nooit zagen wy de zaal zoo drnk be zocht. In de Vauxhal gaf de vereeniging „Proza en Poëzie" eene uitvoering, die feopend werd met het zingen van et Wilhelmus in de oude toonzet ting door het koordat daarna ten gehoore bracht „Neèrlands Taal" van A. Stibbe en „Vreedzaam" van A. L. Dobbelsteen. Het werd luid toe gejuicht. De voordracht, „Ook een lid" en „Breydel en de Coninck", groot histo risch dramatisch, duo voor tenor en bariton van H. Cartel, werden even eens met applaus bekroond. Het laatste nummer van het pro gramma was: „Een onrustige nacht, oorspronkelijk kluchtspel in écn be drijf van M. J. Gillissen. De titel was juist. Inderdaad had Labberdaan, een oud-vrygezel, een onrustigen nacht. Eerst wordt hem een kind door de nachtwacht ge bracht, dat hij naar het politiebureau moest brengendaarna komt een dief binnen, die hem dreigt het leven te benemen, indien hij hem niet een uacht huisvest; vervolgens krygt hy bezoek van de politie, die den dief zoekt en aan wie Labberdaan eerst uit angst voor den dief niet durft zeggen, dat hij dezen verbergt; daarop zwaait een dronken man het huis in, die denkt dat hy thuis is en te bed gaat: ten slotte, als hij de politie wil gaan halen, wordt hy door drie ge maskerde mannen overvallen, die later blyken zyn neven te zijn. Zy verlossen hem ten laatste van den dronken man. In Felix Favore gaf liet Genoot schap „Melpomene en Thalia," eene goede bekende van het Haarlemsehe publiek, eene uitvoering. Als eerste nummer kwam op het programma voor: De mislukte kraam visite, komische voordracht met zang, door 8 heeren uit te voeren. De uit voering van dit nummer kan zeer goed genoemd worden, gelyk trou wens van „Melpomene en Thalia" is te wachten. Het tweede nummer was: de Mili taire W illemsorde," oorspronkelijke dramatische schets in één bedrjjf door Rosier Faassen. Een knaapje, dat zyn grootvader, den oud-militair, een brief van diens zoon, Willem voorlas vervulde in dit stukje zeer goed zijn rol. Dit kau ook worden gezegd van den oud-militair zeiven. Tot $lot werd voorgedragen eene komische voordracht met zang door 8 heeren. Toen de uitvoeringen in de lokalen waren afgeloopen "was het op de Marl t al bijna even vol als des mor gens en nog steeds stroomden de menschen toe. De meesten kwamen om de illuminatie van het stadhuis te zien, die evenals vorige jaren we der zeer fraai was. De strenge lijnen van het gebouw kwamen zeer mooi uit. Doch weer andereu wilden de mu ziek van de Alkmaarsche schutterij onder directie van den heer J. M. Otto wel eens liooren. Wij Haarlem mers zyn op het gebied van muziek echte fijnproevers en erg verwend. Daarom' ook zijn wij onwillekeurig geneigd aan vreemde muziekkorpsen hooge eischen te stellen. Het concert nu heeft ongetwijfeld allen toehoorders zeer voldaan. Er werd goed en zuiver gespeeld. Onder anderen werd de feestmarsch, compositie van den directeur zeiven, heel goed ten gehoore gebracht. De heer Otto kon niet op hetzelfde auditorium rekenen; telkens wisselde liet af. Had men een paar stukjes gehoord, dan ging men in den Hout een kijkje nemen, terwijl weer anderen zich naar de Markt spoedden. Het was in de Groote Houtstraat eene gezellige, vroolijke drukte. Evenals ten vorigen jare be rokkenden de rijtuigen wel wat last Misschien zou het overweging ver dienen, die voortaan op zulke avon den althans uit de hoofdstraten te weren. Er was gelijktijdig ook concert in het Brongebouw van de Amst. Or- kestvereeniging, onder directie van den heer Mann. De verandah was zeer vol, evenals de Lauben en het kleine donderbuitj© schrikte niemand af. Om het hek, waar het gewoonlyk nog al vol kan zyn, was evenwel nu haast niemand te bespeuren. Anders was het in de Buiten-Socie- teit, waar Kriens'muziekkorps speel de. Daar was het even druk als al tijd. Maar dit had zyne bijzondere oorzaken. Om 9 uur zou „Zang en Vriendschap" in de muziektent in den Hout zingen, en daar houdt het pu bliek van. „Zang on Vriendschap" bleef in deze der traditie getrouw. De liedertafel zong de Volkslie deren, het „Lentelied" van Verhulst, het„Koninginnelied" van Philip Loots (4-stemmig gezet) en „In 't Bosch" van Verhulst. Een luid applaus be wees, dat het publiek de uitvoering zeer waardeerde. Inmiddels stond men reeds als ha ringen gepakt voor het paviljoen in den Hout, waar de Haarlemsehe Amateur-fotografenclub" te 9*/ï uur eene scioplicon-voorstelling uit ruim 200 lichtbeelden bestaande gaf. Reeds dadelijk moet aan de club daarvoor een woord van lof worden gebracht, want zelfs op verren afstand was alles goed zichtbaar. Wij zagen er de portretten der koninklijke familie; de koningin op verschillende leeftijden; gezichten op de Haarlemsehe kermis; portretten van de leden van het hoofdbestuur van de koninginnefeestengezichten van het koninginnef eest op" Dinsdag 31 Augustus 1897, enz. Vooral met het laatste was de club er zeer vlug bij. Er waren onder: ge zichten op de Markt des morgens; het portret van den heer Robert, di- rigeerende, de afvaart der booten; de Volksspelen op de Ged. O. Gracht enz., zelfs het antwoord van H. M. de Koningin op het telegram van de Feestcommissie. Het publiek ver maakte zich blijkbaar by deze voor stelling uitstekend. Tot slot werd eene groot Bengaalsche verlichting gegeven. Het is niet overdreven te zeggen dat het Bestuur van de H. A. F. C„ voornamelijk de heeren Frans Huijs- ser, C. G. H. Bakker en Maurits Binger voor deze sciopticon-vertooning den ganschen dag in de weer zijn geweest. Zeer zeker hebben zij van hunnen arbeid volledig succes gehad. Van alles en nog wat. Het hoofdbestuur der feestcommis sie bracht des namiddags aan den heer Commissaris der Koningin, Mr. G. van Tienhoven, een bezoek. Hoewel Mr. van Tienhoven ditmaal geen re ceptie gaf, was voor deze bezoekers eene uitzondering gemaakt. De voorzitter der Commissie, Jhr. Mr. A. J. Rethaan Macaré, sprak den heer Commissaris der Koningin toe, waarop deze hoogst welwillend antwoordde. Ook aan het Dagelijkseh Bestuur dezer gemeente bracht de Feestcom missie een bezoek op het Stadhuis. De waarn. burgemeester, de heer M. O. de Kanter, beantwoordde eene rede van den heer Macaré. Acht leden der feestcommissie brachten, twee aan twee, bezoeken aan de verschillende scholen voor la ger onderwijs, waar de kinderen wer den onthaald. Het waren de heeren Jhr. H. M. Speelman, L. P. Noë, Mr. A. W. Thöne, F. C. Hos, Th. G. Schürmann, P. W. Peereboom, Mr. F. A. Bijvoet en Dr. H. L. van Lin den van den Heuvell. In school B (Spaarnwoudersiraat) was een orgel, op welks muziek de kinderen lustig ronddansten. Er was te elf uur réunie voor de Feestcommissie in het Brongebouw. Terwyl binnen de jeugd op de tonen der muziek lustig rondzweefde, werd in den kring der Commissie, die onder de verandah gezeten was, menige toost uitgebracht, natuurlijk allereerst op H. M. de Koningin. Onze verslaggever bij de volks spelen beklaagt zich over de behan deling. ondervonden van een lid der feestcommissie, die hem en zijn col lega van de Opr. Haarl. Courant op onheusehen loon gelastte, het kan toortje te verlaten, waarin zy den uit- slag zaten op te toekenen. Toen de jongelieden daarop antwoordden, dat zy er niet voor nun pleizier waren, maar voor hun werk voegde, een an der hun toe, dat de pers zich tegen woordig te veel inbeeldde en dat dit maar eens uit moest zyn. Wy hebben hierover by het hoofd bestuur ons beklag ingediend. Het volgende jaar zullen de volks spelen, als die gehouden worden ge geven worden op een grooter en ge schikter terrein. Er was des middags in 't Bronge bouw een opgetogen kinderschaar, om de beroemde komedie van Jan Klaassen en Katryn in de poppekast te bewonderen. In den tuin was concert van het Haarlemsch Muziekkorps. De verlichte eerepoort op de Dreef maakte een zeer goed effect. Jammer, dat ze niet in de lijn van den hoofd weg stond, maar een weinig ter zijde by den ruiter weg. Wellicht had men veiligheidshalve deze plek uitgekozen. De le luitenant J. W. van Alphen heeft in vijf verschillende lokalen officieel namens de Commissie het pu bliek toegesproken, 't Pleit voor zyn redenaarstalent, dat hij dat overal verschillend deedalleen het slot was overal hetzelfde, n.l. een verzoek om een hoera aan te heften ter eere van onze koningin. En dat werd overal met enthousi asme gedaan. Het orgelconcert in de Groote kerk werd des namiddags bezocht door een groot publiek. Het telegram van antwoord vanH. M. de Koningin luidt als volgt: „Rethaan Macaré". Haarlem. „Hare Majesteiten dragen mij op u Hoogst derzelver bijzonderen dank te betuigen voor den aangeboden ge- lukwensch." adjudant VAN TUYLL. Des avonds te 71/2 uur gaf de keer Comm. der koningin, Mr. G. van Tien hoven in zijne woning een diner, dat te 10 uur was geëindigd. Als gasten zaten aan de heeren: De Kanter, Mrs. de Haan Hugenholtz en Waller en de heel de Breuk, wethouders van Haarlem; de burgemeesters van Haarlemmer- liede, Spaarndam, Yelsen, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal, de heeren J. H. Krelage en F. W. vanEeden; Chappuis, Bogaert, Badon Gijben, Geerts, hoofdofficieren; Mrs. Joh. Enschedé en Jhr. F. W. van b'tyrum, Mr. S. J. A. van Walcheren, Mr. W. R. baron van Lijnden, Jhr. Mr. A. J. Rethaan Macaré, de rijks en de prov. hoofdingenieurs van den Waterst. de heeren P. B. J. Ferf en Fr. Lief- tinck, leden der Tweede Kamer, de heer J. A. G. van der Steur,Jwaarn. comm. der d.d. schutterij en de heer H. M. J. van Lennep, comm. der rustende sehutteryde inspecteurs van registratie en belastingen, de heer S. R. A., v. d. Meulen, prof. dr. J. Bosscha, de heer Doffegnies, direc teur vau het postkantoor, de gemeente ontvanger de heer J. C. Gerlings, de griffier der Staten mr. Land. mr. A. W. Thöne, auditeur-militair en jhr. van Panhuys, ontvanger der belas tingen. BINNENLAND. Eere-medailles. De eere-medaille der orde van Oranje Nassau bij kon. besluit is verleend in brons aan I. C. Oostdijk, hoofdagent van po litie te Maastricht; H. Bodaan, hoofdagent van politie der 2e klasse te 's-Gravenhage M. De Vries, brigadier-titulair der ltyksveldwacht te Groningen; in goud aan mejuffrouw A, C. Manden, adjunct- directrice van het gemeentelijk zie kenhuis te 's Gravenhage in zilver aan J. J. Van Keyzerswaard, adjudant onderofficier bij de dienstdoende schut terij te 's Hertogenbosch Atzc Gramsma, adjudant-onderoffi cier bij de dienstdoende sehuttery te Leeuwarden J. Michon, adjudant-onderofficier by het Korps Koninklyke scherp schutters te s Gravenhage L. M. Verheyt, concierge by 's Ryks Museum te Amsterdam K. De Boer, hoofdopzichter bij het onderhoud der Ryks universiteitsge bouwen te Leiden in goud aan den lichtwachter bij de verlichting op Ameland, Jacob Visser den commandeur van de scheepma kers by 's Ryks werf te Amsterdam, H. J. Van den Berg; in zilver aan den oppersckipper in het vaste korps onderofficieren der zeemacht E. 1). Zwaan den opperstuurman in dat korps H. J. J. Kress; den sergeant-majoor schryver bij het korps mariniers A. Wildcboer; den loodsscliipper 1ste klasse C. Duinker Jansz. den meesterknecht by 's Rijks werf te Willemsoord J. Steinrath; den commandeur der ernst vuur werkers by 's Ryks werf te Hellevoet- sluis A. C. van Kampen; in brons aan: den lichtwachter by de verlichting te Goedereede J. Proost Jz.; in goud aan: den hoofdopzichter by fortificatiën C. R. van Ruijven; den adjudant-onderofficier E. A. Limperg, adm. van het garnizoens- nachtleger magazijn te Arnhem in zilver aan den onder-kapelmeester F. S. Ogier van het regiment grenadiers en jagers de adjudanten onderofficier A. Set- ketee van het 3de, en L. W. Borstel van het 7de regiment inf.; den staftrompetter adjudant onder officier-titulair H. Kareis van het lste en den adjudant-onderofficier J. C. Heynen van het 2e reg. huzaren; den conducteur der art. van de lste kl. te Naarden L. van der Burch den sergeant majoor titulair C. de Koning van het lste reg. vesting artillerie den adjudant onderofficier E. C. Lambert, van-het korps pontonniers den oppersckipper der lstekl.H. G. Koster, van het korps torpedisten den wachtmeester te paard G. Veld huis van de 4de divisie Koninklyke marechaussee den sergeant majoor vuurwerker A. L. vau der Endt, van de Kon. Mil. Academie; den gepensioneerden opperwacht meester der cav. T. M. vanErp, oud lid van het hoofdbestuur der vereeni- ging van gepensioneerde onderoffi cieren en minderen van het Nederl. leger in brons aan den grenadier S. A. H. Heltzel, van het regiment grenadiers en jagers den korporaal-tamboer J. P. A. Nuijten, van het 3de, den korporaal kleermaker A. T. van Erp, van het 4de, den élève muzikant P. J. A. Smeels, van het 5de, en den sergeant J. Lokotte, van het 6e regiment in fanterie den soldaat W. Korstens, van het 4de reg. inf. gedet. bij het instr. bat.; den trompetter, wachtm. tit., H. Pels, van het 2e reg. huz. den smid-vuurwerker J. Metzelaar, van het korps pantserfort-art.; den schryver A. G. van Pelt, van de 3e divisie Kon. marechaussee den serg. C. J. de Bree, van de le comp. hospitaal soldaten den magazijnknecht P. Laurier, van de magazijnen der art. te Woer den in goud aan P. D. Beijer, opz. mach. bij de Ned. Centraal Sp.-Mij. te Utrecht; in zilver aan: W. Bakker Wz.. havenm. bij het Noord-Holl. Kanaal te Nieuwediep L. A. Jansen, hoofdbrievenbestel ler te Maastricht; G. Wouters, lijnwachter der telegr. te Rotterdam; J. Tijnaut, hoofdconducteur bij de Mij. tot Expl. van Staatssp. te Em merik J. D. Botterop, verantwoordelijk mach. bij de Holl. TJz. Sp. Mij. te Deutichem J. Hartevelt, meesterknecht bij de firma J. J. Krantz en Zonen te Leiden; in brons aan J. Schouten, brieven- en telegram besteller te Schoonhoven F. A. Keijzer, telegrambesteller te Amsterdam M. Kok, telegrambesteller te Goes I. Sasburg, telegrambesteller te Leiden J. J. Bakkenes, voorman-rangeer der by de Mij. tot Expl. van Staatssp. alhier P. De Bruijn, voorman-arbeider by de Holl. IJz. Sp. Mij. te Rotterdam J. Poell, conducteur by de Noord- Brabantsch Duitsche Sp. Mij. te Bokstel A. Stegehuis, meesterknecht bij de firma G. van Besouw JBz. te Goorle; J. N. Yerselyen, meesterknecht in de drukkerij van den heer Yan W aal wijk te Amsterdam J. P. Wouters, werkmeester bij de American Petroleum-Company te Rot terdam in goud aan J. J. Yan der Linden, modelma ker le kl. civiel ambt., bij den art.- constr. winkel te Soerabaja; J. P. Moor, adj.-onderoff. meester geweerm. le kl. by het leger in Ned. Indië in zilver aan W. L. Mahne, gezagv. van den baggermolen aan het marine-etabl. te Soerabaja H. C. Beck. adj. onderoff. by de mil. strafgevangenis te Tjimahi; P. J. Koemans, serg.-maj. stafhoorn- blazer bij liet leger in Ncd.-Indië P. C. de Yos, conducteur le kl., adj.-onderoft'. tit. bij de landm. in "W est-Indië G. J. Lintz, adj.-onderoff. portier bij het Kon. Koloniaal Militair Inva lidenhuis op Bronbeek H. M. Sehoonebeek, voorzitter dei- Koninklijke vereeniging van Neder- landsch-Indisclie oudstrijders „Je Maintiendrai" te Rotterdam. By Kon. besluit van 28 Augustus 1897 is aan de ondervolgende gepen sioneerde officieren van het leger in Ned.-Indië alsnog verleend de titulaire hoogere rang achter ieders naam ver meld: aan den gepens. kapitein der artil lerie G. C. Manders, van „majoor" aan den gepensioneerden officier van gezondheid le klasse G. W. A. Beyfuss, van „dirigeerend officier van gezondheid 2de klasse" en aan den gepensioneerden eerste luitenant der infanterie G. I.. P. Wildschut, van „kapitein". Feestviering te Brussel. De tijdelijke zaakgelastigde der Nederlanden te Brussel, graaf Van Rechteren Limpurg Almelo, gezant schapssecretaris} gaf den 30en dezer een diner ter eere van den verjaar dag van H.M. de Koningin. Tot de genoodigden behoorden o.a. jhr. mr. Den Tex, voorzitter van het 'Nederlandsche comité der tentoon stelling ridder van Rappard, gezant- schaps-attachéYan Stralen, direc teur der kanselarijDe Flines, vice- consul, ds. Hoek, predikant, enz. Op den dag zelf van Koningins verjaardag bood. jhr. mr. Den Tex een diner aan op het terrein der ten toonstelling aan minister Nyssens, het uitvoerend comité, de leden van het Nederlandsche gezantschap enz. tot een veertig couverts. De Nederland sche afdeeling was voor dien dag bij zonder versierd, terwijl op vele plaat sen de Nederlandsche vlag was uit- Des avonds is ter eere onzer Ko ningin een vuurwerk op het tentoon stellingsterrein afgestoken, waarbij o.a. de beeltenis van koningin Wil- helmina werd vertoond. Wedstrijd van markt schreeuwers. Wy lezen in de „N. R. Ct." het volgende: De tuin van het Paleis voor Volks vlijt te Amsterdam gaf Maandag avond een echt Amsterdamsch tafereel te zien. De marktschreeuwers van het Am- stelveld en de Nieuwmarkt waren er ter mededinging in een wedstrijd met hunne primitieve stellages heenge togen en zetten er hun beste been voor. Over de opkomst was geen klagen en daar het den wedstrijders verdund was hunne waar aan den man te brengen, bleven de deelnemers m dezen wedstrijd hunne rol niet slechts voor het oor der rondgaande jury, maar den ganschen avond door met eene ongekende opgewektheid ver vullen. De handkarren met appelen en peren, met kokosnoot en met sigaren waren, hoewel de venters van deze waar moeilijk op een prijs konden 'hopen, alsmede verschenen. Het geschreeuw der kwakzalven en het uitroepen van goedkoope ver snaperingen gaf een levendig vertier, zoodat deze tentoonstellingsavond stel. lig een der best geslaagde genoemi mag worden. De jury scheen nu een moeielijket taak dan ooit op zich genomen u hebben. Reeds om half negen ving zij, beschermd en bijgelicht door helle, baardiers haren tocht langs de kramer aan, en toen wy, om toch nog iets van het zonderlinge spectakel te kun. nen melden, het terrein verlaten moesten, dwaalden de heeren nog immer naar 't scheen besluiteloos rond. Wij hopen dat meester Kaka- dorus den eersten prijs niet krijgt Meester Kakadorus is op Oud-Holland en in Oud-Dordt bedorven. Hij h pedant geworden en viel daardoor ganschelijk uit de rol die hij hier tj spelen had. Hij eisebte dat de andere lui den mond hielden, als hij zich ge. reed maakte het woord te nemen. Hjj wachtte den ganschen avond zonder iets van zich te laten booren, tot de jury eindelijk voor zijne tafel ver scheen, en toen ving hy zijn speech aan met een compliment aan het adre» van het tentoonstellingscomité, een toast die hier geenszins paste. Hij gaf het beeld van den ijdelen prater die vau te voren weet dat de menschen om hem komen, wijl hij eenmaal den naam heeft, niet van den markt schreeuwer dio te meer in vuur ge raakt naarmate hij meer concurrenten in zijne nabijheid niet. Zoo was de bedorven en ontaarde Kakadorus hier niet op zijne plaats. Nader wordt gemeld: De jury van den wedstrijd der marktventers in den tuin achter hei Paleis van Yolksvlyt heeft anders gedacht dan wy over meester Kaka dorus' optreden in dien wedstrijd en hem wat, rekening houdende met den sleur ook op dit gebied, als door ons gevreesd werd, inderdaad met den eersten pry's bekroond. De CzaarPeterfeesten te Zaandam. Het Noivoje Wremjavau 15/27 dat van 27/29 Augustus bevatten brieven (met een pseudoniem onder teekend) uit Zaandam over de Czaar Peterfeesten. Een en ander neemt de N. JR. Ct. over. De inleiding luidt: „„Peter de Groote! elk spoor van u is voor het hart van den Rus een heilig aandenkenheeft de dichter prins Wjazemski eens gezegd. Maar er is nog een plekje op aarde waar bij het hooren van den naam van Peter het gelaat van den bewoner zich verheldert, gelijk by de herin nering aan iets dierbaars, iets groots, iets verwants. Dat is het stadje Zaan dam. Dat is nog niet kras genoeg gezegd. Ik heb in Rusland geen enkele stad gezien, Petersburg niet uitge zonderd, waar de vereering van Peter zoo algemeen is. En vooral aantrekkelijk is dit, dat de grondslag van die vereering volstrekt belang loos is, vrij van berekenende handels bedoelingen. Dit laatste is zeer na tuurlijk, hoewel Zaandam bezocht wordt door veel vreemdelingen, die het huisje van Czaar Peter willen zien. Immers de stad ligt maar 12 minuten van Amsterdam, zoodat alle toeristen, als ze het huisje gezien heb ben, dadelijk naar Amsterdam terug- keeren, zonder in Zaandam een en kelen gulden te verteren. „Den Zaandammer is zijn Pieterbaai of Czaar Peter zooals ze hem meestal noemen, dierbaarder, hij gaat hem meer ter harte dan eenige Holland- sche koning of held. In de feestdagen was hot een Rus in Zaandam half te moede als in zijn vaderland. Overal weerklonken het Russische volkslied en de Preobzazjénski-marsch, aan maaltijden werden toosten uitgebracht op Z. M. den Keizer, onder de me nigte hoorde men roepen„Yive l'Empereuren de herinneringen aan Peter waren zoo talrijk, dat Zaan dam in dat opzicht Petersburg in 1872 bijna de loef afstak." De schrijver heeft ook op een schip de groep van Czaar Peter en zyn omgeving gezien. Over de geschied kundige getrouwheid van de pakken zegt hij in zijn tweeden brief„Ge schiedkundig trouw is alleen het mooie donkerpaarse pak van den Hollandschen koopman (Yan der Holst), de overige roode, groenach- 0 E familiaar met het volk, en kan daarom zijn positie als officier niet handhaven. Een goed officier moet zich op een afstand houden en vooral geen borrels drinken met zijn minderen." „Doet hij dat dan vroeg de squire. „Dat nü wel niet," hernam de kapitein, „maar op andere punten is hij toch te familiaar." „Nu, kapitein, vertel ons dan zonder veel vieren en vyven. wat gy van ons verlangt." „Welnu, heeren, zyt gy vast besloten de reis door te zetten „Ja, zonder mankeeren," antwoordde de squire. „Zeer goed," zeide de kapitein. „Nu dan, daar gij zoo geduldig hebt zitten luisteren naai- vermoedens, die ik niet kan bewyzen, zult gy mij nog wel verder willen aaphooren. Zy zijn nu bezig de ammunitie en de wape nen in het voorruim te laden. Er is een heel geschikte gelegenheid tot berging onder de kajuit - waarom laat gy ze daar dan niet plaatsen? dat is no 1. Dan hoor ik, dat gij een paar van uw eigen bedienden meebrengt en hun worden ook voorin kooien aangewezen. Waarom wordt hun geen verblijfplaats naast de kajuit aange wezen dat is no. 2. „Nog iets?" vroeg de heer Trelawney. „Ja" antwoordde de kapitein. „Er is al veel te veel gebabbeld." „Ja, veel te veel," stemde de dokter toe. „Ik zal u zoggen, wat ik persoonlijk gehoord heb," volgde kaptein Smollett; „gy moet een kaart van een eiland in uw bezit hebben, waarop kruizen zyn aange bracht, waar de schat te vinden is, en ook met de luiste geograpbische ligging er by." „Dat heb ik nooit een levende ziel verteld," riep de squire uit. „Allen weten het toch," antwoordde de kaptein. „Livesey, dan moet gy of Hawkins het hun gezegd hebben," riep de squire uit. „Het doet er niet toe, wie liet verteld heeft," hernam de dokter. En ik bemerkte dat hij en de kapitein geen attentie meer schonken aan de tegenwerpingen van den lieer Trelawney. En ik hechtte voorzeker ook geen waarde aan zijn ontkenningen, want het was gebleken, dat hy een flapuit was. Echter in dit geval had hij gelyk, dat niemand iets omtrent het eiland aan de matrozen had medegedeeld. „Welnu heeren," vervolgde de kapitein, „ik weetniet wie de kaart bezit, maar ik doe u alleen opmerken dat ik erop sta, dat het voor mij en den heer Arrow geheim wordt gehouden. Anders moet ik u om myn ontslag vragen. „ik bemerk, dat gy de zaken donker in ziet," zeide de dokter. „Yolgens uw meening heeft de bemanning, die myn vriend heeft aangeworven, de achterplecht in beslag genomen, terwijl zy daar alle wapenen en am munitie hebben opgeborgen. Met andere woorden gij vreest muitery." Mynlieer," zeide kaptein Smollett, „zonder eenige bedoeling u te beleedigen, verbied ik u toch ray woor den in den mond te leggen, die ik niet geuit heb. Geen kapitein zou zich kunnen rechtvaardigen, wanneer hij het anker lichtte, terwyl hn die vrees koesterde. Ik geloof dat den heer Arrow door en door eerlyk is en sommigen van de manschappen zyn ook wel te ver trouwen. Enfln, ik heb mijn eigen gedachten over de anderen. Maar ik ben aansprakelijk voor het schip en voor het leven van elk mensch hier aan boord. De zaken loo- pen, m. i., niet goed, en na vraag ik u alleen maar voorzorgsmaatregelen te nemen of my ontslag te geven, Dat is alles." „Kaptein Smollett," begon de dokter glimlachend, „kent gy de fabel van een berg en de muis? „Neem my niet kwalijk, maar gy doet my daaraan herinneren. Ik wil er myn pruik om verwedden, dat toen gij hier binnen kwaamt, gy veel meer op het hart hadt." „Dokter," zeide de kaptein scherp, toen ik hier bin nen kwam. dacht ik dadelyk weggezonden te zullen worden. Ik was van meening, dat de squire niet naar mij zou willen luisteren." „Het heeft nu ook lang genoeg geduurd," riep de squire uit. „Was Livesey hier niet geweest, dan had ik u al lang naar den drommel gestuurd. Welnu, ik heb u nu eenmaal aangehoord. Ik zal aan uw verlangen voldoen, maar ik kan u zeggen, dat ik niet gunstig over u denk." „Zooals gij wilt, mijnheer," zeide de kapitein. „Gij zult bemerken, dat ik mijn plicht doe." Daarop vertrok hij. „Trelawney," zeide de dokter," ik geloof dat gy twee eerlijke menschen in dienst heb genomen dezen man en John Silver." „Silver alleen, als 'tu blieft," riep de squire uit, want ik verklaar u, dat die onverdraaglijke bluffer zich alles behalve manlijk en als een zeeman gedraagt." „Wel," zeide de dokter, dat zullen wy nog moeten ondervinden." Toen wij op het dek kwamen, begon het scheept volk al zingende de ammunitie en de wapenen te versjou wen terwijl de kapitein en de heer Arrow het toezicht over het werk hielden. Deze nieuwe schikking beviel ray uitstekend. Dege- heele schoener werd onderste boven gehaaldde zes kooien die achter in het schip waren aangebracht, moesten afgebroken en meer in de nabijheid van den kapiteins kajuit worden geplaatst. Het oorspronkelijke plan was, dat de kapitein, de heer Arrow, Hunter, Joyce, de dokter en de squire deze kooien in gebruik zouden nemen. Nu werden er twee van aangewezen voor Bedruth en my, terwyl de kapitein en de heer Arrow op het dek in de kampanje zouden slaDen. Deze slaapplaats was natuurlijk erg laag, maar men had er toch ruimte om twee hangmatten te hangen, en zelfs de stuurman scheen met deze schikking genoegen te nemen. Misschien vertrouwde hij de bemanning ook niet, maar ik giste dit slechts, want zooals gy zult be merken, bleef hij niet lang genoeg in ons gezelschap om achter zijn gevoelens te komen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2