HET MODEL.
Met de grootste mogelijke onver
schilligheid, zonder eon oogenblik op
te houden met schilderon, geheel ver
diept in zijn werk, het palet aan den
duim, het korte pypje in den mond,
luisterde Brédisse naar het zeurige
verzoek van den grysaard. Hy had
even naar hem gekeken om mot een
oogopslag den „knikker" van den man
te Deoorueelon en te zien of hij bruik
baar was, en hy was weer aan 't work
gegaan, met een lachend oo^, waaruit
al het behagen sprak, dat hy in zyn
schepping had. Tok! tok! tok! vlo
gen de heldere kleuren op het doek,
aie het maakten als tot een mozaïok
van schitterde, bonte kapellen.
Hij lette zoo weinig op het gezeur
van den ongelukkige, dat hij hem tor
tweemaal toe deed zwygen, door tot
den kameraad, die in de atelier by
hem werkte, te zeggen:
Kijk eens, Privat, dat schreeuwt
genoeg zou ik denken.
Waarop Privat vol bewondering
had geantwoord eerst met een„ja
het schreeuwt dat het kraakt", en
daarna door met de tong te klakken
en zyn speeksel op te zuigen met het
geluid van een piepende pomp.
Of het schreeuwt! Je kan welzeg
gen: het gilt. Dat noem ik krasse
dissonanten dooreenmengen! Het is
een knarsende harmonie! Een mooie
knarsparty
Beiden bleven een oogenblik vol
verrukking kijken naaf Brédisse's
doek, welke veelkleurige kapellen
schenen te zweven en te dartelen in
een wirrelwarrelenden regenboog.
Toen was Brédisse weer begonnen
nieuwe kapellen uit zyn penseel op
het doek te doen vliegen, met korte,
lichte streken, koortsachtig, zenuw
achtig, gauw, tok tok! tok!
De grijsaard was inmiddels op een
klagenden, slaperigen, grommenden
toon blijven doorzeuren om zijn ver
zoek, waarnaar niemand luisterde, te
herhalen, mompelend in zijn zwaren
baard, in welks ruigte de helft van
zyn woorden bleef hangen en verstikte.
Eindeloos hetzelfde herkauwend,
met de achteraankomende gebaren
yan iemand, die by zich zeli praat,
nu op den treurigen toon van iemand,
die weet, dat er toch niet naar hem
geluisterd wordt, vertelde hij, dat hij
vroeger als model „gewerkt" had,
lan<* geleden, als historisch, en als
riddermodel dat de beroemdste
meesters hem graag hadden. Hy had
voor dit en voor dat beeld gestaan,
dat nu in 't Luxembourg hing,
voor het heelo beeld, weet u in
de dagen voor zijn ongeluk. Ja, een
omnibus had hem aangereden op een
avond, dat hij een beetje aangescho
ten was 't is toch voor den dit eu
dat geen halsmisdaad om een graantje
te pikken, wel en omdat hy een
beetje aangeschoten was, had hij
geen schavergoeding gekregen, en
daar hy scheef was geworden en zyn
rechtervlerk op twee plaatsen was
ebroken, had hy voor geen heele
guren meer kunnen poseeren, maar
waar 't karakterkoppen gold, daarin
behoefde hy voor niemand uit den
weg te gaan. Had men 'n Richard
Leeuwenhart noodig hij was er
voor geknipt.
Hier doorheen mengde hy een an
der verhaal in vry duistere termen.
Hy had een dochter gehad, die den
slechten weg was opgegaan, maar
voor hem goed was gebleven, zoodat
zy zelfs een wynhuis voor hem ge
kocht had, waarmee hy echter slechte
zaken had gemaakt. Het ergste was,
dat hy er met poseeren was uitge
scheiden, zoodat by geen klanten meer
had, toen hy weer als model wilde
gaan „werken". Maar dat nam niet
weg, dat hy een Leeuwenhart was
zonder weerga, een, waaraan ieder
een puntje kon zuigenEen puntje
zuigen, zeg ik
Ook verzekerde hy, „alsdat" hy de
ware traditie kende, de echte, die van
de Ecole des Beaux-Arts in den goe
den ouden tyd, zooals men kon zien,
als men do doeken ging kyken, die
nu in het Luxembourg hingen, „zou
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
GCLXXXVI.
In de verschillende bladen heb ik
heelwat gelezen over de feestviering
op den Koninginnedag als naar
gewoonte had dit blad het uitvoerigste
verslag maar nergens heb ik een
woord van dank gevonden aan de
politie, voor wat men pleegt te noe
men, haar „flink en tactvol optreden".
Kyk, dat vind ik nu niet aardig. Ik
heb, raag ik zeggen, de feestviering
van a tot z by gewoond, 's Morgens
kwartier over zeven drukten myne
voetzolen de beroemde keien van de
Groote Markt en 's avonds te kwar
tier over elven sleepten ze zich moei
zaam van diezelfde Markt naar huis.
Tusschen die twee tijdstippen heb ik
alles meegemaakt. Ik heb mijn nek
verrekt door te turen naar de man
nen van Kriens op den toren; de
pyri daarvan laten verdryven door
t kindergezang; ik heb me heesch
geschreeuwd bij 't hoeraroepen, toen
ae booten met kinderen voorbijkwa
men me verbaasd over de afwezig
heid van de huzaren by de parade
ben van dien schrik weer bekomen
by het zien wegvliegen van die sym
pathieke diertjes, de duiven, opliet
vVilsousplein. Daarna heb ik een
opstopper gekregen by de volksspelen
op de Gedempte Oude Gracht; ver
volgons een bezoek gebracht aan alle
lokalen, geen een uitgezonderdben
daarna by Brinkmann gaan zitten en
heb daar den halven avond op de stoep
gezeten om naar de muziek van de
ik meenon", en dat hy niet alleen de'
lyuen, maar ook do kleur had, voor
historische en ridder-figuren noodig
on dat hy zich hierop kon beroemen,
zonder de lui in de luren te leggen.
Hy had het getuigenis der gróoto
meesters voor zich, dewelke hy dik
wijls had hooren zeggen, als hij po
seerde
Daar zit loon in, lie Dat is de
natuur op heeterdaad betrapt. .Spre
kend een aftreksel van asphalt
En het waren geen prullen, die
meesters! Waarachtig niet! Leden
yan het Instituut, zooals men het
noemt. Artisten met decoraties, wier
schilderyen in de musea en de kerken
hangen en zelfs in het Luxembourg,
zou ik meeneu. Zeg daar eens iets
tegen.
Hy praatte maar door, zoo ver
ward mogelyk, over zijn roomruebtige
herinneringen, altijd op denzelfden
zeurigon, slaperigen toon, zonder door
een scherper geuite klacht medelijden
te wokken en hierdoor aandacht. Hij
zei twee-en-tachtig te zijn en in een
ellendig hok in de wyk des Epinettes
twee kinderen by zich te hebben, die
de dochter hem bij haar dood had na
gelaten. Acht dagen geleden waren
zij by voddenrapers aan 't werk ge
komen, maar een was er nu zonder
werk en de ander ziek.
Het was vooral om die kinderen,
dat hy werk zocht en er over dacht,
om zijn oud vak weer op te vatten.
Hy was het niet vergeten, al had hij i
vijftien jaren gebedeld. Want als men
volgons de ware tradite werkt, vol
gens die van den goeder ouden tijd,
dan gaat die evenmin verloren als de
smaak in brood. Hij was ouder ge
worden en daardoor nog beter voor
hot historische en ridder-genre, voor
een Richard Leeuwenhart b. v., in
den waron toon, zooais de meesters
zeiden, een Leeuwenhart naar de na
tuur met een kleur als asphaltmodder
geschikt
En hij praatte maar steeds door,
alles dooreen warrend: zijn armoe,
zyn dochter, zijn wynhuis, zyn succes
van vroeger waarvan het Luxem
bourg kon meepraten altijd op den
zelfden eentonigen, slependen dreun,
zonder medelijden te wekken of aan
dacht te winnen, altyd klagend, sla
perig, knorrig, zeurig, mummelend iu
zyn zwaren baard, in welks ruigte
zyn woorden stikten. Yan den vroe
gen morgen af, zei hy, was hij er op
uit geweest, om werk te zoeken en
had nog niets gegeten. Hy was in
dertig, veertig, vijftig, iu een rits ate
liers geweest, in deze dagen, en nie
mand had hem willen hebben. Stuurde
men hem ook hier weg, dan zou hy
moeten krepeeren voor do deur, ter
wijl zijn kleintjes krepeerden thuis,
die stumperts, die lieve engeltjes.
Hij had nog wel een uur en lan
ger zoo door kunnen zeuren. De twee
schilders hoorden er niets van en
dachten nauwelijks meer aan zijn
aanwezigheid. Brédisse liet met steeds
koortsachtiger haast kleuren sneeu
wen op zyn doek; wierp er ontelbare
bonte vlinders op, vlug, gauw, heel
gauw, toktoktokPrivat bleef een
en al verrukkinghy verzonk in Bré
disse's werk als een fakir in zyn vro
me overpeinzingen, keek kwynenil naar
het vroolijke, schreeuwende schilderij,,
klokte telkens weer met de tong en
lachte genoegelyk!
Eensklaps zweeg de grysaard. Die
stilte na dat langdurige zeurige gewa-
wel deed de twee schilders ontwaken,
den een uit zyn werkzaraen droom,
den ander uit zijn hypnotische ver
rukking. Wat de oudé gezegd had en
zy gehoord hadden, zonder er naar te
luisteren, was onwillekeurig in hun
hersenen gedrongen en nu begrepen
zy een weinig van de brokstukken
zijner zeurige bedelpartij, die hun in
de gedachten kwamen. Maar ongeluk
kig had zich 't diepst in hen afgedrukt,
wat de oude het nadrukkelijkst had
gezegdde traditie van den goeden
ouden tyd, van vroegere meesters in het
Luxembourg, de befaamde Leeuwen
hart naar de natuur, met een kleur als
asphaltmodder. En dat gewawel by
artisten fin de siècle, decadenten,
symbolisten, impressionisten
Alkmaarsche Schutterij te luisteren,
heb vervolgens de seiopticonver-
tooning gezien en ben toen nog
eens naar de Groote Markt ge
gaan, om de illuminatie van 't Stad
huis te bekijken. Ik mag dus zeggen,
dat ik overal geweest ben en alles
gezien heb, alleen niet het diner by
den Commissaris der Koningin, waar
ik ronduit gezegd niet geweest ben,
omdat ik ef niet geïnviteerd was.
Om nu op myn onderwerp terug
te komen wou ik maar doen opmer
ken, dat de politie er even lang ge
weest is als ik. Dat strekt de politie
tot eer Maar waarom staat nu die
gebruikelijke term van „tact- en be
leidvol optreden" uergens in Ik be
grijp er niemendal van. Heb ik niet
zelf, met eigen oogen gezien, hoe
's morgens een politieman met zijn
volle kracht en zwaarte tegen de vol
strekt niet opdringende raenschenmas-
sa opsprong, alsof die een schutting
was, waarvan hy den ondergang had
gezworen? Raakte daarby niet een
kind van de been, dat nog met moeite
werd beschermd voor onder den voet
raken? Is dat geen tact en geen
beleid? Wat is het dan wel?
Maar de politie is niet alleen taet-
en beleidvol, ze is ook goedig. We
hadden, zooals ik boven zei, bij de para
de geen huzaren gezien en dat was een
groote teleurstelling geweest. Met
alle respect voor het menschelyk ge
slacht moet. ik toch zeggen, dat de
vierbeenen een parade meer decoree
ren, dan de tweebeonen. Met dien
zelfden tact en dat beleid, waarvan
ik u daareven al een lepel heb
laten proeven, begreep de politie,
dat er wat moest gedaan worden,
om het publiek die teleurstelling
Brédisse lachte den oude in zijn
gc/jclit uit en wees hem op zyn palet
vol heldere kleureD.
Kyk eens hier, riep hy uit., oude
pimpolaar! Vindt je, dat ik met
schoensmeer schilder
Privat, nijdig omdat hy in zyn
verrukking was gestoord, schroeuwde
hem toe
Ruk uit met je instituutsmoel
Leeuwenhart met een pruim in je bak
kes. karakterkop, Modellen zooals jy
kunnen oprukken.
En woestnydig liet hy er op vol
gen. alsof hij den gehaton Bouguereau
in eigen persoon al zyn verachting in
het gezicht spuwde:
Je dengt, alleen nog om voor lyk
te posoeren
Be oude hief wanhopig hot hoofd
tou hemel. Eenige half gearticuleerde
woordon trachtten zich een weg te
banen door de ruigte van zyn baard,
welks vlassige vlokken trilden als
sclmira, waarin wordt geblazen. Twee
tranon rolden uit zyn glazige, doffe
oogen langs zijn wangen, welker
asphaltkleur overging in het geel van
oud ivoor. Vervolgons school er even
een glans uit de dofte oogen, een blik
die.moest uitdrukken, wat. hy met woor
den niet meer kon zeggen.
Ja, ja, bedoelde hy, om een stukje
brood voor myn kleintjes wil ik wel
voor „dooie" posoeren.
De oude liet zich zachtjes neer
vallen. zeer zacht, en met iets als
een glimlach op het gezicht, zoodat
de twee schilders niet begrepen, wat
er zou gebeuren. Zij verbééldden zich
dat de kerel den spot; met hen dreef.
Kijk, zei Brédisse. dat is een
goejeHy laat je er aardig inloopen,
do ouwe rakkert: hij ligt al in de
positie
Waarachtig! antwoordde Pri
vat, en wat meer zegt in de klas
sieke pose. O nee, maunetje. daar
moeten we niets van hebben. Dat 's
oudbakken kost
Om deel te nomen in de grap, die
het model, naar hij dacht vertoonde,
gaf hij hem, om het meer naarvoron
te brengen, een lichten schop tegen
het achterwaarts gebogen hoofd,
welker wyd geopende mond een af
grond scheen in de ruigte van zijn
baard.
Toen bemerkte by, dat de arme
kerel, die daar op de ouderwotsche
manier dood lag, echt en voor goed
dood was ook.
(P. iV. B.)
Een bezoek aan Parijs.
XI.
Reeds heb ik gesproken van de
„Halles Centrales", de voornaamste
markt van levensmiddelen in Parijs.
Wanneer men een bezoek brengt aan
dezen groep van reusachtige ijzeren
loodsen, dan krijgt men eenigszins
een begrip van de enorme hoeveelhe
den, dagelijks door de magen van
deze stad verteerd. Voor zulk een
bezoek moet men vroeg nit.de veeren,
want de grootste levendigheid ziet
men in den vroegen morgen, wanneer
de straten, die op de Halles uitloopen,
gebarriceerd zijn door de groentewa
gens, die bij duizendtallen des nachts
uit de omstreken zyn toegestroomd
met volle lading om leeg terug te
keeren. Ook dan krioelt net er van
koopers en vooral van koopsters.
Wij banen ons ook een weg door
de nauwe gangen langs de uitstallin
gen. Het liefst langs die waar de
bloemen in bonten kleurenrijkdom
pry ken, of waar eigenaardige te
genstelling met het symbool van het
bloeiende, jeugdige leven graf
kransen zijn te koop gesteld. Interes
sant is ook eene wandeling door de
gebouwen, waarin de groenten wor
den verkocht. Artisjokken bij dui
zendtallen trekken ons oog, evenals
natuurvoortbrengselen, die ons geheel
onbekend zyn. Vrouwen en meisjes
zitten met weergalooze snelheid dop
erwten te doppen (ik spreek van een
vyftal weken geleden) en hebben daar
bij nog ruimschoots den tijd om te
praten en met vrouwelijke nienwsgie-
een weinig te vergoeden. Wie er
op bet lumineuze denkbeeld gekomen
is, weet ik niet, maar een feit is
dat tijdens de volksspelen op de Oude
Gracht een afdeeling politie op het
Verwulft nog weer eens een kleine
na- parade gaf. 't Was een trotsch
gezicht, hen daar te zien staan twin
tig man ongeveer met een of twee
inspecteurs en adjuncten. Tact en be-
Md straalden hun de oogen uit, welke
stralen werden beantwoord door stra
len van waardeering en erkentelijk
heid uit de oogen van het publiek,
dat het zag. Kortom, 't was een stra
lend tafreel en de grootste pruttelaar
raakte als hij in de onmiddellijke na
bijheid kwam, zonder eenige aarzeling
eveneens aan het stralen.
Een beetje verderop was dateven
wel zoo stralend niet meer. Op de
Oude Gracht namelijk had men heel
wat moeite om het terrein vrij te hou
den. De wandelgangen, om ze zoo
eens te noemen, tusschen de touwen,
die gespannen waren en de huizen wa
ren te smal om al de menschen te be
vatten. Vandaar een opdringen der ach
terste rijen, die niet veel konden zien
en een langzaam maar zeker vooruit
schuiven van de voorste rijen, die daar
trouwens niets aan konden doen. Een
handvol agenten van politie, die nu
en dan op hun beurt tegen de men-
schenmuur aanvielen, alsof ook zij
schuttingen hadden te ontwortelen,
moesten daar met een troepje mili
ciens, die dat werk niet gewoon wa
ren, de orde handhaven.
Tntusschen duurde de parade op 't
Verwulft voort en zou wel den hee-
len middag hebben voortgeduurd,
wanneer niet het moment was aange
broken, dat het heele afgeschoten ge-
righcid te kijken naar hetgeen er
rondom hen voorvalt.
Waar eenige moed toe behoort is
om door de vleesclihal eene rondwan
deling to maken. Daar te raidden van
stukken bloederig, lillend vleesch, om
geven door haastige mannen in witte
slagerskleeding, wier jassen echter de
sporen dragon van lnm bloederig be
drijf, en die in huu haast u telkens
dreigen in onaangename aanraking
te brengen met de stukken vleesch
die u straks gestoofd en gebraden
worden voorgezet onder fraai -
klinkonde franscbo benamingen
werd het my eng om hot hart. Ik
kreeg een ftuuw gevoel, 1102" krach
tiger opgewekt door den onaangenamen
geur, door al dat vleesch uitgewa
semd, en toch u kunt liet heusch
geloovon had ik op dat oogenblik
dat flauw gevoel niet willen trachten
te verdrijven door ceu hartig stukje
filet of een cahtoaubriand Dat was
immers datzelfde vleesch I Neen, ik
vond dit deel van het bezoek aan de
Halles verre van verkwikkelijk.
Myne reisgezellen en ik werden dan
ook wel met verbaasde blikken aan
gestaard door de vleeschverkoopers.
In veler blikken las ik de vraag:
wat doen jullie hier in deze omgeving?
welke vraag van huuno oogen beant
woord werd door deze woorden van
hunnon mond: ce sont den éirangers
Ik had er zelf geen beter opkunnen
geven.
Het is wel eigenaardigdat
dit bozoek aan de Halles gevolgd
werd door een bezoek aan de Buttes
Chaumont een prachtig 20 H. A.
groot, heuvelachtig park. aan den
kant van Belleville, met oen prach-
tigen, half kunstmatigen rotsaanleg,
een vyver en een waterval, en aan
het Bois de Boulogne. Men zou dus
kunnen zeggen, dat een bezoek aan
de maag van Parys werd gevolgd
door dat aan de longen van deze
stad, want op dezen naam mogen ge
noemde parken, vooral het Bois, zeer
zeker zich beroemen.
Vooral des Zondags is het bezoek
aan do Buttes Chaumont zeer druk,
bij goed weer natuurlijk. In tegen
stelling met het Bois zou men dit
park een volkspark kunnen noemen.
Dat het dit is, heeft het grootendeels
aan zyne ligging tnsschen en ach
ter de arbeidersbuurten te danken.
Zooals men weet is het Bois de Bou
logne, dat wel veertig maal uitge
strekter is, des namiddags de ver
zamelplaats van de beau monde, en
op dat tijdstip vormen de rijtuigen,
die om de schilderachtige vijvers zijn
opgesteld, lange tilen. Dan heeft men
daar slechts oog voor het elegante
Parys, minder voor de schoone na
tuur. Voor den echten natuurlief
hebber is het dan ook verkieselijker
des morgens het Bois te bezoeken en
er een rijtoertje of nog beter fiets
tochtje te maken. Wat het Vondel
park is voor amsterdamsche wiel
rijders is het Bois de Boulogne in
nog veel grooter beteekenis voor de
parysche vélo-lief hebbers en ook lief
hebsters, want het is bekend dat de
Parisienne een charme beeft voor
fietsen en als fietsrijdster char-
manie is.
Ook een bezoek des avonds aan
hot Bois oefent groote bekoring uit.
Dan ziet men bij stil weer een groot
aantal verlichte, kleurrijke lampions,
ongeveer een meter boven den grond,
als door eene onzichtbare macht
voortgestuwd, snel voortzweven.
Het zijn de lampions, die aan de
rijwielen hangen en hunne nadering
moeten aanduiden. Wat or ook de
aandacht trekt zijn de auto-cars, die
zich bizonder vlug over de wegen
voortbewegen. In Parijs ziet men ze
vrij algemeen. Welke stad eigent zich
er dan ook beter toe! Breede rechte
straten, uitsluitend voor vervoermid
delen bestemd en geene politieveror
deningen, die door lastige voorschrif
ten betreffende maximale snelheden en
verkeersverbod, het vervoer met auto
cars belemmeren.
Het is bekend, dat in de verbete
ringen dezer snelle vervoermiddelen
nog lang niet het laatste woord is
gezegd. O.a. moet er nog een middel
deel te was overstroomd. Toen rukten
de twintig, onder geleide van hunne
aanvoerders, naar de Gedempte Oude
Gracht, waar ze juist by'tyds aan
kwamen om te zien, dat er geen sprake
meer van wezen kon om de volks
spelen daar voort te zetten.
En als de lezer mij nu zien kon,
zooals ik dit zit neer te schrijven, dan
zou hij ook mijn oogen zien stralen
van bewondering voor zooveel Tact
en BeleidEn dan te moeten beden
ken, dat geen een van de kranten
een woord van lof aan de politie
heeft gebrachtNiet één
Van zulke snoode ondankbaarheid
zou menigeen zich bijna een ziekte op
den hals halen. Gelukkig is er ge
legenheid om dit te laten cureeren.
Want waar het ons ook in Haar
lem aan ontbreekt aan goedkoop
gas, aan een batig saldo op de ge
meenterekening, aan 25 millionnairs
die de helft van de gemeentelijke
belasting van hunne rekening nemen
- aan doctoren ontbreekt het ons
volstrekt niet.
In de laatste drie jaar zyn er meer
dan oen dozijn medici in Haarlem
bijgekomen. Als ik niet zeker wist,
dat in alle officieelo statistieken het
sterftecijfer in Haarlem als zeer laag
wordt aangegeven, dan zou ik haast
denken, dat men in Nederland het
gerucht heeft verspreid, dat in Haar
lem de helft van do bevolking van 1
Januari tot 31 December aan de suk
kel is. En als ik eens rondkijk, zou
ik zoo zeggen, dat men zich in onze
Bloemenstad nogal in een goede ge
zondheid mag verheugen. Ik zelf ben
gevonden worden nm bet lawaai dat
ze maken te verminderen. Een auto
car die er eon flinken gang in heeft,
maakt ongeveer het geraas van eene
lichte tram locomotief, die op hol is
een verre van aangenaam geluid
voor de berijders, evenmin als voor
de wandelaars.
Parijs is het middelpunt van het
cosraopolitisch verkeer. Parijs"is het
middelpunt van do franscbo weten
schappen en kunst, die op haar beurt
invloed uitoefenen op de wetenschap
pen en kunst over de geheele wereld,
Parys bergt binnen hare muren eene
geheele wereldgeschiedenis, dank zy
de hoogst belangrijke rol, die Frank
rijk inde geschiedenis heeft gespeeld,
vooral in de laatste acht eeuwen. Ge
volg dus is, dat oen ieder, die zich
ontwikkeld heeft in eene beschaafde
opvoeding en zich eenigszins een
adopt mag noemen op het gebied van
let terkunde, wetenschap, kunst en ge
schiedenis, veel van de bezienswaar
digheden van Parys reeds by name
kent., wanneer hy ae stad nog nooit
heeft bezocht.
In verband hiermee is het een dub
bel genot by het bezichtigen van
kunstproducten de bizondere geschie
denis daarvan reeds te> weten, zon
der daarvoor Baedeker of een anderen
reisgids te behoeven op te slaan
by liet lezen van namen op graftom
ben by hot beschouwen van gebou
wen, die reeds eeuwen over zich heen
hebben zien gaan, levendig herinnerd
te wordeu aan groote, scheppende
geesten en genieën, aan schitterende
maar ook bloedige tijdperken uit het
verleden.
Wie beschouwt niet kunstproduc
ten in het Lonvre, als o.a. de wereld
beroemde Venus van Milo met een van
bewondering enthousiasten en te
vens eerbiedigen blik, zonder daarby
te denken aan de groote rol, die dit
beeld in de oude kunstgeschiedenis
speelt? Wie aanschouwt de trot-
sche paleizen, het overgebleven deel
der Tuileriën, het grootscbe paleis te
Versailles, herinneringen aan de schit
terende regecringstjjdperken der Lo-
dewyks. zonder terug te denken aan
de rol die.deze in pracht cn weelde
levende vorsten hebben afgespeeld op
dat gedeelte van het levenstooneel,
waaróp eeuwen door steeds liet hel
derste licht is gevallen?
Wie die Napoleons graf in het Ho
tel des Invalides bezoekt, ontroert
slechts door den machtigen aanblik
dien Visconti's meesterwerk in den
trotschen koepel oplevert, zonder dat
daarbij tevens eone stille aandoening
hem overmeestert bij het besef, in de
nabijheid te zyn van het laatste,
aardsche overschot van een man,
wiens krachtige wil geheel Weste
lijk Europa heeft bedwongen?
BIMNEHLAHD.
Ontvangst van den koning
van Siam.
Z. M. Koning Chulalongkorn van
Siam, wiens aankomst in de Residen
tie a. s. Maandag op een nader be
kend te maken uur zal plaats hebben,
zal met groote militaire eerbewijzen
ontvangen worden.
Reeds bij aankomst van Z. M. op
Nederlandsch grondgebied zullen hcra
saluutschoten worden gebracht bij
het eerste verdedigingswerk, dat de
Oostersche vorst zal passeeren, terwyl
eveneens eereschoten zullen worden
gelost by lietfverlaten van het Hol-
landsche gebied door den koning.
In de garnizoenplaatsen waar de
koninklijke trein voorbij gaat, zal een
eerewaebt, zoo mogelijk met muziek
en vaandel, op het spoorwegstation
dier steden worden opgesteld.
Bij aankomst van den koning in
de residentie zullen 33 saluutschoten
worden afgegeven. Aan het station
zullen aanwezig zijn de opperoflieie-
ren, kolonels en korpscommandanten
in de residentie aanwezig, benevens
de gouverneur der residentie en de
plaatselijke commandant. Ophetper-
zeldcn of nooit ongesteld, behalve een
abonnement op een verkoudheid tus
schen halt October en half Novem
ber en wat myn familie en vrien
den betreft, behalve een muitery
van ingewanden in den tyd, waarin
sla en komkommers het overvloedigst
en meloenen nog niet precies rijp zyn,
heb ik van ernstige kwalen nimmer
gehoord.
En desalniettemin voert gemiddeld
viermaal in 'tjaar de Hollandsche
Spoor ben nieuwen medicus in ons
midden. Het eigenaardige van de zaak
is, dat er bij dien grooten invoer,
hoogst zelden een wordt uitgevoerd.
Nu vraag ik u en my zeivenzyn
we dan over 't algemeen zooveel zie
ker geworden Ik heb, gedreven door
een verklaarbare onrust, al eens voor
den spiegel naar myn tong gekeken
en mijzelven den pols gevoeld, maar
tot mijn vreugde aan geen van beiden
iets abnormaals bespeurd, 't Is waar,
ik lieb een klein krabbeltje op myn
linkerpink, maar dat zal ook zonder
medische hulp wel genezen. Eigenlijk
vind ik mijzelven wel wat al te ge
zond. Kijk eens hier, die doctoren
vestigen zich hier toch niet voor nie
mendal en ik vind, dat wij beleefd
heidshalve nu ook verplicht zyn, hun
wat arbeid te geven. Men behoeft
wel niet met het hoofd tegen den
muur te loopcn, maar kan bijvoor
beeld des middags eens een middag
maal nemen, bestaande uit erwten
soep, roode kool en appelmoes
Maar zonder gekheid, ik voorzie
schrikkelijke dingen. Het vak van
medicus is zoozeer in trek, dat er
bijna geen familie is te vinden, of
er is wel eon zoon of een neef, die
voor dokter studeert. Ik hoop, dat
ron zal een eerowacht worden op?p.
gesteld, bestaande uit een compagnie,
grenadiers met het regimentsvaandel
en de stafmuziek, benevens de regi
mentscommandant en de betrokken
bataljonscommandanten. By aankomst
van den trem presenteert de eerewaclit
het geweer, zal de eeremarsch wor
den geblazen, terwyl de stafmuziek
den koning zal begroeten met het
yiameesche volkslied.
Op het Stationsplein zal éen es
corte aanwezig zijn van het 2e regi
ment veldartillerie, ter sterkte van
50 onderofficieren on manschappen
onder bevel van den kapitein Do
Jonge van der Halen en drie luite
nants.
Aan het, Koninklijk Palcis iu hot
Noordeinde zal Z. M. weder een eere
waebt opgesteld vinden van een com
pagnie jagers, met de hoornmuziek der
jagerbataljons. Bij aankomst van den
vorst wordt ook hier eerst de eere
marsch geblazen en daarna het Hia-
meesclie volkslied gespeeld.
Wanneer Z. M. door de stad rydt,
zal liet koninklijke rijtuig stee )s wor
den begeleid door een eere-escort®
van 25 ruiters.
Indien de Koning tijdelijk de resi
dentie verlaat tot hot afleggen van
een bezoek aan HH. MM. de Konin-
ginuen op het paleis Het Loo, zal
aan het station van vertrek een eere
waclit zyn opgesteld en het groote
eere-escorte van 50 man versterkt
worden.
By het verlaten dor residentie met
het doel andere steden te bezoeken,
zal hetzelfde ceremonieel worden in
acht genomen als by aankomst van
Z. M. is vastgesteld.
Gedurende de dagen welke de ko
ning in de residentie doorbrengt, zul
len alle officieren en manschappen
die in het openbaar verschijnen in
groot tenue gekleed zijn.
Wy vernemen nog, dat indien Z. M.
Amsterdam bezoekt het ceremonieel
aldaar in overeenstemming zal zyn
met de eerbewijzen te 's-Gravenhage
gegeven.
Een gesprek met den Kornak.
In den circus op denBinnen-Amstel,
te Amsterdam, waar thans het speci
aliteiten-gezelschap van den heer Hugo
Lorenz eiken avond optreedt, vormt
het optreden van den heer Epl).
Thompson met zyne olifanten een
der grootste aantrekkelijkheden voor
het publiek.
Men juicht stormachtig den kornak
toe, die zyn drie logge vrienden,
welke hij voorstelt als de „drie
vroolijke kegelaars", laat dansen en
opstaanhen laat kegelenmuziek
laat maken als de beste klokkenspe
lers, die ooit Amsterdam bezochten
die kalm op den grond gaat liggen
en een olifant over zyn lichaam "iaat
liggen, alsof hem een vlieg op het
lyf ging zitten.
Het publiek juicht en klapt en be
grijpt niet: „hoe je een olifant zoo
iets kunt loeren". De kornak zelf
heeft ook veel bekijks. Hij is een
neger van ontzagwekkende lengte,
krachtig gebouwd, die als hij met
het flegma zijn ras eigen, langs Am
sterdam's straten gaat, de menschen
even doet stil staan by zyn verschijnen
en bovendien in zyn geheele optreden
de „gentleman" is.
Wy ontmoetten hem in den circus
in gezelschap van zijn secretaris een
jong Engelschinan, en knoopten een
gesprek aan.
Hij vertelde ons Amerikaansch
burger te zijn, geboren te Philadel
phia, en jaren lang in Britsch-Indiö
te hebben gewoond.
Daar kwam hij op het denkbeeld
olifanten te dresseereeren.
„Das zyn hetgeen Af rikaansche
beesten, die ge hier hebt?
„O neenAfrikaansche olifanten
zyn veel kleiner en laten zich niet
gemakkelijk temmen. Zij hebben veel
platter voorhoofden en zijn lang zoo
verstandig niet als hun Indische
broeders. Deze beesten zyn iu de
buurt van Calcutta gevangen.
„Hoe oud zyn ze?"
ze er geen teleurstelling van zul
len ondervinden, maar bang ben
ik er wel voor. Ieder jaar komen
er gemiddeld aan onze akademiën
tweehonderd doctoron klaar en wan
neer men weet, dat er nu in 't geheel
volgens liet jaarboekje 2200 zijn, dan
ziet men met zekere onrust den tijd
te gemoot, waarop hot aantal eenvou
dig verdubbeld zal wezen. Over elf
jaar zijn wc daar al aangeland.
Het gevolg daarvan zal wezen, dat
elke medicus een geringer aantal pa
tiënten hebben en den pry's van zijne
visites dus verb oogen zal. Tegen dien
tijd geef ik mijn lezers een goeden
raad. Maak een overeenkomst met
uwen dokter, dat bij per maand een
vaste som ontvangt voor de behande
ling van uzelven en uwe familie, wau-
neer iedereen gezond is. Over een
maand waarin een uwer ziek is, ont
vangt hij niets. Zoo doen, naar uien
zegt, de'Japanners en die manier lijkt
me nog zoo dom niet.
Met leedwezen vermeld ik ten slotte
do overplaatsing van den lieer M.
Schuijlenburg, inspecteur van de di
recte belastingen, naar den Haag.
De heer Scliuijlenburg is een welwil
lend man, steeds geneigd om een be
lastingschuldige voort te helpen, streng
in de vervulling van zyn plicht, maar
niet onbillijk en altijd heusch in zijn
optreden.
Aan hem hebben Haarlems fabri
kanten cn handelaars het voornamo-
lyk te danken, dat hier binnenkort
een kantoor van inklaring zal worden
opgericht.
FIDELIO.