Een eigen gebouw
der Doofstommen Vereeniging
«door Liefde Saamgebraclit'
door J. A. TOURS.
Aan de stille zijde der Wester-
markt te Amsterdam, staat een per
ceel, no. 16. thans leeg en onbewoond,
maar niet lang zal het duren of elke
kamer, groot en klein is betrokken
en doet belangrijke diensten. Door de
goede zorgen van den lieer C. Hel
lingman, den schutspatroon van bo
vengenoemde vereeniging, is bet aan
gekocht om te worden ingericht tot
een vriendelijk en gastvrij tehuis dei-
doofstommen. die als leden dier ver
eeniging een nauw aaneengesloten
groep van vrienden en vriendinnen
vormen.
Zondag 27 .Juni 11. was het huis
voor de leden te zien. Ze kwamen er,
mannen, vrouwen, kinderen, en toen
ze de gangen doorloopen. de trappen
op en afgeklommen, de kamers be
zichtigd hadden, toen drukten zy el
kander van blijdschap de hand en
gaven hun vreugde te kennen door
allerlei gebaren en geluiden, toen
voelden allen zich rijk in hun eigen
gebouw.
Merkwaai dig is de opgewektheid
die deze misdeelden bezielt, de vroo-
lijkheid waarmede zij elkaar naderen
cn toespreken. Toen zij daarna in de
groote zaal van „Ons Huis" eene ten
toonstelling van aquarellen bezochten,
waren zij van alle bezoekers de meest
belangstellende. Zij stonden nu hier
dan ginds te kijken, wezen elkander
op wat zij het' mooist vonden en
wisselden van gedachten met eene
vingervlugheid dié men moet hebben
gezien, om er zich eene juiste voor
stelling van te kunnen vormen.
Perceel no. 16 der Westermarkt,
ruim 2 aren groot, is een uiterst ge
schikt huis voor liet hier gewenschte
doel. Het ligt vrijwel in het midden
der stad en is voor allen gemakkelijk
te bereiken. Het zal bevatten een
lokaal voor vergaderingen en gezel
lige bijeenkomsten, eene zaal voor de
godsdienstoefeningen van den Zon
dagmorgen. een paar logeerkamers
voor doofstommen, die van elders ko
men en hier korten tijd vertoeven,
eene woning voor den directeur, eene
andere voor den concierge, een kan
toor, lokalen voor de werkverschaf
fing en een grooten kelder als berg
plaats voor materiaal.
De breede poort kan dienen als
toegang voor de werkplaatsen en wa
gens en karren doorlaten. Inderdaad,
als dit huis, na het ondergaan van
kleine veranderingen in gebruik zal
zijn genomen, zal elk, (lie het ziet,
moeten erkennen, dat de doofstommen,
die zich bier vereenigen, een veilig
toevluchtsoord, een vriendelijke ver
blijfplaats hebben gevonden.
Nog geen twee jaren geleden be
gon de genoemde heer Hellingman,
bijgestaan door een dames-comité, zijn
plannen tot bet verkrijgen van een
eigen .gebouw ten uitvoer te brengen.
Niet minder dan honderd acht en
twintig duizend circulaires werden
naar. alle steden en dorpen van ons
vaderland verzonden. Zij hielden het
verzoek in. eene bijdrage in den vorm
van een postzegel over te zenden.
Ofschoon de kosten van drukken
en verzenden slechts zeer matig wer
den vergoed, werd de aandacht op de
Vereeniging, die tot nog toe vrij on
bekend was, gevestigd en de bekend
heid, die nu verkregen werd, had
allerlei gunstige gevolgen. Ook toen
een kleine schets door den schrijver
dezer regelen in verschillende dag
bladen geplaatst, door den beer Hel
lingman als brochure met inschrij
vingsbiljet. in vele exemplaren werden
verzonden, werden verscheiden jaar-
lyksche bijdragen of giften in eens
aangeboden. De Vereeniging ging nog
verder en met het oog op doofstommen
uit andere landen, die zij somwijlen
bij hun doortocht door Amsterdam
steunt, had zij den eigenaardigen in
val, zich schriftelijk tot alle gekroonde
hoofden van Europa te richten, met
verzoek om geldelijke hulp, voorioo-
pig niet zonder eenig resultaat. Vorst
Johann IJ van Lichtenstcin gaf het
goede voorbeeld, dat wie weet, door
welke monarchen nog zal gevolgd
worden, en zond eene gift van f200.
Vergeten wij niet te vermelden dat
onze Koninginnen waren voorgegaan
en elk f 100 hadden bijgedragen.
Zoo kwam eene som van ruim 5
mille in kas van den penningmeester
en werd er aan jaarlijksche bijdragen
f1555 toegezegd. Het gebouw, dat
met overdracht voor ruim 13 mille
werd gekocht, is dus niet vrij eigen
dom der Vereeniging-, maar de mannen
die het kochten nebben geloof in de
medewerking der burgery en geloof
geeft moed. Voor vertimmering, aan
schaffing van meubels, zal een som
met jo noodig zijn, evenzeer als voor
de aanvulling van hetgeen aan de
koopsom ontbreekt. Naar berekening
zou de Vereeniging met 10 a 12 mille
geholpen zijn. "Zal zij zooveel ont
vangen? Voorzeker. Niet in eens en
niet in een paar weken, maar lang
zamerhand, in kleinere en grootere
giften, die uit alle oorden van ons
land zullen toevloeien.
Zoo spoedig het gebouw gereed is,
zal het voor een ieder ter bezichtiging
gesteld worden. Eerst dan zal de werk
zaamheid worden gekend en gewaar
deerd. Wie daar de verschillende doof
stommen aan den arbeid of in gezellig
werken vereenigd zal zien, zal de groo
te waarde van dit vereenigingspunt
beseften, en gaarne iets bijdragen in
bet belang van hen. die zooveel mis
sen en die in den regel met het wei-
nigje wat zij bezitten, zoo tevreden
zjjn.
Men vergete niet dat dit groepje
mannen en vrouwen een innig °*evoel
van gemeenschap kweekt en de een
zich verantwoordelijk stelt voor het
wel en wee van den ander. Vriend
schappelijk gaan ze met elkander om
en geen wonder is het ook, dat zij
onderling huwelijken sluiten, waaruit
gelukkig' in den regel hoorende kin
deren worden geboren. Is het geen
voorrecht voor onze samenleving dat
deze Vereeniging voor deze misdeelden
van haren aard zich in de bres stelt
en verdient zij daarom niet den steun
van wie wat missen kan? Zoo ge
beurde het nog onlangs dat tot de
Vereeniging een doofstomme kwam,
die twee nachten onder den blpoten
hemel en zoo goed als zonder voedsel
had doorgebracht' Te vergeefs had hij
hier en daar aangeklopt om hulp. Een
doofstomme mist de handigheid en
gevatheid die hoorenden kunnen aan
wenden om hun beklag te doen. Wel
nu, de Vereeniging heeft dien zwer
ver de band toegestoken. Een goed
verblijf en voedsel zijn hem verstrekt
en bij de werkverschaffing is liem ar
beid aangewezen. Zoo is deze onge
lukkige in den kring opgenomen en
voor verdere onheilen behoed.
Zoo wordt de werkverschaffing da-
gelyks bezocht door twee broeders,
waarvan de jongste in zijn jeugd gee
nerlei onderwijs heeft genoten, omdat
noch burgerlijke noch kerkelijke over
heid van het dorp zijner inwoning
dat onderwys. kon 'bekostigen. Ten
einde raad hebben zijne oudei's
hem gezonden naar de Vereeniging
„door Liefde saamgebracht", en deze
stiet hem niet af, maar nam hem aan.
De nieuwe lotgenoot begint nu in
den vriendenkring op te leven en leert
allerleidat hem vroeger niet onder de
oogen gebracht werd.
Van de Werkverschaffing gespro
ken den geheele winter die achter
ons ligt, door, werden van 24 tot 26
doofstommen aan den arbeid gezet,
thans is nog een 15 tal aan het werk.
Kleedingstukken en voedingsmiddelen
werden hun verstrekt, die te weinig-
met hun handen verdienden, om een
zij het ook sober bestaan te kunnen
leiden.
Deze Vereeniging, die niet vraagt
naar godsdienstige belijdenis en man
nen en vrovwen van elk kerkgenoot
schap opneemt, zal, zoo vertrouwen
wij, een nieuw en verhoogd leven te
gernoet gaan. Rondom aller vriend
„Vader Hellingman", die steeds be
dacht is op aller welzijn en die zoo
veel voor hen voelt, omdat by van
nabij al den jammer der doofstomheid
moest leeren kennen en die door
zijne dochter en behuwdzoon krach
tig gesteund wordt, vereenigen zich
de leden der Vereeniging zoo gaarne,
Maar niet minder gaarne rondom
hun lotgenoot, den heer J. Stuhr. die
des Zondags voor de Protestantsche
vrienden eene leerrede voordraagt in
de zoo eigenaardige godsdienstoefe
ning en den heer J. Beelen, die als
hoorende, de tolk is tegenover de
buitenwereld en 't lief en leed met
allen sinds jaren deelt. Dat de beide
mannen als directeur en concierge in
net nieuwe gebouw zullen inwonen,
dat is allen een waarborg, dat zij 't
er goed zullen hebben.
Welaan dan, laat ons een bewys
onzer belangstelling zenden naar het
nieuwe huis als het gereed is en gif
ten ontvangt, of reeds dadelyk aan
den heer C. Hellingman, Nassaukade
113 of aan de voorzitster van het da
mescomité, mevr. M. J. Blase-Helling-
man, Nassaukade 112 Amst. Boeken
voor de ontspanningszaal, meubels
voor de verschillende lokalen, versie
ringen voor de wanden, allerlei klei
nigheden, die in een huis te pas ko
men, giften in geld voor de kas van
den penningmeester, alles is wel
kom, zeer welkom. En al kan maar
deze en gene, die, zonder zich zelf
te hooren, de kunst van spreken heeft
geleerd, u dankzeggen met hoorbare
klanken, allen zullen met sprekend
oog u de hand drukken en eeu woord
van erkentelijkheid stamelen. Wie
een goed oogenblik wil doorbrengen,
ga met gevulde liand naar de Wes-
tennark stille zijde No. 16. Hij keert
huiswaarts, rijker dan hij ging.
Een oplichter.
Omtrent den vreemdeling, die in
Den Haag oplichting pleegde, wordt
het volgende gemeld:
Hij noemde zich comte te Breteuil,
heeft zich onder bediiegelijke voor-
gevens, op 3 Juli 's avonds doen af
geven een collier, bestaande uit 79
paarlen van verschillende grootten,
wegende 97 karaats, met een daar
aan bevestigd gouden ovaalvormig
slot met ï'obyn, omgeven door 3 kleine
brillianten, alsmede 2 heindknoopjes
van goud, rond, ieder voorzien van
een brilliant en van een veersluiting
van doublé.
De waarde, van eeu en ander is
7800 francs.
De vreemdeling heeft daarvoor in
betaling gegeven 12 actiën, ieder groot
500 frs., van de Banque foncière te
Parys, en een cheque groot 3000
francs, afgegeven op 30 Juni 1897
door Rothschild frères te Parijs op
de Amsterdamsche Bank. Die actiën
zijn öf waardeloos of, evenals de
cheque, valsch.
De man is dadelijk verdwenen. Zyu
leeftyd wordt geschat op ongeveer
40 jaren. Hij heeft eene lengte van
pl. m. 1.90 meter, een flink postuur,
militair voorkomen; zwart haar en
knevel, donker uiterlijk; 'ovaal aan
gezicht met eenigszins ingevallen
wangen en gezonde gelaatskleur.
Zijn kleeding bestond uit een lange
gekleede zwartlaken jas, dito panta
lon en vest, rose overhemd met wit
staande boord met omliggende punten,
zwarte das met blauwe bloemen en
speld met blauwe camé met vrouweu-
kop, omzet met briljanten, bruine
glacé handschoenen, gouden horloge
ketting, gedragen iu beide vestzakken,
gevlamde wandelstok met zilveren
knop, verlakte bottines, lage fanta-
siehoed en overjas op den arm.
Hij spreekt Fransch, Duitsch en
Engelsen,
Op voorstel van zyn predikant ds.
Louis A. Ballier, heeft de kerkeraad
der Ned. Herv. gemeente te Schier
monnikoog besloten wijn zonder
alcohol bij bet Avondmaal te ge
bruiken.
Beschuldiging van plagiaat.
De heer dr. A. Erens, burgemees
ter van Valkenburg, antwoordt thans
in De Limb. Koerier op den open
brief van mr. L. Regout Jr. De
schrijver ontkent den laatstgenoemde
in zijn verkiezingsstrijd te hebben
tegengewerkt.
Wat de eigenlijke quaestie betreft,
of mr. R. bij de samenstelling in zijn
proefschrift plagiaat zou hebben ge
pleegd, zegt de heer Erens o. a.
„Waarom niet den gedienstigen man
genoemd die u zoo iets aanbracht?
Gy zult wellicht opwerpen, mijnheer
Regout, dat de naam des verklikkers
niets ter zake doet. Ik ben echter
van een tegenovergesteld gevoelen,
Daar zijn namen die meer zeggen dan
vellen druks, die het brandmerk dra
gen van leugen, verdraaiing en scheeve
voorstelling, die gepersonifieerd zijn
met afgunst, baat em nijd. En juist
omdat ik zoo'n naam van achter de
schermen zie doorschemeren, daarom
dring ik aan op bet noemen van uw
zegsman, wien het genoeg is een zin
uit zijn verband te rukken om wat
recht stond geheel scheef voor te
stellen."
Daarna stelt de schrijver de vraag
„wie beeft ooit een academisch proef
schrift gemaakt zonder autoriteiten
en zelfs de eigen professoren daarin
te raadplegen en hunne zienswijze te
volgen i En raadplegen de schrijvers
van dissertatiën niet tal van bronnen
die toch ook andermans geesteskin
deren zijn
Tenslotte spreekt de heer E. het
vermoeden uit dat de open brief des
heeren R. een uitvloeisel is van zijn
nederlaag bij de stembus.
Een gedenkdag.
Het Adder-monument op de alge-
meene begraafplaats te Huisduinen
werd Maandag, den dag waarop de
monitor Adder 15 jaar geleden ver
ongelukte, weder druk bezocht. Ook
de leden der onderofficiersvereeniging
Admiraal de Ruyter en der lielder-
sche afdeeling van den Bond van
oud-ondorofficieron togen weer met
omfloerste banieren derwaarts, om een
nieuw nationaal lint te vlechten om
den krans, door Admiraal de Ruyter
indertijd op bet graf der omgekomen
kameraden nedergelegd. Bij deze
plechtigheid werd door den voorzit
ter en twee leden der onderofficiers
vereeniging het woord gevoerd, om
hulde te breugen aan de nagedachte
nis van de slachtoffers der Adder
ramp, en tevensgebruik makende
van de gelegenheid om aan te dringen
op nieuwe aanecnsluitiug, ter verkrij
ging van weduwen- en weezeupen-
sioen van rijkswege.
Eau Verkiezingsmanifest.
De heer Aug. Kamps te Sittard,
die by de jongste Kamerverkiezingen
in dat district eandidaat werd gesteld
en daardoor stemmiug noodzakelijk
maakte, is nu weer kandidaat gesteld
voor de Gemeenteraadsverkiezingen.
Hij heeft die candidatuur aanvaard
en beveelt zich nu in de gunst dei-
kiezers aan in het volgend interessant
manifest
Attentie s.v.pl.
Edele Heeren Kiezers voor Leden
van den Gemeenteraad te Sittard.
Het was UEd. reeds lang bekend
dat ik mij zou eandidaat stellen.
Welnu, die tijd is gekomen, en be
veel my ten zeerste in uwe gunst aan.
Het zal mijn grootste streven zijn
uwe belangen in den gemeenteraad
met hart en ziel te behartigen en niet
aarzelen om voor alles wat noodzake
lijk is mede te werken en mijne beste
krachten in te spannen.
Hoogachtend. Groete
AUG. KAMPS,
genaamd „der Alte August."
Een man die uwe rechten heeft ge
handhaafd door zich Oandidaat te
stellen voor de Tweede Kamer, want
zonder mijn optreden was U allen uw
kiezersrecht ontnomen en moest Gy
U bij eene inteekenlijst van eeuige
kiezers neerleggen en er viel niets te
stemmen.
Dus ze hadden U allen niet noodig
en schuif den hunnen eandidaat maar
zoo van de plank af, maar halt! zoo
ging hét niet.
Door mij hebt gij allen uw stom-
recht terug' gekregen en hebt als kie
zers uwe vrije keuze kunnen doen,
en eens goed stemmen geleerd, dat U
iu 't vervolg weet hoe te stemmen
voor uwe gemeentebelangen, daarom
moet U nu „der Alte August" niet
vergeten en zyn puntje eens behoor
lijk zwart gemaakt, II kent hem allen
goed genoeg en weet dat hij niet be
vroren is, maar recht door zee gaat
om uwe belangen te handhaven en te
verdedigen. Een man die durft spre
ken als het tijd is en volgens zijn
program zorgen zal(volgt eene heele
opsomming.)
Eene aanranding.
Op 'den Catharynen Singel te
Utrecht, ter hoogte van het Sterre-
bosch, werd Maandagnacht een man,
W. genaamd, op weg naar huis zyndej
onverwachts staande gehouden dooi-
twee mannen die hem vroegen of hij
niet wat geld voor hen had, daar zij
geen cent rijk waren. Toen W. hun
antwoordde, dat het met hem al even
treurig gesteld was, werden zij boos
en grepen hem aan, tengevolge waar
van eene worsteling ontstond, waarbij
W. zijn zilveren horloge verspeelde
en bovendien langs het nog al steile,
talud van den weg in het water rolde.
Gelukkig kon de man zwemmen en
was hij daardoor weder spoedig op
den wal, doch hoe spoedig dit ook
geschiedde, was van de aanranders
geen spoor meer te vinden, zoodat
hem niets anders overbleef, dan zijn
wedervaren aan de politie kenbaar
te maken.
(V. D.)
Boerenbond.
In de Maandag gehouden vergade-
ïiug van den Boerenbond te Roer
mond is besloten tot het uitgeven van
een Maandblad. Door liet bestuur zal
daartoe eene commissie benoemd wor
den. De vergadering hechtte adhaesie
aan het voorstel, om het Maandblad
te zamen mot dc Noordbrabantsche
ledeu uit te geven, opdat daardoor
de kosten geringer zouden zyn.
In bet algemeen werd vastgesteld,
dat afzonderlijke commissies met dooi
de leden, doch door het bestuur be-
noem'd worden.
De heer van Rijekevorsel van Yucht,
ter vergadoring tegenwoordig, besprak
liet. doel der Raifteisen-banken, tot het
oprichten, waarvan door de leden in
beginsel besloten werd.
Koloniën,
Atjeh.
De J'ava-Bode schryft in baar mail-
overzicht
„Het is bijna ecu jaar geleden, dat
de daden van moed, beleid en trouw,
van beleid alleen eu van iets minder
dan beleid zijn verricht, waarvoor on
langs verschillende soorten van rid
derorden en andere koninklijke on
derscheidingen zijn uitgedeeld. Dat
lange tijdsverloop zou iets aan de
waarde van die beloouingen kunnen
ontnemen, iudien er niet een waar
borg door was gegeven, dat zij niet
lichtvaardig zijn verleend en dat alle
en alleen de ware verdiensten na lang
wikken en wegen in aanmerking zijn
genomen. Aan heldendaden ontbrak
het in Atjeh nooit, in krijgs- en staats
beleid is men er wel eens te kort ge
schoten. maar dat dit niet het geval
is geweest tijdens de luitenant-gene
raal Yetter er regeerings-commissaris
was, blijkt uit de omstandigheid, dat
hem het kommandeurskruis van den
Nederlandschen Leeuw is geschonken
voor hetgeen hij als zoodanig heeft
verricht. Het is dan ook niet te loo
chenen, dat, al is Toekoe Oemar nog
altijd niet in onze handen gevallen eu
al hebben de jongste krijgsverrichtin
gen veel bloed gekost, de thans in
Atjoh gevolgde gedragslijn ons- ver
der heeft gebracht dan zij ooit, zelfs
iu de dagen van generaal Yan der
Heijden, zijn geweest, en dat er alle
grond is voor de verwachting, dat
wij nu komen zullen, waar wij zyn
m,"!- r, Yoor den gouverneur-gene
raal zou het een schoone voldoening
zijn, wanneer nog tijdens zijn bewind
do pacificatie van Atjeh 'tot stand
kwam. en waar de leger-commandant
hem by liet streven daarnaar zoo
wakker ter zijde1 staat, is het geen
wonder, dat liet opperbestuur dien
krijgsoverste handhaaft, terwijl jon
gere generaals wegens hun leeftijd
uit het leger worden vorwijderd
trouwens^ generaal Vetter, die niet
gestemd is voor oude officieren en ook
daarom niet dan noode het leger-
commando op zich lteeft genomen,
kan tot het ontslag van generaals,
die een zekere leeftijdsgrens bereikt
hebben, adviseeren, zonder dat hem
mag worden verweten zelf in dienst
te Blijven vaderlandsliefde en offer-
vaarcligheid zijn aan geen leeftijd ge
bonden. Intusschen heeft het pijnlijk
getroffen, dat mannen als de generaals
ftesner en Segov uit den dienst zijn
ontslagen, zonder dat door hen daar
om was verzocht."
Leiteren en Kunst.
Eduard Zeldenrust.
De Londensche correspondent van
het Hbld. schrijft:
Laatstleden Zaterdag heeft onze
Nederlandsche kunsteuaar de heer
Eduard Zeldenrust zich na eene af
wezigheid van drie jaren in Londen
weder doen hooren; zyn pianoforte
„recital'' vond plaats in de (Ir awing -
roomvan mevr. Mackay, vrouw van
den bekenden Amerikaanschen zil
verkoning.
Men moet ten eerste dezen virtuoos
bewonderen voor zyne buitengewone
wilskracht, die hem ondanks vele te
genspoeden in het begin zijner loop
baan ei' toe in staat gesteld heeft de
deuren, van paleizen als die waarin
mevr. Mackay (6 Carlton House Ter-
race) woont, 'te doen openen. Te recht
zeg ik paleizenelkeen die op (lezen
Zaterdag dit mansionbinnentrad,
was getroffen door de pracht en weelde
die den bezoeker- op Schritt und Tritt
volgde.
Slechts de paleizen van de middël-
eeuwsche Italiaansche doges zouden
hiermee vergeleken kunnen worden.
Het fijnste marmer waarmede de
breede trappen bedekt zyn, de gebor
duurde muui'kleeden, de schilderijen
en kunstwerken van vroegere eeuwen,
wedy veren om het oog des bezoekers
te verblinden.
En dit alles gepaard aan eenvoud,
maakte den indruk des te treffender.
Men heeft ons medegedeeld dat dit
huis met inrichting het bedrag van
100,000 pd. st. verslonden heeft, geen
wonder dus dat de eigenares het tot
dien staat van perfectie heeft weten
te brengen.
Doeli nu ter zake. De lieer Zelden
rust beeft gedurende de drie jaren
zijher afwezigheid buitengewone vor
deringen gemaakt en zoude men met
gerustheid kunnen zeggen, dat Lier
de kunst haar hoogste"sport bereikt
beeft. De toon is rond en afgewerkt,
de aanslag en virtuositeit onberispe
lijk. Het heeft den heer Zeldenrust
veel moeite moeten kosten aan zyne
vingers die mate van losheid te ver
schaffen dat elke als het ware een op
zich zelf staand en hamer vertegen-
woordigt. Het schoonste in zijn spel
is evenwel zjjn opvatting; de Thème
et variations van Schubert werden
met eenvoud gespoeld; de beroemde
Appassionato van Beethoven gaf de
elementen weer zooals de componist
die in zijn meesterstuk lieeft zoeken
te vertegenwoordigen, terwijl de Bal
lade (op. 23) van Chopin evenals diens
Nocturne cn Valse tot het gevoel
spraken en de menschelijke harts
tochten weergaven waardoor Chopin
om zoo te zoggen verteerd werd.
Een struikelblok van alle pianisten:
de tiende Rhapsodic van Liszt, wist
onze Nederlander glansrijk uit te voe
ren en spreidde daarin al zijn virtuo
siteitskracht ten toon.
Zijn eigen compositie, een ,,'Humo-
resque", is een lief stukje, waarmede
wij elk muzieklief hebber zouden aan
raden kennis te maken en dat onze
landgenoot eveneens met veel succes
voordroeg. Kortom, men smaakte een
genotvollen namiddag en ten volle was
de lof verdiend dien de Parijschesa-
lonbezoekers den heer Zeldenrust toe
zwaaiden.
Het was jammer dat Bteinways
Grand piano die voor deze gelegen
heid gebruikt werd, op een tapijt
stond en dat de vensters met zware
gobelins bedekt waren, waardoor het
den heer Zeldenrust somtijds moeilijk
viel ons het volle genot van zyne forti
te doen smaken.
Tot zijn gehoor behoorde o. a. ook
de Nederlandsche gezant, baron Yaa
Golstein.
In den loop dezer maand geeft me
vrouw Walter, de echtgenoote van
den eigenaar der Timeseen soiree
ter eere van den kunstenaar Zelden
rust.
De heer Zeldenrust zal, naai* wij
vernemen, binnenkort zijn vaderland
weder bezoeken, na eenè afwezigheid
van twee jaren.
Sport en Wedstrijden.
Blo emenfeest.
Op het Sportterrein ip den Haag
heeft Zondag 18 dezer een bloemen-
feest met daaraan verbonden wedstrij
den plaats.
Het programma luidt:
I. Bloemen Corso, voor 2 of 4 wie-
lige rijtuigen, toebeboorende aan han
delaren en stalhouders; reclame- en
transportwagens; le prys f75 beno
vens verguld zilveren medaille voor
den bloemist2e prijs f 40, benevens
zilveren med. (voor den bloemist; 3e
prijs f 20, benevens bronzen med. voor
den bloemist.
II. Bloemen Corso voor 2 of 4 wie-
lige rijtuigen, toebeboorende aan par
ticulieren. le prijs een kunstvoorwerp,
benevens een vergald zilveren me
daille voor den bloemist; 2e prijs een
kunstvoorwerp, benevens een zilveren
medaille vo.r den bloemist; 3e prijs
een kunstvoorwerp, benevens een
bronzen medaille voor den bloemist.
III. Bloemen Corso voor sportkar
ren cn bokkenwagens. Prijzen kunst
voorwerpen.
IV. Ringrijderij te petard. Bij dit
nummer zal een heg gesprongen wor
den. le prijs f 50, 2e pr. f 25, 3e pr.
f 10,
V. Ringrijderij te paardvan 't
dek te berijdenle prijs f 30, 2e pr.
f20, 3e pr. f 10.
YI. Ringrijderij mei-paard en sjees.
Prijzen kunstvoorwerpen.
VII. Kopstéfcen te paard, le prys
verguld zilveren medaille, 2e prijs
zilveren medaille, 3e prijs bronzen
medaille.
wilt gij dat dan loochenen? Uwe naamletters staan er
inmmers ook op, T. G. Theodor Günther.''
„En met behulp eener loup leest men ook de woor
den „Liever slecht dan arm", sprak de oude heer, en
zijn toon klonk nu werkelijk vaster en zekerder.
,,/tIs niet waar, hij liegt!" riep Günther en wilde den
ouden man omver loopenmaar den heer Yon Sanden,
die het eerst begreep, dat achter dit tooneel een diepe
ernst moest verborgen liggen, legde hem zwaar de han
den op den schouder en zei
„Niet van de plaats, mynheer, tot gij ons verklaard
hebt. waarom gij nu betwist, wat gij zooeven, al was
het ook tegen uw wil, toegaaft, waarom gij den man,
die u uw eigendom weder teruggeven wil, als een boef
en bedrieger behandelt
„Misschiön omdat mijnheer Günther niet graag aan
de plaats herinnerd wordt, waar bij den breloque ver
loren heeft," antwoordde de oude heer, schijnbaar zonder
argwaan.
„Waar was dat?"
„In de coupé van een sneltrein, die van Weenen naar
Berlyn reed. vertelde de oude heer. terwijl hij elk
woord langzaam en met nadruk uitsprak. t Was in
den nacht, een heer was beroofd en vermoord geworden
men vond den kleinen ivoren schedel tusschen de ver
stijfde vingers van het lijk Rehfeld had hem in ver
twijfeling zijnen moordenaar van het horloge gescheurd."
„Hij liegt, hij liegt, ik was het niet, de andere die
met mij reed heeft het gedaan, :t was zijn dolk," stamelde
Günther. Met een kreet van ontzetting bleef hij steken.
Uit de aangrenzende grot was langzaam de dame in
rouwkleederen te voorschijn getreden, sloeg den sluier
we<r en toonde hem een bleek gelaat.
,JDe dolk behoorde den anderen, de moordenaar waart
gjj ik berken u. Moordenaar van mijn echtgenoot, waag
het ook het my in het gezicht te loochenen 1"
Günther schreeuwde woedend en trachtte zich nog
eens los te maken't was te vergeefs. Tien handen
strekten zich naar hem uit en hielden hem vast. Nie
mand twijfelde eraan, dat hij de moordenaar was; niet
alleen het doodshoordje, niet alleen de getuigenis dei-
jonge vrouw had hen overtuigd, hy zelf had zich ook
verraden.
Allen waren verbaasd, 't meest echter baron Lorch,
die zich diep beschaamd en verslagen gevoelde, zulk
een man in den kring zijner voornaamste bekenden ge
bracht te hebben. „Ellendige verstooten boef!" schold
hij, „hoe had ik kunnen vermoeden, toen wij te Weenen
samen verkeerden, dat wy een roover en moordenaar
by ons hadden."
„Gij hadt het kunnen vermoeden, beste baron", sprak
de heer Yon Sanden.
„Wie tot regel heeft: „Liever slecht dan ami", is
tot alles in staat."
Hy kwam uit de grot en naderde de dame:
„Mag ik u naai- uw hötel vergezellen, geachte me
vrouw?" vroeg hij. „Ik geloof, dat uwe zware taak
is volbracht én uw begeleider wordt thans bezig- ge
houden."
„Ga, mevrouw," sprak de oude heer toestemmend, „ik
zal u weldi-a kunnen volgen."
Hij wenkte een der kellners, die. met de in de grot
aanwezige gasten nader gekomen waren ea nieuwsgie
rig de grot omringden, waarin dit treurige drama had
plaats gehad. Weinige woorden waren voldoende do
man spoedde zich naar den uitgang; en gaf eenigen
daar wachtenden gendarmen een teeken. Na enkele mi
nuten was de moordenaar door hen weggebracht en
terwijl Ema met haren beschermer in een rijtuig
naar haar hotel reed, bracht een ander rijtuig Gün
ther eu diens begeleider naar zijne voorloopige ge
vangenis.
Erna was met Weeker naar Berlyn gereisd om den
vervaardiger van den schedel te zoeken. Zy namen 't
eerst hunne toevlucht tot het adresboek en vonden in
de ljjst der ivoorwerkers ook enkele namen waarbij de
letters C. B. pastenmaar zoodra zy echter inlichtin
gen gingen nemen, vonden zy zich teleurgesteld. Geen
van allen kon zich herinneren, ooit zulk een voorwerp
vervaardigd te hebben en ieder gaf den schedel met
een uitdrukking van leedwezen terug, omdat hij niet in
hun werkplaats vervaardigd was„slechts een in zyu
vak uiterst bekwaam werkman is in staat zoo een
kunststuk van zulke fijnheid te vervaardigen," ant
woordden allen.
Eenige dagen waren zoo met verpeel'sch zoeken ver
loren gegaan, toen Weeker de hulp van een man in
riep, die Dy de geheime politie werkzaam was, cn met
bijzondere rnoeielyke gevallen belast werd en groote
lokaal- en personenkennis bezat De oude beer Schwarz
had den kleinen schedel nauwelijks gezien of hij schudde
bedenkelijk het hoofd en zei:
„Ik geloof het wel, dat het u moeielijk vallen zon
den man, die dat gemaakt heeft, in Berlijn te vinden
hij was maar al te bekwaam en boet nu te Branden
burg in de gevangenis voor de kunst, valsehe bank
biljetten gemaakt te hebben, die slechts een zeer ge
oefend oog vaD echte onderscheiden kan."
Weinige uren later waren Erna en Weeker verge
zeld van den ouden inspecteur Schwarz bij den direc
teur der gevangenis te Brandenburg, die hen, nadat hij
vernomen had, waarom het te doen was, aanstonds een on
derhoud met den ivoorsnijder en graveur Carl Becker
veroorloofde.
De oogen van den gevangene glinsterden, toen men
hem den kleinen schedel zien liet, hij nam hem in de
hand, beschouwde hem van alle zijden, streek, als wilde
hij het voorwerp liefkoozen, met dc vingers daarover
heen en mompelde„Ja, ja, dat heb ik gemaakt, dat
zal my zoo licht niemand nadoen."
„Voor wien? voor wien hebt gij dat gemaakt vroeg
Erna haastig.
„Voor een fijnen heer; ik geloof dat hij uit Oosten
rijk kwam-"
Wordt vervolgd.