Bedenlangzamerhand irerd het. woe den der vlammen, bjj gebrek aan voedsel, mindereerst om 11 uur was men het vuur meester. Kerk en to ren zyn geheel uitgebrand; alleen de muren zijn blyven staan. Depastorie die zich vlak naast de kerk bevindt, is gespaard gebleven. Weerbericht over Augustus. Het volgende maandelijksch over zicht van het weder, wordt medege deeld door het Kon. Mot. Instituut ping een deur met ter weerszijden sterkingen opgeruimd en het terrein cOOÜ a s sas1- S^CTeino1®® e© CD bo~rJoocciaJ®'i>-«ïa£<» ■I O O r *a e 5 CO K o_ c_ o_ NH ^-öcdcoccaóoct^-^-^o ccc o i TQ cc ao - c 3 -2 O e bc ai ,2 '-3* *2 O O £<0+3 •*1=8 <o-n os 3 O g 5 P r*-2 <Q J8og| Tï JI W KT? 1) rr< - T5 •g U, te'3 tfi t£rg So i OWf :-S O-g-É p S P SS O Cv o<j In de eerste dagen van de maand beweegt zich een gebied van hooge luchtdrukking uit liet Westen over onze streken en heerscht helder warm weer. Terwijl de wind van het Noor den tot het Zuidoosten ruimt, stfigfc de temperatuur en bereikt den 5den zyn maximum. Een depressie is den 4aen bij Ierland verschenen en van den 5den op den 6den trekken on weders over ons laud. De wind wordt Z.W., en het weer klaart op, om evenwel, onder den invloed eener nieuwe depressie over Engeland, den Ssten weer buiig te worden. De de pressie trekt benoorden ous land weg. waardoor de wind den 9den krachtig uit 't Noordwesten waait. Tot den 15 blyft 't weer, bij Z.W. tot N.W. wind en afwisselende bewolking, warm; dan trekt een secundaire depressie uit het Kanaal over ons land en brengt onweders met slagregen. De lueht- drukkiog blijft over Engeland laag, de wind dieutengevolge Zuidelijk eu vrij krachtigden inden trekken on- weers over ons land. Ook gedurende de volgende dagen trekt een depressie over Schotland en blijft de wind Z.-Westelijk. Den 22sten komeu opnieuw onweders voor. Den 24sten verschijnt een depressie ten Noorden van Ierland, die den 25stcn langs ons land trekt en van onweders vergezeld is. Een nieuwe depressie verschijnt bij Ierland, waar door de wind Zuid-Westelijk blijkt en het weer bij gedeeltelijke bewol king iets warmer en stil is. Den 29sten vertoont zich weder een depressie bij Ierland, die zich naar Schotland voort beweegt en den 31sten stormachtigen westelijken wind en 's avonds buiig weer en onweders veroorzaakt. Eeu luchtspiegeling. Zaterdagavond, tijdens de eerste bui, ongeveer te 1 uur, word te Gro ningen een natuurverschijnsel waar genomen. Op de bovenste verdieping van een pakhuis, staande in het Rot terdammerstraatje bij de Nieuwe Eb bing estraat, staan twee personen voor een dakraam op het noordwesten naar het onweer te kijken. Vóór hen staat ter linkerzijde de nieuwe kerk, ter rechterzijde zien ze de oude kazerne. Ze zien naar de bliksemstralen, die do lucht doorklieven én maken elkan der opmerkzaam op dit prachtige natuurtooneel. Terwijl ze daar zoo staan, zien ze tusschen kerk en kazerne, in huDne onmiddellijke nabijheid, even duide lijk als de kerk, een groot, wit huis in de lucht. Het is een huis, met twee verdiepingen en plat dak. De voorgevel heeft in de benedenverdie-1 twee ramen en in de bovenverdieping vijf ramen. Een spits, niet hoog, frontspies «n breede dakgoot vormt 't hoogere gedeelte van 't huis. Ook bevindt zich nog een balcon voor 't huis, terwjjl kleine boompjes aldaar zich heen en weer bewegen, zoodat ze in 't eerst meenden, dat er zich menschen voor 't huis bevonden, die heen en weer liepen. De bliksem, die nog steeds door het luchtruim slingert, schijnt elk oogen- blik het huis te zullen treffen, wat de waarnemers erg benauwd maakt. Na een poosje dit prachtige schouw spel te hebben gadegeslagen, scheidt zich 't huis in tweeën, terwijl het daarna weer een geheel wordt, 't Is zoo duidelijk op t<r merken als de gevel der nieuwe kerk, die in wer kelijkheid daar voor hen staat. Voor het huis bemerken ze nog een pad of loopgelegenheid, die naar de deur leidt. Nu minder helder, dan zeer duidelijk, verdwijnt dit beeld, nadat het ongeveer 10 minuten is waarge nomen. K o I o n iën. De expeditie naar Segli. Aan van den eivielen en mili tairen gouverneur van Atjeh en onderhoorighedeu ontvangen telegram men wordt door de Java Ct. het vol gende ontleend Ten einde de ons vijandig gezinde elementen uit de Moekim Pakonba- roe-Pakoe Sot te verdrijven, zijn op den 30sten Juli, den len, 2en en -ten Augustus achtereenvolgens van Kota- radja naar Segli gedirigeerd twee bataljons infanterie, twaalf brigades marechaussees, hulpwapens en ambu lance. De gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden heeft de leiding van zaken aldaar op zich genomen. Den 6den Augustus rukte 's mor gens te 5 ure eene expeditionaire co lonne onder de bevelen van den lui tenant-kolonel Van Heutsz van Segli uit, en, langs liet strand gaande, werd de hoofdaanval gericht tegen de ver sterking Kota Soekoen., De aanval werd door krachtig]vuur van Hr. Ms. schepen Prins Hendrik, Nias, Lom bok, en Bali voorbereidnegen ver sterkingen, liggende tusschen Segli en kampong Pakan-Sot, worden onder vuur gehouden door het vestingge- sehut te Segli. Daarna werden alle versterkingen bezuiden Kroeng Barabah tegelijk omvattend aangevallen en genomen; de 12 brigades marechaussees namen Kota Soekoen [en Kota Habib Hoesin het 3e bataljon nam vijf versterkin gen van Tengkoe Pantej Radja, be westen kampong Pakan Baroeby de marechaussees bleven 57, bij het 3e bataljon 53 gesneuvelde Atjehers lig gen. Uit alle overige versterkingen werd de vijand door omtrekkende bewegin gen verdreven, zoodat de geheele moe kin Pakan-Baroe-Payan Sot van vij anden gezuiverd werd. Buitgemaakt werden 20 geweren, S stukken geschat en vele blanke wapens. Kota Pantej Radja (bewesten kam pong Pakan Baroe) en kota Oedjoeng Lamtjoe (bewesten kampong Pakan Sot) zijn tijdelijk bezet, elk door eene e-emengde compagnie van het 14e bataljon. Gesneuveld is de Amboineesche fu selier Manoga (alg. st.no. 49611); ge wond werden levensgevaarlijk, de Europeesche fuselier Nieuwburg (alg. st. no. 42754), niet levensgevaarlijk de Europeesche sergeanten Van La- wiek (alg. st. no. 42542), Körner (alg. st. no. 30105) en Stam (alg. stno. 38930), de Europeesche fuselier van Mierlo (alg. st. no. 43931), de Euro peesche geniesoldaat Biehl (alg. st. no. 41474), de Europeesche zieken oppasser Sehellekens (alg.st.no. 26627), de Amboineesche sergeanten Riki- mahu (alg. st. no 9542), en Sahepati (alg. st. no. 16627), de Amboineesche korporaals Anakotta (alg. st. no, 26584) en Kayadoe (alg. st. no. 36066), de Amboineesche fuseliers Pikoli (alg. st. no. 35Q32), Pietreis (alg. st. no. 19429), Riebok (alg. st. no. 34825). Rafel (alg. st. no. 84890), <Schalwyk (alg. st. no 38930), Kakimeta (alg. st. nor 44171), Joseph (alg. st-no 30176), Kaligis (alg. st. no. 35428), Tapilaka (alg. st. no. 41631) en Mailissa (alg. st. no. 69972) en de Italiaaosche sol daat Sani (alg. st. no. 32682). opengekapt Den 8en werd door eene colonne, bestaande oit de maréchaussées, het 3e bataljon en twee sectieën bergge- schut, onder bevel van den luitenant- kolonel Van Heutsz, een tocht door de ni Moekims Gliëng ondernomen tot machtsvertoon. Yan Segli werd langs het strand gemarcheerd tot de gwala Gigiëng, en verder langs den linkeroever der Gigiëng-rivier naar Tjot Ara en Poe- loe Tjitjeun, gelegen ten zuiden van Gedie Simpang, aan den weg naar Boeboee. Tot zoover werd geen schot gelost, maar op den terugmarsch langs aen rand van Bamzi naar Long, werd de colonne beschoten door eene vij andelijke beade, die uit Boeboee kwam opzetten. Zij werd onmiddellijk ver dreven, met achterlating van tien doo- den, en de aanval werd doorgezet tot in Boeboee, waarna langs Bambi, Long, Paleuh en Sibreh naar Segli werd teruggekeerd, zonder dat van den rjjand iets meer werd vernomen. Gesneuveld is de Amboineesche fu selier Kumenap (alg. st. no. 42470); een schampschot bekwam de Amboi neesche fuselier ITitaJejj (alg. st. no. 32547). Toekoe Bintara Palance vergezelde de colonne in zyn gebied. Toekoe Bintara Pinang en Panglima Mogor wachtten haar op in Bambi, Hoesin Goendoee en Krani Oesmanin Long. Sedert 2 Augustus werden te Segli door cholera aangetast 7 Europeanen en 3 dwangarbeiders, en overleden de le-luitenant-adjudant T. F. Eeken- hausen, 5 Europeesche militairen en 2 dwangarbeiders. De ziekte is sedert tot staan komen. Leger en Vloot. Cavalerie-manoevres in Gelderland. Yan het manoeuvre-terrein ontvan gen wij de volgende correspondentie Yan den rustdag wil ik gebruik maken om nw lezers nog eens iets van ons te laten hooren. Donderdag 2 September begon de eigenlyke manoeuvre. De leider, de generaal Kröner met zyn staf waren in Apeldoorn in kwartier, terwijl het le regiment huzaren uit Deventer en Zutfen en een battery rijdende artil lerie eveneens in Apeldoorn en de omliggende dorpen waren. De eerste ontmoeting vond plaats bij Milligen niet ver van het Remon te-Depot. terwijl de 2de manoeuvre in de buurt van het Uddelermeer ge schiedde. Na afloop daarvan ver trokken de troepen die in Putten en Ermelo in kwartier waren geweest, naar Nunspeet en omstreken. Zeker zijn de meesten onzer met genoegen in onze eerste kwartieren geweest, zoowel voor officieren als voor man schappen waren de inwoners buiten gewoon aardig. Yooral mogen we den wakkeren burgemeester van Putten een woord van hartelijken dank niet onthouden voor alles wat hij deed om er voor te zorgen, dat iedereen" het naar ge noegen had. Zaterdag evenwei was voor ons allen de schoonste dag van de ma noeuvres. Reeds den dag te voren hadden we er zoo iets van vernomen, dat HH. MM. de Koninginnen zou den komen en werkelijk, het gerucht bleek waar te zijn. Op de heide bij Vierhouten zagen wij, toen de ontmoeting met het le regiment plaats vond, in de verte H. M. de Koningin te paard in wit ama zone op de heide verschijnen, terwijl H.M. de Koningin-Regentes in een landauer gezeten was. Terstond na de charge werden de troepen opgesteld en H.M. reed min zaam buigende er langs. Wat heerlijk oogenblik voor velen onzer om de jeugdige Koningin op haar schoon zwart paard zoo van na bij te mogen bewonderen. Daarna zou er worden gedefileerd doch wegens hevigen regen, hagel en onweer, moest er wel even gewacht worden, zoodat velen onzer al vrees den, dat dit niet zou plaats hebben. HH. Majesteiten lieten zich even wel door het weer niet afschrikken en toen het eenigszins bedaarde be gon het defileeren, eerst in draf, daarna in galop en ten slotte een frontmarsch in galop. Dat wij het allen met animo deden en dat het hoera uit volle borst Den 7en Augustus werden de ver-1 kwam, behoef ik wel niet te zeggen. Tal van rytuigen met toeschouwers woonden dit schouwspel bij en wan neer het weder wat meegewerkt had, was de vreugde van den dag volmaakt geweest. Na afloop bracht de gene raal Römner don dank van H.H. M.M. over voor de houding der troepen. Vandaag is het rustdag en zorgt moeder natuur er wel voor, dat ieder een zooveel mogelyk in zyn kwartier blyft, want het is echt guur naiaars- weder. Laten we hopen op beter, want goed weer is op manoeuvre een eerste vereischte. Tel. Sport en Wedstrijden. Wielerwedstrijd te Weenen. Zondag zyn de af deelingen van den Grand Prix te Weenen door de vol gende rijders gewonnenPasini, To- maselli (Italianen), Courbe d'Outrelon, Nossam, Gougolz (Franschen) Protia (Belg) en Jaap Eden. De Duitschers en Oostenrijkers kwamen allen op de tweede plaats aande voornaamste onder hen zijn Lurion, Biichner, Keiler, Reininger, Seidl, Fischer en Max. De beslissingen worden Woensdag en Zondag a.s. verreden. Een tandemnummer werd door de twee Italianen tegen Fischer—Protin gewonnen. Cricketwedstrijd te Heemstede. Maandag had te Heemstede een crieketwedstryd plaats tusschen een elftal der Yorkshire Wanderers en een Noord-Hollandsch elftal. Het Engelsehe elftal bestond uit de lieeren F. Hill, B. Hirst, C. S. Hirst, T. W. Philips, W. Brooke, C. Walker, F. Woodhead, J. Black- bum, E. Spide, P. Woodhead en W. Nelson. De Noord-Hollanders gingen het eerst aan bat met Posthuma en Van Manen. Met de lunch had Posthuma er reeds 24 bijeen geslagen, terwijl Yaa Manen, er 16 had. Na de pauze waren Posthuma en Van Manen spoedig uit. En van dat oogenblik werd de fast bowler Wood head onweerstaanbaar; de overige Noord-Hollanders werden zeer vlug achter elkander uitgebowld. Hun totaal was 69 (Kool 8). Dank zy daarna het prachtige bowlen van Posthuma, en de onge oefendheid der Engelsehen die niet op een mattingwicketthuiszijn, lagen binnen anderhalf uur de stumps van de elf Yorkshire men op den grond. Zij hadden 39 gemaakt, d.i. 30 min der dan de Hollanders, T. Woodhead topscorer, met 28. Posthuma nam 7 wickets voor 20 runs. Met de tweede innings werd kwart over vier aangevangen en toen de regen het spel stopte, bleef Van Manen met 3 not out, terwijl Kool, Tromp en Rincker resp. gebowld, gevangen $n run out waren. Wielrijden. Zondag zyn er te Keulen wedstrij den gehouden. Uitslag van de Rïjnsche Derby, 1000 M. (prijzen van 1000, 400 en 200 M.): 1. W. Arend in 1.34; 2 Bourrillon in 1.34%; 3 Parlby. August Lehr, die ook in den beslissingskamp meereed, viel en brak een arm. „Meesterschap van Europa" over 10,000 M. W. Arend in 16.5, 2. O. Breitling in 16.5!/5. 3. J. Kaeser (Bazel). Bourrillon en Parlby gaven 't op. RECHTSZAKEN. De zaak der Gebrs. Hogerhuis In de zaak der Gebroeders Hoger huis is naast het adres aan de Tweede Kamer thans een adres aan den minister van justitie verzonden, onder teekend door Gerrit Reitsma en Pieter Wassenaar, beiden te Boehum. Zij verklaren daarin„dat zij 5 Febr. jl. een onderhoud hebben gehad met Klaas Stienstra en diens moeder te Beetgum, die de pertinente verklaring gegeven hebben, dat niet de broeders Hogerhuis de schuldigen zijn van de inbraak te Britsum bij G. Hoitsma, maar dat de daders zijn: Paulusvan Dyk, Allard Dijkstra en Sijbout Albarda, en dat de verklaring van Tjeerd Stienstra (thans in Amerika) do zuivere waarheid is." Men maakt ons tevens opmerkzaam dat, blykens den inhoud van het arrest van hot Hof to Leeuwarden, Yan de drie voornaamste getuigen wel de eerste verklaard keert de arie broeders te hebben herkend, maar de beide anderen dat enkel stellig van een der broeders hebben verklaard. HM. GEKRENGD NIEUWS. Faure's geschenken. De geschenken die president Faure uit Rusland heeft meegebracht, zyn te Havre aangekomen. Er zyn zoo veel kisten dat zy bijkans niet te bergen zyn in de villa van den pre sident. De meeste zullen naar Parys wor den gezonden naar het Elysée, maar eenige blyven te Havre. De heer Faure zal zelf keus doen, want hy wil een tentoonstelling van deze ge schenken organiseeren. Naast zeer kostbare zijn er ook zeer heffende blyken van vriendschapde kost baarste en de eigenaardigste zullen worden uitverkoren om bij hetFran- sche volk de tolk te zyn van de ge voelens van de verbonden natie. Wan neer deze tentoonstelling geopend zal worden, is nog niet bekend. Czaar Nicolaas heeft aan den pre sident, tydens zyn bezoek aan Peter hof nogmaals zyn vast voornemen te kennen gegeven om in het aanstaand voorjaar Parys voor de tweede maal te bezoeken. Dit bezoek was reeds door den Keizer aangekondigd tydens zijn Vorig verblyf in Fran'kryk. Na het diner in het paleis te Versailles betuigde hij zün tevredenheid over de ontvangst en "verklaarde hij dat hij zoo spoedig mogelyk zou terugkeeren maar dan zonder de keizerin. En toen hij zich een paar minuten had vermaakt met de verbazing der om standers, voegde hij er vroolïjk bij: „Dan kom ik met myn vrouw". Een flinke dronk. Toen de keizer van Duitschland zijn intocht in Würzburg deed werd hem een beker Steinwein (93er) over handigd, dien hy op het heil der stad in drie teugen ledigde. Om te toonen, dat er niets meer in den be ker over was, draaide de keizer dezen om, waarop dc verzamelde menigte door een luid hoera die „Nagelprobe" toejuichte. De oude regent van Beieren wilde j niet voor den keizer onderdoen en ledigde denzelfden beker eveneens in drie teugen. Ook nu liet het volk een vroolijk „hoera" hooren. Mijnontploffing-. In de nabykeid van Glenwood Springs (Colorado) heeft een myn- ontploffing plaats gehad, waarbij een groot aantal mijnwerkers den dood f~evonden heeft, hoeveel is nog niet ekond. Slechts twaalf lijken zijn tot dusverre gevonden, en wel elf Ita- iiaansch en éen Amerikaansche. De Mahomedanen onder engelsch bestuur. De opstand in het noorden van Britsch-Indië geeft der „Yoss. Z." aar leiding er op te wijzen, dat de groote beteekenis daarvan kan zyn gelegen in de prediking van den „heiligen oorlog" onder de Muzel mannen. Zoolang Engeland den sul- :an onder zijn bescherming nam, dat is gedurende bijna de geheele 19de eeuw, was het by zijn Mahomedaan- sche onderdanen in eere. Nu het zich tegen Turkije begint te wenden en het rijk van den Mahdi tracht te vernietigen, is de toestand geheel ver anderd en heerscht onder de Maho medanen een gisting: tegenover Enge land. Wat dit te beteekenen heeft, blijkt hieruit dat van de 150mïllioen Mahomedanen ongeveer 60 millioen onder Engelsch bestuur zijn. Van de overige staan 25 millioen (op Java en Sumatra, enz.) onder Nederlandsch bestuur, slechts 16 onder recht- streeksch bestuur van den sultan van Turkije, 13 onder Ruschland, 5 onder Frankrijk (Algerië). In Egypte zijn 6 millioen en in Zuid-Arabië 1 mil lioen. Verder wonen 8 millioen in Marokko en 7'/a in Perzië, welke laatste echter den Sultan niet als hoofd der kerk erkennen. De be lijders van den Islam, die onder En gelsch bestuur staan, vormen dus de grootste macht. Letteren en Kunst, p Franscbe Opera. Uit hot prospectus van den Konink- lyken Franschen schouwburg i* 's-Gravenhage, onder directie van 4» heeren V an Bijlevelt en Lefèvre, blykt dat behalve de gewono opéra's ea opéra's eomiques zullen worden op gevoerd Don Juan, la Flute cnchaa- tée van Mozart, L'étoile du nord vai Meyerbeer, Le bal masqué van Ver di, Joseph van Méhul, Philémon et Baucis van Gounod, le Caïd van Tho- - mas, La part du diable van Auber, I die sedert lang in het vergeetboek waren gekomen. Als niouwigheden worden aange kondigd Sallambö (Rejrer); Ascanio, Henri Vin en Proserpine (Saint Saens), la Vivandière (Benjamin G* dard),la Princesse d'Auberge(Blockx), la Guzla de l'Emir (Théod. Dubois), Rip (Blanquette) enz. Het gezelschap is aldus saamgesteld: Pauwcis, fort ténor, Rey, le ténor léger, Gueymard, 2e ténor léger, De Bock, 2e ténor. Gardon, le trial en le ténor d'opérette, Bcrriël, le haryton van de groote opera, Brous- san, le baryton opéra-comique, De- bray, 2o baryton, Maurice Fabre, le basse-noble, Blancard, basse chan- tante, Augier Diany, 2e basse opéra- comique, Baumont, 2e trial, Yaa Hamm, 3e bas. De dames zyn mevr. Lematte- Schweyer, forte chanteuse, mevr. Alice Cognault, le chanteuse légère, mile. Miranda, le chanteuse légere, Nadi Blancard, contralto, Féria, contralto, Dupont, le dugazon, Dalghis, 2e da- gazon, Tony, le dugène, Damoss, 3e dugazon. Balletmeester is de heer Aubert, ei de eerste danseressen zyn de dames Adler, Bossy en Olgéa. De koren bestaan uit 42 personen. Eerste regisseur is de heer Joinnisse, 2e regisseur, Luc Sassenus. Eerste chef d'orehestre de heer Barwolf, voor de groote opéra, Lematte voor de opér^-comique, 2e chef en pianobegeleider, de heer Daa- rat. Maandag, Donderdag en Zaterdag blijven de speelavonden. Een Murillo ontdekt. Een Fransch kunstcriticus, Dubois de la Rue, heeft te Kopenhagen, naar hij beweert, in een particuliere ver zameling een Murillo ontdekt. Hy gelooft dat het stuk voor een Jeznï- tenklooster in San Sebastian geschil derd is, dat de Franschen het onder Napoleon meenamen en het toen naar Engeland gekomen is, vanwaar het verkocht werd aan een Noor, onder voorwaarde, dat het niet in het pu bliek tentoongesteld zou worden. Het middelste deel van het stuk is goed bewaard, bovenaan is het op onhandige manier bijgeschilderd. De heer Dubois schat het schildery op 600,000 francs. Wat het stuk voor stelt meldt de berichtgever der Frf. Zigniet. Vervolg Stadsnieuws Naar aanleiding van de voordracht van den heer J. A. Bakker, door dezen ten zijnent gehouden voor drie gemeentebesturen, ontvangen wij nog het navolgende De gaseoncessio-aanvrage in de gemeenten HeemstedeBennebroek e: HUlegom. De oppositie, welke zich tydens de gecombineerde vergadering deed hoo ren, bepaalde zich tot de volgende punten le Watorgas is een gas met meer vergiftigende eigenschappen dan ge woon gas, waarbij nog komt, dat het reukeloos is. 2o. Zou electriseh licht verkiese lijker zyn omdat daarmede geen on gelukken zouden zyn te vreezen, en omdat voor een prys gelijk aan dien van petroleum, 2 maai meer licht van electriseh licht zou zijn te verkrijgen. De gasconcessie-aanvrager was het niet alleen eens met de le oppositie, maar had er ook in zyne inleiding, welke voorafging, nadrukkelijk op gewezen, en de betrokkene gemeente besturen den weg aangewezen, waar langs onheilen als gasvergiftiging geheel konden voorkomen worden. Met uitzondering van de lucht, welke wij inademen, werkt elk ander nog meer bevelen te geven, dan krygen wy de geheele bemanning op onzen hals. Gij ziet zelf wel, hoe het liier nu gesteld is. Ik krijg op al hetgeen ik zeg, een brutaal antwoord, niet waar? Maak ik hier een aan merking op, dan zouden zij geheel en al het gezag om verwerpen, en doe ik het niet, dan zal Silver denken, dat hier iets achter steekt en dan is alles verloren. Welnu, er is éen man, op wien wy ons kunnen ver laten." „En wie is dat?" vroeg de squire. „Silver, mynheer,® antwoordde de kapitein; „hij is even bevreesd als gij en ik, dat zy nu reeds tegen ons zullen opstaan. Dit is een lichtpunt, ik geloof dathyze spoedig tot andere gedachten zou kunnen 'brengen, als hem dc gelegenheid daartoe werd bereid en ik stel u voor hem die te geven. Laten wij het volk toestaan dezen namiddag aan wal te gaan. Wanneer zy allen gaan, dan kunnen wij het schip verdedigen. Weigeren ze, welnu, dan posteeren wy ons in de kajuit en God, zal ons dan hoop ik, zijn bystand verleencn. Wanneer er enkelen gaan, dan, let eens op myn voor den, mijnheer, brengt Silver ze zoo gedwee als lammetjes aan boord terug." Zoo werd liet dus beslotenaan de vertrouwde jon gens werden geladen pistolen uitgereikt. Hunter, Joyce en Bedruth ontvingen de ty ding met minder verwon dering en meer geestdrift aan wy hadden verwacht, en daarop ging de kapitein naar boven en sprak zyn bemanning op de volgende wyze toe „Jongens, het is vandaag een warme dag geweest, en wy zyn allen vermoeid van het werk. Het zal niemand kwaad doen, nog eens naar wal te roeien, de booten liggen nog in het water; wanneer gy lust moogtgij al len naar het eiland gaan en daar een poosje blyven. Een half uur voor zonsondergang zal ik het sein tot terugkeeren geven." Ik geloof werkelyk, dat de jongens dachten, dat zij zoodra zy op den vasten grond zoudeu staan, hunbee- nen over de stapels geld zouden brekenwant in een oogwenk waren zij op de been en lieten zoo'n luid ge juich hooren, dat de vogels verschrikt opvlogen. De kapitein was zoo verstandig" hun hun gang maar te laten gaan. Hij verdween naar beneden, het aan Silver overlatend het uitstapje te regelen en ik geloof, dat hy hier goed aandeed. Ware hy op het dek geble ven, dan had hij niet langer kunnen doen, alsof hy den toestand niet inzag. Het was zoo klaar als de dag. Silver werd kapitein ovsr een zeer oproerige bemanning. De eerlijke jongens, en ik was spoedig in de gele genheid te bemerken dat wij er nog eenigen aan boord hadden, waren óf domme kerels, óf ik vermoed dat zy door de ontevredenheid van de aanvoerders waren aan gestoken, de een meer de andere minder, en de weinige goedgozinden waren op dit oogenblik zeer onhandel baar. Maar het is een heel ander iets lui en mopperig te zijn, dan een sehip te willen overrompelen en een aantal onschuldige menschen van het leven te be- rooven. Eindelyk was alles geregeld. Zes van de manschap pen bleven aan boord, en de overige dertien, waaronder Silver, sprongen in de booten. Op dat oogenblik kwam ik op het denkbeeld mede te gaan, en dit plan bevorderde onze redding. Wanneer die zes man zich bij Silver hadden gevoegd, dan was het ons onmogelijk geweest de boot te verdedigen; maar nu die zes aan boord bleven, werd myn tegen woordigheid Diet vereischt. Toen viel het my op eens in mede naar het eiland te roeien. Ik sprong in een van de booten waarna wij bijna tegelijkertijd weg voeren. Niemand lette op mij, alleen de roeier op de voor bank riep„Zyt gij het Jim Houd jo hoofd naar beneden." Maar Silver, die in de andere boot zat, en scherp toezag wat er gebeurde, vroeg wie of er iu de boot was bijgekomen; en van dat oogenblik af had ik spyt over hetgeen ik gedaan had. Het werd een wedstryd wie het eerst het eiland zou bereiken, maar de boot, waarin ik zat, was lichter dan de andere en bleef zoodoende een heel eind vooruit; op het oogenblik dat de boeg tegen de hoornen aan don oever stootte, greep ik een tak en slingerde mij zelf in het struikgewas, terwyl de boot, waarin Silver zich bevond, nog een paar honderd meter van de wal af was. „Jim, Jim!" hoorde ik hem roepen. Maar gy kunt hegrijpen dat ik net deed alsof ik niets hoorde: bukkend en kruipend baande ik mij een weg door het struikgewas en holde recht dooi-, totdat ik niet langer loopen kon. TTT:::. HOOFDSTUK XIV. De eerste manslag. Ik voelde mij zoo verheugd dat ik aan langen John ontsnapt was, dat ik werkelyk met eenige belangstel ling nu het vreemde eiland eens ging opnemen. Ik was door wilgehboscbjes gerend en bevond mij nu op een plaats, waarvan de grond uit duinzand bestondhiel en daar verhieven zich groepjes dennen en een groot aantal boomen met gedraaide stammen, ter grootte van een eik, maar wier bladeren veel op die van een wilg geleken. Voor de eerste maal begreep ik nu hoe pret tig het was zoo'n onderzoekingstocht te doen. Het eiland was onbewoondmijn maats had ik ach tergelaten en geen levend wezen vertoonde zich aan mijn oogen dan eenige vogels. Ik liep van het eene boschje naar het andere. Hier en daar groeiden planten, die ik niet kende, tussehenbeide zag ik een slang te voorschyn komen, die tegen my siste, welk geluid my deed denken aan het gegons van een bromtol. Ik ver moedde, dat dit dier een doodvyand van de menschen was, want ik hoorde eerst later dat hy tot de familie der ratelslangen behoorde. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2