in kunnen slagen de hand te leggen
op twee Chineesche valsche munters
waarop reeds lang te vergeefs was
geloerd.
An Eng Tjay van kampong Sam-
bongan cn Tan Tjing Yan van Kam
pong Boklati hadden samen een ven
nootschap aaogegaan tot het maken
van valsch geld. Het was zeer moei-
lyk de vogels te knippen en dus zaak
iemand te vinden, die geheel hun ver
trouwen won.
Yoor dat gevaarlyke baantje bood
zich magang Sleman aan. Hy gaf zich
uit voor een handelaar van Pasoeroean,
Berdam genaamd, die in den laatsten
tyd in moeilijkheden was geraakt en
daarom besloten had op een andere
manier den kost te verdienen. De
Chineezen vertrouwden hem en Sle
man werkte een paar dagen met hen
mee, totdat hij de politie volledig kon
inlichten.
De controleur van politie en de
adjunct-djaksa besloten toen gister
avond hun slag te slaan. Zy stelden
zich, slechts door een paar oppassers
vergezeld, verdekt in de nabijheid
van het huisje op. Als het werk druk
aan den gang was, zou Sleman een
koelie zenden die vooraf was inge-
wnd.
Sleman wist de achterdeur van het
huis van buiten gesloten te krygen,
zonder dat de munters het merkten,
om ontvluchting te beletten. Daarna
maakte hy zich meester van een flesch
met sterkwater, een scheermes cn een
vijl, onder het voorgeven, die op een
rak te willen leggen omdat ze toch
niet dadelyk noodig waren. Toen dat
was gebeurd, riep by den in het com
plot zynden koelie aan om saté te
gaan halen, in werkelijkheid om de
politie te waarschuwen. Zoodoende
kreeg hij de paling pintoe van de
voordeur af zonder dat de twee Chi
neezen begrepen waarom het te doen
was en konden de controleur en ad-
iunct-lioofddjaksa het huis onbemerkt
binnen komen, en van achter de gor
dijn die het voorvertrek van het ach
terhuis scheidde, het werk der falsa
rissen geruimen tyd gadeslaan. Op
een gegeven moment drongen zij daar
op verder en overrompelden de kerels,
toen zij druk bezig waren.
Verscheidene afgewerkte en onaf
gewerkte muntstukken werden ge
vonden. De valsche munters kregen
voorloopig vrij logies. Soerabaja is
daardoor weer tyaelyk een paar ge
vaarlijke burgers kwijtgeraakt.
Wij hopen dat den magang Mas
Ngabehi Prawiro adiwidjojo een be
looning niet zal ontgaan. Bestuur en
politie hebben zulke menschen noo-
aig en vindt men ze, dan behoort men
ze aan te moedigen om op den inge
slagen weg door te gaan.
De Soer. CL meldt
Op de gratie-rekesten door Poei
Tjin Tik. Har Siau Gwan en Han
T^jon Ling en hunne familieleden rn-
fediend, is gelijk veilig voorspeld
on worden, afwyzend beschikt.
De vrienden zullen dus hun 15,10
en 10 jaren hebben te ondergaan, met
eenige jaren gijzeling voor het geval
de boete niet betaald wordt.
De genoemde valsche-bankbiljetten-
makers zullen nu weldra naar Batavia
worden opgezonden, waar zij hun
straftijd hebben te ondergaan na hier
van de halsbandjes te zyn voorzien.
De Loc. verneemt, dat zij hun straf
tijd niet te Batavia zullen uitdienen,
maar ergens naar de buitenbezittin
gen worden gezonden.
Invoer van BloemboUen in
Noorwegen.
De minister van binnenlandsche
zaken brengt ter kennis van belang
hebbenden dat, blijkens mededeeling
van den consul-generaal te Christiania,
met ingang van 7 dezer, de invoer
van bloembollen in Noorwegen is be
last met een recht van 0.25 kronen
<1 kroon is ongeveer f 0.66 Va) per
kilogram.
Letteren en Kunst.
Uit Amsterdam.
Nederlandsche Opera.
Directie C. v. d. Linden.
Ter aanvulling van ons bericht
omtrent de a. s. opvoering van „De
Afrikaansche" diene het volgende:
Gebruik makende van de gemachi-
neerde inrichting van het tooneel in
den Stadsschouwburg wil de nieuwe
tooneelchef, de beer Karl Schwedler
op waardige wijze zijne bekwaamheid
toonen. Dientengevolge is het schip,
dat in het derde bearyf het geheele
tooneel inneemt, zoodanig gebouwd,
dat het gedurende den storm en het
gevecht geheel kan verzinken en de
zee erover heen gaat. Deze inrichting
alleen by de groote theaters gebrui
kelijk, zal nu ook hier voor 't eerst
worden toegepast.
De Manzanillaboom, welker gebla
derte den dood verspreidtzal in het
vyfde bedrijf het geheele tooneel in
nemen. Dit nieuwe decor is het werk
van den heer A. C. Sommer te 's Hage,
evenals de tropische decors van net
vierde bedryf (Madagascar).
Spori en Wedstrijden
"Wielerwedstrij denMaastricht.
De uitslag van den Zondag te
Maastiieht gehouden wielerwedstrijd
is geweest als volgt
L Match Jaap Eden—Meyers-
Gorla; deze laatste ter vervanging
van Kingma. Afstand 2000 M.
I. Gorla—Meyers. Winner Meyers
in 3 min. 523/5 sec.
n. Gorla—Jaap Eden. Winner Jaap
Eden in 3 min. 45 sec.
HL Jaap Eden—Meyers. Winner
Jaap Eden in 4 min. 50 Ys sec.
Finale1 Jaap Eden. 2 Meyers.
3 Gorla. Tijd 3 min. 30'/s see.
II. Wedstryd voor multiplets over
3000 M.
1. Quadruplet-Castadot, Luik; 2.
Triplet-Ferry, Luik; 3. Tandem-Klok,
Hasselt.
Tijd 4 min. 4*5.
IH. 25 KM. race met gangmakers
voor amateurs.
1 A. Maas, Houthcm, in 35 min.
47Ys sec.; 2 X van Werseh, Maas
tricht, in 36 min. 39 sec.; 3 H. France,
Zeist. De gangmaking van dezen
laatste was onvoldoende.
Grand prix d'Ostende.
Onder groote belangstelling van
het talryke publiek en goed weer,
zyn de wedstrijden te Ostende aan
gevangen.
Eerste dag.
Ie serie 1. Protin. 2. Kraemer. T.
3 min. 482/s sec. D. T. 243/s sec.
2e serie1. Fiseher, 2. Gorla. T. 3
min 492/s sec. D. T. 27Ys sec.
3e serie: 1. Chinn, 2. Smits. T. 3
min. 50 Ys sec. D. T. 20 sec.
4e serie: 1. Singrossi, 2. Van den
Born. T. 3 min. 35 3/s see. D. T.
243/c sec.
5e serie1. Trèves, 2. Kraemer. T.
2 min. 30 Vs sec. D. T. 233/s sec.
6e serie wordt geannuleerd, daar
de rijders Barden, Charley en J. Dax
vielen.
7e serie: 1. Thelinge, 2. Houben.
T. 3 min. 273/s sec. D. T. 243/5 sec.
N. P.
je serie1. Gascoyne, 2. TerriLL T.
3 min. 1ö3'5 sec. D. T. 234/5 sec.
•e serie: 1. Ruïnart, 2. Deleu. T.
3 min. 392/3 sec. D. T. 234/s secs.
10e serie1. Impens, 2. Eros. T. 3
min. 283/s sec. D. T. 25 sec.
6e serie overgereden1. Barden.
2. Roberston. T. 3 min. 502/5 sec. D.
T. 253/s sec.
Ie serie: 1. Van den Born. 2.
Lequeu. T. 3 min. _252/5 sec. D. T.
232/5 sec.
2e serie1. Eros. 2. Deleu. T. 2Ys
min. D. T. 25Ys sec.
De finale wordt den volgenden dag
gereden.
GEMENGD NIEUWS.
Duel tusschen prins Henri
van Orleans en den
graat van Turijn.
Omtrent dit duel, waarvan weden
afloop in ons vorig nummer vermeld
den, kunnen we nog mededeelen, dat
de beide partijen zich 's morgens tegen
4 uur naar de bepaalde plaats te Vau-
cresson begaven, terwijl de ingang van
hot boseli, waar het tweegevecht
ilaats had, streng door de politie
iewaakt werd.
Trouwens was het geheim uitste
kend bewaard: het gevecht liep ten
einde, zonder dat iemand er aan
dacht.
De graaf Leontief had de regeling
van het duel, dat van beide zyden
met groote levendigheid en hard
nekkigheid geleverd werd.
Zoodra de degens elkaar kruisten
viel de prins van Orleans met kracht
uit, en de ander retireerde bijna tot
aan de grens van het voorgeschreven
terrein, doch begon daarna van zijn
kant den aanval en trof zyn tegen
stander aan den schouder, doch de
bekomen wonde werd niet ernstig
genoeg geacht om het doen ophouden
van not gevecht te rechtvaardigen.
By de volgende party, die even
heftig was, kreeg de Graai van Turijn
een wond aan de hand, twee vol
gende partyen eindigden beide met
een langdurig z.g. corps a corps (het
schermen op degen-afstand), eindelijk,
bij de vyfde party, werd prins Henri
van Orleans in het onderlijf
troffen.
Het gevecht had toen ongeveer een
half uur geduurd. De tegenstanders
gaven elkaar de hand.
De wond van prins Henri is zonder
levensgevaar, doch ernstig, het staal
is tamelyk diep doorgedrongen; een
halve centimeter dieper, zou het de
ingewanden aangedaan hebben.
Toch heeft de gekwetste na een
eerste verband zyn rijtuig zonder
hulp kunnen bereiken. Hy reed naar
het huis van den hertog van Char-
tres, waar hij zich te bed begaf.
Keizer Wilhelm in Rusland.
De GrasJidanin laat zich op de
volgende wijze uit over het bezoek
vau keizer AVilhelm aan Rusland.
Naar de indrukken te oordeelen,
welke keizer Wilhelm hier door zijn
persoon gemaakt heeft, moet men
zeggen, dat zyn reis iets hoogers gold
dan een bloot bezoek. Het was een
gedachtenwisseling van politieke be
schouwingen over den toestand van
Europa; zij gaf den keizer gelegen
heid, zich de sympathie der Russische
maatschappij te verwervenhet was
een gebeurtenis, die dezen wensch
met succes bekroonde.
Deze indruk is van zeer ernstigen
aard; hij bevestigt in eiken Rus de
overtuiging, dat, wanneer de keizer
de hulp van Rusland moet hebben,
hij in zyn dqorluchtigen buurman
een houwen vriend zal vinden. In de
internationale politiek heeft zulk een
indruk zyn waarde en welk een en
thousiasme zich twee weken later ook
mag ontwikkelen ter eere van de
Fransch—Russische sympathiën, de
duurzaamheid van den sympathieken
indruk, welken de Duitscne keizer
te voorschijn heeft geroepen, wordt
daardoor niet vernietigd en met ver
zwakt.
De kluts kwijt.
In Weenèr tooneelkringen doet het
verhaal de ronde van een gewezen
primadonna, die tot keizerlijk kamer
zangeres benoemd was en een audiën
tie oij keizer Frans Jozef bekomen
had. Men had haar op 't hart ge
drukt te zeggen"Myn onderdanig-
sten dank voor de hooge onderschei
ding." Doch zy, zenuwachtig, zeide:
„Mijn lioogen dank voor do onder-
danigste onderscheiding." De keizer
nam welwillend in aanmerking, dat
de diva ditmaal zonder souffleur op
getreden was!
Keizer Menelik.
Een aardige en ware anecdote van
de laatste reis van den heer Lagarde
in Abessynië, vertelt de Figaro
De Fransen© gevolmachtigde was te
weten gekomen dat de keizerin
Tahitou zeer gaarne een naaimachine
wilde hebben en had zich dus be
ijverd om er een mede te nemen. Maai
de Abessynisehe -wegen zijn nog niet
met hout geplaveid en hoe goed de
machine ook was ingepakt, het
schokken had haar geen goed gedaan.
Toen de kist te Addis Abeba werd
geopend zag de heer Lagarva tot
zijn spijt dat de naaimachine onklaar
was. Hij wist niet wat hij doen moest.
Maar keizer Menelik keek de ma
chine goed aan en merkte op, dat er
een veer van hare plaats was ge
sprongen. „O", zeide hij. „we behoe
ven dat enkel maar in orde te bren
gen en dan zal de machine wel goed
gaan."
Zoo gezegd, zoo gedaan. Met een
tikje van een hamer bracht Menelik
alles op zijn plaats terug en de
machine naaide prachtig tot groot
genoegen van keizerin Tahiton.
De moordenaar van Canovas.
Na voorlezing der acte van be
sehuldiging, waarbij de doodstraf werd
geëischt, betoogde de advocaat van
den beschuldigde, dat de daad aan
krankzinnigheid is toe te schrijven.
De krijgsraad sprak eenstemmig de
doodstraf uit. De president belette
Angiolillo eene pleitrede voor de
anarchie te houden. Na goedkeuring
van het vonnis door den kapitein-
generaal zal Angiolillo worden te
rechtgesteld, waarschijnlijk zal hij
in de gevangenis geworgd worden.
Het spoorwegongeluk bij
Celle.
Zooals reeds is medegedeeld, is
Zaterdagavond de D-trein van Frank
fort naar Hamburg, omstreeks 9 uur
ontspoord tusschen Geile en Uelzen,
waarbij drie personen gedood en een
groot aantal reizigers gewond wer
den. De Har/tb. Korr. ontvangt van
een ooggetuige de volgende mededee
ling over het ongeluk
„De D-treiu had Celle gepasseerd.
De trein reed kalm voort, toen plot
seling in mijn waggon alle lichten
uitgingen. Op hetzelfde oogenblik
vernamen wy aan het hoofd van den
trein een steeds sterker wordend kra
ken en knetteren. De bodem onder
ons en hot dak boven ons hoofd gin
gen krom staan en wij werden heftig
aoor elkander geschut. De pakjes en
valiezen vielen uit het net op ons
hoofd. Er >vas geen twijfel meer aan
er moest wat gebeurd zijn. Plotseling
helde do waggon, en stond toen stil.
Een verschrikkelijk gesteun en ge
roep om hulp, met angstige kreten er
onder door, klonk ons in de ooren.
Allen sprongen op, doch het was
onmogelijk een deur of raam te ope
nen, zoo was bet hout en het ijzer
verbogen. "Wij klommen eindelijk uit
een raam en konden toen zien wat er
gebeurd was.
De zware locomotief was uit de
rails geloopen, en in een boscbje naast
den weg gereden, waar zy thans half
staand, half liggend in den grond zat.
De postwagen, die achter de locomo
tief kwam, was in duidend stukken
geslagen; een der lange zyden van
den wagen lag op het dak van den
volgenden personenwagen. Dit was
een rookwagen derde klasse, waarvan
de voorste helft geheel verpletterd
was. De lange waggon was ih letter
lijken zin rond gebogen.
Ik bevond mij in de achterste helft
van dezen waggon en bleef als door
een wonder ongedeerd.
Onmiddellijk" gingen wij aan het
reddingswerk, want voor ons was het
gevaar voorbij. De machinist was ge
red, wat een groot geluk mocht hee-
ten; de man werd van do machine
geslingerd, doch had zich bijna niet
bezeerd. Onmiddellijk sprong hij op
de machine en zette de veiligheids
klep open, waardoor een ontploffing
voorkomen werd.
Ook de postbeambten waren bijna
ongedeerd uit hun totaal vernielden
waggon geslingerd.
De aanblik dien het tooneel ople
verde, was ontzettend. Het eerste wat
ik zag, was een man, wiens hoofd
geheel van de romp geseheiden was.
Vier dooden werden nog uit de wag
gons gehaald (in de officieele berich
ten wordt slechts van drie dooden
melding gemaakt).
Iedereen die kon, poogde te helpen.
Doch er behoorde moed en koelbloe
digheid toe. Hartverscheurend was
het klagen, steunen, en kei-men dei-
gewonden in het voorste deel van den
personenwagen. De bodem was tot
splinters gedrukt, en tusschen die
splinters zaten mannen, vrouwen en
kinderen vastgeklemd.
Omstreeks den tijd waarop het
ongeluk plaats had, het zal kwart
vóór negen geweest zijn, moet de trein,
van Hamburg voorbij de plaats ko-
men, waar de weg door het gebroken
materiaal versperd was. Het gelukte
dezen trein even voor de plaats van
de ramp te doen stoomen naar het
vorige station om hulp te halen. Na
verloop van twee uur kwam uit Uel
zen een hulptrein, waarin zich de
inspecteur der spoorweglyn, genees-
heeren en hospitaal-personeel met ver
bandmiddelen bevonden. Even te vo
ren was ook uit Celle een hulptrein
met geneeskundige hulp aangekomen.
Met vereenigde krachten gelukte het
alle gewonden uit den vernielden wag
gon te voorschijn te halen. Het aantal
gewonden bedroeg ongeveer 20, waar
onder enkele zwaai- gewonden. Een
oude vrouw, die met nare twee klein
kinderen in den trein was, had beide
beenen gebroken; een der kinderen
bad een gebroken been, het andere
was geheel ongedeerd.
Met verpletterde beenen, lag onder
een der raderen een man te kermen;
naast hem lag zijne vrouw, die ernstig
aan het hoofd gewond was. Terwijl
de gewonden naar het hospitaal te
Geile weiden gebracht, transporteerde
men de lijken naar Esehede, het
diehtstbygelegen station.
Over de oorzaak van het ongeluk
was niets te weten gekomen; noch
van het personeel, noch van de rei
zigers wist iemand hoe liet ontsporen
in zijn werk was gegaan.
Tegen 2 uur in den nacht kwamen
wy met een extratrein te Esehede
aan, van waar wij de reis naar Ham
burg konden voortzetten."
Uit Hamburg wordt officieel ge
meld, dat drie personen gedood zyn
Ernst Otto uit Flensburg. Scbaer uit
Gronau en Henning uit Hamburg;
voorts zijn 16 personen gewond,
waaronder drie zwaar. De oorzaak
van het ongeluk is niet bekend; de
spoorwegdirectie heeft onmiddellijk
een onderzoek doen instellen. Dooi
de ontspoorde waggons was het ver
keer tot vyf uur in den morgen ge
stremd toen was het westelijk spoor
weder ontruimd en konden de treinen
van Celle weder naar Esehede ver
trekken. Onmiddellijk|heeft de directie
maatregelen genomen, om in het ver
voer van reizigers op de snelste wijze
te voorzien.
Uit Transvaal.
De Z.-A. Republiek heeft nu ook
haar krankziunigen-quaestie. De hee-
ren van Wijk "en Dieperink, leden
van den Volksraad, hadden naar aan
leiding van zekere onthullingen over
hetgeen er in het krankzinnigenge
sticht voorviel, reeds een motie inge
diend, waarin niet alleen de directeur,
dr. Smeenk, maar ook het curatorium
betrokken werd; deze motie is echter
ingetrokken.
De Volksstem zegt van deze quaestie:
„Nadat de Volksraad zich sedert
de oprichting van het krankzinnigen
gesticht in 1891 weinig of niets aan
ae verpleging der arme krankzinni
gen heeft laten gelegen liggen en de
zorg voor hen geheel aan de regeering
heeft overgelaten, meent plotseling
de heer Van Wyk tot de ontdekking
te komen, dat er schanddaden gepleegd
worden, en gevoelt hij zich gedrongen
deze ter kennis van den Raad te
brengen.
Dit komt ons wy willen niet
zeggen verdacht, maar toch onbegrij
pelijk voor.
In het jaarverslag over 1892 klaagde
dr. Messum, de toenmalige bezoekende
geneesheer, reeds dat er te weinig
gelegenheid was voor ontspanning
der krankzinnigen, wat natuurlijk
hun mogelijk herstel in den weg
stond. En telken jare kwam dezelfde
klacht terug.
Geen raadslid verhief zijn stem,
zoodat in het laatste verslag nog over
dit gebrek aan ontspanning gespro
ken wordt.
In het jaarrapport over 1893 achtte
het curatorium het reeds noodig een
by het gesticht wonend geneesheer
die tevens specialiteit was, te verkrij
gen. Eerst in 1896 is zulk een krank
zinnigen-dokter aangesteld, nadat ook
dr. Messum de noodzakelijkheid in
zijn verslag van zulk een benoeming
bad aangetoond.
Waar waren de raadsleden in 1894
om op voorziening iir dit gebrek aan
te dringen?
Gedurende het jaar 1894 werd op
zekeren morgen .een patiente gevon
den in het gesticht met den arm nabij
het schoudergewricht gebroken. 22
dagen later overleed zy. Dit wordt
officieel in het verslag gerapporteerd,
benevens dat er een menigte kleine
ongevallen plaats hadden, b.v. doordat
patiënten vochten en elkander ver
wondden of wegens het vallen en be-
zceren van lien die lijdende waren
aan vallende ziekten.
In ditzelfde jaarrapport wordt het
betreurd „dat er niet meer aandacht
besteed wordt aan bekwame verple-
BVóor de komst van dr. Smeenk in
Juni '96, werd den lOden Februari
door een krankzinnige zelfmoord ge
pleegd. Door dr. Smeenk is een meisje
ontslagen dat lang voor zijn komst
in het gesticht was opgenomen en bij
onderzoek bleek volstrekt niet krank
zinnig te zyn.
Een kleurlingpatient die lijdende
was aan een ziekte die het noodig
maakte dat hy afgezonderd werd, was
niet geïsoleerd.
Al deze feiten zyn officieel in de
verslagen opgenomen en by deze
klachten heeft de Volksraad gezwe
gen en hebben noch de heer Vorster
in den Tweeden Raad, noch de heer
Jan de Beer in den Eersten Raad,
die Vrijdag beweerden dat de Vol
raad met doof mocht zyn voor!
schuldigingen als die toen werden i
gebracht, hun stem do'en hooren.
V anwaar dit stilzwijgen dier heei
gedurende al die jaren en vanwj
hun ijver by de onduidelijke klach;
van den beer Van Wyk?
Misschien dat de motie van hei
voor Krugersdorp uitwerkt dat
leden van den Volksraad hun hela;
stelling in de verpleging van de krai
zinnigen toonen door een onverwa*
bezoek aan bet gesticht datsèd
de oprichting slechts eenmaal dei
van zulk een bezoek genoot, i
zich met eigen oogen van de veq
ging der patiënten te overtuigen."
Koninginnefeest in Zuid
Afrika.
De VóUcsstem deelt mede, dat
feestviering van den I7en gebooi
dag van H. M. Koningin Wilhelm
der Nederlanden op 31 Angus!
e. k. te Pretoria zal bestaan uit:
1. Een kinderfeest in hetBurge
park van 1 uur tot half zes in c
namiddag, alwaar, behalve verscl
lende kinderspelen, oen pantomi
zal vertoond worden en een goochel!
zijn kunsten zal ten beste geven.
Voor de bijwoning van dit kindi
feest worden de kinderen van a
openbare en door den Staat gesi
sidieerde scholen uitgenoodigd! E!
ken de bijdragen, die de uitvoeii
van het plan moeten mogelijk mak
ruim toe te vloeien, dan worden o
alle kinderen uitgenoodigd.
2. Een soiree in het Presidents Ti
ater, waarbij haar medewerking lie
ben toegezegd: De Vereeniging „Ón
Taal", „de Pretoria Orkestvereei
ging" het Hollandscli Mannenkoor
het Muziekgezelschap der .Centre
Club".
3. Een feestsouper met gelegenbe
tot dansen na afloop daarvan in 1
Grand Hotel.
Ook te Standerton zal de a.s. ve
jaardag van H. M. Wilhelmina fee
telijk worden hei-dacht door een co
eert, souper en bal, waarvoor zich e
comité heeft gevormd bestaande i
de heeren v. Hasselt, V. d. Wa
Rink, Knaap en Maas. De avond i
gegeven worden in het nieuwe clu
gebouw van den heer Jacson.en da
thans reeds een ruim fonds isbijee
gebracht, belooft dit feest een succ
te zullen worden.
Oproer in Britsch-ïndië.
In de valleien aan de Afghaanse!
grens blijft het onrustig. Nu is we
uit Kohat bericht ontvangen, dat
machtige stam der Oerakzai teek
nen van oproerigheid vertoont. De:
streek wordt in bedwang gehoude
door fort Lockhart, waar zes eon
pagnieën Sikhs in garnizoen liggei
versterking is naar dat fort gezonde
In de Swat-vallei is de "orde ni
meer verstoord. Daarentegen is Zate
dagnacht te Tsjerat heftig geweei
vuur gehoord in de richting van hi
fort Sjabkader, dat onlangs aangi
vallen is. Te Pisjawar, slechts 1
mijlen van bet fort verwijderd, maat
men zich ongerust.
Men zegt dat zelfs Afghaanse!
soldaten deelgenomen hebben aan de
aanval op fort Sjabkader.
Officieel is van het gelijktijdig t«
rugroepen der Afghaansche agente
uit Calcutta, Bombay, enz. niets be
kend.
Verschil tusschen
Japanneezen en Chineezen
Een oud, kundig Engelschman, ri
als reiziger, zich dikwijls en lang
Japan heeft opgehouden, liet zie
korten tijd geleden over deze beid
naties uit als volgtDe Japannec
is de hoffelijkste, vroolijkste, voorin
mendste menseh, dien men zich dec
ken kan. Schijnbaar gaat hij dadelij
op eene hem voorgestelde aanbiedir
met groote bereidwilligheid in. Mi
den Chinees daarentegen is het zei
moeilijk om het eens te worden. Hc
bescheiden men ook in zijne eische
tegenover hem zyn mag, hij beproef
steeds met de geniaalste kunstgrepei
met de stoutste beweringen en mi
leugens, die hemeltergend zijn, noj
grooter voordeelen voor zich te vei
krijgen. Voordat de Chinees een eor
tract afsluit, is hy tot alles in staa
wat hem voordeelig kan zijn. Heef
men echter eindelijk met hem ee
contract gesloten, dat niet ander
gaat dan na eene lange en moeilijk
gen en belegeringen, over de toekomst van Frankrijk
en van Elzas-Lotfiaringen, over den afstand dezer pro
vinciën aan Duitschland, over Jeanne en haar ouders.
Eens vertelde de kapitein, dat een zoon van den heer
De Parmentier sedert den slag bij Sedan vermist werd
zekere tyding van zyn dood had men nog niet, maar
men nam aan. dat hij gevallen was.
Oplettend hoorde Axel naar de woorden van zyn
ouden vriend.
„By welk regiment stond de zoon van meneer De
Parmentier
„By het vierde regiment der kurassiers
„Ik vermoedde het al. Hij is het!
„Wat scheelt u?"
„Ik kan u bepaalde berichten geven over den broe
der van Jeanne. Ziet u eens, meneer Hoffer, dezen ring
dit kruis
Hij haalde uit zijn portefeuille de beide voorwerpen
te voorschijn, die de stervende officier bij de kurassiers
hem na den slag bij Sedan had gegeven.
„Dit wapen is dat het wapen der familie De Par
mentier
„Ja, jaHoe komt n aan die voorwerpen Dit kruis
behoorde aan myn neef Maxime. Jeanne draaft er pre
cies zoo een, mevrouw De Parmentier heeft die aan
haar kinderen gegeven."
„De vrede geeft de dooden niet terug, mijn beste
oude vriend," antwoordde Axel diep bewogen. „Ik
breng bericht van hem, maar van iemand, die gelyk
uw zoon den heldendood van een dapperen soldaat
stierf. De jonge officier by de knrassiers en ik, wy
hebben onze degens gekruist voor Sedan, hy heeft mij
gekwetst, maar ik was het niet, die hem de doodelijke
wond toebracht In den woesten strijd van man tegen
man werden we weer gescheidenna den slag vond
ik hem weer, een schot had hem neergeworpen in
zyn doodsiryd mocht ik hem nog verkwikken met een
laatsten dronk, bijna bewusteloos gaf hy my dit kruis
en den ring om ze aan zijn moeder te geven. Voor hij
my echter den naam kon noemen stierf hij in myn
armen. Do oorlog veroorloofde my niet onderzoek te
doen naar de familie van den gestorvene, het toeval,
neen, een beschikking des hemels heeft my hierheen
gevoerd, waar ik zijn ouders vind. Meneer Hoffer. neemt
u het kruis en den ring en geeft u ze aan mevrouw
De Parmentier."
„Welk een wonderbare beschikkingAcb, mijn
jonge vriend, nu zal alles zich ten beste keeren. De
vrede geeft ons wel niet de dooden terug maar onze
dierbare overledenen zijn niet vergeefs gestorven, zy
hebben voor ons niet alleen den vrede verworven, hun
bloed is ook liet zaad, waaruit voor ons de bloemen
van het geluk zullen opschieten."
„Meneer Hoffer
„Ja, de bloemen van het geluk voor u en Jeanne,
myn arm, trotsch meisje. Ik snel heen, om deze voor
werpen aan den heer De Parmentier en zyn vrouw te
overhandigen. Nu zullen zy niet weigeren om n mijn
vriend, te ontvangen
„Zy wilden my dus niet ontvangen Om welke re
denen niet?"
9Wyl zy wisten, dat Jeanne u liefheeftStil, stil,
myn beste jongen je behoeft niet te blozen.Het
lot heeft my nu eens tot uw advocaat gemaakt, ik zal
mijn post ook tot het einde waarnemen. De heer De
Parmentier vond zyn dochter machteloos aan uw zijde
liggen na het gevecht in het parkuit allerlei andere
feiten kwam hy tot het juiste inzicht, dat tusschen
Jeanne en uMaar mün beste, jonge kameraad, wat
sta ik hier nog en babbel met u? Dat alles kan Jeanne
u nog het best vertellenTot weerziens Tot weer
ziens
Hij snelde weg, Axel in diepe ontroering achterla
tend, die half van blijden, half van angstigen aard was.
Na korten tyd keerde de kapitein terug; met hem
trad de heer De Parmentier binnen.
Sedert verscheidene dagen had Axel reeds het bed
verlaten, hy ging nu den binnentredende vlug tege-
moot.
„Blijft n zitten, meneer," zeide de heer De Parmen
tier, aan wiens bleek gelaat men nog kon zien, welk
een droefheid de mededeeling van den kapitein hem
had bereid.
„U brengt tyding van myn zoon acb, bet spyt
mij, dat ik u niet reeds lang neb opgezochtIk vraag
u wel vergiffenis deze vrecselyke oorlog heeft onze
harten verbitterd nogmaals, ik vraag u vergif
fenis
„Vertelt u van myn zoon," verzocht hij toen met eon
licht bevende stem.
En Axel vertelde van den laatsten rit der Fransche
ruiters, hoe zy zich als helden der oudheid hadden op
geofferd om ae bedreigde infanterie te helpen, hoe zij
zonder te aarzelen in den dood waren gegaan. Hy ver
telde van het gevecht zijner jagers met de Fransche
kurassiershoe de jonge officier was gevallen, hoe li
hem had ondersteund en hoe de jonge man hem he
kruis had gegeven om het aan zyn moeder te geven
„Gelooft u mij, meneer De Parmentier, ik en almjii
krijgsmakkers, die den aanval der Fransche ruiter
hebben gezien, hun dapperheid en doodsverachting, zul
len nooit zonder een rilling van eerbied en ontzag voo
zooveel moed aan hen kunnen denken."
De heer De Parmentier zat zwijgend neer, het hoofi
op de hand leunende, terwijl over zyn bleeke wangei
traan op traan rolde. Eindelijk richte hy langzaam hei
hoofd op en reikte Axel de hand.
„Ik dank u, luitenant," zeide hij op bewogen toon
„De eerbied voor de nagedachtenis van onze gevalle
helden, die gij en uwe kameraden koesteren in ui
hart, is even vereerend voor ons als voor u. Waar on
kunnen wy niet schouder aan schouder staan? Waar
om kennen niet al myn landslieden de Duitschers zoo
als ik ze nu heb leeren kennen Dan zou er veel on
geluk, veel jammer en ellende vermeden zynMaai
kunnen wy geen vrede stichten tusschen de volken
wy kunnen toch, mensch tegenover mensch, vrede ei
vriendschap onder elkander bewaren. Dat willen w<
doen. Voelt u zich sterk genoeg, meneer Yon Simmern
om my te vergezellen? Mijn vrouw en myn doehte
zullen zich verheugen, als ik u by hen breng."
Wordt vervolgd.)