HET MODEL. Met de grootste mogelijke onver schilligheid, zonder eon oogenblik op te houden met schilderon, geheel ver diept in zijn werk, het palet aan den duim, het korte pypje in den mond, luisterde Brédisse naar het zeurige verzoek van den grysaard. Hy had even naar hem gekeken om mot een oogopslag den „knikker" van den man te Deoorueelon en te zien of hij bruik baar was, en hy was weer aan 't work gegaan, met een lachend oo^, waaruit al het behagen sprak, dat hy in zyn schepping had. Tok! tok! tok! vlo gen de heldere kleuren op het doek, aie het maakten als tot een mozaïok van schitterde, bonte kapellen. Hij lette zoo weinig op het gezeur van den ongelukkige, dat hij hem tor tweemaal toe deed zwygen, door tot den kameraad, die in de atelier by hem werkte, te zeggen: Kijk eens, Privat, dat schreeuwt genoeg zou ik denken. Waarop Privat vol bewondering had geantwoord eerst met een„ja het schreeuwt dat het kraakt", en daarna door met de tong te klakken en zyn speeksel op te zuigen met het geluid van een piepende pomp. Of het schreeuwt! Je kan welzeg gen: het gilt. Dat noem ik krasse dissonanten dooreenmengen! Het is een knarsende harmonie! Een mooie knarsparty Beiden bleven een oogenblik vol verrukking kijken naaf Brédisse's doek, welke veelkleurige kapellen schenen te zweven en te dartelen in een wirrelwarrelenden regenboog. Toen was Brédisse weer begonnen nieuwe kapellen uit zyn penseel op het doek te doen vliegen, met korte, lichte streken, koortsachtig, zenuw achtig, gauw, tok tok! tok! De grijsaard was inmiddels op een klagenden, slaperigen, grommenden toon blijven doorzeuren om zijn ver zoek, waarnaar niemand luisterde, te herhalen, mompelend in zijn zwaren baard, in welks ruigte de helft van zyn woorden bleef hangen en verstikte. Eindeloos hetzelfde herkauwend, met de achteraankomende gebaren yan iemand, die by zich zeli praat, nu op den treurigen toon van iemand, die weet, dat er toch niet naar hem geluisterd wordt, vertelde hij, dat hij vroeger als model „gewerkt" had, lan<* geleden, als historisch, en als riddermodel dat de beroemdste meesters hem graag hadden. Hy had voor dit en voor dat beeld gestaan, dat nu in 't Luxembourg hing, voor het heelo beeld, weet u in de dagen voor zijn ongeluk. Ja, een omnibus had hem aangereden op een avond, dat hij een beetje aangescho ten was 't is toch voor den dit eu dat geen halsmisdaad om een graantje te pikken, wel en omdat hy een beetje aangeschoten was, had hij geen schavergoeding gekregen, en daar hy scheef was geworden en zyn rechtervlerk op twee plaatsen was ebroken, had hy voor geen heele guren meer kunnen poseeren, maar waar 't karakterkoppen gold, daarin behoefde hy voor niemand uit den weg te gaan. Had men 'n Richard Leeuwenhart noodig hij was er voor geknipt. Hier doorheen mengde hy een an der verhaal in vry duistere termen. Hy had een dochter gehad, die den slechten weg was opgegaan, maar voor hem goed was gebleven, zoodat zy zelfs een wynhuis voor hem ge kocht had, waarmee hy echter slechte zaken had gemaakt. Het ergste was, dat hy er met poseeren was uitge scheiden, zoodat by geen klanten meer had, toen hy weer als model wilde gaan „werken". Maar dat nam niet weg, dat hy een Leeuwenhart was zonder weerga, een, waaraan ieder een puntje kon zuigenEen puntje zuigen, zeg ik Ook verzekerde hy, „alsdat" hy de ware traditie kende, de echte, die van de Ecole des Beaux-Arts in den goe den ouden tyd, zooals men kon zien, als men do doeken ging kyken, die nu in het Luxembourg hingen, „zou Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraatje. GCLXXXVI. In de verschillende bladen heb ik heelwat gelezen over de feestviering op den Koninginnedag als naar gewoonte had dit blad het uitvoerigste verslag maar nergens heb ik een woord van dank gevonden aan de politie, voor wat men pleegt te noe men, haar „flink en tactvol optreden". Kyk, dat vind ik nu niet aardig. Ik heb, raag ik zeggen, de feestviering van a tot z by gewoond, 's Morgens kwartier over zeven drukten myne voetzolen de beroemde keien van de Groote Markt en 's avonds te kwar tier over elven sleepten ze zich moei zaam van diezelfde Markt naar huis. Tusschen die twee tijdstippen heb ik alles meegemaakt. Ik heb mijn nek verrekt door te turen naar de man nen van Kriens op den toren; de pyri daarvan laten verdryven door t kindergezang; ik heb me heesch geschreeuwd bij 't hoeraroepen, toen ae booten met kinderen voorbijkwa men me verbaasd over de afwezig heid van de huzaren by de parade ben van dien schrik weer bekomen by het zien wegvliegen van die sym pathieke diertjes, de duiven, opliet vVilsousplein. Daarna heb ik een opstopper gekregen by de volksspelen op de Gedempte Oude Gracht; ver volgons een bezoek gebracht aan alle lokalen, geen een uitgezonderdben daarna by Brinkmann gaan zitten en heb daar den halven avond op de stoep gezeten om naar de muziek van de ik meenon", en dat hy niet alleen de' lyuen, maar ook do kleur had, voor historische en ridder-figuren noodig on dat hy zich hierop kon beroemen, zonder de lui in de luren te leggen. Hy had het getuigenis der gróoto meesters voor zich, dewelke hy dik wijls had hooren zeggen, als hij po seerde Daar zit loon in, lie Dat is de natuur op heeterdaad betrapt. .Spre kend een aftreksel van asphalt En het waren geen prullen, die meesters! Waarachtig niet! Leden yan het Instituut, zooals men het noemt. Artisten met decoraties, wier schilderyen in de musea en de kerken hangen en zelfs in het Luxembourg, zou ik meeneu. Zeg daar eens iets tegen. Hy praatte maar door, zoo ver ward mogelyk, over zijn roomruebtige herinneringen, altijd op denzelfden zeurigon, slaperigen toon, zonder door een scherper geuite klacht medelijden te wokken en hierdoor aandacht. Hij zei twee-en-tachtig te zijn en in een ellendig hok in de wyk des Epinettes twee kinderen by zich te hebben, die de dochter hem bij haar dood had na gelaten. Acht dagen geleden waren zij by voddenrapers aan 't werk ge komen, maar een was er nu zonder werk en de ander ziek. Het was vooral om die kinderen, dat hy werk zocht en er over dacht, om zijn oud vak weer op te vatten. Hy was het niet vergeten, al had hij i vijftien jaren gebedeld. Want als men volgons de ware tradite werkt, vol gens die van den goeder ouden tijd, dan gaat die evenmin verloren als de smaak in brood. Hij was ouder ge worden en daardoor nog beter voor hot historische en ridder-genre, voor een Richard Leeuwenhart b. v., in den waron toon, zooais de meesters zeiden, een Leeuwenhart naar de na tuur met een kleur als asphaltmodder geschikt En hij praatte maar steeds door, alles dooreen warrend: zijn armoe, zyn dochter, zijn wynhuis, zyn succes van vroeger waarvan het Luxem bourg kon meepraten altijd op den zelfden eentonigen, slependen dreun, zonder medelijden te wekken of aan dacht te winnen, altyd klagend, sla perig, knorrig, zeurig, mummelend iu zyn zwaren baard, in welks ruigte zyn woorden stikten. Yan den vroe gen morgen af, zei hy, was hij er op uit geweest, om werk te zoeken en had nog niets gegeten. Hy was in dertig, veertig, vijftig, iu een rits ate liers geweest, in deze dagen, en nie mand had hem willen hebben. Stuurde men hem ook hier weg, dan zou hy moeten krepeeren voor do deur, ter wijl zijn kleintjes krepeerden thuis, die stumperts, die lieve engeltjes. Hij had nog wel een uur en lan ger zoo door kunnen zeuren. De twee schilders hoorden er niets van en dachten nauwelijks meer aan zijn aanwezigheid. Brédisse liet met steeds koortsachtiger haast kleuren sneeu wen op zyn doek; wierp er ontelbare bonte vlinders op, vlug, gauw, heel gauw, toktoktokPrivat bleef een en al verrukkinghy verzonk in Bré disse's werk als een fakir in zyn vro me overpeinzingen, keek kwynenil naar het vroolijke, schreeuwende schilderij,, klokte telkens weer met de tong en lachte genoegelyk! Eensklaps zweeg de grysaard. Die stilte na dat langdurige zeurige gewa- wel deed de twee schilders ontwaken, den een uit zyn werkzaraen droom, den ander uit zijn hypnotische ver rukking. Wat de oudé gezegd had en zy gehoord hadden, zonder er naar te luisteren, was onwillekeurig in hun hersenen gedrongen en nu begrepen zy een weinig van de brokstukken zijner zeurige bedelpartij, die hun in de gedachten kwamen. Maar ongeluk kig had zich 't diepst in hen afgedrukt, wat de oude het nadrukkelijkst had gezegdde traditie van den goeden ouden tyd, van vroegere meesters in het Luxembourg, de befaamde Leeuwen hart naar de natuur, met een kleur als asphaltmodder. En dat gewawel by artisten fin de siècle, decadenten, symbolisten, impressionisten Alkmaarsche Schutterij te luisteren, heb vervolgens de seiopticonver- tooning gezien en ben toen nog eens naar de Groote Markt ge gaan, om de illuminatie van 't Stad huis te bekijken. Ik mag dus zeggen, dat ik overal geweest ben en alles gezien heb, alleen niet het diner by den Commissaris der Koningin, waar ik ronduit gezegd niet geweest ben, omdat ik ef niet geïnviteerd was. Om nu op myn onderwerp terug te komen wou ik maar doen opmer ken, dat de politie er even lang ge weest is als ik. Dat strekt de politie tot eer Maar waarom staat nu die gebruikelijke term van „tact- en be leidvol optreden" uergens in Ik be grijp er niemendal van. Heb ik niet zelf, met eigen oogen gezien, hoe 's morgens een politieman met zijn volle kracht en zwaarte tegen de vol strekt niet opdringende raenschenmas- sa opsprong, alsof die een schutting was, waarvan hy den ondergang had gezworen? Raakte daarby niet een kind van de been, dat nog met moeite werd beschermd voor onder den voet raken? Is dat geen tact en geen beleid? Wat is het dan wel? Maar de politie is niet alleen taet- en beleidvol, ze is ook goedig. We hadden, zooals ik boven zei, bij de para de geen huzaren gezien en dat was een groote teleurstelling geweest. Met alle respect voor het menschelyk ge slacht moet. ik toch zeggen, dat de vierbeenen een parade meer decoree ren, dan de tweebeonen. Met dien zelfden tact en dat beleid, waarvan ik u daareven al een lepel heb laten proeven, begreep de politie, dat er wat moest gedaan worden, om het publiek die teleurstelling Brédisse lachte den oude in zijn gc/jclit uit en wees hem op zyn palet vol heldere kleureD. Kyk eens hier, riep hy uit., oude pimpolaar! Vindt je, dat ik met schoensmeer schilder Privat, nijdig omdat hy in zyn verrukking was gestoord, schroeuwde hem toe Ruk uit met je instituutsmoel Leeuwenhart met een pruim in je bak kes. karakterkop, Modellen zooals jy kunnen oprukken. En woestnydig liet hy er op vol gen. alsof hij den gehaton Bouguereau in eigen persoon al zyn verachting in het gezicht spuwde: Je dengt, alleen nog om voor lyk te posoeren Be oude hief wanhopig hot hoofd tou hemel. Eenige half gearticuleerde woordon trachtten zich een weg te banen door de ruigte van zyn baard, welks vlassige vlokken trilden als sclmira, waarin wordt geblazen. Twee tranon rolden uit zyn glazige, doffe oogen langs zijn wangen, welker asphaltkleur overging in het geel van oud ivoor. Vervolgons school er even een glans uit de dofte oogen, een blik die.moest uitdrukken, wat. hy met woor den niet meer kon zeggen. Ja, ja, bedoelde hy, om een stukje brood voor myn kleintjes wil ik wel voor „dooie" posoeren. De oude liet zich zachtjes neer vallen. zeer zacht, en met iets als een glimlach op het gezicht, zoodat de twee schilders niet begrepen, wat er zou gebeuren. Zij verbééldden zich dat de kerel den spot; met hen dreef. Kijk, zei Brédisse. dat is een goejeHy laat je er aardig inloopen, do ouwe rakkert: hij ligt al in de positie Waarachtig! antwoordde Pri vat, en wat meer zegt in de klas sieke pose. O nee, maunetje. daar moeten we niets van hebben. Dat 's oudbakken kost Om deel te nomen in de grap, die het model, naar hij dacht vertoonde, gaf hij hem, om het meer naarvoron te brengen, een lichten schop tegen het achterwaarts gebogen hoofd, welker wyd geopende mond een af grond scheen in de ruigte van zijn baard. Toen bemerkte by, dat de arme kerel, die daar op de ouderwotsche manier dood lag, echt en voor goed dood was ook. (P. iV. B.) Een bezoek aan Parijs. XI. Reeds heb ik gesproken van de „Halles Centrales", de voornaamste markt van levensmiddelen in Parijs. Wanneer men een bezoek brengt aan dezen groep van reusachtige ijzeren loodsen, dan krijgt men eenigszins een begrip van de enorme hoeveelhe den, dagelijks door de magen van deze stad verteerd. Voor zulk een bezoek moet men vroeg nit.de veeren, want de grootste levendigheid ziet men in den vroegen morgen, wanneer de straten, die op de Halles uitloopen, gebarriceerd zijn door de groentewa gens, die bij duizendtallen des nachts uit de omstreken zyn toegestroomd met volle lading om leeg terug te keeren. Ook dan krioelt net er van koopers en vooral van koopsters. Wij banen ons ook een weg door de nauwe gangen langs de uitstallin gen. Het liefst langs die waar de bloemen in bonten kleurenrijkdom pry ken, of waar eigenaardige te genstelling met het symbool van het bloeiende, jeugdige leven graf kransen zijn te koop gesteld. Interes sant is ook eene wandeling door de gebouwen, waarin de groenten wor den verkocht. Artisjokken bij dui zendtallen trekken ons oog, evenals natuurvoortbrengselen, die ons geheel onbekend zyn. Vrouwen en meisjes zitten met weergalooze snelheid dop erwten te doppen (ik spreek van een vyftal weken geleden) en hebben daar bij nog ruimschoots den tijd om te praten en met vrouwelijke nienwsgie- een weinig te vergoeden. Wie er op bet lumineuze denkbeeld gekomen is, weet ik niet, maar een feit is dat tijdens de volksspelen op de Oude Gracht een afdeeling politie op het Verwulft nog weer eens een kleine na- parade gaf. 't Was een trotsch gezicht, hen daar te zien staan twin tig man ongeveer met een of twee inspecteurs en adjuncten. Tact en be- Md straalden hun de oogen uit, welke stralen werden beantwoord door stra len van waardeering en erkentelijk heid uit de oogen van het publiek, dat het zag. Kortom, 't was een stra lend tafreel en de grootste pruttelaar raakte als hij in de onmiddellijke na bijheid kwam, zonder eenige aarzeling eveneens aan het stralen. Een beetje verderop was dateven wel zoo stralend niet meer. Op de Oude Gracht namelijk had men heel wat moeite om het terrein vrij te hou den. De wandelgangen, om ze zoo eens te noemen, tusschen de touwen, die gespannen waren en de huizen wa ren te smal om al de menschen te be vatten. Vandaar een opdringen der ach terste rijen, die niet veel konden zien en een langzaam maar zeker vooruit schuiven van de voorste rijen, die daar trouwens niets aan konden doen. Een handvol agenten van politie, die nu en dan op hun beurt tegen de men- schenmuur aanvielen, alsof ook zij schuttingen hadden te ontwortelen, moesten daar met een troepje mili ciens, die dat werk niet gewoon wa ren, de orde handhaven. Tntusschen duurde de parade op 't Verwulft voort en zou wel den hee- len middag hebben voortgeduurd, wanneer niet het moment was aange broken, dat het heele afgeschoten ge- righcid te kijken naar hetgeen er rondom hen voorvalt. Waar eenige moed toe behoort is om door de vleesclihal eene rondwan deling to maken. Daar te raidden van stukken bloederig, lillend vleesch, om geven door haastige mannen in witte slagerskleeding, wier jassen echter de sporen dragon van lnm bloederig be drijf, en die in huu haast u telkens dreigen in onaangename aanraking te brengen met de stukken vleesch die u straks gestoofd en gebraden worden voorgezet onder fraai - klinkonde franscbo benamingen werd het my eng om hot hart. Ik kreeg een ftuuw gevoel, 1102" krach tiger opgewekt door den onaangenamen geur, door al dat vleesch uitgewa semd, en toch u kunt liet heusch geloovon had ik op dat oogenblik dat flauw gevoel niet willen trachten te verdrijven door ceu hartig stukje filet of een cahtoaubriand Dat was immers datzelfde vleesch I Neen, ik vond dit deel van het bezoek aan de Halles verre van verkwikkelijk. Myne reisgezellen en ik werden dan ook wel met verbaasde blikken aan gestaard door de vleeschverkoopers. In veler blikken las ik de vraag: wat doen jullie hier in deze omgeving? welke vraag van huuno oogen beant woord werd door deze woorden van hunnon mond: ce sont den éirangers Ik had er zelf geen beter opkunnen geven. Het is wel eigenaardigdat dit bozoek aan de Halles gevolgd werd door een bezoek aan de Buttes Chaumont een prachtig 20 H. A. groot, heuvelachtig park. aan den kant van Belleville, met oen prach- tigen, half kunstmatigen rotsaanleg, een vyver en een waterval, en aan het Bois de Boulogne. Men zou dus kunnen zeggen, dat een bezoek aan de maag van Parys werd gevolgd door dat aan de longen van deze stad, want op dezen naam mogen ge noemde parken, vooral het Bois, zeer zeker zich beroemen. Vooral des Zondags is het bezoek aan do Buttes Chaumont zeer druk, bij goed weer natuurlijk. In tegen stelling met het Bois zou men dit park een volkspark kunnen noemen. Dat het dit is, heeft het grootendeels aan zyne ligging tnsschen en ach ter de arbeidersbuurten te danken. Zooals men weet is het Bois de Bou logne, dat wel veertig maal uitge strekter is, des namiddags de ver zamelplaats van de beau monde, en op dat tijdstip vormen de rijtuigen, die om de schilderachtige vijvers zijn opgesteld, lange tilen. Dan heeft men daar slechts oog voor het elegante Parys, minder voor de schoone na tuur. Voor den echten natuurlief hebber is het dan ook verkieselijker des morgens het Bois te bezoeken en er een rijtoertje of nog beter fiets tochtje te maken. Wat het Vondel park is voor amsterdamsche wiel rijders is het Bois de Boulogne in nog veel grooter beteekenis voor de parysche vélo-lief hebbers en ook lief hebsters, want het is bekend dat de Parisienne een charme beeft voor fietsen en als fietsrijdster char- manie is. Ook een bezoek des avonds aan hot Bois oefent groote bekoring uit. Dan ziet men bij stil weer een groot aantal verlichte, kleurrijke lampions, ongeveer een meter boven den grond, als door eene onzichtbare macht voortgestuwd, snel voortzweven. Het zijn de lampions, die aan de rijwielen hangen en hunne nadering moeten aanduiden. Wat or ook de aandacht trekt zijn de auto-cars, die zich bizonder vlug over de wegen voortbewegen. In Parijs ziet men ze vrij algemeen. Welke stad eigent zich er dan ook beter toe! Breede rechte straten, uitsluitend voor vervoermid delen bestemd en geene politieveror deningen, die door lastige voorschrif ten betreffende maximale snelheden en verkeersverbod, het vervoer met auto cars belemmeren. Het is bekend, dat in de verbete ringen dezer snelle vervoermiddelen nog lang niet het laatste woord is gezegd. O.a. moet er nog een middel deel te was overstroomd. Toen rukten de twintig, onder geleide van hunne aanvoerders, naar de Gedempte Oude Gracht, waar ze juist by'tyds aan kwamen om te zien, dat er geen sprake meer van wezen kon om de volks spelen daar voort te zetten. En als de lezer mij nu zien kon, zooals ik dit zit neer te schrijven, dan zou hij ook mijn oogen zien stralen van bewondering voor zooveel Tact en BeleidEn dan te moeten beden ken, dat geen een van de kranten een woord van lof aan de politie heeft gebrachtNiet één Van zulke snoode ondankbaarheid zou menigeen zich bijna een ziekte op den hals halen. Gelukkig is er ge legenheid om dit te laten cureeren. Want waar het ons ook in Haar lem aan ontbreekt aan goedkoop gas, aan een batig saldo op de ge meenterekening, aan 25 millionnairs die de helft van de gemeentelijke belasting van hunne rekening nemen - aan doctoren ontbreekt het ons volstrekt niet. In de laatste drie jaar zyn er meer dan oen dozijn medici in Haarlem bijgekomen. Als ik niet zeker wist, dat in alle officieelo statistieken het sterftecijfer in Haarlem als zeer laag wordt aangegeven, dan zou ik haast denken, dat men in Nederland het gerucht heeft verspreid, dat in Haar lem de helft van do bevolking van 1 Januari tot 31 December aan de suk kel is. En als ik eens rondkijk, zou ik zoo zeggen, dat men zich in onze Bloemenstad nogal in een goede ge zondheid mag verheugen. Ik zelf ben gevonden worden nm bet lawaai dat ze maken te verminderen. Een auto car die er eon flinken gang in heeft, maakt ongeveer het geraas van eene lichte tram locomotief, die op hol is een verre van aangenaam geluid voor de berijders, evenmin als voor de wandelaars. Parijs is het middelpunt van het cosraopolitisch verkeer. Parijs"is het middelpunt van do franscbo weten schappen en kunst, die op haar beurt invloed uitoefenen op de wetenschap pen en kunst over de geheele wereld, Parys bergt binnen hare muren eene geheele wereldgeschiedenis, dank zy de hoogst belangrijke rol, die Frank rijk inde geschiedenis heeft gespeeld, vooral in de laatste acht eeuwen. Ge volg dus is, dat oen ieder, die zich ontwikkeld heeft in eene beschaafde opvoeding en zich eenigszins een adopt mag noemen op het gebied van let terkunde, wetenschap, kunst en ge schiedenis, veel van de bezienswaar digheden van Parys reeds by name kent., wanneer hy ae stad nog nooit heeft bezocht. In verband hiermee is het een dub bel genot by het bezichtigen van kunstproducten de bizondere geschie denis daarvan reeds te> weten, zon der daarvoor Baedeker of een anderen reisgids te behoeven op te slaan by liet lezen van namen op graftom ben by hot beschouwen van gebou wen, die reeds eeuwen over zich heen hebben zien gaan, levendig herinnerd te wordeu aan groote, scheppende geesten en genieën, aan schitterende maar ook bloedige tijdperken uit het verleden. Wie beschouwt niet kunstproduc ten in het Lonvre, als o.a. de wereld beroemde Venus van Milo met een van bewondering enthousiasten en te vens eerbiedigen blik, zonder daarby te denken aan de groote rol, die dit beeld in de oude kunstgeschiedenis speelt? Wie aanschouwt de trot- sche paleizen, het overgebleven deel der Tuileriën, het grootscbe paleis te Versailles, herinneringen aan de schit terende regecringstjjdperken der Lo- dewyks. zonder terug te denken aan de rol die.deze in pracht cn weelde levende vorsten hebben afgespeeld op dat gedeelte van het levenstooneel, waaróp eeuwen door steeds liet hel derste licht is gevallen? Wie die Napoleons graf in het Ho tel des Invalides bezoekt, ontroert slechts door den machtigen aanblik dien Visconti's meesterwerk in den trotschen koepel oplevert, zonder dat daarbij tevens eone stille aandoening hem overmeestert bij het besef, in de nabijheid te zyn van het laatste, aardsche overschot van een man, wiens krachtige wil geheel Weste lijk Europa heeft bedwongen? BIMNEHLAHD. Ontvangst van den koning van Siam. Z. M. Koning Chulalongkorn van Siam, wiens aankomst in de Residen tie a. s. Maandag op een nader be kend te maken uur zal plaats hebben, zal met groote militaire eerbewijzen ontvangen worden. Reeds bij aankomst van Z. M. op Nederlandsch grondgebied zullen hcra saluutschoten worden gebracht bij het eerste verdedigingswerk, dat de Oostersche vorst zal passeeren, terwyl eveneens eereschoten zullen worden gelost by lietfverlaten van het Hol- landsche gebied door den koning. In de garnizoenplaatsen waar de koninklijke trein voorbij gaat, zal een eerewaebt, zoo mogelijk met muziek en vaandel, op het spoorwegstation dier steden worden opgesteld. Bij aankomst van den koning in de residentie zullen 33 saluutschoten worden afgegeven. Aan het station zullen aanwezig zijn de opperoflieie- ren, kolonels en korpscommandanten in de residentie aanwezig, benevens de gouverneur der residentie en de plaatselijke commandant. Ophetper- zeldcn of nooit ongesteld, behalve een abonnement op een verkoudheid tus schen halt October en half Novem ber en wat myn familie en vrien den betreft, behalve een muitery van ingewanden in den tyd, waarin sla en komkommers het overvloedigst en meloenen nog niet precies rijp zyn, heb ik van ernstige kwalen nimmer gehoord. En desalniettemin voert gemiddeld viermaal in 'tjaar de Hollandsche Spoor ben nieuwen medicus in ons midden. Het eigenaardige van de zaak is, dat er bij dien grooten invoer, hoogst zelden een wordt uitgevoerd. Nu vraag ik u en my zeivenzyn we dan over 't algemeen zooveel zie ker geworden Ik heb, gedreven door een verklaarbare onrust, al eens voor den spiegel naar myn tong gekeken en mijzelven den pols gevoeld, maar tot mijn vreugde aan geen van beiden iets abnormaals bespeurd, 't Is waar, ik lieb een klein krabbeltje op myn linkerpink, maar dat zal ook zonder medische hulp wel genezen. Eigenlijk vind ik mijzelven wel wat al te ge zond. Kijk eens hier, die doctoren vestigen zich hier toch niet voor nie mendal en ik vind, dat wij beleefd heidshalve nu ook verplicht zyn, hun wat arbeid te geven. Men behoeft wel niet met het hoofd tegen den muur te loopcn, maar kan bijvoor beeld des middags eens een middag maal nemen, bestaande uit erwten soep, roode kool en appelmoes Maar zonder gekheid, ik voorzie schrikkelijke dingen. Het vak van medicus is zoozeer in trek, dat er bijna geen familie is te vinden, of er is wel eon zoon of een neef, die voor dokter studeert. Ik hoop, dat ron zal een eerowacht worden op?p. gesteld, bestaande uit een compagnie, grenadiers met het regimentsvaandel en de stafmuziek, benevens de regi mentscommandant en de betrokken bataljonscommandanten. By aankomst van den trem presenteert de eerewaclit het geweer, zal de eeremarsch wor den geblazen, terwyl de stafmuziek den koning zal begroeten met het yiameesche volkslied. Op het Stationsplein zal éen es corte aanwezig zijn van het 2e regi ment veldartillerie, ter sterkte van 50 onderofficieren on manschappen onder bevel van den kapitein Do Jonge van der Halen en drie luite nants. Aan het, Koninklijk Palcis iu hot Noordeinde zal Z. M. weder een eere waebt opgesteld vinden van een com pagnie jagers, met de hoornmuziek der jagerbataljons. Bij aankomst van den vorst wordt ook hier eerst de eere marsch geblazen en daarna het Hia- meesclie volkslied gespeeld. Wanneer Z. M. door de stad rydt, zal liet koninklijke rijtuig stee )s wor den begeleid door een eere-escort® van 25 ruiters. Indien de Koning tijdelijk de resi dentie verlaat tot hot afleggen van een bezoek aan HH. MM. de Konin- ginuen op het paleis Het Loo, zal aan het station van vertrek een eere waclit zyn opgesteld en het groote eere-escorte van 50 man versterkt worden. By het verlaten dor residentie met het doel andere steden te bezoeken, zal hetzelfde ceremonieel worden in acht genomen als by aankomst van Z. M. is vastgesteld. Gedurende de dagen welke de ko ning in de residentie doorbrengt, zul len alle officieren en manschappen die in het openbaar verschijnen in groot tenue gekleed zijn. Wy vernemen nog, dat indien Z. M. Amsterdam bezoekt het ceremonieel aldaar in overeenstemming zal zyn met de eerbewijzen te 's-Gravenhage gegeven. Een gesprek met den Kornak. In den circus op denBinnen-Amstel, te Amsterdam, waar thans het speci aliteiten-gezelschap van den heer Hugo Lorenz eiken avond optreedt, vormt het optreden van den heer Epl). Thompson met zyne olifanten een der grootste aantrekkelijkheden voor het publiek. Men juicht stormachtig den kornak toe, die zyn drie logge vrienden, welke hij voorstelt als de „drie vroolijke kegelaars", laat dansen en opstaanhen laat kegelenmuziek laat maken als de beste klokkenspe lers, die ooit Amsterdam bezochten die kalm op den grond gaat liggen en een olifant over zyn lichaam "iaat liggen, alsof hem een vlieg op het lyf ging zitten. Het publiek juicht en klapt en be grijpt niet: „hoe je een olifant zoo iets kunt loeren". De kornak zelf heeft ook veel bekijks. Hij is een neger van ontzagwekkende lengte, krachtig gebouwd, die als hij met het flegma zijn ras eigen, langs Am sterdam's straten gaat, de menschen even doet stil staan by zyn verschijnen en bovendien in zyn geheele optreden de „gentleman" is. Wy ontmoetten hem in den circus in gezelschap van zijn secretaris een jong Engelschinan, en knoopten een gesprek aan. Hij vertelde ons Amerikaansch burger te zijn, geboren te Philadel phia, en jaren lang in Britsch-Indiö te hebben gewoond. Daar kwam hij op het denkbeeld olifanten te dresseereeren. „Das zyn hetgeen Af rikaansche beesten, die ge hier hebt? „O neenAfrikaansche olifanten zyn veel kleiner en laten zich niet gemakkelijk temmen. Zij hebben veel platter voorhoofden en zijn lang zoo verstandig niet als hun Indische broeders. Deze beesten zyn iu de buurt van Calcutta gevangen. „Hoe oud zyn ze?" ze er geen teleurstelling van zul len ondervinden, maar bang ben ik er wel voor. Ieder jaar komen er gemiddeld aan onze akademiën tweehonderd doctoron klaar en wan neer men weet, dat er nu in 't geheel volgens liet jaarboekje 2200 zijn, dan ziet men met zekere onrust den tijd te gemoot, waarop hot aantal eenvou dig verdubbeld zal wezen. Over elf jaar zijn wc daar al aangeland. Het gevolg daarvan zal wezen, dat elke medicus een geringer aantal pa tiënten hebben en den pry's van zijne visites dus verb oogen zal. Tegen dien tijd geef ik mijn lezers een goeden raad. Maak een overeenkomst met uwen dokter, dat bij per maand een vaste som ontvangt voor de behande ling van uzelven en uwe familie, wau- neer iedereen gezond is. Over een maand waarin een uwer ziek is, ont vangt hij niets. Zoo doen, naar uien zegt, de'Japanners en die manier lijkt me nog zoo dom niet. Met leedwezen vermeld ik ten slotte do overplaatsing van den lieer M. Schuijlenburg, inspecteur van de di recte belastingen, naar den Haag. De heer Scliuijlenburg is een welwil lend man, steeds geneigd om een be lastingschuldige voort te helpen, streng in de vervulling van zyn plicht, maar niet onbillijk en altijd heusch in zijn optreden. Aan hem hebben Haarlems fabri kanten cn handelaars het voornamo- lyk te danken, dat hier binnenkort een kantoor van inklaring zal worden opgericht. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6