groote bekken leeg te muien wordengenoemden persoon die failliet was Roasi, Irring eens te gaan begroeten, kolO£S.llP! Windmfllf»n« CnhAIlWll Hifi Ofifi l VOrlrlftnrH worH nan en endAr Ir. Kr. A„.Lg kolossale windmolens gebouwd die 260 Toet hoog zyn en waar ran de wieken 75 roet lang zyn. Die molens zullen het water opvoeren in het netwerk Tan kanalen, dat den herwonnen grond zal bedekken. «Daarmede is het werk echter nog niet afgeloopen. De bodem der Zui derzee bestaat uit zand dat niet zeer ▼ruchtbaar is. Daarom zullen boven grond en teelaarde worden aange roerd uit elk der Nederlaudsche ko loniën, en in twee of drie geslachten zullen de diepe gedeelten worden op gehoogd tot het peil der kanalen. Waar eens de zee onbeperkte heer- scheros was, zullen dan groene tuinen en boerderyen te zien zijn, afgewis seld door landhuizen en steden en kanalen, overdekt met rijk beladen schuiten." Deze fraaie beschrijving van de in- dyking, welke zelfs voor de ontwer pers van het Zuiderzee-plan een nieuwtje is, kan men vinden in het Engelsche blaadje Tit Bits, onder den titel„Holland rules the waves". En niet als grap, maar blijkbaar ernstig gemeend. Het aquarium te Amsterdam. Wie dezer dagen onze hoofdstad bezoekt, verznime niet eens een kijkje te nemen in het aquarium. In de met kristalhelder water gevulde bassins ziet men weelderigen plan tengroei, fraai afstekend togen de donkere rotsen, en daar tusschen door zwemmen de zilvergeschubde water bewoners. De wonderbare zeeane monen spreiden hun kleurenpracht ten toon, zich nu en dan openend om naderend voedsel op te nemen; gracieuse zeepaardjes zweven te mid den van groen en stengels van zee gewassen. In het grootste, drie rui ten brecde zeewaterbassin aanschouwt men de kolossale zeeschildpadden van den Atlantischen Oceaan, die de toe schouwers verbazen door den langen tijd, dien ze onder water blijven haaien verkeeren hier vreedzaam te midden van poonen, roggen en andere noordzeevisschenkrabben en kreef ten. die aan den regenboog hunne scboone kleuren schijnen te hebben ontleend, krioelen hier door en over elkaar op den zandigen bodem. Ver derop zwemmen de haringen, een der grootste merkwaardigheden van het aquarium. In gevangen staat uiterst moeilijk in 't leven te houden, zijn hier kosten noch moeite gespaard om te trachten de haring in het aquari um te acclimatiseeren. Eindelijk met gunstig gevolg. De haringen, thans m het aquarium te vinden,leven daar reeds langer dan een jaarin geen ander aquarium is deze uitkomst tot heden bereikt. Ook de zoetwater- bassins zijn ryk bevolkt. Reusachtige snoeken en meervallen, forel, zalm, steur en Russische steriet (sedert 1883 in het aquarium levend) nagenoeg alle in onze wateren voorkomende visschen zyn hier te vinden. Eigen aardig zijn de gouden en witte ver scheidenheden van de aalonbeweeg lijk liggen ze in een der hoeken van het bassin, het slanke lichaam half onder 't zand bedolven. Men vergete ook niet de canchito's of chamaeleon visschen te gaan bezien. Men vindt ze in de kleine zaal in de warmwa teraquaria, bevolkt met visschen uit overzeesche gewesten, met groote moeite naar het aquarium overge bracht. Deze merkwaardige dieren dragen hun naam niet ten onrechte. Eén handbeweging van den oppasser en duidelyk ziet men ze van kleur veranderen. verklaard, werd een en ander in be slag genomen. Eene begrafenis. Op het stille kerkhof der gemeente Abbekerk werd Maandagmiddag de heer J. Zyp Kz., burgemeester dier gemeente, lid der Tweede Kamer en lid der Prov. Staten van Noord- Holland, naar het graf gebracht. Voor de achting, die men den overledene toedroeg, getuigde de tegenwoordigheid van zoovel en, die zoo van Abbebroek als van elders gekomen waren om den overledene de laatste eer te bewijzen. Daar getuigden ook de toespraken van die achtereenvolgens gehouden werden door ds. Rakker van Twisk als voorzitter der Centr. Liberale Kiesvereeniging, door den heer Ferf, lid van Gedeputeerden en lid der Tweede Kamer door den heer "Won der, commissaris der Westfriesche bank, door den heer Schuttevaar, pred. der gemeente, door dr. Van der Lande, directeur van het proef station te Hoorn en door den heer Roodhuizen uit Enkhuizen, lid van het hoofdbestuur der Centr. lib. Krebs niet dood? Uit Amsterdam meldt men, dat de van andere zijde gemelde dood van den gedachtenlezer Krebs geenszins schijnt vast te staan. Voor zooveel men kon ontdekken is de heer Krebs Zaterdagavond niet te Am sterdam geweest, en dus evenmin in liet theater Van Lier door eene be roerte getroffen. Zyn huisheer deelde mede en dit bleek ook uit een artistencourant, waarin de verblijf-; plaatsen van reizende kunstenaars! worden vermeld dat de heer Krebs zich in levenden lyve te Milaan be vindt en daar met zijne dochter op treedt. Te Edam werd Dinsdag door den! officier van justitie, den rechter-com- missaris en den griffier uit Haarlem,1 by zekeren S. huiszoeking gedaan. Bij Alle sprekers huldigden den over ledene als een eenvoudig, degelijk en rechtschapen man, die alle zyne krachten wijdde aan de belangen van den landbouwenden stand. De oudste zoon des overledenen bedankte in eenige hartelijke woor den. Werkstaking. hebben de geza menlijke arbeiders van de spinnerij der Naamlooze Vennootschap te Al- meloo het werk gestaakt. Een loons- geschil is de oorzaak. Na het verlaten der fabriek trokken zij door de stad. Vrijdags en Maandags wordt te Enschede collecte gehouden by par ticulieren en in en bij de fabrieken, ten behoeve van de werklooze arbei ders der firma Hedeman te Almeloo. De beide laatste weken bracht dit on derscheidenlijk f 502,92 en f 504.55 op. De oudste Nederlander. De oudste inwoner van Groningen, misschien wel van ons geheelo land, de oud gezagvoerder G. A. Boom gaard, thans conventuaal en in het Jacob- en Anna-Gasthuis, heeft Dins dag den leeftijd van 109 jaren be reikt. Het verstand en de maag hebben den nestor nog niet in den steek gelaten, maar zien, liooren en gaan kan de Groningsche Methusalem niet meer. maar daarvoor is hy te vroeg ge storven. Danjuro was een verbazend veel zijdig artist, treurspelspeler, jeune premier, komiek en als alle Japan- sche acteurs ook acrobaat en speler van vrouwenrollen. Sport en Wedstrijden. Wielrijden. De overwinning van den Franschman Bourrillon in den Or and Pn.-rteBerlyn (7000 mark) is met groote opgewonden heid door het publiek toegejuicht. Met eenige lengton heeft hy al zyn tegenstanders achtergelaten en de favoriet Arend is gaan opzitten, toen liy in het rechte eind plotseling door Bourrillon werd voorbijgesneld. Dc volgorde van aankomst was Bourril lon, Lehr, Keaser, Arend, Parbly. De Franschman kreeg een ware ovatie, hy moest eenige baantjes voor het publiek blyven doorrijden met oen prachtigen sjerp om en een me daille, door den Lokal-Anzeiger ge schonken, op de borst. Lehr ontving een krans. Leger en Vloot. Benoemd bij het wapen der infan terie tot tweede-luitenant b(j bet le reg., de sergeanten-volontairs C L van Deutetom, W. Kaas, H. J A Hagdorn, W. C, van der Velde, H. J. J. van Voorthnvsen. D. Rit man Letteren en Kunst. Nationale Zangwedstijd. Voor den nationalen zang wedstrijd, welke tegen 20 en 21 Nov. a.s. door de mannenzang vereenigingOrphéon" in het Paleis voor Volksvlijt te Am sterdam is uitgeschreven, hebben zich niet minder dan 49 vereenigingen, waaronder de eerste van Nederland, met een getal van ongeveer 3000 zan gers doen inschrijven. Behalve de medailles, door de Koninginnen en het gemeentebestuur aldaar geschonken, ontving „Orphéon" nog toezegging voor eeneerepenning van den burgemeester; van de Ver. t. bev. v. h. Vreemdelingenverkeer (een gouden en een zilveren)van de bierbrouwerij ,,'t Haantje" voor een verguld zilveren palmtak als eerste eereprys; van den voorzitter der regelingscommissie van een zilveren kunstvoorwerp als tweede eereprys, terwijl particulieren nog tal van toe zeggingen deden. Den 26n dezer wordt de inschrij ving van deelnemende vereenigingen Volgens het N. v. d. B. zal de nieuwe novelle van jkvr. Anna de Savornin Lobman, „Het eene noodige" (P. N. v. Kampen Zn.) een aan sluiting vormen op „Vragensmoede" en zullen enkele personen hieruit ook in het te verwachten boek voorkomen. De grootste Japansche tooneelspe- ler Danjuro is in den ouderdom van ruim 70 jaar overleden. Zyn voor ouders tot de 17de eeuw toe, waren acteurs. Zyn grootste wensch was zijn Europeesche collega's Salvini, Voorthuysen, D. Ritman en J. H. Lamour, allen van het 4de, zoomede de sergeanten W. Ros van het le, P. A. Roozendaal van het 5e, H. Ritsma van het 4e en F. W. H. van Straaten van het 3e reg.hij het 2e reg., de sorg.-volontair G. H. H. G. Bonhommo van het 4e, zoomede de sergn. P. S. Hartogh Heys van Zouteveen van het 5e, W. Jentink van het 8e reg., C. L. L. Beerste- cher en A. J. M. Verspyck, heiden van het reg. grenadiers en jagers bij het 3de reg., de sergeanten-volon tairs C. J. H. van der Harst, J. H. M. Verhaegli, P. J. Stigter, J. H. Salomon en A. A. Hogerwaard, allen van het 4de; zoomede de sergeanten G. H. Vürtheim, van het le reg., L. C. J. M. van Overeem, van het reg. grenadiers en jagers, J. Mateman, van het 8ste, C. P. M. van Altena, van het 1ste en A. J. D. de Winter, van het 2de reg.bij het 4de reg., de sergeanten-volontairs J. J. H. Meijer en J. G. F. van Son, beiden van het korps, zoomede de sergean ten G. J. Nyweide en H. Zeeman, beiden van het 8e reg., bij het 5e reg., de sergeant-volontair A. J. A. Busquet, van het 4do reg.bij het 6e reg. de serg.-vol. M. Waltheer, van het 4de, zoomede de sergeanten G. Muys, van het reg. grenadiers en jagers, D. J. van Meerendonk, van het 6de A. E. H. Constant, van het 8ste, en J. M. van den Oudendijk Pieterse, van het oe reg.bij het 7e reg. de sergn.-volontairs H. André de la Porte en G. Terwogt, beiden van het 4e reg.by het 8ste reg. de sergeant F. Piekema, van het korps. Benoemd bij het wapen der artil lerie: tot tweede-luitenant, bij het lste reg. vesting-art. de sergeanten- volontairs D. J. Couvee en N. O. J. de Pauw Gerlings; by het 2de reg. vesting-art., de sergeanten-volontairs D. A. W. van der Moer enL.A.M. Willemse; bij het 3de reg. vesting artillerie, de sergeanten-volontairs J. P. Minderhoud, T. W. te Nuyl en J. H. van Velzen; bij het 4de reg.ves ting-artillerie, de sergeanten-volontairs G. Klinkhamer, W. J. Küllerenjhr. D. Mollerus. I Benoemd hij het personeel der mili- taire administratie: tot tweede-luit.- kwartiermeester, hij het lste reg. infanterie, de sergeanten C. de Ruv- ter, van het 7de, en F. J. T. Hocn- stenbach, van het 5de reg. infanterie; bij het 3de reg. infanterie, de ser geant L. M. F. G. Knage, van het korpsbij het 4de reg. infanterie, de sergeant J. Haitsma Muiier, van het 7de reg. infanterie; bij het 5de reg. infanterie, de sergeanten H. Reimers, Oorschot, van het 2e reg. infanterie, voor den tijd van twee jaren (de heen- en terugreis daaronder begre pen), gedetacheerd by de landmacht m West-Indië. Aan den met ingang van 16 Sept. 1897 eervol uit zijne betrekking ont slagen leeraar aan de Koninklyke Militaire Academie, mot. den perso- neelen titel van lector, R. van Eek, een wachtgeld verleend tot wederop- zeggens toe en ten laste van den Staat ten bedrage van f 1067'sjaars. Overgeplaatst bij het regiment gre nadiers en jagers de eerste-luitenant- kwartiermeester A. M. H. C. Vos- maer, van het 4de reg. infanterie. De tweede-luitenant F. J. C. baron van Hardenbroek van Ammerstol, van het 8ste reg. infanterie, met in gang van 1 October 1897, op zyn' verzoek, voor den tijd van één jaar op non-activiteit gesteld, zonder be zwaar der schatkist. Aan den meester kleermaker J. H, Fesevur, van het Koloniaal Werfde pot, vergunning verleend tot het aan nemen en het dragen der ordeteeko- nen van de 4e klasse van het Borst beeld van den Bevrijder Simon Boli var, hem door den president van Ve nezuela geschonken. Benoemd by het wapen der infan terie van het leger in Nederl.-Indië, tot tweede-luitenant, de sergeanten H. Gramberg, van het reg. grenadiers en jagers, L. van Vuuren, van het 5e, D. Buyze, van het 6e en L. W. Goslings, van het 4e reg. infanterie G. Ström, van het leger in Ned.-Indië gedetacheerd bij de koloniale reserve; J. B. H. Frackers en T. A.M.Wil lemse, beiden van het 3e, J. W. Eb- bink, van het 2de, J. G. de Greef, van het 8ste, L. Hansma. van het 4de, C. A. Ruempolj van het 3de regiment infanterie, A. T. Hoff en J. van Holst Pellekaan, beiden van het leger in Nederlandsch-Indië, gede tacheerd bij de koloniale reserve, S. D. Kramers, van het 5de regiment infanterie, H. W. Hennus, van het reg. grenadiers en jagers, E. C. Brusse, van het 4de, B. G. S. Schregardus, van het 6de reg. infanterie en T. K. Roqué, van het leger in Ned.-Indiö, gedetacheerd bij de koloniale reserve. Benoemd by het personeel der mi litaire administratie van het leger in Ned.-Indië, tot tweede-luitenant-kwar tiermeester, de sergeanten A. J. Lieth, van het leger in Ned.-Indië, gedeta cheerd by de koloniale reserve, F. J. G. Janssens, van het 3de, R. van den Ende, van het 7de en H. F. Polack, van het 5de regiment infanterie. RECHTSZAKEN. Een belofte. Indertijd werd gemeld dat een vee houder by Drachten (Fr.) aan zyn dienstmeid Hielkje f 500 had beloofd, als deze in zyn belang aangaande het sluiken eener koe, eene valsche ver klaring voor de rechtbank te Heeren veen wilde afleggen. De veehouder werd wegens 't sluiken veroordeeld tot een geldboete, terwijl de meid we gens meineed tot zes maanden ge vangenisstraf werd veroordeeld, die zij reeds heeft ondergaan. Er werd daarna een strafvervolging ingesteld tegen den veehouder, wegens het aan zetten tot meineed, doch het Hof te Leeuwarden heeft hem vrijgesproken. Door Hielkje wordt do veehouder nu in rechten aangesproken tot beta ling der door hem beloofde f 500. Spoorwegongelukken in Engeland. Volgens het verslag van den Board of Trade zyn er in 1896 door spoor wegongelukken in het Vereenigd Koninkrijk 93 passagier® gedood en 1586 gewond, met inbegrip van die door eigen schuld een ongeval kre gen. Van de spoorwegbeambten wer den er 447 gedood en 3986 gewond. Voorts werden er 468 «andere per sonen" gedood en 297 gewond. Te zamen 1008 dooden en 5869 gewon den. Verder werden er 85 personen gedood en 11,002 gewond in inrich tingen of op terrein van spoorweg maatschappijen, niet veroorzaakt door wagens in beweging. In het ge- heol werden dus 1093 porsonen ge dood en 16,871 gewond. Het aantal vervoerde reizigers was, de geabou- neerden niet meegerekend, 980,339,677 (50,568,768 meer dan in 1895). Naar dien maatstaf werd er in 1896 op de 10,541,287 passagiers 1 gedood en op de 61S,121 1 gewond. Tn 1895 was de verhouding, 1 doode op de 11,202,059 en 1 gewondeop de 838,387. Bericht van Andrée. De inhoud van Andrée's bericht aan „Aftonbladet", dat door de be manning van de walvischvaarder Alken gevonden werd by de post duif, den 20en Juli ten noorden van Spitsbergen opgevangen is nu bekend geworden. Het luidt: „13 Juli, 12.30 nam. 82°2 N.Br. 15°5 O.L. Goede vaart in oostelijke richting, 10° zuidelijk. Alles welaan boord. Dit is de derde duivenpost." Het punt waarop Andrée zich dus twee dagen na de opstijging bevond, ligt nog iets ten zuiden van het noor delijkste punt dat door Parry in 1827 bereikt werd, en iets ten oosten van de plek waar de Fram zich op 19 Juli 1896 uit het ys losmaakte. Oogstbericht uit Rusland. De oogst in Rusland blijkt over liet algemeen vry goed te zijn. De goe- vernementen, waar men voor misge was vreest, kunnen bijtijds worden verzorgd door de goevernementen met rijken oogst. GEMENGD NIEUWS. van het 6de en J. J. N. Krugers van het 2de reg. infanterie; by het 6de re», infanterie, de sergeant J. C. P. Bouman, van het korps; hij het 7de reg. infanterie, de sergeant F. H. Henderson, van het 2de reg. vesting-artillerie. De tweede-luitenant J. W. van De koningin van Engeland, of beter gezegd, de keizerin van Indië, gaat nog steeds door met hare studiën in de Hindostaansche taal. Sedert 10 jaren is- haar leermeester de Mins- schi Abdul Karun met haar bezig. Toen hij zijn aanstelling aan het hof kreeg, was hy een jonge man van 23 jaren, die te Agra als schrijver 1 dollar per maand verdiende. Thans heeft hy Frogmore Cottage tot zijne woning. De villa is vol van geschen ken, die de bezoekers van de koningin haren indischon leermeester geschon ken hebben. De koningin beoefent met veel hartstocht de studie der Hindostaansche taal. Zjj spreekt het Hindostaanscli niet alleen vloeiend, maar kan het ook vrij goed schrijven. Zeven jaren geleden liet de Minssehi zijne echtgenoote en zijnen vader naar Engeland overkomen. Het bericht over het spoorweg ongeluk hij Kaposvar was overdreven. Er zijn geen mensehen hij veronge lukt, en er is geen schade aangericht. Diefstallen. In de Figaro wordt melding ge maakt van twee behendig uitgevoerde diefstallen te Parijs Zaterdag 11. Een Amerikaan had een cheque ingewisseld bij een bankinstelling in de rue Lafitte. Vervolgeus ging hü op den boulevard voor een koffiehuis zitten. Daar raakte hy in gesprek met iemand die hem, na ongeveer vijf minuten met hem gesproken te heb ben, wist te bewegen zyn zakboek te voorschijn te halen, waarin de 15000 francs waren geborgen. Dade lijk rukte de dief liet boek uit zijn handen en was verdwenen voordat de Amerikaan van zyn verbazing be komen was. Op denzelfden dag werd een knaap van vijftien jaar een bedrag van 4500 francs afhandig gemaakt door een Engelschman. Deze som had hij van de bank gehaald en droeg het geld in een zakje. De Engelschman wist den knaap te bewegen om sigaren voor hem te gaan halen, dan zou hü den zak wel even vasthouden. Toen de knaap terugkwam was ernatuur- lyk geen Engelschman meer te zien. In een telegram uit Marseille wordt gemeld dat een klerk op den spoor weg tusschen die plaats en Nimes is beroofd van 30000 francs. De die ven hadden hem door middel van een slaapdrank in slaap gemaakt. Deze diefstal doet herinneren aan dien van 60000 francs in Juli 11. waarby de bestolene een witte likeur te drinken kreeg. De beroofde klerk was in dienst van een handelshuis te Nimes waar hy reeds twaalf jaar in betrekking geweest was. De 30000 francs had hy overge spaard en maakten zyn geheel vermo gen uit. meester graaf Abensberg Tram openlyk laten verklaren, dat de bi richten over een geheim huweljl voorzoover zy de persoon des aarte-i hertogen betreffen toneenenmale o» waar zyn. Officioool is uit Weena hot verzoek gekomen ooi den Aken schen zwendelaar, die den naam vai den aartehertog misbruikt heeft, ti vervolgeu.Intusschen wordt het mogi lyk geacht, dat Marie Husmann, dii zelf trouwens ietwat excentriek rai natuur is, misschien het slachtoffei is geworden van een gek. De directii d van Krupp's fabriek spreekt de be wering als zou de zoogenaamde aari* hertog een spion gewoest zijn, die i] opdracht van oen vreemde mogend heid zich bij de Husmann heel ingedrongen om in het geheim vai Krupp's fabrikaten te komen, al onhoudbaar tegen. Het oproer te Hazleton. Sheriff Martin en veertig zijnd helpers zyn voor den rechter te Wifl kesDarre formeel beschuldigd val moord op 24 werkstakers te Latij mer. De aangeklaagden zyn op vrij voeten gesteld tegen een borgtocl van vierduizend dollars voor eljr hunner. Aardbeving. Uit Rome wordt gemeld, dat oijj twee uur Dinsdag twee hovige schot* ken van aardbeving werden waargö] nomen. Zy werden byzonder sters gevoeld te Rome, Riceiona, Ancou en Bologna. Er is weinig schat? aangericht. t Een aangrijpend drama. 0 Aan een particuliere correspondes s tie uit Japan is het volgende out leend Deze week hebben wy te To i kio, in den Shintomiza-schouwburj c een aandoenlijk tooneel uit het wei d kelyk leven bijgewoond. De grooll acteur Kikougoro speelde in het pi v pulaire japansche drama „De zevt c en veertig ridders," terwijl zyn zoo I Kikonosoukó thuis stervende was. '1 Midden in het stuk werd hem mil degedeeld, dat zijn zoon was ove z leden. Een oogenblik verliet lnj hi tooneel en snelde naar huis, niet vi van den Schouwburg, om nog eei maal het geliefde gelaat te aansehoi i wendaarna hervatte hij zijn ro teneinde de voorstelling niet te inte s fompeeren. I In het vierde bedrijf moest de po 1 soon, dien hij voorstelde, zelfmoor plegen, waarna een vriend opkon om by het lijk te bidden. De actei die deze vrome plicht vervulde, wf juist een intieme vriend van Kigoi goro. Deelend in den smart van dc ongelukkigen vader boog hij zie over zyn lichaam, en stortte bittei tranen, als een broeder, die zyn brex der verloren heeft, en de snikkei die de zaal vervuldon kwamen u de volheid van zijn gemoed. Nimrac woonde men een aangrijpender to< neel bij. Alle toeschouwers hadde tranen in de oogen of konden slecht met moeite hun gevoel bedwingen.. Toen het scherm viel en de actei zich onder den indruk van deze wai droefenis langzaam verwijderde, blea Kikougoro op het tooneel liggen, h was een lijk. De geweldige smafj had aan zyn leven een einde gij maakt. en voortdurend speelde er een raadselachtige glimlach om zyn mond. Die glimlach drukte zwakheid en pyn uit een glimlach van een ouden schuwen manmaar er lag iets van spot en een zweem van verraad in de uitdrukking van zyn gezicht, terwijl hy my by mijn werk gadesloeg, zonder my een seconde uit het oog te verliezen. HOOFDSTUK XXVI. Israël Hands. - De wind diende ons en stuwde de „Hispaniola" in een westelijke richting. Wij konden om den noord- westelyken hoek van het eiland den inham zeer ge makkei yk binnenzeilen. Maar daar wy niet by machte waren te ankeren en wy nog geruimen tyd zouden moeten wachten voor het water hoog genoeg was op- geloopen om den schoener onder de kust te brengen, moesten wy gedurende dien tyd werkeloos .blijven. De bootsman vertelde my, hoe ik het schip in den wind moest brengen en nadat ik eenige vruchtelooze pogin gen gedaan had, gelukte het my eindelijk en gebruik ten wy daarna zwijgend onzen maaltijd. „Kapitein", zeide hjj ten laatste met denzelfden spot- tenden glimlach om zyn mond, „daar heb je nu mijn ouden kameraad, O'Brien; zoudtgyhem niet overboord laten zakken. In den regel ben ik niot kleinzeerig en ik maak er my geen verwijt van dat ik hem naar de andere wereld gezonden heb, maar het is niet bepaald een mooi ornament, vindt je „Ik ben niet sterk genoeg, en ik houd niet van die karweitjeslaat hem maar liggen", zeide ik. „De „Hispaniola" is niet gelukkig, Jim," ging hij knipoogend voort. „Een massa menschen zijn er aan boord van dit schip gedood ja, vele arme zeelui zyn er sinds wij uit Bristol gingen het hoekje omgegaan. Ik heb nog nooit zoo'n „pech" beleefd. Daar neb je nu dien O'Brien hjj is dood is 'tniet? Welnu, ik heb niet veel geleerd, en jij bent een jongen, die wat lezen en teekenen kan maar zou je deuken dat zoo'n doode voor goed is gestorven of weer een nieuw leven begint „Gy kunt wel iemands lichaam doodenmynheer Hands, maar zyn ziel niet, dat moest je al lang weten", hernam ik. „O'Brien slaat ons gade van uit een andere wereld." „Zoo," zeide hy. „Wel dat is ongelukkig dan komt liet mij voor dat het dooden van vyanden maar tyd- verspilling is. Maar hoe dan ook, ik heb zooveel gezien, dat die zielen my niet veel kwaad zullen doen. „En nu jy zoo openhartig met me gesproken hebt, zou ik het wel vriendelyk van je vinden, wanneer je even voor mij naar beneden gingt om een wel lieve Hemel nu kan ik niet op den naam komenWel haal me een flesch wyn Jim, want die rum is te sterk voor my." Maar deze aarzeling scheen my onnatuurlyk; en ik feloofde er niets van dat hy wyn boven rum verkoos. >it geheele verhaal was maar een voorwendsel. Hy wilde my weg hebben dat was duidelijk maar waar- Een valseh bericht. I Aartshertog Frans Ferdinand heeft 1 te Boedapest door zyn opperhol- om begreep ik niet. Hij keek mij niet aan; zijn oogen richtten zich du eens naar boven, dan weer op het lyk van O'Brien, terwyi zij zonderling schitterden. Hy glim lachte voortdurend en maakte een verlegen manuaal met zijn tong, als een klein kind dat op iets ondeu gends betrapt wordt. Ik antwoordde dadelyken Hands was een domme kerel voor wien ik gemakkelyk myn argwaan kon verbergen. „Wyn?" vroeg ik. „Zooveel te beter. Wil je witten of rooden Wel, maat dat is my wel hetzelfdewanneer hy maar goed smaakt en er veel van is, dan maakt het niet uit," hernam hy. „Heel goed," antwoordde ik. „Ik zal je port brengen, mynheer Hands. „Maar het zal wel een poosje duren." Toen rende ik met veel lawaai de gezelschapstrap af, trok mijn schoenen uit, liep zachtjes door de gang, klom de ladder, die naar het voordek voerde op en stak mijn hoofd boven dek. Ik begreep dat hij niet "verwachtte mij hier te zienen nu bemerkte ik, dat wel de ergste van mijn vermoedens bewaarheid werd. Hy was opgestaan en ofschoon zyn gekwetst been hem veel pyn veroorzaakte, want ik kon hem hooren steunen, kroop hij tamelyk vlug op handen en voeten over het-dek. Binnen een halve minuut had hy een der geschutspoorten bereikt en haalde van onder een stapel touw een lang mes of liever gezegd een korten dolk, te voorschyn, waarvan het heft met bloed bevlekt was. Hy bezag hem een oogenblik, probeerde op zyn hand of hy nog scherp genoeg was, verborg hem onder zyn huis en kroop toen weer naar zyn vorige plaats tegen de verschansing terug. TELEGRAMMEN President Kruger. LONDEN, 22 Sept. (R. O.) Dj Daily Chronicle verneemt zeervertrouwbare brondt president Kruger den 14den Septen ber onderzocht is door twee van beste geneeskundigen, die hem ve klaard hebben, dat hij in zeer hooj mate lijdende is aan morbus Briglüin Een dier geneeskundigen verklaard dat de President waarschynlijk get achttien maanden meer te leven heel ATHENE, 21 Sept. (R. O.) Ee sterk Engelsch eskader en drie Iti liaansehe pantserschepen zijn hi(j aangekomen. ATHENE, 21 Sept. (R. O.) üa^ financieele controle der mogendhede een inmenging in de souvereine reef ten van den staat ten gevolge heelj zou Delyannis der Kamer aanraden het geheele tractaat te verwerpen.] De bladen gaan voort een heftigs toon aan te slaan. Een aanvaring. WEENEN, 22 Sept. (R. O.) Eë bericht uit Fiume maakt melding val Dit was alles wat ik verlangde te weten. Israël kol zich bewegenhy was nu gewapend en wanneer ij hem te hinderlijk werd, kon ik mijn lot wel nagaan Wat hij daarna zou doen of hij zou trachten ova het eiland naar het kamp te kruipen of een seinschot u] liet kanon te lossen, vertrouwende dat de kameraden hon zouden komen helpen, dat was natuurlyk iets, wa ik niet wist. Op éeu punt kon ik hem vertrouwen, waii hier gold het ons beider belang, nl. de koers van del schoener. Wij verlangden beiden te landen op ea goede, beschutte plaats, zoodat het schip met weinu moeite en zoo miu mogelijk gevaar weer vlot kon ga bi-acht worden en tot zoo lang zou myn leven gespaarj blyven. Terwyi deze gedachten myn hoofd doorkruisten, ha ik niet stil gezeten. Ik was naar de kajuit geslópefi had myn schoenen aangetrokken, pakte op goed geld een flesch wyn en hiermede myn afwezigheid verkla rend, kwam ik op het dek terug. Hands zat precies zoo als een oogenblik te voren -j geheel in elkaar gedoken en met half gesloten oogd alsof hy te zwak was om het licht te verdragen. Maa' by mijn komst keek hij toch even op, zette de flescj aan don mond als iemand die zoo iets dikwyls bij di hand heeft gehad en nam een ^oede slok, terwyi lij zeide„Op het geluk" wat zyn geliefkoosde toast scheef te zijn. {Wordt vervólgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2