar nu blijft liet nog de vraag of die ook in de praktijk zal worden uitgevoerd, en of de thans reeds zoo lang een eerste viool ge speeld hebbende moullas zoo maar voet stoots dit nieuwe gezag zuilen erken nen. Wat het nieuwjaarsfeest is voor de Perzen een lente feest is het Paaschfeest voor de Armeniërs. Gelijk de Perzen met den Norocz, draagt op Paschen. en. nog wel gedurende de geheele Paaschvvcek. schier ieder Armeniër een nieuw kleed, en het is vermakelijk, om door de straten van Julfa wandelende, de schreeuwende, en vaak niet de minste harmonie ver- toonende kleerencombinaties dier nieu we costumes to aanschouwen. Men ziet dan helroode, gras groene, oranje- of kanariegele en paarsche jassen bij de mannen en even hard gekleurde japon nen by de vrouwen en de dames van de welgestelde Armeniërs maken gretig van deze gelegenheid gebruik, om hunne kostbaarheden massief zil veren ceintures, gouden oor- en vin gerringen en halsketenen, vaak kwis tig versierd met diamanten en andere edelgesteenten, vooral saffieren, die in de mijnen van Mishapur bij Mes- bed in grooten getale gevonden wor den ten toon te spreiden, en komt het menigmaal voor, dat sommigen hunner aan iederen vinger van beide Gedurende de gcheele week wordt de tijd gepasseerd met by elkander bezoeken'af te leggen, waarbij dan thee, wijn en arak gedronken wordt en onnoemelijke hoeveelheden zoetig heid gegeten, waarvan het natuurlijke gevolg is, dat van de mannelijke le den der families Isommigen zich schier dagelijks in kennelyken staat bevin den en de vrouwelijke leden en het jonge geslacht op andere wyze de schaduwzijde van hun feestvieren ge waar word< Dit jaar werd in de" Paaschweek een deel van het programma, ingeno men door eene Armenische liefheb- berij-comedie in het gebouw hunner nationale school, een der beste en grootste gebouwen van Julfa, waar van een vleugel tot tooneel was in gericht. Het voorscherm en de cou lissen hestonden uit gordijnen van gedrukt katoen, doch de beide, elkaar afwisselende achterschermen, het eene voorstellende een landschap en het andere een kamer, waren geschilderd op wit katoen, de voorstelling echter niet uitmuntende door schoonheid van koloriet of juistheid van teekening. Tot verlichting dienden eenige pe troleumlampen, en voor voetlichten een rij kandelaars van verschillenden vorm en grootte. Muziek was er in den vorm van twee speeldoozen, die men alleen gedurende de pauzen liet spelen, soms gelijktijdig twee ver schillende arias. Het gekozen stuk was een drama uit de armenische ge schiedenis, waarin koningen en bis schoppen benevens eenige krijgsover sten voorkwamen - de laatsten ge kleed iu roode Engelsche uniformjas sen en met modornc zonnehelmen op het hoofd, maar zoo nauw moet men het ook niet nemen met. vergifti gingen en andere ijselijkheden, kortom een echt vreeselyk stuk, wel geschikt om op de zenuwen van het publiek te werken, en het was dan ook niet te verwonderen, dat dit de acteurs met daverende toejuichingen beloonde. Eenigen der spelers kweten zich ech ter vrij wel van hunne taak en hadden klaarblijkelijk wel eenigen aanleg, zoodat. wanneer zij, ïnplaats van eenmaal per jaar. zich meer geregeld oefenen konden, en wat minder ijse- lyke stukken kozen, zij wellicht een vrij goed resultaat zouden kunnen bereiken. Uit de keuze van het stuk blijkt evenwel de nationale geest der Arme niërs, en ofschoon hunne natie naar alle hoeken des aardbodems verspreid is, leeft, gelijk bij hunne stamver wanten in Turkye, in hun binnenste nog altijd de hoop, eenmaal onafhan kelijk tc zullen worden onder een Armcniseh Koningshuis. Over het algemeen genomen, is het. lot van de Armeniërs in Perzie vrij dragelijk; wel is waar zijn zij in de meeste ge vallen ten achter gesteld by de Ma- homedaansche bevolking, maar, of schoon zij in vroegere jaren nu en dan wel veel van onderdrukking te lijden hadden, is sinds de troonsbe stijging van den vorigen Shah (Nasr- ed-Din) eigenlijke vervolging onbe kend, en is er van gruwelen gelijk die, welke onlangs in Turkije bedre ven werden, geen sprake. Hoe het in de toekomst zal gaan, valt natuurlijk niet tc voorzien, maar, gelijk uit de bovenbedreven benoeming van den nieuwen „Karghozar" blijkt, ligt het althans niet in de bedoeling van liet tegenwoordige gouvernement om het voetspoor te volgen van. den Sultan van Turkije. ST ADSNiEU WS. eerste en derde Pagina. Haarlem. 19 Juni 1897. Naar wij vernemen zullen de door de Haarl. 1 lachvereeniging gedurende het seizoen 1897/98 te geven concer ten plaats hebben op Dinsdagen 14 December 1897, 11 en 25 Januari, 15 Februari en S Maart 1898. Van deze vijf concerten zullen er waar schijnlijk minstens vier met medewer king var. orkest zyn, terwyl het be stuur zich voor liet optreden van solisten reeds de toezegging heeft weten te verzekeren en uog hoopt te verkrijgen van verschillende eerste artisten op vocaal en instrumentaal gebied. Echter eerst na afloop der onderhandelingen, die thans naar aan leiding der gehouden vergadering der combinatie van vereenigde concert- besturen, plaats vinden, zal daarom trent iets definitief vermeld kunnen worden. Ons verzoek aan de Redactie van de Opr. Haarl. Courant, om mede te deelen welk blad in Haarlem zij be schuldigt van het overschrijven barer geschreven bulletins, is niet beant woord. In haar Nr. van gisteren doet zij er verder liet zwygen toe. Wij wenschen niets liever dan met onze oudere en grootere zuster in wede te leven, maar tegen deze wyze van doen komen wij krachtig op. Het bericht in quaestie noemde weliswaar ons niet, maar duidde ons voldoende aan, daar er sprake was van een gedrukt Bulletin en wy het eenige blad in Haarlem zijn, dat dit heeft uitgegeven. Na ons artikeltje in het Nr. van 1 dezer moet de Redactie der O. H. C. begrepen hebben, dat zij een onware beschuldiging liad geuit en was het haar plicht geweest, zich daarover te verontschuldigen. Nu zij dit heeft na gelaten, laten wij de qualificatie van hare handelwijze met volle gerustheid over aan het oordeel van het publiek. Het eenige wat wij er van zullen zeggen is ditdat wij ons voor der gelijke wijze van doen zouden scha men Het Bestuur der Nyverheidsver- eeniging voor goud en zilversmeden te Schoonhoven heeft zich met het Bestuur van hét Museum van Kunst nijverheid te Haarlem in verbinding gesteld ten einde uit de verzameling van genoemd Museum het materiaal te ontvangen om gedurende de va cantia in de lokalen der teekenschool te Schoonhoven eene tentoonstelling op het. gebied van het goudsmidsvak te houden. Deze tentoonstelling zal omvatten: Oorspronkelijk-drijfwerk als ook gal- vanoplatischè reproduction van bij zondere werkstukken, proeven van bewerking, op liet gebied der incrus tatie, van mello en van het email, afbeeldingen van oude zilversmids- werken, ontwerpen tcekeningen en photografiën van nieuwe werken en verder eene verzameling teekeningen en werkstukken der leerlingen van de aan het Museum verbonden school voor Kunstnijverheid. Door het Haarlemsche Museum werden in de laatste tyden kleine vak- tentoonstellingen georganiseerd in ver schillende inuustrieële plaatsen van ons land. De laatste werden gehou den in Helmond en Almelo en de directie van het Museum is steeds bereid met belangstellenden die oene tentoonstelling voor de industrieële ontwikkeling hunner omgeving wen schelyk achten, in onderhandeling te treden. Het strykkwartet-Robert, hetwelk hier in den afgeloopen winter met veel succes vier séances gaf. heeft zyne studieën voortgezet en stelt zich voor in 't a.s. coneertseizoen hier ter stede weder 4 séances te geven en ook in andere plaatsen van ons land op tc treden, te beginnen met Amster dam. De Algemeene Muziekhandel, directie Stumpff en Koning zal zich met de regeling belasten. Museum van Kunstnijverheid. Op liet Museum van Kunstnijver heid alhier zullen aanstaanden Zondag en enkele volgende dagen tentoonge steld zyn een verzameling oorspron kelijke teekeningen van vogels, voor het grootste gedeelte inlandsclie doch eenige Noorsche en Oostindische soorten. Deze vogels werden geteekend en met kleuren opgewerkt door den chi rurgijn den heer S. H. W. van Tregt geboren in 1790 te Dordrecht, die tevens naturalist eu verzamelaar was. Deze teekeningen zijn niet alleen voor wetenschappelijke doeleinden van beteekenis doch geven ons tevens wenken hoe de vogels met betrekking op vorm en kleur voor decoratieve samenstelling kunnen worden toege past, zooals trouwens de Japansche kunst en andere stijl-richtingen uit vroegere tijdperken ons veelvuldig aantöouen. Zondags is de toegang vrij. De Storm. Wanneer iemand in dit blad van daag opruiming van winterjassen adverteerde, of voor civielen prijs een vulkachel te koop aanbood, dan zou den we ons daarover niet eens bijzon der verbazen. Met dezhn storm en deze regenbuien zouden we ons best kunnen verbeelden, in Maart of No vember te wezen, wanneer niet de boomen met hun vollen bladertooi er ons aan herinnerden, dat het zomer is. Op Zandvoort waar nu niet zoo heel veel boomen staan, heeft men zich zeker moeilijk kunnen voorstel- 2) De laatste woorden hadden iets van de uitwerking der trompetten van 'tlaatste oordeel, want de slaap- dronkene sprong op, draaide zich eens op hare hielen om en stond dan vast. „Mijn meester is vermoord?" vroeg zij, hare hand naar het voorhoofd brengend. „Hoor ik goed droom ik Is 't waarheid „Helaas, 'tis waar." Een gil, gelijk dien van een roofdier, dat men zyn jong ontnomen heeft., weerklonk door de ruimte. Zy staaide als een zinnelooze in 'trond. Smart en woede maakten zich van haar meester. „Die snoodaardzuchtte zy, „hy heeft dus zyn doel bereikt Al myn maatregelen hebben dus niets gebaat, h|, hij wilde mij immers niet gelooven. „Hebt ge dan iets vreeselyks verwacht?" vroeg de conducteurdoch zij hoorde hem niet meer, maar ijlde naar de coupé waarvan de deur openstond. Haar eerste blik trof den doode; met een jammerkreet wierp zij zich op het lijk. „Myn arme. mijn lieve goede meesterkreet zij. „Helpt hem toch Laat hem niet doodbloeden Haalt den geneesheer 1" „Die is reeds hier", sprak de dokter, terwyl hij haar trachtte van het lijk terug te trekken, „uw meester is niet meer te helpen, hij is dood." „Dooddood I" schreide Dorothea. „Ik wist immers dat het zyn ongeluk zyn zou, maar hij bleef by zijn meening 1 En gy lïebt den moordenaar laten ontvluchten 1" riop zy woedend„maar dat doet niets, mij zal hij niet ontkomen." „Gij kent hem vroeg de hoofdconducteur. „Ut ik hem ken! Er is maar een „Zorg voor uwe meesteres", viel de dokter haar in do rede, „zij heeft uwe hulp noodig." De oude kamenier maakte eene beweging als wilde zy dit verzoek van de hand wyzenspoedig echter kwam zy tot betere gedachten. Zy wendde zich van het lyk af en keerde tot de jonge vrouw; daarbij viel haar blik op den nog steeds aan dier zyde vertoeven- den reiziger en met een waarlijk wild huilen vloog zij naar hem toe. „Daar is hy immers, de ellendige, de lage moorde naar I" kreet zy en sloeg hare nagels in zyn armen. De jonge heer weerde haar'af. „Dat wyf is waanzinnigde schrik heeft liaar het verstand benomen," zei h| terwyl bg zich verhief. „Men zou het kunnen worden tengevolge van zulke misdaad", antwoordde zij..maar ik ben het niet, ik heb mijn verstand zoo goed als u, en ik herkende u bij den eersten blik, Benno Treuenfeld." „Die ben ikhet valt mij niet in mijn naam te willen verloochenen. „Beuno Treuenfeld," vroeg de geneesheer, „dezelfde die onlangs van de Kaap teruggekeerd is?" „Dezelfde." „Dezelfde, die gezworen had. mijn heer te vermoor den viel hem Dorothea in de rede, „en hij heeft het gedaan." „Dorothea!" riep de jonge vrouw, „hoe kunt gy zoo iets vreeselyks, zoo iets ongehoords beweren! Benno Treuenfeld een moordenaarZij was opgesprongen alle krachten scheen zij in eens te herwinnen, haar ge zicht werd doodsbleekdoch hare groote, gryze oogen fonkelden by deze gramschap bijna onheilspellend uit haar schoon gelaat. „Omdat wij n verzwegen, wat gebeurd is, daarom gelooft gy het. niet", sprak de oude iets zachter, maar altijd nog luid genoeg, om door de aanwezigon verstaan te worden, vervolgde zij„of omdat gij hot niet geloo- yen wilt. De arme heer wilde niet, dat gy er iets van vernemen zoudthij zelf wilde ook niet gelooven, dat hy vervolgd werd." „Wie vervolgde hem?" vroeg de hoofdconducteur. „Die, die daar!" antwoordde Dorothea, op Benno Treuenfeld wyzend. „Hy heeft, gezworen hem te ver moorden „Vrouw, g\j liegt!" riep de jonge heer. „Hem ueer te schieten, waar hy hem treffen zou", sprak Dorothea, zich niet storende aan hetgeen Benno zei, „mevrouw heeft het hem en mij geschreven. Up inyne knieën heb ik hem gebeden naar huis terug te kceren; hy wilde niet Nauwelijks liet hij zich bewegen om zijn reisplan te veranderen. Hy wilde niet hooren, nu heeft hy moeten voelen: zoo kort by huis heeft hem de moor denaar getroffen." Dorothea had deze woorden zoo vlug gesproken, dat het onmogelyk was, iets in het midden te brengen, zelfs wanneer de hoorders dit trachtten te doen. Benno Treu enfeld vouwde de armen voor de borst en keek de oude vry aan. „Benno, wat wil ze zeggen vroeg de jonge dame met trillende stem. „Is oiis samentreffen op dit verschrik kelijk uur meer dan enkel toeval Hij legde haar de hand op den arm. „Stil, stil,Erna", bad hy en zijne stem klonk zacht en weemoedig, „niet hier wil ik u dit nader verklaren. Het is eene lange geschiedenis, vol dwalingen en laster, die ik u verhalen zal." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1