dierbaarste wenschen ran Uwe Ma
jesteit en van het Nederlandsche
'Volk Uwe Beminde Dochter tot de
Begeering zal geroepen worden, waar-
deeren wij met irtnigo erkentelijkheid
al hetgeen door Uwe Majesteit is
verricht, om onze geliefde Koningin
voor Haar gewichtige taak voor te
bereiden.
„De mededeelingcn van Uwe Ma
jesteit aangaande onze betrekkingen
met de buitenlandsche Mogendheden
en den algemeenen toestand zoowel
in het moederland als in de koloniën,
werden door ons met levendige be
langstelling ontvangen.
„Met Uwe Majesteit warme hulde
brengende aan den moed en de vol
harding van het Ned. Indische leger,
door ae vloot krachtdadig gesteund,
betreuren ook wij diep de offers, die
nog steeds gevergd worden, om in
Atjeh ons gezag duurzaam te ves
tigen.
„Aan de veelomvattende taak, door
Uwe Majesteit in uitzicht gesteld
hopen wy, onder Gods zegen, met
ijver en toewijding te arbeiden tot
welzijn van ons dierbaar vaderland."
Voorstellen tot wijziging dezer
redactie werden niet gedaan, maar
de algemeene strekking werd be
sproken door den heer van Asch
van Wyek, die het betreurde dat
deze Kamer zich steeds onthield
van het uitspreken eener politieke
meening. Toch wilde hij, mede namens
andereleden, te kennen geven, dat
hét vooruitzicht van leerplicht hem
niet beviel en evenmin z. i. aan
een belangrijk deel des volks, dooi
de verkiezingen tot minderheid ge
maakt. Bpr. wenschte geen heropening
van den schoolstryd, wèl gelet te
zien op de rechten en belangen van
hen, die nóch openbare school nóch
vaccinedwang wilden.
Een voorstel om de Kamer dit te
doeu uitspreken deed hij echter niet.
De premier, minister Pierson, ant
woordde.
Van deze Reg., zeidehy, was niets
te verwachten "in stryd met de ver
kregen pacificatie op schoolgebied,
Hy zag dan ook niet in hoe de in
voering van leerplicht dit ten ge
volge zou hebben, dat op die pacifi
catie werd teruggekomen. Zeker, er
zou schooldwang komen en vaccine
dwang, maar schoolverzuim kwam
immers niet voort uit gemoedsbezwa
ren. Wel was veler gemoed bezwaard
door do schandelijke verwaarloozing
der kinderen, die van het schoolver
zuim het gevolg is.
Namens de Reg. verzekerde de
heer Pierson, dat zooveel mogelijk
voor alle belangen en rechten zou
worden gewaakt.
Het adres werd na dit krachtige
woord goedgekeurd. Het zal der Ko
ningin worden aangeboden door een
Commissie, bestaande uit den Voor
zitter met de heeren Kist, Van Wei
derenRongers, Pynacker Hordijk,
Rahuscn en Godin de Beaufort.
Nadat de huishoudelijke raming
voor 18% in besloten zitting was af
gedaan, ging de Eerste Kamer op
recès uiteen, totdat de Tweede haar
van werk zal voorzien. Over een paar
maanden dus.
G. Jr.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Herbenoemd tot kantonrechter-
plaatsvcrvanger: in het kanton Leeu
warden. rar. C. Beekhuisin het kan
ton Bolsward, P. Peereboom; in het
kanton Onderdendam, rar. W. Jans-
sonius; in het kanton Hulst, L. J.
M. van Waesbeighe in het kanton
Haarlem, mr. A. Kist en in het
kanton Goes, jhr. U. E. Lewe van
Nijenstein.
Aan de na te noemen personen ver
lof verleend tot het aannemen der
onderscheidingsteekenen, achter hunne
namen vermeld:
J. W. F. ridder Huyssen van Kat-
tendijke, te 's-Gravenhage, kamerheer
van H. M. de Koningin, de versier
selen van commandeur der orde van
de Waakzaamheid of van den Wit
ten Valk. hem door den Groothertog
van Saxen-W eimar-Eisenach geschon
ken';
dr. A. van der Steen, te Oss, lid
van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, de versierselen van com
mandeur in de orde van den H. Gre-
gorius den Groote, hem door den Paus
geschonken.
J. A. van Steyn, te Het Loo, in
tendant van het Koninklijk Paleis
en domeinen, „Het Loo", de versier-
h Van ridder der eerste afdeeling
der orde van de Waakzaamheid of
van den Witten Valk, hem door den
Groothertog van Saxen-Weimar-
Eisenach geschonken;
jhr. mr. C. Beelaerts van Blokland
te Utrecht, ambtenaar by de Maat
schappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen, de versierselen van rid
der der Koninklijke Militaire orde
van Jezus Christus, hem door den
Koning van Portugal geschonken
jhr. H. D. W. Hooft, te Doorn,
bankier de versierselen 3de klasse
der orde van het Borstbeeld van den
Bevrijder, hem door den President
van Venezuela geschonken;
H. M. Lintei, te 's-Gravenhage.
nestellakei bij de hofhouding van
H. M. de Koningin en C. H. M.
Gallast, te Het Loo, postillon by het
Koninklijk staldepartement, de zil
veren medaille van den Leeuw en de
Zon, hun namens den Schacb van
Perzië door den buitengewonen ge
zant Nasserul Molk geschonken;
A. M. C. Tielen, te Waalwyk,
boekdrukker-uitgever, de bronzen me
daille „Bene Merenti", hem door den
Paus geschonken.
K. Eland, generaal-majoor van den
grooten staf, minister van oorlog, te
's-Gravenhage, de versierselen van
grootkruis in de orde van de Kroon
van Siam, hem door den koning van
vSiam geschonken.
By de Koninklijke Nederlandsche
marine-reserve bevorderd tot adelborst
der 1ste klasse de buitengewone adel
borsten W. Krol, H. Smitt en L. D.
Lagaay; en benoemd tot buitenge
woon adelborst T. W. Smit
Aan den ijker der maten en ge
wichten, R. Zwier, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend uit gemelde
betrekking.
Prins Willem von Wied kwam
Donderdag avond 6.39 per Staats
spoor te 's-Gravenhage aan.
De prins werd aan den trein ver
welkomd door zijn vader, den prins
Von Wied, in wiens gezelschap zich
bevonden de heer Dietz, waarn. ad
ministrateur der nalatenschap van
wylen prins Frederik en de kunstschil
der, de heer Bisschop.
De prins reed met zyn vader in
open rijtuig naar Scheveningen.
Gisteren was cr een dejeuner-dina-
toire op het paviljoen te Schevenin
gen, waartoe door de vorstelijke fa
milie waren genoodigd de Duitsche
gezant en de militaire attaché dei-
legatie. baronesse Sirtema van Gro-
vestins en de heer en mevrouw Krupp.
Gisteren-middag vergezelde de vorst
elijke familie Hare" Majesteiten op
een rijtoer, waarna de Koninginnen
op het paviljoen te Scheveningen de
tnee gebruikten.
Voorzitterschap Tweede
Kamer.
Bij Koninklijk besluit van 23 Sep
tember is tot voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, voor het
tijdperk der tegenwoordige zitting,
benoemd mr. J. G. Gleichman.
St.-Ct
Naar aanleiding van eene aanschrij
ving van den minister van Binnen-
landsche Zaken zullen aan de nor
maal- en kweekscholen ter opleiding
van onderwijzers maatregelen geno
men moeten worden om met den
aanvang van den nieuwen cursus
onder de rubriek gezondheidsleer en
physiologie lessen te geven in de
ihysioiogische invloeden van alcoho-
isehe dranken op het menschelijk
lichaam en hunne gevolgen, ook ten
opzichte van de maatschappelijke
toestanden.
Petroleum als brandstof.
„Naar het Vod. uit vertrouwbare
bron verneemt, heeft de Kon. Paket-
vaart-My., in overleg met de directie
der Kon. Mij. tot expl. van petro-
leumbronneu in Ned.-lndië, op een
paar barer booten de proef genomen
met het gebruik van petroleum ais
brandstof. Die proef is uitstekend
geslaagd en belooft zulk een belang
rijke bezuiniging op do exploitatie
der Paketvaart-Mij., dat zonder twy-
fel tot de verandering op al haar
booten zal worden overgegaan, zoodra
de doelmatigste wijze, om de petro
leum te comprimeeren en als brand
stof mede te voeren, zal zijn gevonden. t
Dit vraagstuk is bij de „Koninklijke" j
sinds lang in onderzoek en nagenoeg 1
tot oplossing gebracht. Men mag dus1
verwachten, dat binnen kortén tyd,
zoowel bij de Paketvaart- als by an
dere Stoomvaart-Maatschappijen wier
trajecten niet te lang zyn, petroleum
als brandstof zal worden ingevoerd,
wat niet slechts een groot, nieuw
débouché zal verzekeren aan de In
dische petroleum, maar ook belan-
ryk financieel voordeel aan de stoom
vaart-maatschappijen."
Statistiek gevangeniswezen.
Uit de statistiek van het gevan
geniswezen over 1896 blijkt, dat het
getal gevangenen en verpleegden in
Rijksopvoedingsgestichten in dat jaar
bedroeg 51056 tegen 50821 in liet
voorafgaande jaar. "Op ulto. Dec. wa
ren aanwezig 3815. De gemiddelde
bevolking naar het aantal verblijfda-
gen was 3842.
De verhouding van de bevolking
der gevangenissen tot die van het
Ryk was, van de by afwisseling op-
genomenen op 1000 zielen 10.3 tegen
10.5 in 1895. In de Rijksopvoedings
gestichten werden bij afwisseling óp-
genomen 772 tegen 783 het vooraf
gaande jaar. De gezondheidstoestand
was iets minder gunstig. De verhou
ding van het getal ziektedagen tot
dat" der gezonde was als 1 tot 30.15.
Het aantal sterfgevallen was 39 of
0.08 pCt., in 1895 0.09 pCt. Er kwa
men 7 gevallen van zelfmoord en 29
van krankzinnigheid voor.
Met hunne moeder werden 217
kinderen in de gevangenissen opge
borgen terwijl daarin 9 kinderen wer
den geboren. Terzake van schuld
werden gegijzeld 169 mannen en 14
vrouwen, wegens boeten en gerechts
kosten 11. Gestraft werden 5139 ge
vangenen, waaronder 16 wegens on
zedelijkheid, 180 wegens luiheid, 93
wegens gewelddadigheid en 353 we
gens insubordinatie. Zeven misdrijven
kwamen voor. Er hadden 19 ont
vluchtingen plaats. De onderhouds
kosten per hoofd daags bedroegen
f 0.7120, tegen f 0.7171 in 1895.
Ten aanzien van de veroordeelden
tot principale straffen in de strafge
vangenissen en huizen van bewaring
in de arrondissements-hoofdplaatsen
leert de statistiek het volgende. By
afwisseling werden opgenomen 19021
of 3.86 pCt. der bevolking tegen 19317
in 1895 op ulto. December 2585 aan
wezig. 285 vreemdelingen behoorden
tot de veroordeelden. Het aantal
mannen bedroeg 17486, het aantal
vrouwen 1535. Gehuwd waren 6375,
ongehuwd 11,858, weduwnaars en
weduwen 789. Naar de geloofsbely-
deuis waren er 10,481 Protestanten,
8302 R. Katholieken en 288 Israëlie
ten, Naar den leeftijd waren er 518
beneden de 16 jaar, 1052 van 16—18,
1770 van 18—20, 4230 van 20—25,
3033 van 25—30, 2453 van 3035.
1856 van 35—40, 2268 van 40—50,
1258 van 50—60 en 590 boven de 60
jaar.
Van de veroordeelden waren 18.5
pCt. recidivisten tegen 17.2 pCt. in
1895. Het aantal militaire veroordeel
den bedroeg 720. Bij hunne opne
ming kenden 15241 lezen en schrij
ven en 3779 niet (of 10.86 pCt. tegen
20.05 pCt. in 1895). Tüt liet ouder
wijs werden toegelaten 19.30 pCt.'of
3671. Hiervan kenden 2261 bij hun
ontslag op einde 1896 goed lezen en
schrijven.
Tweede Congres voor Open
bare Gezondlieidsregeling.
Donderdagmorgen werd in het ge
bouw van de „Maatschappij voor den
Werkenden Stand" te Amsterdam
het tweede Congres voor Openbare
Gezondheidsregeling, onder voorzit
terschap van mr. JÓHeemskerk Azn.,
gehouden.
De voorzitter opende de bijeen
komst met zijn erkentelijkheid uit te
drukken voor de waardeering, door
hem ook de leiding van dit congres
op te dragen; wees op het belangrijke
feit dat H. M. de Koningin-Regentes
in de openingsrede in een wetsont
werp betreffende volkshuisvesting,
deze als een onderdeel der volkshy-
gicne heeft aangekondigd. Sp. hoopte,
dat dit de inleiding moge zijn van
meer daden op het gebied der wet
geving ter bevordering der volksby-j
giëne.
De secretaris, de lieer dr. W. P. j
Ruysch, las daarna het persverslag
voor, dat niet ongunstig luiddehet
congres heeft weer hetzelfde aantal j
leden als dat in 1891 gehouden en
het congres van liet vorige jaar.
De penningmeester deelde mede,
dat van de beschikbare gelden nog
de helft is overgebleven; dit is te
danken aan den uitgever van het tijd
schrift voor Geneeskunde, die in
plaats van f 600, waarop was gere
kend, slechts f 200 in rekening bracht;
zoodoende bestaat er kans dat niet
tegenstaande dit congres twee dagen
duurt, de inkomsten" toereikend zyn,
om de kosten te bestrijden.
Thans kwamen iu behandeling de
vraagstukken dooi het congres aan
de orde gesteld.
In de eerste plaats het rapport der
commissie in zake de drinkwaterver-
schaffiug, bestaande uit de heeren
C. H. A. Cahen, P. E. Ryk, W. T.
Ruysch, H. P. N. Halbertsina en G.
J. de Jongh. Rapporteur drJHal-
bertsma.
Dr. Halbertsma deelde mede, dat
de commissie zicli in twee afd. had
gesplitst, een medische en een hy-
giëuisch-technischezy had nagegaan
wat op vorige congressen over deze
zaak was te berde gebracht. Wy
deelen hier nog eens de reeds vroe
ger medegedeelde conclusies mede,
waartoe de commissie kwam.
lo. De verschaffing van goed drink
water wordt in de eerste plaats be
vorderd door den aanleg van centrale
watervoorzieningen, z.g. drinkwater
leidingen.
2o. Drinkwaterleidingen moesten,
zooveel dit mogelyk is, haar water
ontleenen aan plaatsen, vry en vrijblij
vende van ziektekiemen, faecaliën en
andèr vuil, alsmede vry van voor de
gezondheid schadelijke metalen en
andere vergiften.
3o. Waar dergelijke waterbron niet
beschikbaar of verkrijgbaar is, mag
het water niet in liet buizennet geleid
worden, alvorens liet zoodanig is ge
zuiverd, dat bet als onschadelyk mag
wordeu aangemerkt.
Het af te levereu water moet. bo
vendien zyn helder, kleurloos, reuke
loos en frisch en aangenaam van
smaak. Het mag aan kalk en de
equivalente hoeveelheid magnesia sa
men hoogstens 200 mgr. (CaO plus
1,4 Mgr.) per liter bevatten. Lood of
andere gevaarlijke bestauddeelen mo
gen in geen grootere hoeveelheden
voorkomen, dan die voor de gezond
heid onschadelyk zijn.
5o. De leiding moet minstens 40—100
liter water per dag eu per hoofd der
bevolking kunnen leveren.
6o. Het water moet worden gele
verd onder een drukking welke vol
doende is om het dag en nacht ook
in de hoogste verdiepingen der woon
huizen te kunnen aftappen.
7o. Het is wenschelijk, dat de aan
leg der waterleidingen door het rijk
en de provincie, waar noodig, door
financieelen steun te verleonen, worde
bevorderd, daar waai- de betrokken
gemeenten met financieelen steun
voorgaan.
8o. Een voortdurend en deskundig
toezicht op de prise d'eu, de filters,
de reservoirs, de buizen eu het daar
uit vloeiende water is noodzakelijk.
Enkele dezer conclusies nader toe
lichtende, stond dr. Halbertsma in't
bijzonder stil bij conclusie 7 en 8
de beteekenis daarvan stelde hij nader
in 't licht. Spr. herinnerde hoe het
rapport der cholera-commissie na 1866
had geleid tot den aanleg van water
leidingen ook in Nederï. Oost-Indië
waren door Nederlandsche ingenieurs
waterleidingen aangelegdweldra zal
haar aantal in ons land tot 56 geste
gen zyn.
Dr. Halbertsma wees er op, dat in
1892, toen Hamburg door de cholera
werd geteisterd, ous land bijna geheel
door die gevreesde ziekte gespaard is
gebleven dit mag men. af is het niet
wiskundig te bewijzen, wel groote-
lijks schrijven op rekening der na 1866
aangelegde drinkwaterleidingen. De
commissie hoopte dat met dien aanleg
zal worden voortgegaan.
De voorzitter dankte dr. Halbertsma
voor zijn uitvoerig rapport.
Hierna werden over de conclusion
uitvoerige discussiëu gehouden.
Na de pauze beantwoordde de heer
H albertsma de verschil lende sprekers
en deelde mede, dat de commissie geen
bezwaar heeft, in de dei de conclusie
„zooveel mogelijk" in de plaats van
„zoodanig" te lezen, en in de vijfde
conclusie achter ..minstens" het woord
„gemiddeld* in te voegen: overigens
handhaaft de commissie hare con
clusion.
Van de heeren Hermans, Wolring
en Samson was het voorstel ingeko
men in eene negende conclusie koste-1
looze verschaffing van drinkwater
van gemeentewege, desvereischt met
geldelijken steun van staatswege, aan
alle mgezetenen, noodzakelyk te
noemen.
De heer Halbertsma verklaarde
namens de commissie, dat haar deze
conclusie op dit oogenbük onaanne
melijk voorkwam, daar zy veel verder
voert dan de aan de commissie ge
geven opdracht
De heer Ruysch opende liet uit
zicht dat de kostelooze waterlevering
van gemeentewege op het volgend
congres besprokon zal wordeu.
De eerste en tweede conclusie wer
den zonder stemming aanvaard de
derde conclusie werd wegens door
grof. Overboek de Meyer ingebrachte
ezwaren in stemming gebracht en
goedgekeurd met 45 tegen 7 stemmen.
Tegen het voorstel der heeren Her
mans cum suis werden eenige opmer
kingen gemaakt door prof. Saltet.
Kostelooze waterverschaffing zal spoe
dig leiden tot waterverspilling, terwijl
men nu reeds moeite beeft om, met
het oog op de geringe beschikbare
hoeveelheid en met het oog op den
afvoer van het gebruikte water, ver
spilling tegen te gaan. Om redenen
van practyk zou de kostelooze water-
levering beperkt moeten worden tot
bet plaatseu van eenige standpijpen,
zoodat toezicht dan mogelyk blijft.
Mr. Cohen Stuart stelde voor het
onderwerp aan eene commissie op te
dragen voor het volgend congres,
waarmede de heeren Hermans cum-
suis zich vereenigden. Overigens wer
den de conclusiën der commissies on
gewijzigd aangenomen.
Een door dr. Pijnappel aangeroerd
onderwerp „de waterlevering ten
plattenlande" werd aangehouden tot
het volgende jaar."
Het Voord werd daarop gegeven
aan den heer Van Esveld, ter bespre
king van de keuring van vleescn en
vee. Spr. stelde de volgende conclu
siën voor:
1. Keuring van alle vee en yleesch,
voor de cousumtie bestemd, is nood
zakelijk met het oog op den gezond
heidstoestand van den mensch en van
den veestapel.
2. Zal de keuring vruchten dragen,
dan dient zij van' rijkswege te ge
schieden.
3. Alleen bevoegde personen mogen
met de keuring worden belast.
4. De keuring kan niet beter ge
schieden dan in een openbaar slacht
huis (abattoir) met verplichting alleen
daar te slachten. Zoowel voor de
keuring, als uit hygiënisch oogpunt
is het gewcuscht, dat de oprichting
van abattoirs, ten minste in gemeen
ten met 10,000 zielen of meer, ver
plichtend worde gesteld.
Na uitvoerig debat werden decou-
clusiën van den hoer Van Esveld
aan de bestuurstafel als volgt ge
wijzigd
lo. Het is wenschelijk dat eene
wet tot stand kome, die de gemeen
ten verplicht tot het instellen eener
vleescbkeuring. en de stichting van
een abattoir voor gemeenten met meer
dan 10,000 zielen verplichtend stelt.
2o. De regeling der keuring en het
voorschrijven der inrichting van
abattoirs geschiede bij maatregel van
inwendig bestuur.
3o. Yleesch uit het buitenland
worde zooveel mogelyk alleen toege
laten onder strenge waarborgen voor
de deugdelijkheid, bij wet vast te
stellen.
4o. Het congresbestuur benoemt
eene commissie, die zal nagaan welke
voorschriften daartoe gegeven zullen
moeten worden.
Deze vier conclusiën werden en
bloc by acclamatie goedgekeurd,
waarna het congres verdaagd werd
tot heden.
Des avonds werden de congres
leden ten stadhuize gerecipieerd, waar
het woord werd gevoerd door den
heer Vening Meinesz, burgemees
ter, en den heer dr. Ruysch.
De „broer" uit de Oost.
Dezelfde persoon, van wien wij in
ons vorig nummer melding maakten,
heeft volgens het Nieuws ook
nog elders in Amsterdam goedgeloo-
vigc menschen beet gehaddaar trad
hij op als een zoo pas uit de Oost
teruggekeerde broeder van zyn zuster
Aal, een gehuwde vrouw, woonachtig
in de Leidekkersteeg.
Daar kwam hij Zaterdagavond aan
met een heel verhaal, dat hy jaren
lang was weg geweest, maar nu uit
Indië terugkwam. Ook hier wist hy
de menschen, die hem eerst niet ge
loofden, te overtuigen met een over
stelpend aantal kleine byzonderheda fiar{
waarvan bij wonderwel op de boogt beu
was. Zoo wist hy hier o. a. de mondrai
schen te overtuigen met er aan i bas
herinneren, hoe hij, nu jaren geledë bas
boos bet huis was uitgeloopen e teno
daarby zijn pet in een hoek bad gj Z
fooid, in dien hoek daar, enhoeAapnr
em toen nog een nieuwe pet gegi in d
ven had. pou
Zoo wist hy zyn „zuster" en „zwi tan
ger" in te palmen, dat de menschevan
hein in huis namen, en ter eere va „No
het gelukkig wederzien een feest aai van
richtten, dat klonk als oen klok. De
beelen Zaterdagavond werd er duchti
feest gevierd, en Zondag den lieele sB
dag ook nog, nadat hij eerst van zy
zwager geld ter leen had gevraag
en gekregen ook, dat hy terug zo t
geven, als hij zyn spullen uit In n
Passantenhuis gehaald had. Yan In
geleende geld werd goede siergemaak Lu
eu de broer uit Indië hing danig de iJi
gebraden haan uit, netjes aangedaj
met de Zondagsche jas van zwagi ÏL
Jau. *a(
Maandagochtend zou hy zijn goe A
uit het Passantenhuis gaan halei 1
Onderweg leende hy nóg op uaaijan
van zyn zwager geld bij een pas
koffiehuishouders, en ging toen opsta]
Hy kwam maar niet terug. Zwage f k
Jan begon argwaan te krijgen en gin 'ei
er op uit. Toevallig kwam hij er "act
ter, dat het heerschap vermoedely
bezig was zijn slag te slaan bij ee
echtpaar in de Rozenstraat, wier zoo T
lang geleden als koloniaal naar d
Oost vertrokken was. De politie wer
gewaarschuwd, een paar rechercheur I
gingen mee, en daarop volgde de arres hee
tatie.
I ESI
Een cordate dienstbode, mh
eri
Woensdag in den vroegen morge w
werd de landbouwer J. van Rijn Pj
bij liet Warmonderhek, naar de weid Vai
willende gaan, tusschen schuur eiffe
woning door zijn driejarigen stie
tegen den grond geworpen en o
verscheiden plaatsen zwaar gewone
Op zijn hulpgeroep ging de meid o Je"
zeer cordate wijze den verwoede be1
stier te lyf, dien zij met hare klom [e
op den neus sloeg, waarop hij ee;
oogenbük afliet en in de open schuurt
üep. Deze werd dadelyk achter henjtai
gesloten en van buiten af wisten dijn»,
inmiddels toegeschotenen hem na vee ve-
moeite een strik om den hals te wer
pen en alzoo te vangen, waarop lij
spoedig is afgemaakt. De wondei tol
van den getroffene zyn niet levens
gevaarlijk.
Ia de Maas geworpen,
Woensdagnacht omstreeks 3 uui
werd een onbekend man door d(
Feyenoordsche politie in bewusteloo
zen toestand met druipnatte kleederei
op de Maaskade te Rotterdam ge
vonden. Hij werd naar het politie
bureau aan de Nassaukade gebrach lr<
waar hij, nadat het bewustzijn waEe
wedergekeerd, mededeelde een Duitse!
stoker van een in de Binnenhave^
liggend stoomschip te zyn. Voorts
vertelde hy op de Wiüemsbrug, ver
moedelijk door een paar opvarenden
van zijn schip, verradelijk van ach
teren aangegrepen en over de leuninj
in de Maas te zijn geworpen. A
zwemmende bereikte hy den wal*
waar een onbekende hem op den kant
hielp. Daarna verloor hy het bewust- K
zijn. De man vermoedt, dat zy, die
hem te water wierpen, dit deden opf
aanstoken van een anderen Duitscher,
met wien hy in den loop van den avond
twist heeft gekregen. De politie trok
er Donderdagmorgen terstond op uit
om een streng onderzoek naar het
voorgevallene in te stellen.
eb
Op het kantoor van den burgerlij
ken stand te Rozendaal, kwam
Woensdag een trouwlustig paar tot
de minder aangename ontdekking,
dat liet toekomstige bruidje ais jon
gen stond ingeschreven, zoodat het
huwelyk voorshands niet kan door
gaan.
Letteren en Kunst.
Ital. Opera.
In den Haag zyn aangekomen en
afgestapt in Hotel „Bellevue" dc na
volgende artisten van de Italiaansche
Opera.
De damesGilboni. sopraan-dram.;
Cappellari, sopr.-leger; Bobbio, mcz.-
sopr.; Borghi, mezzo-Sambo, alt
Sozo, Prima BallerinaBerluchi,
Toen ik hieromtrent gerust was, begon ik my ziek,
zwak en angstig te voelen. Het warme bloed vloeide
over mijn rug en Dorst. De dolk, die mijn schouder aan
den mast had vastgehecht, brandde als gloeiend ijzer,
maar toch was het niet deze pijn, die mij zoo ellendig
maakte, want ik geloof, dat ik die alleen zonder een
kik te geven zou hebben verdragen, maar het was de
angst, dat ik van boven neder in het stille, groene wa
ter naast het lichaam van den bootsman zou vallen.
Ik hield mij met beide handen vast tot mijn nagels
zeer deden, en sloot de oogen om het gevaar niet te
zien.
Langzamerhaud kwam myu verstand terug, myu pols
sloeg angstiger en ik werd mij zelf weer meester. Mijn
eerste gedachte was den dolk uit mijn schouder te trek-
kepmaar of ik dacht dat hij toch te vast zat of dat
ik te zenuwachtig was, dat weet ik niet, maar er over
viel mij een huivering en ik liet het mes zitten. Vreemd
genoeg had deze rilling een goede uitwerking. De dolk
had my bijna gemist en was alleen door myn vel ge
drongen, en door de rilling werd het opengesneden.
Het bloed vloeide nog overvloediger, maar ik kon
my nu weder goed bewegen en alleen mijn jas zat nog
aan den mast vast. Met een kleinen ruk was ik even
wel los eu klom toen aan stuurboord langs het want
naai- beneden. Voor niets ter wereld zou ik nu in mijn
opgewondenheid langs denzelfden kant naar beneden zyn
geklommen, waar Hands zoo wonderdadig veronge
lukt was.
Ik verbond myn wond zoo goed mogelijk wel ver
oorzaakte hy mij nog al pijn en bloedde hevig, maar
was toch niet diep of gevaarlijk en hinderde mij niet
heel erg, wanneer ik mijn arm bewoog. Daarna zag ik
eens om mij heen eu daar ik hei schip op dat oogen
bük als mijn eigendom beschouwde, wilde ik ook den
laatsten passagier verwijderen, namelijk den dooden
O'Brien.
Zooals ik zeide, lag hy tegen de verschansing en ge
leek veel op een afzientelyke popwel levensgroot,
maar hoe weinig hadden zijn kleur en gelaatsuitdrukking
van een gezond menschelijk wezen. Zooals hij nu lag
kon ik mij gemakkelijk vau hem ontdoen naar het
scheen hadden myn tragische avonturen de vrees voor den
dood doen verdwijnen, want ik pakte hem bij zijn jas,
alsof hy een zak zemelen was eu gooide hem met den
uitroep„in God's naam" overboord. Met een luiden
plomp viel hy in het water, terwijl de roode muts bo
ven kwam en op de oppervlakte bleef drijven; toen
het water weer tot rust kwam, zag ik hem naast Israël
liggen, terwijl beiden door dc golving heren en weder
werden bewogen. Ofschoon O'Brien nog een jonge man
was, was hij toch forsch gebouwd. Daar lag hij met
zijn groot hoofd tusschen de knieën vau den man, die
hem nad vermoord, terwijl de visschen lustig over
lien heen zwommen.
Ik bevond mij nu alleen op het schiphet gety was
juist verloopen. De zon neigde reeds zoo verten onder
gang, dat de schaduwen van de pijnboomen op den
westelijken oever bijna op het dek vielen.
De avondwind stak op en ofschoon ik wel beschut
was door den heuvel met de twee toppen op de oost
kust, zoo begonnnen de zeilen toch weer te zwellen.
Ik zag in dat het schip in gevaar verkeerde. De
beide kluivers had ik spoedig gestreken en op het dek
gebracht, maai- het groote zeil was een zwaardere taak.
Zoodra het schip Óp zijde was gaan liggen, was de
giek buiten boord gevallen en haar uiteinde eu een
gedeelte van het zeil hingen zelfs een paar voet onder
water. De inspanning zou zoo groot zijn. dat ik er
tegen opzag er aan te beginnen. Ten laatste nam ik
mijn mes en sneed de touwen door. De gaffel kwam
oogenblikkelijk naar beneden en een groot gedeelte van
het zeil kwam hierdoor in zee terecht, maa"r hoe ik ook
trok, ik kon het niet weer binnen boord krijgen. Ik
bad dus aües gedaan, wat ik kon doen en voor de rest
moesten de „Hispaniola" en ik op ons goed gesternte
vertrouwen.
De geheele ankerplaats was nu in duisternis gehuld
de laatste zonnestralen drongen door het gebladerte
heen en beschenen het met bloemen begroeide wrak,
dat een tooverachtig aanzien kreeg. Het werd koel, het
water stroomde snel naar zee en de schoener begon
meer en meer over te hellen.
Ik kroop op handen en voeten naar de verschansing
en keek er over heen. Het water was niet diep en het
stuk gesneden ankertouw voor alle veiligheid met beide
handen vasthoudend iiet ik mij over boord. Het water
kwam my_ nauwelijks tot de borsthet zand was hard
eu zoo waadde ik naar deu oever, de „Hispaniola" aan
haar lot overlatend, wier groote zeil op zee lag te dob
beren. Tegelykertyd ging de zon onder, terwijl de wind
zachtjes door de pijnboomen floot.
Eindelijk was ik aan wal, maar behoefde niet met
ledige handen terug te keeren. De schoener was van
de vrijbuiters bcvryd en wij konden met onze eigen
manschappen aan boord gaan en huiswaarts keeren.
Yolgens rnijn idee had ik niets meer te doen, dan de
palissade op te zoeken en verslag te geven van al het
gebeurde. Misschien zou ik er met zonder standje af
komen, maai- in elk geval had ik toch de „Hispaniola"
heroverd eu ik hoopte dat zelfs kapitein iSmollett zou
moeten toestemmen, dat ik mijn tijd niet verloren had
laten gaan.
Terwijl ik hierover nadacht, begon ik iu een zeer op
gewonden stemming in de richting van de palissade te
loopen.
Ik herinnerde my, dat het meest oostclyke riviertje
van de twee, die in kapitein Kidd's ankerplaats uit
liepen, by den heuvel met de twee toppen, die zich
aan mijn linkerhand bevond, ontsprong; en ik zetto
koers in die richting, want ik veronderstelde, dat ik
het stroompje zou kunnen oversteken, daar het nogal
smal was. Het bosch was hier open en myn wegnemend
door de lagere sparren, bevond ik mij woldra by den
heuvel en waadde door het riviertje.
Nu kwam ik dicht bij de plaats waar ik Ben Gunu
ontmoet had en begon daarom langzamer te loopen,.
terwijl ik behoedzaam om mij heen keek.
J Wordt vervol/d.)
SB