„A ha. ik bcgryp het" zeide de vreemde lieer, .zijne Hoogheid reist incognito. Ik herken hem echter, want ik heb hem wel eenige koeren te Ober hof gezien.® Zobals te begrypen is hadden de beide haarlemscne neeren daarna teel schik over deze vergissing. Wellicht dat behalve door eene ge lijkenis in het uiterlijk de man zich ook had laten misleiden dooi- de eer waardigheid, den oudsten tourist eigen, èn als vijftigjarige èn als lid van Haarlems vroedschap. BINNEN LANO HAAGSCHE BRIEVEN Och, och, wat is ons arme Haagje gehavend in den nacht van Vrijdag op Zaterdag 't Heeft iets van een jong dametje in een mooi neteldoekschen jurk uitgegaan, oen hoed met bloemen als een tuin, maar zonder parapluie en dan overvallen door een stort bui. Wie had nu op een hevigen noord- westerstorm kunnen rekenen De barometer stond ordentelijk goed, zelfs 750 millimeter; de wind was zuidwestEnlin, dat hebben we weder gehad en we zijn er nog schappelijk afgekomen. Onze bosschen en plantsoenen heb ben natuurlijk geleden en de tooi van groen in straten eu op pleinen, waarmede onze stad zoo coquetteert, is niet gespaard gebleven. Woudreu zen die men nog honderd jaren zou toegedicht hebben, zijn als strootjes afgeknapt en wat wrak stond ging per se omver. Bij tientallen zijn in en om de stad do gevallen hoornen te tellen, terwijl de wandelwegen als 'herschapen zijn, bedekt, met een tapijt van te vroeg neergedaalde bladen en afgerukte rijsjes. Scheveningeu is er natuurlijk weder 't ergst aan toeMaar ik bedenk daar, dat ge dit alles in bizonderhe- den vinden zult in de groote bladen. Dat er eenige iu aanbouw zijnde woningen voor de kracht van den wind bezweken, spreekt wel vanzelf, gegeven de meer dan luchtige wijze waarop die toonbeelden van moderne architectuur in elkaar geflanst wor den. In hevigheid kwam deze Noord wester den Decemberstorm van 1895 nabij, maar natuurlijk was 't gezicht dat Schevcniugon toon opleverde, veel imposanter, met liet oog op sneeuw en ijs. twee niet te verwaarloozen accessoires voor een tooneel van ver woesting. Bovendien was toen de strandmuur er niet, zoodat de verwoesting aan de kust destijds aanmerkelijk grooter was. De strandmuur, hoe gevaarlijk ook voor de schuiten die daartegen dreigden te pletter te slaan, heeft be wezen, dat hij voor de verdediging der kust uitstekend is. Nu geen weg slaan van duin en open wegen. Alles heeft, de kracht van zee en wind getrotseerd - - als een muur Of het kustwerk geloden heeft, zal nog moeten blijken, maar 'tis, na een oppervlakkige inspectie blijkbaar niet het geval. Wat weder onomstootelyk gebleken is, is ditdat de Scheveningsche vloot hoe dan ook, behoefte heeft aan een veilige ligplaats. Maar of het ooit zoover komen zal ge weet, dat ik tot de twijfelaars behoor. Minder twijfel koester ik van den afloop der Ikerstemmiugen in het dis trict den Haag (districten II en III). Ik acht de verkiezing van de lieercn Conrad en Pijnacker Hordijk vrij waarschijnlijk. De heer Conrad heeft op zijn tegen- candidaat, tien heer Lc Bron dc Vexela voor, dat liy ccn populair man is en deze niet. De heer Pynacker Hordijk zou stellig bij eerste stemming reeds ge kozen zijn. indien de stemmen dei- liberalen'niet verdeeld waren geweest. Ook hij is een man van zekere popu lariteit en bovendien een Indischman, wat in een district- met wellicht 1500 kiezers-oudgasten ook van bcteeke- nis is. Zijn tegencandidaat, de heer van Wassenacr van Rosande, kan daaren tegen op de Scheveningers rekeneu, wier man hij is. Men heeft hem op ons visschersdorp trouwens op comi- sche wijze aanbevolen. „Scheveningcrs" zeide een der verkiezingsredenaars „gij zijt de ware Oranjeklanten. Welnu, dan is van Wassenaer uw man. Want het was een van zijn voorouders, die in dertijd Prins Willem V aan boord bracht van het vaartuig waarmede hij hier te Schevcniugen, naar Enge land aan wal stak." Daverend applaus. Maar by liet uit gaan. merkte een eenvoudig manneke op, dat dit nóch pleitte voor den can- didaat nóch voor zijn voorvader. „Zij hadden den Prins niet moeten wegbrengen zeide deze kiezer ze hadden hem moeten hierbouden." Dat zyn zoo de comische inciden ten in den verkiezingsstrijd. Aan meerdere pronostics. dan uit sluitend den Haag betreffende, zal ik me niet wagen. Ofschoongij weet wel, waarde lezer, dat de residentie feitelijk het hoofdkwartier is der verschillende politieke partyen. En een journalist kan al spoedig eens achter dc scher men kijken. Maar ik verklap liever geen verwachtingen, die het eigendom zijn van anderen. Indien ik ze middendoor deelde de verwachtingen der verschillende partyen dau kregen we een Kamer op het „doode punt." „Nu, wie w eet. Maar dat dit het ideaal eener Vertegenwoordiging zou zijn, wie durft het te beweren Ik niet. H. A. GANUS Jr. Op weg naar de feesten. Zaterdagochtend kwam te Vlissin- gen van Duitschland aan Z. K. H. prins Albrecht van Pruissen met ge volg, die met de extra dagboot En geland der Maatschappij „Zeeland' zijne reis naar Queenboro, resp. Lon den, vervolgdedes avonds kwamen aan prins Waldemar van Denemar ken, alsmede prins-regent van Lippe- Detmold met gemalin en gevolg, die met de aansluitende nachtboot Konin gin Wilhelmina hunne reis vervolg den. Zondagavond kwamen te Vlissingen van Duitschland aan prins Friednch August van Saksen en de Erfprins van Coburg—Gotha, die met de aan- iluitende nachtboot Koningin-Regen tes der Maatschappij „Zeeland" hunne reis naar Queeuboro' resp. Londen vervolgden. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd tot vice-consul der Ne derlanden te Shanghai, belast met de waarneming van het consultant al daar, E. D. van Walree, vice-consul te Jokohaina; tot vice-consul der Nederlanden te Jokohaina J. H. de Reus, vice-consul te Hamburg; tot vice-consul der Nederlanden te Ham burg, H. van Oordt, leerling-consul. Benoemd tot rechter in de arron- dissements-rechtbank tc Winschoten, mr. L. B. Lobman, thans substituut griffier bij de arrondissemcnts-recht- bank te Groningen. Benoemd in liet bestuur van het waterschap 's Lands van Megen, tot dijkgraaf J. T. van der Heydc tot heemraden J. Spierings en G. do Werdt; tot heemraden van het water schap de polder van Oijen, W. Pe perkamp en M. van Yugt; tot dijk graaf voor het waterschap Kruinin- gen P. Nieuwcnhnysetot dijkgraaf voor den Yanhaaftenpolder, G. J. de Graaff Az.; tot gezworen voor den lolder Dreischor, M. Goemans; tot ïooglieemraad voor liet groot water schap van Woerden, provinciën Zuid- Holland en Utrecht, L. Boer; tot dijkgraaf bij het waterschap de Eng- wierumerpolder, prov. Friesland, A. J. Jensma. Bevorderd bij de Kon. Ned. Marine Reserve tot adelborst der lstejklasse de buitengewone adelborst bij die reserve J. H. Boerma; benoemd tot buitengewoon adelborst H. J. Harms. Bevorderdtot commies der poste rijen van de 2de klasse L. A. P. Hoffmann, thans commies 3de klasse, met bepaling dat bij rang zal nemen onmiddellijk na den commies der losterijen van de 2de klasse J. Win ers tot commies der posterijen van de 3de klasse K. A. Heyblom, thans commies 4de klasse: tot commies der telegrapkie van de 3de klasse L. F. Witte, thans 4de klasse. De medaille, wegens verdiensten ten opzichte van 's Rijks verzame lingen van wetenschap en kunst, in zilver, toegekend aan den hertog de Loubat, te Parijs, ter zake van zijne aan de bibliotheek der Rjjks-univer- siteit te Utrecht gedane schenking, bestaande uit eene chromo-photegra- phische reproductie van een Mexi- caansch handschrift der Yaticaansche Bibliotheek. Aan C. A. Eckstein, directeur der Topographisehe inrichting te 's-Gra- venhage, vergunning verleend tot het aannemen en het dragen van de or- deteekenen van commandeur der orde van de Kroon van Italië, hem ge schonken door (len koning van Italië. Christelijk-Historische Kiezersboiid. liet hoofdbestuur van den Chris tclyk-Historischeu Kiezersbond heeft het volgende manifest gepubliceerd Aan de Leden van den Clirisielyk-Historischen Kiezershond. Het is thans bij de herstemmiug de vraag niet, wat'wij hebben willen, maar wat wjj krijgen kunnen. De Christelijk Historischen geven thans in de meeste districten den doorslag. Zij dus zyn aansprakelijk voor de meerderheid die er komen zal. Slechts tweeërlei meerderheid is er in de Tweede Kamer mogelijk. Of eene meerderheid van Room- schen en Anti-revolutionairen te za- men, óf. eene meerderheid van Libe ralen van allerlei sehakeering, en de keuze tusschen die twee meerder heden is niet twijfelachtig. Het geldt liier niet elk district op zichzelf te beoordeelen, maar den ge- lieelen toestand te overzien, en in de gegeven omstandigheden, hebben wij van eene liberale meerderheid het minst te vreezen. Van menig anti-revolutionair kan worden gezegd, (lat hij dichter bij ons staat, dan iemand anders, maar het is de schuld van de anti-revolu tionairen zelf, dat stemmen op anti revolutionairen nu hetzelfde is als stemmen op Roomschen en stemmen op Roomsclien is ons in elk geval onmogelijk. Wij moeten dus liet wachtwoord geven om, bij de aanstaande herstem ming, in geen geval een Roomsehe of een anti-revolutionair te steunen, maar liever een liberaal en liever ook een radicaal, als hij tegenover een Room sehe staat. Staan evenwel een anti-revolutionair en een radicaal tegenover elkander, dan willen wij in zoover inconsequent zyn, dat wij onthouding aanbevelen. Het Hoofdbestuur: Prof. Dr. E. H. VAN LEEUWEN te Utrecht. Ie voorz. Dr. J. Th. DE VISSER te Amsterdam. 2e voorz. C. M. J. MULLER MASSES te Amsterdam. Ie secret. Prof. Dr. P. J. MULLER te Haarlem, 2e secret. A. A. BREDIUS te Amsterdam, penningm. Dr. A. W. BRONSVELD te Utrecht, lid. W. J. J. KOOLE te Middelburg, lid. J. A. C. S WELLEN GREBE L te Deventer, lid. Krankzinnigengestichten. v Op 1 Januari 1896 bedroeg het aantal krankzinnigen in de Ncdor- landsche krankzinnigengestichten ver pleegd 7100, waarvan 3545 mannen en 3555 vrouwen. In den loop van dat jaar werden 1638 lijders in de gestichten geplaatst (836 m. en 802 vr.); zijn daaruit her steld ontslagen 592 (272 m. en 320 vr.); overleden 619 (326 m. en 293 vr.) en als niet hersteld ontslagen 208 (101 m. en 107 vr.). Op 1 Januari 1897 bedroeg het aantal verpleegden in de gestichten "317 (3682 m. en 3637 vr.), ongeacht patiënten in het St. Antoniusge- sticht in verpleging. Van de opge nomen. patiënten herstelden ruim 36 pet. Het getal gestichten bedroeg op 1 Januari 1897 totaal 23, daarbij ge rekend het St Antoniusgesticht alhier, waar op 1 Januari echter slechts 7 krankzinnigen in verpleging waren overgebleven. Het grootst aantal patiënten wordt thans verpleegd in het gesticht Meeren- berg te Bloemendaal, waar het aantal verpleegden 1312 bedraagt, daarna volgen Voorburg te Vuclit 872, s-Hertogenboseh 535, Zutphen 496, Coudewater te Rosmalen 495, liet rijksgesticht te Medemblik 471, het, gesticht te Utrecht 397, Deventer 390, Ermelo-Veldwijk 376, Delft 368, Loosduinen 336, Franeker 281, 's-Gra- venhage 216, Dordrecht 193, Bochel 132, Amsterdam 124, 's-Heeren-Loo (Ermelo) 113, Zuidlaren 111, Maas tricht 53, Termunten 21, Ede 15 en te Rotterdam 12 in hetkrankzinni gengesticht (benevens Antoniusgesticht). Parijsclie Tentoonstelling. Als secretaris van de bijzondere commissie voor groep XIV. chemi sche nyverheid, voor de Parijsehe tentoonstelling in 1900, onder het voorzitterschap van het lid der cen trale Commissie den heer G. H. Hintzen, is opgetreden de lieer P.L. C. de Charro, lid dier bijzondere com missie tc 's-Gravenhage. Voor de commissie onder het voor zitterschap van den beer G. A. ba ron Tindal te Amsterdam, voor groe pen X voedingsmiddelen en XV, ver schillende takken van nijverheid, is als secretaris opgetreden de heer jhr. C. C. Til. Six, lid dier bijzondere commissie. De bijzondere commissie voor groep VII en IX, onder voorzitterschap van het. lid der centrale commissie mr. C. J. Siekesz, lid der Eerste Ka mer, heeft zich geconstitueerd en heeft zich in twee deelen gesplitst in landbouw en in visseherij- Van de eerstgenoemde commissie is als secre taris opgetreden liet lid der commis sie mr. J. G. Ridder van Rappard en van de laatstgenoemde (lr. P. P. L. Hoek. De bij ministerieel besluit van 5 April 1897 benoemde commissie voor de Nederl. afdeeling van Schoone Kunsten isvop Zaterdag 29 Mei 11. door den voorzitter dier commissie, den heer W. H. Mesdag, geïnstal leerd. Zij heeft nu een circulaire gericht aan dc Nederlandsche kunstenaars, waaraan zij kennis geeft van hare sa menstelling en van de classificatie door de Fransehe Regeering vastge steld voor (1e afdeeling Schoone Kun sten. De commissie bestaat uit de heeren: W. Mesdag, voorzitter, lid der centrale commissie; dr. P.J. H. Cuy- pers, Bart van Hove, Josef Israels, H. W. Jansen, P. de Josselin de Jong, J. Maris, Willy Martens, se cretaris; C. Muvsken, Ph. Zilcken. Brandstichting. Door een politicagent en een spoor wegbeambte te Rotterdam werden Zaterdagnacht twee brandspuitgasten betrapt, die tuk op het premiegeld, bezig waren brand te stichten ineen winkelhuis in (le Poortstraat, be woond door twee gezinnen. De da ders werden gearresteerd en legden bij het verhoor een volledige beken tenis af. Vrijdag is te Vlissingen een officier van (le mailboot Koningin Regentes door de golven van de brug geslagen. Hij is aan de gevolgen overleden. Stormweer. De storm van Vrijdag en Zaterdag heeft heel wat schade aangericht. Zooals gemeld is heeft vooral Sclie- veningen het weer moeten ontgelden. Op liet strand heeft een herhaling plaats gehad van de schade die bij den bekenden Decemberstorm aan de vloot is toegebracht. De meeste schui ten die om de Zuid staan en gereed staan om ter haringvissclierij uit te zeilen, zijn door de hooge zeeën, die te 5uur op het hoogste punt stond, tegen elkaar geslagen. Verschillende vaartuigen zijn verbrijzeld of hebben aanzienlijke schade beloopen. Daarbij komt dat ongeveer 14 vaartuigen die met liet oog op liet gunstige vervoer voor den strandmuur gereed lagen om zee te kiezen, bij hoog water, dat zelfs over den muur sloeg, zijn opge nomen en tegen die zeewering aan- eslagen, onder welke visscherssche- pen een nieuwe schuit die pas de werf heeft verlaten. Ook eenige bom men, die voorbij het Kurhaus lagen, bekwamen min of meer schade. Sedert 5 uur iu den ochtendstond was Zaterdag de bevolking van Sche- veningen op de been. De zeelui, met hun zuidwester op, bevonden zich op de schuiten om den bodem zooveel mogelijk weerstand te doen bieden aan den wind. Tal van victualiën en sclieepsbenoodigdhcden liggen op den strandmuur verspreid. Kortom het strand en de visschersvloot van Sclie- veningen boden Zaterd. na den storm, een beeld zooals 2 jaron geleden daar te zien was. Uit eene officieele opgave omtrent de door den storm aan de Scheve- ningsche visschersvloot toegebrachte schade blijkt, dat geheel vernield wer- iu het St. den drie bomschuiten, toebehoorende aan de reeders G. Z. Jol, de firma De Mos en A. Hoogenraadvoorts drie garnalenhootjes. Zwaar bescha digd werden eveneens drie garnalen- booten en 14 hommen. De gcheele galerij van kleine win kels, geplaatst aan liet strand vóór liet Oranje-Hotel, is vernield eu de overblijfselen zijn weggedreven in de richting van Katwijk. Volgens som migen zouden ook alle badstoelen en linnen tentjes zyn weggedreven, maar volgens een andere lezing zouden deze Vrijdagavond, toen zich de voorteeke nen van liet noodweer vertoonden, no^ tijdig zijn geborgen. Op den Scheveningsehen weg zijn 12 boomen omgewaaid, terwijl in de Prins Willemstraat te Scheveningen éen zware boom ontworteld werd, Rotterdam had ook weer last van hoog water. Terwijl men om goed 6 uur Vrij dagavond nog kon sproken van een „dik tij", dat niet veel bezorgdheid behoefde in te boezemen, stonden eon uur later alle aan het water gelegen straten en dwarsgangen blank,"terwijl het ovcrloopcn "van de riolen liet overige (leed om de oude stad onder te zetten en het gewone aanzien to geven. Grappig voor dengeen die er buiten staat, treurig evenwel voor hem die er (le moeite eu schade van onder vindt. Daar het water zoo verrassend snel kwam opzetten, terwijl ook om dezen tijd van liet jaar' van hoogvloe- den nimmer is gehoord, waren er na tuurlijk weinig maatregelen van tegen weer genomen, zoodat de schade niet onaanzienlijk zal wezen. Gelukkig intussclien dat de door het water bereikte stand niet al te hoog was. Om half acht was het op zijn hoogst en teekende de peilschaal 3.60 M. plus R. P. aan. Daarna begon het langzaam te vallen. Sedert 1894 heeft men hier geen last van hoog water gehad. De laatste hooge vloed viel op 23 Dec. van ge noemd jaar. Toen evenwel was de stand niet minder dan 3.75 plus R. P. De Vrijdag bereikte hoogte komt ongeveer overeen met die van den winter van 1877 (31 Januari), toen 3.58 plus R. P. werd aangctcekend. Dit was de hoogste stand "die tot op heden is vermeld sedert 1825. In de weilanden langs de verschil lende rivieren in Zuid-Holland zijn Zaterdagochtend vele stuks paarden en hoornvee verdronken. Aan den Heischendijk lagen veel doode dieren tegen den djjk. Ook vele veldvruchten zijn bedorven, waardoor een aantal boeren alles kwijt zyn. Dgbbeneden- stoombooten hebben VrTJuag niet gevaren. Het Zuidergors en de Keilen zijn ingevloeid. In eerstgenoemden buiten polder is het hooi weggespoeld en moet vee verdronken zijn. In de Keilen zijn, naar men zegt,'schapen omge komen. Nabij Dordrecht is de Krabpolder ingeloopen en een gedeelte van liet daar grazende vee verdronken. Een paard en twee koeien kwamen de rivier de Kil overzwemmen. Aan den eigenaar gelukte liet, iu den nacht nog eenige dieren per schouw te red den. Daarbij gebeurde het, dat eea der runderen zieh te water begaf. De dochter van den eigenaar werd meegesleurd en wist niets beters te doen dan boven op het rund te klim men, dat vervolgens met haar de rivier wilde overzwemmen. In het midden van de Kil kwamen een paar mannen haar met een roeiboot te hulp. Het rund bereikte veilig den wal. Onder de kermistenten in de stad hield de storm hevig huis, en een omvallende boom vernielde een der kramen. Van een molen woei de ge heel© kap af. De schade aan de tentoonstelling toegebracht, moet groot wezen. De hofstede van O. van der Leer te Hoogvliet is door den storm ineen gestort. In den polder Eenhoorn wor den drie personen vermist. De polder Fransen van de Putte staat geheel onder water. Spijkenisse is voor den postbode onbereikbaar. Uit Poortugaal meldt men dat de polders Binnen- en Buiten Grijpland geheel zijn ondergeloopen. De schade aan de te velde staande gewassen zal zeer aanzienlijk zijn. "Met veel moeite werd het vee uit die polders gered. Men schrijft uit Wijk aan Zee van Zaterdag De storm heeft hier hedennachten hedenmorgen een onschuldig strand verrast. Het „badseizoen" was zoo pas geopend. Koetsjes en stoelen, nog wel nieuw opgeverfd, hebben het lee- lyk te verantwoorden gehad, niette genstaande A li met de halve bevol king zeebaden nam om te redden. Zes koetsjes, ongeveer, hebben het voorloopig afgeleid. Wielen dreven af tot by IJmuiden. Nu staat alles, veilig en wel, achter den stomptoren bij het kerkhof, daar een nieuwe storm gevreesd wordt. In jaren heeft het hier niet zoo gespookt, Indien op dit oogenblik een schip ware gestrand, zouden we kunnen toe kijken. De reddingsboot is met verlof! Uit Dordrecht wordt gemeld aan de N. R. CL: Naar gelang men de gevolgen van deu storm en liet hooge water beter kan overzien, neemt de overtuiging toe dat het gebeurde gelijk staat mot een ware ramp. In het hoofdgebouw der tentoon stelling is de schade groot. Vooral de aan den achterkant (de vrindzijde) gelegen étalages hebben veel goleden sommige zijn totaal bedorven. De schade is niet zoozeer te wijten aan het direct inregenend water, als wel aan liet water dat, na van het hoogo dak van het hoofdgebouw afgestroomd te zijn, zich onder het asplialt-papier van de daken der lager gelegen ge bouwen verzamelde. Ook in het ge bouw van de fotografische kunst, mede aan die zijde gelegen, is het een cn ander bedorven, gelukkig echter niet aan de toestellen, daar die nog niet uitgepakt waren. Ook in do stad is de aangerichte schade zeer groot. Een merkwaardige bijzonderheid is, dat op liet oogenblik toen een zware boom op een kermis kraam neerkwam, zich daar een .jon gen bevond, die kalm doorgeslapen had cn, door liet vallen van den boom uit zijn slaap gewekt, zonder letsel onder de planken en zeilen uitkroop. Het grootst is de schade voor den boerenstand. Door liet invloeien van verscheidene polders, in de richting van den Biesbosch gelegen, ging voor duizenden guldens aan hooi, vee en veldvruchten verloren. Eeu boer aau den Buitendijk (Z. O. zydc van het eiland) verloor zeven paarden. Hiel en daar komen nog telkens verdron ken runderen, paarden en scliapca aandrijven. Uit Nieuw-Lekkerland sclirij ft men: Was 't Donderdagmorgen voor vele boeren al een hard gezicht, toen het door den N.W. wind opgejaagde wa ter vele buitenpolders instroomde, waarvan het gras op verscheidene plaatsen reeds gemaaid was. Vrijdag morgen stonden alle uiterwaarden zoo ver onder, dat nog slechts de toppen der knotwilgen op de kaden zichtbaar waren. Overal langs den dijk vormden zich groepjes van werklieden en boe renarbeiders. Het werk op de etablis sementen voor scheepsbouw en op de machinefabriek van Diepenveen, Leis en Smit moest opgegeven worden. De opgenomen werklieden werden ge bruikt om te bergen wat waterschade kon bekomen. Alle buitenwoningen hebben het water in de benedenver diepingen, overal was men in den vroe gen morgen bezig varkens en kippen, en wat aan hokke"n verplaatsbaar was, in veiligheid te brengen. Een groote hoeveelheid masthout is hier aange spoeld, cn grootendeels geborgen. De schade aan woningen, tuinen en hooilanden is geducht groot. T Water was hedenmorgen om 11 uur 15 cM. lager dan met den boogén Goed van Kerstmis '94. 't Heugt nie mand ooit in den zomer zulk hoog water te hebben bijgewoond. De booten van de stoombootreederij op de Lek deden hunne gewone diensten, maar moesten vele veren voorbij varen, daar die geheel onder water stonden. Verkiezings-Varia. Nadat Dinsdag door den voorzitter van het stembureau aan een der kie zers het stembiljet was overhandigd, vroeg de man„Wat mok daor nou met doon burgemeister", waarop hem te kermen werd gegeven, dat een dei- witte stippen moest worden zwart, cmaakt. „O, waeh dan mèr", sprak onze kiezer, maakte zijn vinger met de tong nat en wilde hiermede over het papier strijken. Ofschoon men er niet aan twijfelde, of de vinger was voldoende geprepa reerd, werd hem toch verzoent liever van liet zich in het stemhokje be vindende potlood gebruik te maken. ner, die ook Benno's voogd cn pleegvader was. De wo ning van Treuenfeld, naast die van Göldner gelegen, werd aan een paar oude dienstboden toevertrouwd en de kleine Bcuno woonde nu voor vast in liet huis van zijn voogd, waar ruimte om te spelen te over voor hem waswant ook hier ontbrak het hem aan vroolijke speelmakkers, 't Was alsof liet gunstige lot der firma Treuenfeld eu Göldner nu in eens wilde keeren. Het echtpaar Göldner was meermaals door kinderen gezegend geworden, doch kort na de geboorte stierven zijslechts eene dochter was het gegund, de groote donkere oogen niet voor eeuwig te sluiten; zij was en bleef liet eenige' kind barer ouders. Toen Benuo in huis kwam, was de kleine Erna drie jaren oud. Hij uiocht liet door de ouders zoozeer geliefd 'kind gaarne lijden, ja het schoen dat hij geen pret had als zijn vriendinnetje er niet bij was; vooral nu hij in »t zelfde huis verkeerde, scheen dc wilde, vurige knaap zijne Erna hartstochtelijk te beminnen. Niettegenstaande zijn goed hart, zijn helder hooiden z\jn doorgaans edel karakter, hadden de onderwijzers cn opvoeders veel last van Benno, want hij was opvlie gend en geraakte licht in toorn; speelde hij-echter met hei kleine meisje, zoo was hy in alles toegeeflijk. Was hy driftig, door een enkelen blik van Erna was hij weer kalm. Streek zij hem met hare kleine zachte hand over het voorhoofd, zoo verdween zijn toorn, hij werd kalm eu inschikkelijkop het eerste woord van Erna vloog bij weg om aan hare wenschen te gemoet te komen. De scuoone stoute knaap, die voor zijn ouder dom groot en sterk was, kroop als een poedel of paardje op handen en voeten en liet zich van haar zweepen en aan de haren trekken. Geen boom was hem te lioog, wanneer Erna lust gevoelde op fruit uit den top dei- hoogste boomen, zonder nadenken sprong hij in 't water, wanneer eene waterlelie of een vergeet-mij-nietje haar bekoorde. Het was dan ook een gewoonte van Erna geworden, dat zij wanneer zjj hot een of ander verzoek had, zich direkt aan Benno wendde. By hem was zij dan ook steeds het liefst en al plaagde zij hem voortdurend, zij keek Benno als haar beschermeling in de oogen. Van jaar tot jaar nam de liefde wederkeerig toe. Benno leerde Erna alle grondbeginselen van het lezen en schrijven, hij keek haar schoolwerk na en verbeter de dit, ja, eens toen het kleine meisje aan eene kinder ziekte te bed lag, zat de kleine dertienjarige knaap in den tuin onder een boom te weenen toen hem geweigerd werd aan het bed van Erna te mogen gaan waken. Reeds toen had hy zich voorgenomen, ja 't was zyn vaste wil, dat Erna eens zijne vrouw moest worden, cn dit merkten dc ouders van Erna, de vrienden en 't dienstpersoneel ook reeds op't was immers ook na tuurlijk, dat. de eenige stamhouders der huizen Treuen feld en Göldner, zich door een engeren bond zouden vereenigen. Ook de heer Göldner zag heel goed iu, wat uit die enge vriendschap dier kinderen moest volgen, eu had er niets tegen, maar sprak hy er met zijn vrouw over zoo vond hy de grootste tegenkanting. Mevrouw Göldner "mocht dien knaap niet lijden, ja zij scheen jaloersch te zijn, wanneer zij zag met welke teederlieid, met welke liefde Benno zijn vriendinnetje omgaf. Hoe ouder Benno werd des te meer uitte zich zijn karakter, maar met des te meer hoogmoed gaf hij steeds hoog op van den ouden goeden naam van het huis Treuenfeld. Meer dan eens gaf de jeugdige gymnasiast te kennen, dat ook voor hem het woord gola „noblesse oblige". Hij rekende het zich tot plicht, cle oude firma nog op een beteren voet te verheffen dan zijn voor vaderen. Mevrouw Göldner had een afkeer van dien burger lijken trots, zooals zij het noemde. Zij was uit een lioöge ambtcnaarsfamilie afkomstig, hare broeders be kleedden liooge betrekkingen in de residentie en baai- streven was er zich ook eens te vestigen en in de voorname kringen te mogen verkeeren. Wel was zij overtuigd, dat het vermogen en het inkomen waar over liaar man te beschikken had op verre niet toe reikend was om te leven zooals zij gedacht had, maar dat zou wel te veranderen zijn, indien men slechts be sluiten kon, den kleinen kramerswinkel op te geven en een zaak in het groot op te richten. Zoolang Treuenfeld leefde, had zij van hare wen schen niet durven gewagen, want zij kende hem veel te goed. maar sedert haar echtgenoot alleen chef van het huis was, begon zij nu en dan erop tc zinspelen, eerst bij gelegenheid onbemerkt, later zocht ze gelegen heid en maakte haar plan duidelijk bekend. „Met ccn crcdict, met een vermogen gelijk gy bezit moeten een naar stoute speculaties u tot een zeer rjjk man maken,' en zy haalde voorbeelden aan van lieden, die liet bij minder gunstige omstandigheden spoedig tot een grooten rijkdom brachten. Hare woorden riolen niet op onvruchtbaren bodem. Göldner zelf had iets van een avonturier, hij hield van spelen en genot. Hij ging dan nu ook op andere wyze boekhouden, hij gaf zijn handel eene grootcre uitbrei ding hij waagde meer speculaties en het geluk was hem gunstig; niettegenstaande gevoelde hij zich niet tevreden. Twee ernstige, donkere oogen van een knaap, die hij aan tafel zag, keken hem zoo onderzoekend aan als wilden zij in zijne ziel lezen en hadden voor liern iets verwijtends, iets waarschuwends, als verweten zij hem op welke wijze hij de zaak, die men hem toevertrouwd had, bestuurde en beheerde. Benno's verblijf in zijn. huis hield liem cenigszins van eene gewaagde onderneming af, waartoe hy echter des te meer door zijne vrouw werd aangespoorddeze wenschte dan ook mets liever dan dat Benno zoo spoe dig mogelyk zou vertrekken. Van een huwelijk barer dochter met Benno wilde zij in het gelicel niets weten. „De dochters der Göldner'sche familie zijn steeds in den hoogsten adel getrouwd; met onze Erna zullen wii geene uitzondering maken," zoo sprak zy. „Benno zelf kan dit immers ook niet wenschen. en overigens Erna is ook nog maar een kindwy zullen ons nu voortaan op hare opvoeding toeleggen. Wwrit vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2