Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
^nDV^EIRTEasrTIEirsr:
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
FEUILLETON.
De Schatgravers.
I5s Jaargang.
Donderdag 9 September {897,
Ko 4353
HAARLEM S DAGBLAD
^jBOisrzsriTTMiEnsrTsi'K.icrs:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrok waar een Agent gevestigd is (kom dei-
gemeente), per 3 maanden 1.80
Eranee door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.87-
Van 1 -5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 1.0 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve en Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houvstrau: 14, llaara.-in. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuMioité Etrangére G. L. DAJJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg libnknartrc.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedmgeffhan^het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75, elke regel meer/0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad in don omtrek zijn: BloenundaalSandpoort en Schoten. P. v. d. RAADT, Bandpoort: Heemstede, J. LEUVEN, bij tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zan roor?, J. ZWEMMER;
Velsen, w. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNS: IJmuiden, TJADEN, Genoemde Agenten neme" Abonnementen en Advertentiën aan.
NABETRACHTING
uit den
GEMEENTERAAD.
CXV.
De vraag, welke particuliere stich
tingen nu eigenlijk van gemeentewege
gesubsidieerd moeten worden en welke
niet, heeft al in menigen Gemeente
raad menige radde' (en minder raddo)
tong in beweging gebracht. En de
Haarlemse he Raad ontsnapt evenmin
als zijne broeder-college.- elders aan
de moeilykheid van de zaak vier
kant onder de oogen te moeten zien.
Eerst was het. de Ambachtsschool
die gesteund werddaarna de avond-
teekenschool van de Ambachtsschool
onlangs de kookschool-en nu gisteren
kwam de Wilhelmina-naaischool.Dcze
naaischool komt niet voor den eersten
keer. liet vorige jaar klopte zij ook
al bij den Raad aan, maar toen deed
de Raad niet .open en in weerwil
van :t pleidooi van ik meen den heer
Tjcenk Willink, om haar toch binnen
te laten moest dc smeckelinge on
verhoord vertrekken. Thans beriep
zij zich op liet. gunstig- onthaal, aan
de kookschool bereid en meldde zich
opnieuw aan.
Burgemeester en Wethouders wil
den er niet van weten on stelden
voor, zonder dat zij zich zelf do
moeite hadden gegeven hun advies
als gewoonlijk te laten drukken, om
de requestrante opnieuw weg te zen-
den.Daar stond de heer Tjeenk Willink
weer op do bres en zei, dat men er aan
gelooven moest. Hij vond het zelfs
zuinig, om subsidie te geven daar
anders dc gemeente eigen naaischolen
zou moeten oprichten, aangezien het
onderwijs in handwerken op de lagere
school lang niet toereikend is! Neen,
zei de waarnemend voorzitter, delicor
de Kanier, ambachts- en kookonder-
richt wordt op de gemeentescholen
niet gegeven, dus daarvoor kon de
gemeente subsidie toestaan. Maar
onderwijs in naaien, dat wordt op de
femeenteseholen ook gegeven dus
ehoeven we voor particuliere scho
len, die dat onderrichten, geen geld
te betalen.
Andere leden hielden het onderwijs
op de Wilhelmina-naaischool voor iets
anders, iets beters iets hoegers, dan
op de gemeente scholen wordt ge
doceerd zooveel als de hooge kunst
op het gebied van naaien. En ten
slotte hield men het verzoek aan, om
te kunnen informeeren en in een
volgende vergadering te besluiten.
Ik durf er voor uitkomen, dat ik
niet weet of de Wilhelmina-naaischool
dieper gaat in de 'edele kunst, dan
de gemeente op hare scholen, maar
ik wou toch vragen, of het niet ge
vaarlijk is in 't algemeen te zeggen,
dat subsidie kan worden verleend
aan scholen, die onderricht geven in
vakken, welke niet of niet ver ge
noeg op dc stadsscholen worden be
handeld. Men leert bijvoorbeeld
op de scholen zingen, maar vormt
er geen zangers. Moet dan ook
subsidie worden gegeven aan de
Haarlcmsche Muziekschool, wanneet-
die er om vraagt? Men onderwijst
er gymnastiek, maar vormt geen vol
leerde gymnasten. Wal nood, men
subsidieert de heeren Martin. En nu
spreek ik nog maai' van vakken, die
wèl op de scholen worden onderwe
zen Hoe het met onze financiën gaan
moet als men ook gaat subsidieeren
vakscholen, die dingen leeren waar
men op de gemeente-scholen niet aan
doet, durf ik niet eens bedenken, laat
staan becijferen.
Ik wil graag gelooven, dat dc Wil
helmina-naaischool eene bovenste best
is, maar laat dc Raad toch passen op de
gemeentelijke dubbeltjes!
We subsidieeren al zooveel. Daar is
hijvoorbeeld liet gasthuis. Van jaar
tot jaar wordt de bijdrage van deze
stichting hooger. Yoor 1898 is de som,
die de gemeente bijdraagt f460001!
Over zulke getallen moet men niet
lichtvaardig denken.
Is liet dan wonder, dat er telkens
als deze subsidie in den Raad ter
sprake komt, over geklaagd wordt en
gezucht? Mij dunkt van heen. Maar
dezen keer was de discussie ernstiger
dan ooit te voren. In Februari van
dit jaar vroegen Regenten geld, om
een groote verbouwing en uitbreiding
te kunnen doen. B. en W. besnoei
den die plannen en stelden een klei
nere verbouwing voor, maar de
Raad wilde het een noch het ander,
voordat B. en W. eens zouden hebben
nitgevischt, hoe nu eigenlijk de ver
houding is van de gemeente tot het
Gasthuis, of van uitbesteding van zie
ken besparing is te verkrijgen enzoo-
voorts. Daarover zouden B. en W.
rapport uitbrengen. Maar we zijn nu
een half jaar verder en van een rap
port is nog geen sprake.
En daar komt nu een verzoek tot
het maken van een stoomwasscherij,
die duizenden bij duizenden kosten
zal- en een begrootiDg voor't volgend
jaar waarop alweer tienduizend gal
den meer als subsidie van de gemeente
gevraagd wordt! De heer Sneltjes
was dan ook blijkbaar uit zijn hu
meur. Had men in zijn gemoed kun
nen kijken dan zou men daarin al
licht een verwijt aan B. en W. heb
ben gelezen over het lang uitblijven
van 't rapport. Maar rechtstreeks
kwam dat verwijt niet over zijn lip
pen, De deferentie, vrij vertaald de
overdreven beleefdheid die in een Be
stuurscollege de leden voor elkander
aan den dag leggen, veroorloofde
alleen een zachten wenk. Laat mij
die geen lid van den Raad hen, dan
toch eens ronduit zeggen, dat de bur
gerij- zich verbaast over en zich er
gert aan dit langzame arbeiden.
Schrijvers, componisten, beeldhou
wers, schilders hebben meesterstuk
ken geleverd in de helft van een
half jaar. waarin B. en W. nog geen
rapport hebben kunnen klaar krygen
over een zaak, die ze jaren kennen.
En er wordt dan nog niet eens een
meesterstuk verlangd.
Zoo zijn we dan weer voor een
jaar ingescheept op en opgescheept
met een onmogelijken toestaud, waar
in de rol van het gemeentebestuur
bestaat in het betalen van wat er te
kort komt. zonder meerTerecht zei
de heer Bijvoet, dat wat er ook ge
beuren zal. het gasthuis zal blijven
bestaanEven terecht veronderstelde
de heer Mr. Cnoop Koopmans bij
den Raad sympathie voor het ge
sticht en z'y'ne beheerders Wie zou
tegenstander zyn van een goed gast
huis als dit, met bekwame doctoren
eu een uitstekende verpleging - Nie
mand voorwaar, en ik allerminst 1
Doch er moet eindelijk eens worden
uitgemaakt, en voor goed, hoe de
financieele verhouding zijn zal van
de Gemeente tot het Gasthuis
en ik neem de vrijheid* mij er over te
verbazen, dat B. en W., naar blijkt
uit de weinige haast, die zy met hun
rapport maken, de klimmende ernst
daarvan niet inzien.
STABSKIEU WS.
eerste en derde pagina.
Haarlem, 8 Sept. 1897.
Het voorgaande jaar is in een der
plaatsen in den omtrek van Haarlem
een som van f2600 gestolen uit de
kas van den postdirecteur. Deze legde
dat bedrag er toen bij, maar de jus
titie kon, in weerwil van ijverige
nasporingen, den dief niet ontdekken.
Thans is een klacht ingeleverd
tegen den zoon van den directeuren
wel door een vrouw, die dezen zoon
vroeger gekend heeft. Hare opgaven
kwamen dc haarlemsche justitie zoo
belangrijk voor, dat een instructie is
geopend met bevel tot gevangenhou
ding.
Dinsdagmiddag omstreeks 5 uur
waren er cenige kinderen van den
lieer P. Blad. wonende Kleine Hout
straat, op den Gasthuissingel aan het
spelen.
Door onvoorzichtigheid geraakte
het kleinste kind te water ongeveer
een jaar of 4 oud. Spoedig was er
hulp. De heer Versteeg met een
ladder en een lang touw met twee
haken er aan haalde het kind er
spoedig uit, zoodat het nog leefde;
maar zoo bleek als een lijk werd het
bij de buren binnengebracht en na
eenigen tijd verder naar huis gevoerd.
Door de rechercheurs Jansen en
Misset is procesverbaal opgemaakt
tegen zekeren O. aan de Lange
Heerenstraat, ter zake van koppelarij.
BSRNEIVLAHD.
Bezoek van den koning
van Siam.
Z. M. de Koning van Siam maakte
Dinsdagochtend een rytoer naar Selie-
veningèn en omgeving. Om HP/a uur
kwamen drie rijtuigen voor het Paleis,
bestemd voor Zijne Majesteit en diens
gevolg, terwijl generaal Van Helden,
jhr. Van der Staal en de ordonnance-
oiïicier graaf Dumonceau den Koning
vergezelden. Deze was iu politiek.
Langs den ouden Scheveningsehen
weg en de Keizerstraat werd gere
den naar de zeeboulévard en het Kur-
haus om. De bedrijvigheid aan het
strand en het gebouw van het Kur-
haus, waarvoor stapvoets werd gere
den, trokken zeer de aandacht van
den Oosterschcnsouverein. Overliet
Gevers Deynootplein en den Badhuis
weg werd naar de stad teruggereden.
Des middags bewoog zich den dichte
rqensehenmenigte van liet koninklijk
paleis af langs den weg, dien de stoet
zou nemen naar liet staatsspoorstati
on, vanwaar te kwart voor tweeën
de koning van Siam zich naar het
Loo begaf, ten einde door nare Ma
jesteiten de Koninginnen te worden
ontvangen. Het koninklijk rijtuig
werd weder begeleid door het groote
eere-escorte van 50 hereden artilleris
ten, waarvan een peloton de a la dau-
mont bespannon hofkoets voorafging,
terwijl het andere peloton den stoet
sloot. Z.M. die dezelfde kleeding droeg
als Maandag, en weder versierd was
met het groot- cordon van den Neder
landsehen Leeuw, werd by zyn be
zoek aan de vorstinnen vergezeld
door de prinsen, zyue half-broeders,
door alle leden van zyn gevolg, en
van dat der prinsen, voorts door de
leden van het militaire huis van H.M.
aan- den koning toegevoegd, terwijl
do gezant van Siam, markies de Maha
Yota, en de meergemelde leden der
Siameesche legatie, mede naar liet
Loo vertrokken. In het koninklijke
wachtsalon werd Z.M. ontvangen dooi
den minister van buitenlandsche za
ken, den heer De Beaufort, den gou
verneur der residentie, generaal Van
Pommeren, dc commandant, luitenant-
kolonel Bierman, en den heer I. T.
Smith, consul-generaal van Siam tc
New York.
Toen de koning het plankier betrad
om zich to hegeven in den extra-trein
ditmaal een trein der Staats-spoor-
weg-Maatschappij met een salon-ry-
tuig hief de bij de ecre-wacht be-
hoorende hoornmuziek der jagers het
Siameesche volkslied aan, dat door
Z. M. en alle hem vergezellende au
toriteiten ten einde toe werd aange
hoord, met de hand aan-helm of steek,
of blootshoofd. Een afzonderlijken
groet brach t Z. M. aan den comman
dant van do eere-wacht. Hierna gin
gen de koning en zijn gezelschap in
den salonwagen.
In denzelfden trein hadden te voren
reeds plaats genomen de volgende of
ficieel e personen die van hier als ge-
noodhrden aan den gala-maaltijd naar
het Loo vertrokken tc weten alle
ministers, hoofden der departementen
van algemeen bestuur, (de heer De
Beaufort nam in den trein plaats na
de ontvangst van den koning), de
president van de Tweede Kamer, de
heer Gleichraan, de adjudant-generaal
van H. M. de Koningin, generaal
Verspeyck, Hr. Ms. ceremoniemeester
graaf Van Randwyek, en de heer
Ruyssenaers, chef 'van het kabinet
van den minister van buitenlandsche
zaken. Ook de leden der Koninklijke
Militaire Kapel, welk korps tijdens
het gala-diner een muziekuitvoering
zal geven, gingen met dezen trein mede.
Precies 1.45 vertrok de trein, iterwijl
steeds opnieuw het Siameesche volks
lied klonk. Hy werd geleid door de
heeren Silvergieter Hoogstad, inspec
teur van exploitatie, en Van Êgmond,
ingenieur van tractie, der Staats
spoorweg-Maatschappij.
Do Koning van Siam arriveerde
des middags te 3.40 (G.t.) met ccn
extra-trein aan het paleis Het Loo.
Op het ditmaal voor het publiek ge
heel afgesloten perron was een met
tropische planten versierd paviljoen
Opgericht. Hierin had do ontvangst
van Z. M. plaats, waarna deze in
een met vier paarden a la Daumont
bespannen rijtuig naar het Paleis reed.
Te 5 uur maakte Z.M., vergezeld
van H.M. dc Koningin-Regentes, een
rijtoer door het dorp.
Te 9 uur (Gr.t.) vertrok Z.M. we
der naar Den Haag, alwaar hy te
middernacht weer met eerbewijzen
werd ontvangen.
De justitie te Maastricht is naar
Kerkerade geweest, waar eene mis
handeling met doodelijken afloop heeft
plaats gehad. Twee der vermoedelijke
daders zyn aangehouden. De Tersla-
gene is zekere Jongen, herbergier,
en de aanleidcnde oorzaak van de
mishandeling is het weigeren Yan
drank.
Koloniën.
BATAVIA, 10 Aug.
Atjeli.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het goe-
vernement Atjeli en onderhoorigheclon,
loopende van 17 tot en met 30 Juli,
wordt door de Java Ct. het volgende
ontleend
Groot-Atjch. In de sagi der XXV
Moekims werd de rust niet verstoord:
overal is de bevolking met den sawah-
arbcid bezig. Het registreeren van de
bevolking dér IV Moekims werd thans
ook beëindigd.
In Lepong werd geen overlast van
vijandige benden ondervonden, onaf
gebroken werd dat landschap door
patrouilles doorkruist, omdat herhaal
delijk berichten van de aanwezigheid
van Oeraar s volgelingen aan" den
bovenloop der Djantang Perak en in
het dal van Lam Tih werden ont
vangen ook zouden zich des nachts
wel eens enkele kwaadwilligen in de
kampongs vertoonen, maar nergens
kwamen onze troepen met den vijand
in aanraking.
Het pasarverkeer bh' het kampe
ment neemt steeds in belangrijkheid
toekedei's worden daar thans ook
opgericht. Het afgeven van kampong-
j passer? werd voortgezetde bepaling
is thans ingevoerd, dat ieder manne
lijk Atjeliér in Lepong van zulk een
pas voorzien moet zyn.
Tusschën Lepong en Kroong Baba
word den 25en Juli een Chinees door
een Atjeher aangerand, die des avonds
op aanwijzingen van andere Atjehers
en van den Chinees werd gearresteerd,
maar uit het arrestautenlokaal te Lok
Nga wist te ontsnappen.
In de sagi der XXVI Moekims
was het mede geheel rustig. Het
administratieve werk, aan de registra
tie verbonden, liep voor de XIIl Moe
kims Toengkoeb ongeveer ten einde.
Een patrouille van Kroeng Raja,
die op het bericht van de aanwezig
heid eener vyaudelyke bende op den
24on Juli in de richting van* Lam
Teba was uitgerukt, werd naby de
A loer Djalo plotseling van de om
ringende hoogten beschoten. Onmid
dellijk werd de vyand aangevallen en
verdreven, waarby een iniandsch fu
selier sneuvelde en negen minderen
werden gewond, waarbij verscheidene
alleen met schampschoten. De vijand
liet éen doode achter.
In de VIT. Moekims Baid vertoon
den zich Toekoe Ali, zoon van den
banneling Toekoe Moeda Baid. en
Toekoe Mat, zoon van het bendehoofd
der Imam van Lam Ara, enkele ma-
len des nachts in dc kampongs, welke
zij bij het aanbreken van den dag
weder verlieten. Voor het opvatten
van Toekoe Mat kon na verkregen
inlichtingen een poging gedaan wor
den, echter zonder het gcwenschte
resultaat, want in de duisternis wist
hij te ontkomen.
Het gebergte ten westen van Mam-
prch werd herhaaldelijk doorzocht om
te trachten de verspreid liggende
nederzettingen op tc sporen. Den
22sten Juli werden ecnige woningen
to Bah-Tjara aangetroffen en ver
brand alleen op den tcrugmarsch vie
len enkele schoten.
In het gebergte Z.O. van Mampreh
.en Z. van Glé Kambing bleven ver
schillende kleine benden zich nog
steeds zonder bekende vaste woon
plaats ophouden. Af en toe daalden
zy naar de vlakte af om een transport
ot een onzer kampementen te beseliie-
ten, dan wel uit de verte, op de dek
king van de werkers aan de trambaan
te vuren, maar op de nadering onzer
patrouilles haastig af te trekken. Van
Gliëng uit, dat thans ook telefonisch
met Indrapoeri verbondon is, wordt
geregeld aan den weg naar Seliraoen
voortgewerkt en het tracé tot aan de
rivier van dien naam bepaald.
De dekking der wegwerkers ge
raakte bij het. stelling nemen steeds
in meerdere of mindere mate in vuur-
geveent met den vyand, die zich vooral
.by de Kroong Lam Kabeuë nestelde,
en waardoor wij enkele malen ver-
liezen leden. Den I8en Juli bekwamen
wy twee gewonde Europecsche fuse
liers, den I9en Juli sneuvelden twee
Amboineescho fuseliers; daarentegen
gelukte liet door een op (len 22sten
Juli in Lam Kabeuë gestelde hindcr-
I laag, van 5 Atjehers en drie neer te
leggen.
1 Verscheidene hoofden Yan kampongs
Naar het engelsch van
ROBERT LOUIS STEVENSON.
DERDE GEDEELTE.
Mijn avontuur aan wal.
HOOFDSTUK XIV.
16)
He eerste manslag.
Toen kwam ik by een boschje van coniferen zooals
ik later hoorde, dat zy genoemd werdende takken
slingerden zich als een net dooreen en het gebladerte
was zoo dicht, dat het als 't ware een dak boven myn
hoofd vormde. Aan den voet der boomen groeiden on
telbaar veel braamstruiken. Het boschje bedekte de hel
ling van een der zandheuvels, en strekte zich nit tot
eeo moeras, waardoor een der riviertjes liep. Het moeras
dampte, want de zon scheen fel 'en de omtrek van de
„Verrekyker" kon ik hoewel niet duidelyk, toch onder
scheiden.
Plotseling hoorde ik eenig gcdruisch tusschen het
struikgewaseen wilde eend vloog kwakend op, toen
nog een, en weldra zag ik een zwerm vogels boven het
moeras vliegen. Ik besloot hieroit dat de maats zich in
de nabjheid bevonden. Spoedig daarop werd myn ver
moedea zekerheid, want op oenigen afstand hoorde ik
menschelyke stemmen, die al nader en nader kwamen.
Ik verkeerde nu in doodsangst, verborg mij dadelijk
tusschon de struiken en luisterde scherp toe.
Daarop hoorde ik een andere stem antwoordenen
de eerste persoon, die gesproken had en die naar myn
veronderstelling, Silver moest zyn, sprak nu eenigen
tyd achtereen, zoo na en dan door den ander in de rede
gevallen. Hun gesprek scheen van ernstigen aard te
zijn, en naar het ray voorkwam niet zeer vredelievend,
want hun stemmen klonken driftig: zy' waren evenwel
te ver af om ook maar een woord daarvan te kunnen
verstaan.
Eindelijk schenen de sprekers stil te staan, en zich
neder te zetten, want het geluid kwam niet meer nader
bij. de vogels werden rustiger en zochten hun nesten
in het moeras weer op.
Toen voolde ik, dat ik bezig was mjjn plicht te vor-
waarloozensinds ik zoo vermetel was geweest my
met die schurken aan wal te begeven, moest ik ton
minste hun gesprekken afluisteren en myn plicht
schreef my voor, mjj zoo dicht mogelyk in ban nabij
heid te begeven.
Ik kon zeer nauwkeurig nagaan, waar de sprekers
zich zoo ongeveer hadden nedergezet, niet alleen door
het geluid "van hun stemmen, maar ook door enkele
vogels, die boven hun hoofden vlogen.
Op handen en voeten kroop ik langzaam en zachtjes
voort, totdat ik eindelijk myn hoofd ophief en eens
door het gebladerte gluurde duidelijk zag ik nu Silver
en een van de manschappen, in een klein begroeid dal,
dat door boom on ingesloten was, tegen ever elkaar staan
en een druk gesprek voeren. Zij stonden in de felle zon.
Silver had zyn hoed naast zich op den grond gewor
pen, en zijn grof, vuil gelaat, dat van hitte glom, had
een verwijtende uitdrukking aangeuomen.
„Jongen", zeide hy, pik geloof, dat het alleen maar
gouddorst van je is ja dat geloof ikAls het niet
was omdat ik my zoo gehecht aan je voelde, zou je
dan denken dat ik je liad gewaarschuwd Zij hebben
het allemaal op je gemunt en bier kan je niets aan
veranderenmaar ik praat nu met je, om te trachten
je hals te sparen, en als éen van die ruwe jongens dat
wist, wat denk je wel dat er van my zou worden, Tom
nu vertel my dit eens."
„Silver" zeide de andere man, en ik bemerkte dat
deze niet alleen rood zag, maar daarby zoo schor als
een kraai was, terwyl zyn stem nu en dan hokte
„Silver," zeide hy' nog eens, „je ben oud en ecrlyk, dat
zeggen ze ten minste on je hebt gold, dat andere zee
lui meestal niet bobbenje ben ook dapper, of ik moet
my erg vergist hebben. En nu wil je mij vertellen dat
jy je met die schurken afgeeft? Neen, dat geloof ik
niet 1 Zoo waarachtig als God mij ziet, daar zou ik mün
hand om durven verwedden. Wanneer ik mijn plicht
verzaak
Plotseling zweeg hy, by het vernemen van een
schreeuw. Ik had nu éen van de eerlyke matrozen ont
dekt en op hetzelfde oogenblik vernam ik het lot
dat over een ander beschoren werd. Op eenigen afstand
hoorde ik een angstkreet, die gevolgfd werd door een
tweeden en daarop klonk een verschrikkelijke, langge
rekte gil. De rotsen weerkaatsten hem ©enige malen,
de troep vogels vloog weer op. terwijl zij d* licht ver
duisterden en tegelijkertijd hun gekrysch deden hooren
terwyl mij nog die doodskreet in de ooien klonk, was
de stilte reeds lang ingetreden en behalve het géklap-
wiek van de vogels en het ver vcrwyderd geraas ran
het geklots der golven, kon ik geen ander geluid ver-
nernon. Tom liep onrustig als een speurhond heen en
wodermaar Silver stond nog even kalm op zijn kruk
geleund, zijn metgezel gadeslaand als een slang die zijn
prooi wil bespringen.
„.Johnzeide de zeeman, hem zijn hand toestekend.
„Houd je handen thuisriep Silver achteruit loopend,
zoo vlug en zeker als een getraind gymnast
„Zooals je wilt. John Silver", zeide de ander. „Je
slecht geweten maakt je zoo beangst voer mij. Maar
vertel my" toch in 's hemels naam, wat beteekende dat
gegil
„Wel," hernam Silver glimlachend, met een sluwe
uitdrukking in zijn oogen die onheilspellend fonkelden:
„Wel, dat zal Alan geweest zijn."
By deze woorden sprong Tom op hem toe.
„Alanl" riep hy uit. „De hemel zy zyn eerlyke ziel
genadig! Wy zyn lang vrienden geweest John Silver,
maar dat is uit Wanneer ik als een hond moet ster
ven, dan sterf ik ten minste met de gedachte mijn plicht
te hebben gedaan. Gy hebt Alan vermoord, dood my
nu ook als gy kunt. Maar ik zal ray" verdedigen."
By deze woorden keerde de moedige jongen aieh om
en Yerwy'derde zich in de richting van het strand. Maar
hy kwam niet ver. Een luiden schreeuw uitend sneed
John een tak van een boom, duwde zijn kruk weg en
wierp het zonderlinge wapen door de lacht. De arme