Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. In het Krijgsgewoel. 15e Jaargang. Vrijdao 23 Juli 1897. No 4312 HAARLEMS DAGBLAD "Voor Haarlem per 8 maandenf 1-20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1-65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 „de omstreken en franco per post0.371/2 -5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Ad verten tiön worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangire G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0,7-5, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bhemendaal,'Sandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tol; SpaamdamC. HARTENDORP; Zandvoort, J. ZWEMMER Velsen, W. J. RUTJTERBeverwijk, J. HOORNSIJmuiden, TJADEN, Genoemde Agenten nemen Abonnementen cn Advertentiën aan. Politiek Overzicht. Dc belgiscbc wetgevende macht heeft een ontwerp te behandelen, dat vandaag of morgen ook op de agenda van de werkzaamheden onzer Tweede Kamer zal moeten verschijnen, nml. een wetsontwerp ten doel hebbende wijziging in den toestand van het railitairisme. De belgische Kamer is dan bezig met het behandelen der wet op dc burgerwacht. Daarbij beeft de afgevaardigde Magnette een wets voorstel ingediend om de plaatsver vanging af te schaften. Alhoewel er voor eenigen tijd te Brussel eene grootsehebetoogingheeft plaats gehad ter propagandeering van de afschaffing der •plaatsvervanging en de koning" er Zijne sympathie voor heeft betuigd, is liet niet waarschijn lijk, dat de heer Magnette succes zal hebben met zijn ontwerp, daar het grootste gedeelte der katholieken er tegen is. Vandaar dan ook, dat de regeering, van wie gezegd wordt, dat ze ook tegen de (lienstvervanging is dit is echter met den heer Vanden- peereboom, minister van oorlog ad interim niet het geval een ontwerp van deze strekking niet heeft willen indienen. De turksche Porto is in haar schulp gekropen, nu zij bemerkt heeft, dat ae europeesche ambassadeurs van geen verder onderhandelen wilden weten, nadat de door hen vastge stelde grenslijn tusscben Turkije en Griekenland door de turksche regee ring niet werd aanvaard. Er is nu een keizerlijk besluit ver schenen, waarbij de regeling van het grensvraagstuk is goedgekeurd door don sultan. Naar Reuter's agentschap verneemt, heeft de engelsche gezant te Was hington, sir Julian Pauneefote, die thans met verlof te Londen is, vóór zijn vertrek uit Washington met den Amerikaanschen staatssecretaris voor buitenlandsche zaken Sherman de vraag van een nieuw scheidsgerech- telijk verdrag tusschen Engeland en de vereenigde Staten behandeld. De gedaehtenwisseling zal hervat worden na den terugkeer van den gezant op zijn post, in" October. Men denkt dat de bijeenkomst van deskundigen in de robbenvangst met vertegenwoordigers van Engeland, Canada en de Vereenigde Staten in het begin van October te Washing ton zal plaats hebben. STADSNIEUWS. eerste en derde Pagina. Haarlem, 22 Juli 1897. Voor het akte-examen gymnastiek M. O., zijn Woensdag alhier geëxa mineerd cn geslaagd 4 -vrouwelijke candidaton, nl. de dames H. J. Du- puy, van Arnhem; T. Visser, van AmsterdamG. H. Blijdenstein. van EnschedeH. M. Treiture, van Am sterdam. School van Kunstnijverheid. De lieer Ed. von Saher, directeur der School voor Kunstnijverheid, heeft eene circulaire verzonden over den cursus voor artistieke Metaalbewer king, die van 1 September e. k. af aan de school zal zijn verbonden, welke luidt als volgt: De cursus voor artistieke metaal bewerking is bestemd voor hen, die zich in liet vaktcekenen en boetseeren, in het drijven van plastische voor werpen, als bekers, kannen, vazen, schotels, kandelaars', enz., in het ver vaardigen van ondcrdeeleti van soort gelijke voorwerpen en bet samenstel len van deze tot een geheel, alsook in bet vervaardigen van ornamentele versieringen, in hoog en laag drijf werk, wenscken te oefenen. Deze cursus wordt gevolgd door leer lingen. die zich al dadelijk na liet verlaten der lagere school voor de werkplaats voorbereiden, alsook door hen, die reeds in de praktijk werk zaam zyn en zich in bovengenoemde vakken verder wenscbeu te bekwamen; Er zal alle mogelijke zorg worden besteed, opdat den leerling eene ge zonde artistieke richting worde ingeprent. Zij zullen met de verschillende eigenaardigheden in de compositie vaü (Ie stijlrichtingen der Middel eeuwen, der Renaissance en die welke onder de regeeringen van Bodewijk XIV, XV eu XVI en latere tijd perken in zwang kwamen en met de beginselen die in de producten dezer tijdperken liggen opge sloten, bekend worden gemaakt, ter wijl het styleeren der natuurvormen en liet ontwerpen van op het vak betrekking hebbende voorwerpen en stervormen een voornaam punt van het theoretisch onderwijs zal uit maken. Voor liet theoretisch gedeelte zullen de leerlingen van dezen cursus de teeken- en boetseerlesscn volgen zoo als die reeds vroeger in de school gegeven werden, terwijl het praktisch gedeelte aan de goede zorgen van eene bekwame werkkracht den lieer F. Zwollo zal worden toevertrouwd. De leerwerkplaats werd ingericht met de beste uit Parys ontboden ge reedschappen. Er zullen voorloopig slechts een gering aantal leerlingen worden toe gelaten. Het materiaal wordt geleverd door de school, terwijl dc vervaardigde werkstukken het eigendom der school blijven. Van liet begin van den cursus 1 September tot einde December, be draagt bet schoolgeld f25, terwijl voor de volgende schooljaren het schoolgeld op i50 is vastgesteld. Het verblijf der leerlingen in Haar lem kost gemiddeld f6 a 17 per week. Men meldde ons Woensdagavond uit den Haag, dat benoemd is tot substituur-griffier aan de rechtbank te Zwolle de heer mr. A J. Van Slooten, commies-redacteur aan dc secretarie alhier. De ..Staatscourant" van heden be helst zijne benoeming. BIHKENLAND. Uit de „Staats-Courant". Kon. besluiten. Benoemd tot rechter in dc arron- dissements-rechtbank te Alkmaar, mr. W. H. van Nes van Meerkerk, thans substituut-griffier by de arron dissementsrechtbank te Zwolle; tot substituut-griffier bij de arrondisse mentsrechtbank te Zwolle, mr. A.J. van Slooten, thans commies-redac teur ter gemeente-secretarie te Haar lem tot rechter in de arrondisse mentsrechtbank te Rotterdam, mr. J. Mulder, thans substituut-griffier bij de arrondissements-reebtbank te Am sterdam tot substituut-griffier bij de arrondissement-rechtbank te Amster dam, mr. W. A. van Woudenberg Hamstra, advocaat en procureur al daar, tevens beëedigd klerk ter griffie vaD gemelde rechtbank. Bij liet hoofdbestuur der posterijen en telegraphie benoemdtot hoofd commies^ mr. A. Nilant, secretaris vaü de Staatscommissie, ingesteld bij Kon. besluit van 31 Juli 1895 no. 21; tot adjunct-commies jhr. mr. F. Bee- laerts van Blokland, advocaat en pro cureur, beiden 's-Gravenhage. Aan den inspecteur der posterijen J. J. Doffegnies te 's Gravenhage, op zijn verzoek, met ingang van 1 October 1897, eervol ontslag verleend, wegens lichaamsgebreken, onder dank betuiging voor de vele en goede dien sten door liem bewezen, en met ge lijken datum benoemd tot inspecteur der posterijen en telegraphie ter stand plaats 's Gravenhage, B. J. R. En- gelbregt, thans inspecteur der poste rijen en telegraphie in algemeenen dienst. Aan G. A. H. van der Spar, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van consul der Nederlanden te Point-de-Galle. Het consulaat aldaar zal worden waarge nomen door d°n consul te Colombo, B. A. Wennink. Aan L. Roosenburg, op zijn ver zoek eervol ontslag verleend uit zijue betrekking van ontvanger van het recht van successie te Utrecht, met dankbetuiging voor de aan don lande bewezen dienstenaan den ontvan ger der invoerrechten on accijnzen F. C. Dufour te Zwolle Q.a., op zyn verzoek, eervol ontslag uit 's Ryks dienst verleend, behoudens aanspraak op pensioen cn oDder dankbetuiging voor de trouwe diensten gedurende meer dan 50 jaren aan den lande be wezen. Aan deu luitenant ter zee 2de kl. W. C. B. Wintgens met 16 Septem ber a.s. op zijn verzoek, eervol ont slag verleend uit den zeedienst. Het kantoor der invoerrechten te Eede, met ingang van 1 Augustus 1897, gerangschikt in de eerste cate gorie der "kleine ontvangkantoren, waar te nemen door een commies- ontvanger. Aan H. Hamilton, te Rome, ver gunning yerleend tot het aannemen aer ordeteekenen van ridder der orde van Isabella la Catholica en van den Heiligen Gregorius den Groote, hem resp. door de Koningin-Regentes van Spanje en door den Paus geschonken. Het nieuwe Ministerie. Het is gebleken, dat het bericht omtrent de samenstelling van een nieuw ministerie voorbarig, ja gedeel telijk onjuist is. Het Vaderlandwaar aar. wij het ontleenden, schrijft het volgende „De geheimzinnigheid, die wordt betracht, maakt het onmogelijk vol komen betrouwbare berichten te ver krijgen. Wel is een oplossing in de aangegeven richting te wachten, maai de namen der titularissen van som mige departementen staan nog niet vast. Bepaald onjuist is tot uog toe dat de heer Mac Leod zou zyn aan gezocht voor de portefeuille van marine. De particuliere correspondent te 's-G raven! ïage van het Êbld. deelt mede, dat het bericht vele onjuisthe den bevat en in zijn geheel onwaar is. Er is ook geon sprake van bet optreden van den lieer Cremcr als minister van koloniën. Aan de Tel. wordt uit den Haag gemeld „Omtrent de samenstelling van het nieuwe kabinet kan ik u geene be richten uit min of meer vertrouwbare bron verschaffen, maar wil ik u eenige vermoedens mededeeleu, die misschien later zullen blijken niet al te ver be zijden de waarheid të zijn. Dat de lieer Roëll van het Buitenhof naar het Torentje zou verhuizen, is in deze omstandigheden zeker hoogst onwaar schijnlijk, zelfs is het niet waarschijn lijk te achten, dat de vroegere pre mier op het Buitenhof wenscht te blijven, wanneer men zich de woorden herinnert, die hij eenige maanden ge leden in de Eerste Kamer sprak nl. dat rast voor hem aanlokkelijker begon te worden dan gezag. Wie dan de opvolger van den lieer Van Houten zal worden? Het zou mij zeer verwonderen zoo dit niet dezelfde persoon is, die opvolgde als afgevaardigde van Groningen en die nu door de geruchten als toekomstig Minister van Justitie wordt aange duid, Vraagt men, voor wien dan deze laatste portefeuille bestemd is, dan begeef ik mij geheel op het ge bied der gissingen en spreek het vermoeden uit, aat dit eön andere hoogleeraar aan een andere universi teit zal wezen, een man eveneens van vooruitstrevende richting. Een candidaat voor de Tweede Kamer. Wij lezen in het Hbld. het vol gende Een juffrouw deed open en zeide, dat mynheer-niet thuis was. „Ja. maar kan ik hem dan niet vanmiddag te spreken krijgen? Ik ben verslaggever van het Handéls- blad." „OOm u dc waarheid te zeggen, mijnheer is nog even thuis. Ik zai eens vragen." Kort daarop werd ik ontvangen door den heer W. J. den Boer, can didaat voor de Tweede Kamer. De heer Den Boer is namelijk plotseling uit de lucht gevallen als candidaat voor distriet IX (Amster dam). Niemand die ooit van hem op politiek gebied gehoord had, tot hij op 't onverwachtst verscheen op de oificieele lyst van candidates Geen vereeniging had hem gesteld, hij bleek de geroepene te zyn van een losse groep kiezers, wier mandaat hij gaarne aanvaardde. „Wel mijnheer Den Boer, ik lieb gehoord, dat u gisteren is opgetreden als spreker in een vergadering. Maar het schynt in beperkten kring ge weest te zijn. Me dunkt, het pubhek heeft liet recht u te leeren kenneu, nu ge als candidaat voor dc Kamer optreedt. „Wat zal ik u zeggen? Gisteren zijii er kiezers bij me geweest die wilden een levensbeschrijving van me in de krant zetten. Ik heb gemeend dat niet te moeten doen" „Och neen," viel oen der beide „andere heeren, die tegenwoordig wa- „ren, in, zulke dingen zet men m de „krant voluit onderteekend, maar niet „met enkel „eenige kiezers" eronder!" „En dan het woord is aan den candidaat kennen ze me allemaal in buurt IX. U moet me niet kwa lijk nemen maar u zult toch niet veel „Kom. mijnheer heeft gelijk. Dc kiezers hebben toch liet rechtMijn heer is oud-liberaal" „En vooruitstrevend", viel de can didaat in. „Zeker", begon de vriend weer, „als oud ambtenaar bij de rijksbelas ting is mijnheer Den Boer de man, die verandering kan brengen in de jeneverwet. „Van de vergunning", beaamde de candidaat. „En ik heb veel gedaan op het gebied van philantropie, dat weten ze allemaal. Mijn vrouw is dan ook lid van Liefdadigheid naar Vermogen. Ik heb heel wat jongelui uit de arme klasse onderwezen, die nu goede posities bekleeden. Ik vraag niet naar religie: ik vraag alleen: „Is u meusch?" Jezus is mijn leer meester. Daar heb ik een jodenjon getje opgeleid, daar, heb ik heel veel pleizier van gehad". Tot de an dere heeren: „Niet waar, jullie weten het wel. Ik heb dan ook heel wat vriètiucn by de onderwijzers". „Maar uw politiek standpunt?" be gon ik te vragen, om wat meer bodem onder de voeten te krijgen. „Daar moet ik als een Phariseeër mijn eigen daden prijzen? Zij heb ben ine met de eerste verkiezingen al candidaat willen stellen, maar jk heb geweigerd. Want ails ik met de staathuishoudkunde Yfia mijnheer Tak mee moest, heb ik gemeend dat de welvoegotjjkheid het niet meebracht. Nu hebben ze my weer gevraagd en ik heb het heel lang in overweging genomen", tot de anderen „wel veertien dagen, niet waar? Ze heb ben me gezegd dat ik met myn eigen geweten "moest te rade gaan. maar dat ik toch zeker niet misplaatst zou zijn in de Tweede Kamer. Ik hen bekend met de belastingwetten, om dat ik vroeger ambtenaar by de in voerrechten en accijnzen was. Op dezelfde wijze heb ik keunis gekre gen van fabrieken: distilleerderijen, branderijen, suikerfabrieken. Het eenige waai' ik niet in bekend ben is, zou ik zeggen, de diamantslijperij." „Ja, dat "is ook een heel speciaal vak", gaf ik dadelijk toe. Toen werd de candidaat weer ge sloten en ik bad moeite hem aan aen praat te houden. Een van dc vrien den vond termen mij te helpen, door te verzekeren, dat het Handelsblad toch de aangewezen krant was om zijn des heeren Den Boer's denkbeelden in te zetten. Dit gaf ik toe, waarop de tong van den spreker meer los kwam. „Ik ben liberaal on vooruitstrevend en ga heelemaal moe met het pro gram der Liberale Unie. Ja, maar ik ga verder. Er zijn groote volksbelan gen. Wy keurmeesters dc heer Den Boer is keurmeester 2e klasse bjj het Abattoir komon overal. U begrijpt dat we met de toestanden van slagers en winkeliers goed op de hoogte ziju. We moeten rijkskeuring hebben, onderzoek van alle voedings middelen van rykswege. U moet we ten, dat ik in 1883 op de tentoonstel ling belast was met den dienst in voerrechten in de Fransche af deeling. U begrijpt dat was ccn onderscheiding voor me. Ik heb ccn stuk daar kunt kunt u het uit zien. Wacht ik zal het even halen of neen. mijn vrouw weet het beter te liggen." Toen bracht ik het gesprek op bij zondere punten van liet politiek pro gram. „Ik zie wel dat ik met u aan het juiste adres ben. Maar u moet niet schrikken mijnheer. Ik ben een voor stander van verbetering van arbeiders woningen. Geen vóór- cn achterhui zen op éen verdieping. Ik heb zelf een huisje, en „Pensionneering," viel een der vrien den in de rede. „O ja, aan de wet van '66 heb ik zooveel mogelijk medegewerkt Toen hebben wc gekregen weduwen- en weezen-pensioen voor rijks-ambtena ren. Maar als ik mij niet vergis met uitzondering van onderwijzers „Ja," klonk het uit dnc monden. „Nu, dan wil ik herziening voor de weduwen en wcczen van onderwijzers. En artikel 342 Burgerlijk Wetboek bet onderzoek naar bet vaderschap dat moet veranderd. Dat zal uitwer ken dat de clandestiene prostitutie vermindert." By het zoeken van den candidaat naar art. 342 B.W. kwam ik eerst tpt 33 ontdekking, dat op de tafel een heel stapeltje wetboeken lag, sommige nieuw, sommige van ouderen datum. Het gesprek ging verder over dienst- door G. ELSTER. 4) „Hoe is het met Victor?" „Hij is rustiger geworden, vader," antwoordde Jo sephine. „Moeder zit nu bij zijn bed. Zij wacht op u met ccn smartelijk ongeduld." „Wat doe jij nier?" „Ik help Jeanne by de verpleging der ongelukkige soldaten, vader." „Dat is goed. Geeft hun zooveel, als je maar in kel der en keuken hebt. Ik zal naar moeder gaan." Toen liy in de kamer van zyn zoon kwam, wenkte zyn vrouw hem, dat hij zachtjes zou binnentreden, victor lag in een sluimering, met hoogrood' gelaat. „Hij is wat kalmer geworden," fluisterde mevrouw Hoffer. „Ik geloof, dat"de koorts hem verlaten heeft. Hij is tenminste aan het zweeten geraakt." „Dan kunnen wij hem vandaag nog naar Pfalzbur< brengen." „Naar Pfalzburg? Neen, Henri, in geen geval. Het vervoer zon hem nadeelig zijn, zou zijn dood „Wy gaan allen met hem. In ons huis in Pfalzburg is plaats genoeg en wy hebben daar dokters by de hand." „Neen, noen, Henri, laat ons hier blyven. Wij kun nen Victor hier beter verplegen." „Morgen of overmorgen zullen dc Pruisen hier zyn. Wil jij je blootstellen aan de plundering, de mishan deling door de Pruisische soldaten? Wil jij, dat Victor als gevangene valt in de handen der Pruisen „Je hebt zelf gezegd, dat de Pruisen niet zoo erg waren als zy den naam hebben. Wy kunnen Victor voor hen verbergen. Lang zullen zij zich hier niet op houden." „Zy zullen Pfalzburg belegeren." „Dan zou Victor immers juist in hun handen val len, w ant liet kleine Pfalzburg kan aan het Dnitschc geschut op den duur geen weerstand bieden." De kapitein liet het hoofd zinken. Hij zag in, dat zfin vrouw gelijk had. Hoe dikwijls bad hy vroeger zelf niet dc nutteloosheid van zulke kleine vestingen als Pfalzburg betoogd en door voorbeelden bewezen. „Maar wat zullen wij dan doen vroeg hy na een poosje. „Wy zullen Victor's uniform verbergen," antwoord de mevrouw Hoffer zacht. „Als dan de Pruisen ko men, vinden ze een zieken jongen man, dien ze niet voor een jongen militair zullen houden. Niemand hier in huis zal Victor verraden. Hij kan hier op het een zame landgoed in alle stilte zijn geneziug afwachten en dan. „En dan, Juliette?" Een hoog rood vlamde op de wangen van mevrouw Hoffer. Zacht fluisterde zy daarna haar man toe: „Als dan het vaderland hem nog noodig heeft, raag hij langs sluipwegen weer by zyn leger zien te komen. Ik houd hem niet terug van zijn plicht als man en soldaat." Bewogen omhelsde de kapitein zyn vrouw. „O jij edele vrouw, jy echte moeder van een sol daat zeide liy, terwyl tranen zyn stem haast ver stikten. „Het zal gebeuren, zooals jij wenscht. Victor mag by ons blijven ook al komen de Pruisen. Zy gingen by bet bed van hun zoon zitten en keken naar zijn hoogrood gelaat en naar zyn hijgende borst. VIERDE HOOFDSTUK. Jeanne de Parmentier bevond zich in een zeer eigen aardige stemming. Zy had Frankrijk lief met een in nig gevoel van vaderlandsliefde, zij was trotsch op den roem van Frankrijk en van het Fransche leger, van hetwelk haar broeder, baar neven en andere bloedver wanten deel uitmaakten, zy bad geen oogenblik ge twijfeld, of de overwinning zou ten slotte verblijven aan Frankrykzij lachte zelfs spottend, als anderen eenigen twijfel durfden koesteren aan de volkomenheid van het Fransche leger. Zy zag voor haar geest het heldhaftig tafreel van den Franschen roem, de Fransche dapperheid; vol trots en vol vertrouwen had zy de regimenten in den oorlog zien trekken een oorlog, die voor haar evenals voor velen barer landslieden slechts bestaan kon uit een voortgezette reeks van overwinningen der Fransche wapenen. En nu deze vreeselyke nederlaag! „Neem u in acht, juffrouw," hadden de aftrekkende troepen baar gezegd by het afscheid, „de Pruisen zul len binnen weinige dagen hier zijn en plunderen, roo- vcn en moorden, zooals dat gewoonte is bij de bar- baarsche volken uit het Duitsche Noorden. U moet met uw verwanten zoo gauw nogelyk naar het binnen land van Frankrijk vluchten." Tegen den avond verhief zich in het naburig dorp Biichelberg, dat nauwelijks twintig minuten van Cha teau Pernette verwijderd, aan den ingang van het ro mantische Zingelthal lag, een woest getier. Reeds meende men, dat de Pruisen waren aangekomen. Men zag vrouwen en kinderen in het bosch vluchten en na enkele minuten stegen dichte rookwolken op verschil lende plaatsen van het dorp in de hoogte, waarop spoedig de kronkelende vlammen volgden. Twee of drie boerenhoeven stonden in brand. Verschillende boerenvrouwen snelden naar het plein voor het kleine kasteel. Jeanne begaf zich tot naar. Jammerend riepen zijn om hulp. Ook dc kapitein kwam naar buiten. „Wat is er menschen?" vroeg hy. „Zyn dc Pruisen daar? Ja, zoo is de oorlog nu eenmaal." „Waren de Pruisen er maar," riep een zwaar ge bouwde boerenvrouw met een beenig gelaat en strekte dreigend de vuisten uit naar het dorp, „dan zouden de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1