Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
In het Krijgsgewoel.
15e Jaargang.
Vrijdao 23 Juli 1897.
No 4312
HAARLEMS DAGBLAD
"Voor Haarlem per 8 maandenf 1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1-65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
„de omstreken en franco per post0.371/2
-5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tiön worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangire G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0,7-5, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bhemendaal,'Sandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tol; SpaamdamC. HARTENDORP; Zandvoort, J. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUTJTERBeverwijk, J. HOORNSIJmuiden, TJADEN, Genoemde Agenten nemen Abonnementen cn Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
Dc belgiscbc wetgevende macht
heeft een ontwerp te behandelen, dat
vandaag of morgen ook op de agenda
van de werkzaamheden onzer Tweede
Kamer zal moeten verschijnen, nml.
een wetsontwerp ten doel hebbende
wijziging in den toestand van het
railitairisme. De belgische Kamer is
dan bezig met het behandelen der
wet op dc burgerwacht. Daarbij beeft
de afgevaardigde Magnette een wets
voorstel ingediend om de plaatsver
vanging af te schaften.
Alhoewel er voor eenigen tijd te
Brussel eene grootsehebetoogingheeft
plaats gehad ter propagandeering van
de afschaffing der •plaatsvervanging
en de koning" er Zijne sympathie voor
heeft betuigd, is liet niet waarschijn
lijk, dat de heer Magnette succes zal
hebben met zijn ontwerp, daar het
grootste gedeelte der katholieken er
tegen is. Vandaar dan ook, dat de
regeering, van wie gezegd wordt, dat
ze ook tegen de (lienstvervanging is
dit is echter met den heer Vanden-
peereboom, minister van oorlog ad
interim niet het geval een ontwerp
van deze strekking niet heeft willen
indienen.
De turksche Porto is in haar schulp
gekropen, nu zij bemerkt heeft, dat
ae europeesche ambassadeurs van
geen verder onderhandelen wilden
weten, nadat de door hen vastge
stelde grenslijn tusscben Turkije en
Griekenland door de turksche regee
ring niet werd aanvaard.
Er is nu een keizerlijk besluit ver
schenen, waarbij de regeling van het
grensvraagstuk is goedgekeurd door
don sultan.
Naar Reuter's agentschap verneemt,
heeft de engelsche gezant te Was
hington, sir Julian Pauneefote, die
thans met verlof te Londen is, vóór
zijn vertrek uit Washington met den
Amerikaanschen staatssecretaris voor
buitenlandsche zaken Sherman de
vraag van een nieuw scheidsgerech-
telijk verdrag tusschen Engeland en
de vereenigde Staten behandeld. De
gedaehtenwisseling zal hervat worden
na den terugkeer van den gezant op
zijn post, in" October.
Men denkt dat de bijeenkomst van
deskundigen in de robbenvangst met
vertegenwoordigers van Engeland,
Canada en de Vereenigde Staten in
het begin van October te Washing
ton zal plaats hebben.
STADSNIEUWS.
eerste en derde Pagina.
Haarlem, 22 Juli 1897.
Voor het akte-examen gymnastiek
M. O., zijn Woensdag alhier geëxa
mineerd cn geslaagd 4 -vrouwelijke
candidaton, nl. de dames H. J. Du-
puy, van Arnhem; T. Visser, van
AmsterdamG. H. Blijdenstein. van
EnschedeH. M. Treiture, van Am
sterdam.
School van Kunstnijverheid.
De lieer Ed. von Saher, directeur
der School voor Kunstnijverheid, heeft
eene circulaire verzonden over den
cursus voor artistieke Metaalbewer
king, die van 1 September e. k. af
aan de school zal zijn verbonden,
welke luidt als volgt:
De cursus voor artistieke metaal
bewerking is bestemd voor hen, die
zich in liet vaktcekenen en boetseeren,
in het drijven van plastische voor
werpen, als bekers, kannen, vazen,
schotels, kandelaars', enz., in het ver
vaardigen van ondcrdeeleti van soort
gelijke voorwerpen en bet samenstel
len van deze tot een geheel, alsook in
bet vervaardigen van ornamentele
versieringen, in hoog en laag drijf
werk, wenscken te oefenen.
Deze cursus wordt gevolgd door leer
lingen. die zich al dadelijk na liet
verlaten der lagere school voor de
werkplaats voorbereiden, alsook door
hen, die reeds in de praktijk werk
zaam zyn en zich in bovengenoemde
vakken verder wenscbeu te bekwamen;
Er zal alle mogelijke zorg worden
besteed, opdat den leerling eene ge
zonde artistieke richting worde
ingeprent.
Zij zullen met de verschillende
eigenaardigheden in de compositie
vaü (Ie stijlrichtingen der Middel
eeuwen, der Renaissance en die welke
onder de regeeringen van Bodewijk
XIV, XV eu XVI en latere tijd
perken in zwang kwamen en met
de beginselen die in de producten
dezer tijdperken liggen opge
sloten, bekend worden gemaakt, ter
wijl het styleeren der natuurvormen
en liet ontwerpen van op het vak
betrekking hebbende voorwerpen en
stervormen een voornaam punt van
het theoretisch onderwijs zal uit
maken.
Voor liet theoretisch gedeelte zullen
de leerlingen van dezen cursus de
teeken- en boetseerlesscn volgen zoo
als die reeds vroeger in de school
gegeven werden, terwijl het praktisch
gedeelte aan de goede zorgen van
eene bekwame werkkracht den lieer
F. Zwollo zal worden toevertrouwd.
De leerwerkplaats werd ingericht
met de beste uit Parys ontboden ge
reedschappen.
Er zullen voorloopig slechts een
gering aantal leerlingen worden toe
gelaten.
Het materiaal wordt geleverd door
de school, terwijl dc vervaardigde
werkstukken het eigendom der school
blijven.
Van liet begin van den cursus 1
September tot einde December, be
draagt bet schoolgeld f25, terwijl
voor de volgende schooljaren het
schoolgeld op i50 is vastgesteld.
Het verblijf der leerlingen in Haar
lem kost gemiddeld f6 a 17 per
week.
Men meldde ons Woensdagavond
uit den Haag, dat benoemd is tot
substituur-griffier aan de rechtbank
te Zwolle de heer mr. A J. Van
Slooten, commies-redacteur aan dc
secretarie alhier.
De ..Staatscourant" van heden be
helst zijne benoeming.
BIHKENLAND.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot rechter in dc arron-
dissements-rechtbank te Alkmaar,
mr. W. H. van Nes van Meerkerk,
thans substituut-griffier by de arron
dissementsrechtbank te Zwolle; tot
substituut-griffier bij de arrondisse
mentsrechtbank te Zwolle, mr. A.J.
van Slooten, thans commies-redac
teur ter gemeente-secretarie te Haar
lem tot rechter in de arrondisse
mentsrechtbank te Rotterdam, mr. J.
Mulder, thans substituut-griffier bij
de arrondissements-reebtbank te Am
sterdam tot substituut-griffier bij de
arrondissement-rechtbank te Amster
dam, mr. W. A. van Woudenberg
Hamstra, advocaat en procureur al
daar, tevens beëedigd klerk ter griffie
vaD gemelde rechtbank.
Bij liet hoofdbestuur der posterijen
en telegraphie benoemdtot hoofd
commies^ mr. A. Nilant, secretaris
vaü de Staatscommissie, ingesteld bij
Kon. besluit van 31 Juli 1895 no. 21;
tot adjunct-commies jhr. mr. F. Bee-
laerts van Blokland, advocaat en pro
cureur, beiden 's-Gravenhage.
Aan den inspecteur der posterijen
J. J. Doffegnies te 's Gravenhage,
op zijn verzoek, met ingang van 1
October 1897, eervol ontslag verleend,
wegens lichaamsgebreken, onder dank
betuiging voor de vele en goede dien
sten door liem bewezen, en met ge
lijken datum benoemd tot inspecteur
der posterijen en telegraphie ter stand
plaats 's Gravenhage, B. J. R. En-
gelbregt, thans inspecteur der poste
rijen en telegraphie in algemeenen
dienst.
Aan G. A. H. van der Spar, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend
uit zijne betrekking van consul der
Nederlanden te Point-de-Galle. Het
consulaat aldaar zal worden waarge
nomen door d°n consul te Colombo,
B. A. Wennink.
Aan L. Roosenburg, op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend uit zijue
betrekking van ontvanger van het
recht van successie te Utrecht, met
dankbetuiging voor de aan don lande
bewezen dienstenaan den ontvan
ger der invoerrechten on accijnzen
F. C. Dufour te Zwolle Q.a., op zyn
verzoek, eervol ontslag uit 's Ryks
dienst verleend, behoudens aanspraak
op pensioen cn oDder dankbetuiging
voor de trouwe diensten gedurende
meer dan 50 jaren aan den lande be
wezen.
Aan deu luitenant ter zee 2de kl.
W. C. B. Wintgens met 16 Septem
ber a.s. op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend uit den zeedienst.
Het kantoor der invoerrechten te
Eede, met ingang van 1 Augustus
1897, gerangschikt in de eerste cate
gorie der "kleine ontvangkantoren,
waar te nemen door een commies-
ontvanger.
Aan H. Hamilton, te Rome, ver
gunning yerleend tot het aannemen
aer ordeteekenen van ridder der orde
van Isabella la Catholica en van den
Heiligen Gregorius den Groote, hem
resp. door de Koningin-Regentes van
Spanje en door den Paus geschonken.
Het nieuwe Ministerie.
Het is gebleken, dat het bericht
omtrent de samenstelling van een
nieuw ministerie voorbarig, ja gedeel
telijk onjuist is. Het Vaderlandwaar
aar. wij het ontleenden, schrijft het
volgende
„De geheimzinnigheid, die wordt
betracht, maakt het onmogelijk vol
komen betrouwbare berichten te ver
krijgen. Wel is een oplossing in de
aangegeven richting te wachten, maai
de namen der titularissen van som
mige departementen staan nog niet
vast. Bepaald onjuist is tot uog toe
dat de heer Mac Leod zou zyn aan
gezocht voor de portefeuille van
marine.
De particuliere correspondent te
's-G raven! ïage van het Êbld. deelt
mede, dat het bericht vele onjuisthe
den bevat en in zijn geheel onwaar is.
Er is ook geon sprake van bet
optreden van den lieer Cremcr als
minister van koloniën.
Aan de Tel. wordt uit den Haag
gemeld
„Omtrent de samenstelling van het
nieuwe kabinet kan ik u geene be
richten uit min of meer vertrouwbare
bron verschaffen, maar wil ik u eenige
vermoedens mededeeleu, die misschien
later zullen blijken niet al te ver be
zijden de waarheid të zijn. Dat de
lieer Roëll van het Buitenhof naar
het Torentje zou verhuizen, is in deze
omstandigheden zeker hoogst onwaar
schijnlijk, zelfs is het niet waarschijn
lijk te achten, dat de vroegere pre
mier op het Buitenhof wenscht te
blijven, wanneer men zich de woorden
herinnert, die hij eenige maanden ge
leden in de Eerste Kamer sprak nl.
dat rast voor hem aanlokkelijker begon
te worden dan gezag.
Wie dan de opvolger van den lieer
Van Houten zal worden? Het zou
mij zeer verwonderen zoo dit niet
dezelfde persoon is, die opvolgde als
afgevaardigde van Groningen en die
nu door de geruchten als toekomstig
Minister van Justitie wordt aange
duid, Vraagt men, voor wien dan
deze laatste portefeuille bestemd is,
dan begeef ik mij geheel op het ge
bied der gissingen en spreek het
vermoeden uit, aat dit eön andere
hoogleeraar aan een andere universi
teit zal wezen, een man eveneens van
vooruitstrevende richting.
Een candidaat voor de Tweede
Kamer.
Wij lezen in het Hbld. het vol
gende
Een juffrouw deed open en zeide,
dat mynheer-niet thuis was.
„Ja. maar kan ik hem dan niet
vanmiddag te spreken krijgen? Ik
ben verslaggever van het Handéls-
blad."
„OOm u dc waarheid te zeggen,
mijnheer is nog even thuis. Ik zai
eens vragen."
Kort daarop werd ik ontvangen
door den heer W. J. den Boer, can
didaat voor de Tweede Kamer.
De heer Den Boer is namelijk
plotseling uit de lucht gevallen als
candidaat voor distriet IX (Amster
dam). Niemand die ooit van hem op
politiek gebied gehoord had, tot hij
op 't onverwachtst verscheen op de
oificieele lyst van candidates Geen
vereeniging had hem gesteld, hij
bleek de geroepene te zyn van een
losse groep kiezers, wier mandaat hij
gaarne aanvaardde.
„Wel mijnheer Den Boer, ik lieb
gehoord, dat u gisteren is opgetreden
als spreker in een vergadering. Maar
het schynt in beperkten kring ge
weest te zijn. Me dunkt, het pubhek
heeft liet recht u te leeren kenneu,
nu ge als candidaat voor dc Kamer
optreedt.
„Wat zal ik u zeggen? Gisteren
zijii er kiezers bij me geweest die
wilden een levensbeschrijving van me
in de krant zetten. Ik heb gemeend
dat niet te moeten doen"
„Och neen," viel oen der beide
„andere heeren, die tegenwoordig wa-
„ren, in, zulke dingen zet men m de
„krant voluit onderteekend, maar niet
„met enkel „eenige kiezers" eronder!"
„En dan het woord is aan den
candidaat kennen ze me allemaal
in buurt IX. U moet me niet kwa
lijk nemen maar u zult toch niet
veel
„Kom. mijnheer heeft gelijk. Dc
kiezers hebben toch liet rechtMijn
heer is oud-liberaal"
„En vooruitstrevend", viel de can
didaat in.
„Zeker", begon de vriend weer,
„als oud ambtenaar bij de rijksbelas
ting is mijnheer Den Boer de man,
die verandering kan brengen in de
jeneverwet.
„Van de vergunning", beaamde de
candidaat. „En ik heb veel gedaan
op het gebied van philantropie, dat
weten ze allemaal. Mijn vrouw is
dan ook lid van Liefdadigheid naar
Vermogen. Ik heb heel wat jongelui
uit de arme klasse onderwezen, die
nu goede posities bekleeden. Ik vraag
niet naar religie: ik vraag alleen:
„Is u meusch?" Jezus is mijn leer
meester. Daar heb ik een jodenjon
getje opgeleid, daar, heb ik heel veel
pleizier van gehad". Tot de an
dere heeren: „Niet waar, jullie weten
het wel. Ik heb dan ook heel wat
vriètiucn by de onderwijzers".
„Maar uw politiek standpunt?" be
gon ik te vragen, om wat meer bodem
onder de voeten te krijgen.
„Daar moet ik als een Phariseeër
mijn eigen daden prijzen? Zij heb
ben ine met de eerste verkiezingen
al candidaat willen stellen, maar jk
heb geweigerd. Want ails ik met de
staathuishoudkunde Yfia mijnheer Tak
mee moest, heb ik gemeend dat de
welvoegotjjkheid het niet meebracht.
Nu hebben ze my weer gevraagd en
ik heb het heel lang in overweging
genomen", tot de anderen „wel
veertien dagen, niet waar? Ze heb
ben me gezegd dat ik met myn eigen
geweten "moest te rade gaan. maar
dat ik toch zeker niet misplaatst zou
zijn in de Tweede Kamer. Ik hen
bekend met de belastingwetten, om
dat ik vroeger ambtenaar by de in
voerrechten en accijnzen was. Op
dezelfde wijze heb ik keunis gekre
gen van fabrieken: distilleerderijen,
branderijen, suikerfabrieken. Het
eenige waai' ik niet in bekend ben
is, zou ik zeggen, de diamantslijperij."
„Ja, dat "is ook een heel speciaal
vak", gaf ik dadelijk toe.
Toen werd de candidaat weer ge
sloten en ik bad moeite hem aan aen
praat te houden. Een van dc vrien
den vond termen mij te helpen, door
te verzekeren, dat het Handelsblad
toch de aangewezen krant was om
zijn des heeren Den Boer's
denkbeelden in te zetten.
Dit gaf ik toe, waarop de tong
van den spreker meer los kwam.
„Ik ben liberaal on vooruitstrevend
en ga heelemaal moe met het pro
gram der Liberale Unie. Ja, maar ik
ga verder. Er zijn groote volksbelan
gen. Wy keurmeesters dc heer
Den Boer is keurmeester 2e klasse
bjj het Abattoir komon overal. U
begrijpt dat we met de toestanden
van slagers en winkeliers goed op de
hoogte ziju. We moeten rijkskeuring
hebben, onderzoek van alle voedings
middelen van rykswege. U moet we
ten, dat ik in 1883 op de tentoonstel
ling belast was met den dienst in
voerrechten in de Fransche af deeling.
U begrijpt dat was ccn onderscheiding
voor me. Ik heb ccn stuk daar kunt
kunt u het uit zien. Wacht ik zal
het even halen of neen. mijn vrouw
weet het beter te liggen."
Toen bracht ik het gesprek op bij
zondere punten van liet politiek pro
gram.
„Ik zie wel dat ik met u aan het
juiste adres ben. Maar u moet niet
schrikken mijnheer. Ik ben een voor
stander van verbetering van arbeiders
woningen. Geen vóór- cn achterhui
zen op éen verdieping. Ik heb zelf
een huisje, en
„Pensionneering," viel een der vrien
den in de rede.
„O ja, aan de wet van '66 heb ik
zooveel mogelijk medegewerkt Toen
hebben wc gekregen weduwen- en
weezen-pensioen voor rijks-ambtena
ren. Maar als ik mij niet vergis met
uitzondering van onderwijzers
„Ja," klonk het uit dnc monden.
„Nu, dan wil ik herziening voor de
weduwen en wcczen van onderwijzers.
En artikel 342 Burgerlijk Wetboek
bet onderzoek naar bet vaderschap
dat moet veranderd. Dat zal uitwer
ken dat de clandestiene prostitutie
vermindert."
By het zoeken van den candidaat
naar art. 342 B.W. kwam ik eerst
tpt 33 ontdekking, dat op de tafel
een heel stapeltje wetboeken lag,
sommige nieuw, sommige van ouderen
datum.
Het gesprek ging verder over dienst-
door G. ELSTER.
4)
„Hoe is het met Victor?"
„Hij is rustiger geworden, vader," antwoordde Jo
sephine. „Moeder zit nu bij zijn bed. Zij wacht op u
met ccn smartelijk ongeduld."
„Wat doe jij nier?"
„Ik help Jeanne by de verpleging der ongelukkige
soldaten, vader."
„Dat is goed. Geeft hun zooveel, als je maar in kel
der en keuken hebt. Ik zal naar moeder gaan."
Toen liy in de kamer van zyn zoon kwam, wenkte
zyn vrouw hem, dat hij zachtjes zou binnentreden,
victor lag in een sluimering, met hoogrood' gelaat.
„Hij is wat kalmer geworden," fluisterde mevrouw
Hoffer. „Ik geloof, dat"de koorts hem verlaten heeft.
Hij is tenminste aan het zweeten geraakt."
„Dan kunnen wij hem vandaag nog naar Pfalzbur<
brengen."
„Naar Pfalzburg? Neen, Henri, in geen geval.
Het vervoer zon hem nadeelig zijn, zou zijn dood
„Wy gaan allen met hem. In ons huis in Pfalzburg
is plaats genoeg en wy hebben daar dokters by de
hand."
„Neen, noen, Henri, laat ons hier blyven. Wij kun
nen Victor hier beter verplegen."
„Morgen of overmorgen zullen dc Pruisen hier zyn.
Wil jij je blootstellen aan de plundering, de mishan
deling door de Pruisische soldaten? Wil jij, dat Victor
als gevangene valt in de handen der Pruisen
„Je hebt zelf gezegd, dat de Pruisen niet zoo erg
waren als zy den naam hebben. Wy kunnen Victor
voor hen verbergen. Lang zullen zij zich hier niet op
houden."
„Zy zullen Pfalzburg belegeren."
„Dan zou Victor immers juist in hun handen val
len, w ant liet kleine Pfalzburg kan aan het Dnitschc
geschut op den duur geen weerstand bieden."
De kapitein liet het hoofd zinken. Hij zag in, dat
zfin vrouw gelijk had. Hoe dikwijls bad hy vroeger zelf
niet dc nutteloosheid van zulke kleine vestingen als
Pfalzburg betoogd en door voorbeelden bewezen.
„Maar wat zullen wij dan doen vroeg hy na een
poosje.
„Wy zullen Victor's uniform verbergen," antwoord
de mevrouw Hoffer zacht. „Als dan de Pruisen ko
men, vinden ze een zieken jongen man, dien ze niet
voor een jongen militair zullen houden. Niemand hier
in huis zal Victor verraden. Hij kan hier op het een
zame landgoed in alle stilte zijn geneziug afwachten
en dan.
„En dan, Juliette?"
Een hoog rood vlamde op de wangen van mevrouw
Hoffer.
Zacht fluisterde zy daarna haar man toe:
„Als dan het vaderland hem nog noodig heeft, raag
hij langs sluipwegen weer by zyn leger zien te komen.
Ik houd hem niet terug van zijn plicht als man en
soldaat."
Bewogen omhelsde de kapitein zyn vrouw.
„O jij edele vrouw, jy echte moeder van een sol
daat zeide liy, terwyl tranen zyn stem haast ver
stikten. „Het zal gebeuren, zooals jij wenscht. Victor
mag by ons blijven ook al komen de Pruisen.
Zy gingen by bet bed van hun zoon zitten en keken
naar zijn hoogrood gelaat en naar zyn hijgende borst.
VIERDE HOOFDSTUK.
Jeanne de Parmentier bevond zich in een zeer eigen
aardige stemming. Zy had Frankrijk lief met een in
nig gevoel van vaderlandsliefde, zij was trotsch op den
roem van Frankrijk en van het Fransche leger, van
hetwelk haar broeder, baar neven en andere bloedver
wanten deel uitmaakten, zy bad geen oogenblik ge
twijfeld, of de overwinning zou ten slotte verblijven
aan Frankrykzij lachte zelfs spottend, als anderen
eenigen twijfel durfden koesteren aan de volkomenheid
van het Fransche leger. Zy zag voor haar geest het
heldhaftig tafreel van den Franschen roem, de Fransche
dapperheid; vol trots en vol vertrouwen had zy de
regimenten in den oorlog zien trekken een oorlog,
die voor haar evenals voor velen barer landslieden
slechts bestaan kon uit een voortgezette reeks van
overwinningen der Fransche wapenen.
En nu deze vreeselyke nederlaag!
„Neem u in acht, juffrouw," hadden de aftrekkende
troepen baar gezegd by het afscheid, „de Pruisen zul
len binnen weinige dagen hier zijn en plunderen, roo-
vcn en moorden, zooals dat gewoonte is bij de bar-
baarsche volken uit het Duitsche Noorden. U moet
met uw verwanten zoo gauw nogelyk naar het binnen
land van Frankrijk vluchten."
Tegen den avond verhief zich in het naburig dorp
Biichelberg, dat nauwelijks twintig minuten van Cha
teau Pernette verwijderd, aan den ingang van het ro
mantische Zingelthal lag, een woest getier. Reeds
meende men, dat de Pruisen waren aangekomen. Men
zag vrouwen en kinderen in het bosch vluchten en na
enkele minuten stegen dichte rookwolken op verschil
lende plaatsen van het dorp in de hoogte, waarop
spoedig de kronkelende vlammen volgden. Twee of drie
boerenhoeven stonden in brand.
Verschillende boerenvrouwen snelden naar het plein
voor het kleine kasteel. Jeanne begaf zich tot naar.
Jammerend riepen zijn om hulp. Ook dc kapitein kwam
naar buiten.
„Wat is er menschen?" vroeg hy. „Zyn dc Pruisen
daar? Ja, zoo is de oorlog nu eenmaal."
„Waren de Pruisen er maar," riep een zwaar ge
bouwde boerenvrouw met een beenig gelaat en strekte
dreigend de vuisten uit naar het dorp, „dan zouden de