gedroeg zich zeer zelfbewust en on-1 gegeneerd, als ware hij zeker van de overwinning. Bij de voorlezing van de akte van beschuldiging lachte hij herhaaldelijk. Ook zijn vrouw lachte, toen in de' aanklacht werd uiteenge zet dat Boitcheff een rijk meisje had gezocht en gevonden. De prefect van politie, Novelitch daarentegen, zag er gebroken uit en kon de eerste vraag van den president slechts met een knik beantwoorden. De derde hoofdbeschuldigdede politie agent Bogdan Wassilief, maakte den indruk van een intelligent mensch, maar toch van een werktuig. De eerste zitting leverde verder niets bijzonders op. Nog een moord wordt gemeld uit het Hongaarsche plaatsje Tasz, waar twee jongens in den leeftyd van 12 en 13 jaar een kind van 21/2 doodden. De misdaad werd in koelen bloede gepleegd volgens een weloverlegd plan. Zij hadden namelijk eenbegee- rigen blik laten vallen op een kinder wagentje, aan het jongetje toebehoo- rende. Zij wilden hem daarvan be- rooven na hem zei ven uit den veg geruimd te hebben. Stephan Szarok en Andreas Szi- lagyi speelden oogenschijnlyk vreed zaam met den kleinen Joh an Raidik, grepen plotseling naar het wagentje en toen het kind daarom begon te schreien, sloegen zij het zoolang op liet hoofd, totdat de kleine Johan on bewegelijk op den grond lag. Stephan Szarok boog zich over hem heen om te zien of hij nog leefde. Op dit oogenblik kreeg hij weer het bewust zijn terug en riep om zijn wagentje, waarna de beide moordenaars hem met hun zakmessen in de borst en het onderlijf staken en toen het kind daarna nog steunde, sloegen zij het een koord om de hals en verworgden het. Na de verschrikkelijke daad ver borgen zij het lijkje in de holte van een boom, dien zij met gras dicht stopten. Toen de verdenking van den moord op hen viel, loochenden de jonge moordenaars alles; eerst voor den rechter van instructie legden zij een bekentenis af, maar ook toen nog trachtte elk van beiden de hoofdschuld op den ander te werpen. Zij bevinden zich thans in de ge vangenis. De geneesheeren van het Duitsche „Roode Kruis", die op de slagvelden in Griekenland hulp verleenden, rap porteeren o. a. Zeer veel nut hebben wij van het Röntgen-toestel. Met voorkomendheid is voor ons een donkere kamey inge richt, volgens onze aanwijzingen, waar het doorlichten van gekwetste ledematen zeer gunstige resultaten geeft. Alleraardigst was de houding der patiënten tegenover de Röntgen- proeven. Terwijl 't aanvankelijk zeer moeilijk viel, die onontwikkelde men sehen in dé donkere kamer bij het zoo verdacht ratelende werktuig te brengen, geraakten zij er later niet over uitgepraatzij wilden allen onderzocht worden en vroegen aan Allah, hoe 't mogelijk is, dat een levend mensch zijn eigen geraamte kon bekijken. Onze patiënten zijn aan ons en in !t byzonder aan onze verpleegsters zoo gewoon geraakt, dat zij, ais af zondering (bij wondroos enz.) noodig wordt, slechts met groote moeite en tegen hun wil naar andere barakken kunnen worden overgebracht. Zelfs de aanvankelijk moeilijk te behande len Albaneczen en Arabieren zijn gedwee geworden. De prettigste pa- tienten zijn de Turkendezen hech ten zich met innige dankbaarheid aan artsen en verplegingspersoneelzij leggen zich met evenveel ijver op het Duitsch toe, als onze zusters, op het Turksch. De geneeskracht laat bij de patiën ten over 't algemeen weinig te wen- schen overde afwezigheid van alle misbruik van alkohol schijnt hierop invloed uit te oefenenevenzeer als daarin de oorzaak te zoeken is van de voortreftelijke werking der ver- doovende geneesmiddelen. Cholera in Indië. Het ss. Bantam is 16 dezer met een choleralyder aan boord te Makas sar aangekomen. Den 21sten Juni is in den sneltrein, komende te Soerabaja van Maos, een passagier aangetast door de cholera. Eerst bij Djoinbang werd bemerkt dat de man ziek was door den hoofd conducteur Dornseitfen, die van de onbegrypelyke nalatigheid van de conducteurs, die den man toch ook moeten hebben waargenomen en hem tot voorby Kertosono lieten meerijden, is proces-verbaal opgemaakt. De stand der cholera in de afdeeling Demak was als volgt Aangetast in het geheel 941 per sonen in 191 dessa'soverleden 477, hersteld 60, nog ziek 404. Ter hoofd plaats Semarang is 21 dezer bij een koeli een geval met doodelijken af loop voorgekomen. De quarantaine wegens het voor komen van cholera is voor Koelo en Haria op het eiland Saparoea (Am- boina) opgeheven. Op Boedoeran moet de cholera in erge mate heerschen, zegt de Soer. Ct. Een paar Europcesché families zijn naar Soerabaja gevlucht. Per dag bezwjjken pl. m. 20 inlanders aan die ziekte. Chineesch Bijgeloof. Volgen de „Tientsin Times" wordt onder het volk te Peking algemeen geloofd, dat men tot het leggen van esn solieden onderbouw voor spoor wegen noodzakelijk kinderlijken noo dig heeft. Onder elke bocht der lijn zou vol gens dit bygeloof een kind begraven moeten worden en met zekerheid weet men zelfs te vertellen, dat de Rus sische minister te Peking tot dat doel aan de keizerin verzocht zou hebben, hem 20U0 kinderen ter beschikking te stellen. De kinderdieven van beroep profi- teeren van deze geruchten om hun handwerk met te meer brutaliteit uit te oefenen, daar zij er op rekenen, dat het verdwijnen van kinderen nu op rekening der buitenlanders zal worden geschreven. De gedachte, dat liet offeren van menschenlevens noodzakelijk is om de veiligheid van groote bouwwerken, byv. bruggen te verzekeren is in China algemeen verbreid. In een aan Tschili grenzende provincie werden bijv. eenigen tijd geleden acht kinde- sen geofferd by het wederopbouwen van een brug, die verscheidene malen door zware overstroomingen was weg geslagen. Men nam de kinderen uit arme families en de ouders ontvingen een geldelijke belooning. Daar deze nieuwe brug uit zeer sterk matriaal vervaardigd is, heeft ze sedert aan het water weerstand geboden. Het volk schryft deze omstandigheid toe aan de goedgunstigheid van den wa tergod, wien deze kinderoffers zeer welgevallig zouden zyn geweest. Het nieuwe goudland. Er komen aldoor sensatie-berichten uit Amerika over de goudvelden in Britsch-Co'.umbic. Zoo wordt uit San Francisco geseind, dat een schip met wel vijf of .zes millioen dollar aan goud uit Klondyke daarheen op weg is. Volgens een ander verhaal zijn vier politie-agenten, die de Canadee- sche regeeriug naar liet verafgelegen oord gezonden had, ieder met 200.000 dollar' aan goud teruggekeerd, Het is een onherbergzaam oord, waar het goud gevonden ishoog in het Noord westen, en moeilijk te bereiken. Het geen niet belet, dat de fortuinzoekers vooral uit de Staten er heen stroo men. Gevaarlijke gassen. In La Tour de Peilz bij Bevey, (kanton Waadt in Zwitserland), was Dinsdag een werkman bezig een beerput te leegen plotseling raakte hij door het inademen van vergiftige gassen bewusteloos, en hij viel in den put. De koetsier van het heerenhuis snelde hem te hulp, raakte ook be dwelmd en viel er eveneens in. Het zelfde geschiedde met een dienst meisje, dat wilde helpen, en met een Itali'aanschen arbeider, die juist pas seerde. Eindelijk, na veel moeite, gelukte het een twintigtal mannen, van wie er enkelen zich met touwen aflieten, de drie eersten bewusteloos boven te brengenzij kwamen in het hospitaal weer tot bewustzijn, doch de koetsier stierf weldra; de Italiaan werd dood opgehaald, de beide anderen hoopt men in het le ven te houden. Koloniën. Aan de Loc. wordt dd. 19 Juni uit Ampenan geschreven: Zaterdag 12 dezer is het telegraaf kantoor voor het publiek geopend. De Pontianak. thans ter reede van Ampenan, zal nu wel de laatste oor logsbodem zijn, hier in station. Of dé" marine daarover rouwig is, betwij fel ik. Ampenan heeft niets aantrek kelijks voor haar; officieren en man schappen waren steeds gedoemd hier aan boord der schepen te blijven. Zullen wij nu voortaan den trotschen en gezelligen aanblik vanonze oor logsschepen op de reede missen, toch geven wij gaarne dat genot voor het bezit van den kabel, waardoor onze betrekking tot de buitenwereld zoo veel inniger werd. Het voordeel daar van werd reeds ervaren door heeren officieren, die telegraphisch met hun promotie in kennis werden gesteld. Volgens beweren zal het personeel van het kantoor van den adsistent- resident, dat tot heden nog slechts uit twee klerken bestond, met een commies worden vermeerderd. De werkzaamheden van den adsistent- resident die met den dag toenemen, eischen zulk een uitbreiding dringend, waarom een voorstel in dien geest dan ook bij herhaling is ingediend. Overtuigd van de noodzakelijkheid zou men er eindelijk op zijn ingegaan. De adsistent-resident zal daardoor de handen wat ruimer krijgen en zich meer aan de belangen der bevolking kunnen wyden. Een dienstreis naar Sisi heeft hem deze week heel wat tijd geroofd. Ontevredenheid in den Preanger. Men schryft aan do J. B. In een langdurig gesprek dat ik hedenmorgen met een paar zeer ge goede hadjies uit den Preanger had, die sedert jaren in relatie staan met de firma, waarby ik werkzaam ben, ontkenden dezen pertinent, dat er een slechte geest zou heerschen onder de hadjies 'in de afdeeling Tjiandoer, op welke plaats een hunner thuis be hoort. Volgens hen wordenwel in enkele kampongs klachten vernomen, omtrent handelingen van wervers of ronselaars van koelies voor ondernemingen op Sumatra. Het tegenwoordig toezicht op de handelingen dier personen schynt niet scherp genoeg te zyn; zy weten het althans te ontduiken, speciaal ten opzichte van het handgeld, dat den koelie toekomt. Wellicht is de zaak, dat op Java bijna niemand als koelie vertrekt, die niet bij de ronselaars in voorschot is, zoodat gene althans een deel van liet te ontvangen handgeld, by de afrekening vermeerderd met de gebruikelijke Indische rente, reeds genoten heelt. V erduistering. Hot Bat. Nbl. van 23 Juni meldt: Tegen den heer B. van Padang, die aldaar chef was eener handels firma en agent eener bankinstelling, is heden door den Raad van Juistitic alhier een bevel tot inhechtenisne ming uitgevaardigd, als verdacht van in laatstgenoemde qualiteit een bedrag van f 81 mille aan de bankinstelling toe- behoorende, ten eigen bate te hebben aangewend. Het bevel zou heden ten uitvoer worden gelegd door den deurwaarder L. doch toen deze zich aan het hotel vervoegde, waar de lieer B. verblijf hield, bleek deze het des ochtends reeds te hebben verlaten. Naar verschillende zyden is thans door de justitie telegrafisch om aan houding verzocht. Het is intussehen gebleken, dat de heer B. gisterenavond bij den gezag voerder van een heden naar Padang vertrokken stoomer passage 2e klasse heeft genomen. Nog voor liet aanbreken van den dag vervoegde hy zich bij den hotel houder en voldeed zijn rekening. Het ongewone uur trok wel de aandacht, doch daar de heer B. reeds dagen te voren klaarblijkelijk zeer zenuwachtig was, werd het gebeurde aL een gevolg van zijn toestand aangemerkt. Ondër de Inlanders. Volgens de Soeraba ja Ct. is te Kediri bij bekkenslag bekend gemaakt dat gelden worden gevraagd voor de koningin-regentes. Ter juiste beoor deeling van de uitwerking hiervan dient men daarbii te weten, dat de inlanders daar, hetzy door uitgestrooide praatjes of uit eigen redeneering, tot de overtuiging zyn gekomen, dat tijdens de ziekte van koning Willem III de regentes Java aan de Engelschen heeft verpand en dat dit thans moet worden ingelost. Van Banjermasin schrijft men aan het Bat Nbl,: Van een geloofwaardigen iuland- schen schipper hoor ik, dat eenige dagen stroomopwaarts van de Koeala Kapoeas zich een heuvel bevindt, welks naam hij niet weet. Aan den voet van dien heuvel stroomt een ri viertje, dat in den drogen tijd water loos is. In dien heuvel bevindt zich ten deele onbedekt een reusachtige rolsteen, die mijn zegsman herhaalde lijk en van verschillende zijden is be schreven als een overvloedigen rykdom aan goud-erts te bevatten. Vroeger leverde een aan de onderzyde gemak kelijk te bereiken goudader een mid del van bestaan op aan de Dajaks dier streken, maar toen de steen door de uitholling zakte en de ader bedekte, j deden zij uit gemakzucht geen moeite meer om dien verder te exploiteeren. Verder weet mijn zegsman mede te deelen, dat volgens de bevolking niet die steen alleen, maai- de geheelc streek rijk is aan goud. Leiteren en Kunst. Sarah tegen Schürmann. Sarah Bernhardt heeft een proces verloren tegen den impresario Schür mann. Bij gelegenheid van de voorstelling ten voordeele van het monument voor Alexandre Dumas flls, stond in de Pres-se de opmerking dat Sarah niet alle kosten betaald had, onder andere niet de huur van de piano. Sarah schreef deze opmerking toe aan den impresario Schürmann en vroeg van dezen en van de Pr esse een schade vergoeding vanlOOOO francs. De Pr esse maakte excuses en trok hare be schuldiging in, waarop Sarah Bern hardt de zaak liet loopen. Maar de heer Schürmann was niet tevreden. Hij liet het proces voortgang hebben en eischte van Sarah een schadever goeding van één franc omdat zij zon der eenig bewijs hem beschuldigd had dingen te hebben verklaard welke hij nooit gezegd had. Den eenen franc heeft de heer Schürmann gekregen en bovendien zal het vonnis óp kosten van Sarah worden geadverteerd in de Presse. Tot aanvulling van het bericht, ver meldende de belooningen door de jury der tentoonstelling te Brulles voor schoone kunsten aan de Neder- landsche artiesten toegekend, diene nog de mededeeling, dat de heeren Taco Mesdag, als lid der jury, en P. J. C. Gabnël, als plaatsvervangend jurylid, buiten mededinging bleven. Voor de 1ste en 2de medailles hadden de heeren Jozef Israëls en H. W. Mesdag zich hors concours gesteld. Buiten mededinging bleven voorts J. Maris, Klinkenberg, Apol, J. van de Sande Bakhuyzen, mevr. Ronner, Ph. Sadée, Weissenbruch, Eerelman en mej. Heyermans. Yan den predikant by de Gemeente der Doopsgezinden, ds. Jo. de Vries alhier, verschijnt by den uitgever Tjeenk Willink een Tweede Bundel Preeken. Het werk wordt voorafgegaan door een kleine voorrede van den schrijver, waarbij deze den bundel met een dankbaar hart opdraagt aan de Ge meente der Doopsgezinden te Haar lem, nu hy weldra het voorrecht zal hebben, vyf en twintig jaren alsleeraar in hun raidden werkzaam te zijn ge weest. De bundel bevat niet, als de eerste, alleen de jongste toespraken er is er een bij van 1878 en, gelijk de schrij ver in zijn bloemrijke taal opnofrkt, hebben de uitgever en hij gemeend „een paar andere zwervelingen van vroeger tijd hier onder dak temogen brengen." Het werkje bevat het portret des schrijvers tegenover den titel, gere produceerd naar een teekening" van M. de Vwelke voorletters voor velen allicht transparant zullen blij ken te zijn. Trouwens de teekenaarster behoeft zich niet te verschuilen, waar zij zoo als hier een goed en goedgelijkend portret heeft geleverd. Dat deze bundel door de gemeente waarvoor zij bestemd is, met belang stelling zal worden ontvangen, mag worden afgeleid uit het feit, dat de uit gever van den eersten bundel een derden druk aankondigt. Sport en Wedstrijden. To er congres van den Alg. Nederl. Wielrijdersbond. Dit congres werd Vrijdagmorgen in de bovenzaal van Eensgezindheid te Amsterdam geopend. Aangenomen werd de navolgende; motie ..Hel congres spreekt de wensche- lijkheid uit, dat een internationalen bond van toerisme worde opgericht, welks grondslag zal zijn de weder- zijdsche beschikbaarstelling van con sulshotels, verbandkisten en an dere faciliteiten toegestaan door de nationale bonden aan hun leden7'. De T. C, Suisse en de T. C. de France onthielden zich van stemming. Met onthouding van de T. C. F. werden aangenomen de volgende voorstellen tol „het instellen van een Internationaal Insigne, ie drukken op de lidmaatschapskaarten, hetgeen eveneens aangebracht zal worden aan verbonden hotels en reparatie inrich tingen,''' en „de wenschelijlcheid tot het aanbrengen van een uniformteeken, waaraan ivaarschuivingsuorden door vreemdelingen te kennen zijn." Cricket. De juiste data van de wedstryden van een Ned. elftal tegen de gasten van Baron v. Brienen zijn 10 en 11 Aug. te Clingendaal en 14 Aug. te Heemstede. Het elftal zal dan zijn: C. J. Posthuma, J. v. Manen en A. A. Kool, van Rood en Wit, J. de Groot, M. en D. Beijerinck van Ajax, D. v. d. Berg, J. Rincker en J. C. Schröder van Amstels C. C., mr. Foith der 's-Gr. C. C., en als lie man waar schijnlijk J. v. d. Linde. In 't geheel dus een zeer sterke combinatie, waarvan niet minder dan acht den bal hanteeren. Alle soorten van snelheden en „delivery" zijn aan wezig, zoodat de strijd niet behoeft verloren te worden door gebrek aan afwisseling. Schietwedstrij d. Bij den schietwedstrijd te Breda is in den corpsenwedstrijd voor marine en leger de le prijs behaald door de Schietschool, de 2e door het 8e regi ment infanterie, de 3e door de ma riniers, de 4e door het instructie- bataljon, de 5e door het 7e regiment infanterie, de 6e door de grenadiers en jagers, de 7e door het le regiment infanterie, de 8e door het 5e regi ment infanterie, de 9e door het 3e regiment vesting-artillerie. RECHTSZAKEN. De dubbeldamsche vader moord. Voor de arrondissements-rechtbank te Dordrecht had Vrijdag de behan deling plaats van den moord, door Teunis Roos te Dubbeldam den len Pinksterdag op zijn vader gepleegd. De dagvaarding luidt dat hij opzet telijk en "met voorbedachten rade zijn vader Machiel Roos van het leven heeft beroofd, doordat hij, na vooraf het voornemen te hebben opgevat en het besluit genomen te hebben om zyn vader van het leven te be-ooven, en te dien einde zich in het begin van dit jaar een revolver en later patronen te hebben aangeschaft, ter uitvoering van dat misdadig voornemen en met het oogmerk om zyn vader te dooden, eenige schoten uit de met scherp ge laden revolver op zijn vader heeft afgeschoten, tengevolge waarvan deze in de borst getroffen en dientengevolge gestorven is. Er worden 8 getuigen gehoord. Uit het verhoor van de beide des kundigen dr. Meilink te Dordrecht en dr. Degenaar te Dubbeldam en de voorlezing der door hen uitgebrachte rapporten blijkt, dat de verslagene j in rug en borst 3 wonden hadhet onderzoek op het lijk bracht 2 kogels te voorschijn; één daarvan had de linker long, het hart, het middenrif en de linkeiieverkwab doorboord (zoo als men zich herinner^ had Teunis van den zolder af op zijn vader ge schoten die op de naar den zolder leidende ladder stond). Volgens het eenparig getuigenis der deskundigen moet die kogel den dood tengevolge hebben gehad. De burgemeester van Dubbeldam, de heer D. H. Jas, verklaart dat de gedoode een zeer driftig persoon was; ait getuigenis wordt bevestigd door get. Doedyns. Hij noemt den gedoode een gemeenen, gevaarly ken vent, dwaas driftig en vechtlustig. Get heeft als spoorwegwachter 4 jaren lang dag en nacht met hem om moeten gaan, maar heeft hem overigens altyd gemeden. Een dergeljjke verklaring legt get. Brandt af. die het mishandeleb van den hond door den geduode Leeft bjj-j gewoond, hetgeen aanleiding gaf tö; hetgeen verder is voorgevallen. Hij was er bij dat de oude Roos den hond eerst met den stok van zijn seinvla. afranselde, en, toen zyn vrouw hem dien uit de handen had gerukt omdat er een trein in aantocht was, hot dier met een yzeren handboom te lijf ginc. Hy heeft ook nog gezien dat de 'oude Roos het hok in elkander trapte, maar heeft toen zyn weg vervolgd. Later kwam de zoon (bekl.) hem achterop loopen, zeggende dat zijn vader ziel: zelf had doodgeschoten, en er bijvoe gende „ik kan er niet om schreien". I)'1 weduwe van den verslagene. stiefmoeder van beklaagde, geeft een omstandig verhaal van hel voorge vallene. Haar man had den hond niet. alleen geslagen maar zelfs gestoken met het ijzeren handel, zoodat het bloed hem uit den bek liep. Hij was dien dag „glad gek". Niemand durfde zicli tegen hem verzetten. Hij sloeg ook naar zyn vrouw. Na de tuchtiging van den hond was hij binnengekomen en had zijn zoon geroepen, die boven was gegaan om zich te verschooncn. Toen die weigerde te komen, was de vader razend de trap op gevlogen. Op de derde trede had hem een schot getroffen. Hy was toen van de trap afgevlogen, waarna hy nog een schot in den rug en vervolgens nog een in den pols ontving. Na het tweede schot had de moeder geroepen„Jongen wat doe je, houd opwaarop Teunis geantwoord had„Hij moei er nou maar heel eu d'al aan!" Op een vraag van den voorz., mr. S. Gratama, doet de vrouw een ver haal, waaruit blykt. dat de versla gene een revolver in zijn bezit bad. In den afgeloopen winter had hy 's avonds met zijn zoon zitten domino spelen. Toen hij het niet winnen kon, was hij woest geworden, had tegen allen op gespeeld en met zyn revolver op hem willen schieten, wat toen niet mogelijk was omdat de vrouw de patronen had weggestopt. Maar bij die gelegenheid had de man gezegd, „ik zal je allen afmaken", en die bedreiging was als meer dan een los gezegde beschouwd. Want de verslagene was een groote ondeugd, die tot al.es in staat werd geacht. Beklaagde die voortdurend heeft staan snikken, bevestigt liet getuige nis van zijn stiefmoeder. Hij heeft sedert de scène na het dominospel voortdurend in vrees geleefd, dat zijn vader zijn voornemen zou uitvoeren, en zich daarom op zijn beurt van een revolver voorzien, om zijn leven te verdedigen. Op den zolder, waar hij was, bevonden zich allerlei gereed schappen, waarmee men iemand ge makkelijk vermoorden kon. Zijn va der was ook veel sterker dan hij. Bekl. was altijd erg bang voor hem, en vreesde nu dat het oogenblik ge komen was, waarop hy zijne bedrei ging zou volvoeren. Het overige heeft beklaagde gedaan zonder zelf te weten wat hij deed. Al hetgeen hij verhaalt, wordt be vestigd door zijn halfzuster, die ook bij het gcheele drama tegenwoordig is geweest. Uit alles blijkt dat de verslagene een wocstaard cn gewel denaar was, van wien men alles kon verwachten, ook het ergste. De ambtenaar van het Openb. Mi nisterie mr. Boscli van Rosenthal, in zijn requisitoir op den voorgrond stel lende, dat de voorbedachte raad niet te bewijzen was, ontkende evenwel dat hier sprake kon zyn van wettige zelfverdediging, omdat hiervoor aan raking tusschen de in geschil zijnde partijen noodig is. In aanmerking nemende de allertreurigste omstandig heden waaronder het feit heeft plaats gehad, eischte spr. een gevangenis straf van drie jaren. De toegevoegde verdediger mr. v. d. Plas van Sliedrecht betwistte het ecarteereu van het element van wet tige zelfverdediging. De daad heeft plaats gehad onder invloed van een nevisre gemoedsbeweging, ontstaan door vrees voor den vader van wien niet dau ruwe cn menschontccrcnde handelingen bekend zijn cn bij wiens dood zyne naaste verwanten geen traan hebben gelaten. Ingeval pleiters beroep op wettige zelfverdediging door de rechtbank verworpen werd, riep pl. dc clementie van de recht bank in met het oog op bekl. gunstig verleden en de omstandigheden waar onder het voorval plaats had. („N. R. Ct") Valschheid in geschrifte. In dc laatste helft van Mei werd door de rechtbank te 's-Gravenhage een persoon, die vroeger een zeer goede positie bekleedde doch door eigen toedoen en wangedrag die po sitie had verspeeld en onder cura teele moest worden gesteld, tot 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens het antidateeren van schuld bekentenissen. In die zaak was ook betrokken een commissionair in hy potheken uit Zaandam die „geheel bereidwillig" aan bedoelden persoon geld zou hebben geleend tot een be drag van f80,000. Bij de ondercura- teelestelling had de curator den geld schieter een bod gedaan van f 10,000. waarmede genoegen werd genomen, hetgeen zich laat begrypen als de verklaring van den getuige waar is dat hy slechts 2 a 3000 gulden van de f80,000 zou hebben ontvangen. Ma de afrekening tusschen den cu rator en den geldschieter waren de relatiën tusschen dezen laatsten en den den onder curateele gestelden Sersoon weder aangeknooptwerd em echter weer geld voorgeschoten en het bandelooze leven hervat, ten gevolge waarvan zijn echtgenoote van hem wilde scheiden. Ten einde nu te zorgen, dat bij dc scheiding aan zyno vrouw zoo weinig mogelijk werd toe bedeeld werden gefingeerde schuld bekentenissen gemaakt, geschreven op zegels, gedateerd vóór de onder- curateelestelling. Volgens dc verkla ring v$n den onder curateele gestelde zou het idéé om die geantidateerde schuldbekentenissen te maken van den commissionair zyn uitgegaan en zou deze Item de zegels mét liet jaar tal 1895 hebben verstrekt, doch vol gens den zaakwaarnemer, die zich nu had te verantwoorden wegens mede plichtigheid aan valschheid in ge schrifte. was het precies omgekeerd en "zou de onder curateele gestelde het plannetje hebben geopperd. Wel had hy voor do zegeltjes gezorgd. (Bij de vorige behandeling had ny echter bekend voor dc 3 zegeltjes gezorgd te hebben.) lelijk toen reeds werd gemeld, word getracht een dame uit Amsterdam als credit rice voorde gefingeerde schuldbekentenissen te doen opkomen, doch dit plannetje mislukte daar mevrouw lont rook, en weigerde zich met de knoeierij in te laten. De beklaagde beweerde dat hy vol komen te goeder trouw was geweest en uat hij inderdaad na de ondercu- rateelestcfling nog f looi) geleend had, waarvoor hij een schuldbekentenis van f 1800 had ontvangen. Om o. a. die f 1800 terug tc krijgen, waren de ge antidateerde schuldbekentenissen op gemaakt. Hoewel by in de instructie én bij de vorige zaak bekend had de drie zegels voor de wissels verstrekt tc hebben, kwam beklaagde daarop nu terug en hield vol er slechts twee gegeven tc hebben. De subst.-oll'. v. justitie herinnerde aan de zaak den 17en Mei voor deze rechtbank behandeld, waarbij toen de beklaagde werd veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf wegens het vervalschen van schuldbekentenissen, en aan het aandeel dat de toen ge tuigende, thans bekl., commissionair, daarin heeft gehad. Wanneer Z.E.A. den door den drank versuften veroor deelde vergelijkt met den handigen zaakwaarnemer thans beklaagde achtte hy dezen veel meer schuldig en vorderde daarom, wegens medeplich tigheid aan valschheid in geschrifte, diens veroordeeling tot 1 jaar gevan genisstraf. Mr. Van Gigch trad als verdedi ger op. De uitspraak wordt later medege deeld. Voor de Haagsche rechtbank deed zich Vrijdag het. treurige geval voor, dat een beklaagde, die sedert eenigen tijd in hechtenis was, maar wiens zaak nu voor onbepaalden tydwerd uitge steld, het verzoek deed om in hech tenis te blijven. De rechtbank wees het verzoek af en gelastte zijn invryheidsstelling togen wil en dank. Sociëteit „Trou moet Bly eken." CONCERT to geven door het Haar- lemsch Muziekkorps, onder directie van den luit.-Kapclmeestcr C. P. W. KRIENS, op Zaterdag 24 Juli 1897, 's avonds 8 uur. PROGRAMMA. 1. Marche de l'opéra „le Prophéte" Meyerbeer. 2. Ouverture in Italieni- scher Style Schubert. 3. Rhaps. Norvégienne. Lalo. 4. Grande Fantaisic de l'opéra „LaTraviata". Verdi. 5. Ouv. Jeanne <TAre". Verdi. 6. Fantaisie sur des motifs de Chopin Gamier. 7. a. Dankgebed (1623). Valerius, b. Aubade „Eveillcz- vous."Desormes. S. „Terpsichore," ballet- iantaisieGanne. 25e Muziekuitrv. in den Hout, op Zondag 25 Juli 1897, des namidd. van 2V2—4 uur, door het Haar- lernsch Muziekkorps. Dir. luitenant- kapelmeester C. P. W. KRIENS. PROGRAMMA. 1. Uhlaneu-Marsch Schneider. I. Ouverture Weber. 3. loniau-Polka War dropper 4. Fantasie aus „Die Walküre" Wagner. 5. Ouvorturo op Studen tenliedoren Suppè 6. „Rumiioisches Liebes- leben." Walzcr Ivanovici. 7. Potpourri op motieven van Strauss. .Botten. ORGELBESPELING. in de Groote- of St. Bavokerk alhier, op Dinsdag 27 Juli 1897 des na middags van 12 uur, door den heer W. EZERMAN. PROGRAMMA. 1. Sonate no. 2 Mendelssohn a. Grave, Adagio. b. Allegro maestoso. c. Fuga. 2. Ave MariaLiszt. 3. Preludium Bach. 4. Inleid, en Variatiën. He^se. 5. MondnachtSchumann. VARIA. Een haai, die sedert geruimen tijd de Nederlandsche kusten onveilig maakte, is gestorven. Het dier had te Zandvóort een scheepsanker. te Sche- veningen een okshoofd, tc Helder een petroleumvat opgeslikt en 't was hem wel bekomen. Te Genemuiden viel een courant over boord, waarboven stond oplaag 20.000 exemplaren. De haai hapte het blad op, doch deze leugen kon hij niet slikken. Hij stierf door verstikking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 7