dierbaarste wenschen ran Uwe Ma jesteit en van het Nederlandsche 'Volk Uwe Beminde Dochter tot de Begeering zal geroepen worden, waar- deeren wij met irtnigo erkentelijkheid al hetgeen door Uwe Majesteit is verricht, om onze geliefde Koningin voor Haar gewichtige taak voor te bereiden. „De mededeelingcn van Uwe Ma jesteit aangaande onze betrekkingen met de buitenlandsche Mogendheden en den algemeenen toestand zoowel in het moederland als in de koloniën, werden door ons met levendige be langstelling ontvangen. „Met Uwe Majesteit warme hulde brengende aan den moed en de vol harding van het Ned. Indische leger, door ae vloot krachtdadig gesteund, betreuren ook wij diep de offers, die nog steeds gevergd worden, om in Atjeh ons gezag duurzaam te ves tigen. „Aan de veelomvattende taak, door Uwe Majesteit in uitzicht gesteld hopen wy, onder Gods zegen, met ijver en toewijding te arbeiden tot welzijn van ons dierbaar vaderland." Voorstellen tot wijziging dezer redactie werden niet gedaan, maar de algemeene strekking werd be sproken door den heer van Asch van Wyek, die het betreurde dat deze Kamer zich steeds onthield van het uitspreken eener politieke meening. Toch wilde hij, mede namens andereleden, te kennen geven, dat hét vooruitzicht van leerplicht hem niet beviel en evenmin z. i. aan een belangrijk deel des volks, dooi de verkiezingen tot minderheid ge maakt. Bpr. wenschte geen heropening van den schoolstryd, wèl gelet te zien op de rechten en belangen van hen, die nóch openbare school nóch vaccinedwang wilden. Een voorstel om de Kamer dit te doeu uitspreken deed hij echter niet. De premier, minister Pierson, ant woordde. Van deze Reg., zeidehy, was niets te verwachten "in stryd met de ver kregen pacificatie op schoolgebied, Hy zag dan ook niet in hoe de in voering van leerplicht dit ten ge volge zou hebben, dat op die pacifi catie werd teruggekomen. Zeker, er zou schooldwang komen en vaccine dwang, maar schoolverzuim kwam immers niet voort uit gemoedsbezwa ren. Wel was veler gemoed bezwaard door do schandelijke verwaarloozing der kinderen, die van het schoolver zuim het gevolg is. Namens de Reg. verzekerde de heer Pierson, dat zooveel mogelijk voor alle belangen en rechten zou worden gewaakt. Het adres werd na dit krachtige woord goedgekeurd. Het zal der Ko ningin worden aangeboden door een Commissie, bestaande uit den Voor zitter met de heeren Kist, Van Wei derenRongers, Pynacker Hordijk, Rahuscn en Godin de Beaufort. Nadat de huishoudelijke raming voor 18% in besloten zitting was af gedaan, ging de Eerste Kamer op recès uiteen, totdat de Tweede haar van werk zal voorzien. Over een paar maanden dus. G. Jr. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Herbenoemd tot kantonrechter- plaatsvcrvanger: in het kanton Leeu warden. rar. C. Beekhuisin het kan ton Bolsward, P. Peereboom; in het kanton Onderdendam, rar. W. Jans- sonius; in het kanton Hulst, L. J. M. van Waesbeighe in het kanton Haarlem, mr. A. Kist en in het kanton Goes, jhr. U. E. Lewe van Nijenstein. Aan de na te noemen personen ver lof verleend tot het aannemen der onderscheidingsteekenen, achter hunne namen vermeld: J. W. F. ridder Huyssen van Kat- tendijke, te 's-Gravenhage, kamerheer van H. M. de Koningin, de versier selen van commandeur der orde van de Waakzaamheid of van den Wit ten Valk. hem door den Groothertog van Saxen-W eimar-Eisenach geschon ken'; dr. A. van der Steen, te Oss, lid van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, de versierselen van com mandeur in de orde van den H. Gre- gorius den Groote, hem door den Paus geschonken. J. A. van Steyn, te Het Loo, in tendant van het Koninklijk Paleis en domeinen, „Het Loo", de versier- h Van ridder der eerste afdeeling der orde van de Waakzaamheid of van den Witten Valk, hem door den Groothertog van Saxen-Weimar- Eisenach geschonken; jhr. mr. C. Beelaerts van Blokland te Utrecht, ambtenaar by de Maat schappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen, de versierselen van rid der der Koninklijke Militaire orde van Jezus Christus, hem door den Koning van Portugal geschonken jhr. H. D. W. Hooft, te Doorn, bankier de versierselen 3de klasse der orde van het Borstbeeld van den Bevrijder, hem door den President van Venezuela geschonken; H. M. Lintei, te 's-Gravenhage. nestellakei bij de hofhouding van H. M. de Koningin en C. H. M. Gallast, te Het Loo, postillon by het Koninklijk staldepartement, de zil veren medaille van den Leeuw en de Zon, hun namens den Schacb van Perzië door den buitengewonen ge zant Nasserul Molk geschonken; A. M. C. Tielen, te Waalwyk, boekdrukker-uitgever, de bronzen me daille „Bene Merenti", hem door den Paus geschonken. K. Eland, generaal-majoor van den grooten staf, minister van oorlog, te 's-Gravenhage, de versierselen van grootkruis in de orde van de Kroon van Siam, hem door den koning van vSiam geschonken. By de Koninklijke Nederlandsche marine-reserve bevorderd tot adelborst der 1ste klasse de buitengewone adel borsten W. Krol, H. Smitt en L. D. Lagaay; en benoemd tot buitenge woon adelborst T. W. Smit Aan den ijker der maten en ge wichten, R. Zwier, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit gemelde betrekking. Prins Willem von Wied kwam Donderdag avond 6.39 per Staats spoor te 's-Gravenhage aan. De prins werd aan den trein ver welkomd door zijn vader, den prins Von Wied, in wiens gezelschap zich bevonden de heer Dietz, waarn. ad ministrateur der nalatenschap van wylen prins Frederik en de kunstschil der, de heer Bisschop. De prins reed met zyn vader in open rijtuig naar Scheveningen. Gisteren was cr een dejeuner-dina- toire op het paviljoen te Schevenin gen, waartoe door de vorstelijke fa milie waren genoodigd de Duitsche gezant en de militaire attaché dei- legatie. baronesse Sirtema van Gro- vestins en de heer en mevrouw Krupp. Gisteren-middag vergezelde de vorst elijke familie Hare" Majesteiten op een rijtoer, waarna de Koninginnen op het paviljoen te Scheveningen de tnee gebruikten. Voorzitterschap Tweede Kamer. Bij Koninklijk besluit van 23 Sep tember is tot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal, voor het tijdperk der tegenwoordige zitting, benoemd mr. J. G. Gleichman. St.-Ct Naar aanleiding van eene aanschrij ving van den minister van Binnen- landsche Zaken zullen aan de nor maal- en kweekscholen ter opleiding van onderwijzers maatregelen geno men moeten worden om met den aanvang van den nieuwen cursus onder de rubriek gezondheidsleer en physiologie lessen te geven in de ihysioiogische invloeden van alcoho- isehe dranken op het menschelijk lichaam en hunne gevolgen, ook ten opzichte van de maatschappelijke toestanden. Petroleum als brandstof. „Naar het Vod. uit vertrouwbare bron verneemt, heeft de Kon. Paket- vaart-My., in overleg met de directie der Kon. Mij. tot expl. van petro- leumbronneu in Ned.-lndië, op een paar barer booten de proef genomen met het gebruik van petroleum ais brandstof. Die proef is uitstekend geslaagd en belooft zulk een belang rijke bezuiniging op do exploitatie der Paketvaart-Mij., dat zonder twy- fel tot de verandering op al haar booten zal worden overgegaan, zoodra de doelmatigste wijze, om de petro leum te comprimeeren en als brand stof mede te voeren, zal zijn gevonden. t Dit vraagstuk is bij de „Koninklijke" j sinds lang in onderzoek en nagenoeg 1 tot oplossing gebracht. Men mag dus1 verwachten, dat binnen kortén tyd, zoowel bij de Paketvaart- als by an dere Stoomvaart-Maatschappijen wier trajecten niet te lang zyn, petroleum als brandstof zal worden ingevoerd, wat niet slechts een groot, nieuw débouché zal verzekeren aan de In dische petroleum, maar ook belan- ryk financieel voordeel aan de stoom vaart-maatschappijen." Statistiek gevangeniswezen. Uit de statistiek van het gevan geniswezen over 1896 blijkt, dat het getal gevangenen en verpleegden in Rijksopvoedingsgestichten in dat jaar bedroeg 51056 tegen 50821 in liet voorafgaande jaar. "Op ulto. Dec. wa ren aanwezig 3815. De gemiddelde bevolking naar het aantal verblijfda- gen was 3842. De verhouding van de bevolking der gevangenissen tot die van het Ryk was, van de by afwisseling op- genomenen op 1000 zielen 10.3 tegen 10.5 in 1895. In de Rijksopvoedings gestichten werden bij afwisseling óp- genomen 772 tegen 783 het vooraf gaande jaar. De gezondheidstoestand was iets minder gunstig. De verhou ding van het getal ziektedagen tot dat" der gezonde was als 1 tot 30.15. Het aantal sterfgevallen was 39 of 0.08 pCt., in 1895 0.09 pCt. Er kwa men 7 gevallen van zelfmoord en 29 van krankzinnigheid voor. Met hunne moeder werden 217 kinderen in de gevangenissen opge borgen terwijl daarin 9 kinderen wer den geboren. Terzake van schuld werden gegijzeld 169 mannen en 14 vrouwen, wegens boeten en gerechts kosten 11. Gestraft werden 5139 ge vangenen, waaronder 16 wegens on zedelijkheid, 180 wegens luiheid, 93 wegens gewelddadigheid en 353 we gens insubordinatie. Zeven misdrijven kwamen voor. Er hadden 19 ont vluchtingen plaats. De onderhouds kosten per hoofd daags bedroegen f 0.7120, tegen f 0.7171 in 1895. Ten aanzien van de veroordeelden tot principale straffen in de strafge vangenissen en huizen van bewaring in de arrondissements-hoofdplaatsen leert de statistiek het volgende. By afwisseling werden opgenomen 19021 of 3.86 pCt. der bevolking tegen 19317 in 1895 op ulto. December 2585 aan wezig. 285 vreemdelingen behoorden tot de veroordeelden. Het aantal mannen bedroeg 17486, het aantal vrouwen 1535. Gehuwd waren 6375, ongehuwd 11,858, weduwnaars en weduwen 789. Naar de geloofsbely- deuis waren er 10,481 Protestanten, 8302 R. Katholieken en 288 Israëlie ten, Naar den leeftijd waren er 518 beneden de 16 jaar, 1052 van 16—18, 1770 van 18—20, 4230 van 20—25, 3033 van 25—30, 2453 van 3035. 1856 van 35—40, 2268 van 40—50, 1258 van 50—60 en 590 boven de 60 jaar. Van de veroordeelden waren 18.5 pCt. recidivisten tegen 17.2 pCt. in 1895. Het aantal militaire veroordeel den bedroeg 720. Bij hunne opne ming kenden 15241 lezen en schrij ven en 3779 niet (of 10.86 pCt. tegen 20.05 pCt. in 1895). Tüt liet ouder wijs werden toegelaten 19.30 pCt.'of 3671. Hiervan kenden 2261 bij hun ontslag op einde 1896 goed lezen en schrijven. Tweede Congres voor Open bare Gezondlieidsregeling. Donderdagmorgen werd in het ge bouw van de „Maatschappij voor den Werkenden Stand" te Amsterdam het tweede Congres voor Openbare Gezondheidsregeling, onder voorzit terschap van mr. JÓHeemskerk Azn., gehouden. De voorzitter opende de bijeen komst met zijn erkentelijkheid uit te drukken voor de waardeering, door hem ook de leiding van dit congres op te dragen; wees op het belangrijke feit dat H. M. de Koningin-Regentes in de openingsrede in een wetsont werp betreffende volkshuisvesting, deze als een onderdeel der volkshy- gicne heeft aangekondigd. Sp. hoopte, dat dit de inleiding moge zijn van meer daden op het gebied der wet geving ter bevordering der volksby-j giëne. De secretaris, de lieer dr. W. P. j Ruysch, las daarna het persverslag voor, dat niet ongunstig luiddehet congres heeft weer hetzelfde aantal j leden als dat in 1891 gehouden en het congres van liet vorige jaar. De penningmeester deelde mede, dat van de beschikbare gelden nog de helft is overgebleven; dit is te danken aan den uitgever van het tijd schrift voor Geneeskunde, die in plaats van f 600, waarop was gere kend, slechts f 200 in rekening bracht; zoodoende bestaat er kans dat niet tegenstaande dit congres twee dagen duurt, de inkomsten" toereikend zyn, om de kosten te bestrijden. Thans kwamen iu behandeling de vraagstukken dooi het congres aan de orde gesteld. In de eerste plaats het rapport der commissie in zake de drinkwaterver- schaffiug, bestaande uit de heeren C. H. A. Cahen, P. E. Ryk, W. T. Ruysch, H. P. N. Halbertsina en G. J. de Jongh. Rapporteur drJHal- bertsma. Dr. Halbertsma deelde mede, dat de commissie zicli in twee afd. had gesplitst, een medische en een hy- giëuisch-technischezy had nagegaan wat op vorige congressen over deze zaak was te berde gebracht. Wy deelen hier nog eens de reeds vroe ger medegedeelde conclusies mede, waartoe de commissie kwam. lo. De verschaffing van goed drink water wordt in de eerste plaats be vorderd door den aanleg van centrale watervoorzieningen, z.g. drinkwater leidingen. 2o. Drinkwaterleidingen moesten, zooveel dit mogelyk is, haar water ontleenen aan plaatsen, vry en vrijblij vende van ziektekiemen, faecaliën en andèr vuil, alsmede vry van voor de gezondheid schadelijke metalen en andere vergiften. 3o. Waar dergelijke waterbron niet beschikbaar of verkrijgbaar is, mag het water niet in liet buizennet geleid worden, alvorens liet zoodanig is ge zuiverd, dat bet als onschadelyk mag wordeu aangemerkt. Het af te levereu water moet. bo vendien zyn helder, kleurloos, reuke loos en frisch en aangenaam van smaak. Het mag aan kalk en de equivalente hoeveelheid magnesia sa men hoogstens 200 mgr. (CaO plus 1,4 Mgr.) per liter bevatten. Lood of andere gevaarlijke bestauddeelen mo gen in geen grootere hoeveelheden voorkomen, dan die voor de gezond heid onschadelyk zijn. 5o. De leiding moet minstens 40—100 liter water per dag eu per hoofd der bevolking kunnen leveren. 6o. Het water moet worden gele verd onder een drukking welke vol doende is om het dag en nacht ook in de hoogste verdiepingen der woon huizen te kunnen aftappen. 7o. Het is wenschelijk, dat de aan leg der waterleidingen door het rijk en de provincie, waar noodig, door financieelen steun te verleonen, worde bevorderd, daar waai- de betrokken gemeenten met financieelen steun voorgaan. 8o. Een voortdurend en deskundig toezicht op de prise d'eu, de filters, de reservoirs, de buizen eu het daar uit vloeiende water is noodzakelijk. Enkele dezer conclusies nader toe lichtende, stond dr. Halbertsma in't bijzonder stil bij conclusie 7 en 8 de beteekenis daarvan stelde hij nader in 't licht. Spr. herinnerde hoe het rapport der cholera-commissie na 1866 had geleid tot den aanleg van water leidingen ook in Nederï. Oost-Indië waren door Nederlandsche ingenieurs waterleidingen aangelegdweldra zal haar aantal in ons land tot 56 geste gen zyn. Dr. Halbertsma wees er op, dat in 1892, toen Hamburg door de cholera werd geteisterd, ous land bijna geheel door die gevreesde ziekte gespaard is gebleven dit mag men. af is het niet wiskundig te bewijzen, wel groote- lijks schrijven op rekening der na 1866 aangelegde drinkwaterleidingen. De commissie hoopte dat met dien aanleg zal worden voortgegaan. De voorzitter dankte dr. Halbertsma voor zijn uitvoerig rapport. Hierna werden over de conclusion uitvoerige discussiëu gehouden. Na de pauze beantwoordde de heer H albertsma de verschil lende sprekers en deelde mede, dat de commissie geen bezwaar heeft, in de dei de conclusie „zooveel mogelijk" in de plaats van „zoodanig" te lezen, en in de vijfde conclusie achter ..minstens" het woord „gemiddeld* in te voegen: overigens handhaaft de commissie hare con clusion. Van de heeren Hermans, Wolring en Samson was het voorstel ingeko men in eene negende conclusie koste-1 looze verschaffing van drinkwater van gemeentewege, desvereischt met geldelijken steun van staatswege, aan alle mgezetenen, noodzakelyk te noemen. De heer Halbertsma verklaarde namens de commissie, dat haar deze conclusie op dit oogenbük onaanne melijk voorkwam, daar zy veel verder voert dan de aan de commissie ge geven opdracht De heer Ruysch opende liet uit zicht dat de kostelooze waterlevering van gemeentewege op het volgend congres besprokon zal wordeu. De eerste en tweede conclusie wer den zonder stemming aanvaard de derde conclusie werd wegens door grof. Overboek de Meyer ingebrachte ezwaren in stemming gebracht en goedgekeurd met 45 tegen 7 stemmen. Tegen het voorstel der heeren Her mans cum suis werden eenige opmer kingen gemaakt door prof. Saltet. Kostelooze waterverschaffing zal spoe dig leiden tot waterverspilling, terwijl men nu reeds moeite beeft om, met het oog op de geringe beschikbare hoeveelheid en met het oog op den afvoer van het gebruikte water, ver spilling tegen te gaan. Om redenen van practyk zou de kostelooze water- levering beperkt moeten worden tot bet plaatseu van eenige standpijpen, zoodat toezicht dan mogelyk blijft. Mr. Cohen Stuart stelde voor het onderwerp aan eene commissie op te dragen voor het volgend congres, waarmede de heeren Hermans cum- suis zich vereenigden. Overigens wer den de conclusiën der commissies on gewijzigd aangenomen. Een door dr. Pijnappel aangeroerd onderwerp „de waterlevering ten plattenlande" werd aangehouden tot het volgende jaar." Het Voord werd daarop gegeven aan den heer Van Esveld, ter bespre king van de keuring van vleescn en vee. Spr. stelde de volgende conclu siën voor: 1. Keuring van alle vee en yleesch, voor de cousumtie bestemd, is nood zakelijk met het oog op den gezond heidstoestand van den mensch en van den veestapel. 2. Zal de keuring vruchten dragen, dan dient zij van' rijkswege te ge schieden. 3. Alleen bevoegde personen mogen met de keuring worden belast. 4. De keuring kan niet beter ge schieden dan in een openbaar slacht huis (abattoir) met verplichting alleen daar te slachten. Zoowel voor de keuring, als uit hygiënisch oogpunt is het gewcuscht, dat de oprichting van abattoirs, ten minste in gemeen ten met 10,000 zielen of meer, ver plichtend worde gesteld. Na uitvoerig debat werden decou- clusiën van den hoer Van Esveld aan de bestuurstafel als volgt ge wijzigd lo. Het is wenschelijk dat eene wet tot stand kome, die de gemeen ten verplicht tot het instellen eener vleescbkeuring. en de stichting van een abattoir voor gemeenten met meer dan 10,000 zielen verplichtend stelt. 2o. De regeling der keuring en het voorschrijven der inrichting van abattoirs geschiede bij maatregel van inwendig bestuur. 3o. Yleesch uit het buitenland worde zooveel mogelyk alleen toege laten onder strenge waarborgen voor de deugdelijkheid, bij wet vast te stellen. 4o. Het congresbestuur benoemt eene commissie, die zal nagaan welke voorschriften daartoe gegeven zullen moeten worden. Deze vier conclusiën werden en bloc by acclamatie goedgekeurd, waarna het congres verdaagd werd tot heden. Des avonds werden de congres leden ten stadhuize gerecipieerd, waar het woord werd gevoerd door den heer Vening Meinesz, burgemees ter, en den heer dr. Ruysch. De „broer" uit de Oost. Dezelfde persoon, van wien wij in ons vorig nummer melding maakten, heeft volgens het Nieuws ook nog elders in Amsterdam goedgeloo- vigc menschen beet gehaddaar trad hij op als een zoo pas uit de Oost teruggekeerde broeder van zyn zuster Aal, een gehuwde vrouw, woonachtig in de Leidekkersteeg. Daar kwam hij Zaterdagavond aan met een heel verhaal, dat hy jaren lang was weg geweest, maar nu uit Indië terugkwam. Ook hier wist hy de menschen, die hem eerst niet ge loofden, te overtuigen met een over stelpend aantal kleine byzonderheda fiar{ waarvan bij wonderwel op de boogt beu was. Zoo wist hy hier o. a. de mondrai schen te overtuigen met er aan i bas herinneren, hoe hij, nu jaren geledë bas boos bet huis was uitgeloopen e teno daarby zijn pet in een hoek bad gj Z fooid, in dien hoek daar, enhoeAapnr em toen nog een nieuwe pet gegi in d ven had. pou Zoo wist hy zyn „zuster" en „zwi tan ger" in te palmen, dat de menschevan hein in huis namen, en ter eere va „No het gelukkig wederzien een feest aai van richtten, dat klonk als oen klok. De beelen Zaterdagavond werd er duchti feest gevierd, en Zondag den lieele sB dag ook nog, nadat hij eerst van zy zwager geld ter leen had gevraag en gekregen ook, dat hy terug zo t geven, als hij zyn spullen uit In n Passantenhuis gehaald had. Yan In geleende geld werd goede siergemaak Lu eu de broer uit Indië hing danig de iJi gebraden haan uit, netjes aangedaj met de Zondagsche jas van zwagi ÏL Jau. *a( Maandagochtend zou hy zijn goe A uit het Passantenhuis gaan halei 1 Onderweg leende hy nóg op uaaijan van zyn zwager geld bij een pas koffiehuishouders, en ging toen opsta] Hy kwam maar niet terug. Zwage f k Jan begon argwaan te krijgen en gin 'ei er op uit. Toevallig kwam hij er "act ter, dat het heerschap vermoedely bezig was zijn slag te slaan bij ee echtpaar in de Rozenstraat, wier zoo T lang geleden als koloniaal naar d Oost vertrokken was. De politie wer gewaarschuwd, een paar rechercheur I gingen mee, en daarop volgde de arres hee tatie. I ESI Een cordate dienstbode, mh eri Woensdag in den vroegen morge w werd de landbouwer J. van Rijn Pj bij liet Warmonderhek, naar de weid Vai willende gaan, tusschen schuur eiffe woning door zijn driejarigen stie tegen den grond geworpen en o verscheiden plaatsen zwaar gewone Op zijn hulpgeroep ging de meid o Je" zeer cordate wijze den verwoede be1 stier te lyf, dien zij met hare klom [e op den neus sloeg, waarop hij ee; oogenbük afliet en in de open schuurt üep. Deze werd dadelyk achter henjtai gesloten en van buiten af wisten dijn», inmiddels toegeschotenen hem na vee ve- moeite een strik om den hals te wer pen en alzoo te vangen, waarop lij spoedig is afgemaakt. De wondei tol van den getroffene zyn niet levens gevaarlijk. Ia de Maas geworpen, Woensdagnacht omstreeks 3 uui werd een onbekend man door d( Feyenoordsche politie in bewusteloo zen toestand met druipnatte kleederei op de Maaskade te Rotterdam ge vonden. Hij werd naar het politie bureau aan de Nassaukade gebrach lr< waar hij, nadat het bewustzijn waEe wedergekeerd, mededeelde een Duitse! stoker van een in de Binnenhave^ liggend stoomschip te zyn. Voorts vertelde hy op de Wiüemsbrug, ver moedelijk door een paar opvarenden van zijn schip, verradelijk van ach teren aangegrepen en over de leuninj in de Maas te zijn geworpen. A zwemmende bereikte hy den wal* waar een onbekende hem op den kant hielp. Daarna verloor hy het bewust- K zijn. De man vermoedt, dat zy, die hem te water wierpen, dit deden opf aanstoken van een anderen Duitscher, met wien hy in den loop van den avond twist heeft gekregen. De politie trok er Donderdagmorgen terstond op uit om een streng onderzoek naar het voorgevallene in te stellen. eb Op het kantoor van den burgerlij ken stand te Rozendaal, kwam Woensdag een trouwlustig paar tot de minder aangename ontdekking, dat liet toekomstige bruidje ais jon gen stond ingeschreven, zoodat het huwelyk voorshands niet kan door gaan. Letteren en Kunst. Ital. Opera. In den Haag zyn aangekomen en afgestapt in Hotel „Bellevue" dc na volgende artisten van de Italiaansche Opera. De damesGilboni. sopraan-dram.; Cappellari, sopr.-leger; Bobbio, mcz.- sopr.; Borghi, mezzo-Sambo, alt Sozo, Prima BallerinaBerluchi, Toen ik hieromtrent gerust was, begon ik my ziek, zwak en angstig te voelen. Het warme bloed vloeide over mijn rug en Dorst. De dolk, die mijn schouder aan den mast had vastgehecht, brandde als gloeiend ijzer, maar toch was het niet deze pijn, die mij zoo ellendig maakte, want ik geloof, dat ik die alleen zonder een kik te geven zou hebben verdragen, maar het was de angst, dat ik van boven neder in het stille, groene wa ter naast het lichaam van den bootsman zou vallen. Ik hield mij met beide handen vast tot mijn nagels zeer deden, en sloot de oogen om het gevaar niet te zien. Langzamerhaud kwam myu verstand terug, myu pols sloeg angstiger en ik werd mij zelf weer meester. Mijn eerste gedachte was den dolk uit mijn schouder te trek- kepmaar of ik dacht dat hij toch te vast zat of dat ik te zenuwachtig was, dat weet ik niet, maar er over viel mij een huivering en ik liet het mes zitten. Vreemd genoeg had deze rilling een goede uitwerking. De dolk had my bijna gemist en was alleen door myn vel ge drongen, en door de rilling werd het opengesneden. Het bloed vloeide nog overvloediger, maar ik kon my nu weder goed bewegen en alleen mijn jas zat nog aan den mast vast. Met een kleinen ruk was ik even wel los eu klom toen aan stuurboord langs het want naai- beneden. Voor niets ter wereld zou ik nu in mijn opgewondenheid langs denzelfden kant naar beneden zyn geklommen, waar Hands zoo wonderdadig veronge lukt was. Ik verbond myn wond zoo goed mogelijk wel ver oorzaakte hy mij nog al pijn en bloedde hevig, maar was toch niet diep of gevaarlijk en hinderde mij niet heel erg, wanneer ik mijn arm bewoog. Daarna zag ik eens om mij heen eu daar ik hei schip op dat oogen bük als mijn eigendom beschouwde, wilde ik ook den laatsten passagier verwijderen, namelijk den dooden O'Brien. Zooals ik zeide, lag hy tegen de verschansing en ge leek veel op een afzientelyke popwel levensgroot, maar hoe weinig hadden zijn kleur en gelaatsuitdrukking van een gezond menschelijk wezen. Zooals hij nu lag kon ik mij gemakkelijk vau hem ontdoen naar het scheen hadden myn tragische avonturen de vrees voor den dood doen verdwijnen, want ik pakte hem bij zijn jas, alsof hy een zak zemelen was eu gooide hem met den uitroep„in God's naam" overboord. Met een luiden plomp viel hy in het water, terwijl de roode muts bo ven kwam en op de oppervlakte bleef drijven; toen het water weer tot rust kwam, zag ik hem naast Israël liggen, terwijl beiden door dc golving heren en weder werden bewogen. Ofschoon O'Brien nog een jonge man was, was hij toch forsch gebouwd. Daar lag hij met zijn groot hoofd tusschen de knieën vau den man, die hem nad vermoord, terwijl de visschen lustig over lien heen zwommen. Ik bevond mij nu alleen op het schiphet gety was juist verloopen. De zon neigde reeds zoo verten onder gang, dat de schaduwen van de pijnboomen op den westelijken oever bijna op het dek vielen. De avondwind stak op en ofschoon ik wel beschut was door den heuvel met de twee toppen op de oost kust, zoo begonnnen de zeilen toch weer te zwellen. Ik zag in dat het schip in gevaar verkeerde. De beide kluivers had ik spoedig gestreken en op het dek gebracht, maai- het groote zeil was een zwaardere taak. Zoodra het schip Óp zijde was gaan liggen, was de giek buiten boord gevallen en haar uiteinde eu een gedeelte van het zeil hingen zelfs een paar voet onder water. De inspanning zou zoo groot zijn. dat ik er tegen opzag er aan te beginnen. Ten laatste nam ik mijn mes en sneed de touwen door. De gaffel kwam oogenblikkelijk naar beneden en een groot gedeelte van het zeil kwam hierdoor in zee terecht, maa"r hoe ik ook trok, ik kon het niet weer binnen boord krijgen. Ik bad dus aües gedaan, wat ik kon doen en voor de rest moesten de „Hispaniola" en ik op ons goed gesternte vertrouwen. De geheele ankerplaats was nu in duisternis gehuld de laatste zonnestralen drongen door het gebladerte heen en beschenen het met bloemen begroeide wrak, dat een tooverachtig aanzien kreeg. Het werd koel, het water stroomde snel naar zee en de schoener begon meer en meer over te hellen. Ik kroop op handen en voeten naar de verschansing en keek er over heen. Het water was niet diep en het stuk gesneden ankertouw voor alle veiligheid met beide handen vasthoudend iiet ik mij over boord. Het water kwam my_ nauwelijks tot de borsthet zand was hard eu zoo waadde ik naar deu oever, de „Hispaniola" aan haar lot overlatend, wier groote zeil op zee lag te dob beren. Tegelykertyd ging de zon onder, terwijl de wind zachtjes door de pijnboomen floot. Eindelijk was ik aan wal, maar behoefde niet met ledige handen terug te keeren. De schoener was van de vrijbuiters bcvryd en wij konden met onze eigen manschappen aan boord gaan en huiswaarts keeren. Yolgens rnijn idee had ik niets meer te doen, dan de palissade op te zoeken en verslag te geven van al het gebeurde. Misschien zou ik er met zonder standje af komen, maai- in elk geval had ik toch de „Hispaniola" heroverd eu ik hoopte dat zelfs kapitein iSmollett zou moeten toestemmen, dat ik mijn tijd niet verloren had laten gaan. Terwijl ik hierover nadacht, begon ik iu een zeer op gewonden stemming in de richting van de palissade te loopen. Ik herinnerde my, dat het meest oostclyke riviertje van de twee, die in kapitein Kidd's ankerplaats uit liepen, by den heuvel met de twee toppen, die zich aan mijn linkerhand bevond, ontsprong; en ik zetto koers in die richting, want ik veronderstelde, dat ik het stroompje zou kunnen oversteken, daar het nogal smal was. Het bosch was hier open en myn wegnemend door de lagere sparren, bevond ik mij woldra by den heuvel en waadde door het riviertje. Nu kwam ik dicht bij de plaats waar ik Ben Gunu ontmoet had en begon daarom langzamer te loopen,. terwijl ik behoedzaam om mij heen keek. J Wordt vervol/d.) SB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2