groote bekken leeg te muien wordengenoemden persoon die failliet was Roasi, Irring eens te gaan begroeten,
kolO£S.llP! Windmfllf»n« CnhAIlWll Hifi Ofifi l VOrlrlftnrH worH nan en endAr Ir. Kr. A„.Lg
kolossale windmolens gebouwd die 260
Toet hoog zyn en waar ran de wieken
75 roet lang zyn. Die molens zullen
het water opvoeren in het netwerk
Tan kanalen, dat den herwonnen grond
zal bedekken.
«Daarmede is het werk echter nog
niet afgeloopen. De bodem der Zui
derzee bestaat uit zand dat niet zeer
▼ruchtbaar is. Daarom zullen boven
grond en teelaarde worden aange
roerd uit elk der Nederlaudsche ko
loniën, en in twee of drie geslachten
zullen de diepe gedeelten worden op
gehoogd tot het peil der kanalen.
Waar eens de zee onbeperkte heer-
scheros was, zullen dan groene tuinen
en boerderyen te zien zijn, afgewis
seld door landhuizen en steden en
kanalen, overdekt met rijk beladen
schuiten."
Deze fraaie beschrijving van de in-
dyking, welke zelfs voor de ontwer
pers van het Zuiderzee-plan een
nieuwtje is, kan men vinden in het
Engelsche blaadje Tit Bits, onder
den titel„Holland rules the waves".
En niet als grap, maar blijkbaar
ernstig gemeend.
Het aquarium te Amsterdam.
Wie dezer dagen onze hoofdstad
bezoekt, verznime niet eens een
kijkje te nemen in het aquarium. In
de met kristalhelder water gevulde
bassins ziet men weelderigen plan
tengroei, fraai afstekend togen de
donkere rotsen, en daar tusschen door
zwemmen de zilvergeschubde water
bewoners. De wonderbare zeeane
monen spreiden hun kleurenpracht
ten toon, zich nu en dan openend
om naderend voedsel op te nemen;
gracieuse zeepaardjes zweven te mid
den van groen en stengels van zee
gewassen. In het grootste, drie rui
ten brecde zeewaterbassin aanschouwt
men de kolossale zeeschildpadden van
den Atlantischen Oceaan, die de toe
schouwers verbazen door den langen
tijd, dien ze onder water blijven
haaien verkeeren hier vreedzaam te
midden van poonen, roggen en andere
noordzeevisschenkrabben en kreef
ten. die aan den regenboog hunne
scboone kleuren schijnen te hebben
ontleend, krioelen hier door en over
elkaar op den zandigen bodem. Ver
derop zwemmen de haringen, een der
grootste merkwaardigheden van het
aquarium. In gevangen staat uiterst
moeilijk in 't leven te houden, zijn
hier kosten noch moeite gespaard om
te trachten de haring in het aquari
um te acclimatiseeren. Eindelijk met
gunstig gevolg. De haringen, thans
m het aquarium te vinden,leven daar
reeds langer dan een jaarin geen
ander aquarium is deze uitkomst tot
heden bereikt. Ook de zoetwater-
bassins zijn ryk bevolkt. Reusachtige
snoeken en meervallen, forel, zalm,
steur en Russische steriet (sedert 1883
in het aquarium levend) nagenoeg
alle in onze wateren voorkomende
visschen zyn hier te vinden. Eigen
aardig zijn de gouden en witte ver
scheidenheden van de aalonbeweeg
lijk liggen ze in een der hoeken van
het bassin, het slanke lichaam half
onder 't zand bedolven. Men vergete
ook niet de canchito's of chamaeleon
visschen te gaan bezien. Men vindt
ze in de kleine zaal in de warmwa
teraquaria, bevolkt met visschen uit
overzeesche gewesten, met groote
moeite naar het aquarium overge
bracht. Deze merkwaardige dieren
dragen hun naam niet ten onrechte.
Eén handbeweging van den oppasser
en duidelyk ziet men ze van kleur
veranderen.
verklaard, werd een en ander in be
slag genomen.
Eene begrafenis.
Op het stille kerkhof der gemeente
Abbekerk werd Maandagmiddag de
heer J. Zyp Kz., burgemeester dier
gemeente, lid der Tweede Kamer en
lid der Prov. Staten van Noord-
Holland, naar het graf gebracht.
Voor de achting, die men den
overledene toedroeg, getuigde de
tegenwoordigheid van zoovel en, die
zoo van Abbebroek als van elders
gekomen waren om den overledene
de laatste eer te bewijzen.
Daar getuigden ook de toespraken
van die achtereenvolgens gehouden
werden door ds. Rakker van Twisk
als voorzitter der Centr. Liberale
Kiesvereeniging, door den heer Ferf,
lid van Gedeputeerden en lid der
Tweede Kamer door den heer "Won
der, commissaris der Westfriesche
bank, door den heer Schuttevaar,
pred. der gemeente, door dr. Van
der Lande, directeur van het proef
station te Hoorn en door den heer
Roodhuizen uit Enkhuizen, lid van
het hoofdbestuur der Centr. lib.
Krebs niet dood?
Uit Amsterdam meldt men, dat de
van andere zijde gemelde dood van
den gedachtenlezer Krebs geenszins
schijnt vast te staan. Voor zooveel
men kon ontdekken is de heer
Krebs Zaterdagavond niet te Am
sterdam geweest, en dus evenmin in
liet theater Van Lier door eene be
roerte getroffen. Zyn huisheer deelde
mede en dit bleek ook uit een
artistencourant, waarin de verblijf-;
plaatsen van reizende kunstenaars!
worden vermeld dat de heer Krebs
zich in levenden lyve te Milaan be
vindt en daar met zijne dochter op
treedt.
Te Edam werd Dinsdag door den!
officier van justitie, den rechter-com-
missaris en den griffier uit Haarlem,1
by zekeren S. huiszoeking gedaan. Bij
Alle sprekers huldigden den over
ledene als een eenvoudig, degelijk en
rechtschapen man, die alle zyne
krachten wijdde aan de belangen van
den landbouwenden stand.
De oudste zoon des overledenen
bedankte in eenige hartelijke woor
den.
Werkstaking.
hebben de geza
menlijke arbeiders van de spinnerij
der Naamlooze Vennootschap te Al-
meloo het werk gestaakt. Een loons-
geschil is de oorzaak. Na het verlaten
der fabriek trokken zij door de stad.
Vrijdags en Maandags wordt te
Enschede collecte gehouden by par
ticulieren en in en bij de fabrieken,
ten behoeve van de werklooze arbei
ders der firma Hedeman te Almeloo.
De beide laatste weken bracht dit on
derscheidenlijk f 502,92 en f 504.55 op.
De oudste Nederlander.
De oudste inwoner van Groningen,
misschien wel van ons geheelo land,
de oud gezagvoerder G. A. Boom
gaard, thans conventuaal en in het
Jacob- en Anna-Gasthuis, heeft Dins
dag den leeftijd van 109 jaren be
reikt. Het verstand en de maag
hebben den nestor nog niet in den
steek gelaten, maar zien, liooren en
gaan kan de Groningsche Methusalem
niet meer.
maar daarvoor is hy te vroeg ge
storven.
Danjuro was een verbazend veel
zijdig artist, treurspelspeler, jeune
premier, komiek en als alle Japan-
sche acteurs ook acrobaat en speler
van vrouwenrollen.
Sport en Wedstrijden.
Wielrijden.
De overwinning van den Franschman
Bourrillon in den Or and Pn.-rteBerlyn
(7000 mark) is met groote opgewonden
heid door het publiek toegejuicht.
Met eenige lengton heeft hy al zyn
tegenstanders achtergelaten en de
favoriet Arend is gaan opzitten, toen
liy in het rechte eind plotseling door
Bourrillon werd voorbijgesneld. Dc
volgorde van aankomst was Bourril
lon, Lehr, Keaser, Arend, Parbly.
De Franschman kreeg een ware
ovatie, hy moest eenige baantjes voor
het publiek blyven doorrijden met
oen prachtigen sjerp om en een me
daille, door den Lokal-Anzeiger ge
schonken, op de borst. Lehr ontving
een krans.
Leger en Vloot.
Benoemd bij het wapen der infan
terie tot tweede-luitenant b(j bet le
reg., de sergeanten-volontairs C L
van Deutetom, W. Kaas, H. J A
Hagdorn, W. C, van der Velde, H.
J. J. van Voorthnvsen. D. Rit man
Letteren en Kunst.
Nationale Zangwedstijd.
Voor den nationalen zang wedstrijd,
welke tegen 20 en 21 Nov. a.s. door
de mannenzang vereenigingOrphéon"
in het Paleis voor Volksvlijt te Am
sterdam is uitgeschreven, hebben zich
niet minder dan 49 vereenigingen,
waaronder de eerste van Nederland,
met een getal van ongeveer 3000 zan
gers doen inschrijven.
Behalve de medailles, door de
Koninginnen en het gemeentebestuur
aldaar geschonken, ontving „Orphéon"
nog toezegging voor eeneerepenning
van den burgemeester; van de Ver.
t. bev. v. h. Vreemdelingenverkeer
(een gouden en een zilveren)van de
bierbrouwerij ,,'t Haantje" voor een
verguld zilveren palmtak als eerste
eereprys; van den voorzitter der
regelingscommissie van een zilveren
kunstvoorwerp als tweede eereprys,
terwijl particulieren nog tal van toe
zeggingen deden.
Den 26n dezer wordt de inschrij
ving van deelnemende vereenigingen
Volgens het N. v. d. B. zal de
nieuwe novelle van jkvr. Anna de
Savornin Lobman, „Het eene noodige"
(P. N. v. Kampen Zn.) een aan
sluiting vormen op „Vragensmoede"
en zullen enkele personen hieruit ook
in het te verwachten boek voorkomen.
De grootste Japansche tooneelspe-
ler Danjuro is in den ouderdom van
ruim 70 jaar overleden. Zyn voor
ouders tot de 17de eeuw toe, waren
acteurs. Zyn grootste wensch was
zijn Europeesche collega's Salvini,
Voorthuysen, D. Ritman
en J. H. Lamour, allen van het 4de,
zoomede de sergeanten W. Ros van
het le, P. A. Roozendaal van het 5e,
H. Ritsma van het 4e en F. W. H.
van Straaten van het 3e reg.hij het
2e reg., de sorg.-volontair G. H. H.
G. Bonhommo van het 4e, zoomede
de sergn. P. S. Hartogh Heys van
Zouteveen van het 5e, W. Jentink
van het 8e reg., C. L. L. Beerste-
cher en A. J. M. Verspyck, heiden
van het reg. grenadiers en jagers
bij het 3de reg., de sergeanten-volon
tairs C. J. H. van der Harst, J. H.
M. Verhaegli, P. J. Stigter, J. H.
Salomon en A. A. Hogerwaard, allen
van het 4de; zoomede de sergeanten
G. H. Vürtheim, van het le reg., L.
C. J. M. van Overeem, van het reg.
grenadiers en jagers, J. Mateman,
van het 8ste, C. P. M. van Altena,
van het 1ste en A. J. D. de Winter,
van het 2de reg.bij het 4de reg.,
de sergeanten-volontairs J. J. H.
Meijer en J. G. F. van Son, beiden
van het korps, zoomede de sergean
ten G. J. Nyweide en H. Zeeman,
beiden van het 8e reg., bij het 5e
reg., de sergeant-volontair A. J. A.
Busquet, van het 4do reg.bij het
6e reg. de serg.-vol. M. Waltheer,
van het 4de, zoomede de sergeanten
G. Muys, van het reg. grenadiers en
jagers, D. J. van Meerendonk, van
het 6de A. E. H. Constant, van het
8ste, en J. M. van den Oudendijk
Pieterse, van het oe reg.bij het 7e
reg. de sergn.-volontairs H. André
de la Porte en G. Terwogt, beiden
van het 4e reg.by het 8ste reg. de
sergeant F. Piekema, van het korps.
Benoemd bij het wapen der artil
lerie: tot tweede-luitenant, bij het
lste reg. vesting-art. de sergeanten-
volontairs D. J. Couvee en N. O. J.
de Pauw Gerlings; by het 2de reg.
vesting-art., de sergeanten-volontairs
D. A. W. van der Moer enL.A.M.
Willemse; bij het 3de reg. vesting
artillerie, de sergeanten-volontairs J.
P. Minderhoud, T. W. te Nuyl en J.
H. van Velzen; bij het 4de reg.ves
ting-artillerie, de sergeanten-volontairs
G. Klinkhamer, W. J. Küllerenjhr.
D. Mollerus. I
Benoemd hij het personeel der mili-
taire administratie: tot tweede-luit.-
kwartiermeester, hij het lste reg.
infanterie, de sergeanten C. de Ruv-
ter, van het 7de, en F. J. T. Hocn-
stenbach, van het 5de reg. infanterie;
bij het 3de reg. infanterie, de ser
geant L. M. F. G. Knage, van het
korpsbij het 4de reg. infanterie, de
sergeant J. Haitsma Muiier, van het
7de reg. infanterie; bij het 5de reg.
infanterie, de sergeanten H. Reimers,
Oorschot, van het 2e reg. infanterie,
voor den tijd van twee jaren (de
heen- en terugreis daaronder begre
pen), gedetacheerd by de landmacht
m West-Indië.
Aan den met ingang van 16 Sept.
1897 eervol uit zijne betrekking ont
slagen leeraar aan de Koninklyke
Militaire Academie, mot. den perso-
neelen titel van lector, R. van Eek,
een wachtgeld verleend tot wederop-
zeggens toe en ten laste van den
Staat ten bedrage van f 1067'sjaars.
Overgeplaatst bij het regiment gre
nadiers en jagers de eerste-luitenant-
kwartiermeester A. M. H. C. Vos-
maer, van het 4de reg. infanterie.
De tweede-luitenant F. J. C. baron
van Hardenbroek van Ammerstol,
van het 8ste reg. infanterie, met in
gang van 1 October 1897, op zyn'
verzoek, voor den tijd van één jaar
op non-activiteit gesteld, zonder be
zwaar der schatkist.
Aan den meester kleermaker J. H,
Fesevur, van het Koloniaal Werfde
pot, vergunning verleend tot het aan
nemen en het dragen der ordeteeko-
nen van de 4e klasse van het Borst
beeld van den Bevrijder Simon Boli
var, hem door den president van Ve
nezuela geschonken.
Benoemd by het wapen der infan
terie van het leger in Nederl.-Indië,
tot tweede-luitenant, de sergeanten
H. Gramberg, van het reg. grenadiers
en jagers, L. van Vuuren, van het
5e, D. Buyze, van het 6e en L. W.
Goslings, van het 4e reg. infanterie
G. Ström, van het leger in Ned.-Indië
gedetacheerd bij de koloniale reserve;
J. B. H. Frackers en T. A.M.Wil
lemse, beiden van het 3e, J. W. Eb-
bink, van het 2de, J. G. de Greef,
van het 8ste, L. Hansma. van het
4de, C. A. Ruempolj van het 3de
regiment infanterie, A. T. Hoff en J.
van Holst Pellekaan, beiden van het
leger in Nederlandsch-Indië, gede
tacheerd bij de koloniale reserve, S.
D. Kramers, van het 5de regiment
infanterie, H. W. Hennus, van het
reg. grenadiers en jagers, E. C. Brusse,
van het 4de, B. G. S. Schregardus,
van het 6de reg. infanterie en T. K.
Roqué, van het leger in Ned.-Indiö,
gedetacheerd bij de koloniale reserve.
Benoemd by het personeel der mi
litaire administratie van het leger in
Ned.-Indië, tot tweede-luitenant-kwar
tiermeester, de sergeanten A. J. Lieth,
van het leger in Ned.-Indië, gedeta
cheerd by de koloniale reserve, F. J.
G. Janssens, van het 3de, R. van den
Ende, van het 7de en H. F. Polack,
van het 5de regiment infanterie.
RECHTSZAKEN.
Een belofte.
Indertijd werd gemeld dat een vee
houder by Drachten (Fr.) aan zyn
dienstmeid Hielkje f 500 had beloofd,
als deze in zyn belang aangaande het
sluiken eener koe, eene valsche ver
klaring voor de rechtbank te Heeren
veen wilde afleggen. De veehouder
werd wegens 't sluiken veroordeeld
tot een geldboete, terwijl de meid we
gens meineed tot zes maanden ge
vangenisstraf werd veroordeeld, die
zij reeds heeft ondergaan. Er werd
daarna een strafvervolging ingesteld
tegen den veehouder, wegens het aan
zetten tot meineed, doch het Hof te
Leeuwarden heeft hem vrijgesproken.
Door Hielkje wordt do veehouder
nu in rechten aangesproken tot beta
ling der door hem beloofde f 500.
Spoorwegongelukken in
Engeland.
Volgens het verslag van den Board
of Trade zyn er in 1896 door spoor
wegongelukken in het Vereenigd
Koninkrijk 93 passagier® gedood en
1586 gewond, met inbegrip van die
door eigen schuld een ongeval kre
gen. Van de spoorwegbeambten wer
den er 447 gedood en 3986 gewond.
Voorts werden er 468 «andere per
sonen" gedood en 297 gewond. Te
zamen 1008 dooden en 5869 gewon
den. Verder werden er 85 personen
gedood en 11,002 gewond in inrich
tingen of op terrein van spoorweg
maatschappijen, niet veroorzaakt
door wagens in beweging. In het ge-
heol werden dus 1093 porsonen ge
dood en 16,871 gewond. Het aantal
vervoerde reizigers was, de geabou-
neerden niet meegerekend, 980,339,677
(50,568,768 meer dan in 1895). Naar
dien maatstaf werd er in 1896 op de
10,541,287 passagiers 1 gedood en op
de 61S,121 1 gewond. Tn 1895 was
de verhouding, 1 doode op de
11,202,059 en 1 gewondeop de
838,387.
Bericht van Andrée.
De inhoud van Andrée's bericht
aan „Aftonbladet", dat door de be
manning van de walvischvaarder
Alken gevonden werd by de post
duif, den 20en Juli ten noorden van
Spitsbergen opgevangen is nu bekend
geworden. Het luidt:
„13 Juli, 12.30 nam. 82°2 N.Br.
15°5 O.L. Goede vaart in oostelijke
richting, 10° zuidelijk. Alles welaan
boord. Dit is de derde duivenpost."
Het punt waarop Andrée zich dus
twee dagen na de opstijging bevond,
ligt nog iets ten zuiden van het noor
delijkste punt dat door Parry in 1827
bereikt werd, en iets ten oosten van
de plek waar de Fram zich op 19
Juli 1896 uit het ys losmaakte.
Oogstbericht uit Rusland.
De oogst in Rusland blijkt over liet
algemeen vry goed te zijn. De goe-
vernementen, waar men voor misge
was vreest, kunnen bijtijds worden
verzorgd door de goevernementen met
rijken oogst.
GEMENGD NIEUWS.
van het 6de en J. J. N. Krugers
van het 2de reg. infanterie; by het
6de re», infanterie, de sergeant J.
C. P. Bouman, van het korps; hij
het 7de reg. infanterie, de sergeant
F. H. Henderson, van het 2de reg.
vesting-artillerie.
De tweede-luitenant J. W. van
De koningin van Engeland, of beter
gezegd, de keizerin van Indië, gaat
nog steeds door met hare studiën in
de Hindostaansche taal. Sedert 10
jaren is- haar leermeester de Mins-
schi Abdul Karun met haar bezig.
Toen hij zijn aanstelling aan het hof
kreeg, was hy een jonge man van
23 jaren, die te Agra als schrijver 1
dollar per maand verdiende. Thans
heeft hy Frogmore Cottage tot zijne
woning. De villa is vol van geschen
ken, die de bezoekers van de koningin
haren indischon leermeester geschon
ken hebben. De koningin beoefent
met veel hartstocht de studie der
Hindostaansche taal. Zjj spreekt het
Hindostaanscli niet alleen vloeiend,
maar kan het ook vrij goed schrijven.
Zeven jaren geleden liet de Minssehi
zijne echtgenoote en zijnen vader
naar Engeland overkomen.
Het bericht over het spoorweg
ongeluk hij Kaposvar was overdreven.
Er zijn geen mensehen hij veronge
lukt, en er is geen schade aangericht.
Diefstallen.
In de Figaro wordt melding ge
maakt van twee behendig uitgevoerde
diefstallen te Parijs Zaterdag 11.
Een Amerikaan had een cheque
ingewisseld bij een bankinstelling in
de rue Lafitte. Vervolgeus ging hü
op den boulevard voor een koffiehuis
zitten. Daar raakte hy in gesprek
met iemand die hem, na ongeveer vijf
minuten met hem gesproken te heb
ben, wist te bewegen zyn zakboek
te voorschijn te halen, waarin de
15000 francs waren geborgen. Dade
lijk rukte de dief liet boek uit zijn
handen en was verdwenen voordat
de Amerikaan van zyn verbazing be
komen was.
Op denzelfden dag werd een knaap
van vijftien jaar een bedrag van 4500
francs afhandig gemaakt door een
Engelschman. Deze som had hij van
de bank gehaald en droeg het geld
in een zakje. De Engelschman wist
den knaap te bewegen om sigaren
voor hem te gaan halen, dan zou hü
den zak wel even vasthouden. Toen
de knaap terugkwam was ernatuur-
lyk geen Engelschman meer te zien.
In een telegram uit Marseille wordt
gemeld dat een klerk op den spoor
weg tusschen die plaats en Nimes is
beroofd van 30000 francs. De die
ven hadden hem door middel van een
slaapdrank in slaap gemaakt.
Deze diefstal doet herinneren aan
dien van 60000 francs in Juli 11.
waarby de bestolene een witte likeur
te drinken kreeg.
De beroofde klerk was in dienst
van een handelshuis te Nimes waar
hy reeds twaalf jaar in betrekking
geweest was.
De 30000 francs had hy overge
spaard en maakten zyn geheel vermo
gen uit.
meester graaf Abensberg Tram
openlyk laten verklaren, dat de bi
richten over een geheim huweljl
voorzoover zy de persoon des aarte-i
hertogen betreffen toneenenmale o»
waar zyn. Officioool is uit Weena
hot verzoek gekomen ooi den Aken
schen zwendelaar, die den naam vai
den aartehertog misbruikt heeft, ti
vervolgeu.Intusschen wordt het mogi
lyk geacht, dat Marie Husmann, dii
zelf trouwens ietwat excentriek rai
natuur is, misschien het slachtoffei
is geworden van een gek. De directii d
van Krupp's fabriek spreekt de be
wering als zou de zoogenaamde aari*
hertog een spion gewoest zijn, die i]
opdracht van oen vreemde mogend
heid zich bij de Husmann heel
ingedrongen om in het geheim vai
Krupp's fabrikaten te komen, al
onhoudbaar tegen.
Het oproer te Hazleton.
Sheriff Martin en veertig zijnd
helpers zyn voor den rechter te Wifl
kesDarre formeel beschuldigd val
moord op 24 werkstakers te Latij
mer. De aangeklaagden zyn op vrij
voeten gesteld tegen een borgtocl
van vierduizend dollars voor eljr
hunner.
Aardbeving.
Uit Rome wordt gemeld, dat oijj
twee uur Dinsdag twee hovige schot*
ken van aardbeving werden waargö]
nomen. Zy werden byzonder sters
gevoeld te Rome, Riceiona, Ancou
en Bologna. Er is weinig schat?
aangericht.
t
Een aangrijpend drama. 0
Aan een particuliere correspondes s
tie uit Japan is het volgende out
leend Deze week hebben wy te To i
kio, in den Shintomiza-schouwburj c
een aandoenlijk tooneel uit het wei d
kelyk leven bijgewoond. De grooll
acteur Kikougoro speelde in het pi v
pulaire japansche drama „De zevt c
en veertig ridders," terwijl zyn zoo I
Kikonosoukó thuis stervende was. '1
Midden in het stuk werd hem mil
degedeeld, dat zijn zoon was ove z
leden. Een oogenblik verliet lnj hi
tooneel en snelde naar huis, niet vi
van den Schouwburg, om nog eei
maal het geliefde gelaat te aansehoi i
wendaarna hervatte hij zijn ro
teneinde de voorstelling niet te inte s
fompeeren. I
In het vierde bedrijf moest de po 1
soon, dien hij voorstelde, zelfmoor
plegen, waarna een vriend opkon
om by het lijk te bidden. De actei
die deze vrome plicht vervulde, wf
juist een intieme vriend van Kigoi
goro. Deelend in den smart van dc
ongelukkigen vader boog hij zie
over zyn lichaam, en stortte bittei
tranen, als een broeder, die zyn brex
der verloren heeft, en de snikkei
die de zaal vervuldon kwamen u
de volheid van zijn gemoed. Nimrac
woonde men een aangrijpender to<
neel bij. Alle toeschouwers hadde
tranen in de oogen of konden slecht
met moeite hun gevoel bedwingen..
Toen het scherm viel en de actei
zich onder den indruk van deze wai
droefenis langzaam verwijderde, blea
Kikougoro op het tooneel liggen, h
was een lijk. De geweldige smafj
had aan zyn leven een einde gij
maakt.
en voortdurend speelde er een raadselachtige glimlach
om zyn mond. Die glimlach drukte zwakheid en pyn
uit een glimlach van een ouden schuwen manmaar
er lag iets van spot en een zweem van verraad in de
uitdrukking van zyn gezicht, terwijl hy my by mijn
werk gadesloeg, zonder my een seconde uit het oog te
verliezen.
HOOFDSTUK XXVI.
Israël Hands.
- De wind diende ons en stuwde de „Hispaniola" in
een westelijke richting. Wij konden om den noord-
westelyken hoek van het eiland den inham zeer ge
makkei yk binnenzeilen. Maar daar wy niet by machte
waren te ankeren en wy nog geruimen tyd zouden
moeten wachten voor het water hoog genoeg was op-
geloopen om den schoener onder de kust te brengen,
moesten wy gedurende dien tyd werkeloos .blijven. De
bootsman vertelde my, hoe ik het schip in den wind
moest brengen en nadat ik eenige vruchtelooze pogin
gen gedaan had, gelukte het my eindelijk en gebruik
ten wy daarna zwijgend onzen maaltijd.
„Kapitein", zeide hjj ten laatste met denzelfden spot-
tenden glimlach om zyn mond, „daar heb je nu mijn
ouden kameraad, O'Brien; zoudtgyhem niet overboord
laten zakken. In den regel ben ik niot kleinzeerig en
ik maak er my geen verwijt van dat ik hem naar de
andere wereld gezonden heb, maar het is niet bepaald
een mooi ornament, vindt je
„Ik ben niet sterk genoeg, en ik houd niet van die
karweitjeslaat hem maar liggen", zeide ik.
„De „Hispaniola" is niet gelukkig, Jim," ging hij
knipoogend voort. „Een massa menschen zijn er aan
boord van dit schip gedood ja, vele arme zeelui zyn
er sinds wij uit Bristol gingen het hoekje omgegaan.
Ik heb nog nooit zoo'n „pech" beleefd. Daar neb je
nu dien O'Brien hjj is dood is 'tniet? Welnu, ik heb
niet veel geleerd, en jij bent een jongen, die wat lezen
en teekenen kan maar zou je deuken dat zoo'n
doode voor goed is gestorven of weer een nieuw leven
begint
„Gy kunt wel iemands lichaam doodenmynheer
Hands, maar zyn ziel niet, dat moest je al lang weten",
hernam ik. „O'Brien slaat ons gade van uit een andere
wereld."
„Zoo," zeide hy. „Wel dat is ongelukkig dan komt
liet mij voor dat het dooden van vyanden maar tyd-
verspilling is. Maar hoe dan ook, ik heb zooveel gezien,
dat die zielen my niet veel kwaad zullen doen.
„En nu jy zoo openhartig met me gesproken hebt,
zou ik het wel vriendelyk van je vinden, wanneer je
even voor mij naar beneden gingt om een wel lieve
Hemel nu kan ik niet op den naam komenWel
haal me een flesch wyn Jim, want die rum is te sterk
voor my."
Maar deze aarzeling scheen my onnatuurlyk; en ik
feloofde er niets van dat hy wyn boven rum verkoos.
>it geheele verhaal was maar een voorwendsel. Hy
wilde my weg hebben dat was duidelijk maar waar-
Een valseh bericht.
I Aartshertog Frans Ferdinand heeft
1 te Boedapest door zyn opperhol-
om begreep ik niet. Hij keek mij niet aan; zijn oogen
richtten zich du eens naar boven, dan weer op het lyk
van O'Brien, terwyi zij zonderling schitterden. Hy glim
lachte voortdurend en maakte een verlegen manuaal
met zijn tong, als een klein kind dat op iets ondeu
gends betrapt wordt. Ik antwoordde dadelyken Hands
was een domme kerel voor wien ik gemakkelyk myn
argwaan kon verbergen.
„Wyn?" vroeg ik. „Zooveel te beter. Wil je witten
of rooden
Wel, maat dat is my wel hetzelfdewanneer hy maar
goed smaakt en er veel van is, dan maakt het niet uit,"
hernam hy.
„Heel goed," antwoordde ik. „Ik zal je port brengen,
mynheer Hands. „Maar het zal wel een poosje duren."
Toen rende ik met veel lawaai de gezelschapstrap
af, trok mijn schoenen uit, liep zachtjes door de gang,
klom de ladder, die naar het voordek voerde op en
stak mijn hoofd boven dek. Ik begreep dat hij niet
"verwachtte mij hier te zienen nu bemerkte ik, dat
wel de ergste van mijn vermoedens bewaarheid werd.
Hy was opgestaan en ofschoon zyn gekwetst been
hem veel pyn veroorzaakte, want ik kon hem hooren
steunen, kroop hij tamelyk vlug op handen en voeten
over het-dek. Binnen een halve minuut had hy een der
geschutspoorten bereikt en haalde van onder een stapel
touw een lang mes of liever gezegd een korten dolk,
te voorschyn, waarvan het heft met bloed bevlekt was.
Hy bezag hem een oogenblik, probeerde op zyn hand
of hy nog scherp genoeg was, verborg hem onder zyn
huis en kroop toen weer naar zyn vorige plaats tegen
de verschansing terug.
TELEGRAMMEN
President Kruger.
LONDEN, 22 Sept. (R. O.) Dj
Daily Chronicle verneemt
zeervertrouwbare brondt
president Kruger den 14den Septen
ber onderzocht is door twee van
beste geneeskundigen, die hem ve
klaard hebben, dat hij in zeer hooj
mate lijdende is aan morbus Briglüin
Een dier geneeskundigen verklaard
dat de President waarschynlijk get
achttien maanden meer te leven heel
ATHENE, 21 Sept. (R. O.) Ee
sterk Engelsch eskader en drie Iti
liaansehe pantserschepen zijn hi(j
aangekomen.
ATHENE, 21 Sept. (R. O.) üa^
financieele controle der mogendhede
een inmenging in de souvereine reef
ten van den staat ten gevolge heelj
zou Delyannis der Kamer aanraden
het geheele tractaat te verwerpen.]
De bladen gaan voort een heftigs
toon aan te slaan.
Een aanvaring.
WEENEN, 22 Sept. (R. O.) Eë
bericht uit Fiume maakt melding val
Dit was alles wat ik verlangde te weten. Israël kol
zich bewegenhy was nu gewapend en wanneer ij
hem te hinderlijk werd, kon ik mijn lot wel nagaan
Wat hij daarna zou doen of hij zou trachten ova
het eiland naar het kamp te kruipen of een seinschot u]
liet kanon te lossen, vertrouwende dat de kameraden hon
zouden komen helpen, dat was natuurlyk iets, wa
ik niet wist. Op éeu punt kon ik hem vertrouwen, waii
hier gold het ons beider belang, nl. de koers van del
schoener. Wij verlangden beiden te landen op ea
goede, beschutte plaats, zoodat het schip met weinu
moeite en zoo miu mogelijk gevaar weer vlot kon ga
bi-acht worden en tot zoo lang zou myn leven gespaarj
blyven.
Terwyi deze gedachten myn hoofd doorkruisten, ha
ik niet stil gezeten. Ik was naar de kajuit geslópefi
had myn schoenen aangetrokken, pakte op goed geld
een flesch wyn en hiermede myn afwezigheid verkla
rend, kwam ik op het dek terug.
Hands zat precies zoo als een oogenblik te voren -j
geheel in elkaar gedoken en met half gesloten oogd
alsof hy te zwak was om het licht te verdragen. Maa'
by mijn komst keek hij toch even op, zette de flescj
aan don mond als iemand die zoo iets dikwyls bij di
hand heeft gehad en nam een ^oede slok, terwyi lij
zeide„Op het geluk" wat zyn geliefkoosde toast scheef
te zijn.
{Wordt vervólgd.)