reede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
In het Krijgsgewoel.
Jaargang.
Woensdag 18 Augustus 1897.
No. 4334
HAARLEMS DA6BLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waai" een Agent gevestigd ie (kom der
gemeente), per 3 maanden,1.30
Franco door het geheele Rijk. per 8 maanden1.66
'Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstieten en franco per post 0.87*/2
Directeur-Uitgever
A mV7~FrTF?.nnTrrKrrT1T"RlT\r
1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naai" plaatsruimte.
Bij Abonnement- aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden jjiangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrmgère G. L. DAUBE Go. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering „van hetj Arrondissement Haarlem ie het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen,
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoorlJ. ZWEMMER
Velsen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSIJmuiden, TJADÈN, Genoemde Agenten neme' Abonnementen en Advertentiën aan.
A D S N I E U WS.
irste en derde pagina.
Haarlem, 17 Aug. 1897.
iet gehouden overgangsexamen
Rijks Tuinbouwschool te Wa
an zyn van de le „naar de 2e
bevorderdK. Rooy, K. van
n M. O. H. Müllemeister, allen
ier.
IR. K. Kerk.
Weleerw. heer J. J. M. van
ihoven, die Zondag door Z. D.
jr. C. J. M. Bottemanne tot
r was gewijd, droeg heden
igmorgen in de kathedrale kerk
Jansstraat zijne plechtige eerste
is op. Bij gelegenheid daarvan
le'Hoogeerw. heer B.Dankel-
deken, eene feestpreek. Daarin
Z. H. E. den priester op zyne
iligc taak en der gemeente
gehoorzaamheiddie ook
Jderen aan den priester, al is
agdig, verschuldigd zijn. Der
"nte drukte spr. voorts op het
voor den priester te bidden,
ïod niet engelen, maar een uit
lidden der menschen tot pries-
R| nstelt. Met den priester voor te
:rs d. dat zoo hij getrouw zijn ambt
"de, de kroon der onsterfelyk-
em eenmaal ten deel zou vallen,
de spreker. De kerk, die tame-
^1 was, was ter dezer gelegen-
^ïet bloemen en planten versierd.
NNENLAND.
Hofbericht.
jdagmiddag kwam te Apeldoorn
•ein van 5 uur H. D. H. de'
Elizabeth van Waldeck aan.
beide Koninginnen waren aan
ation ter begroeting aanwezig,
sus de hofdames freule Van de
freule Rengers en de hof-
irissen, de heeren ridder Huys-
an Kattendijke en baron Ben
prinses vertrok Zondagmiddag
weer, om zich via Yhssingen
ingeland te begeven.
kon. besluit is jhr. mr. B. Ph.
saufort, met ingang van 15 Sep-
r 1897, benoemd tot burgemees-
r gemeente 's-Gravenhage, met
ming van eervol ontslag als
meester der gemeente Baarn.
m. Congres tegen drank
misbruik.
kon. besluit zijn benoemd tot
lenwoordigers der regeering op
an 30 Aug. tot en met 3 Sept.
te Brussel te houden 6de Inter-
tale congres tot wering van mis
bruik van sterken drank, mr. J.
Heemskerk Az., minister van staat
en lid van den Raad van State, en
dr. W. P. Rnysch, adviseur voor de
medische en veterinaire politie by het
Departement van Binnenlandsche Za
ken, beiden te 's Gravenhage.
Een werkstaking
is Maandagmorgen uitgebroken onder
een -30 a 40-tal werklieden, arbeidende
aan de ophooging met zand van de
lage weilanden achter de Ceintuur
haan te Amsterdam.
Het zand wordt met platte schuiten
aan de Stadhouderskade tegenover
de Frans Halsstraat aangebracht en
van daar op bakwagentjes langs een
enkel spoortje ter plaatse neergestort
De opgaven van de oorzaak der
werkstaking zijn nogal verschillend.
Van de zijde des aannemers wordt
beweerd, dat de werklieden lo. den
Maandag en 2o. den Hartjesdag in
het hoofd hebben.
Daarentegen zeggen de werklieden
dat de aannemer hun cent per
M3. te verwerken zand, (d. i. per
kubieken meter zand, dat zij uit de
schuiten in de hakken op den wal
scheppen) wil korten.
Dit zou voor de werklieden een
verschil maken van omstreeks 30
cents per dag.
Hbld.
Een duitseh oorlogsschip to
Amsterdam.
Zondag is het Duitsche oorlogs
schip Nixe door vele Amsterdammers
ook dames bezocht, die een
goeden indruk van de officieren en
de bemanning medenamen.
Met een drietal sloepen, getrokken
door een stoomsloep, kwam Zondag
middag weer een groot aantal matro
zen aan wal om onder geleide het
Museum, het Vondelpark enz. te be
zichtigen. By Schiller werd een oogen-
blik halt gehouden om een glas bier
te gebroiken.
Eene vergissing.
By de jongste verkiezing van leden
van den Raad in eene gemeente van
Zuid-Holland werden 4 leden gekozen
om af te treden in 1903, en éen lid,
aftredende in 1899.
Het proces-verhaal van stemopne
ming en dus zijn geloofsbrief was
voor laatstgenoemd lid natuurlijk
afwykend van dat der vier andere
leden. Het laatstgenoemd lid, henevens
3 der eerstgenoemde 4 leden hadden
hunne geloofsbrieven ingezonden
welke in eene raadszitting, de vorige
week gehouden, door eene commissie
uit den raad werden onderzocht en
in orde bevonden. Na uitgebracht
rapport dezer commissie werd tot
toelating der nieuwbenoemde raads
leden besloten.
Wat blykt echter na afloop der
zitting
Dat op de secretarie een vergissing
heeft plaats gehad. Het proces-ver
baal, betreffende het lid aat in 1899
moet aftreden, is niet bij destukken
gevoegd; maar wel een gelijkluidend
met dat der 3 andere leden. Dit is
echter niet de geloofsbrief van den
betrokkene. Dit heeft de commissie
niet opgemerkt en de Raad, geheel
te goeder trouw, laat op haar rapport
de nieuwe raadsleden toe.
Hier doet zich -dus het geval voor,
dat iemand als lid van den gemeen
teraad wordt toegelaten, wiens ge
loofsbrief niet is onderzocht; terwijl
de geloofsbrief van een ander reeds
is onderzocht, ofschoon hy nog niet
heeft verklaard de benoeming aan te
nemen. N. Ct.
Een luchtreis.
De opstijging van den luchtschipper
Léon Mary met zyn ballon „Koningin
Wilhelmina" aan een terrein van den
dierentuin te 's-Gravenhage, bracht
Zondagmiddag daar ter plaatse weder
honderden toeschouwers op de been.
Gedurende de vulling van het lucht
schip, welke door een groot aantal
personen werd bijgewoond, deed de
jagermuziek zich hooren, en werden
verscheidene miniatuur-ballonnetjes
met reclameplaten en billetten van
verschillende Haagsche firma's opge
laten.
Toen omstreeks half vijf Léon Mary
„alles los" kommandeerde, hief de
muziek het Wien Neerlandsch Bloed
steeg de ballon in de
lucht, waarna een zwakke Zuid-
Oostenwind hem in de richting van
Loosduinen dreef. Daar is de ballon
op het landgoed Wildhoeve dicht by
Kijkduin, op korten afstand van het
zeestrand gedaald en behouden gean
kerd.
Een gevecht.
Zaterdagavond zou, naar het ver
haal van de buren wil, een vogelkoop-
inan in het Kortenbosch te's-Graven
hage zyne vrouw ernstig hebben mis
handeld, hetgeen de woede opwekte
van de buurvrouwen. Een barer be
moeide zich er weer direct mede en
zou toen van den vogelkoopman een
slag met een zaag gekregen hebben.
Daarop ging de echtgenoot van die
vrouw den koopman te lijf en bracht
hem een messteek toe onder den arm,
Het mes drong diep in en veroor
zaakte een hevig bloedverlies. Per
brancard werd de man naar het
ziekenhuis vervoerd en by aankomst
aldaar had hij reeds het bewustzyn
verloren. Zondag was zijn toestand
zeer zorgelyk. De dader werd in
arrest genomen en procesverbaal tegen
hem opgemaakt.
Een eHendige dood.
Door een der buren werd Zondag
avond de politie gewaarschuwd, dat
de 70-jarige J. v. H., wonende inde
Douzastraat te Noordwijk-binnen,
sedert twee dagen niet meer gezien
was. Daar de man alleen en in zéér
behoeftige omstandigheden leefde,
kwam dit natuurlyk verdacht voor
en des avonds verschafte de politie
zich, onder toezicht van den btirge-
1 meester, toegang tot het huisje.
Vlak voor de daar lag de man,
geheel naakt, verstyfd en met onge
dierte bedekt
Men vermoedt dat hy in zijn dood
strijd zich alle kleeren van het lichaam
heeft getrokken en zijn bed (als die
hoop vodden den naam van bed nog
dragen mag), verlaten heeft, en toen
ineen gezonken is.
Een. woesteling.
Omstreeks 12 uur Zaterdagnach
■eeg de Duitsche bierhuishoude
ht
louder
F., wonende op de Prins Hendrikkade
O.Z., te Rotterdam in zijn inrichting
twist met zyne vrouw over eene an
dere vrouw, die zich in zyn huis be
vond. De twist liep zoo hoog, dat
hy zyn vrouw met een hamer dreigde
te slaan, waarop zij met haar kind
de straat op vluchtte. Achter haar
werd de deur gesloten en de Duit-
scher, een groote, sterke kerel, dreigde
een ieder, die binnen durfde komen,
met een bijl de hersens in te slaan.
Oogenschymyk keerde nu de rust
terug, doch na verloop van eenigen
tijd (het was inmiddels ruim 1 uur in
den nacht geworden) hoorde men van
de straat een groot misbaar in het
bierhuis, waarin de andere vrouw, de
32-jarige W., was achtergebleven.
Op net gekerm en geroep, dat uit
het huis de straat bereikte, verschafte
de inspecteur van politie L. J. C.
Vuijk, chöf van dienst te Feijenoord,
zich met len paar agenten en byge-
staan door eenige burgers, toegang.
Zy troffen daar binnen een grooten
warboel aan, te midden waarvan
vrouw W. zat, met een vrij belang
rijke verwonding in den buik, haar
door een messteek toegebracht
Naby haar stond dé woeste Duit-
scher, die daarop door den inspecteur
gearresteerd werd. Daar de man on
tembaar was, moesten zeven politie
agenten er aan te pas komen om hem
naar het politiebureau aan de Nas-
saukade over te brengen. Tijdens
zijn arrestatie en overbrenging hepen
zoowel de heer Yuyk als diens on
dergeschikten trappen en slagen op,
terwijl een politieagent vry ernstig
door hem in den linkerarm werd
beten.
Yrouw W., die te dronken was om
inlichtingen omtrent het gebeurde te
geven, werd, na voorloopig door een
dokter verbonden te zyn, naar het
stedelijk ziekenhuis getransporteerd.
De Duitscher ontkent haar de ver
wonding te hebben toegebracht. In
het bierhuis werd by de arrestatie
een met bloed bevlekt mes gevonden
en in beslag genomen, en evenzoo
een byl.
De zaak-Hoogertuiis.
In de zaak der gebroeders Hoo-
gerhuis komt nu Froukje Jans Ber-
warda te Beetgum (Fr.) een woordje
meespreken. Zij schryft in 't jongste
nummer van 't Fnesch Volksblad
over het lantarentje, dat na de in
braak te Britsum in de kamer ge
vonden werd en verklaart dat dit
hetzelfde lantarentje was van Tj.
Stienstra afkomstig. Ook deelt zy
mede, dat de schoonvader van A.
Dijkstra, na de veroordeeling der
gebr. Hoogerhuis haar zeide: „En
toch hebben de Hoogerhuisen het
niet gedaan".
Zy stelt zich beschikbaar om aan de
justitie meerdere inlichtingen te ge
ven.
De „Belgica".
De Bélgicahet stoomschip dat met
steun van de Belgische regeering is
uitgerust voor een wetenschappelijke
expeditie naar de Zuidpool, is Maandag
met de Hollandsche vlag in top, van
Antwerpen te Ylissingen aangeko
men, vergezeld door de Kortenaer,
die de Bélgica tot Fort Bath waste
gemoet gestoomd. Beide schepen lig
gen voor anker op de Vlissingsehe
reede, ter hoogte van den Noordzee-
boolevard.
Door eene koe gedood.
Te Itteren(L.)isYrydag een knaap
van 10 jaar door eene koe gedood.
Hy had het touw, waaraan hy het dier
leidde, om zijn middel bevestigd. Eens
klaps werd het dier wild en sleurde
zyn geleider eerst door heg en steg,
om liem vervolgens met zyn horens
deerlyk te verminken. Toen men den
knaap vond, was het leven reeds ge
weken.
Pers Overzicht.
De naverkiezing van heden.
In de Standaard wordt betoogd,
dat ook by de naverkiezingen elk
anti-revolutionair op zyn post dient
te zijn. De verhoudingen in de Tweede
Kamer zyn van dien aard, wordt
gezegd, dat het lang niet hetzelfde
is, wie op de vier zetels zullen komen
te zitten, in de plaats der tot minis
ters gekozen Kamerleden en men is
geroepen zyn uiterste kracht in te
spannen, teneinde de tegenpartij te
verzwakken. Ook, al is het waar
dat van den uitslag dezer naverkie
zingen niet een meerderheid in den
geest der anti-rev. is te wachten,
toch moet men ten stryde trekken.
Dit is, naar uiteengezet wordt de
pücht der anti-rev., die, wanneer er
op politiek gebied te strijden valt,
altijd mededoen. Meer dan ooit gaat
het thans tegen het liberalisme, daar
het hier geldt de zetels van een
viertal leiders. Juist daarom moet de
strijd met energie, met trouw, met
toewijding worden gevoerd. Om des
beginsels wil moet gestreden worden.
Waar de opmerking gemaakt mocht
worden, dat men het land een slech
ten dienst zou bewijzen, door de anti-
clericale meerderheid nog zwakker
en dus het regeeren nog moeielyker
te maken, wyst het blad er op, dat
in de Kamer immers eene anti-cleri-
cale meerderheid blijft en dat hot er
zeer weinig toe doet of die een paar
stemmen meer of minder telt. Als er
gewerkt moet worden, zegt de Stand.,
heeft men aan het auti-cleriealismo
als zoodanig toch niets.
De Nederlander van Lohman, die
eveneens over de zaak zich uitlaat,
zegt aan het slot van zijn artikel dit
„Onder de gegeven omstandighe
den mag niemand der onzen th nis-
blijven of verkeerd stemmen, noch te
Zutphen, noeh |te Lochem. Er staat
hier een zeer groot belang op 't spel.
Een beginsel dat in onze constitutio-
neele zeden geheel nieuw is, dat in
theorie in ons land volstrekt is af te
keuren, en waarvan wij in de prak-
tyk wrange vruchten vreezen, wordt
in deze komkommerdagen van Augus
tus 1S97, als 'tware met stille trom
en bijna ongemerkt, in ons praktisch
staatsleven binnengeloodst.
„Hiertegen sta ons protest en hier
bij mogen alle andere consideration
wijken f"
Voorwaardelijke veroordeeling.
Het Centrum noemt het een leemte
in ons strafstelsel, dat de voorwaar
delijke veroordeeling ontbreekt.
„Het maatschappelijk leven van
dengene, die eenmaal met de gevan
genis kennis maakte, brengt in den
regel de grootste bezwaren met zich.
Hij is voor de wereld als met een
brandmerk geteekend. En zoo gaat
de veroordeelde, ondanks de beste
voornemens, nog langen tijd, dikwijls
zelfs geheel zyn leven, gebukt onder
de gevolgen van de straf, welke een
donkere schaduw wierp over zyn be
staan.'
De gevallen zyn, zegt het blad,
niet zeldzaam, dat personen, die jaron
en jaren achtereen hunne maatschap
pelijke en individueele verplichtingen
getrouw waren nagekomen, tenge
volge van een enkel zwak oogenblik
met den rechter in aanraking kwa
men, een vcroordeeling opliepen en
daardoor onherroepelijk voor hun
huisgezin en voor de samenleving
verloren gingen. De opgelegde straf
had hun kracht, hun moed, hun be
sef van eigenwaarde vernietigdin
de gevangenis atmosfeer was hun ge
moed vergiftigd voor altijd. De straf
had hen niet beter gemaakt wat
toch ook een deel harer toepassing
moet zyn maar slechter. Zij waren
rijp geworden voor nieuwe en zwaar
dere overtredingen.
Daartegenover stelt het blad dat
de voorwaardelijke veroordeeling
sinds hare invoering in verschillende
landen talloos velen voor de schande
en demoraliseering der gevangenis
behoedde, en daardoor niet weinig toe
bydroee-, dat de welvaart en de nar-
monie bewaard bleven in gezinnen,
waar anders met de hechtenis van
den vader of kostwinner ellende en
jammer zouden geheerscht hebben.
Koloniën,
Valsehe munters.
In het Soer. Hbld. van 12 Juli leest
men het volgende:
Dank zij den Hinken magang Mas
Ngabehi Prawiro adiwidjojo alias
Sleman is de politie er gisterenavond
door G. ELSTER.
hoe heerlyk bloeiden die viooltjes! Een diep ver
Jn naar de lente, naar vrede en geluk kwam in
hart van den gekwetste. Zijn lippen fluisterden:
one, Jeanne, mijn Jeanne" en hij kuste degeu-
floóltjes.
n zacht geklop aan de deur onttrok hem aan zijn
peinzingen. Eer hij „binnen" kon roepen, werd de
reeds geopend en de oude kapitein strompelde de
■r binnen.
^apiteinMijn beste meneer Hofferriep Axel
venast uit en stak den ouden man de gezonde
terhand toe.
oude kapitein greep die en drukte haar voor-
T°'
iv>' oppasser zeide my, dat u mij gaarne wildet
daar ben ik, mijn jonge kameraad. Het ver
heugt my inderdaad
„Ik vernam eerst heden, meneer Hoffer, dat u hier
woont, en. dat u zoo dikwijls naar mijn toestand hadt
vernomen; had ik het eerder geweten, ik zou u reeds
vroeger om een bezoek hebben gevraagd. Ik vernam
eveneens vandaag, op welk een edele wyze de heer De
Parmentier en mejuffrouw Jeanne voor mij gezorgd
hebben en dat Jeanne nu ziek is o, meneer Hoffer,
welke tyden beleven wijMaar den hemel zy dank,
de wapenstilstand is gesloten, de vrede zal spoedig
volgen I"
„Ja, de vrede zal spoedig volgenMaar welk een
vrede hy geeft ons de dooden niet weer
Eer. uitdrukking van groote droefheid trok over het
gelaat van den oud-soldaat. Er kwam een vochtige
glans in zyn oogen.
„Ook de dooden hebben hun vrede, meneer Hoffer,"
zeido Axel zacht, maar ernstig. „Ik hoop, dat u, mijn
beste oude vriend, geen nabyzynden verwant hebt on
der de slachtoffers van dezen oorlog?"
„Mijn zoon heb ik ter eeuwiger rust gelegd in het
park van St. Agathe, hij was zwaar gewond en
stierf hier in het slot"
„Uw zoon was officier?"
„Ja, luitenant."
„Hjj hy werd door mejuffrouw Jeanne verpleegd
hy was de verloofde van mejuffrouw Jeanne?"
De heer Hoffer keek Axel aan met een droevig
lachje. Hij las in het binnenste van den jongen offi
cier, hij toch wist alleen het geheim zyne liefde
voor Jeanne.
„Wij hadden gaarne gewild, dat mijn zoon en Jeanne
een paar werden," antwoordde hij toen met een zach-
ten zucht. „Maar wat zyn de wenschen van men
schen wat zyn de verwachtingen van menschen?
Neen, mijn jonge vriend, mijn zoon en Jeanne waren
nog niet verloofd."
Axel haalde met een verlicht hart adem. Zijn inner
lijke vreugde weerspiegelde zich zeker op zyn gelaat,
want do heer Hoffer knikte verscheidene malen met
het grijze hoofd, terwijl om zyn lippen een zachte
glimlach speelde.
Axel echter greep de hand van den ouden man.
„Hoe beklaag ik het verlies, dat n geleden hebt,"
zeide hy op hartelijken toon.
„Dat moet gedragen worden, jonge vriend ter
wille van het vaderland. Myn zoon stierf als een braaf
soldaat eere zij zyn aandenken!"
„Ja, eere zij de nagedachtenis van al de dapperen,
die voor hun vaderland zijn gestorven eere al de
dapperen, die thans in het graf rusten, in luin eigen
of in een vreemd land!"
Axel zeide dit met een diep ontroerde stem.
Toen heerschte er een diep stilzwijgen tusschen hen
beiden. Maar ook zonder woorden verstonden zy elkaar,
wisten zy, dat in hunne harten geen plaats was voor
den onverzoenlyken haat, die de volkeren scheidde,
waartoe zy behoordenzij begrepen dat in hun hart de
trouwe kameraadschappelijkheid leefde van den soldaat,
die ook den vijand hoog acht en eert, schoon hy hem
ook moet bestryden met de wapens in de hand.
„En vertelt u my nu eens, meneer Hoffer, hoe het
u en de uwen gegaan is," nam Axel weer het woord.
Een uur lang bleef de kapitein wel by Axel. Toen
hy afscheid wilde nemen, hield de Duitsche officier
zijn hand vast en zeide, niet zonder eenige verlegen
heid „Nog een vraag, meneer Hoffer, hoe gaat het
met mejuffrouw Jeanne en zou ik mogen hopen, haar
spoedig terug te zien?"
De kapitein glimlachte mot een goedaardigen lach.
„Myn nicht mag voorloopig haar kamer niet verla
ten," antwoordde hij. „En later, ja, beste luitenant, wat
zal ik daarvan zeggen," antwoordde bii. „Jeanne heeft
een eigenaardig karakter. Zy gevoelt diep de neerlaag
van Frankrijk, ik weet niet, of zy u wel zal willen
terugzien."
„Vraagt u het aau Jeanne, meneer Hoffer. Ik ver
zoek er u om. Ik zou haar gaarne myn dank betuigen
voor haar edelmoedige verpleging."
„En nog iets anders! Niet waar? Nu ik zal Jeanne
vragen. Wie weet, 't toeval komt u misschien te hulp."
«Brengt u mejuffrouw Jeanne dit ruikertje!"
De oude man hield den kleinen ruiker aarzelond in
de hand en keek er besluiteloos naar.
„Myn beste meneer Hoffer", vervolgde Axel haiteiyk,
„zyn er nog niet genoeg offers gevallen van den haat en
de tweedracht Is er nog niet genoeg gestreden en ge
worsteld? Moeten zij, die aan den stryd gelukkig ont
komen zijn, nog steeds nieuwe offers brengen? Za! de
haat, de tweedracht nooit eindigen?"
De kapitein drukte de hand van Axel.
„Ik zal Jeanne uw viooltjes brengen," zeide by op
vasten toon en verwyderde zich.
Yan dien dag af kwam de kapitein eiken dag terug.
Steeds praatten zij over vrede en oorlog, over veldsla-