gedroeg zich zeer zelfbewust en on-1
gegeneerd, als ware hij zeker van de
overwinning. Bij de voorlezing van
de akte van beschuldiging lachte hij
herhaaldelijk. Ook zijn vrouw lachte,
toen in de' aanklacht werd uiteenge
zet dat Boitcheff een rijk meisje had
gezocht en gevonden.
De prefect van politie, Novelitch
daarentegen, zag er gebroken uit en
kon de eerste vraag van den president
slechts met een knik beantwoorden.
De derde hoofdbeschuldigdede politie
agent Bogdan Wassilief, maakte den
indruk van een intelligent mensch,
maar toch van een werktuig.
De eerste zitting leverde verder
niets bijzonders op.
Nog een moord
wordt gemeld uit het Hongaarsche
plaatsje Tasz, waar twee jongens in
den leeftyd van 12 en 13 jaar een
kind van 21/2 doodden.
De misdaad werd in koelen bloede
gepleegd volgens een weloverlegd
plan. Zij hadden namelijk eenbegee-
rigen blik laten vallen op een kinder
wagentje, aan het jongetje toebehoo-
rende. Zij wilden hem daarvan be-
rooven na hem zei ven uit den veg
geruimd te hebben.
Stephan Szarok en Andreas Szi-
lagyi speelden oogenschijnlyk vreed
zaam met den kleinen Joh an Raidik,
grepen plotseling naar het wagentje
en toen het kind daarom begon te
schreien, sloegen zij het zoolang op
liet hoofd, totdat de kleine Johan on
bewegelijk op den grond lag. Stephan
Szarok boog zich over hem heen om
te zien of hij nog leefde. Op dit
oogenblik kreeg hij weer het bewust
zijn terug en riep om zijn wagentje,
waarna de beide moordenaars hem met
hun zakmessen in de borst en het
onderlijf staken en toen het kind
daarna nog steunde, sloegen zij het
een koord om de hals en verworgden
het.
Na de verschrikkelijke daad ver
borgen zij het lijkje in de holte van
een boom, dien zij met gras dicht
stopten.
Toen de verdenking van den moord
op hen viel, loochenden de jonge
moordenaars alles; eerst voor den
rechter van instructie legden zij een
bekentenis af, maar ook toen nog
trachtte elk van beiden de hoofdschuld
op den ander te werpen.
Zij bevinden zich thans in de ge
vangenis.
De geneesheeren van het Duitsche
„Roode Kruis", die op de slagvelden
in Griekenland hulp verleenden, rap
porteeren o. a.
Zeer veel nut hebben wij van het
Röntgen-toestel. Met voorkomendheid
is voor ons een donkere kamey inge
richt, volgens onze aanwijzingen,
waar het doorlichten van gekwetste
ledematen zeer gunstige resultaten
geeft.
Alleraardigst was de houding der
patiënten tegenover de Röntgen-
proeven. Terwijl 't aanvankelijk zeer
moeilijk viel, die onontwikkelde men
sehen in dé donkere kamer bij het
zoo verdacht ratelende werktuig te
brengen, geraakten zij er later niet
over uitgepraatzij wilden allen
onderzocht worden en vroegen aan
Allah, hoe 't mogelijk is, dat een
levend mensch zijn eigen geraamte
kon bekijken.
Onze patiënten zijn aan ons en in
!t byzonder aan onze verpleegsters
zoo gewoon geraakt, dat zij, ais af
zondering (bij wondroos enz.) noodig
wordt, slechts met groote moeite en
tegen hun wil naar andere barakken
kunnen worden overgebracht. Zelfs
de aanvankelijk moeilijk te behande
len Albaneczen en Arabieren zijn
gedwee geworden. De prettigste pa-
tienten zijn de Turkendezen hech
ten zich met innige dankbaarheid aan
artsen en verplegingspersoneelzij
leggen zich met evenveel ijver op het
Duitsch toe, als onze zusters, op het
Turksch.
De geneeskracht laat bij de patiën
ten over 't algemeen weinig te wen-
schen overde afwezigheid van alle
misbruik van alkohol schijnt hierop
invloed uit te oefenenevenzeer als
daarin de oorzaak te zoeken is van
de voortreftelijke werking der ver-
doovende geneesmiddelen.
Cholera in Indië.
Het ss. Bantam is 16 dezer met
een choleralyder aan boord te Makas
sar aangekomen.
Den 21sten Juni is in den sneltrein,
komende te Soerabaja van Maos, een
passagier aangetast door de cholera.
Eerst bij Djoinbang werd bemerkt
dat de man ziek was door den hoofd
conducteur Dornseitfen, die van de
onbegrypelyke nalatigheid van de
conducteurs, die den man toch ook
moeten hebben waargenomen en hem
tot voorby Kertosono lieten meerijden,
is proces-verbaal opgemaakt.
De stand der cholera in de afdeeling
Demak was als volgt
Aangetast in het geheel 941 per
sonen in 191 dessa'soverleden 477,
hersteld 60, nog ziek 404. Ter hoofd
plaats Semarang is 21 dezer bij een
koeli een geval met doodelijken af
loop voorgekomen.
De quarantaine wegens het voor
komen van cholera is voor Koelo en
Haria op het eiland Saparoea (Am-
boina) opgeheven.
Op Boedoeran moet de cholera in
erge mate heerschen, zegt de Soer. Ct.
Een paar Europcesché families zijn
naar Soerabaja gevlucht. Per dag
bezwjjken pl. m. 20 inlanders aan
die ziekte.
Chineesch Bijgeloof.
Volgen de „Tientsin Times" wordt
onder het volk te Peking algemeen
geloofd, dat men tot het leggen van
esn solieden onderbouw voor spoor
wegen noodzakelijk kinderlijken noo
dig heeft.
Onder elke bocht der lijn zou vol
gens dit bygeloof een kind begraven
moeten worden en met zekerheid weet
men zelfs te vertellen, dat de Rus
sische minister te Peking tot dat doel
aan de keizerin verzocht zou hebben,
hem 20U0 kinderen ter beschikking
te stellen.
De kinderdieven van beroep profi-
teeren van deze geruchten om hun
handwerk met te meer brutaliteit uit
te oefenen, daar zij er op rekenen,
dat het verdwijnen van kinderen nu
op rekening der buitenlanders zal
worden geschreven.
De gedachte, dat liet offeren van
menschenlevens noodzakelijk is om de
veiligheid van groote bouwwerken,
byv. bruggen te verzekeren is in
China algemeen verbreid. In een aan
Tschili grenzende provincie werden
bijv. eenigen tijd geleden acht kinde-
sen geofferd by het wederopbouwen
van een brug, die verscheidene malen
door zware overstroomingen was weg
geslagen. Men nam de kinderen uit
arme families en de ouders ontvingen
een geldelijke belooning. Daar deze
nieuwe brug uit zeer sterk matriaal
vervaardigd is, heeft ze sedert aan
het water weerstand geboden. Het
volk schryft deze omstandigheid toe
aan de goedgunstigheid van den wa
tergod, wien deze kinderoffers zeer
welgevallig zouden zyn geweest.
Het nieuwe goudland.
Er komen aldoor sensatie-berichten
uit Amerika over de goudvelden in
Britsch-Co'.umbic. Zoo wordt uit San
Francisco geseind, dat een schip met
wel vijf of .zes millioen dollar aan
goud uit Klondyke daarheen op weg
is. Volgens een ander verhaal zijn
vier politie-agenten, die de Canadee-
sche regeeriug naar liet verafgelegen
oord gezonden had, ieder met 200.000
dollar' aan goud teruggekeerd, Het is
een onherbergzaam oord, waar het
goud gevonden ishoog in het Noord
westen, en moeilijk te bereiken. Het
geen niet belet, dat de fortuinzoekers
vooral uit de Staten er heen stroo
men.
Gevaarlijke gassen.
In La Tour de Peilz bij Bevey,
(kanton Waadt in Zwitserland), was
Dinsdag een werkman bezig een
beerput te leegen plotseling raakte
hij door het inademen van vergiftige
gassen bewusteloos, en hij viel in den
put. De koetsier van het heerenhuis
snelde hem te hulp, raakte ook be
dwelmd en viel er eveneens in. Het
zelfde geschiedde met een dienst
meisje, dat wilde helpen, en met een
Itali'aanschen arbeider, die juist pas
seerde. Eindelijk, na veel moeite,
gelukte het een twintigtal mannen,
van wie er enkelen zich met touwen
aflieten, de drie eersten bewusteloos
boven te brengenzij kwamen in
het hospitaal weer tot bewustzijn,
doch de koetsier stierf weldra; de
Italiaan werd dood opgehaald, de
beide anderen hoopt men in het le
ven te houden.
Koloniën.
Aan de Loc. wordt dd. 19 Juni uit
Ampenan geschreven:
Zaterdag 12 dezer is het telegraaf
kantoor voor het publiek geopend.
De Pontianak. thans ter reede van
Ampenan, zal nu wel de laatste oor
logsbodem zijn, hier in station. Of
dé" marine daarover rouwig is, betwij
fel ik. Ampenan heeft niets aantrek
kelijks voor haar; officieren en man
schappen waren steeds gedoemd hier
aan boord der schepen te blijven.
Zullen wij nu voortaan den trotschen
en gezelligen aanblik vanonze oor
logsschepen op de reede missen, toch
geven wij gaarne dat genot voor het
bezit van den kabel, waardoor onze
betrekking tot de buitenwereld zoo
veel inniger werd. Het voordeel daar
van werd reeds ervaren door heeren
officieren, die telegraphisch met hun
promotie in kennis werden gesteld.
Volgens beweren zal het personeel
van het kantoor van den adsistent-
resident, dat tot heden nog slechts
uit twee klerken bestond, met een
commies worden vermeerderd. De
werkzaamheden van den adsistent-
resident die met den dag toenemen,
eischen zulk een uitbreiding dringend,
waarom een voorstel in dien geest
dan ook bij herhaling is ingediend.
Overtuigd van de noodzakelijkheid
zou men er eindelijk op zijn ingegaan.
De adsistent-resident zal daardoor de
handen wat ruimer krijgen en zich
meer aan de belangen der bevolking
kunnen wyden. Een dienstreis naar
Sisi heeft hem deze week heel wat
tijd geroofd.
Ontevredenheid in den
Preanger.
Men schryft aan do J. B.
In een langdurig gesprek dat ik
hedenmorgen met een paar zeer ge
goede hadjies uit den Preanger had,
die sedert jaren in relatie staan met
de firma, waarby ik werkzaam ben,
ontkenden dezen pertinent, dat er een
slechte geest zou heerschen onder de
hadjies 'in de afdeeling Tjiandoer,
op welke plaats een hunner thuis be
hoort.
Volgens hen wordenwel in enkele
kampongs klachten vernomen, omtrent
handelingen van wervers of ronselaars
van koelies voor ondernemingen op
Sumatra.
Het tegenwoordig toezicht op de
handelingen dier personen schynt niet
scherp genoeg te zyn; zy weten het
althans te ontduiken, speciaal ten
opzichte van het handgeld, dat den
koelie toekomt. Wellicht is de zaak,
dat op Java bijna niemand als koelie
vertrekt, die niet bij de ronselaars in
voorschot is, zoodat gene althans een
deel van liet te ontvangen handgeld,
by de afrekening vermeerderd met de
gebruikelijke Indische rente, reeds
genoten heelt.
V erduistering.
Hot Bat. Nbl. van 23 Juni meldt:
Tegen den heer B. van Padang,
die aldaar chef was eener handels
firma en agent eener bankinstelling,
is heden door den Raad van Juistitic
alhier een bevel tot inhechtenisne
ming uitgevaardigd, als verdacht van
in laatstgenoemde qualiteit een bedrag
van f 81 mille aan de bankinstelling toe-
behoorende, ten eigen bate te hebben
aangewend.
Het bevel zou heden ten uitvoer
worden gelegd door den deurwaarder
L. doch toen deze zich aan het hotel
vervoegde, waar de lieer B. verblijf
hield, bleek deze het des ochtends
reeds te hebben verlaten.
Naar verschillende zyden is thans
door de justitie telegrafisch om aan
houding verzocht.
Het is intussehen gebleken, dat de
heer B. gisterenavond bij den gezag
voerder van een heden naar Padang
vertrokken stoomer passage 2e klasse
heeft genomen.
Nog voor liet aanbreken van den
dag vervoegde hy zich bij den hotel
houder en voldeed zijn rekening. Het
ongewone uur trok wel de aandacht,
doch daar de heer B. reeds dagen te
voren klaarblijkelijk zeer zenuwachtig
was, werd het gebeurde aL een gevolg
van zijn toestand aangemerkt.
Ondër de Inlanders.
Volgens de Soeraba ja Ct. is te
Kediri bij bekkenslag bekend gemaakt
dat gelden worden gevraagd voor de
koningin-regentes. Ter juiste beoor
deeling van de uitwerking hiervan
dient men daarbii te weten, dat de
inlanders daar, hetzy door uitgestrooide
praatjes of uit eigen redeneering, tot
de overtuiging zyn gekomen, dat tijdens
de ziekte van koning Willem III de
regentes Java aan de Engelschen heeft
verpand en dat dit thans moet worden
ingelost.
Van Banjermasin schrijft men aan
het Bat Nbl,:
Van een geloofwaardigen iuland-
schen schipper hoor ik, dat eenige
dagen stroomopwaarts van de Koeala
Kapoeas zich een heuvel bevindt,
welks naam hij niet weet. Aan den
voet van dien heuvel stroomt een ri
viertje, dat in den drogen tijd water
loos is. In dien heuvel bevindt zich
ten deele onbedekt een reusachtige
rolsteen, die mijn zegsman herhaalde
lijk en van verschillende zijden is be
schreven als een overvloedigen rykdom
aan goud-erts te bevatten. Vroeger
leverde een aan de onderzyde gemak
kelijk te bereiken goudader een mid
del van bestaan op aan de Dajaks
dier streken, maar toen de steen door
de uitholling zakte en de ader bedekte,
j deden zij uit gemakzucht geen moeite
meer om dien verder te exploiteeren.
Verder weet mijn zegsman mede te
deelen, dat volgens de bevolking niet
die steen alleen, maai- de geheelc streek
rijk is aan goud.
Leiteren en Kunst.
Sarah tegen Schürmann.
Sarah Bernhardt heeft een proces
verloren tegen den impresario Schür
mann.
Bij gelegenheid van de voorstelling
ten voordeele van het monument voor
Alexandre Dumas flls, stond in de
Pres-se de opmerking dat Sarah niet
alle kosten betaald had, onder andere
niet de huur van de piano. Sarah
schreef deze opmerking toe aan den
impresario Schürmann en vroeg van
dezen en van de Pr esse een schade
vergoeding vanlOOOO francs. De Pr esse
maakte excuses en trok hare be
schuldiging in, waarop Sarah Bern
hardt de zaak liet loopen. Maar de
heer Schürmann was niet tevreden.
Hij liet het proces voortgang hebben
en eischte van Sarah een schadever
goeding van één franc omdat zij zon
der eenig bewijs hem beschuldigd had
dingen te hebben verklaard welke hij
nooit gezegd had. Den eenen franc
heeft de heer Schürmann gekregen
en bovendien zal het vonnis óp kosten
van Sarah worden geadverteerd in de
Presse.
Tot aanvulling van het bericht, ver
meldende de belooningen door de
jury der tentoonstelling te Brulles
voor schoone kunsten aan de Neder-
landsche artiesten toegekend, diene
nog de mededeeling, dat de heeren
Taco Mesdag, als lid der jury, en P.
J. C. Gabnël, als plaatsvervangend
jurylid, buiten mededinging bleven.
Voor de 1ste en 2de medailles hadden
de heeren Jozef Israëls en H. W.
Mesdag zich hors concours gesteld.
Buiten mededinging bleven voorts
J. Maris, Klinkenberg, Apol, J. van
de Sande Bakhuyzen, mevr. Ronner,
Ph. Sadée, Weissenbruch, Eerelman
en mej. Heyermans.
Yan den predikant by de Gemeente
der Doopsgezinden, ds. Jo. de Vries
alhier, verschijnt by den uitgever
Tjeenk Willink een Tweede Bundel
Preeken.
Het werk wordt voorafgegaan door
een kleine voorrede van den schrijver,
waarbij deze den bundel met een
dankbaar hart opdraagt aan de Ge
meente der Doopsgezinden te Haar
lem, nu hy weldra het voorrecht zal
hebben, vyf en twintig jaren alsleeraar
in hun raidden werkzaam te zijn ge
weest.
De bundel bevat niet, als de eerste,
alleen de jongste toespraken er is
er een bij van 1878 en, gelijk de schrij
ver in zijn bloemrijke taal opnofrkt,
hebben de uitgever en hij gemeend
„een paar andere zwervelingen van
vroeger tijd hier onder dak temogen
brengen."
Het werkje bevat het portret des
schrijvers tegenover den titel, gere
produceerd naar een teekening" van
M. de Vwelke voorletters voor
velen allicht transparant zullen blij
ken te zijn.
Trouwens de teekenaarster behoeft
zich niet te verschuilen, waar zij zoo
als hier een goed en goedgelijkend
portret heeft geleverd.
Dat deze bundel door de gemeente
waarvoor zij bestemd is, met belang
stelling zal worden ontvangen, mag
worden afgeleid uit het feit, dat de uit
gever van den eersten bundel een
derden druk aankondigt.
Sport en Wedstrijden.
To er congres van den Alg.
Nederl. Wielrijdersbond.
Dit congres werd Vrijdagmorgen
in de bovenzaal van Eensgezindheid
te Amsterdam geopend.
Aangenomen werd de navolgende;
motie
..Hel congres spreekt de wensche-
lijkheid uit, dat een internationalen
bond van toerisme worde opgericht,
welks grondslag zal zijn de weder-
zijdsche beschikbaarstelling van con
sulshotels, verbandkisten en an
dere faciliteiten toegestaan door de
nationale bonden aan hun leden7'.
De T. C, Suisse en de T. C. de
France onthielden zich van stemming.
Met onthouding van de T. C. F.
werden aangenomen de volgende
voorstellen tol „het instellen van een
Internationaal Insigne, ie drukken
op de lidmaatschapskaarten, hetgeen
eveneens aangebracht zal worden aan
verbonden hotels en reparatie inrich
tingen,''' en „de wenschelijlcheid tot het
aanbrengen van een uniformteeken,
waaraan ivaarschuivingsuorden door
vreemdelingen te kennen zijn."
Cricket.
De juiste data van de wedstryden
van een Ned. elftal tegen de gasten
van Baron v. Brienen zijn 10 en 11
Aug. te Clingendaal en 14 Aug. te
Heemstede.
Het elftal zal dan zijn:
C. J. Posthuma, J. v. Manen en A.
A. Kool, van Rood en Wit, J. de
Groot, M. en D. Beijerinck van Ajax,
D. v. d. Berg, J. Rincker en J. C.
Schröder van Amstels C. C., mr. Foith
der 's-Gr. C. C., en als lie man waar
schijnlijk J. v. d. Linde.
In 't geheel dus een zeer sterke
combinatie, waarvan niet minder dan
acht den bal hanteeren. Alle soorten
van snelheden en „delivery" zijn aan
wezig, zoodat de strijd niet behoeft
verloren te worden door gebrek aan
afwisseling.
Schietwedstrij d.
Bij den schietwedstrijd te Breda is
in den corpsenwedstrijd voor marine
en leger de le prijs behaald door de
Schietschool, de 2e door het 8e regi
ment infanterie, de 3e door de ma
riniers, de 4e door het instructie-
bataljon, de 5e door het 7e regiment
infanterie, de 6e door de grenadiers
en jagers, de 7e door het le regiment
infanterie, de 8e door het 5e regi
ment infanterie, de 9e door het 3e
regiment vesting-artillerie.
RECHTSZAKEN.
De dubbeldamsche vader
moord.
Voor de arrondissements-rechtbank
te Dordrecht had Vrijdag de behan
deling plaats van den moord, door
Teunis Roos te Dubbeldam den len
Pinksterdag op zijn vader gepleegd.
De dagvaarding luidt dat hij opzet
telijk en "met voorbedachten rade zijn
vader Machiel Roos van het leven heeft
beroofd, doordat hij, na vooraf het
voornemen te hebben opgevat en het
besluit genomen te hebben om zyn
vader van het leven te be-ooven, en
te dien einde zich in het begin van
dit jaar een revolver en later patronen
te hebben aangeschaft, ter uitvoering
van dat misdadig voornemen en met
het oogmerk om zyn vader te dooden,
eenige schoten uit de met scherp ge
laden revolver op zijn vader heeft
afgeschoten, tengevolge waarvan deze
in de borst getroffen en dientengevolge
gestorven is.
Er worden 8 getuigen gehoord.
Uit het verhoor van de beide des
kundigen dr. Meilink te Dordrecht
en dr. Degenaar te Dubbeldam en de
voorlezing der door hen uitgebrachte
rapporten blijkt, dat de verslagene j
in rug en borst 3 wonden hadhet
onderzoek op het lijk bracht 2 kogels
te voorschijn; één daarvan had de
linker long, het hart, het middenrif
en de linkeiieverkwab doorboord (zoo
als men zich herinner^ had Teunis
van den zolder af op zijn vader ge
schoten die op de naar den zolder
leidende ladder stond). Volgens het
eenparig getuigenis der deskundigen
moet die kogel den dood tengevolge
hebben gehad.
De burgemeester van Dubbeldam,
de heer D. H. Jas, verklaart dat de
gedoode een zeer driftig persoon was;
ait getuigenis wordt bevestigd door
get. Doedyns. Hij noemt den gedoode
een gemeenen, gevaarly ken vent, dwaas
driftig en vechtlustig. Get heeft als
spoorwegwachter 4 jaren lang dag en
nacht met hem om moeten gaan, maar
heeft hem overigens altyd gemeden.
Een dergeljjke verklaring legt get.
Brandt af. die het mishandeleb van
den hond door den geduode Leeft bjj-j
gewoond, hetgeen aanleiding gaf tö;
hetgeen verder is voorgevallen. Hij
was er bij dat de oude Roos den hond
eerst met den stok van zijn seinvla.
afranselde, en, toen zyn vrouw hem
dien uit de handen had gerukt omdat
er een trein in aantocht was, hot dier
met een yzeren handboom te lijf ginc.
Hy heeft ook nog gezien dat de 'oude
Roos het hok in elkander trapte, maar
heeft toen zyn weg vervolgd. Later
kwam de zoon (bekl.) hem achterop
loopen, zeggende dat zijn vader ziel:
zelf had doodgeschoten, en er bijvoe
gende „ik kan er niet om schreien".
I)'1 weduwe van den verslagene.
stiefmoeder van beklaagde, geeft een
omstandig verhaal van hel voorge
vallene. Haar man had den hond niet.
alleen geslagen maar zelfs gestoken
met het ijzeren handel, zoodat het
bloed hem uit den bek liep. Hij was
dien dag „glad gek". Niemand durfde
zicli tegen hem verzetten. Hij sloeg
ook naar zyn vrouw. Na de tuchtiging
van den hond was hij binnengekomen
en had zijn zoon geroepen, die boven
was gegaan om zich te verschooncn.
Toen die weigerde te komen, was de
vader razend de trap op gevlogen. Op
de derde trede had hem een schot
getroffen. Hy was toen van de trap
afgevlogen, waarna hy nog een schot
in den rug en vervolgens nog een in
den pols ontving. Na het tweede schot
had de moeder geroepen„Jongen
wat doe je, houd opwaarop Teunis
geantwoord had„Hij moei er nou
maar heel eu d'al aan!"
Op een vraag van den voorz., mr.
S. Gratama, doet de vrouw een ver
haal, waaruit blykt. dat de versla gene
een revolver in zijn bezit bad. In den
afgeloopen winter had hy 's avonds
met zijn zoon zitten domino spelen.
Toen hij het niet winnen kon, was hij
woest geworden, had tegen allen op
gespeeld en met zyn revolver op hem
willen schieten, wat toen niet mogelijk
was omdat de vrouw de patronen had
weggestopt. Maar bij die gelegenheid
had de man gezegd, „ik zal je allen
afmaken", en die bedreiging was als
meer dan een los gezegde beschouwd.
Want de verslagene was een groote
ondeugd, die tot al.es in staat werd
geacht.
Beklaagde die voortdurend heeft
staan snikken, bevestigt liet getuige
nis van zijn stiefmoeder. Hij heeft
sedert de scène na het dominospel
voortdurend in vrees geleefd, dat zijn
vader zijn voornemen zou uitvoeren,
en zich daarom op zijn beurt van een
revolver voorzien, om zijn leven te
verdedigen. Op den zolder, waar hij
was, bevonden zich allerlei gereed
schappen, waarmee men iemand ge
makkelijk vermoorden kon. Zijn va
der was ook veel sterker dan hij.
Bekl. was altijd erg bang voor hem,
en vreesde nu dat het oogenblik ge
komen was, waarop hy zijne bedrei
ging zou volvoeren. Het overige heeft
beklaagde gedaan zonder zelf te weten
wat hij deed.
Al hetgeen hij verhaalt, wordt be
vestigd door zijn halfzuster, die ook
bij het gcheele drama tegenwoordig
is geweest. Uit alles blijkt dat de
verslagene een wocstaard cn gewel
denaar was, van wien men alles kon
verwachten, ook het ergste.
De ambtenaar van het Openb. Mi
nisterie mr. Boscli van Rosenthal, in
zijn requisitoir op den voorgrond stel
lende, dat de voorbedachte raad niet
te bewijzen was, ontkende evenwel
dat hier sprake kon zyn van wettige
zelfverdediging, omdat hiervoor aan
raking tusschen de in geschil zijnde
partijen noodig is. In aanmerking
nemende de allertreurigste omstandig
heden waaronder het feit heeft plaats
gehad, eischte spr. een gevangenis
straf van drie jaren.
De toegevoegde verdediger mr. v.
d. Plas van Sliedrecht betwistte het
ecarteereu van het element van wet
tige zelfverdediging. De daad heeft
plaats gehad onder invloed van een
nevisre gemoedsbeweging, ontstaan
door vrees voor den vader van wien
niet dau ruwe cn menschontccrcnde
handelingen bekend zijn cn bij wiens
dood zyne naaste verwanten geen
traan hebben gelaten. Ingeval pleiters
beroep op wettige zelfverdediging
door de rechtbank verworpen werd,
riep pl. dc clementie van de recht
bank in met het oog op bekl. gunstig
verleden en de omstandigheden waar
onder het voorval plaats had.
(„N. R. Ct")
Valschheid in geschrifte.
In dc laatste helft van Mei werd
door de rechtbank te 's-Gravenhage
een persoon, die vroeger een zeer
goede positie bekleedde doch door
eigen toedoen en wangedrag die po
sitie had verspeeld en onder cura
teele moest worden gesteld, tot 4
maanden gevangenisstraf veroordeeld
wegens het antidateeren van schuld
bekentenissen. In die zaak was ook
betrokken een commissionair in hy
potheken uit Zaandam die „geheel
bereidwillig" aan bedoelden persoon
geld zou hebben geleend tot een be
drag van f80,000. Bij de ondercura-
teelestelling had de curator den geld
schieter een bod gedaan van f 10,000.
waarmede genoegen werd genomen,
hetgeen zich laat begrypen als de
verklaring van den getuige waar is
dat hy slechts 2 a 3000 gulden van
de f80,000 zou hebben ontvangen.
Ma de afrekening tusschen den cu
rator en den geldschieter waren de
relatiën tusschen dezen laatsten en
den den onder curateele gestelden
Sersoon weder aangeknooptwerd
em echter weer geld voorgeschoten
en het bandelooze leven hervat, ten
gevolge waarvan zijn echtgenoote van
hem wilde scheiden. Ten einde nu te
zorgen, dat bij dc scheiding aan zyno
vrouw zoo weinig mogelijk werd toe
bedeeld werden gefingeerde schuld
bekentenissen gemaakt, geschreven
op zegels, gedateerd vóór de onder-
curateelestelling. Volgens dc verkla
ring v$n den onder curateele gestelde
zou het idéé om die geantidateerde
schuldbekentenissen te maken van
den commissionair zyn uitgegaan en
zou deze Item de zegels mét liet jaar
tal 1895 hebben verstrekt, doch vol
gens den zaakwaarnemer, die zich nu
had te verantwoorden wegens mede
plichtigheid aan valschheid in ge
schrifte. was het precies omgekeerd
en "zou de onder curateele gestelde
het plannetje hebben geopperd. Wel
had hy voor do zegeltjes gezorgd.
(Bij de vorige behandeling had ny
echter bekend voor dc 3 zegeltjes
gezorgd te hebben.) lelijk toen reeds
werd gemeld, word getracht een dame
uit Amsterdam als credit rice voorde
gefingeerde schuldbekentenissen te
doen opkomen, doch dit plannetje
mislukte daar mevrouw lont rook, en
weigerde zich met de knoeierij in te
laten.
De beklaagde beweerde dat hy vol
komen te goeder trouw was geweest
en uat hij inderdaad na de ondercu-
rateelestcfling nog f looi) geleend had,
waarvoor hij een schuldbekentenis van
f 1800 had ontvangen. Om o. a. die
f 1800 terug tc krijgen, waren de ge
antidateerde schuldbekentenissen op
gemaakt. Hoewel by in de instructie
én bij de vorige zaak bekend had de
drie zegels voor de wissels verstrekt
tc hebben, kwam beklaagde daarop
nu terug en hield vol er slechts twee
gegeven tc hebben.
De subst.-oll'. v. justitie herinnerde
aan de zaak den 17en Mei voor deze
rechtbank behandeld, waarbij toen de
beklaagde werd veroordeeld tot 4
maanden gevangenisstraf wegens het
vervalschen van schuldbekentenissen,
en aan het aandeel dat de toen ge
tuigende, thans bekl., commissionair,
daarin heeft gehad. Wanneer Z.E.A.
den door den drank versuften veroor
deelde vergelijkt met den handigen
zaakwaarnemer thans beklaagde
achtte hy dezen veel meer schuldig en
vorderde daarom, wegens medeplich
tigheid aan valschheid in geschrifte,
diens veroordeeling tot 1 jaar gevan
genisstraf.
Mr. Van Gigch trad als verdedi
ger op.
De uitspraak wordt later medege
deeld.
Voor de Haagsche rechtbank deed
zich Vrijdag het. treurige geval voor,
dat een beklaagde, die sedert eenigen
tijd in hechtenis was, maar wiens zaak
nu voor onbepaalden tydwerd uitge
steld, het verzoek deed om in hech
tenis te blijven.
De rechtbank wees het verzoek af
en gelastte zijn invryheidsstelling togen
wil en dank.
Sociëteit „Trou moet Bly eken."
CONCERT to geven door het Haar-
lemsch Muziekkorps, onder directie
van den luit.-Kapclmeestcr C. P. W.
KRIENS, op Zaterdag 24 Juli 1897,
's avonds 8 uur.
PROGRAMMA.
1. Marche de l'opéra „le
Prophéte" Meyerbeer.
2. Ouverture in Italieni-
scher Style Schubert.
3. Rhaps. Norvégienne. Lalo.
4. Grande Fantaisic de
l'opéra „LaTraviata". Verdi.
5. Ouv. Jeanne <TAre". Verdi.
6. Fantaisie sur des motifs
de Chopin Gamier.
7. a. Dankgebed (1623). Valerius,
b. Aubade „Eveillcz-
vous."Desormes.
S. „Terpsichore," ballet-
iantaisieGanne.
25e Muziekuitrv. in den Hout,
op Zondag 25 Juli 1897, des namidd.
van 2V2—4 uur, door het Haar-
lernsch Muziekkorps. Dir. luitenant-
kapelmeester C. P. W. KRIENS.
PROGRAMMA.
1. Uhlaneu-Marsch Schneider.
I. Ouverture Weber.
3. loniau-Polka War dropper
4. Fantasie aus „Die
Walküre" Wagner.
5. Ouvorturo op Studen
tenliedoren Suppè
6. „Rumiioisches Liebes-
leben." Walzcr Ivanovici.
7. Potpourri op motieven
van Strauss. .Botten.
ORGELBESPELING.
in de Groote- of St. Bavokerk alhier,
op Dinsdag 27 Juli 1897 des na
middags van 12 uur, door den heer
W. EZERMAN.
PROGRAMMA.
1. Sonate no. 2 Mendelssohn
a. Grave, Adagio.
b. Allegro maestoso.
c. Fuga.
2. Ave MariaLiszt.
3. Preludium Bach.
4. Inleid, en Variatiën. He^se.
5. MondnachtSchumann.
VARIA.
Een haai, die sedert geruimen tijd
de Nederlandsche kusten onveilig
maakte, is gestorven. Het dier had te
Zandvóort een scheepsanker. te Sche-
veningen een okshoofd, tc Helder een
petroleumvat opgeslikt en 't was hem
wel bekomen.
Te Genemuiden viel een courant
over boord, waarboven stond oplaag
20.000 exemplaren. De haai hapte het
blad op, doch deze leugen kon hij niet
slikken. Hij stierf door verstikking.