Een eigen gebouw der Doofstommen Vereeniging «door Liefde Saamgebraclit' door J. A. TOURS. Aan de stille zijde der Wester- markt te Amsterdam, staat een per ceel, no. 16. thans leeg en onbewoond, maar niet lang zal het duren of elke kamer, groot en klein is betrokken en doet belangrijke diensten. Door de goede zorgen van den lieer C. Hel lingman, den schutspatroon van bo vengenoemde vereeniging, is bet aan gekocht om te worden ingericht tot een vriendelijk en gastvrij tehuis dei- doofstommen. die als leden dier ver eeniging een nauw aaneengesloten groep van vrienden en vriendinnen vormen. Zondag 27 .Juni 11. was het huis voor de leden te zien. Ze kwamen er, mannen, vrouwen, kinderen, en toen ze de gangen doorloopen. de trappen op en afgeklommen, de kamers be zichtigd hadden, toen drukten zy el kander van blijdschap de hand en gaven hun vreugde te kennen door allerlei gebaren en geluiden, toen voelden allen zich rijk in hun eigen gebouw. Merkwaai dig is de opgewektheid die deze misdeelden bezielt, de vroo- lijkheid waarmede zij elkaar naderen cn toespreken. Toen zij daarna in de groote zaal van „Ons Huis" eene ten toonstelling van aquarellen bezochten, waren zij van alle bezoekers de meest belangstellende. Zij stonden nu hier dan ginds te kijken, wezen elkander op wat zij het' mooist vonden en wisselden van gedachten met eene vingervlugheid dié men moet hebben gezien, om er zich eene juiste voor stelling van te kunnen vormen. Perceel no. 16 der Westermarkt, ruim 2 aren groot, is een uiterst ge schikt huis voor liet hier gewenschte doel. Het ligt vrijwel in het midden der stad en is voor allen gemakkelijk te bereiken. Het zal bevatten een lokaal voor vergaderingen en gezel lige bijeenkomsten, eene zaal voor de godsdienstoefeningen van den Zon dagmorgen. een paar logeerkamers voor doofstommen, die van elders ko men en hier korten tijd vertoeven, eene woning voor den directeur, eene andere voor den concierge, een kan toor, lokalen voor de werkverschaf fing en een grooten kelder als berg plaats voor materiaal. De breede poort kan dienen als toegang voor de werkplaatsen en wa gens en karren doorlaten. Inderdaad, als dit huis, na het ondergaan van kleine veranderingen in gebruik zal zijn genomen, zal elk, (lie het ziet, moeten erkennen, dat de doofstommen, die zich bier vereenigen, een veilig toevluchtsoord, een vriendelijke ver blijfplaats hebben gevonden. Nog geen twee jaren geleden be gon de genoemde heer Hellingman, bijgestaan door een dames-comité, zijn plannen tot bet verkrijgen van een eigen .gebouw ten uitvoer te brengen. Niet minder dan honderd acht en twintig duizend circulaires werden naar. alle steden en dorpen van ons vaderland verzonden. Zij hielden het verzoek in. eene bijdrage in den vorm van een postzegel over te zenden. Ofschoon de kosten van drukken en verzenden slechts zeer matig wer den vergoed, werd de aandacht op de Vereeniging, die tot nog toe vrij on bekend was, gevestigd en de bekend heid, die nu verkregen werd, had allerlei gunstige gevolgen. Ook toen een kleine schets door den schrijver dezer regelen in verschillende dag bladen geplaatst, door den beer Hel lingman als brochure met inschrij vingsbiljet. in vele exemplaren werden verzonden, werden verscheiden jaar- lyksche bijdragen of giften in eens aangeboden. De Vereeniging ging nog verder en met het oog op doofstommen uit andere landen, die zij somwijlen bij hun doortocht door Amsterdam steunt, had zij den eigenaardigen in val, zich schriftelijk tot alle gekroonde hoofden van Europa te richten, met verzoek om geldelijke hulp, voorioo- pig niet zonder eenig resultaat. Vorst Johann IJ van Lichtenstcin gaf het goede voorbeeld, dat wie weet, door welke monarchen nog zal gevolgd worden, en zond eene gift van f200. Vergeten wij niet te vermelden dat onze Koninginnen waren voorgegaan en elk f 100 hadden bijgedragen. Zoo kwam eene som van ruim 5 mille in kas van den penningmeester en werd er aan jaarlijksche bijdragen f1555 toegezegd. Het gebouw, dat met overdracht voor ruim 13 mille werd gekocht, is dus niet vrij eigen dom der Vereeniging-, maar de mannen die het kochten nebben geloof in de medewerking der burgery en geloof geeft moed. Voor vertimmering, aan schaffing van meubels, zal een som met jo noodig zijn, evenzeer als voor de aanvulling van hetgeen aan de koopsom ontbreekt. Naar berekening zou de Vereeniging met 10 a 12 mille geholpen zijn. "Zal zij zooveel ont vangen? Voorzeker. Niet in eens en niet in een paar weken, maar lang zamerhand, in kleinere en grootere giften, die uit alle oorden van ons land zullen toevloeien. Zoo spoedig het gebouw gereed is, zal het voor een ieder ter bezichtiging gesteld worden. Eerst dan zal de werk zaamheid worden gekend en gewaar deerd. Wie daar de verschillende doof stommen aan den arbeid of in gezellig werken vereenigd zal zien, zal de groo te waarde van dit vereenigingspunt beseften, en gaarne iets bijdragen in bet belang van hen. die zooveel mis sen en die in den regel met het wei- nigje wat zij bezitten, zoo tevreden zjjn. Men vergete niet dat dit groepje mannen en vrouwen een innig °*evoel van gemeenschap kweekt en de een zich verantwoordelijk stelt voor het wel en wee van den ander. Vriend schappelijk gaan ze met elkander om en geen wonder is het ook, dat zij onderling huwelijken sluiten, waaruit gelukkig' in den regel hoorende kin deren worden geboren. Is het geen voorrecht voor onze samenleving dat deze Vereeniging voor deze misdeelden van haren aard zich in de bres stelt en verdient zij daarom niet den steun van wie wat missen kan? Zoo ge beurde het nog onlangs dat tot de Vereeniging een doofstomme kwam, die twee nachten onder den blpoten hemel en zoo goed als zonder voedsel had doorgebracht' Te vergeefs had hij hier en daar aangeklopt om hulp. Een doofstomme mist de handigheid en gevatheid die hoorenden kunnen aan wenden om hun beklag te doen. Wel nu, de Vereeniging heeft dien zwer ver de band toegestoken. Een goed verblijf en voedsel zijn hem verstrekt en bij de werkverschaffing is liem ar beid aangewezen. Zoo is deze onge lukkige in den kring opgenomen en voor verdere onheilen behoed. Zoo wordt de werkverschaffing da- gelyks bezocht door twee broeders, waarvan de jongste in zijn jeugd gee nerlei onderwijs heeft genoten, omdat noch burgerlijke noch kerkelijke over heid van het dorp zijner inwoning dat onderwys. kon 'bekostigen. Ten einde raad hebben zijne oudei's hem gezonden naar de Vereeniging „door Liefde saamgebracht", en deze stiet hem niet af, maar nam hem aan. De nieuwe lotgenoot begint nu in den vriendenkring op te leven en leert allerleidat hem vroeger niet onder de oogen gebracht werd. Van de Werkverschaffing gespro ken den geheele winter die achter ons ligt, door, werden van 24 tot 26 doofstommen aan den arbeid gezet, thans is nog een 15 tal aan het werk. Kleedingstukken en voedingsmiddelen werden hun verstrekt, die te weinig- met hun handen verdienden, om een zij het ook sober bestaan te kunnen leiden. Deze Vereeniging, die niet vraagt naar godsdienstige belijdenis en man nen en vrovwen van elk kerkgenoot schap opneemt, zal, zoo vertrouwen wij, een nieuw en verhoogd leven te gernoet gaan. Rondom aller vriend „Vader Hellingman", die steeds be dacht is op aller welzijn en die zoo veel voor hen voelt, omdat by van nabij al den jammer der doofstomheid moest leeren kennen en die door zijne dochter en behuwdzoon krach tig gesteund wordt, vereenigen zich de leden der Vereeniging zoo gaarne, Maar niet minder gaarne rondom hun lotgenoot, den heer J. Stuhr. die des Zondags voor de Protestantsche vrienden eene leerrede voordraagt in de zoo eigenaardige godsdienstoefe ning en den heer J. Beelen, die als hoorende, de tolk is tegenover de buitenwereld en 't lief en leed met allen sinds jaren deelt. Dat de beide mannen als directeur en concierge in net nieuwe gebouw zullen inwonen, dat is allen een waarborg, dat zij 't er goed zullen hebben. Welaan dan, laat ons een bewys onzer belangstelling zenden naar het nieuwe huis als het gereed is en gif ten ontvangt, of reeds dadelyk aan den heer C. Hellingman, Nassaukade 113 of aan de voorzitster van het da mescomité, mevr. M. J. Blase-Helling- man, Nassaukade 112 Amst. Boeken voor de ontspanningszaal, meubels voor de verschillende lokalen, versie ringen voor de wanden, allerlei klei nigheden, die in een huis te pas ko men, giften in geld voor de kas van den penningmeester, alles is wel kom, zeer welkom. En al kan maar deze en gene, die, zonder zich zelf te hooren, de kunst van spreken heeft geleerd, u dankzeggen met hoorbare klanken, allen zullen met sprekend oog u de hand drukken en eeu woord van erkentelijkheid stamelen. Wie een goed oogenblik wil doorbrengen, ga met gevulde liand naar de Wes- tennark stille zijde No. 16. Hij keert huiswaarts, rijker dan hij ging. Een oplichter. Omtrent den vreemdeling, die in Den Haag oplichting pleegde, wordt het volgende gemeld: Hij noemde zich comte te Breteuil, heeft zich onder bediiegelijke voor- gevens, op 3 Juli 's avonds doen af geven een collier, bestaande uit 79 paarlen van verschillende grootten, wegende 97 karaats, met een daar aan bevestigd gouden ovaalvormig slot met ï'obyn, omgeven door 3 kleine brillianten, alsmede 2 heindknoopjes van goud, rond, ieder voorzien van een brilliant en van een veersluiting van doublé. De waarde, van eeu en ander is 7800 francs. De vreemdeling heeft daarvoor in betaling gegeven 12 actiën, ieder groot 500 frs., van de Banque foncière te Parys, en een cheque groot 3000 francs, afgegeven op 30 Juni 1897 door Rothschild frères te Parijs op de Amsterdamsche Bank. Die actiën zijn öf waardeloos of, evenals de cheque, valsch. De man is dadelijk verdwenen. Zyu leeftyd wordt geschat op ongeveer 40 jaren. Hij heeft eene lengte van pl. m. 1.90 meter, een flink postuur, militair voorkomen; zwart haar en knevel, donker uiterlijk; 'ovaal aan gezicht met eenigszins ingevallen wangen en gezonde gelaatskleur. Zijn kleeding bestond uit een lange gekleede zwartlaken jas, dito panta lon en vest, rose overhemd met wit staande boord met omliggende punten, zwarte das met blauwe bloemen en speld met blauwe camé met vrouweu- kop, omzet met briljanten, bruine glacé handschoenen, gouden horloge ketting, gedragen iu beide vestzakken, gevlamde wandelstok met zilveren knop, verlakte bottines, lage fanta- siehoed en overjas op den arm. Hij spreekt Fransch, Duitsch en Engelsen, Op voorstel van zyn predikant ds. Louis A. Ballier, heeft de kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Schier monnikoog besloten wijn zonder alcohol bij bet Avondmaal te ge bruiken. Beschuldiging van plagiaat. De heer dr. A. Erens, burgemees ter van Valkenburg, antwoordt thans in De Limb. Koerier op den open brief van mr. L. Regout Jr. De schrijver ontkent den laatstgenoemde in zijn verkiezingsstrijd te hebben tegengewerkt. Wat de eigenlijke quaestie betreft, of mr. R. bij de samenstelling in zijn proefschrift plagiaat zou hebben ge pleegd, zegt de heer Erens o. a. „Waarom niet den gedienstigen man genoemd die u zoo iets aanbracht? Gy zult wellicht opwerpen, mijnheer Regout, dat de naam des verklikkers niets ter zake doet. Ik ben echter van een tegenovergesteld gevoelen, Daar zijn namen die meer zeggen dan vellen druks, die het brandmerk dra gen van leugen, verdraaiing en scheeve voorstelling, die gepersonifieerd zijn met afgunst, baat em nijd. En juist omdat ik zoo'n naam van achter de schermen zie doorschemeren, daarom dring ik aan op bet noemen van uw zegsman, wien het genoeg is een zin uit zijn verband te rukken om wat recht stond geheel scheef voor te stellen." Daarna stelt de schrijver de vraag „wie beeft ooit een academisch proef schrift gemaakt zonder autoriteiten en zelfs de eigen professoren daarin te raadplegen en hunne zienswijze te volgen i En raadplegen de schrijvers van dissertatiën niet tal van bronnen die toch ook andermans geesteskin deren zijn Tenslotte spreekt de heer E. het vermoeden uit dat de open brief des heeren R. een uitvloeisel is van zijn nederlaag bij de stembus. Een gedenkdag. Het Adder-monument op de alge- meene begraafplaats te Huisduinen werd Maandag, den dag waarop de monitor Adder 15 jaar geleden ver ongelukte, weder druk bezocht. Ook de leden der onderofficiersvereeniging Admiraal de Ruyter en der lielder- sche afdeeling van den Bond van oud-ondorofficieron togen weer met omfloerste banieren derwaarts, om een nieuw nationaal lint te vlechten om den krans, door Admiraal de Ruyter indertijd op bet graf der omgekomen kameraden nedergelegd. Bij deze plechtigheid werd door den voorzit ter en twee leden der onderofficiers vereeniging het woord gevoerd, om hulde te breugen aan de nagedachte nis van de slachtoffers der Adder ramp, en tevensgebruik makende van de gelegenheid om aan te dringen op nieuwe aanecnsluitiug, ter verkrij ging van weduwen- en weezeupen- sioen van rijkswege. Eau Verkiezingsmanifest. De heer Aug. Kamps te Sittard, die by de jongste Kamerverkiezingen in dat district eandidaat werd gesteld en daardoor stemmiug noodzakelijk maakte, is nu weer kandidaat gesteld voor de Gemeenteraadsverkiezingen. Hij heeft die candidatuur aanvaard en beveelt zich nu in de gunst dei- kiezers aan in het volgend interessant manifest Attentie s.v.pl. Edele Heeren Kiezers voor Leden van den Gemeenteraad te Sittard. Het was UEd. reeds lang bekend dat ik mij zou eandidaat stellen. Welnu, die tijd is gekomen, en be veel my ten zeerste in uwe gunst aan. Het zal mijn grootste streven zijn uwe belangen in den gemeenteraad met hart en ziel te behartigen en niet aarzelen om voor alles wat noodzake lijk is mede te werken en mijne beste krachten in te spannen. Hoogachtend. Groete AUG. KAMPS, genaamd „der Alte August." Een man die uwe rechten heeft ge handhaafd door zich Oandidaat te stellen voor de Tweede Kamer, want zonder mijn optreden was U allen uw kiezersrecht ontnomen en moest Gy U bij eene inteekenlijst van eeuige kiezers neerleggen en er viel niets te stemmen. Dus ze hadden U allen niet noodig en schuif den hunnen eandidaat maar zoo van de plank af, maar halt! zoo ging hét niet. Door mij hebt gij allen uw stom- recht terug' gekregen en hebt als kie zers uwe vrije keuze kunnen doen, en eens goed stemmen geleerd, dat U iu 't vervolg weet hoe te stemmen voor uwe gemeentebelangen, daarom moet U nu „der Alte August" niet vergeten en zyn puntje eens behoor lijk zwart gemaakt, II kent hem allen goed genoeg en weet dat hij niet be vroren is, maar recht door zee gaat om uwe belangen te handhaven en te verdedigen. Een man die durft spre ken als het tijd is en volgens zijn program zorgen zal(volgt eene heele opsomming.) Eene aanranding. Op 'den Catharynen Singel te Utrecht, ter hoogte van het Sterre- bosch, werd Maandagnacht een man, W. genaamd, op weg naar huis zyndej onverwachts staande gehouden dooi- twee mannen die hem vroegen of hij niet wat geld voor hen had, daar zij geen cent rijk waren. Toen W. hun antwoordde, dat het met hem al even treurig gesteld was, werden zij boos en grepen hem aan, tengevolge waar van eene worsteling ontstond, waarbij W. zijn zilveren horloge verspeelde en bovendien langs het nog al steile, talud van den weg in het water rolde. Gelukkig kon de man zwemmen en was hij daardoor weder spoedig op den wal, doch hoe spoedig dit ook geschiedde, was van de aanranders geen spoor meer te vinden, zoodat hem niets anders overbleef, dan zijn wedervaren aan de politie kenbaar te maken. (V. D.) Boerenbond. In de Maandag gehouden vergade- ïiug van den Boerenbond te Roer mond is besloten tot het uitgeven van een Maandblad. Door liet bestuur zal daartoe eene commissie benoemd wor den. De vergadering hechtte adhaesie aan het voorstel, om het Maandblad te zamen mot dc Noordbrabantsche ledeu uit te geven, opdat daardoor de kosten geringer zouden zyn. In bet algemeen werd vastgesteld, dat afzonderlijke commissies met dooi de leden, doch door het bestuur be- noem'd worden. De heer van Rijekevorsel van Yucht, ter vergadoring tegenwoordig, besprak liet. doel der Raifteisen-banken, tot het oprichten, waarvan door de leden in beginsel besloten werd. Koloniën, Atjeh. De J'ava-Bode schryft in baar mail- overzicht „Het is bijna ecu jaar geleden, dat de daden van moed, beleid en trouw, van beleid alleen eu van iets minder dan beleid zijn verricht, waarvoor on langs verschillende soorten van rid derorden en andere koninklijke on derscheidingen zijn uitgedeeld. Dat lange tijdsverloop zou iets aan de waarde van die beloouingen kunnen ontnemen, iudien er niet een waar borg door was gegeven, dat zij niet lichtvaardig zijn verleend en dat alle en alleen de ware verdiensten na lang wikken en wegen in aanmerking zijn genomen. Aan heldendaden ontbrak het in Atjeh nooit, in krijgs- en staats beleid is men er wel eens te kort ge schoten. maar dat dit niet het geval is geweest tijdens de luitenant-gene raal Yetter er regeerings-commissaris was, blijkt uit de omstandigheid, dat hem het kommandeurskruis van den Nederlandschen Leeuw is geschonken voor hetgeen hij als zoodanig heeft verricht. Het is dan ook niet te loo chenen, dat, al is Toekoe Oemar nog altijd niet in onze handen gevallen eu al hebben de jongste krijgsverrichtin gen veel bloed gekost, de thans in Atjoh gevolgde gedragslijn ons- ver der heeft gebracht dan zij ooit, zelfs iu de dagen van generaal Yan der Heijden, zijn geweest, en dat er alle grond is voor de verwachting, dat wij nu komen zullen, waar wij zyn m,"!- r, Yoor den gouverneur-gene raal zou het een schoone voldoening zijn, wanneer nog tijdens zijn bewind do pacificatie van Atjeh 'tot stand kwam. en waar de leger-commandant hem by liet streven daarnaar zoo wakker ter zijde1 staat, is het geen wonder, dat liet opperbestuur dien krijgsoverste handhaaft, terwijl jon gere generaals wegens hun leeftijd uit het leger worden vorwijderd trouwens^ generaal Vetter, die niet gestemd is voor oude officieren en ook daarom niet dan noode het leger- commando op zich lteeft genomen, kan tot het ontslag van generaals, die een zekere leeftijdsgrens bereikt hebben, adviseeren, zonder dat hem mag worden verweten zelf in dienst te Blijven vaderlandsliefde en offer- vaarcligheid zijn aan geen leeftijd ge bonden. Intusschen heeft het pijnlijk getroffen, dat mannen als de generaals ftesner en Segov uit den dienst zijn ontslagen, zonder dat door hen daar om was verzocht." Leiteren en Kunst. Eduard Zeldenrust. De Londensche correspondent van het Hbld. schrijft: Laatstleden Zaterdag heeft onze Nederlandsche kunsteuaar de heer Eduard Zeldenrust zich na eene af wezigheid van drie jaren in Londen weder doen hooren; zyn pianoforte „recital'' vond plaats in de (Ir awing - roomvan mevr. Mackay, vrouw van den bekenden Amerikaanschen zil verkoning. Men moet ten eerste dezen virtuoos bewonderen voor zyne buitengewone wilskracht, die hem ondanks vele te genspoeden in het begin zijner loop baan ei' toe in staat gesteld heeft de deuren, van paleizen als die waarin mevr. Mackay (6 Carlton House Ter- race) woont, 'te doen openen. Te recht zeg ik paleizenelkeen die op (lezen Zaterdag dit mansionbinnentrad, was getroffen door de pracht en weelde die den bezoeker- op Schritt und Tritt volgde. Slechts de paleizen van de middël- eeuwsche Italiaansche doges zouden hiermee vergeleken kunnen worden. Het fijnste marmer waarmede de breede trappen bedekt zyn, de gebor duurde muui'kleeden, de schilderijen en kunstwerken van vroegere eeuwen, wedy veren om het oog des bezoekers te verblinden. En dit alles gepaard aan eenvoud, maakte den indruk des te treffender. Men heeft ons medegedeeld dat dit huis met inrichting het bedrag van 100,000 pd. st. verslonden heeft, geen wonder dus dat de eigenares het tot dien staat van perfectie heeft weten te brengen. Doeli nu ter zake. De lieer Zelden rust beeft gedurende de drie jaren zijher afwezigheid buitengewone vor deringen gemaakt en zoude men met gerustheid kunnen zeggen, dat Lier de kunst haar hoogste"sport bereikt beeft. De toon is rond en afgewerkt, de aanslag en virtuositeit onberispe lijk. Het heeft den heer Zeldenrust veel moeite moeten kosten aan zyne vingers die mate van losheid te ver schaffen dat elke als het ware een op zich zelf staand en hamer vertegen- woordigt. Het schoonste in zijn spel is evenwel zjjn opvatting; de Thème et variations van Schubert werden met eenvoud gespoeld; de beroemde Appassionato van Beethoven gaf de elementen weer zooals de componist die in zijn meesterstuk lieeft zoeken te vertegenwoordigen, terwijl de Bal lade (op. 23) van Chopin evenals diens Nocturne cn Valse tot het gevoel spraken en de menschelijke harts tochten weergaven waardoor Chopin om zoo te zoggen verteerd werd. Een struikelblok van alle pianisten: de tiende Rhapsodic van Liszt, wist onze Nederlander glansrijk uit te voe ren en spreidde daarin al zijn virtuo siteitskracht ten toon. Zijn eigen compositie, een ,,'Humo- resque", is een lief stukje, waarmede wij elk muzieklief hebber zouden aan raden kennis te maken en dat onze landgenoot eveneens met veel succes voordroeg. Kortom, men smaakte een genotvollen namiddag en ten volle was de lof verdiend dien de Parijschesa- lonbezoekers den heer Zeldenrust toe zwaaiden. Het was jammer dat Bteinways Grand piano die voor deze gelegen heid gebruikt werd, op een tapijt stond en dat de vensters met zware gobelins bedekt waren, waardoor het den heer Zeldenrust somtijds moeilijk viel ons het volle genot van zyne forti te doen smaken. Tot zijn gehoor behoorde o. a. ook de Nederlandsche gezant, baron Yaa Golstein. In den loop dezer maand geeft me vrouw Walter, de echtgenoote van den eigenaar der Timeseen soiree ter eere van den kunstenaar Zelden rust. De heer Zeldenrust zal, naai* wij vernemen, binnenkort zijn vaderland weder bezoeken, na eenè afwezigheid van twee jaren. Sport en Wedstrijden. Blo emenfeest. Op het Sportterrein ip den Haag heeft Zondag 18 dezer een bloemen- feest met daaraan verbonden wedstrij den plaats. Het programma luidt: I. Bloemen Corso, voor 2 of 4 wie- lige rijtuigen, toebeboorende aan han delaren en stalhouders; reclame- en transportwagens; le prys f75 beno vens verguld zilveren medaille voor den bloemist2e prijs f 40, benevens zilveren med. (voor den bloemist; 3e prijs f 20, benevens bronzen med. voor den bloemist. II. Bloemen Corso voor 2 of 4 wie- lige rijtuigen, toebeboorende aan par ticulieren. le prijs een kunstvoorwerp, benevens een vergald zilveren me daille voor den bloemist; 2e prijs een kunstvoorwerp, benevens een zilveren medaille vo.r den bloemist; 3e prijs een kunstvoorwerp, benevens een bronzen medaille voor den bloemist. III. Bloemen Corso voor sportkar ren cn bokkenwagens. Prijzen kunst voorwerpen. IV. Ringrijderij te petard. Bij dit nummer zal een heg gesprongen wor den. le prijs f 50, 2e pr. f 25, 3e pr. f 10, V. Ringrijderij te paardvan 't dek te berijdenle prijs f 30, 2e pr. f20, 3e pr. f 10. YI. Ringrijderij mei-paard en sjees. Prijzen kunstvoorwerpen. VII. Kopstéfcen te paard, le prys verguld zilveren medaille, 2e prijs zilveren medaille, 3e prijs bronzen medaille. wilt gij dat dan loochenen? Uwe naamletters staan er inmmers ook op, T. G. Theodor Günther.'' „En met behulp eener loup leest men ook de woor den „Liever slecht dan arm", sprak de oude heer, en zijn toon klonk nu werkelijk vaster en zekerder. ,,/tIs niet waar, hij liegt!" riep Günther en wilde den ouden man omver loopenmaar den heer Yon Sanden, die het eerst begreep, dat achter dit tooneel een diepe ernst moest verborgen liggen, legde hem zwaar de han den op den schouder en zei „Niet van de plaats, mynheer, tot gij ons verklaard hebt. waarom gij nu betwist, wat gij zooeven, al was het ook tegen uw wil, toegaaft, waarom gij den man, die u uw eigendom weder teruggeven wil, als een boef en bedrieger behandelt „Misschiön omdat mijnheer Günther niet graag aan de plaats herinnerd wordt, waar bij den breloque ver loren heeft," antwoordde de oude heer, schijnbaar zonder argwaan. „Waar was dat?" „In de coupé van een sneltrein, die van Weenen naar Berlyn reed. vertelde de oude heer. terwijl hij elk woord langzaam en met nadruk uitsprak. t Was in den nacht, een heer was beroofd en vermoord geworden men vond den kleinen ivoren schedel tusschen de ver stijfde vingers van het lijk Rehfeld had hem in ver twijfeling zijnen moordenaar van het horloge gescheurd." „Hij liegt, hij liegt, ik was het niet, de andere die met mij reed heeft het gedaan, :t was zijn dolk," stamelde Günther. Met een kreet van ontzetting bleef hij steken. Uit de aangrenzende grot was langzaam de dame in rouwkleederen te voorschijn getreden, sloeg den sluier we<r en toonde hem een bleek gelaat. ,JDe dolk behoorde den anderen, de moordenaar waart gjj ik berken u. Moordenaar van mijn echtgenoot, waag het ook het my in het gezicht te loochenen 1" Günther schreeuwde woedend en trachtte zich nog eens los te maken't was te vergeefs. Tien handen strekten zich naar hem uit en hielden hem vast. Nie mand twijfelde eraan, dat hij de moordenaar was; niet alleen het doodshoordje, niet alleen de getuigenis dei- jonge vrouw had hen overtuigd, hy zelf had zich ook verraden. Allen waren verbaasd, 't meest echter baron Lorch, die zich diep beschaamd en verslagen gevoelde, zulk een man in den kring zijner voornaamste bekenden ge bracht te hebben. „Ellendige verstooten boef!" schold hij, „hoe had ik kunnen vermoeden, toen wij te Weenen samen verkeerden, dat wy een roover en moordenaar by ons hadden." „Gij hadt het kunnen vermoeden, beste baron", sprak de heer Yon Sanden. „Wie tot regel heeft: „Liever slecht dan ami", is tot alles in staat." Hy kwam uit de grot en naderde de dame: „Mag ik u naai- uw hötel vergezellen, geachte me vrouw?" vroeg hij. „Ik geloof, dat uwe zware taak is volbracht én uw begeleider wordt thans bezig- ge houden." „Ga, mevrouw," sprak de oude heer toestemmend, „ik zal u weldi-a kunnen volgen." Hij wenkte een der kellners, die. met de in de grot aanwezige gasten nader gekomen waren ea nieuwsgie rig de grot omringden, waarin dit treurige drama had plaats gehad. Weinige woorden waren voldoende do man spoedde zich naar den uitgang; en gaf eenigen daar wachtenden gendarmen een teeken. Na enkele mi nuten was de moordenaar door hen weggebracht en terwijl Ema met haren beschermer in een rijtuig naar haar hotel reed, bracht een ander rijtuig Gün ther eu diens begeleider naar zijne voorloopige ge vangenis. Erna was met Weeker naar Berlyn gereisd om den vervaardiger van den schedel te zoeken. Zy namen 't eerst hunne toevlucht tot het adresboek en vonden in de ljjst der ivoorwerkers ook enkele namen waarbij de letters C. B. pastenmaar zoodra zy echter inlichtin gen gingen nemen, vonden zy zich teleurgesteld. Geen van allen kon zich herinneren, ooit zulk een voorwerp vervaardigd te hebben en ieder gaf den schedel met een uitdrukking van leedwezen terug, omdat hij niet in hun werkplaats vervaardigd was„slechts een in zyu vak uiterst bekwaam werkman is in staat zoo een kunststuk van zulke fijnheid te vervaardigen," ant woordden allen. Eenige dagen waren zoo met verpeel'sch zoeken ver loren gegaan, toen Weeker de hulp van een man in riep, die Dy de geheime politie werkzaam was, cn met bijzondere rnoeielyke gevallen belast werd en groote lokaal- en personenkennis bezat De oude beer Schwarz had den kleinen schedel nauwelijks gezien of hij schudde bedenkelijk het hoofd en zei: „Ik geloof het wel, dat het u moeielijk vallen zon den man, die dat gemaakt heeft, in Berlijn te vinden hij was maar al te bekwaam en boet nu te Branden burg in de gevangenis voor de kunst, valsehe bank biljetten gemaakt te hebben, die slechts een zeer ge oefend oog vaD echte onderscheiden kan." Weinige uren later waren Erna en Weeker verge zeld van den ouden inspecteur Schwarz bij den direc teur der gevangenis te Brandenburg, die hen, nadat hij vernomen had, waarom het te doen was, aanstonds een on derhoud met den ivoorsnijder en graveur Carl Becker veroorloofde. De oogen van den gevangene glinsterden, toen men hem den kleinen schedel zien liet, hij nam hem in de hand, beschouwde hem van alle zijden, streek, als wilde hij het voorwerp liefkoozen, met dc vingers daarover heen en mompelde„Ja, ja, dat heb ik gemaakt, dat zal my zoo licht niemand nadoen." „Voor wien? voor wien hebt gij dat gemaakt vroeg Erna haastig. „Voor een fijnen heer; ik geloof dat hij uit Oosten rijk kwam-" Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2