„A ha. ik bcgryp het" zeide de
vreemde lieer, .zijne Hoogheid reist
incognito. Ik herken hem echter, want
ik heb hem wel eenige koeren te Ober
hof gezien.®
Zobals te begrypen is hadden de
beide haarlemscne neeren daarna teel
schik over deze vergissing.
Wellicht dat behalve door eene ge
lijkenis in het uiterlijk de man zich
ook had laten misleiden dooi- de eer
waardigheid, den oudsten tourist eigen,
èn als vijftigjarige èn als lid van
Haarlems vroedschap.
BINNEN LANO
HAAGSCHE BRIEVEN
Och, och, wat is ons arme Haagje
gehavend in den nacht van Vrijdag
op Zaterdag 't Heeft iets van een jong
dametje in een mooi neteldoekschen
jurk uitgegaan, oen hoed met bloemen
als een tuin, maar zonder parapluie
en dan overvallen door een stort
bui.
Wie had nu op een hevigen noord-
westerstorm kunnen rekenen De
barometer stond ordentelijk goed,
zelfs 750 millimeter; de wind was
zuidwestEnlin, dat hebben we
weder gehad en we zijn er nog
schappelijk afgekomen.
Onze bosschen en plantsoenen heb
ben natuurlijk geleden en de tooi van
groen in straten eu op pleinen,
waarmede onze stad zoo coquetteert,
is niet gespaard gebleven. Woudreu
zen die men nog honderd jaren zou
toegedicht hebben, zijn als strootjes
afgeknapt en wat wrak stond ging
per se omver. Bij tientallen zijn in en
om de stad do gevallen hoornen te
tellen, terwijl de wandelwegen als
'herschapen zijn, bedekt, met een tapijt
van te vroeg neergedaalde bladen
en afgerukte rijsjes.
Scheveningeu is er natuurlijk weder
't ergst aan toeMaar ik bedenk
daar, dat ge dit alles in bizonderhe-
den vinden zult in de groote bladen.
Dat er eenige iu aanbouw zijnde
woningen voor de kracht van den
wind bezweken, spreekt wel vanzelf,
gegeven de meer dan luchtige wijze
waarop die toonbeelden van moderne
architectuur in elkaar geflanst wor
den.
In hevigheid kwam deze Noord
wester den Decemberstorm van 1895
nabij, maar natuurlijk was 't gezicht
dat Schevcniugon toon opleverde, veel
imposanter, met liet oog op sneeuw
en ijs. twee niet te verwaarloozen
accessoires voor een tooneel van ver
woesting.
Bovendien was toen de strandmuur
er niet, zoodat de verwoesting aan de
kust destijds aanmerkelijk grooter
was. De strandmuur, hoe gevaarlijk
ook voor de schuiten die daartegen
dreigden te pletter te slaan, heeft be
wezen, dat hij voor de verdediging
der kust uitstekend is. Nu geen weg
slaan van duin en open wegen.
Alles heeft, de kracht van zee en
wind getrotseerd - - als een muur
Of het kustwerk geloden heeft, zal
nog moeten blijken, maar 'tis, na een
oppervlakkige inspectie blijkbaar niet
het geval.
Wat weder onomstootelyk gebleken
is, is ditdat de Scheveningsche vloot
hoe dan ook, behoefte heeft aan een
veilige ligplaats. Maar of het ooit
zoover komen zal ge weet, dat ik
tot de twijfelaars behoor.
Minder twijfel koester ik van den
afloop der Ikerstemmiugen in het dis
trict den Haag (districten II en III).
Ik acht de verkiezing van de lieercn
Conrad en Pijnacker Hordijk vrij
waarschijnlijk.
De heer Conrad heeft op zijn tegen-
candidaat, tien heer Lc Bron dc Vexela
voor, dat liy ccn populair man is en
deze niet.
De heer Pynacker Hordijk zou
stellig bij eerste stemming reeds ge
kozen zijn. indien de stemmen dei-
liberalen'niet verdeeld waren geweest.
Ook hij is een man van zekere popu
lariteit en bovendien een Indischman,
wat in een district- met wellicht 1500
kiezers-oudgasten ook van bcteeke-
nis is.
Zijn tegencandidaat, de heer van
Wassenacr van Rosande, kan daaren
tegen op de Scheveningers rekeneu,
wier man hij is. Men heeft hem op
ons visschersdorp trouwens op comi-
sche wijze aanbevolen.
„Scheveningcrs" zeide een der
verkiezingsredenaars „gij zijt de
ware Oranjeklanten. Welnu, dan is
van Wassenaer uw man. Want het
was een van zijn voorouders, die in
dertijd Prins Willem V aan boord
bracht van het vaartuig waarmede
hij hier te Schevcniugen, naar Enge
land aan wal stak."
Daverend applaus. Maar by liet uit
gaan. merkte een eenvoudig manneke
op, dat dit nóch pleitte voor den can-
didaat nóch voor zijn voorvader.
„Zij hadden den Prins niet moeten
wegbrengen zeide deze kiezer
ze hadden hem moeten hierbouden."
Dat zyn zoo de comische inciden
ten in den verkiezingsstrijd.
Aan meerdere pronostics. dan uit
sluitend den Haag betreffende, zal ik
me niet wagen.
Ofschoongij weet wel, waarde
lezer, dat de residentie feitelijk het
hoofdkwartier is der verschillende
politieke partyen. En een journalist
kan al spoedig eens achter dc scher
men kijken. Maar ik verklap liever
geen verwachtingen, die het eigendom
zijn van anderen.
Indien ik ze middendoor deelde
de verwachtingen der verschillende
partyen dau kregen we een Kamer
op het „doode punt."
„Nu, wie w eet. Maar dat dit het
ideaal eener Vertegenwoordiging zou
zijn, wie durft het te beweren
Ik niet.
H. A. GANUS Jr.
Op weg naar de feesten.
Zaterdagochtend kwam te Vlissin-
gen van Duitschland aan Z. K. H.
prins Albrecht van Pruissen met ge
volg, die met de extra dagboot En
geland der Maatschappij „Zeeland'
zijne reis naar Queenboro, resp. Lon
den, vervolgdedes avonds kwamen
aan prins Waldemar van Denemar
ken, alsmede prins-regent van Lippe-
Detmold met gemalin en gevolg, die
met de aansluitende nachtboot Konin
gin Wilhelmina hunne reis vervolg
den.
Zondagavond kwamen te Vlissingen
van Duitschland aan prins Friednch
August van Saksen en de Erfprins
van Coburg—Gotha, die met de aan-
iluitende nachtboot Koningin-Regen
tes der Maatschappij „Zeeland" hunne
reis naar Queeuboro' resp. Londen
vervolgden.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot vice-consul der Ne
derlanden te Shanghai, belast met de
waarneming van het consultant al
daar, E. D. van Walree, vice-consul
te Jokohaina; tot vice-consul der
Nederlanden te Jokohaina J. H. de
Reus, vice-consul te Hamburg; tot
vice-consul der Nederlanden te Ham
burg, H. van Oordt, leerling-consul.
Benoemd tot rechter in de arron-
dissements-rechtbank tc Winschoten,
mr. L. B. Lobman, thans substituut
griffier bij de arrondissemcnts-recht-
bank te Groningen.
Benoemd in liet bestuur van het
waterschap 's Lands van Megen, tot
dijkgraaf J. T. van der Heydc tot
heemraden J. Spierings en G. do
Werdt; tot heemraden van het water
schap de polder van Oijen, W. Pe
perkamp en M. van Yugt; tot dijk
graaf voor het waterschap Kruinin-
gen P. Nieuwcnhnysetot dijkgraaf
voor den Yanhaaftenpolder, G. J. de
Graaff Az.; tot gezworen voor den
lolder Dreischor, M. Goemans; tot
ïooglieemraad voor liet groot water
schap van Woerden, provinciën Zuid-
Holland en Utrecht, L. Boer; tot
dijkgraaf bij het waterschap de Eng-
wierumerpolder, prov. Friesland, A.
J. Jensma.
Bevorderd bij de Kon. Ned. Marine
Reserve tot adelborst der lstejklasse
de buitengewone adelborst bij die
reserve J. H. Boerma; benoemd tot
buitengewoon adelborst H. J. Harms.
Bevorderdtot commies der poste
rijen van de 2de klasse L. A. P.
Hoffmann, thans commies 3de klasse,
met bepaling dat bij rang zal nemen
onmiddellijk na den commies der
losterijen van de 2de klasse J. Win
ers tot commies der posterijen van
de 3de klasse K. A. Heyblom, thans
commies 4de klasse: tot commies der
telegrapkie van de 3de klasse L. F.
Witte, thans 4de klasse.
De medaille, wegens verdiensten
ten opzichte van 's Rijks verzame
lingen van wetenschap en kunst, in
zilver, toegekend aan den hertog de
Loubat, te Parijs, ter zake van zijne
aan de bibliotheek der Rjjks-univer-
siteit te Utrecht gedane schenking,
bestaande uit eene chromo-photegra-
phische reproductie van een Mexi-
caansch handschrift der Yaticaansche
Bibliotheek.
Aan C. A. Eckstein, directeur der
Topographisehe inrichting te 's-Gra-
venhage, vergunning verleend tot het
aannemen en het dragen van de or-
deteekenen van commandeur der orde
van de Kroon van Italië, hem ge
schonken door (len koning van Italië.
Christelijk-Historische
Kiezersboiid.
liet hoofdbestuur van den Chris
tclyk-Historischeu Kiezersbond heeft
het volgende manifest gepubliceerd
Aan de Leden van den
Clirisielyk-Historischen Kiezershond.
Het is thans bij de herstemmiug
de vraag niet, wat'wij hebben willen,
maar wat wjj krijgen kunnen.
De Christelijk Historischen geven
thans in de meeste districten den
doorslag.
Zij dus zyn aansprakelijk voor de
meerderheid die er komen zal.
Slechts tweeërlei meerderheid is er
in de Tweede Kamer mogelijk.
Of eene meerderheid van Room-
schen en Anti-revolutionairen te za-
men, óf. eene meerderheid van Libe
ralen van allerlei sehakeering, en
de keuze tusschen die twee meerder
heden is niet twijfelachtig.
Het geldt liier niet elk district op
zichzelf te beoordeelen, maar den ge-
lieelen toestand te overzien, en in de
gegeven omstandigheden, hebben wij
van eene liberale meerderheid het
minst te vreezen.
Van menig anti-revolutionair kan
worden gezegd, (lat hij dichter bij
ons staat, dan iemand anders, maar
het is de schuld van de anti-revolu
tionairen zelf, dat stemmen op anti
revolutionairen nu hetzelfde is als
stemmen op Roomschen en stemmen
op Roomsclien is ons in elk geval
onmogelijk.
Wij moeten dus liet wachtwoord
geven om, bij de aanstaande herstem
ming, in geen geval een Roomsehe of
een anti-revolutionair te steunen, maar
liever een liberaal en liever ook een
radicaal, als hij tegenover een Room
sehe staat.
Staan evenwel een anti-revolutionair
en een radicaal tegenover elkander,
dan willen wij in zoover inconsequent
zyn, dat wij onthouding aanbevelen.
Het Hoofdbestuur:
Prof. Dr. E. H. VAN LEEUWEN
te Utrecht. Ie voorz.
Dr. J. Th. DE VISSER
te Amsterdam. 2e voorz.
C. M. J. MULLER MASSES
te Amsterdam. Ie secret.
Prof. Dr. P. J. MULLER
te Haarlem, 2e secret.
A. A. BREDIUS
te Amsterdam, penningm.
Dr. A. W. BRONSVELD
te Utrecht, lid.
W. J. J. KOOLE
te Middelburg, lid.
J. A. C. S WELLEN GREBE L
te Deventer, lid.
Krankzinnigengestichten. v
Op 1 Januari 1896 bedroeg het
aantal krankzinnigen in de Ncdor-
landsche krankzinnigengestichten ver
pleegd 7100, waarvan 3545 mannen
en 3555 vrouwen.
In den loop van dat jaar werden
1638 lijders in de gestichten geplaatst
(836 m. en 802 vr.); zijn daaruit her
steld ontslagen 592 (272 m. en 320
vr.); overleden 619 (326 m. en 293
vr.) en als niet hersteld ontslagen
208 (101 m. en 107 vr.).
Op 1 Januari 1897 bedroeg het
aantal verpleegden in de gestichten
"317 (3682 m. en 3637 vr.), ongeacht
patiënten in het St. Antoniusge-
sticht in verpleging. Van de opge
nomen. patiënten herstelden ruim
36 pet.
Het getal gestichten bedroeg op 1
Januari 1897 totaal 23, daarbij ge
rekend het St Antoniusgesticht alhier,
waar op 1 Januari echter slechts 7
krankzinnigen in verpleging waren
overgebleven.
Het grootst aantal patiënten wordt
thans verpleegd in het gesticht Meeren-
berg te Bloemendaal, waar het aantal
verpleegden 1312 bedraagt, daarna
volgen Voorburg te Vuclit 872,
s-Hertogenboseh 535, Zutphen 496,
Coudewater te Rosmalen 495, liet
rijksgesticht te Medemblik 471, het,
gesticht te Utrecht 397, Deventer
390, Ermelo-Veldwijk 376, Delft 368,
Loosduinen 336, Franeker 281, 's-Gra-
venhage 216, Dordrecht 193, Bochel
132, Amsterdam 124, 's-Heeren-Loo
(Ermelo) 113, Zuidlaren 111, Maas
tricht 53, Termunten 21, Ede 15 en
te Rotterdam 12 in hetkrankzinni
gengesticht (benevens
Antoniusgesticht).
Parijsclie Tentoonstelling.
Als secretaris van de bijzondere
commissie voor groep XIV. chemi
sche nyverheid, voor de Parijsehe
tentoonstelling in 1900, onder het
voorzitterschap van het lid der cen
trale Commissie den heer G. H.
Hintzen, is opgetreden de lieer P.L.
C. de Charro, lid dier bijzondere com
missie tc 's-Gravenhage.
Voor de commissie onder het voor
zitterschap van den beer G. A. ba
ron Tindal te Amsterdam, voor groe
pen X voedingsmiddelen en XV, ver
schillende takken van nijverheid, is
als secretaris opgetreden de heer jhr.
C. C. Til. Six, lid dier bijzondere
commissie.
De bijzondere commissie voor groep
VII en IX, onder voorzitterschap
van het. lid der centrale commissie
mr. C. J. Siekesz, lid der Eerste Ka
mer, heeft zich geconstitueerd en
heeft zich in twee deelen gesplitst in
landbouw en in visseherij- Van de
eerstgenoemde commissie is als secre
taris opgetreden liet lid der commis
sie mr. J. G. Ridder van Rappard
en van de laatstgenoemde (lr. P. P.
L. Hoek.
De bij ministerieel besluit van 5
April 1897 benoemde commissie voor
de Nederl. afdeeling van Schoone
Kunsten isvop Zaterdag 29 Mei 11.
door den voorzitter dier commissie,
den heer W. H. Mesdag, geïnstal
leerd.
Zij heeft nu een circulaire gericht
aan dc Nederlandsche kunstenaars,
waaraan zij kennis geeft van hare sa
menstelling en van de classificatie
door de Fransehe Regeering vastge
steld voor (1e afdeeling Schoone Kun
sten.
De commissie bestaat uit de heeren:
W. Mesdag, voorzitter, lid der
centrale commissie; dr. P.J. H. Cuy-
pers, Bart van Hove, Josef Israels,
H. W. Jansen, P. de Josselin de
Jong, J. Maris, Willy Martens, se
cretaris; C. Muvsken, Ph. Zilcken.
Brandstichting.
Door een politicagent en een spoor
wegbeambte te Rotterdam werden
Zaterdagnacht twee brandspuitgasten
betrapt, die tuk op het premiegeld,
bezig waren brand te stichten ineen
winkelhuis in (le Poortstraat, be
woond door twee gezinnen. De da
ders werden gearresteerd en legden
bij het verhoor een volledige beken
tenis af.
Vrijdag is te Vlissingen een officier
van (le mailboot Koningin Regentes
door de golven van de brug geslagen.
Hij is aan de gevolgen overleden.
Stormweer.
De storm van Vrijdag en Zaterdag
heeft heel wat schade aangericht.
Zooals gemeld is heeft vooral Sclie-
veningen het weer moeten ontgelden.
Op liet strand heeft een herhaling
plaats gehad van de schade die bij
den bekenden Decemberstorm aan de
vloot is toegebracht. De meeste schui
ten die om de Zuid staan en gereed
staan om ter haringvissclierij uit te
zeilen, zijn door de hooge zeeën, die
te 5uur op het hoogste punt stond,
tegen elkaar geslagen. Verschillende
vaartuigen zijn verbrijzeld of hebben
aanzienlijke schade beloopen. Daarbij
komt dat ongeveer 14 vaartuigen die
met liet oog op liet gunstige vervoer
voor den strandmuur gereed lagen om
zee te kiezen, bij hoog water, dat
zelfs over den muur sloeg, zijn opge
nomen en tegen die zeewering aan-
eslagen, onder welke visscherssche-
pen een nieuwe schuit die pas de
werf heeft verlaten. Ook eenige bom
men, die voorbij het Kurhaus lagen,
bekwamen min of meer schade.
Sedert 5 uur iu den ochtendstond
was Zaterdag de bevolking van Sche-
veningen op de been. De zeelui, met
hun zuidwester op, bevonden zich op
de schuiten om den bodem zooveel
mogelijk weerstand te doen bieden
aan den wind. Tal van victualiën en
sclieepsbenoodigdhcden liggen op den
strandmuur verspreid. Kortom het
strand en de visschersvloot van Sclie-
veningen boden Zaterd. na den storm,
een beeld zooals 2 jaron geleden daar
te zien was.
Uit eene officieele opgave omtrent
de door den storm aan de Scheve-
ningsche visschersvloot toegebrachte
schade blijkt, dat geheel vernield wer-
iu het St. den drie bomschuiten, toebehoorende
aan de reeders G. Z. Jol, de firma
De Mos en A. Hoogenraadvoorts
drie garnalenhootjes. Zwaar bescha
digd werden eveneens drie garnalen-
booten en 14 hommen.
De gcheele galerij van kleine win
kels, geplaatst aan liet strand vóór
liet Oranje-Hotel, is vernield eu de
overblijfselen zijn weggedreven in de
richting van Katwijk. Volgens som
migen zouden ook alle badstoelen en
linnen tentjes zyn weggedreven, maar
volgens een andere lezing zouden deze
Vrijdagavond, toen zich de voorteeke
nen van liet noodweer vertoonden,
no^ tijdig zijn geborgen.
Op den Scheveningsehen weg zijn
12 boomen omgewaaid, terwijl in de
Prins Willemstraat te Scheveningen
éen zware boom ontworteld werd,
Rotterdam had ook weer last van
hoog water.
Terwijl men om goed 6 uur Vrij
dagavond nog kon sproken van een
„dik tij", dat niet veel bezorgdheid
behoefde in te boezemen, stonden eon
uur later alle aan het water gelegen
straten en dwarsgangen blank,"terwijl
het ovcrloopcn "van de riolen liet
overige (leed om de oude stad onder
te zetten en het gewone aanzien to
geven. Grappig voor dengeen die er
buiten staat, treurig evenwel voor hem
die er (le moeite eu schade van onder
vindt. Daar het water zoo verrassend
snel kwam opzetten, terwijl ook om
dezen tijd van liet jaar' van hoogvloe-
den nimmer is gehoord, waren er na
tuurlijk weinig maatregelen van tegen
weer genomen, zoodat de schade niet
onaanzienlijk zal wezen.
Gelukkig intussclien dat de door
het water bereikte stand niet al te
hoog was. Om half acht was het op
zijn hoogst en teekende de peilschaal
3.60 M. plus R. P. aan. Daarna begon
het langzaam te vallen.
Sedert 1894 heeft men hier geen
last van hoog water gehad. De laatste
hooge vloed viel op 23 Dec. van ge
noemd jaar. Toen evenwel was de
stand niet minder dan 3.75 plus R. P.
De Vrijdag bereikte hoogte komt
ongeveer overeen met die van den
winter van 1877 (31 Januari), toen
3.58 plus R. P. werd aangctcekend.
Dit was de hoogste stand "die tot op
heden is vermeld sedert 1825.
In de weilanden langs de verschil
lende rivieren in Zuid-Holland zijn
Zaterdagochtend vele stuks paarden
en hoornvee verdronken. Aan den
Heischendijk lagen veel doode dieren
tegen den djjk. Ook vele veldvruchten
zijn bedorven, waardoor een aantal
boeren alles kwijt zyn. Dgbbeneden-
stoombooten hebben VrTJuag niet
gevaren.
Het Zuidergors en de Keilen zijn
ingevloeid. In eerstgenoemden buiten
polder is het hooi weggespoeld en
moet vee verdronken zijn. In de Keilen
zijn, naar men zegt,'schapen omge
komen.
Nabij Dordrecht is de Krabpolder
ingeloopen en een gedeelte van liet
daar grazende vee verdronken. Een
paard en twee koeien kwamen de
rivier de Kil overzwemmen. Aan den
eigenaar gelukte liet, iu den nacht
nog eenige dieren per schouw te red
den. Daarbij gebeurde het, dat eea
der runderen zieh te water begaf.
De dochter van den eigenaar werd
meegesleurd en wist niets beters te
doen dan boven op het rund te klim
men, dat vervolgens met haar de rivier
wilde overzwemmen. In het midden
van de Kil kwamen een paar mannen
haar met een roeiboot te hulp. Het
rund bereikte veilig den wal.
Onder de kermistenten in de stad
hield de storm hevig huis, en een
omvallende boom vernielde een der
kramen. Van een molen woei de ge
heel© kap af.
De schade aan de tentoonstelling
toegebracht, moet groot wezen.
De hofstede van O. van der Leer
te Hoogvliet is door den storm ineen
gestort. In den polder Eenhoorn wor
den drie personen vermist. De polder
Fransen van de Putte staat geheel
onder water.
Spijkenisse is voor den postbode
onbereikbaar.
Uit Poortugaal meldt men dat de
polders Binnen- en Buiten Grijpland
geheel zijn ondergeloopen. De schade
aan de te velde staande gewassen
zal zeer aanzienlijk zijn. "Met veel
moeite werd het vee uit die polders
gered.
Men schrijft uit Wijk aan Zee van
Zaterdag
De storm heeft hier hedennachten
hedenmorgen een onschuldig strand
verrast. Het „badseizoen" was zoo pas
geopend. Koetsjes en stoelen, nog
wel nieuw opgeverfd, hebben het lee-
lyk te verantwoorden gehad, niette
genstaande A li met de halve bevol
king zeebaden nam om te redden.
Zes koetsjes, ongeveer, hebben het
voorloopig afgeleid. Wielen dreven
af tot by IJmuiden. Nu staat alles,
veilig en wel, achter den stomptoren
bij het kerkhof, daar een nieuwe storm
gevreesd wordt. In jaren heeft het
hier niet zoo gespookt,
Indien op dit oogenblik een schip
ware gestrand, zouden we kunnen toe
kijken. De reddingsboot is met verlof!
Uit Dordrecht wordt gemeld aan
de N. R. CL:
Naar gelang men de gevolgen van
deu storm en liet hooge water beter
kan overzien, neemt de overtuiging
toe dat het gebeurde gelijk staat mot
een ware ramp.
In het hoofdgebouw der tentoon
stelling is de schade groot. Vooral
de aan den achterkant (de vrindzijde)
gelegen étalages hebben veel goleden
sommige zijn totaal bedorven. De
schade is niet zoozeer te wijten aan
het direct inregenend water, als wel
aan liet water dat, na van het hoogo
dak van het hoofdgebouw afgestroomd
te zijn, zich onder het asplialt-papier
van de daken der lager gelegen ge
bouwen verzamelde. Ook in het ge
bouw van de fotografische kunst, mede
aan die zijde gelegen, is het een cn
ander bedorven, gelukkig echter niet
aan de toestellen, daar die nog niet
uitgepakt waren.
Ook in do stad is de aangerichte
schade zeer groot. Een merkwaardige
bijzonderheid is, dat op liet oogenblik
toen een zware boom op een kermis
kraam neerkwam, zich daar een .jon
gen bevond, die kalm doorgeslapen
had cn, door liet vallen van den boom
uit zijn slaap gewekt, zonder letsel
onder de planken en zeilen uitkroop.
Het grootst is de schade voor den
boerenstand. Door liet invloeien van
verscheidene polders, in de richting
van den Biesbosch gelegen, ging voor
duizenden guldens aan hooi, vee en
veldvruchten verloren. Eeu boer aau
den Buitendijk (Z. O. zydc van het
eiland) verloor zeven paarden. Hiel
en daar komen nog telkens verdron
ken runderen, paarden en scliapca
aandrijven.
Uit Nieuw-Lekkerland sclirij ft men:
Was 't Donderdagmorgen voor vele
boeren al een hard gezicht, toen het
door den N.W. wind opgejaagde wa
ter vele buitenpolders instroomde,
waarvan het gras op verscheidene
plaatsen reeds gemaaid was. Vrijdag
morgen stonden alle uiterwaarden zoo
ver onder, dat nog slechts de toppen
der knotwilgen op de kaden zichtbaar
waren. Overal langs den dijk vormden
zich groepjes van werklieden en boe
renarbeiders. Het werk op de etablis
sementen voor scheepsbouw en op de
machinefabriek van Diepenveen, Leis
en Smit moest opgegeven worden. De
opgenomen werklieden werden ge
bruikt om te bergen wat waterschade
kon bekomen. Alle buitenwoningen
hebben het water in de benedenver
diepingen, overal was men in den vroe
gen morgen bezig varkens en kippen,
en wat aan hokke"n verplaatsbaar was,
in veiligheid te brengen. Een groote
hoeveelheid masthout is hier aange
spoeld, cn grootendeels geborgen.
De schade aan woningen, tuinen
en hooilanden is geducht groot. T
Water was hedenmorgen om 11 uur
15 cM. lager dan met den boogén
Goed van Kerstmis '94. 't Heugt nie
mand ooit in den zomer zulk hoog
water te hebben bijgewoond.
De booten van de stoombootreederij
op de Lek deden hunne gewone
diensten, maar moesten vele veren
voorbij varen, daar die geheel onder
water stonden.
Verkiezings-Varia.
Nadat Dinsdag door den voorzitter
van het stembureau aan een der kie
zers het stembiljet was overhandigd,
vroeg de man„Wat mok daor nou
met doon burgemeister", waarop hem
te kermen werd gegeven, dat een dei-
witte stippen moest worden zwart,
cmaakt.
„O, waeh dan mèr", sprak onze
kiezer, maakte zijn vinger met de
tong nat en wilde hiermede over het
papier strijken.
Ofschoon men er niet aan twijfelde,
of de vinger was voldoende geprepa
reerd, werd hem toch verzoent liever
van liet zich in het stemhokje be
vindende potlood gebruik te maken.
ner, die ook Benno's voogd cn pleegvader was. De wo
ning van Treuenfeld, naast die van Göldner gelegen,
werd aan een paar oude dienstboden toevertrouwd en
de kleine Bcuno woonde nu voor vast in liet huis van
zijn voogd, waar ruimte om te spelen te over voor hem
waswant ook hier ontbrak het hem aan vroolijke
speelmakkers, 't Was alsof liet gunstige lot der firma
Treuenfeld eu Göldner nu in eens wilde keeren.
Het echtpaar Göldner was meermaals door kinderen
gezegend geworden, doch kort na de geboorte stierven
zijslechts eene dochter was het gegund, de groote
donkere oogen niet voor eeuwig te sluiten; zij was en
bleef liet eenige' kind barer ouders.
Toen Benuo in huis kwam, was de kleine Erna drie
jaren oud. Hij uiocht liet door de ouders zoozeer geliefd
'kind gaarne lijden, ja het schoen dat hij geen pret had
als zijn vriendinnetje er niet bij was; vooral nu hij in
»t zelfde huis verkeerde, scheen dc wilde, vurige knaap
zijne Erna hartstochtelijk te beminnen.
Niettegenstaande zijn goed hart, zijn helder hooiden
z\jn doorgaans edel karakter, hadden de onderwijzers
cn opvoeders veel last van Benno, want hij was opvlie
gend en geraakte licht in toorn; speelde hij-echter
met hei kleine meisje, zoo was hy in alles toegeeflijk.
Was hy driftig, door een enkelen blik van Erna was
hij weer kalm. Streek zij hem met hare kleine zachte
hand over het voorhoofd, zoo verdween zijn toorn, hij
werd kalm eu inschikkelijkop het eerste woord van
Erna vloog bij weg om aan hare wenschen te gemoet te
komen. De scuoone stoute knaap, die voor zijn ouder
dom groot en sterk was, kroop als een poedel of paardje
op handen en voeten en liet zich van haar zweepen en
aan de haren trekken. Geen boom was hem te lioog,
wanneer Erna lust gevoelde op fruit uit den top dei-
hoogste boomen, zonder nadenken sprong hij in 't water,
wanneer eene waterlelie of een vergeet-mij-nietje haar
bekoorde.
Het was dan ook een gewoonte van Erna geworden, dat
zij wanneer zjj hot een of ander verzoek had, zich direkt
aan Benno wendde. By hem was zij dan ook steeds het
liefst en al plaagde zij hem voortdurend, zij keek Benno
als haar beschermeling in de oogen.
Van jaar tot jaar nam de liefde wederkeerig toe.
Benno leerde Erna alle grondbeginselen van het lezen
en schrijven, hij keek haar schoolwerk na en verbeter
de dit, ja, eens toen het kleine meisje aan eene kinder
ziekte te bed lag, zat de kleine dertienjarige knaap in
den tuin onder een boom te weenen toen hem geweigerd
werd aan het bed van Erna te mogen gaan waken.
Reeds toen had hy zich voorgenomen, ja 't was zyn
vaste wil, dat Erna eens zijne vrouw moest worden,
cn dit merkten dc ouders van Erna, de vrienden en 't
dienstpersoneel ook reeds op't was immers ook na
tuurlijk, dat. de eenige stamhouders der huizen Treuen
feld en Göldner, zich door een engeren bond zouden
vereenigen.
Ook de heer Göldner zag heel goed iu, wat uit die
enge vriendschap dier kinderen moest volgen, eu had
er niets tegen, maar sprak hy er met zijn vrouw
over zoo vond hy de grootste tegenkanting.
Mevrouw Göldner "mocht dien knaap niet lijden, ja
zij scheen jaloersch te zijn, wanneer zij zag met welke
teederlieid, met welke liefde Benno zijn vriendinnetje
omgaf.
Hoe ouder Benno werd des te meer uitte zich zijn
karakter, maar met des te meer hoogmoed gaf hij steeds
hoog op van den ouden goeden naam van het huis
Treuenfeld. Meer dan eens gaf de jeugdige gymnasiast
te kennen, dat ook voor hem het woord gola „noblesse
oblige". Hij rekende het zich tot plicht, cle oude firma
nog op een beteren voet te verheffen dan zijn voor
vaderen.
Mevrouw Göldner had een afkeer van dien burger
lijken trots, zooals zij het noemde. Zij was uit een
lioöge ambtcnaarsfamilie afkomstig, hare broeders be
kleedden liooge betrekkingen in de residentie en baai-
streven was er zich ook eens te vestigen en in de
voorname kringen te mogen verkeeren. Wel was zij
overtuigd, dat het vermogen en het inkomen waar
over liaar man te beschikken had op verre niet toe
reikend was om te leven zooals zij gedacht had, maar
dat zou wel te veranderen zijn, indien men slechts be
sluiten kon, den kleinen kramerswinkel op te geven en
een zaak in het groot op te richten.
Zoolang Treuenfeld leefde, had zij van hare wen
schen niet durven gewagen, want zij kende hem veel
te goed. maar sedert haar echtgenoot alleen chef van
het huis was, begon zij nu en dan erop tc zinspelen,
eerst bij gelegenheid onbemerkt, later zocht ze gelegen
heid en maakte haar plan duidelijk bekend.
„Met ccn crcdict, met een vermogen gelijk gy bezit
moeten een naar stoute speculaties u tot een zeer rjjk
man maken,' en zy haalde voorbeelden aan van lieden,
die liet bij minder gunstige omstandigheden spoedig tot
een grooten rijkdom brachten.
Hare woorden riolen niet op onvruchtbaren bodem.
Göldner zelf had iets van een avonturier, hij hield van
spelen en genot. Hij ging dan nu ook op andere wyze
boekhouden, hij gaf zijn handel eene grootcre uitbrei
ding hij waagde meer speculaties en het geluk was
hem gunstig; niettegenstaande gevoelde hij zich niet
tevreden.
Twee ernstige, donkere oogen van een knaap, die hij
aan tafel zag, keken hem zoo onderzoekend aan als
wilden zij in zijne ziel lezen en hadden voor liern iets
verwijtends, iets waarschuwends, als verweten zij hem
op welke wijze hij de zaak, die men hem toevertrouwd
had, bestuurde en beheerde.
Benno's verblijf in zijn. huis hield liem cenigszins
van eene gewaagde onderneming af, waartoe hy echter
des te meer door zijne vrouw werd aangespoorddeze
wenschte dan ook mets liever dan dat Benno zoo spoe
dig mogelyk zou vertrekken. Van een huwelijk barer
dochter met Benno wilde zij in het gelicel niets weten.
„De dochters der Göldner'sche familie zijn steeds
in den hoogsten adel getrouwd; met onze Erna zullen
wii geene uitzondering maken," zoo sprak zy. „Benno
zelf kan dit immers ook niet wenschen. en overigens
Erna is ook nog maar een kindwy zullen ons nu
voortaan op hare opvoeding toeleggen.
Wwrit vervolgd