nooit zagen wy de zaal zoo drnk be
zocht.
In de Vauxhal gaf de vereeniging
„Proza en Poëzie" eene uitvoering, die
feopend werd met het zingen van
et Wilhelmus in de oude toonzet
ting door het koordat daarna ten
gehoore bracht „Neèrlands Taal" van
A. Stibbe en „Vreedzaam" van A.
L. Dobbelsteen. Het werd luid toe
gejuicht.
De voordracht, „Ook een lid" en
„Breydel en de Coninck", groot histo
risch dramatisch, duo voor tenor en
bariton van H. Cartel, werden even
eens met applaus bekroond.
Het laatste nummer van het pro
gramma was: „Een onrustige nacht,
oorspronkelijk kluchtspel in écn be
drijf van M. J. Gillissen.
De titel was juist. Inderdaad had
Labberdaan, een oud-vrygezel, een
onrustigen nacht. Eerst wordt hem
een kind door de nachtwacht ge
bracht, dat hij naar het politiebureau
moest brengendaarna komt een
dief binnen, die hem dreigt het leven
te benemen, indien hij hem niet een
uacht huisvest; vervolgens krygt hy
bezoek van de politie, die den dief
zoekt en aan wie Labberdaan eerst
uit angst voor den dief niet durft
zeggen, dat hij dezen verbergt; daarop
zwaait een dronken man het huis in,
die denkt dat hy thuis is en te bed
gaat: ten slotte, als hij de politie wil
gaan halen, wordt hy door drie ge
maskerde mannen overvallen, die
later blyken zyn neven te zijn. Zy
verlossen hem ten laatste van den
dronken man.
In Felix Favore gaf liet Genoot
schap „Melpomene en Thalia," eene
goede bekende van het Haarlemsehe
publiek, eene uitvoering.
Als eerste nummer kwam op het
programma voor: De mislukte kraam
visite, komische voordracht met zang,
door 8 heeren uit te voeren. De uit
voering van dit nummer kan zeer
goed genoemd worden, gelyk trou
wens van „Melpomene en Thalia" is
te wachten.
Het tweede nummer was: de Mili
taire W illemsorde," oorspronkelijke
dramatische schets in één bedrjjf door
Rosier Faassen. Een knaapje, dat
zyn grootvader, den oud-militair, een
brief van diens zoon, Willem voorlas
vervulde in dit stukje zeer goed zijn
rol. Dit kau ook worden gezegd van
den oud-militair zeiven.
Tot $lot werd voorgedragen eene
komische voordracht met zang door
8 heeren.
Toen de uitvoeringen in de lokalen
waren afgeloopen "was het op de
Marl t al bijna even vol als des mor
gens en nog steeds stroomden de
menschen toe. De meesten kwamen
om de illuminatie van het stadhuis
te zien, die evenals vorige jaren we
der zeer fraai was. De strenge lijnen
van het gebouw kwamen zeer mooi
uit.
Doch weer andereu wilden de mu
ziek van de Alkmaarsche schutterij
onder directie van den heer J. M.
Otto wel eens liooren. Wij Haarlem
mers zyn op het gebied van muziek
echte fijnproevers en erg verwend.
Daarom' ook zijn wij onwillekeurig
geneigd aan vreemde muziekkorpsen
hooge eischen te stellen.
Het concert nu heeft ongetwijfeld
allen toehoorders zeer voldaan. Er
werd goed en zuiver gespeeld.
Onder anderen werd de feestmarsch,
compositie van den directeur zeiven,
heel goed ten gehoore gebracht.
De heer Otto kon niet op hetzelfde
auditorium rekenen; telkens wisselde
liet af. Had men een paar
stukjes gehoord, dan ging men in
den Hout een kijkje nemen, terwijl
weer anderen zich naar de Markt
spoedden. Het was in de Groote
Houtstraat eene gezellige, vroolijke
drukte. Evenals ten vorigen jare be
rokkenden de rijtuigen wel wat last
Misschien zou het overweging ver
dienen, die voortaan op zulke avon
den althans uit de hoofdstraten te
weren.
Er was gelijktijdig ook concert in
het Brongebouw van de Amst. Or-
kestvereeniging, onder directie van
den heer Mann. De verandah was
zeer vol, evenals de Lauben en het
kleine donderbuitj© schrikte niemand
af.
Om het hek, waar het gewoonlyk
nog al vol kan zyn, was evenwel nu
haast niemand te bespeuren.
Anders was het in de Buiten-Socie-
teit, waar Kriens'muziekkorps speel
de. Daar was het even druk als al
tijd. Maar dit had zyne bijzondere
oorzaken. Om 9 uur zou „Zang en
Vriendschap" in de muziektent in den
Hout zingen, en daar houdt het pu
bliek van. „Zang on Vriendschap"
bleef in deze der traditie getrouw.
De liedertafel zong de Volkslie
deren, het „Lentelied" van Verhulst,
het„Koninginnelied" van Philip Loots
(4-stemmig gezet) en „In 't Bosch"
van Verhulst. Een luid applaus be
wees, dat het publiek de uitvoering
zeer waardeerde.
Inmiddels stond men reeds als ha
ringen gepakt voor het paviljoen in
den Hout, waar de Haarlemsehe
Amateur-fotografenclub" te 9*/ï uur
eene scioplicon-voorstelling uit ruim
200 lichtbeelden bestaande gaf. Reeds
dadelijk moet aan de club daarvoor
een woord van lof worden gebracht,
want zelfs op verren afstand was alles
goed zichtbaar.
Wij zagen er de portretten der
koninklijke familie; de koningin op
verschillende leeftijden; gezichten op
de Haarlemsehe kermis; portretten
van de leden van het hoofdbestuur
van de koninginnefeestengezichten
van het koninginnef eest op" Dinsdag
31 Augustus 1897, enz.
Vooral met het laatste was de club
er zeer vlug bij. Er waren onder: ge
zichten op de Markt des morgens;
het portret van den heer Robert, di-
rigeerende, de afvaart der booten;
de Volksspelen op de Ged. O. Gracht
enz., zelfs het antwoord van H. M.
de Koningin op het telegram van de
Feestcommissie. Het publiek ver
maakte zich blijkbaar by deze voor
stelling uitstekend. Tot slot werd eene
groot Bengaalsche verlichting gegeven.
Het is niet overdreven te zeggen
dat het Bestuur van de H. A. F. C„
voornamelijk de heeren Frans Huijs-
ser, C. G. H. Bakker en Maurits
Binger voor deze sciopticon-vertooning
den ganschen dag in de weer zijn
geweest. Zeer zeker hebben zij van
hunnen arbeid volledig succes gehad.
Van alles en nog wat.
Het hoofdbestuur der feestcommis
sie bracht des namiddags aan den heer
Commissaris der Koningin, Mr. G.
van Tienhoven, een bezoek. Hoewel
Mr. van Tienhoven ditmaal geen re
ceptie gaf, was voor deze bezoekers
eene uitzondering gemaakt.
De voorzitter der Commissie, Jhr.
Mr. A. J. Rethaan Macaré, sprak
den heer Commissaris der Koningin
toe, waarop deze hoogst welwillend
antwoordde.
Ook aan het Dagelijkseh Bestuur
dezer gemeente bracht de Feestcom
missie een bezoek op het Stadhuis.
De waarn. burgemeester, de heer M.
O. de Kanter, beantwoordde eene
rede van den heer Macaré.
Acht leden der feestcommissie
brachten, twee aan twee, bezoeken
aan de verschillende scholen voor la
ger onderwijs, waar de kinderen wer
den onthaald. Het waren de heeren
Jhr. H. M. Speelman, L. P. Noë, Mr.
A. W. Thöne, F. C. Hos, Th. G.
Schürmann, P. W. Peereboom, Mr.
F. A. Bijvoet en Dr. H. L. van Lin
den van den Heuvell.
In school B (Spaarnwoudersiraat)
was een orgel, op welks muziek de
kinderen lustig ronddansten.
Er was te elf uur réunie voor de
Feestcommissie in het Brongebouw.
Terwyl binnen de jeugd op de tonen
der muziek lustig rondzweefde, werd
in den kring der Commissie, die onder
de verandah gezeten was, menige
toost uitgebracht, natuurlijk allereerst
op H. M. de Koningin.
Onze verslaggever bij de volks
spelen beklaagt zich over de behan
deling. ondervonden van een lid der
feestcommissie, die hem en zijn col
lega van de Opr. Haarl. Courant op
onheusehen loon gelastte, het kan
toortje te verlaten, waarin zy den uit-
slag zaten op te toekenen. Toen de
jongelieden daarop antwoordden, dat
zy er niet voor nun pleizier waren,
maar voor hun werk voegde, een an
der hun toe, dat de pers zich tegen
woordig te veel inbeeldde en dat
dit maar eens uit moest zyn.
Wy hebben hierover by het hoofd
bestuur ons beklag ingediend.
Het volgende jaar zullen de volks
spelen, als die gehouden worden ge
geven worden op een grooter en ge
schikter terrein.
Er was des middags in 't Bronge
bouw een opgetogen kinderschaar,
om de beroemde komedie van Jan
Klaassen en Katryn in de poppekast
te bewonderen.
In den tuin was concert van het
Haarlemsch Muziekkorps.
De verlichte eerepoort op de Dreef
maakte een zeer goed effect. Jammer,
dat ze niet in de lijn van den hoofd
weg stond, maar een weinig ter zijde
by den ruiter weg.
Wellicht had men veiligheidshalve
deze plek uitgekozen.
De le luitenant J. W. van Alphen
heeft in vijf verschillende lokalen
officieel namens de Commissie het pu
bliek toegesproken, 't Pleit voor zyn
redenaarstalent, dat hij dat overal
verschillend deedalleen het slot was
overal hetzelfde, n.l. een verzoek om
een hoera aan te heften ter eere van
onze koningin.
En dat werd overal met enthousi
asme gedaan.
Het orgelconcert in de Groote kerk
werd des namiddags bezocht door een
groot publiek.
Het telegram van antwoord vanH.
M. de Koningin luidt als volgt:
„Rethaan Macaré". Haarlem.
„Hare Majesteiten dragen mij op
u Hoogst derzelver bijzonderen dank
te betuigen voor den aangeboden ge-
lukwensch."
adjudant VAN TUYLL.
Des avonds te 71/2 uur gaf de keer
Comm. der koningin, Mr. G. van Tien
hoven in zijne woning een diner, dat te
10 uur was geëindigd. Als gasten zaten
aan de heeren: De Kanter, Mrs. de
Haan Hugenholtz en Waller en de heel
de Breuk, wethouders van Haarlem;
de burgemeesters van Haarlemmer-
liede, Spaarndam, Yelsen, Heemstede,
Zandvoort en Bloemendaal, de heeren
J. H. Krelage en F. W. vanEeden;
Chappuis, Bogaert, Badon Gijben,
Geerts, hoofdofficieren; Mrs. Joh.
Enschedé en Jhr. F. W. van b'tyrum,
Mr. S. J. A. van Walcheren, Mr.
W. R. baron van Lijnden, Jhr. Mr.
A. J. Rethaan Macaré, de rijks en de
prov. hoofdingenieurs van den Waterst.
de heeren P. B. J. Ferf en Fr. Lief-
tinck, leden der Tweede Kamer, de
heer J. A. G. van der Steur,Jwaarn.
comm. der d.d. schutterij en de heer
H. M. J. van Lennep, comm. der
rustende sehutteryde inspecteurs
van registratie en belastingen, de heer
S. R. A., v. d. Meulen, prof. dr. J.
Bosscha, de heer Doffegnies, direc
teur vau het postkantoor, de gemeente
ontvanger de heer J. C. Gerlings, de
griffier der Staten mr. Land. mr. A.
W. Thöne, auditeur-militair en jhr.
van Panhuys, ontvanger der belas
tingen.
BINNENLAND.
Eere-medailles.
De eere-medaille der orde van Oranje
Nassau bij kon. besluit is verleend
in brons aan
I. C. Oostdijk, hoofdagent van po
litie te Maastricht;
H. Bodaan, hoofdagent van politie
der 2e klasse te 's-Gravenhage
M. De Vries, brigadier-titulair der
ltyksveldwacht te Groningen;
in goud aan
mejuffrouw A, C. Manden, adjunct-
directrice van het gemeentelijk zie
kenhuis te 's Gravenhage
in zilver aan
J. J. Van Keyzerswaard, adjudant
onderofficier bij de dienstdoende schut
terij te 's Hertogenbosch
Atzc Gramsma, adjudant-onderoffi
cier bij de dienstdoende sehuttery te
Leeuwarden
J. Michon, adjudant-onderofficier
by het Korps Koninklyke scherp
schutters te s Gravenhage
L. M. Verheyt, concierge by 's Ryks
Museum te Amsterdam
K. De Boer, hoofdopzichter bij het
onderhoud der Ryks universiteitsge
bouwen te Leiden
in goud aan
den lichtwachter bij de verlichting
op Ameland, Jacob Visser
den commandeur van de scheepma
kers by 's Ryks werf te Amsterdam,
H. J. Van den Berg;
in zilver aan
den oppersckipper in het vaste korps
onderofficieren der zeemacht E. 1).
Zwaan
den opperstuurman in dat korps H.
J. J. Kress;
den sergeant-majoor schryver bij
het korps mariniers A. Wildcboer;
den loodsscliipper 1ste klasse C.
Duinker Jansz.
den meesterknecht by 's Rijks werf
te Willemsoord J. Steinrath;
den commandeur der ernst vuur
werkers by 's Ryks werf te Hellevoet-
sluis A. C. van Kampen;
in brons aan:
den lichtwachter by de verlichting
te Goedereede J. Proost Jz.;
in goud aan:
den hoofdopzichter by fortificatiën
C. R. van Ruijven;
den adjudant-onderofficier E. A.
Limperg, adm. van het garnizoens-
nachtleger magazijn te Arnhem
in zilver aan
den onder-kapelmeester F. S. Ogier
van het regiment grenadiers en jagers
de adjudanten onderofficier A. Set-
ketee van het 3de, en L. W. Borstel
van het 7de regiment inf.;
den staftrompetter adjudant onder
officier-titulair H. Kareis van het
lste en den adjudant-onderofficier J.
C. Heynen van het 2e reg. huzaren;
den conducteur der art. van de lste
kl. te Naarden L. van der Burch
den sergeant majoor titulair C. de
Koning van het lste reg. vesting
artillerie
den adjudant onderofficier E. C.
Lambert, van-het korps pontonniers
den oppersckipper der lstekl.H.
G. Koster, van het korps torpedisten
den wachtmeester te paard G. Veld
huis van de 4de divisie Koninklyke
marechaussee
den sergeant majoor vuurwerker
A. L. vau der Endt, van de Kon.
Mil. Academie;
den gepensioneerden opperwacht
meester der cav. T. M. vanErp, oud
lid van het hoofdbestuur der vereeni-
ging van gepensioneerde onderoffi
cieren en minderen van het Nederl.
leger
in brons aan
den grenadier S. A. H. Heltzel, van
het regiment grenadiers en jagers
den korporaal-tamboer J. P. A.
Nuijten, van het 3de, den korporaal
kleermaker A. T. van Erp, van het
4de, den élève muzikant P. J. A.
Smeels, van het 5de, en den sergeant
J. Lokotte, van het 6e regiment in
fanterie
den soldaat W. Korstens, van het
4de reg. inf. gedet. bij het instr. bat.;
den trompetter, wachtm. tit., H.
Pels, van het 2e reg. huz.
den smid-vuurwerker J. Metzelaar,
van het korps pantserfort-art.;
den schryver A. G. van Pelt, van
de 3e divisie Kon. marechaussee
den serg. C. J. de Bree, van de
le comp. hospitaal soldaten
den magazijnknecht P. Laurier,
van de magazijnen der art. te Woer
den
in goud aan
P. D. Beijer, opz. mach. bij de Ned.
Centraal Sp.-Mij. te Utrecht;
in zilver aan:
W. Bakker Wz.. havenm. bij het
Noord-Holl. Kanaal te Nieuwediep
L. A. Jansen, hoofdbrievenbestel
ler te Maastricht;
G. Wouters, lijnwachter der telegr.
te Rotterdam;
J. Tijnaut, hoofdconducteur bij de
Mij. tot Expl. van Staatssp. te Em
merik
J. D. Botterop, verantwoordelijk
mach. bij de Holl. TJz. Sp. Mij. te
Deutichem
J. Hartevelt, meesterknecht bij de
firma J. J. Krantz en Zonen te Leiden;
in brons aan
J. Schouten, brieven- en telegram
besteller te Schoonhoven
F. A. Keijzer, telegrambesteller te
Amsterdam
M. Kok, telegrambesteller te Goes
I. Sasburg, telegrambesteller te
Leiden
J. J. Bakkenes, voorman-rangeer
der by de Mij. tot Expl. van Staatssp.
alhier
P. De Bruijn, voorman-arbeider by
de Holl. IJz. Sp. Mij. te Rotterdam
J. Poell, conducteur by de Noord-
Brabantsch Duitsche Sp. Mij. te
Bokstel
A. Stegehuis, meesterknecht bij de
firma G. van Besouw JBz. te Goorle;
J. N. Yerselyen, meesterknecht in
de drukkerij van den heer Yan W aal
wijk te Amsterdam
J. P. Wouters, werkmeester bij de
American Petroleum-Company te Rot
terdam
in goud aan
J. J. Yan der Linden, modelma
ker le kl. civiel ambt., bij den art.-
constr. winkel te Soerabaja;
J. P. Moor, adj.-onderoff. meester
geweerm. le kl. by het leger in Ned.
Indië
in zilver aan
W. L. Mahne, gezagv. van den
baggermolen aan het marine-etabl. te
Soerabaja
H. C. Beck. adj. onderoff. by de
mil. strafgevangenis te Tjimahi;
P. J. Koemans, serg.-maj. stafhoorn-
blazer bij liet leger in Ncd.-Indië
P. C. de Yos, conducteur le kl.,
adj.-onderoft'. tit. bij de landm. in
"W est-Indië
G. J. Lintz, adj.-onderoff. portier
bij het Kon. Koloniaal Militair Inva
lidenhuis op Bronbeek
H. M. Sehoonebeek, voorzitter dei-
Koninklijke vereeniging van Neder-
landsch-Indisclie oudstrijders „Je
Maintiendrai" te Rotterdam.
By Kon. besluit van 28 Augustus
1897 is aan de ondervolgende gepen
sioneerde officieren van het leger in
Ned.-Indië alsnog verleend de titulaire
hoogere rang achter ieders naam ver
meld:
aan den gepens. kapitein der artil
lerie G. C. Manders, van „majoor"
aan den gepensioneerden officier
van gezondheid le klasse G. W. A.
Beyfuss, van „dirigeerend officier van
gezondheid 2de klasse"
en aan den gepensioneerden eerste
luitenant der infanterie G. I.. P.
Wildschut, van „kapitein".
Feestviering te Brussel.
De tijdelijke zaakgelastigde der
Nederlanden te Brussel, graaf Van
Rechteren Limpurg Almelo, gezant
schapssecretaris} gaf den 30en dezer
een diner ter eere van den verjaar
dag van H.M. de Koningin.
Tot de genoodigden behoorden o.a.
jhr. mr. Den Tex, voorzitter van het
'Nederlandsche comité der tentoon
stelling ridder van Rappard, gezant-
schaps-attachéYan Stralen, direc
teur der kanselarijDe Flines, vice-
consul, ds. Hoek, predikant, enz.
Op den dag zelf van Koningins
verjaardag bood. jhr. mr. Den Tex
een diner aan op het terrein der ten
toonstelling aan minister Nyssens, het
uitvoerend comité, de leden van het
Nederlandsche gezantschap enz. tot
een veertig couverts. De Nederland
sche afdeeling was voor dien dag bij
zonder versierd, terwijl op vele plaat
sen de Nederlandsche vlag was uit-
Des avonds is ter eere onzer Ko
ningin een vuurwerk op het tentoon
stellingsterrein afgestoken, waarbij
o.a. de beeltenis van koningin Wil-
helmina werd vertoond.
Wedstrijd van markt
schreeuwers.
Wy lezen in de „N. R. Ct." het
volgende:
De tuin van het Paleis voor Volks
vlijt te Amsterdam gaf Maandag
avond een echt Amsterdamsch tafereel
te zien.
De marktschreeuwers van het Am-
stelveld en de Nieuwmarkt waren er
ter mededinging in een wedstrijd met
hunne primitieve stellages heenge
togen en zetten er hun beste been
voor. Over de opkomst was geen
klagen en daar het den wedstrijders
verdund was hunne waar aan den man
te brengen, bleven de deelnemers m
dezen wedstrijd hunne rol niet slechts
voor het oor der rondgaande jury,
maar den ganschen avond door met
eene ongekende opgewektheid ver
vullen.
De handkarren met appelen en
peren, met kokosnoot en met sigaren
waren, hoewel de venters van deze
waar moeilijk op een prijs konden
'hopen, alsmede verschenen.
Het geschreeuw der kwakzalven
en het uitroepen van goedkoope ver
snaperingen gaf een levendig vertier,
zoodat deze tentoonstellingsavond stel.
lig een der best geslaagde genoemi
mag worden.
De jury scheen nu een moeielijket
taak dan ooit op zich genomen u
hebben. Reeds om half negen ving
zij, beschermd en bijgelicht door helle,
baardiers haren tocht langs de kramer
aan, en toen wy, om toch nog iets
van het zonderlinge spectakel te kun.
nen melden, het terrein verlaten
moesten, dwaalden de heeren nog
immer naar 't scheen besluiteloos
rond. Wij hopen dat meester Kaka-
dorus den eersten prijs niet krijgt
Meester Kakadorus is op Oud-Holland
en in Oud-Dordt bedorven. Hij h
pedant geworden en viel daardoor
ganschelijk uit de rol die hij hier tj
spelen had. Hij eisebte dat de andere
lui den mond hielden, als hij zich ge.
reed maakte het woord te nemen. Hjj
wachtte den ganschen avond zonder
iets van zich te laten booren, tot de
jury eindelijk voor zijne tafel ver
scheen, en toen ving hy zijn speech
aan met een compliment aan het adre»
van het tentoonstellingscomité, een
toast die hier geenszins paste. Hij
gaf het beeld van den ijdelen prater
die vau te voren weet dat de menschen
om hem komen, wijl hij eenmaal den
naam heeft, niet van den markt
schreeuwer dio te meer in vuur ge
raakt naarmate hij meer concurrenten
in zijne nabijheid niet. Zoo was de
bedorven en ontaarde Kakadorus hier
niet op zijne plaats.
Nader wordt gemeld:
De jury van den wedstrijd der
marktventers in den tuin achter hei
Paleis van Yolksvlyt heeft anders
gedacht dan wy over meester Kaka
dorus' optreden in dien wedstrijd en
hem wat, rekening houdende met
den sleur ook op dit gebied, als door
ons gevreesd werd, inderdaad met den
eersten pry's bekroond.
De CzaarPeterfeesten te
Zaandam.
Het Noivoje Wremjavau 15/27
dat van 27/29 Augustus bevatten
brieven (met een pseudoniem onder
teekend) uit Zaandam over de Czaar
Peterfeesten. Een en ander neemt
de N. JR. Ct. over. De inleiding
luidt:
„„Peter de Groote! elk spoor van
u is voor het hart van den Rus een
heilig aandenkenheeft de dichter
prins Wjazemski eens gezegd. Maar
er is nog een plekje op aarde waar
bij het hooren van den naam van
Peter het gelaat van den bewoner
zich verheldert, gelijk by de herin
nering aan iets dierbaars, iets groots,
iets verwants. Dat is het stadje Zaan
dam. Dat is nog niet kras genoeg
gezegd. Ik heb in Rusland geen enkele
stad gezien, Petersburg niet uitge
zonderd, waar de vereering van
Peter zoo algemeen is. En vooral
aantrekkelijk is dit, dat de grondslag
van die vereering volstrekt belang
loos is, vrij van berekenende handels
bedoelingen. Dit laatste is zeer na
tuurlijk, hoewel Zaandam bezocht
wordt door veel vreemdelingen, die
het huisje van Czaar Peter willen
zien. Immers de stad ligt maar 12
minuten van Amsterdam, zoodat alle
toeristen, als ze het huisje gezien heb
ben, dadelijk naar Amsterdam terug-
keeren, zonder in Zaandam een en
kelen gulden te verteren.
„Den Zaandammer is zijn Pieterbaai
of Czaar Peter zooals ze hem meestal
noemen, dierbaarder, hij gaat hem
meer ter harte dan eenige Holland-
sche koning of held. In de feestdagen
was hot een Rus in Zaandam half te
moede als in zijn vaderland. Overal
weerklonken het Russische volkslied
en de Preobzazjénski-marsch, aan
maaltijden werden toosten uitgebracht
op Z. M. den Keizer, onder de me
nigte hoorde men roepen„Yive
l'Empereuren de herinneringen
aan Peter waren zoo talrijk, dat Zaan
dam in dat opzicht Petersburg in
1872 bijna de loef afstak."
De schrijver heeft ook op een schip
de groep van Czaar Peter en zyn
omgeving gezien. Over de geschied
kundige getrouwheid van de pakken
zegt hij in zijn tweeden brief„Ge
schiedkundig trouw is alleen het
mooie donkerpaarse pak van den
Hollandschen koopman (Yan der
Holst), de overige roode, groenach-
0
E
familiaar met het volk, en kan daarom zijn positie als
officier niet handhaven. Een goed officier moet zich op
een afstand houden en vooral geen borrels drinken
met zijn minderen."
„Doet hij dat dan vroeg de squire.
„Dat nü wel niet," hernam de kapitein, „maar op
andere punten is hij toch te familiaar."
„Nu, kapitein, vertel ons dan zonder veel vieren en
vyven. wat gy van ons verlangt."
„Welnu, heeren, zyt gy vast besloten de reis door te
zetten
„Ja, zonder mankeeren," antwoordde de squire.
„Zeer goed," zeide de kapitein. „Nu dan, daar gij zoo
geduldig hebt zitten luisteren naai- vermoedens, die ik
niet kan bewyzen, zult gy mij nog wel verder willen
aaphooren. Zy zijn nu bezig de ammunitie en de wape
nen in het voorruim te laden. Er is een heel geschikte
gelegenheid tot berging onder de kajuit - waarom laat
gy ze daar dan niet plaatsen? dat is no 1. Dan hoor
ik, dat gij een paar van uw eigen bedienden meebrengt
en hun worden ook voorin kooien aangewezen. Waarom
wordt hun geen verblijfplaats naast de kajuit aange
wezen dat is no. 2.
„Nog iets?" vroeg de heer Trelawney.
„Ja" antwoordde de kapitein. „Er is al veel te veel
gebabbeld."
„Ja, veel te veel," stemde de dokter toe.
„Ik zal u zoggen, wat ik persoonlijk gehoord heb,"
volgde kaptein Smollett; „gy moet een kaart van een
eiland in uw bezit hebben, waarop kruizen zyn aange
bracht, waar de schat te vinden is, en ook met de
luiste geograpbische ligging er by."
„Dat heb ik nooit een levende ziel verteld," riep de
squire uit.
„Allen weten het toch," antwoordde de kaptein.
„Livesey, dan moet gy of Hawkins het hun gezegd
hebben," riep de squire uit.
„Het doet er niet toe, wie liet verteld heeft," hernam
de dokter. En ik bemerkte dat hij en de kapitein geen
attentie meer schonken aan de tegenwerpingen van den
lieer Trelawney. En ik hechtte voorzeker ook geen
waarde aan zijn ontkenningen, want het was gebleken,
dat hy een flapuit was.
Echter in dit geval had hij gelyk, dat niemand iets
omtrent het eiland aan de matrozen had medegedeeld.
„Welnu heeren," vervolgde de kapitein, „ik weetniet
wie de kaart bezit, maar ik doe u alleen opmerken dat
ik erop sta, dat het voor mij en den heer Arrow geheim
wordt gehouden. Anders moet ik u om myn ontslag
vragen.
„ik bemerk, dat gy de zaken donker in ziet," zeide
de dokter. „Yolgens uw meening heeft de bemanning,
die myn vriend heeft aangeworven, de achterplecht in
beslag genomen, terwijl zy daar alle wapenen en am
munitie hebben opgeborgen. Met andere woorden gij
vreest muitery."
Mynlieer," zeide kaptein Smollett, „zonder eenige
bedoeling u te beleedigen, verbied ik u toch ray woor
den in den mond te leggen, die ik niet geuit heb. Geen
kapitein zou zich kunnen rechtvaardigen, wanneer hij
het anker lichtte, terwyl hn die vrees koesterde. Ik
geloof dat den heer Arrow door en door eerlyk is en
sommigen van de manschappen zyn ook wel te ver
trouwen.
Enfln, ik heb mijn eigen gedachten over de anderen.
Maar ik ben aansprakelijk voor het schip en voor het
leven van elk mensch hier aan boord. De zaken loo-
pen, m. i., niet goed, en na vraag ik u alleen maar
voorzorgsmaatregelen te nemen of my ontslag te geven,
Dat is alles."
„Kaptein Smollett," begon de dokter glimlachend,
„kent gy de fabel van een berg en de muis?
„Neem my niet kwalijk, maar gy doet my daaraan
herinneren. Ik wil er myn pruik om verwedden, dat
toen gij hier binnen kwaamt, gy veel meer op het hart
hadt."
„Dokter," zeide de kaptein scherp, toen ik hier bin
nen kwam. dacht ik dadelyk weggezonden te zullen
worden. Ik was van meening, dat de squire niet naar
mij zou willen luisteren."
„Het heeft nu ook lang genoeg geduurd," riep de
squire uit. „Was Livesey hier niet geweest, dan had
ik u al lang naar den drommel gestuurd. Welnu, ik
heb u nu eenmaal aangehoord. Ik zal aan uw verlangen
voldoen, maar ik kan u zeggen, dat ik niet gunstig
over u denk."
„Zooals gij wilt, mijnheer," zeide de kapitein. „Gij
zult bemerken, dat ik mijn plicht doe."
Daarop vertrok hij.
„Trelawney," zeide de dokter," ik geloof dat gy twee
eerlijke menschen in dienst heb genomen dezen man
en John Silver."
„Silver alleen, als 'tu blieft," riep de squire uit,
want ik verklaar u, dat die onverdraaglijke bluffer zich
alles behalve manlijk en als een zeeman gedraagt."
„Wel," zeide de dokter, dat zullen wy nog moeten
ondervinden."
Toen wij op het dek kwamen, begon het scheept
volk al zingende de ammunitie en de wapenen te versjou
wen terwijl de kapitein en de heer Arrow het toezicht
over het werk hielden.
Deze nieuwe schikking beviel ray uitstekend. Dege-
heele schoener werd onderste boven gehaaldde zes
kooien die achter in het schip waren aangebracht,
moesten afgebroken en meer in de nabijheid van den
kapiteins kajuit worden geplaatst.
Het oorspronkelijke plan was, dat de kapitein, de heer
Arrow, Hunter, Joyce, de dokter en de squire deze
kooien in gebruik zouden nemen. Nu werden er twee
van aangewezen voor Bedruth en my, terwyl de kapitein
en de heer Arrow op het dek in de kampanje zouden
slaDen.
Deze slaapplaats was natuurlijk erg laag, maar men
had er toch ruimte om twee hangmatten te hangen, en
zelfs de stuurman scheen met deze schikking genoegen
te nemen. Misschien vertrouwde hij de bemanning ook
niet, maar ik giste dit slechts, want zooals gy zult be
merken, bleef hij niet lang genoeg in ons gezelschap
om achter zijn gevoelens te komen.
Wordt vervolgd.)