met eene snelheid van 10 a 12 mijlen per uur voort te bewegen. De gewone volle vaartsnelheid, met beide machines werkende is 15 a 16 mijlen per uur. De reis van Rotterdam naar New- York wordt daardoor tot circa 9 dagen teruggebracht, wat met een gemid delden reisduur van Queenstown naar New-York van 7 dagen gelijk staat. Het schip wordt ingericht voor vervoer van 200 eerste 150, tweede en circa 1000 derde klasse passagiers. Dit laatste getal kan door inrichting van het zoogenaamde tusschendek, zoo noodig op 1900 worden ge bracht Behalve voor het genoemde groote aantal passagiers zal het schip voor het vervoer van ruim 8000 tonslading van allerlei aard ruimte bieden. Hoideontginning. In de onmiddellijke nabijheid van Assen is dezer dagen door den Oran jebom! van Orde een stuk heidegrond aangekocht, groot ongeveer 10 heet, met het doél daarop eenige arbeiders woningen te laten bouwen, waarmede nog dit jaar een aanvang zal worden gemaakt. Die woningen zullen, uit sluitend aan inwoners van Assen aan vankelijk worden verhuurd, met liet vooruitzicht van erfpaclitsverkrijging. Voor hetzelfde dool wordt getracht een stuk heidegrond te koopen in de nabijheid van Éssen, gelegen tusschen Barneveld en Kootwijk, daar waar binnenkort de Nederl. Heide-maat- scliappy voor rekening van den Staat tot bebossching zal overgaan. Ernstige brand te Poederoyen. Dinsdagmiddag half een is te Poe deroyen een vreeselijke brand uitge broken. Er zijn negentien huizen verbrand, benevens de kerk en de toren. Ook veel hooi verbrandde. De pastorieën de school bleven gespaard. De brand ontstond bij den land bouwer Joh. Bok. in de kom van het dorp, Twee paarden zijn daarbij omge komen. Teel huizen, hooi en inboedels zijn niet verzekerd. DeRotferdamsche Diergaarde vierde Dinsdag liet. feest van haar 40-jarig bestaan. De Diergaarde was voor deze gelegenheid fraai versierd en des avonds schitterend geïllumineerd. Moord to Sappemeer. Omtrent den moord te Sappemeer op Zaterdagavond wordt nader ge meld. De jongelui Herm Wilkens en Jakobus Spoor kregen op de kermis hooggaanden twist over een meisje; laatstgenoemde heeft toen in zijn drift een mes getrokken en daarmede aan "Wilkens een messteek boven het hart toegebracht,welke zoo hevig aankwam, dat de gewonde binnen een kwartier den geest gaf. Ofschoon Spoor alles ontkent, zyn reeds eenige [getuigen verhoord, waar uit moet blijken, dat de politie den dader in handen heeft Hij is reeds Zondagmorgen naar Winsehoten over gebracht. Letteren en Kunst. Eleonora Duse. De tien voorstellingen, die Eleonora Duse te Parys heeft gegeven, hebben te zamen 105,254 francs opgebracht. Het hoogst was de recette hij de af- scbeidsvoorstelling, waarbij Duse la Femme de Claude en de Cavalleria speelde; toen werd 14043 francs ont vangen. Sport en Wedstrijden Een. zware rit. Mochten we onlangs melding ma ken van een afstandsrit van Bruchsal naar Brussel en Den Haag, door den ons bekenden koenen ruiter luit. vau Bohlcn und Halbach, gedaan op zijn kleinen 6'/a-jarigen Ier, thans verne men wij een ander staaltje van rui- terkunst door dezen luit. met zyn ler- sclieu ruin volbracht. Zooals bekend is, won luit. Von Bohlcn und Halbach verleden jaar den Keizersprys, door in 9 uur 20 minuten een afstand af te leggen van 136 K. M.jgrootendeels in bergachtigen streek. Deze Keizersprys moet echter twee maal gewonnen worden, om in liet bezit van den winner te blijven. Aan zulk een rit is eene militaire opdracht verbonden. Verleden jaar moesten de deelnemers in de Yogosen een vij andelijk kamp (door Duitsche troepen voorgesteld) verkennen. Genoemde luitenant keerde le bet eerste terug, 2e volbracht hij den tocht met een gebruikspaard, en 3e bracht hy een zeer goed rapport uit. Onder deze voorwaarden alleen kon men den pry's winnen. Dit jaar zyn de voorwaarden veranderd, omdat verleden jaar ver scheidene paarden onderweg zyn ge bleven, en om dit zooveel mogelyk te voorkomen, was nu bepaald dat de af te leggen afstand in geen korteren tijd mocht afgelegd worden dan in 13 uur. De opdracht was ook nu een vijandelijke stelling, die ook door infan terie over een uitgestrektheid van 10 uur bezet was, te verkennen. Boven genoemde luitenant volbracht dozen rit, ca. 150 K. M., Zaterdag 1.1. by zeer groote hitte, precies in 13 uur op zijn kleinen Ier. Paard en ruiter waren bij aankomst volkomen frisch en in uitmuntenden toestand. Onge veer 30 K. M. moesten worden afge legd door diepe landgronden, door be bouwde velden en zeer moeielijk ter rein. Den volgendon morgen was het paard zoo frisch alsof het den vorigen dag niets verricht had, en ging naai zij n 24 K. M. afgelegen garnizoen terug. Of luitenant Van Bohlenund Halbach of een ander de prijs wordt toegekend, wordt eerst later dooreen bijzondere daartoe aangestelde com missie uitgemaakt. Gedurende den:it moest een uitvoerig rapport geschreven en een terreinkaartje ge teekend wor den. Ons dunkt, dat dit een zeerschoo- ne verrichting voor paard en ruiter is, en wij wenschen gaarne dat den geachten luitenant von Bohlen und Halbach, die voor velen onzer geen onbekende is, de Keizersprys nu voor goed worde toegekend. (N. S.) RECHTSZAKEN. Mishandeling. In den avond van den 30en Mei ontmoette een rijknecht van H. M. de Koningin vier licht beschonken per sonen in de Korte Poten te 's Gra- venhage. Een hunner liep hem met geweld tegen het lyf, waarop door den rijknecht de opmerking werd ge maakt „kunt ge niet zien waar ge loopt." Zonder verdere aanleiding ont stond daarop een vechtpartij en kreeg hij een slag die hem tegen den grond deed tuimelen. Weder opgestaan, ontving' hij van een van het viertal, een sjouwer uit Voorburg, een steek met een mes in den linkerbovenarm, tengevolge waarvan een slagader en eenige spieren en zenuwen werden doorsneden, zoodat de verwonde het gebruik van een of meer vingers zal moeten missen. Bovenbedoelde sjouwer, een jonge man van 21 jaren, had zich Dinsdag voor de Haagsche rechtbank te ver antwoorden. Hij, en ook zijn kame raden, beweerden zóó beschonken te zijn geweest, dat zy van niets meer wisten, doch de sergeant-majoor dei- jagers, Breevoort, en de heer Hafft die den beklaagde liet eerst hadden aangehouden, "en daarvoor een te- vrouenheidsbetuiging van den presi dent der rechtbank kregen con stateerden dat beklaagde wel drank had gebruikt, maar volstrekt niet zoo dronken was, dat hij niet zon gewe ten hebben wat hij deed, getuige ook de snelheid, waarmode hij trachtte te ontkomen. De verwonde had het leven te dan ken aan de spoedige verbinding in liet Militair hospitaal, waar de door gesneden slagader werd afgebonden. Na 9 dagen aldaar verpleegd te zijn, werd bij overgebracht naar het Dia- conessenhuis, alwaar hy ongeveer 3 weken verbleef. Volgens de beide doctoren die hem behandelden, is hot niet waarschijnlijk dat de verwonde zijne betrekking als rijknecht zal kunnen blijven vervullen, daar duim en wijsvinger van de linkerhand ver stijfd zijn en dit vermoedelijk zullen blijven. Subst. officier van justitie, mr. Van den Brandeler, die mede hulde bracht aan de hier voren genoemde personen, die beklaagde het eerst aanhielden noemde de vechtpartij kenschetsend voor de tegenwoordige beschaving en wees er op, hoe plotseling en onver wacht iemand in moeilijkheden kan geraken. Waar hier van de zijde van den mishandelde hoegenaamd geen aanleiding was gegeven, achtte ZEcL Achtb. een zware straf gepast en hij vorderde daarom de veroordeeling van den bekl. tot 1 jaar en 6 maan den gevangenisstraf. De verdediger, mr. Den Beer Poor- tugael, refereerde zich aan het oor deel der rechtbank. Uitspraak over 8 dagen. IRGEZOHDEÜ Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Mijnheer de Redacteur! Gaarne zag ik mij voor het vol gende een plaatsje vergund in uw veelgelezen blad Met verwondering heb ik gelezen, dat de Heer Droste een adres aan den Raad gericht heeft, waardoor hy tracht te bewerken, dat liet voorstel om de zwemschool a. h. Noorder- Spaarne tot 1909 te doen voortbestaan, afgewezen wordt. In de eerste plaats acht ik een kos- telooze zwemschool van groot nut. Zoo toch wordt ook aan kinderen uit den geringen stand gelegenheid ge geven, des zomers zich te wasschen. Dit zal misschien tengevolge hebben, dat ze ook 's winters hieraan behoefte gevoelen. Op dezeflwy ze kan zich eene liefde voor reinheid ontwikkelen, die ook op litteren leeftijd blijft bestaan. Dit beginsel, op grooter schaal toege past, zou wellicht kunnen meewerken, om den roep van Hollandsche onzin delijkheid op eigen lichaam, te ver minderen. Hiermede is genoegzaam aangetoond, dat de zwemschool van algemeen belang is, terwijl de wen- scnen van den Heer Droste het be lang van één in 't byzonder bedoelen, Maar afgescheiden van den regel, dat het byzonder aan liet algemeen be lang moet opgeofferd worden, wil het my niet duidelijk worden, dat hier eenig nadeel gesticht zou kunnen worden. Wie met de situatie van de zwemschool en de daar omheen lig gende fabrieken bekend is, zal toe stemmen, dat er van belemmering in het verkeer geen sprake is, terwijl de inrichting wel reusachtig uitgebreid zou moeten worden, om het aanleggen van stoombooten te bemoeilijken. De door den heer Droste aangevoerde argumenten zijn geen argumenten voor wie met de locale omstandighe den bekend is. Bovendien acht ik juist het N. Spaarne een zeer geschikte plaats voor eene zwemschool, aange zien het water daar altijd frisch stroomt en men volkomen geïsoleerd is van de stad. Ten slotte moet liet mij van 't hart dat ik er my over verwonderd heb, dat de Heer Droste durft protestee ren tegen belemmering in liet verkeer (gesteld dat er sprake van was). Toen ZEd. eenige maanden geleden een stuk gronds kocht in den Veerpolder, waar over een pad liep, dat jaren en jaren lang voor iedereen opengesteld was, was eene van zijn eerste bewegingen, dit pad af te sluiten om op die wijze de vaders van 6 huisgezinnen dage lijks te belemmeren in het naar hun werk en naar huis gaan, 12 school gaande kinderen te noodzaken, hun weg door een drassig weiland te ne men over sloten en hekken en het dokters, bakkers, brievenbesteller bijna onmogelijk te maken, de bedoelde woningen te naderen. Had iemand zich in eenig opzicht misdragen of de verleende vryheid onwaardig getoond, ik zou zwijgen, maar hiervan is geen sprake. Deze belemmering van verkeer is een feit, dat dagelyks herhaald wordt. De belemmering van verkeer, die de Heer Droste bedacht, is een ver zinsel. U dankend voor de verleende plaats ruimte, Mynheer de Redacteur, noem ik ray Een aandachtig lezer van uw Had. Haarlem.13 Juli '97. Mijnheer de Redacteur Wanneer men Haarlem thans ziet met zyne prachtige omgeving, zyne fraaie parken, zijn eenigen Hout en men komt dan in de benedenstad, dan krijgt men de gewaarwording dat het volmaakt scboone ook hier niet bestaat. Men beseft dat het niet zonder eene gemeentereiniging kan, dat het vuil der stad ergens heen moet; maar hoe beneden deze noodzakelijke instelling, WIJ Z WÜUlüUIlUUJ lö, Zttl ZOU.CJ voor stadgenoot en vreomdeling een raadsel zyn. Beschouwt men deze in richting van naderbij, dan ziet men dat zij bestaat uit eene omheining van half vergane planken en half verteerde palen, die juist nog genoeg weerstands vermogen bezitten, om het vuil dat hot Spaarnewater met zich voert tegen te houden. In deze omheining wordt de edele zwemkunst beoefend en ge legenheid geboden ter verfrissching en verkwikking Het lot dezer inrichting zal morgen worden beslist. Een voorstel werd in gediend den eigenaar een subsidie te verleenen eu de concessie te verlengen tot 1909, zegge een twaalfjarige be stendiging van den tegenwoordigen toestand. Zou het thans niet het oo- genblik zijn Haarlem een volksbad te geven, dat een weldaad voor jong en oud zal zyn, een volksbad, dat ge toond kan worden en waarin werke lijk een verfrissching en verkwikking te vinden is? X. (Wy nemen deze beide stukjes op, omdat wy vermoeden dat de voor- stellon betreffende de zwemschool lieden in den Raad zullen worden aangehouden. Red. Haarlem13 Juli 1897, Geachte Redactie In uw blad van 13 Juli j.l. breekt de heer A. J. Meyerink opnieuw eene lans voor kinderspeeltuinen te Haar lem. Door my is Vrijdagavond in Felix evenwel gesproken over de kinderspeeltuinen in Amsterdam. Toch moet ik verklaren, dat genoomde heer liet met zijne verdediging niet veel beter maakt;. Immers wat blijkt nu? Dat de invloed van den lieer A. J. Meyerink niet groot genoog is ge weest om die luttele som van f350 „voor die hoogst nuttige inrichting" bijeon te brengen. Zeer treurig en (lit in eene stad waar zooveel rijke mensclien wonen, die toch wel wat voor die „hoogst nuttige inrichting" hadden willen betalen. Mij dunkt, de heer Meyerink had beter gedaan, maar niet meer over de kinderspeeltuinen te schrijven. Het gaat evenwel niet aan om voor alles i> gemeentekas aan te spreken. Waar zou het dan met de financiën van Haarlem heen U dankzeggend voor de plaatsing dezer regelen Uw dw. dn. J. DE JONG. GESÜSENGD NIEUWS. Werkstaking in de Borinage. De werkstaking in de Borinage duurt onverminderd voort. Alleen hebben te Cuesmes en Jemappes 710 mijnwerkers Maandag het werk her vat. De afgevaardigde Roger is er heen gesneld om hen te-overreden toch niet de overwinning iu gevaar te 'brengen en niet de solidariteit te schenden. Overal heersclifc nog de grootste geestdrift voor den strijd. De leiders hebben (1e bemiddeling van den gou verneur van Henegouwen ingeroepen om een vergadering van den Arbeids raad bijeengeroepen te krijgen. De heer Du Sart heeft aau hun wensch toegegeven en bij (1e regeering bewerkt de bijeenroeping van de Arbeidsraden te Boussu, Cuesmes, Dour, Flénu, Fra- meries, Hornu, Paturages, Quaregnon en Wasmes. Deze raden bestaan uit mijneigenaars, vertegenwoordigers van de steenkool-industrie en mijnwerkers. Zij moeten nu het gewraakte nieuwe reglement onderzoeken en een weg tot bemiddeling opsporen. Het wordt tijd dat er een verbete ring komt in den toestand! De Ind. Beige schildert die zeer ernstig af „De verliezen der mijnindustrie zijn ongehoord. Alle groote markten van liet bekken zijn verlaten en de handel verliest per dag meer dan 70,000 frs." Branden. Te Antwerpen lieeft Zaterdagavond een zware brand gewoed. Do verf- fabriek van de heereu Mol Co.. in de oude stad, is door het vuur ver nield. In een oogwenk was het reus achtige gebouw een groote vuurzee. De geheële oude wijk liep groot ge vaar en nog voordat de brandweer ter plaatse was, liaddea de bewoners der belendende huizen reeds hun kostbaarheden in veiligheid gebracht. Het was onmogelijk van het woest brandende gebouw nog iets te red den, doch de belendende perceel en konden behouden worden. Vau de fabriek zijn nog slechts de vier mu ren over. De schade is zeer aanzien lijk, maar door verzekering gedokt. Ook Boedapest is Zaterdag door een ernstigen brand geteisterd. De uitgestrekte korenmagazijuen langs den Donau zijn met alles wat er in was een prooi der vlammen geworden. Ook hier is een belangrijke schade aangericht. Onderwijzeres-Koetsier. Hoe karig in menig Duitsch plaatsje nog de onderwijzers betaald worden, zoodat zy allerlei bijbaantjes moeten waarnemen, leert het voorbeeld van een dorp, waar de onderwijzeres der volksschool tevens koetsier is van den dokter. Men heeft haar do keus gelaten tusschen het leiden van kin deren en van paarden en ze heeft, 't laatste gekozen, als't voordeeligst! Bedrukken van marmer. De heer Villon geeft het volgend proces aan om op marmer te kunnen drukken. Men bedekt een ongepo-1 lijstc plaat marmer met de onderstaan de oplossing500 deelen geest van terpentijn, 50 deelen asphalt en 5 deelen zuivere was. Als de laag droog is, wordt de plaat onder een negatief gedurende ongeveer 20 minuten aan liet zonlicht blootgesteld. Ontwikkel daarna met geest vau terpentijn of benzine en wascli volkomen met wa ter af. Daarna bedekke men de plaat, indien deze wit moet blijven, met een alcoholische oplossing van schellak en dompel haar in een of andere kleurstof, die in water oplosbaar is Na eenigen tijd, wanneer een vol doende hoeveelheid van de kleurstof iu de poriën van den steen is omtrok ken, wordt hy uit de vloeistof gen o- mon on gepolijst. Verdwenen in Zwitserland. In het Engelsche Lagerhuis heeft de rogeering meegedeeld, dat de Brit- sche gezant in Bern opdracht had gekregen een onderzoek in testellen naar den 63jarigen Engelschman Coo per, die drie weken geleden in de buurt vau Zcrmatt verdwenen is, zon der eenig spoor na te laten. In de Zwitsersclie bladen vinden wy omtrent dit geval de volgende op heldering „van de best ingelichte zijde" De regeering van liet kanton W al lis heeft aan èen rechercheur dit on derzoek opgedragen, en thans heeft zij het „inomstootelyk bewys", dat Cooper op den dag van zyn verdwij ning, 's morgens tegen halt' acht, tus schen het dorp en de Ritfelalpbrug is gepasseerd, in een streek waar geen enkele Italiaan werkt, of ook maar ooit ronddoolt. (Is er in Zwitserland een geheimzinnige misdaad gepleegd, dan worden daarvan altijd direct de Italianen verdacht). De gedachte aan moord is beslist uitgesproken- Cooper begaf zich om 7 uur 's morgens, in gezelschap van twee dames, met muil dieren op weg naar den Riffelalp. De muildierdrijver zou hen bij de brug opwachteu. Toen de beide dames on derweg in een kerkje binnentraden, om de mis bij te wonen, ging Cooper alleen verderde dame-s zagen hem langs het kerkje gaan. Maar hij ver dween, voor hij den drijver had be reikt, die volgens afspraak bleef wachten. Ongetwijfeld is hij in de hoogge- zwollen Vispbeek gevallen, op een plaats waar geen borstwering is. Vlak bij liet dorp wordt de weg door een kanaaltje gesneden. Cooper zal daar over zyn gesprongen en toen den Imo gen weg langs de beek hebben ge volgd. ,Éen eind weegs liggen daar eenige steenen los opgestapeldhij zal die voor een muur hebben gehou den, er tegen aan geleund hebben, en in het snel stroomende water geval len zyn, wat reeds herhaaldelijk is gebeurd. En in al die gevallen vond men nooit, of veel later de lijken. Ons dunkt, dat na deze verklaring de vraag voor de hand ligt, of liet geen tijd wordt de borstwering door te trekken op de plaats waar „reeds zoo herhaaldelijk ongelukken gebeurd zyn." De Het aantal slachtoffers van de spoor wegramp te Gyembort is meer dan vijftig. Onder de dooden telt men 9 kinderen; vyf gewonden zijn nog ge storven tijdens de overbrenging naar het hospitaal. Dc meeste slachtoffers behoorden tot den werkmansstand. Tot nu zijn de namen van 22 dei- genen, die bij het spoorweg-ongeluk zyn óm het leven gekomen, bekend. Het zijn allen Kopenhagcrs, waaron der een hooggeplaatst ambtenaar bij de belastingen. Holst met vrouw en doch ter verder drie employés bij het grooto Magasin du Nord. Zwaar gewond zijn o.a. een zoon van Holst, de schrijver Michaelis met vrouw on de pianiste Anna Schyste. Het getal der zwaar gewonden wordt thans op 84 geschat. De machinist van den trein, die van Heisingör kwam, verklaart, dat het reintoestel geweigerd had. Ook moot hij liet seinteeken om te stoppen be schouwd hebben als teeKen, dat de reizigers te Gjentofte wil den instappen. Dinsdag bezochten de prinses Wal - demar, do minister van binuenland- sche zaken Bardenfieth en een groote menigte de plaats dos onheils. Een later telegram uit Kopenhagen aan de Kölnische Zeilung meldt, dat- de identiteit van alle personen, tot op ééne vrouw na, is vastgesteld. Uit Transvaal. De koorts woedt hevig in den om trek van Pretoria, en vooral in het westen van de republiek. De Volks stem heeft een inschrijving geopend om aan de behoeftige koortslijders in de zwaarst beproefde districten, Zoutpansberg en Rustenburg, bijstand te verleenen, en er is al veel getee- kend, o. a. door firma's te Pretoria voor 50 en 20 pond, door Kruger voor 10 pond, enz.; ook komen bijdragen uit den Oranje-Vrijstaat. De Staatspresident heeft nu gelast, naar aanleiding der vele klachten over krengen van gestorven beesten, die overal buiten (le stad verspreid liggen, en waaraan de voornaamste oorzaak der ziekte moet worden toe geschreven, deze onmiddellijk te be graven. Barnato wordt ook in de Trans- vaalsche pers niet zonder sympathie uitgeluid „Het overlijden vau den heer Bar nato zal niet nalaten een breeden indruk te maken in meer dan eeu werelddeel; en ofschoon hij voor do Z. A. Republiek, waar hij schatten vergaarde, steeds een vreemdeling bleef, zoo heeft de heer Barnato nooit opzettelijk en met voorbedachten rade de door hem ruimschoots genoten Transvaalsche gastvrijheid beloond met ondank en verraad, gelijk zooveel andere iu èn door ons land rijk en machtig geworden lieden hebben ge- daan." (Volksstem.) Twee boutades van dc Volksstem: Onlangs heeft het Britsche Lager huis met 221 tegen 91 stemmen in tweede lezing een wetsontwerp aan genomen tot wering van in buiten- landsche gevangenissen vervaardigde goederen. Daargelaten hoe deze han delspolitiek met (le free trade begin selen overeen te brengen is, waarop men in Engeland zoo trotsch placht te wezen, dunkt het ons zonderling, dat de Britsche regeering wel onge- wenschte goederen uit Groot-Britan- nië poogt te weren, maar boos wordt wanneer bijvoorbeeld de Z.-A. Repu bliek ongewensehte personen uit haar grenzen wil houden. Reuter seint dat de Canadcesche krijgslieden in de aanstaande jubi leum-stoet te Londen vooraan zullen rijden en dat het Rhodesia-kontingeut kort daarachter zal komen. Wat de Rhodesianen betreft, ze zouden thans beter op hun plek zijn in Salisbury, dan in Piccadilly. Lon den. De Kaffers doen heden in Rho desia precies wat ze verkiezen, en de vertooniug der „Rhodesians" in de jubileum-maskerade herinnert aan de reclame van een winkelier die op het punt staat bankroet te maken. Kaapsche bladen zijn verontwaar digd over de weigering van de Trans vaalsche regeering, om met den direc teur-generaal der Kaapsche poste ryen mee te werken tot invoering van een telegramtarief, waarbij men 12 woorden voor 1 shilling zou mogen seinen, verder een woord per penny. Waarom de Z. A. R. niet wil, vindt men nu iu de Transvaalse!, e pers uit eengezet. Ten eerste is de voor het tarief onontbeerlijke penny in Trans vaal een zeer sehaarsehe munt. Dan werpt het Transvaalsche telegraaf- wezen tegenwoordig gemiddeld 3 pet. winst af, waartegenover staat dat in den Volksraad steeds om nieuwe stad liep. Do jongen was vuurrood van opgewondenheid. By het eerste huis ving hy aan te roepen: „Waar woont dc opperste luitenant Otto Martin von Schwerin 1" De hond scheen het beter te weten, snel ging hy voort, hier en daar snuffelend, tot hij eindelyk voor een oud grijs huis, waarvoor een schildwacht drooraend op on neer liep, stilhield. „Woont hier de overste luitenant Otto Martin Von Schwerin, woont hij hier riep de jongen, zoo hard ïiy roepen kon. De schildwacht schrok en hield stil. „Jawel," ant woordde hij daarna „eene trede doch hij slaapt nog." De jongen stormde nu naar binnen en terwijl de hond blafte, riep hij „Heer overste luitenant Martin von SchwerinSta toch op, heer luitenant 1" Daar ging een deur open en een man trad te voor schijn die niets aanhad dan een hemd, een paar leeren pantoffels en een hoed op het hoofd. Toen de jongen licm zag, werd hy erg onrustigde hond hield echter met blaffen op. Eindelijk zeide de herdersjongen Jochein geheeten „Bent u de opperste luitenant Otto Martin von Schwcrin „Ja, die ben ik, kwajongen," antwoordde hy, nadat de jongen ophield met spreken en op den rug trom melde, „men moet zeker je boodschap er uit kloppen, eer zeg' je haar niet. Wat Trilt ge? antwoord, or de drommel zal je halen!" Die platduitsche uitspraak miste hare uitwerking niet. Wanneer iemand ziel) in zijne moedertaal hoort aanspreken, dan stelt men dadelijk in iemand vertrou wen. al is hij ook een groot lieer en voelt men zich op zijn gemak. Gelyk lieden ten dagen de grondbezit ter met zijne boeren en knechten omgaat, zoo sprak toenmaals de officier met. zijne .soldatenliet liefst eeu plat woord gebruikende, dat begrepen wordt. Jochein werd nu ook wat mededeelzamer. Na eens gekucht te hebben viug hij aan„De schaap herder laat u zeggendat de koning aan komt, net zoo als hij den vorigen keer is gekomen, over den Nullwitzerbei'g en wanneer het de koning niet is, dan- wil ik geen bitter uieer drinken." „Gy, vroeg de officier, «Ach, De koning? onzinDe schaapherder! De koning komt over den berg en zal spoedig hier zien?" Nu werd de zaak aan den oppersten luitenant dui delijk. Aan liet venster liep hij tot een dragonder „Roep gauw alle hoornblazers te zamen, dat zij alarm blazenSpoed uDe koning komt Daarna ging de regimentscommandant naar een an der venster, dat op den hof uitzag en deelde daar den manschappen mede, dat de koning in aantocht was. Nu was er drukte en beweging. De koning zat inmiddels nog steeds op zijn schimmel, en keek naar de donkere stad. Zijn huzaar reed achter hem eu ook Retel was nog niet teruggegaan. Hy wilde wel eens zien hoe de koning de poets zou smaken, die hy hem gebakken had. Hy had wol met spreken willen aanvangendoch hy vertrouwde zich nieteerst moest de koning iets zeggen. Juist hoorde hij een schel alarm signaal. De schaapherder keek ter sluiks naar den monarch, wiens gelaat er vroolijk uitzag. Ongeduldige verwachting kou men iu zijue oogen lezen. Na het eeue alarmsignaal volgden er meerdere, for- scher dan het eerste én ook geregeld op elkaar vol gende. Het was gewis de stadstrompetter der dragon ders. Hij was dan wel vlug op de plaats van bestem ming aangekomen. Grappig was de zaak. Steeds werd het alarm heviger. Zoo doen die trompettershooren zij wat alarm, - dan springen zij dadelijk uit hun bed en blazen iu hun nachtgewaad uit het venster; al het andere heeft den tijd. Het signaal is dan wegen wordt verder verspreid dat is de hoofdzaak. Opdat zy echter wekken zullen en zich vlug verspreiden, klinken deze tonen zoo schel, als waren zy in de hel gecomponeerd. Wie het eenmaal gehoord heeft, vergeet het zyn geheele leven nimmer. Zelfs een stokoud man springt er door van schrik uit zijn bed. „Wat is dat toch?" sprak de koning, „hoe komen toch zoo vlug al die trompetters hier?" „Ja, dat raag de duivel weten," antwoordde Rctel, stil vergenoegd^ De huzaar streek eens aan zijn snor, doch zeide niets. Hoor eens! hoe alles klapperde en kletterde! Men riep elkander en gaf antwoord. Het was een leven van belang. „Alarm, alarmonze koning is daarhoerah! hoérah En dat blies, en dat holde en dat schalde. „O, dacht dé dikke trompetter van het gardecorps, „wanneer gij blaast, hoef ik het niet te doen." Daarna klopte hij ergens aan en liet zich een glas bier in schenken. De koning zat nog steeds op zijn paard en keek naar de stad, waar alles in rep en roer was. Men kon het hem aanzien, dat hij de zaak niet begreep. Dit alarm was hem al te vlug. Eindelijk kwam hem iets in de gedachten. „Schaapherder," zeide hij, „waar is toch je jongen?" Maar de man antwoordde niet. Zou hij ingeslapen ziju Friedrieh herhaalde de vraag, maar nu luider en bevelendSchaapherder, ik wil weten, waar je jongen is." Wedor geen antwoord. Meester Retel had zich bijtijds uit de voeten gemaakt, daar hij voorzag, wat gebeuren zou. Dau was hij vei liger. Toen hij weder bij de schapen kwam, was Jochein en de hond er reeds. „Ga, naar huis en begoef u te bed", zeide hij tot den eerste. Beter is toch altijd beter. De jongen begreep er 'niets van on talmde nog wat, maar baas Retel had een aardige manier om hem dat te doen hegrypen. Met zyn groote, stevige hand gaf hij hem een paar tikken op den wang. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2