in kunnen slagen de hand te leggen op twee Chineesche valsche munters waarop reeds lang te vergeefs was geloerd. An Eng Tjay van kampong Sam- bongan cn Tan Tjing Yan van Kam pong Boklati hadden samen een ven nootschap aaogegaan tot het maken van valsch geld. Het was zeer moei- lyk de vogels te knippen en dus zaak iemand te vinden, die geheel hun ver trouwen won. Yoor dat gevaarlyke baantje bood zich magang Sleman aan. Hy gaf zich uit voor een handelaar van Pasoeroean, Berdam genaamd, die in den laatsten tyd in moeilijkheden was geraakt en daarom besloten had op een andere manier den kost te verdienen. De Chineezen vertrouwden hem en Sle man werkte een paar dagen met hen mee, totdat hij de politie volledig kon inlichten. De controleur van politie en de adjunct-djaksa besloten toen gister avond hun slag te slaan. Zy stelden zich, slechts door een paar oppassers vergezeld, verdekt in de nabijheid van het huisje op. Als het werk druk aan den gang was, zou Sleman een koelie zenden die vooraf was inge- wnd. Sleman wist de achterdeur van het huis van buiten gesloten te krygen, zonder dat de munters het merkten, om ontvluchting te beletten. Daarna maakte hy zich meester van een flesch met sterkwater, een scheermes cn een vijl, onder het voorgeven, die op een rak te willen leggen omdat ze toch niet dadelyk noodig waren. Toen dat was gebeurd, riep by den in het com plot zynden koelie aan om saté te gaan halen, in werkelijkheid om de politie te waarschuwen. Zoodoende kreeg hij de paling pintoe van de voordeur af zonder dat de twee Chi neezen begrepen waarom het te doen was en konden de controleur en ad- iunct-lioofddjaksa het huis onbemerkt binnen komen, en van achter de gor dijn die het voorvertrek van het ach terhuis scheidde, het werk der falsa rissen geruimen tyd gadeslaan. Op een gegeven moment drongen zij daar op verder en overrompelden de kerels, toen zij druk bezig waren. Verscheidene afgewerkte en onaf gewerkte muntstukken werden ge vonden. De valsche munters kregen voorloopig vrij logies. Soerabaja is daardoor weer tyaelyk een paar ge vaarlijke burgers kwijtgeraakt. Wij hopen dat den magang Mas Ngabehi Prawiro adiwidjojo een be looning niet zal ontgaan. Bestuur en politie hebben zulke menschen noo- aig en vindt men ze, dan behoort men ze aan te moedigen om op den inge slagen weg door te gaan. De Soer. CL meldt Op de gratie-rekesten door Poei Tjin Tik. Har Siau Gwan en Han T^jon Ling en hunne familieleden rn- fediend, is gelijk veilig voorspeld on worden, afwyzend beschikt. De vrienden zullen dus hun 15,10 en 10 jaren hebben te ondergaan, met eenige jaren gijzeling voor het geval de boete niet betaald wordt. De genoemde valsche-bankbiljetten- makers zullen nu weldra naar Batavia worden opgezonden, waar zij hun straftijd hebben te ondergaan na hier van de halsbandjes te zyn voorzien. De Loc. verneemt, dat zij hun straf tijd niet te Batavia zullen uitdienen, maar ergens naar de buitenbezittin gen worden gezonden. Invoer van BloemboUen in Noorwegen. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belang hebbenden dat, blijkens mededeeling van den consul-generaal te Christiania, met ingang van 7 dezer, de invoer van bloembollen in Noorwegen is be last met een recht van 0.25 kronen <1 kroon is ongeveer f 0.66 Va) per kilogram. Letteren en Kunst. Uit Amsterdam. Nederlandsche Opera. Directie C. v. d. Linden. Ter aanvulling van ons bericht omtrent de a. s. opvoering van „De Afrikaansche" diene het volgende: Gebruik makende van de gemachi- neerde inrichting van het tooneel in den Stadsschouwburg wil de nieuwe tooneelchef, de beer Karl Schwedler op waardige wijze zijne bekwaamheid toonen. Dientengevolge is het schip, dat in het derde bearyf het geheele tooneel inneemt, zoodanig gebouwd, dat het gedurende den storm en het gevecht geheel kan verzinken en de zee erover heen gaat. Deze inrichting alleen by de groote theaters gebrui kelijk, zal nu ook hier voor 't eerst worden toegepast. De Manzanillaboom, welker gebla derte den dood verspreidtzal in het vyfde bedrijf het geheele tooneel in nemen. Dit nieuwe decor is het werk van den heer A. C. Sommer te 's Hage, evenals de tropische decors van net vierde bedryf (Madagascar). Spori en Wedstrijden "Wielerwedstrij denMaastricht. De uitslag van den Zondag te Maastiieht gehouden wielerwedstrijd is geweest als volgt L Match Jaap Eden—Meyers- Gorla; deze laatste ter vervanging van Kingma. Afstand 2000 M. I. Gorla—Meyers. Winner Meyers in 3 min. 523/5 sec. n. Gorla—Jaap Eden. Winner Jaap Eden in 3 min. 45 sec. HL Jaap Eden—Meyers. Winner Jaap Eden in 4 min. 50 Ys sec. Finale1 Jaap Eden. 2 Meyers. 3 Gorla. Tijd 3 min. 30'/s see. II. Wedstryd voor multiplets over 3000 M. 1. Quadruplet-Castadot, Luik; 2. Triplet-Ferry, Luik; 3. Tandem-Klok, Hasselt. Tijd 4 min. 4*5. IH. 25 KM. race met gangmakers voor amateurs. 1 A. Maas, Houthcm, in 35 min. 47Ys sec.; 2 X van Werseh, Maas tricht, in 36 min. 39 sec.; 3 H. France, Zeist. De gangmaking van dezen laatste was onvoldoende. Grand prix d'Ostende. Onder groote belangstelling van het talryke publiek en goed weer, zyn de wedstrijden te Ostende aan gevangen. Eerste dag. Ie serie 1. Protin. 2. Kraemer. T. 3 min. 482/s sec. D. T. 243/s sec. 2e serie1. Fiseher, 2. Gorla. T. 3 min 492/s sec. D. T. 27Ys sec. 3e serie: 1. Chinn, 2. Smits. T. 3 min. 50 Ys sec. D. T. 20 sec. 4e serie: 1. Singrossi, 2. Van den Born. T. 3 min. 35 3/s see. D. T. 243/c sec. 5e serie1. Trèves, 2. Kraemer. T. 2 min. 30 Vs sec. D. T. 233/s sec. 6e serie wordt geannuleerd, daar de rijders Barden, Charley en J. Dax vielen. 7e serie: 1. Thelinge, 2. Houben. T. 3 min. 273/s sec. D. T. 243/5 sec. N. P. je serie1. Gascoyne, 2. TerriLL T. 3 min. 1ö3'5 sec. D. T. 234/5 sec. •e serie: 1. Ruïnart, 2. Deleu. T. 3 min. 392/3 sec. D. T. 234/s secs. 10e serie1. Impens, 2. Eros. T. 3 min. 283/s sec. D. T. 25 sec. 6e serie overgereden1. Barden. 2. Roberston. T. 3 min. 502/5 sec. D. T. 253/s sec. Ie serie: 1. Van den Born. 2. Lequeu. T. 3 min. _252/5 sec. D. T. 232/5 sec. 2e serie1. Eros. 2. Deleu. T. 2Ys min. D. T. 25Ys sec. De finale wordt den volgenden dag gereden. GEMENGD NIEUWS. Duel tusschen prins Henri van Orleans en den graat van Turijn. Omtrent dit duel, waarvan weden afloop in ons vorig nummer vermeld den, kunnen we nog mededeelen, dat de beide partijen zich 's morgens tegen 4 uur naar de bepaalde plaats te Vau- cresson begaven, terwijl de ingang van hot boseli, waar het tweegevecht ilaats had, streng door de politie iewaakt werd. Trouwens was het geheim uitste kend bewaard: het gevecht liep ten einde, zonder dat iemand er aan dacht. De graaf Leontief had de regeling van het duel, dat van beide zyden met groote levendigheid en hard nekkigheid geleverd werd. Zoodra de degens elkaar kruisten viel de prins van Orleans met kracht uit, en de ander retireerde bijna tot aan de grens van het voorgeschreven terrein, doch begon daarna van zijn kant den aanval en trof zyn tegen stander aan den schouder, doch de bekomen wonde werd niet ernstig genoeg geacht om het doen ophouden van not gevecht te rechtvaardigen. By de volgende party, die even heftig was, kreeg de Graai van Turijn een wond aan de hand, twee vol gende partyen eindigden beide met een langdurig z.g. corps a corps (het schermen op degen-afstand), eindelijk, bij de vyfde party, werd prins Henri van Orleans in het onderlijf troffen. Het gevecht had toen ongeveer een half uur geduurd. De tegenstanders gaven elkaar de hand. De wond van prins Henri is zonder levensgevaar, doch ernstig, het staal is tamelyk diep doorgedrongen; een halve centimeter dieper, zou het de ingewanden aangedaan hebben. Toch heeft de gekwetste na een eerste verband zyn rijtuig zonder hulp kunnen bereiken. Hy reed naar het huis van den hertog van Char- tres, waar hij zich te bed begaf. Keizer Wilhelm in Rusland. De GrasJidanin laat zich op de volgende wijze uit over het bezoek vau keizer AVilhelm aan Rusland. Naar de indrukken te oordeelen, welke keizer Wilhelm hier door zijn persoon gemaakt heeft, moet men zeggen, dat zyn reis iets hoogers gold dan een bloot bezoek. Het was een gedachtenwisseling van politieke be schouwingen over den toestand van Europa; zij gaf den keizer gelegen heid, zich de sympathie der Russische maatschappij te verwervenhet was een gebeurtenis, die dezen wensch met succes bekroonde. Deze indruk is van zeer ernstigen aard; hij bevestigt in eiken Rus de overtuiging, dat, wanneer de keizer de hulp van Rusland moet hebben, hij in zyn dqorluchtigen buurman een houwen vriend zal vinden. In de internationale politiek heeft zulk een indruk zyn waarde en welk een en thousiasme zich twee weken later ook mag ontwikkelen ter eere van de Fransch—Russische sympathiën, de duurzaamheid van den sympathieken indruk, welken de Duitscne keizer te voorschijn heeft geroepen, wordt daardoor niet vernietigd en met ver zwakt. De kluts kwijt. In Weenèr tooneelkringen doet het verhaal de ronde van een gewezen primadonna, die tot keizerlijk kamer zangeres benoemd was en een audiën tie oij keizer Frans Jozef bekomen had. Men had haar op 't hart ge drukt te zeggen"Myn onderdanig- sten dank voor de hooge onderschei ding." Doch zy, zenuwachtig, zeide: „Mijn lioogen dank voor do onder- danigste onderscheiding." De keizer nam welwillend in aanmerking, dat de diva ditmaal zonder souffleur op getreden was! Keizer Menelik. Een aardige en ware anecdote van de laatste reis van den heer Lagarde in Abessynië, vertelt de Figaro De Fransen© gevolmachtigde was te weten gekomen dat de keizerin Tahitou zeer gaarne een naaimachine wilde hebben en had zich dus be ijverd om er een mede te nemen. Maai de Abessynisehe -wegen zijn nog niet met hout geplaveid en hoe goed de machine ook was ingepakt, het schokken had haar geen goed gedaan. Toen de kist te Addis Abeba werd geopend zag de heer Lagarva tot zijn spijt dat de naaimachine onklaar was. Hij wist niet wat hij doen moest. Maar keizer Menelik keek de ma chine goed aan en merkte op, dat er een veer van hare plaats was ge sprongen. „O", zeide hij. „we behoe ven dat enkel maar in orde te bren gen en dan zal de machine wel goed gaan." Zoo gezegd, zoo gedaan. Met een tikje van een hamer bracht Menelik alles op zijn plaats terug en de machine naaide prachtig tot groot genoegen van keizerin Tahiton. De moordenaar van Canovas. Na voorlezing der acte van be sehuldiging, waarbij de doodstraf werd geëischt, betoogde de advocaat van den beschuldigde, dat de daad aan krankzinnigheid is toe te schrijven. De krijgsraad sprak eenstemmig de doodstraf uit. De president belette Angiolillo eene pleitrede voor de anarchie te houden. Na goedkeuring van het vonnis door den kapitein- generaal zal Angiolillo worden te rechtgesteld, waarschijnlijk zal hij in de gevangenis geworgd worden. Het spoorwegongeluk bij Celle. Zooals reeds is medegedeeld, is Zaterdagavond de D-trein van Frank fort naar Hamburg, omstreeks 9 uur ontspoord tusschen Geile en Uelzen, waarbij drie personen gedood en een groot aantal reizigers gewond wer den. De Har/tb. Korr. ontvangt van een ooggetuige de volgende mededee ling over het ongeluk „De D-treiu had Celle gepasseerd. De trein reed kalm voort, toen plot seling in mijn waggon alle lichten uitgingen. Op hetzelfde oogenblik vernamen wy aan het hoofd van den trein een steeds sterker wordend kra ken en knetteren. De bodem onder ons en hot dak boven ons hoofd gin gen krom staan en wij werden heftig aoor elkander geschut. De pakjes en valiezen vielen uit het net op ons hoofd. Er >vas geen twijfel meer aan er moest wat gebeurd zijn. Plotseling helde do waggon, en stond toen stil. Een verschrikkelijk gesteun en ge roep om hulp, met angstige kreten er onder door, klonk ons in de ooren. Allen sprongen op, doch het was onmogelijk een deur of raam te ope nen, zoo was bet hout en het ijzer verbogen. "Wij klommen eindelijk uit een raam en konden toen zien wat er gebeurd was. De zware locomotief was uit de rails geloopen, en in een boscbje naast den weg gereden, waar zy thans half staand, half liggend in den grond zat. De postwagen, die achter de locomo tief kwam, was in duidend stukken geslagen; een der lange zyden van den wagen lag op het dak van den volgenden personenwagen. Dit was een rookwagen derde klasse, waarvan de voorste helft geheel verpletterd was. De lange waggon was ih letter lijken zin rond gebogen. Ik bevond mij in de achterste helft van dezen waggon en bleef als door een wonder ongedeerd. Onmiddellijk" gingen wij aan het reddingswerk, want voor ons was het gevaar voorbij. De machinist was ge red, wat een groot geluk mocht hee- ten; de man werd van do machine geslingerd, doch had zich bijna niet bezeerd. Onmiddellijk sprong hij op de machine en zette de veiligheids klep open, waardoor een ontploffing voorkomen werd. Ook de postbeambten waren bijna ongedeerd uit hun totaal vernielden waggon geslingerd. De aanblik dien het tooneel ople verde, was ontzettend. Het eerste wat ik zag, was een man, wiens hoofd geheel van de romp geseheiden was. Vier dooden werden nog uit de wag gons gehaald (in de officieele berich ten wordt slechts van drie dooden melding gemaakt). Iedereen die kon, poogde te helpen. Doch er behoorde moed en koelbloe digheid toe. Hartverscheurend was het klagen, steunen, en kei-men dei- gewonden in het voorste deel van den personenwagen. De bodem was tot splinters gedrukt, en tusschen die splinters zaten mannen, vrouwen en kinderen vastgeklemd. Omstreeks den tijd waarop het ongeluk plaats had, het zal kwart vóór negen geweest zijn, moet de trein, van Hamburg voorbij de plaats ko- men, waar de weg door het gebroken materiaal versperd was. Het gelukte dezen trein even voor de plaats van de ramp te doen stoomen naar het vorige station om hulp te halen. Na verloop van twee uur kwam uit Uel zen een hulptrein, waarin zich de inspecteur der spoorweglyn, genees- heeren en hospitaal-personeel met ver bandmiddelen bevonden. Even te vo ren was ook uit Celle een hulptrein met geneeskundige hulp aangekomen. Met vereenigde krachten gelukte het alle gewonden uit den vernielden wag gon te voorschijn te halen. Het aantal gewonden bedroeg ongeveer 20, waar onder enkele zwaai- gewonden. Een oude vrouw, die met nare twee klein kinderen in den trein was, had beide beenen gebroken; een der kinderen bad een gebroken been, het andere was geheel ongedeerd. Met verpletterde beenen, lag onder een der raderen een man te kermen; naast hem lag zijne vrouw, die ernstig aan het hoofd gewond was. Terwijl de gewonden naar het hospitaal te Geile weiden gebracht, transporteerde men de lijken naar Esehede, het diehtstbygelegen station. Over de oorzaak van het ongeluk was niets te weten gekomen; noch van het personeel, noch van de rei zigers wist iemand hoe liet ontsporen in zijn werk was gegaan. Tegen 2 uur in den nacht kwamen wy met een extratrein te Esehede aan, van waar wij de reis naar Ham burg konden voortzetten." Uit Hamburg wordt officieel ge meld, dat drie personen gedood zyn Ernst Otto uit Flensburg. Scbaer uit Gronau en Henning uit Hamburg; voorts zijn 16 personen gewond, waaronder drie zwaar. De oorzaak van het ongeluk is niet bekend; de spoorwegdirectie heeft onmiddellijk een onderzoek doen instellen. Dooi de ontspoorde waggons was het ver keer tot vyf uur in den morgen ge stremd toen was het westelijk spoor weder ontruimd en konden de treinen van Celle weder naar Esehede ver trekken. Onmiddellijk|heeft de directie maatregelen genomen, om in het ver voer van reizigers op de snelste wijze te voorzien. Uit Transvaal. De Z.-A. Republiek heeft nu ook haar krankziunigen-quaestie. De hee- ren van Wijk "en Dieperink, leden van den Volksraad, hadden naar aan leiding van zekere onthullingen over hetgeen er in het krankzinnigenge sticht voorviel, reeds een motie inge diend, waarin niet alleen de directeur, dr. Smeenk, maar ook het curatorium betrokken werd; deze motie is echter ingetrokken. De Volksstem zegt van deze quaestie: „Nadat de Volksraad zich sedert de oprichting van het krankzinnigen gesticht in 1891 weinig of niets aan ae verpleging der arme krankzinni gen heeft laten gelegen liggen en de zorg voor hen geheel aan de regeering heeft overgelaten, meent plotseling de heer Van Wyk tot de ontdekking te komen, dat er schanddaden gepleegd worden, en gevoelt hij zich gedrongen deze ter kennis van den Raad te brengen. Dit komt ons wy willen niet zeggen verdacht, maar toch onbegrij pelijk voor. In het jaarverslag over 1892 klaagde dr. Messum, de toenmalige bezoekende geneesheer, reeds dat er te weinig gelegenheid was voor ontspanning der krankzinnigen, wat natuurlijk hun mogelijk herstel in den weg stond. En telken jare kwam dezelfde klacht terug. Geen raadslid verhief zijn stem, zoodat in het laatste verslag nog over dit gebrek aan ontspanning gespro ken wordt. In het jaarrapport over 1893 achtte het curatorium het reeds noodig een by het gesticht wonend geneesheer die tevens specialiteit was, te verkrij gen. Eerst in 1896 is zulk een krank zinnigen-dokter aangesteld, nadat ook dr. Messum de noodzakelijkheid in zijn verslag van zulk een benoeming bad aangetoond. Waar waren de raadsleden in 1894 om op voorziening iir dit gebrek aan te dringen? Gedurende het jaar 1894 werd op zekeren morgen .een patiente gevon den in het gesticht met den arm nabij het schoudergewricht gebroken. 22 dagen later overleed zy. Dit wordt officieel in het verslag gerapporteerd, benevens dat er een menigte kleine ongevallen plaats hadden, b.v. doordat patiënten vochten en elkander ver wondden of wegens het vallen en be- zceren van lien die lijdende waren aan vallende ziekten. In ditzelfde jaarrapport wordt het betreurd „dat er niet meer aandacht besteed wordt aan bekwame verple- BVóor de komst van dr. Smeenk in Juni '96, werd den lOden Februari door een krankzinnige zelfmoord ge pleegd. Door dr. Smeenk is een meisje ontslagen dat lang voor zijn komst in het gesticht was opgenomen en bij onderzoek bleek volstrekt niet krank zinnig te zyn. Een kleurlingpatient die lijdende was aan een ziekte die het noodig maakte dat hy afgezonderd werd, was niet geïsoleerd. Al deze feiten zyn officieel in de verslagen opgenomen en by deze klachten heeft de Volksraad gezwe gen en hebben noch de heer Vorster in den Tweeden Raad, noch de heer Jan de Beer in den Eersten Raad, die Vrijdag beweerden dat de Vol raad met doof mocht zyn voor! schuldigingen als die toen werden i gebracht, hun stem do'en hooren. V anwaar dit stilzwijgen dier heei gedurende al die jaren en vanwj hun ijver by de onduidelijke klach; van den beer Van Wyk? Misschien dat de motie van hei voor Krugersdorp uitwerkt dat leden van den Volksraad hun hela; stelling in de verpleging van de krai zinnigen toonen door een onverwa* bezoek aan bet gesticht datsèd de oprichting slechts eenmaal dei van zulk een bezoek genoot, i zich met eigen oogen van de veq ging der patiënten te overtuigen." Koninginnefeest in Zuid Afrika. De VóUcsstem deelt mede, dat feestviering van den I7en gebooi dag van H. M. Koningin Wilhelm der Nederlanden op 31 Angus! e. k. te Pretoria zal bestaan uit: 1. Een kinderfeest in hetBurge park van 1 uur tot half zes in c namiddag, alwaar, behalve verscl lende kinderspelen, oen pantomi zal vertoond worden en een goochel! zijn kunsten zal ten beste geven. Voor de bijwoning van dit kindi feest worden de kinderen van a openbare en door den Staat gesi sidieerde scholen uitgenoodigd! E! ken de bijdragen, die de uitvoeii van het plan moeten mogelijk mak ruim toe te vloeien, dan worden o alle kinderen uitgenoodigd. 2. Een soiree in het Presidents Ti ater, waarbij haar medewerking lie ben toegezegd: De Vereeniging „Ón Taal", „de Pretoria Orkestvereei ging" het Hollandscli Mannenkoor het Muziekgezelschap der .Centre Club". 3. Een feestsouper met gelegenbe tot dansen na afloop daarvan in 1 Grand Hotel. Ook te Standerton zal de a.s. ve jaardag van H. M. Wilhelmina fee telijk worden hei-dacht door een co eert, souper en bal, waarvoor zich e comité heeft gevormd bestaande i de heeren v. Hasselt, V. d. Wa Rink, Knaap en Maas. De avond i gegeven worden in het nieuwe clu gebouw van den heer Jacson.en da thans reeds een ruim fonds isbijee gebracht, belooft dit feest een succ te zullen worden. Oproer in Britsch-ïndië. In de valleien aan de Afghaanse! grens blijft het onrustig. Nu is we uit Kohat bericht ontvangen, dat machtige stam der Oerakzai teek nen van oproerigheid vertoont. De: streek wordt in bedwang gehoude door fort Lockhart, waar zes eon pagnieën Sikhs in garnizoen liggei versterking is naar dat fort gezonde In de Swat-vallei is de "orde ni meer verstoord. Daarentegen is Zate dagnacht te Tsjerat heftig geweei vuur gehoord in de richting van hi fort Sjabkader, dat onlangs aangi vallen is. Te Pisjawar, slechts 1 mijlen van bet fort verwijderd, maat men zich ongerust. Men zegt dat zelfs Afghaanse! soldaten deelgenomen hebben aan de aanval op fort Sjabkader. Officieel is van het gelijktijdig t« rugroepen der Afghaansche agente uit Calcutta, Bombay, enz. niets be kend. Verschil tusschen Japanneezen en Chineezen Een oud, kundig Engelschman, ri als reiziger, zich dikwijls en lang Japan heeft opgehouden, liet zie korten tijd geleden over deze beid naties uit als volgtDe Japannec is de hoffelijkste, vroolijkste, voorin mendste menseh, dien men zich dec ken kan. Schijnbaar gaat hij dadelij op eene hem voorgestelde aanbiedir met groote bereidwilligheid in. Mi den Chinees daarentegen is het zei moeilijk om het eens te worden. Hc bescheiden men ook in zijne eische tegenover hem zyn mag, hij beproef steeds met de geniaalste kunstgrepei met de stoutste beweringen en mi leugens, die hemeltergend zijn, noj grooter voordeelen voor zich te vei krijgen. Voordat de Chinees een eor tract afsluit, is hy tot alles in staa wat hem voordeelig kan zijn. Heef men echter eindelijk met hem ee contract gesloten, dat niet ander gaat dan na eene lange en moeilijk gen en belegeringen, over de toekomst van Frankrijk en van Elzas-Lotfiaringen, over den afstand dezer pro vinciën aan Duitschland, over Jeanne en haar ouders. Eens vertelde de kapitein, dat een zoon van den heer De Parmentier sedert den slag bij Sedan vermist werd zekere tyding van zyn dood had men nog niet, maar men nam aan. dat hij gevallen was. Oplettend hoorde Axel naar de woorden van zyn ouden vriend. „By welk regiment stond de zoon van meneer De Parmentier „By het vierde regiment der kurassiers „Ik vermoedde het al. Hij is het! „Wat scheelt u?" „Ik kan u bepaalde berichten geven over den broe der van Jeanne. Ziet u eens, meneer Hoffer, dezen ring dit kruis Hij haalde uit zijn portefeuille de beide voorwerpen te voorschijn, die de stervende officier bij de kurassiers hem na den slag bij Sedan had gegeven. „Dit wapen is dat het wapen der familie De Par mentier „Ja, jaHoe komt n aan die voorwerpen Dit kruis behoorde aan myn neef Maxime. Jeanne draaft er pre cies zoo een, mevrouw De Parmentier heeft die aan haar kinderen gegeven." „De vrede geeft de dooden niet terug, mijn beste oude vriend," antwoordde Axel diep bewogen. „Ik breng bericht van hem, maar van iemand, die gelyk uw zoon den heldendood van een dapperen soldaat stierf. De jonge officier by de knrassiers en ik, wy hebben onze degens gekruist voor Sedan, hy heeft mij gekwetst, maar ik was het niet, die hem de doodelijke wond toebracht In den woesten strijd van man tegen man werden we weer gescheidenna den slag vond ik hem weer, een schot had hem neergeworpen in zyn doodsiryd mocht ik hem nog verkwikken met een laatsten dronk, bijna bewusteloos gaf hy my dit kruis en den ring om ze aan zijn moeder te geven. Voor hij my echter den naam kon noemen stierf hij in myn armen. Do oorlog veroorloofde my niet onderzoek te doen naar de familie van den gestorvene, het toeval, neen, een beschikking des hemels heeft my hierheen gevoerd, waar ik zijn ouders vind. Meneer Hoffer. neemt u het kruis en den ring en geeft u ze aan mevrouw De Parmentier." „Welk een wonderbare beschikkingAcb, mijn jonge vriend, nu zal alles zich ten beste keeren. De vrede geeft ons wel niet de dooden terug maar onze dierbare overledenen zijn niet vergeefs gestorven, zy hebben voor ons niet alleen den vrede verworven, hun bloed is ook liet zaad, waaruit voor ons de bloemen van het geluk zullen opschieten." „Meneer Hoffer „Ja, de bloemen van het geluk voor u en Jeanne, myn arm, trotsch meisje. Ik snel heen, om deze voor werpen aan den heer De Parmentier en zyn vrouw te overhandigen. Nu zullen zy niet weigeren om n mijn vriend, te ontvangen „Zy wilden my dus niet ontvangen Om welke re denen niet?" 9Wyl zy wisten, dat Jeanne u liefheeftStil, stil, myn beste jongen je behoeft niet te blozen.Het lot heeft my nu eens tot uw advocaat gemaakt, ik zal mijn post ook tot het einde waarnemen. De heer De Parmentier vond zyn dochter machteloos aan uw zijde liggen na het gevecht in het parkuit allerlei andere feiten kwam hy tot het juiste inzicht, dat tusschen Jeanne en uMaar mün beste, jonge kameraad, wat sta ik hier nog en babbel met u? Dat alles kan Jeanne u nog het best vertellenTot weerziens Tot weer ziens Hij snelde weg, Axel in diepe ontroering achterla tend, die half van blijden, half van angstigen aard was. Na korten tyd keerde de kapitein terug; met hem trad de heer De Parmentier binnen. Sedert verscheidene dagen had Axel reeds het bed verlaten, hy ging nu den binnentredende vlug tege- moot. „Blijft n zitten, meneer," zeide de heer De Parmen tier, aan wiens bleek gelaat men nog kon zien, welk een droefheid de mededeeling van den kapitein hem had bereid. „U brengt tyding van myn zoon acb, bet spyt mij, dat ik u niet reeds lang neb opgezochtIk vraag u wel vergiffenis deze vrecselyke oorlog heeft onze harten verbitterd nogmaals, ik vraag u vergif fenis „Vertelt u van myn zoon," verzocht hij toen met eon licht bevende stem. En Axel vertelde van den laatsten rit der Fransche ruiters, hoe zy zich als helden der oudheid hadden op geofferd om ae bedreigde infanterie te helpen, hoe zij zonder te aarzelen in den dood waren gegaan. Hy ver telde van het gevecht zijner jagers met de Fransche kurassiershoe de jonge officier was gevallen, hoe li hem had ondersteund en hoe de jonge man hem he kruis had gegeven om het aan zyn moeder te geven „Gelooft u mij, meneer De Parmentier, ik en almjii krijgsmakkers, die den aanval der Fransche ruiter hebben gezien, hun dapperheid en doodsverachting, zul len nooit zonder een rilling van eerbied en ontzag voo zooveel moed aan hen kunnen denken." De heer De Parmentier zat zwijgend neer, het hoofi op de hand leunende, terwijl over zyn bleeke wangei traan op traan rolde. Eindelijk richte hy langzaam hei hoofd op en reikte Axel de hand. „Ik dank u, luitenant," zeide hij op bewogen toon „De eerbied voor de nagedachtenis van onze gevalle helden, die gij en uwe kameraden koesteren in ui hart, is even vereerend voor ons als voor u. Waar on kunnen wy niet schouder aan schouder staan? Waar om kennen niet al myn landslieden de Duitschers zoo als ik ze nu heb leeren kennen Dan zou er veel on geluk, veel jammer en ellende vermeden zynMaai kunnen wy geen vrede stichten tusschen de volken wy kunnen toch, mensch tegenover mensch, vrede ei vriendschap onder elkander bewaren. Dat willen w< doen. Voelt u zich sterk genoeg, meneer Yon Simmern om my te vergezellen? Mijn vrouw en myn doehte zullen zich verheugen, als ik u by hen breng." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2