met eene snelheid van 10 a 12 mijlen
per uur voort te bewegen. De gewone
volle vaartsnelheid, met beide machines
werkende is 15 a 16 mijlen per uur.
De reis van Rotterdam naar New-
York wordt daardoor tot circa 9 dagen
teruggebracht, wat met een gemid
delden reisduur van Queenstown naar
New-York van 7 dagen gelijk staat.
Het schip wordt ingericht voor
vervoer van 200 eerste 150, tweede
en circa 1000 derde klasse passagiers.
Dit laatste getal kan door inrichting
van het zoogenaamde tusschendek,
zoo noodig op 1900 worden ge
bracht
Behalve voor het genoemde groote
aantal passagiers zal het schip voor
het vervoer van ruim 8000 tonslading
van allerlei aard ruimte bieden.
Hoideontginning.
In de onmiddellijke nabijheid van
Assen is dezer dagen door den Oran
jebom! van Orde een stuk heidegrond
aangekocht, groot ongeveer 10 heet,
met het doél daarop eenige arbeiders
woningen te laten bouwen, waarmede
nog dit jaar een aanvang zal worden
gemaakt. Die woningen zullen, uit
sluitend aan inwoners van Assen aan
vankelijk worden verhuurd, met liet
vooruitzicht van erfpaclitsverkrijging.
Voor hetzelfde dool wordt getracht
een stuk heidegrond te koopen in de
nabijheid van Éssen, gelegen tusschen
Barneveld en Kootwijk, daar waar
binnenkort de Nederl. Heide-maat-
scliappy voor rekening van den Staat
tot bebossching zal overgaan.
Ernstige brand te Poederoyen.
Dinsdagmiddag half een is te Poe
deroyen een vreeselijke brand uitge
broken.
Er zijn negentien huizen verbrand,
benevens de kerk en de toren. Ook
veel hooi verbrandde. De pastorieën
de school bleven gespaard.
De brand ontstond bij den land
bouwer Joh. Bok. in de kom van het
dorp,
Twee paarden zijn daarbij omge
komen. Teel huizen, hooi en inboedels
zijn niet verzekerd.
DeRotferdamsche Diergaarde vierde
Dinsdag liet. feest van haar 40-jarig
bestaan. De Diergaarde was voor
deze gelegenheid fraai versierd en
des avonds schitterend geïllumineerd.
Moord to Sappemeer.
Omtrent den moord te Sappemeer
op Zaterdagavond wordt nader ge
meld. De jongelui Herm Wilkens en
Jakobus Spoor kregen op de kermis
hooggaanden twist over een meisje;
laatstgenoemde heeft toen in zijn drift
een mes getrokken en daarmede aan
"Wilkens een messteek boven het hart
toegebracht,welke zoo hevig aankwam,
dat de gewonde binnen een kwartier
den geest gaf.
Ofschoon Spoor alles ontkent, zyn
reeds eenige [getuigen verhoord, waar
uit moet blijken, dat de politie den
dader in handen heeft Hij is reeds
Zondagmorgen naar Winsehoten over
gebracht.
Letteren en Kunst.
Eleonora Duse.
De tien voorstellingen, die Eleonora
Duse te Parys heeft gegeven, hebben
te zamen 105,254 francs opgebracht.
Het hoogst was de recette hij de af-
scbeidsvoorstelling, waarbij Duse la
Femme de Claude en de Cavalleria
speelde; toen werd 14043 francs ont
vangen.
Sport en Wedstrijden
Een. zware rit.
Mochten we onlangs melding ma
ken van een afstandsrit van Bruchsal
naar Brussel en Den Haag, door den
ons bekenden koenen ruiter luit. vau
Bohlcn und Halbach, gedaan op zijn
kleinen 6'/a-jarigen Ier, thans verne
men wij een ander staaltje van rui-
terkunst door dezen luit. met zyn ler-
sclieu ruin volbracht.
Zooals bekend is, won luit. Von
Bohlcn und Halbach verleden jaar den
Keizersprys, door in 9 uur 20 minuten
een afstand af te leggen van 136 K.
M.jgrootendeels in bergachtigen streek.
Deze Keizersprys moet echter twee
maal gewonnen worden, om in liet
bezit van den winner te blijven. Aan
zulk een rit is eene militaire opdracht
verbonden. Verleden jaar moesten
de deelnemers in de Yogosen een vij
andelijk kamp (door Duitsche troepen
voorgesteld) verkennen. Genoemde
luitenant keerde le bet eerste terug,
2e volbracht hij den tocht met een
gebruikspaard, en 3e bracht hy een
zeer goed rapport uit. Onder deze
voorwaarden alleen kon men den pry's
winnen. Dit jaar zyn de voorwaarden
veranderd, omdat verleden jaar ver
scheidene paarden onderweg zyn ge
bleven, en om dit zooveel mogelyk te
voorkomen, was nu bepaald dat de af
te leggen afstand in geen korteren
tijd mocht afgelegd worden dan in 13
uur. De opdracht was ook nu een
vijandelijke stelling, die ook door infan
terie over een uitgestrektheid van 10
uur bezet was, te verkennen. Boven
genoemde luitenant volbracht dozen
rit, ca. 150 K. M., Zaterdag 1.1. by
zeer groote hitte, precies in 13 uur
op zijn kleinen Ier. Paard en ruiter
waren bij aankomst volkomen frisch
en in uitmuntenden toestand. Onge
veer 30 K. M. moesten worden afge
legd door diepe landgronden, door be
bouwde velden en zeer moeielijk ter
rein. Den volgendon morgen was het
paard zoo frisch alsof het den vorigen
dag niets verricht had, en ging naai
zij n 24 K. M. afgelegen garnizoen
terug. Of luitenant Van Bohlenund
Halbach of een ander de prijs wordt
toegekend, wordt eerst later dooreen
bijzondere daartoe aangestelde com
missie uitgemaakt. Gedurende den:it
moest een uitvoerig rapport geschreven
en een terreinkaartje ge teekend wor
den.
Ons dunkt, dat dit een zeerschoo-
ne verrichting voor paard en ruiter
is, en wij wenschen gaarne dat den
geachten luitenant von Bohlen und
Halbach, die voor velen onzer geen
onbekende is, de Keizersprys nu voor
goed worde toegekend. (N. S.)
RECHTSZAKEN.
Mishandeling.
In den avond van den 30en Mei
ontmoette een rijknecht van H. M. de
Koningin vier licht beschonken per
sonen in de Korte Poten te 's Gra-
venhage. Een hunner liep hem met
geweld tegen het lyf, waarop door
den rijknecht de opmerking werd ge
maakt „kunt ge niet zien waar ge
loopt." Zonder verdere aanleiding ont
stond daarop een vechtpartij en kreeg
hij een slag die hem tegen den grond
deed tuimelen. Weder opgestaan,
ontving' hij van een van het viertal,
een sjouwer uit Voorburg, een steek
met een mes in den linkerbovenarm,
tengevolge waarvan een slagader en
eenige spieren en zenuwen werden
doorsneden, zoodat de verwonde het
gebruik van een of meer vingers zal
moeten missen.
Bovenbedoelde sjouwer, een jonge
man van 21 jaren, had zich Dinsdag
voor de Haagsche rechtbank te ver
antwoorden. Hij, en ook zijn kame
raden, beweerden zóó beschonken te
zijn geweest, dat zy van niets meer
wisten, doch de sergeant-majoor dei-
jagers, Breevoort, en de heer Hafft
die den beklaagde liet eerst hadden
aangehouden, "en daarvoor een te-
vrouenheidsbetuiging van den presi
dent der rechtbank kregen con
stateerden dat beklaagde wel drank
had gebruikt, maar volstrekt niet zoo
dronken was, dat hij niet zon gewe
ten hebben wat hij deed, getuige ook
de snelheid, waarmode hij trachtte
te ontkomen.
De verwonde had het leven te dan
ken aan de spoedige verbinding in
liet Militair hospitaal, waar de door
gesneden slagader werd afgebonden.
Na 9 dagen aldaar verpleegd te zijn,
werd bij overgebracht naar het Dia-
conessenhuis, alwaar hy ongeveer 3
weken verbleef. Volgens de beide
doctoren die hem behandelden, is hot
niet waarschijnlijk dat de verwonde
zijne betrekking als rijknecht zal
kunnen blijven vervullen, daar duim
en wijsvinger van de linkerhand ver
stijfd zijn en dit vermoedelijk zullen
blijven.
Subst. officier van justitie, mr. Van
den Brandeler, die mede hulde bracht
aan de hier voren genoemde personen,
die beklaagde het eerst aanhielden
noemde de vechtpartij kenschetsend
voor de tegenwoordige beschaving en
wees er op, hoe plotseling en onver
wacht iemand in moeilijkheden kan
geraken. Waar hier van de zijde van
den mishandelde hoegenaamd geen
aanleiding was gegeven, achtte ZEcL
Achtb. een zware straf gepast en
hij vorderde daarom de veroordeeling
van den bekl. tot 1 jaar en 6 maan
den gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Den Beer Poor-
tugael, refereerde zich aan het oor
deel der rechtbank.
Uitspraak over 8 dagen.
IRGEZOHDEÜ
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Mijnheer de Redacteur!
Gaarne zag ik mij voor het vol
gende een plaatsje vergund in uw
veelgelezen blad
Met verwondering heb ik gelezen,
dat de Heer Droste een adres aan
den Raad gericht heeft, waardoor hy
tracht te bewerken, dat liet voorstel
om de zwemschool a. h. Noorder-
Spaarne tot 1909 te doen voortbestaan,
afgewezen wordt.
In de eerste plaats acht ik een kos-
telooze zwemschool van groot nut.
Zoo toch wordt ook aan kinderen uit
den geringen stand gelegenheid ge
geven, des zomers zich te wasschen.
Dit zal misschien tengevolge hebben,
dat ze ook 's winters hieraan behoefte
gevoelen. Op dezeflwy ze kan zich eene
liefde voor reinheid ontwikkelen, die
ook op litteren leeftijd blijft bestaan.
Dit beginsel, op grooter schaal toege
past, zou wellicht kunnen meewerken,
om den roep van Hollandsche onzin
delijkheid op eigen lichaam, te ver
minderen. Hiermede is genoegzaam
aangetoond, dat de zwemschool van
algemeen belang is, terwijl de wen-
scnen van den Heer Droste het be
lang van één in 't byzonder bedoelen,
Maar afgescheiden van den regel, dat
het byzonder aan liet algemeen be
lang moet opgeofferd worden, wil het
my niet duidelijk worden, dat hier
eenig nadeel gesticht zou kunnen
worden. Wie met de situatie van de
zwemschool en de daar omheen lig
gende fabrieken bekend is, zal toe
stemmen, dat er van belemmering in
het verkeer geen sprake is, terwijl
de inrichting wel reusachtig uitgebreid
zou moeten worden, om het aanleggen
van stoombooten te bemoeilijken. De
door den heer Droste aangevoerde
argumenten zijn geen argumenten
voor wie met de locale omstandighe
den bekend is. Bovendien acht ik juist
het N. Spaarne een zeer geschikte
plaats voor eene zwemschool, aange
zien het water daar altijd frisch stroomt
en men volkomen geïsoleerd is van
de stad.
Ten slotte moet liet mij van 't hart
dat ik er my over verwonderd heb,
dat de Heer Droste durft protestee
ren tegen belemmering in liet verkeer
(gesteld dat er sprake van was). Toen
ZEd. eenige maanden geleden een stuk
gronds kocht in den Veerpolder, waar
over een pad liep, dat jaren en jaren
lang voor iedereen opengesteld was,
was eene van zijn eerste bewegingen,
dit pad af te sluiten om op die wijze
de vaders van 6 huisgezinnen dage
lijks te belemmeren in het naar hun
werk en naar huis gaan, 12 school
gaande kinderen te noodzaken, hun
weg door een drassig weiland te ne
men over sloten en hekken en het
dokters, bakkers, brievenbesteller
bijna onmogelijk te maken, de bedoelde
woningen te naderen.
Had iemand zich in eenig opzicht
misdragen of de verleende vryheid
onwaardig getoond, ik zou zwijgen,
maar hiervan is geen sprake.
Deze belemmering van verkeer is
een feit, dat dagelyks herhaald wordt.
De belemmering van verkeer, die de
Heer Droste bedacht, is een ver
zinsel.
U dankend voor de verleende plaats
ruimte, Mynheer de Redacteur, noem
ik ray
Een aandachtig lezer
van uw Had.
Haarlem.13 Juli '97.
Mijnheer de Redacteur
Wanneer men Haarlem thans ziet
met zyne prachtige omgeving, zyne
fraaie parken, zijn eenigen Hout en
men komt dan in de benedenstad, dan
krijgt men de gewaarwording dat het
volmaakt scboone ook hier niet
bestaat.
Men beseft dat het niet zonder eene
gemeentereiniging kan, dat het vuil
der stad ergens heen moet; maar hoe
beneden deze noodzakelijke instelling,
WIJ Z WÜUlüUIlUUJ lö, Zttl ZOU.CJ
voor stadgenoot en vreomdeling een
raadsel zyn. Beschouwt men deze in
richting van naderbij, dan ziet men
dat zij bestaat uit eene omheining van
half vergane planken en half verteerde
palen, die juist nog genoeg weerstands
vermogen bezitten, om het vuil dat
hot Spaarnewater met zich voert tegen
te houden. In deze omheining wordt
de edele zwemkunst beoefend en ge
legenheid geboden ter verfrissching
en verkwikking
Het lot dezer inrichting zal morgen
worden beslist. Een voorstel werd in
gediend den eigenaar een subsidie te
verleenen eu de concessie te verlengen
tot 1909, zegge een twaalfjarige be
stendiging van den tegenwoordigen
toestand. Zou het thans niet het oo-
genblik zijn Haarlem een volksbad te
geven, dat een weldaad voor jong en
oud zal zyn, een volksbad, dat ge
toond kan worden en waarin werke
lijk een verfrissching en verkwikking
te vinden is? X.
(Wy nemen deze beide stukjes op,
omdat wy vermoeden dat de voor-
stellon betreffende de zwemschool
lieden in den Raad zullen worden
aangehouden.
Red.
Haarlem13 Juli 1897,
Geachte Redactie
In uw blad van 13 Juli j.l. breekt
de heer A. J. Meyerink opnieuw eene
lans voor kinderspeeltuinen te Haar
lem. Door my is Vrijdagavond in
Felix evenwel gesproken over de
kinderspeeltuinen in Amsterdam. Toch
moet ik verklaren, dat genoomde heer
liet met zijne verdediging niet veel
beter maakt;. Immers wat blijkt nu?
Dat de invloed van den lieer A. J.
Meyerink niet groot genoog is ge
weest om die luttele som van f350
„voor die hoogst nuttige inrichting"
bijeon te brengen. Zeer treurig en
(lit in eene stad waar zooveel rijke
mensclien wonen, die toch wel wat
voor die „hoogst nuttige inrichting"
hadden willen betalen.
Mij dunkt, de heer Meyerink had
beter gedaan, maar niet meer over de
kinderspeeltuinen te schrijven.
Het gaat evenwel niet aan om
voor alles i> gemeentekas aan te
spreken. Waar zou het dan met de
financiën van Haarlem heen
U dankzeggend voor de plaatsing
dezer regelen
Uw dw. dn.
J. DE JONG.
GESÜSENGD NIEUWS.
Werkstaking in de Borinage.
De werkstaking in de Borinage
duurt onverminderd voort. Alleen
hebben te Cuesmes en Jemappes 710
mijnwerkers Maandag het werk her
vat. De afgevaardigde Roger is er
heen gesneld om hen te-overreden
toch niet de overwinning iu gevaar
te 'brengen en niet de solidariteit
te schenden.
Overal heersclifc nog de grootste
geestdrift voor den strijd. De leiders
hebben (1e bemiddeling van den gou
verneur van Henegouwen ingeroepen
om een vergadering van den Arbeids
raad bijeengeroepen te krijgen. De
heer Du Sart heeft aau hun wensch
toegegeven en bij (1e regeering bewerkt
de bijeenroeping van de Arbeidsraden
te Boussu, Cuesmes, Dour, Flénu, Fra-
meries, Hornu, Paturages, Quaregnon
en Wasmes. Deze raden bestaan uit
mijneigenaars, vertegenwoordigers van
de steenkool-industrie en mijnwerkers.
Zij moeten nu het gewraakte nieuwe
reglement onderzoeken en een weg tot
bemiddeling opsporen.
Het wordt tijd dat er een verbete
ring komt in den toestand! De Ind.
Beige schildert die zeer ernstig af
„De verliezen der mijnindustrie zijn
ongehoord. Alle groote markten van
liet bekken zijn verlaten en de handel
verliest per dag meer dan 70,000 frs."
Branden.
Te Antwerpen lieeft Zaterdagavond
een zware brand gewoed. Do verf-
fabriek van de heereu Mol Co.. in
de oude stad, is door het vuur ver
nield. In een oogwenk was het reus
achtige gebouw een groote vuurzee.
De geheële oude wijk liep groot ge
vaar en nog voordat de brandweer
ter plaatse was, liaddea de bewoners
der belendende huizen reeds hun
kostbaarheden in veiligheid gebracht.
Het was onmogelijk van het woest
brandende gebouw nog iets te red
den, doch de belendende perceel en
konden behouden worden. Vau de
fabriek zijn nog slechts de vier mu
ren over. De schade is zeer aanzien
lijk, maar door verzekering gedokt.
Ook Boedapest is Zaterdag door
een ernstigen brand geteisterd. De
uitgestrekte korenmagazijuen langs
den Donau zijn met alles wat er in
was een prooi der vlammen geworden.
Ook hier is een belangrijke schade
aangericht.
Onderwijzeres-Koetsier.
Hoe karig in menig Duitsch plaatsje
nog de onderwijzers betaald worden,
zoodat zy allerlei bijbaantjes moeten
waarnemen, leert het voorbeeld van
een dorp, waar de onderwijzeres der
volksschool tevens koetsier is van
den dokter. Men heeft haar do keus
gelaten tusschen het leiden van kin
deren en van paarden en ze heeft,
't laatste gekozen, als't voordeeligst!
Bedrukken van marmer.
De heer Villon geeft het volgend
proces aan om op marmer te kunnen
drukken. Men bedekt een ongepo-1
lijstc plaat marmer met de onderstaan
de oplossing500 deelen geest van
terpentijn, 50 deelen asphalt en 5
deelen zuivere was. Als de laag droog
is, wordt de plaat onder een negatief
gedurende ongeveer 20 minuten aan
liet zonlicht blootgesteld. Ontwikkel
daarna met geest vau terpentijn of
benzine en wascli volkomen met wa
ter af. Daarna bedekke men de plaat,
indien deze wit moet blijven, met een
alcoholische oplossing van schellak
en dompel haar in een of andere
kleurstof, die in water oplosbaar is
Na eenigen tijd, wanneer een vol
doende hoeveelheid van de kleurstof
iu de poriën van den steen is omtrok
ken, wordt hy uit de vloeistof gen o-
mon on gepolijst.
Verdwenen in Zwitserland.
In het Engelsche Lagerhuis heeft
de rogeering meegedeeld, dat de Brit-
sche gezant in Bern opdracht had
gekregen een onderzoek in testellen
naar den 63jarigen Engelschman Coo
per, die drie weken geleden in de
buurt vau Zcrmatt verdwenen is, zon
der eenig spoor na te laten.
In de Zwitsersclie bladen vinden
wy omtrent dit geval de volgende op
heldering „van de best ingelichte
zijde"
De regeering van liet kanton W al
lis heeft aan èen rechercheur dit on
derzoek opgedragen, en thans heeft
zij het „inomstootelyk bewys", dat
Cooper op den dag van zyn verdwij
ning, 's morgens tegen halt' acht, tus
schen het dorp en de Ritfelalpbrug
is gepasseerd, in een streek waar geen
enkele Italiaan werkt, of ook maar
ooit ronddoolt. (Is er in Zwitserland
een geheimzinnige misdaad gepleegd,
dan worden daarvan altijd direct de
Italianen verdacht). De gedachte aan
moord is beslist uitgesproken- Cooper
begaf zich om 7 uur 's morgens, in
gezelschap van twee dames, met muil
dieren op weg naar den Riffelalp. De
muildierdrijver zou hen bij de brug
opwachteu. Toen de beide dames on
derweg in een kerkje binnentraden,
om de mis bij te wonen, ging Cooper
alleen verderde dame-s zagen hem
langs het kerkje gaan. Maar hij ver
dween, voor hij den drijver had be
reikt, die volgens afspraak bleef
wachten.
Ongetwijfeld is hij in de hoogge-
zwollen Vispbeek gevallen, op een
plaats waar geen borstwering is. Vlak
bij liet dorp wordt de weg door een
kanaaltje gesneden. Cooper zal daar
over zyn gesprongen en toen den Imo
gen weg langs de beek hebben ge
volgd. ,Éen eind weegs liggen daar
eenige steenen los opgestapeldhij
zal die voor een muur hebben gehou
den, er tegen aan geleund hebben, en
in het snel stroomende water geval
len zyn, wat reeds herhaaldelijk is
gebeurd. En in al die gevallen vond
men nooit, of veel later de lijken.
Ons dunkt, dat na deze verklaring
de vraag voor de hand ligt, of liet
geen tijd wordt de borstwering door
te trekken op de plaats waar „reeds
zoo herhaaldelijk ongelukken gebeurd
zyn."
De
Het aantal slachtoffers van de spoor
wegramp te Gyembort is meer dan
vijftig. Onder de dooden telt men 9
kinderen; vyf gewonden zijn nog ge
storven tijdens de overbrenging naar
het hospitaal. Dc meeste slachtoffers
behoorden tot den werkmansstand.
Tot nu zijn de namen van 22 dei-
genen, die bij het spoorweg-ongeluk
zyn óm het leven gekomen, bekend.
Het zijn allen Kopenhagcrs, waaron
der een hooggeplaatst ambtenaar bij de
belastingen. Holst met vrouw en doch
ter verder drie employés bij het grooto
Magasin du Nord. Zwaar gewond zijn
o.a. een zoon van Holst, de schrijver
Michaelis met vrouw on de pianiste
Anna Schyste. Het getal der zwaar
gewonden wordt thans op 84 geschat.
De machinist van den trein, die van
Heisingör kwam, verklaart, dat het
reintoestel geweigerd had. Ook moot
hij liet seinteeken om te stoppen be
schouwd hebben als teeKen, dat de
reizigers te Gjentofte wil den instappen.
Dinsdag bezochten de prinses Wal -
demar, do minister van binuenland-
sche zaken Bardenfieth en een groote
menigte de plaats dos onheils.
Een later telegram uit Kopenhagen
aan de Kölnische Zeilung meldt, dat-
de identiteit van alle personen, tot op
ééne vrouw na, is vastgesteld.
Uit Transvaal.
De koorts woedt hevig in den om
trek van Pretoria, en vooral in het
westen van de republiek. De Volks
stem heeft een inschrijving geopend
om aan de behoeftige koortslijders
in de zwaarst beproefde districten,
Zoutpansberg en Rustenburg, bijstand
te verleenen, en er is al veel getee-
kend, o. a. door firma's te Pretoria
voor 50 en 20 pond, door Kruger voor
10 pond, enz.; ook komen bijdragen
uit den Oranje-Vrijstaat.
De Staatspresident heeft nu gelast,
naar aanleiding der vele klachten
over krengen van gestorven beesten,
die overal buiten (le stad verspreid
liggen, en waaraan de voornaamste
oorzaak der ziekte moet worden toe
geschreven, deze onmiddellijk te be
graven.
Barnato wordt ook in de Trans-
vaalsche pers niet zonder sympathie
uitgeluid
„Het overlijden vau den heer Bar
nato zal niet nalaten een breeden
indruk te maken in meer dan eeu
werelddeel; en ofschoon hij voor do
Z. A. Republiek, waar hij schatten
vergaarde, steeds een vreemdeling
bleef, zoo heeft de heer Barnato nooit
opzettelijk en met voorbedachten rade
de door hem ruimschoots genoten
Transvaalsche gastvrijheid beloond
met ondank en verraad, gelijk zooveel
andere iu èn door ons land rijk en
machtig geworden lieden hebben ge-
daan." (Volksstem.)
Twee boutades van dc Volksstem:
Onlangs heeft het Britsche Lager
huis met 221 tegen 91 stemmen in
tweede lezing een wetsontwerp aan
genomen tot wering van in buiten-
landsche gevangenissen vervaardigde
goederen. Daargelaten hoe deze han
delspolitiek met (le free trade begin
selen overeen te brengen is, waarop
men in Engeland zoo trotsch placht te
wezen, dunkt het ons zonderling, dat
de Britsche regeering wel onge-
wenschte goederen uit Groot-Britan-
nië poogt te weren, maar boos wordt
wanneer bijvoorbeeld de Z.-A. Repu
bliek ongewensehte personen uit haar
grenzen wil houden.
Reuter seint dat de Canadcesche
krijgslieden in de aanstaande jubi
leum-stoet te Londen vooraan zullen
rijden en dat het Rhodesia-kontingeut
kort daarachter zal komen.
Wat de Rhodesianen betreft, ze
zouden thans beter op hun plek zijn
in Salisbury, dan in Piccadilly. Lon
den. De Kaffers doen heden in Rho
desia precies wat ze verkiezen, en de
vertooniug der „Rhodesians" in de
jubileum-maskerade herinnert aan de
reclame van een winkelier die op het
punt staat bankroet te maken.
Kaapsche bladen zijn verontwaar
digd over de weigering van de Trans
vaalsche regeering, om met den direc
teur-generaal der Kaapsche poste
ryen mee te werken tot invoering van
een telegramtarief, waarbij men 12
woorden voor 1 shilling zou mogen
seinen, verder een woord per penny.
Waarom de Z. A. R. niet wil, vindt
men nu iu de Transvaalse!, e pers uit
eengezet. Ten eerste is de voor het
tarief onontbeerlijke penny in Trans
vaal een zeer sehaarsehe munt. Dan
werpt het Transvaalsche telegraaf-
wezen tegenwoordig gemiddeld 3 pet.
winst af, waartegenover staat dat in
den Volksraad steeds om nieuwe
stad liep. Do jongen was vuurrood van opgewondenheid.
By het eerste huis ving hy aan te roepen: „Waar
woont dc opperste luitenant Otto Martin von Schwerin 1"
De hond scheen het beter te weten, snel ging hy
voort, hier en daar snuffelend, tot hij eindelyk voor een
oud grijs huis, waarvoor een schildwacht drooraend op
on neer liep, stilhield.
„Woont hier de overste luitenant Otto Martin Von
Schwerin, woont hij hier riep de jongen, zoo hard
ïiy roepen kon.
De schildwacht schrok en hield stil. „Jawel," ant
woordde hij daarna „eene trede doch hij
slaapt nog."
De jongen stormde nu naar binnen en terwijl de hond
blafte, riep hij
„Heer overste luitenant Martin von SchwerinSta
toch op, heer luitenant 1"
Daar ging een deur open en een man trad te voor
schijn die niets aanhad dan een hemd, een paar leeren
pantoffels en een hoed op het hoofd. Toen de jongen
licm zag, werd hy erg onrustigde hond hield echter
met blaffen op.
Eindelijk zeide de herdersjongen Jochein geheeten
„Bent u de opperste luitenant Otto Martin von
Schwcrin
„Ja, die ben ik, kwajongen," antwoordde hy, nadat
de jongen ophield met spreken en op den rug trom
melde, „men moet zeker je boodschap er uit kloppen,
eer zeg' je haar niet. Wat Trilt ge? antwoord, or de
drommel zal je halen!"
Die platduitsche uitspraak miste hare uitwerking
niet. Wanneer iemand ziel) in zijne moedertaal hoort
aanspreken, dan stelt men dadelijk in iemand vertrou
wen. al is hij ook een groot lieer en voelt men zich
op zijn gemak. Gelyk lieden ten dagen de grondbezit
ter met zijne boeren en knechten omgaat, zoo sprak
toenmaals de officier met. zijne .soldatenliet liefst eeu
plat woord gebruikende, dat begrepen wordt. Jochein
werd nu ook wat mededeelzamer.
Na eens gekucht te hebben viug hij aan„De schaap
herder laat u zeggendat de koning aan komt, net
zoo als hij den vorigen keer is gekomen, over den
Nullwitzerbei'g en wanneer het de koning niet is, dan-
wil ik geen bitter uieer drinken."
„Gy, vroeg de officier, «Ach, De koning?
onzinDe schaapherder! De koning komt
over den berg en zal spoedig hier zien?"
Nu werd de zaak aan den oppersten luitenant dui
delijk. Aan liet venster liep hij tot een dragonder
„Roep gauw alle hoornblazers te zamen, dat zij alarm
blazenSpoed uDe koning komt
Daarna ging de regimentscommandant naar een an
der venster, dat op den hof uitzag en deelde daar den
manschappen mede, dat de koning in aantocht was. Nu
was er drukte en beweging.
De koning zat inmiddels nog steeds op zijn schimmel,
en keek naar de donkere stad. Zijn huzaar reed achter
hem eu ook Retel was nog niet teruggegaan. Hy wilde
wel eens zien hoe de koning de poets zou smaken, die
hy hem gebakken had. Hy had wol met spreken willen
aanvangendoch hy vertrouwde zich nieteerst moest
de koning iets zeggen. Juist hoorde hij een schel alarm
signaal. De schaapherder keek ter sluiks naar den
monarch, wiens gelaat er vroolijk uitzag. Ongeduldige
verwachting kou men iu zijue oogen lezen.
Na het eeue alarmsignaal volgden er meerdere, for-
scher dan het eerste én ook geregeld op elkaar vol
gende. Het was gewis de stadstrompetter der dragon
ders. Hij was dan wel vlug op de plaats van bestem
ming aangekomen. Grappig was de zaak. Steeds werd
het alarm heviger. Zoo doen die trompettershooren
zij wat alarm, - dan springen zij dadelijk uit hun bed
en blazen iu hun nachtgewaad uit het venster; al het
andere heeft den tijd. Het signaal is dan wegen wordt
verder verspreid dat is de hoofdzaak. Opdat zy echter
wekken zullen en zich vlug verspreiden, klinken deze
tonen zoo schel, als waren zy in de hel gecomponeerd.
Wie het eenmaal gehoord heeft, vergeet het zyn geheele
leven nimmer. Zelfs een stokoud man springt er door
van schrik uit zijn bed.
„Wat is dat toch?" sprak de koning, „hoe komen
toch zoo vlug al die trompetters hier?"
„Ja, dat raag de duivel weten," antwoordde Rctel,
stil vergenoegd^ De huzaar streek eens aan zijn snor,
doch zeide niets.
Hoor eens! hoe alles klapperde en kletterde! Men
riep elkander en gaf antwoord. Het was een leven van
belang. „Alarm, alarmonze koning is daarhoerah!
hoérah
En dat blies, en dat holde en dat schalde.
„O, dacht dé dikke trompetter van het gardecorps,
„wanneer gij blaast, hoef ik het niet te doen." Daarna
klopte hij ergens aan en liet zich een glas bier in
schenken.
De koning zat nog steeds op zijn paard en keek naar
de stad, waar alles in rep en roer was. Men kon het
hem aanzien, dat hij de zaak niet begreep. Dit alarm
was hem al te vlug. Eindelijk kwam hem iets in de
gedachten.
„Schaapherder," zeide hij, „waar is toch je jongen?"
Maar de man antwoordde niet. Zou hij ingeslapen
ziju Friedrieh herhaalde de vraag, maar nu luider en
bevelendSchaapherder, ik wil weten, waar je jongen
is." Wedor geen antwoord.
Meester Retel had zich bijtijds uit de voeten gemaakt,
daar hij voorzag, wat gebeuren zou. Dau was hij vei
liger.
Toen hij weder bij de schapen kwam, was Jochein
en de hond er reeds.
„Ga, naar huis en begoef u te bed", zeide hij tot den
eerste. Beter is toch altijd beter.
De jongen begreep er 'niets van on talmde nog wat,
maar baas Retel had een aardige manier om hem dat
te doen hegrypen. Met zyn groote, stevige hand gaf
hij hem een paar tikken op den wang.
Wordt vervolgd.)