Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ^nDV^EIRTEasrTIEirsr: Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. FEUILLETON. De Schatgravers. I5s Jaargang. Donderdag 9 September {897, Ko 4353 HAARLEM S DAGBLAD ^jBOisrzsriTTMiEnsrTsi'K.icrs: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrok waar een Agent gevestigd is (kom dei- gemeente), per 3 maanden 1.80 Eranee door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.87- Van 1 -5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 1.0 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Bit blad verschijnt dagelijks, behalve en Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houvstrau: 14, llaara.-in. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuMioité Etrangére G. L. DAJJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg libnknartrc. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedmgeffhan^het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75, elke regel meer/0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit blad in don omtrek zijn: BloenundaalSandpoort en Schoten. P. v. d. RAADT, Bandpoort: Heemstede, J. LEUVEN, bij tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zan roor?, J. ZWEMMER; Velsen, w. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNS: IJmuiden, TJADEN, Genoemde Agenten neme" Abonnementen en Advertentiën aan. NABETRACHTING uit den GEMEENTERAAD. CXV. De vraag, welke particuliere stich tingen nu eigenlijk van gemeentewege gesubsidieerd moeten worden en welke niet, heeft al in menigen Gemeente raad menige radde' (en minder raddo) tong in beweging gebracht. En de Haarlemse he Raad ontsnapt evenmin als zijne broeder-college.- elders aan de moeilykheid van de zaak vier kant onder de oogen te moeten zien. Eerst was het. de Ambachtsschool die gesteund werddaarna de avond- teekenschool van de Ambachtsschool onlangs de kookschool-en nu gisteren kwam de Wilhelmina-naaischool.Dcze naaischool komt niet voor den eersten keer. liet vorige jaar klopte zij ook al bij den Raad aan, maar toen deed de Raad niet .open en in weerwil van :t pleidooi van ik meen den heer Tjcenk Willink, om haar toch binnen te laten moest dc smeckelinge on verhoord vertrekken. Thans beriep zij zich op liet. gunstig- onthaal, aan de kookschool bereid en meldde zich opnieuw aan. Burgemeester en Wethouders wil den er niet van weten on stelden voor, zonder dat zij zich zelf do moeite hadden gegeven hun advies als gewoonlijk te laten drukken, om de requestrante opnieuw weg te zen- den.Daar stond de heer Tjeenk Willink weer op do bres en zei, dat men er aan gelooven moest. Hij vond het zelfs zuinig, om subsidie te geven daar anders dc gemeente eigen naaischolen zou moeten oprichten, aangezien het onderwijs in handwerken op de lagere school lang niet toereikend is! Neen, zei de waarnemend voorzitter, delicor de Kanier, ambachts- en kookonder- richt wordt op de gemeentescholen niet gegeven, dus daarvoor kon de gemeente subsidie toestaan. Maar onderwijs in naaien, dat wordt op de femeenteseholen ook gegeven dus ehoeven we voor particuliere scho len, die dat onderrichten, geen geld te betalen. Andere leden hielden het onderwijs op de Wilhelmina-naaischool voor iets anders, iets beters iets hoegers, dan op de gemeente scholen wordt ge doceerd zooveel als de hooge kunst op het gebied van naaien. En ten slotte hield men het verzoek aan, om te kunnen informeeren en in een volgende vergadering te besluiten. Ik durf er voor uitkomen, dat ik niet weet of de Wilhelmina-naaischool dieper gaat in de 'edele kunst, dan de gemeente op hare scholen, maar ik wou toch vragen, of het niet ge vaarlijk is in 't algemeen te zeggen, dat subsidie kan worden verleend aan scholen, die onderricht geven in vakken, welke niet of niet ver ge noeg op dc stadsscholen worden be handeld. Men leert bijvoorbeeld op de scholen zingen, maar vormt er geen zangers. Moet dan ook subsidie worden gegeven aan de Haarlcmsche Muziekschool, wanneet- die er om vraagt? Men onderwijst er gymnastiek, maar vormt geen vol leerde gymnasten. Wal nood, men subsidieert de heeren Martin. En nu spreek ik nog maai' van vakken, die wèl op de scholen worden onderwe zen Hoe het met onze financiën gaan moet als men ook gaat subsidieeren vakscholen, die dingen leeren waar men op de gemeente-scholen niet aan doet, durf ik niet eens bedenken, laat staan becijferen. Ik wil graag gelooven, dat dc Wil helmina-naaischool eene bovenste best is, maar laat dc Raad toch passen op de gemeentelijke dubbeltjes! We subsidieeren al zooveel. Daar is hijvoorbeeld liet gasthuis. Van jaar tot jaar wordt de bijdrage van deze stichting hooger. Yoor 1898 is de som, die de gemeente bijdraagt f460001! Over zulke getallen moet men niet lichtvaardig denken. Is liet dan wonder, dat er telkens als deze subsidie in den Raad ter sprake komt, over geklaagd wordt en gezucht? Mij dunkt van heen. Maar dezen keer was de discussie ernstiger dan ooit te voren. In Februari van dit jaar vroegen Regenten geld, om een groote verbouwing en uitbreiding te kunnen doen. B. en W. besnoei den die plannen en stelden een klei nere verbouwing voor, maar de Raad wilde het een noch het ander, voordat B. en W. eens zouden hebben nitgevischt, hoe nu eigenlijk de ver houding is van de gemeente tot het Gasthuis, of van uitbesteding van zie ken besparing is te verkrijgen enzoo- voorts. Daarover zouden B. en W. rapport uitbrengen. Maar we zijn nu een half jaar verder en van een rap port is nog geen sprake. En daar komt nu een verzoek tot het maken van een stoomwasscherij, die duizenden bij duizenden kosten zal- en een begrootiDg voor't volgend jaar waarop alweer tienduizend gal den meer als subsidie van de gemeente gevraagd wordt! De heer Sneltjes was dan ook blijkbaar uit zijn hu meur. Had men in zijn gemoed kun nen kijken dan zou men daarin al licht een verwijt aan B. en W. heb ben gelezen over het lang uitblijven van 't rapport. Maar rechtstreeks kwam dat verwijt niet over zijn lip pen, De deferentie, vrij vertaald de overdreven beleefdheid die in een Be stuurscollege de leden voor elkander aan den dag leggen, veroorloofde alleen een zachten wenk. Laat mij die geen lid van den Raad hen, dan toch eens ronduit zeggen, dat de bur gerij- zich verbaast over en zich er gert aan dit langzame arbeiden. Schrijvers, componisten, beeldhou wers, schilders hebben meesterstuk ken geleverd in de helft van een half jaar. waarin B. en W. nog geen rapport hebben kunnen klaar krygen over een zaak, die ze jaren kennen. En er wordt dan nog niet eens een meesterstuk verlangd. Zoo zijn we dan weer voor een jaar ingescheept op en opgescheept met een onmogelijken toestaud, waar in de rol van het gemeentebestuur bestaat in het betalen van wat er te kort komt. zonder meerTerecht zei de heer Bijvoet, dat wat er ook ge beuren zal. het gasthuis zal blijven bestaanEven terecht veronderstelde de heer Mr. Cnoop Koopmans bij den Raad sympathie voor het ge sticht en z'y'ne beheerders Wie zou tegenstander zyn van een goed gast huis als dit, met bekwame doctoren eu een uitstekende verpleging - Nie mand voorwaar, en ik allerminst 1 Doch er moet eindelijk eens worden uitgemaakt, en voor goed, hoe de financieele verhouding zijn zal van de Gemeente tot het Gasthuis en ik neem de vrijheid* mij er over te verbazen, dat B. en W., naar blijkt uit de weinige haast, die zy met hun rapport maken, de klimmende ernst daarvan niet inzien. STABSKIEU WS. eerste en derde pagina. Haarlem, 8 Sept. 1897. Het voorgaande jaar is in een der plaatsen in den omtrek van Haarlem een som van f2600 gestolen uit de kas van den postdirecteur. Deze legde dat bedrag er toen bij, maar de jus titie kon, in weerwil van ijverige nasporingen, den dief niet ontdekken. Thans is een klacht ingeleverd tegen den zoon van den directeuren wel door een vrouw, die dezen zoon vroeger gekend heeft. Hare opgaven kwamen dc haarlemsche justitie zoo belangrijk voor, dat een instructie is geopend met bevel tot gevangenhou ding. Dinsdagmiddag omstreeks 5 uur waren er cenige kinderen van den lieer P. Blad. wonende Kleine Hout straat, op den Gasthuissingel aan het spelen. Door onvoorzichtigheid geraakte het kleinste kind te water ongeveer een jaar of 4 oud. Spoedig was er hulp. De heer Versteeg met een ladder en een lang touw met twee haken er aan haalde het kind er spoedig uit, zoodat het nog leefde; maar zoo bleek als een lijk werd het bij de buren binnengebracht en na eenigen tijd verder naar huis gevoerd. Door de rechercheurs Jansen en Misset is procesverbaal opgemaakt tegen zekeren O. aan de Lange Heerenstraat, ter zake van koppelarij. BSRNEIVLAHD. Bezoek van den koning van Siam. Z. M. de Koning van Siam maakte Dinsdagochtend een rytoer naar Selie- veningèn en omgeving. Om HP/a uur kwamen drie rijtuigen voor het Paleis, bestemd voor Zijne Majesteit en diens gevolg, terwijl generaal Van Helden, jhr. Van der Staal en de ordonnance- oiïicier graaf Dumonceau den Koning vergezelden. Deze was iu politiek. Langs den ouden Scheveningsehen weg en de Keizerstraat werd gere den naar de zeeboulévard en het Kur- haus om. De bedrijvigheid aan het strand en het gebouw van het Kur- haus, waarvoor stapvoets werd gere den, trokken zeer de aandacht van den Oosterschcnsouverein. Overliet Gevers Deynootplein en den Badhuis weg werd naar de stad teruggereden. Des middags bewoog zich den dichte rqensehenmenigte van liet koninklijk paleis af langs den weg, dien de stoet zou nemen naar liet staatsspoorstati on, vanwaar te kwart voor tweeën de koning van Siam zich naar het Loo begaf, ten einde door nare Ma jesteiten de Koninginnen te worden ontvangen. Het koninklijk rijtuig werd weder begeleid door het groote eere-escorte van 50 hereden artilleris ten, waarvan een peloton de a la dau- mont bespannon hofkoets voorafging, terwijl het andere peloton den stoet sloot. Z.M. die dezelfde kleeding droeg als Maandag, en weder versierd was met het groot- cordon van den Neder landsehen Leeuw, werd by zyn be zoek aan de vorstinnen vergezeld door de prinsen, zyue half-broeders, door alle leden van zyn gevolg, en van dat der prinsen, voorts door de leden van het militaire huis van H.M. aan- den koning toegevoegd, terwijl do gezant van Siam, markies de Maha Yota, en de meergemelde leden der Siameesche legatie, mede naar liet Loo vertrokken. In het koninklijke wachtsalon werd Z.M. ontvangen dooi den minister van buitenlandsche za ken, den heer De Beaufort, den gou verneur der residentie, generaal Van Pommeren, dc commandant, luitenant- kolonel Bierman, en den heer I. T. Smith, consul-generaal van Siam tc New York. Toen de koning het plankier betrad om zich to hegeven in den extra-trein ditmaal een trein der Staats-spoor- weg-Maatschappij met een salon-ry- tuig hief de bij de ecre-wacht be- hoorende hoornmuziek der jagers het Siameesche volkslied aan, dat door Z. M. en alle hem vergezellende au toriteiten ten einde toe werd aange hoord, met de hand aan-helm of steek, of blootshoofd. Een afzonderlijken groet brach t Z. M. aan den comman dant van do eere-wacht. Hierna gin gen de koning en zijn gezelschap in den salonwagen. In denzelfden trein hadden te voren reeds plaats genomen de volgende of ficieel e personen die van hier als ge- noodhrden aan den gala-maaltijd naar het Loo vertrokken tc weten alle ministers, hoofden der departementen van algemeen bestuur, (de heer De Beaufort nam in den trein plaats na de ontvangst van den koning), de president van de Tweede Kamer, de heer Gleichraan, de adjudant-generaal van H. M. de Koningin, generaal Verspeyck, Hr. Ms. ceremoniemeester graaf Van Randwyek, en de heer Ruyssenaers, chef 'van het kabinet van den minister van buitenlandsche zaken. Ook de leden der Koninklijke Militaire Kapel, welk korps tijdens het gala-diner een muziekuitvoering zal geven, gingen met dezen trein mede. Precies 1.45 vertrok de trein, iterwijl steeds opnieuw het Siameesche volks lied klonk. Hy werd geleid door de heeren Silvergieter Hoogstad, inspec teur van exploitatie, en Van Êgmond, ingenieur van tractie, der Staats spoorweg-Maatschappij. Do Koning van Siam arriveerde des middags te 3.40 (G.t.) met ccn extra-trein aan het paleis Het Loo. Op het ditmaal voor het publiek ge heel afgesloten perron was een met tropische planten versierd paviljoen Opgericht. Hierin had do ontvangst van Z. M. plaats, waarna deze in een met vier paarden a la Daumont bespannen rijtuig naar het Paleis reed. Te 5 uur maakte Z.M., vergezeld van H.M. dc Koningin-Regentes, een rijtoer door het dorp. Te 9 uur (Gr.t.) vertrok Z.M. we der naar Den Haag, alwaar hy te middernacht weer met eerbewijzen werd ontvangen. De justitie te Maastricht is naar Kerkerade geweest, waar eene mis handeling met doodelijken afloop heeft plaats gehad. Twee der vermoedelijke daders zyn aangehouden. De Tersla- gene is zekere Jongen, herbergier, en de aanleidcnde oorzaak van de mishandeling is het weigeren Yan drank. Koloniën. BATAVIA, 10 Aug. Atjeli. Aan het verslag omtrent de voor naamste gebeurtenissen in het goe- vernement Atjeli en onderhoorigheclon, loopende van 17 tot en met 30 Juli, wordt door de Java Ct. het volgende ontleend Groot-Atjch. In de sagi der XXV Moekims werd de rust niet verstoord: overal is de bevolking met den sawah- arbcid bezig. Het registreeren van de bevolking dér IV Moekims werd thans ook beëindigd. In Lepong werd geen overlast van vijandige benden ondervonden, onaf gebroken werd dat landschap door patrouilles doorkruist, omdat herhaal delijk berichten van de aanwezigheid van Oeraar s volgelingen aan" den bovenloop der Djantang Perak en in het dal van Lam Tih werden ont vangen ook zouden zich des nachts wel eens enkele kwaadwilligen in de kampongs vertoonen, maar nergens kwamen onze troepen met den vijand in aanraking. Het pasarverkeer bh' het kampe ment neemt steeds in belangrijkheid toekedei's worden daar thans ook opgericht. Het afgeven van kampong- j passer? werd voortgezetde bepaling is thans ingevoerd, dat ieder manne lijk Atjeliér in Lepong van zulk een pas voorzien moet zyn. Tusschën Lepong en Kroong Baba word den 25en Juli een Chinees door een Atjeher aangerand, die des avonds op aanwijzingen van andere Atjehers en van den Chinees werd gearresteerd, maar uit het arrestautenlokaal te Lok Nga wist te ontsnappen. In de sagi der XXVI Moekims was het mede geheel rustig. Het administratieve werk, aan de registra tie verbonden, liep voor de XIIl Moe kims Toengkoeb ongeveer ten einde. Een patrouille van Kroeng Raja, die op het bericht van de aanwezig heid eener vyaudelyke bende op den 24on Juli in de richting van* Lam Teba was uitgerukt, werd naby de A loer Djalo plotseling van de om ringende hoogten beschoten. Onmid dellijk werd de vyand aangevallen en verdreven, waarby een iniandsch fu selier sneuvelde en negen minderen werden gewond, waarbij verscheidene alleen met schampschoten. De vijand liet éen doode achter. In de VIT. Moekims Baid vertoon den zich Toekoe Ali, zoon van den banneling Toekoe Moeda Baid. en Toekoe Mat, zoon van het bendehoofd der Imam van Lam Ara, enkele ma- len des nachts in dc kampongs, welke zij bij het aanbreken van den dag weder verlieten. Voor het opvatten van Toekoe Mat kon na verkregen inlichtingen een poging gedaan wor den, echter zonder het gcwenschte resultaat, want in de duisternis wist hij te ontkomen. Het gebergte ten westen van Mam- prch werd herhaaldelijk doorzocht om te trachten de verspreid liggende nederzettingen op tc sporen. Den 22sten Juli werden ecnige woningen to Bah-Tjara aangetroffen en ver brand alleen op den tcrugmarsch vie len enkele schoten. In het gebergte Z.O. van Mampreh .en Z. van Glé Kambing bleven ver schillende kleine benden zich nog steeds zonder bekende vaste woon plaats ophouden. Af en toe daalden zy naar de vlakte af om een transport ot een onzer kampementen te beseliie- ten, dan wel uit de verte, op de dek king van de werkers aan de trambaan te vuren, maar op de nadering onzer patrouilles haastig af te trekken. Van Gliëng uit, dat thans ook telefonisch met Indrapoeri verbondon is, wordt geregeld aan den weg naar Seliraoen voortgewerkt en het tracé tot aan de rivier van dien naam bepaald. De dekking der wegwerkers ge raakte bij het. stelling nemen steeds in meerdere of mindere mate in vuur- geveent met den vyand, die zich vooral .by de Kroong Lam Kabeuë nestelde, en waardoor wij enkele malen ver- liezen leden. Den I8en Juli bekwamen wy twee gewonde Europecsche fuse liers, den I9en Juli sneuvelden twee Amboineescho fuseliers; daarentegen gelukte liet door een op (len 22sten Juli in Lam Kabeuë gestelde hindcr- I laag, van 5 Atjehers en drie neer te leggen. 1 Verscheidene hoofden Yan kampongs Naar het engelsch van ROBERT LOUIS STEVENSON. DERDE GEDEELTE. Mijn avontuur aan wal. HOOFDSTUK XIV. 16) He eerste manslag. Toen kwam ik by een boschje van coniferen zooals ik later hoorde, dat zy genoemd werdende takken slingerden zich als een net dooreen en het gebladerte was zoo dicht, dat het als 't ware een dak boven myn hoofd vormde. Aan den voet der boomen groeiden on telbaar veel braamstruiken. Het boschje bedekte de hel ling van een der zandheuvels, en strekte zich nit tot eeo moeras, waardoor een der riviertjes liep. Het moeras dampte, want de zon scheen fel 'en de omtrek van de „Verrekyker" kon ik hoewel niet duidelyk, toch onder scheiden. Plotseling hoorde ik eenig gcdruisch tusschen het struikgewaseen wilde eend vloog kwakend op, toen nog een, en weldra zag ik een zwerm vogels boven het moeras vliegen. Ik besloot hieroit dat de maats zich in de nabjheid bevonden. Spoedig daarop werd myn ver moedea zekerheid, want op oenigen afstand hoorde ik menschelyke stemmen, die al nader en nader kwamen. Ik verkeerde nu in doodsangst, verborg mij dadelijk tusschon de struiken en luisterde scherp toe. Daarop hoorde ik een andere stem antwoordenen de eerste persoon, die gesproken had en die naar myn veronderstelling, Silver moest zyn, sprak nu eenigen tyd achtereen, zoo na en dan door den ander in de rede gevallen. Hun gesprek scheen van ernstigen aard te zijn, en naar het ray voorkwam niet zeer vredelievend, want hun stemmen klonken driftig: zy' waren evenwel te ver af om ook maar een woord daarvan te kunnen verstaan. Eindelijk schenen de sprekers stil te staan, en zich neder te zetten, want het geluid kwam niet meer nader bij. de vogels werden rustiger en zochten hun nesten in het moeras weer op. Toen voolde ik, dat ik bezig was mjjn plicht te vor- waarloozensinds ik zoo vermetel was geweest my met die schurken aan wal te begeven, moest ik ton minste hun gesprekken afluisteren en myn plicht schreef my voor, mjj zoo dicht mogelyk in ban nabij heid te begeven. Ik kon zeer nauwkeurig nagaan, waar de sprekers zich zoo ongeveer hadden nedergezet, niet alleen door het geluid "van hun stemmen, maar ook door enkele vogels, die boven hun hoofden vlogen. Op handen en voeten kroop ik langzaam en zachtjes voort, totdat ik eindelijk myn hoofd ophief en eens door het gebladerte gluurde duidelijk zag ik nu Silver en een van de manschappen, in een klein begroeid dal, dat door boom on ingesloten was, tegen ever elkaar staan en een druk gesprek voeren. Zij stonden in de felle zon. Silver had zyn hoed naast zich op den grond gewor pen, en zijn grof, vuil gelaat, dat van hitte glom, had een verwijtende uitdrukking aangeuomen. „Jongen", zeide hy, pik geloof, dat het alleen maar gouddorst van je is ja dat geloof ikAls het niet was omdat ik my zoo gehecht aan je voelde, zou je dan denken dat ik je liad gewaarschuwd Zij hebben het allemaal op je gemunt en bier kan je niets aan veranderenmaar ik praat nu met je, om te trachten je hals te sparen, en als éen van die ruwe jongens dat wist, wat denk je wel dat er van my zou worden, Tom nu vertel my dit eens." „Silver" zeide de andere man, en ik bemerkte dat deze niet alleen rood zag, maar daarby zoo schor als een kraai was, terwyl zyn stem nu en dan hokte „Silver," zeide hy' nog eens, „je ben oud en ecrlyk, dat zeggen ze ten minste on je hebt gold, dat andere zee lui meestal niet bobbenje ben ook dapper, of ik moet my erg vergist hebben. En nu wil je mij vertellen dat jy je met die schurken afgeeft? Neen, dat geloof ik niet 1 Zoo waarachtig als God mij ziet, daar zou ik mün hand om durven verwedden. Wanneer ik mijn plicht verzaak Plotseling zweeg hy, by het vernemen van een schreeuw. Ik had nu éen van de eerlyke matrozen ont dekt en op hetzelfde oogenblik vernam ik het lot dat over een ander beschoren werd. Op eenigen afstand hoorde ik een angstkreet, die gevolgfd werd door een tweeden en daarop klonk een verschrikkelijke, langge rekte gil. De rotsen weerkaatsten hem ©enige malen, de troep vogels vloog weer op. terwijl zij d* licht ver duisterden en tegelijkertijd hun gekrysch deden hooren terwyl mij nog die doodskreet in de ooien klonk, was de stilte reeds lang ingetreden en behalve het géklap- wiek van de vogels en het ver vcrwyderd geraas ran het geklots der golven, kon ik geen ander geluid ver- nernon. Tom liep onrustig als een speurhond heen en wodermaar Silver stond nog even kalm op zijn kruk geleund, zijn metgezel gadeslaand als een slang die zijn prooi wil bespringen. „.Johnzeide de zeeman, hem zijn hand toestekend. „Houd je handen thuisriep Silver achteruit loopend, zoo vlug en zeker als een getraind gymnast „Zooals je wilt. John Silver", zeide de ander. „Je slecht geweten maakt je zoo beangst voer mij. Maar vertel my" toch in 's hemels naam, wat beteekende dat gegil „Wel," hernam Silver glimlachend, met een sluwe uitdrukking in zijn oogen die onheilspellend fonkelden: „Wel, dat zal Alan geweest zijn." By deze woorden sprong Tom op hem toe. „Alanl" riep hy uit. „De hemel zy zyn eerlyke ziel genadig! Wy zyn lang vrienden geweest John Silver, maar dat is uit Wanneer ik als een hond moet ster ven, dan sterf ik ten minste met de gedachte mijn plicht te hebben gedaan. Gy hebt Alan vermoord, dood my nu ook als gy kunt. Maar ik zal ray" verdedigen." By deze woorden keerde de moedige jongen aieh om en Yerwy'derde zich in de richting van het strand. Maar hy kwam niet ver. Een luiden schreeuw uitend sneed John een tak van een boom, duwde zijn kruk weg en wierp het zonderlinge wapen door de lacht. De arme

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1