Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. In het Krijgsgewoel. t5e Jaargang. Woensdag 28 Juli 1897, No 4316 HAARLEMS DAGBLAD -A-BOlSTlSrElVCElSrTSFKvI.JS: "Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agc-nt gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. 0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 ADVEBTENTrBlsr: i 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 'Sïbis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het|Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer j 0,15Reclames per regel f0,30. ;en aan het Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Sand] Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSIJmuidai, TJA Dj !)ortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoortJ. ZWEMMER N, Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Politiek Overzicht. Het dreigend begroetings-conflict op Creta is geëindigd. Djevad-pacha heeft eerst een bezoek gebracht aan de admiralen. Hij heeft dus de minste willen wezen en heeft daarmee ge toond, de meeste te zijn. Intusschen hebben de Cretenzen geschoten op engelsche troepen, die een militaire wandeling maakten en dat wel omdat een tolk,|die den troep vergezelde, een fez droeg, het bekende hoofddeksel der Turken. Men is prik kelbaar in 't Oosten Volgens de New York Herald houdt Japan s antwoord op de nota van Sherman in zake Hawaï in, dat Japan in dezen den diplomatieken oorlog voortzetten zal. Het is toch voor Japan onmogelijk om te berusten in de waarschijnlijke gevolgen van de opheffing van Hawaï's zelfstandigheid. Dat kon wel eens tot een botsing aanleiding geven. De taal'in Amerika is oorlogszuchtig. Zoo heeft de onder secretaris van marine, Roosevelt, zich uitgelaten dat de Vereenigde Staten Japan in 't geheel niet zullen kennen by het tractaat aangaande de inlijving van Hawaï. Maandag is de bekende zaak van de telegrammen van den rechtsge leerden raadsman van Rhodes, Hawk- sley, in het Lagerhuis behandeld. De eerste spreker was de heer Stan hope, die voorstelde dat den heer Hawksley zou worden gelast op een bepaalden dag te verschijnen voor het Lagerhuis en daar de vorenbe doelde telegrammen over te leggen. De heer Stanhope lichtte zijn voor stel uitvoerig toe. Na hem sprak de heer Labouchere en na dezen de kan selier dei' schatkist Hicks Beach, die natuurlijk de beide eerste sprekers scherp aanviel. Na een paar redevoeringen van mindere grootheden hield Chamber lain een van die gladde, leepe rede voeringen die men van hem kent. Het einde van de komedie (want een komedie was het, zoogoed als de enquête zelf) was dat de motie Stanhope met 304 tegen 77 stemmen werd ver worpen. Op deze gebeurtenis is van toe passing, wat Labouchere in zijn rede zeide ,,Het Engelsche volk zal naar aan leiding van dit geval denken, dat de „eene wet is voor rijken en machti- „gen en een andere voor het mindere „volk en de indruk in het buitenland „zal zijn dat de Engelschen een volk „van huichelaars zijn." STA DSN IEU WS. Haarlem, 27 Juli 1897. Raadsverkiezing te Haarlem. Gekozen: Jhr. H. M. SPEELMAN. Aan den eerste-luitenant J. Tho mas, by het instructie-bataljon te Kampen, vroeger alhier, is op zijn verzoek eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend. Bouwkunst. Excursie naar „Duin en Dal." Donderdag laatstleden vergaderde de afdeeling Haarlem en Omstreken van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, op het in aanleg zynde Park „Duin en Dal", te Bloe- j mendaal. Een twintigtal leden had zich daar voor te 6'/* uur verzameld aan de Zijlbrug, alwaar door de goede zorg van de tram-omnibus-maatschappij de char-a-banes gereed stond om de leden naar het Park over te brengen. Aan den ingang aldaar werden zij tot hun groote verrassing opge wacht door den bijna 82-jarigen eere voorzitter, die daarmede weder een nieuw blijk gaf van zijn onverflauwde belangstelling in de AfdeeliDg. Alsnu ving de tocht door het Park aan onder geleide van den heer G. P. J. Beccari, die als mede-eigenaar de afdeeling recipieerde. Al wande lende werd een overzicht gegeven van de aan te leggen wegen, van de bouw terreinen, die daardoor beschikbaar komen, en vooral van de fraaie in zichten, waaraan het Park nu reeds zoo rijk is, maar die na de voltooiing van den aanleg, den wandelaar bij elke ser.rede in verrukking zullen brengen. Waarlijk „Duin en Dal" met zijn begroeide heuvelen, vol rijke kleurschakeering, zyn kamp en zijn waterpartij mag een lustoord heeten, zooals Holland er bijna geen tweede kan aanwijzen. In den loop van den avond gaf dan ook een der leden uiting aan zijn bewondering, door het reciteeren van de twee hiervolgende coupletten uit het gedicht van den Bloemendaalschen bard, Dr. van der Wissel „Waar is 't plekje op aarde, „Flora's keuze en lust, „Waar Pomona's zegen „Op den veldling rust, „Waar de winterkoning „Op zijn avondmaal „Uitlokt tot genieten „Juicht! 't is Bloemendaal. „Blijv' dat plekje ons heilig, „Altoos dier en waard, „Waar het lot ons leide, vWat de tijd ons baart, „Zien we ook ginds tooneelen, „Trotscher duizendmaal, „Wy, wy blijven juichen, „Heerlijk Bloemendaal Zigzag de begroeide hoogten op gaande kwam men aan de' plaats, waar het bekende panorama van Haarlem zich aan het oog opdoet. Al schoot ook geen zonnestraal meer zijn licht over weide en stad, er lag over 't geheel een blauwachtig waas, zoo fijn, zoo doorzichtig, als men 't slechts zelden zal kunnen waarnemen. Be halve de vergaderde leden stonden dan ook verscheidene andere toe schouwers opgetogen van bewondering over wat daar voor het oog openlag. Van dozen duinentop trok men naar den niet ver vandaar gelegen koepel, alwaar men zich om een geïmprovir seerde tafel nederzette en de verga dering door den voorzitter geopend werd. De heer Beccari vroeg daarop het woord om zyn medeleden welkom te heeten op „Duin en Dal". Was men zoo even in de gelegenheid ge weest om de schoonheden van het nieuwe Park waar te nemen, hier was het de plaats om meer het tech nische van den Parkaanleg te be handelen. Allereerst dan de watervoorzie ning, die zeker op een hoogte van 14 Meters boven de zee meer bezwa ren oplevert dan men, te dien opzichte nog al verwend, gewoon is te ont moeten. De heer Beccari gaf als voorbeeld de wijze waarop hij den koepel, waarin men op datoogenblik bijeen was, op eenvoudige en toch practisehe wijze van frisch drink water had voorzien. Daar, in een flink reservoir opgevoerd, had het water, niettegenstaande de hitte van den dag, eene goede temperatuur be houden; het verschafte dan ook den leden eenen heerlijken dronk, die een hunner aanleiding gaf tot een zeer geestige ontboezeming in dofransche taal. Waterafvoer en verwijdering 'van faecaXe stoffen, aan welke zaken tegenwoordig te recht hooge eischen gesteld worden, zullen op eenvoudige wijze geschieden, en de stoffen, zon der eenige schade voor de gezond heid, dienstbaar gemaakt worden tot verbetering van den uit denaard der zaak schralen grond. Voor verlichting was nog geen systeem vastgesteld; de vijf waskaar sen, die nu den koepel van licht moesten voorzien, mocht men niet be schouwen als een proefmiddel. Ook de vergadering gat te dien opzichte geen vast denkbeeld aan. Meende de een, dat een centrale lichtbron (gas licht of electrisch licht) een stellige eisch is voor het welslagen van de onderneming „Duin en Dal", een an der was van gevoelen dat daardoor juist het eigenaardige van het park, het begrip van „buiten" verloren zal gaanschoorsteenen en fabrieken en al wat daarop gelykt, moeten zorg vuldig verwijderd gehouden worden. Rijwegen. Was gedurende de wan deling naar boven al de richting van eenige hoofdwegen aangetoond en had den misschien sommigen uit de steilte der paden reeds deonmogelijkheid willen afleiden van het aanbrengen van geschikte rijwegen, de architect Leo nard Springer heeft een ryweg ge projecteerd, welke tot boven langs den koepel voert, zonder eenig be zwaar op te leveren. Na nog eenige vragen en lichtingen sprak de voorzitter een woord van dank tot den heer Bec cari voor het duidelijk inzicht in de plannen, dat deze den leden gegeven had. Het succes van „Duin en^Dal" kan als verzekerd aangenomen wor den, vooral nu binnen kort de elec- trische tram „Haarlem—Bloemendaal' de gemeenschap van het Park met Haarlem, en dus ook uit Amsterdam zooveel gemakkelijker zal maken. Voorts hulde brengende aan de man nen, die het initiatief genomen 1:eb ben om aan het vele schoons dat Bloemendaal reeds biedt, zulk een fraai park toe te voegen, meende spreker, dat men daarby den man niet mag vergeten, die hetzelfde denk beeld reeds voor ruim tien jaren ge opperd heeft, den Burgemeester van Bloemendaal. Het was intusschen elf uur ge worden, dus hoog tijd om den terug tocht aan te vangen. En nu bleek het, dat het vraagstuk der verlich ting wel spoedig opgelost mag wor den, want welke uitstekende dien sten de beide lampions ook op dien terugtocht bewezen, dat middel om bet rechte pad te houden was wel wat primitief, om het ook den toe- komstigen bewoners van het Park in gebruik aan te wijzen. Die gang door het duister was ech ter van korten duur, want aan den uitgang van „Duin en Dal" stond weder een tramomnibus gereed, die de leden naar Bloemendaal, Overveen en Haarlem terugvoerde. Bij den schietwedstrijd te Breda werden voor Beaumontgeweer pry zen behaald door onze stadgenooten, de hoeren Boerée (SS) Teekens (36) en Aartsen (49). In den wedstrijd Flobert door Vaderland en Koning, van hier No. 8. Zondagmiddag is te Delft aange komen mgr. C. J. M. Bottemanne, bisschop van Haarlem. Gedurende deze week zal Z. D. H. aldaar ver toeven, ter toediening van het H. Vormsel. Het concert dat het zweedsche zangersquartet Zaterdag te Amster dam zou geven, is niet doorgegaan omdat de heeren er niet waren. 'Een misverstand, een onduidelijk telegram, een verkeerd adres of zoo iets, is daarvan de oorzaak, 't Concert te Amsterdam gaat nu 31 dezer waar schijnlijk door, maar de heele tour- née is nu in de war en Woensdag zullen zij dus ook niet hier te Haarlem zijn. BINNENLAND Uit de „Staats-Courant". Benoemd tot notaris binnen het ar rondissement Arnhem, ter standplaats 's-Heerenberg, J. W. Kalshoven can- didaat-notaris te Nijmegentot griffier bij het kantongerecht te Oostburg mr. E. Prak, advocaat en procureur te Groningen. Benoemd tot lid en voorzitter der commissie, die, met ingang van Augustus 1897, gedurende één jaar te Groningen belast zijn met het afnemen van de practisehe- examens van apo theker, dr. J, W. Moll, hoogleeraar te Groningenen tot lid dier commissie, dr. A. F. Holleman, hoogleeraar te id. Benoemd tot onderwijzer aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers te Maastricht, dr. R. van der Laan, leeraar aan de hoogere burgerschool aldaar, met vergunning om deze be trekkingen gelijktijdig te bekleodon. Op hun verzoek ontslag verleend aan F. M. Gescher, als burgemeester van Oosterhout en aan jhr. S- Gockin- ga, als burgemeester van Appingedam. Goedgekeurd dat J. H. Janssen van Son, burgemeester van de gemeente Voorthuyzen, is benoemd tot secretaris dier gemeente. Aan C. D. H. Schneider, adjudant in buitengewonen dienst van H. M. Koningin, minister van oorlog, te 's-Gravenhage, verlof verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van grootkruis der orde van den Leeuw en de Zon, hem door den Schah van Perzië geschonken. De adelborsten der 1ste klasse C. J. P. Zaalberg, L. J. Quant, R. T. Muschart, P. A. Arriëns. J. Arend- sen de Wolff, G. L. Heeris, P. A. van Rees, A. D. Muller, P. H. Gallé en F. B. Klaverweiden bevorderd tot luitenant ter zee der 2de klasse. Aan den luitenant ter zee der 2de klasse B. Tack, op zyn verzoek, met 6 Augustus a. s. eervol ontslag uit den zeedienst verleend. De kapitein met titulairen rang van majoor H. J. E. de Vogel, van den staf der artillerie, secretaris der Per manente Militaire Spoorwegcommissie, met ingang van 1 Augustus 1897, op zyne aanvrage, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen be paald op f1512 'sjaars. De St.-Ct. van heden bevat het Kon. besluit van 19 Juli 1897, bepa lende de plaatsing in het Staatsblad van het te 's-Gr-avenhage op 28 Mei 1897 tussehen Nederland en Italië gesloten verdrag tot wederkeerige uitlevering van misdadigers. H.M. de Koningin-Regentes heeft aan den schipper A. van IJseldijk Cz. te St. Maartensdijk f 100 doen toekomen, ter tegemoetkoming in de geleden schade, door het verongeluk ken van zijn schip bij den storm van 19 Juni. Reservekader. Bij het op den 21en Juli j.l. ge houden toelatings-examen tot het reservekader der infanterie en der vesting-artillerie, is het bewys van wetenschappelijke geschiktheid uitge reikt aan 68 adspiranten. De 18de jaarlijksche examens der Nedcrl. Toonkunstenaars-Vereeniging zijn Maandag te 's-Gravenhage^ in het lokaal „Pulchri-Studio", voort gezet. Van de 5 candidaten zyn geslaagd Voor piano (lager onderwys) de dames G. J. Putman Cramer, te Har derwijk, en J. W. Uden Masman, te 's-Gravenhageen de heer H. G. M. Verkooy, te Amsterdam. Zooals bekend is, was eenigen tijd geleden uit de kas van de opperlieden- vereeniging Nieuw Leven te Amster dam, een bedrag gestolen van ruim f 300, tengevolge waarvan de pen ningmeester Van Wijk werd ontslagen en verdekte beschuldigingen werden gedaan tegen hee bestuurslid H. J. van Marle. Deze vakgenoot nu had gisteren in het gebouw der timmer lieden in de Rozenstraat een ver gadering belegd, om zich te verant woorden en te zuiveren van die blaam. De vergadering was zeer rumoerig en hetgeen werd gesproken is moeielyk neer te schrijven, aangezien er zeer intieme zaken werden behandeld. Ook had, zooals bleek uit do discussie, een commissie van onderzoek zeer slecht onderzocht, en zich bijvoor beeld, om licht in de zaak te krijgen, gewend tot een kaartlegster, die voor FlO de zwarte kunst had toegepast en de ware schuldigen zou aanwijzen. De „wijze" vrouw had echter niets uitge Dracht. Als resultaat van de zeer verwarde vergadering werd echter besloten een nieuwe commissie te benoemen, waarin zitting znllen nemen twee leden van de vorige commissie, twee opperlieden en een vijfde lid, dat door die vier zal worden aangewezen. Deze com missie zal, geleerd door de ondervin ding van de vorige commissie, een nieuw onderzoek aanvangen. Een motie van den heer Ten Boek horst, die meer licht verlangde over de houding van zijn medelid van den socialistenmond Van Marle werd niet in behandeling genomen. Woensdag zal de nieuwe commissie hare taak opvatten. (Tyd.) Gedwongen winkelnering in Noord-Brabant. Aan 't verslag van den Inspecteur van den Arbeid in de 1ste inspectie, Dr. H. F. Kunper, over 1895/96 ont leent de „P. N. B. C." het navol gende Winkelnering. Reeds in myn verslag over 1891 deelde ik op pag. 144 e. v. hierom trent eenige bijzonderheden mede en ook in latere verslagen kwam ik er, hoewel kort, op terug. Sinds heb ik er al weer zooveel verkeerds van ge hoord en gezien, dat ik zou meerien aan de plichten van myn ambt te kort te doen, indien ik de groote nadoelen dier zoogenaamde „gedwongen win kelnering" Diet nog eens wat uitvoe riger in het licht, stelde. Hetgeen hier volgt is het resultaat van een zeer uitgebreid en langdurig onderzoek, waarbij honderden personen, niet al leen autoriteiten en patroons, maar vooral arbeiders, ditmaal meestal schoenmakersknechts, dooi' mij zijn gehoord. Ik heb hier dan ook vooral de winkelnering in het schoenmakers bedrijf op het oog. Byna iedere schoen makersbaas is winkelierdie het niet is, houdt er zich uit beginsel buiten of meent daardoor ook de beste knechts te kunnen krygen, zoodat ik een enkele maal in een courant schoenmakersknechts gevraagd zag onder nadrukkelijke vermelding, dat er geen winkel gehouden werd. In de meeste dorpen van de Lang straat, waar hoofdzakelijk de schoen makerij bestaat, komen die winkels nagenoeg huis aan huis voor: daar zyn altijd kruidenierswaren, dikwijlg door G. ELSTER. 8) „Ja, luitenant. Jonge, moedige officieren moeten we hebt en, die den oorlog kennen, die ondernemingsgeest bezitten, die de Pruisen evenzeer haten als wy en die vast besloten zijn niet eerder weer te rusten voor de Pruisen over den Rijn teruggeworpen zyn." Victor staarde eenige oogenblikken nadenkend voor zich. Hij verheelde zich de moeielijkheid van zulk een onderneming niet, schoon hij ook voor de stoutheid en vastberadenheid van de mannen, die hun leven in de waagschaal stelden voor de bevrijding van hun vader land, groote sympathie koesterde. „Hoe hadt u zich dan dezen oorlog voorgesteld vroeg hij. „Er zullen onder geschikte aanvoerders kleinere of grootere troepen worden gevormd, die, met geweren voorzien, vijandelijke afdeelmgen overvallen, den rnarsch der Duitsche legercorpsen verontrusten, schildwachten neerschietenproviandwagens vernielen, belegerings korpsen in den rug aanvallen, kortom den zoogenaamden kleinen guerilla-oorlog voeren tegen de Duitschcrs. De franc-tireurs behoeven daarbij volstrekt niet altijd sa men te zijn. Integendeel, het is heel vaak beter, dat men eerst bepaalde ondernemingen ten einde brengt en zich dan weer verstrooit, en terugkeert naar de dorpen, in het gebergte en weer verder leeft, alsof er geen oorlog in de wereld is." „Weet u wel, Pierre Michel," antwoordde Victor op ernstigen toon, „dat deze wijze van oorlogvoeren veel gelijkt op het roovershandwerk „Bah, luitenant, als het geldt het vaderland van den vijand te bevrijden behoeft men nergens om te geven." „Als de Pruisen de leden dezer vrijscharen in handen krijgen, schieten zij ze dood of hangen ze op. Ze staan niet onder de krijgswetten." „Als de Pruisen ons in handen krygen," lachte de houtvester, „in de Vogezen zyn er zoovele sluipwegen, dat wy den Pruisen uit de oogen zijn, voordat zij ons nog nauwelijks hebben gezien. Denk aan het bedreigde vaderland, luitenant! Denk aan den overmocdigen vij and. Wij willen hier een vryschaar vormen voor ae Noordelyke Vogezen. Er ontbreekt ons een aanvoerder, u, luitenant, zyt onze man! Binnen -weinige dagen zyn we klaar met onze voorbereidselen. Dan gaan wij er op los en tegen het belegeringscorps van Pfalzburg zal onze eerste slag gericht worden. De bezetting van Chateau Pernette zouden wij in zulk een stormachtigen nacht als thans gemakkelyk kunnen verjagen of doo- den. De voor eiken vreemdeling onbegaanbare klove van La Bonne Fontaine loopt tot dicht aan het kasteel. Ik ken een weg door die klove, die ons, zonder dat we gezien kunnen worden door de schildwachten, tot aan het bivak der Pruisen brengt. In vyf minuten heb ben we die dan omsingeld, en vóór de dichtstbyzynde Sost kan komen, zijn we al verdwenen in het bosch. [en zou den officier ook hier in het slot kunnen lok ken, hij heeft toch reeds de vriendschap der dames ge zocht, die brutale Pruis. Hebben wij hem hier eenmaal, dan is een dolksteek voldoende hij is weg „Zwijg, Michel, dat zou een moord zijn „Het is eerlijke tegenweer, luitenant. De Pruisen moeten over den Rijn terugtrekken, of wij dooden ze, zooals men dolle honden en woeste wolven neerschiet. Tegen de vijanden des vaderlands zyn alle middelen geoorloofd." De oogen van den ouden onderofficier hij de Zouaven schitterden met een zonderlingen gloed. Wie dezen man in handen viel was reddeloos verloren. Victor kon een lichte huivering niet bedwingen. CnAls er zulke vryscharen worden gevormd," zei hij na eenigen tyd nagedacht te hebben, „dan moeten zij gesteld worden onder een bepaald commando dat de opperste leiding heeft, dan moeten de manschappen umformen hebben, waaraan zy te herkennen zijn, dan moeten zij zich aansluiten bij de geregelde troepen. Anders zyn het rooverbenden, waarmee ik niets te doen wil hebben." „Luitenant „Frankryk staat nog niet op het punt om verloren te gaan zonder zulk een volkswapening. Het keizerlijke leger is groot en sterk, het zal de verdediging van Frankrijk wel op zich nemen." „Zeker door steeds terug te trekken," pruttelde de oude houtvester, „en onze huizen, onze vrouwen en kinderen, zonder bescherming prijs te geven aan den vijand. Maar we zullen ons zeil weten te beschermen, daarvan kan men zeker zyn." „Wees niet zoo driftig, Pierre Michel. Laat ons eens verstandig praten. Waar kom je bijeen om over het plan te beraadslagen „In de houtvesterswoning in La Bonne Fontaine, morgen nacht." „Goed. Ik zal komen, als ik eenigszins kan. Dan zul len we verder over de zaak spreken." De grijze morgen schemerde door de vensters. De kapitein ging opstaan uit zijn leuningstoel, waarin hy den nacht had doorgebracht en zeide: „Ik geloof, dat we wel ter ruste kunnen gaan. Het bombardement wordt niet voortgezet." „Ja, laat ons ter ruste gaan," antwoordde mevrouw Hoffer, die nauwelijks de oogen kon openhouden, ter wijl zij Josephine wakker maakte, die op de sofa was ingesluimerd. Op dit oogenblik werd er aan de deur geklopt Toen Anna deze opende^ schrikte zij met een zachten kreet terug. Luitenant Von Simmcnf trad in de kamer. „Ik vraag wel excuus," zei hy op beleefden toon, „op mijn rondgang bemerkte ik licht, en ik wilde niet voorbij gaan, zonder u, kapitein de verzekering te ge ven, dat u rustig te bed kunt gaan. De bescliietmg zal voorloopig niet worden voortgezet. Er is eeu par-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1