Onder de galg. Goed voorzien van jacht cn visch- gereedschappen die ik even goed thuis had kunnen laten, omdat ik ci- genlyk niet met hart en ziel sports man was, maar de mensch moet toch een voorwendsel hebben, wanneer hij het land intrekt reisde ik in de vacantia naar de oevers der noord westelijke meren. Mijn begeleider, gids en beschermer was Ki Bunce, „Oom Ki", zooals de bewoners der streek hem noemden, een van die onbeschreven en trouwens onbeschrijfelijke wezens, die altijd leven op de grenzen der beschaving, hetzij ter eene ot' andere zijde. Hy was half spoorzoeker, half Indiaan. Het kon hem niet lang ontgaan, dat ik in de jacht en visschery nog erg onhandig was, 011 hij stak niet weinig den gek met mijn onbeholpen heid,'wat alweer voortkwam uitzijn gebrek aan beschaving. Draag je geweer toch wat voor zichtiger, mijnheer Tompkins, zei Ki op eens, ik zou niet graag willen dat gy u zelvcn bij ongeluk een schot t ussehen de ribben joegt, en dat men er mij weer voor aanzag en oppakte; de strop aan den hals is een lastige, knellende das, moet gij weten. Nu, gij hebt er toch nooit een om gehad? Zeker heb ik dat, knikte Ki Bunce, en als gij wilt luisteren, zal ik u die geschiedenis eens gauw ver tellen. Niemaud beter in ziju schik dan ik want dan hielden meteen zyue terechtwijzingen en vermaningen in jagcrlatijn op, en ik bekei.de liem dit rondweg. Liddy Temple, begon „oomKi", 1 jiddy Temple was het aardigste meisje tot op honderd mijlen in de rondte, en ik en Bill Stemble waren de beste vriendc i uit geheel Kentucky. Liduy ield veel van Bill, maar zij liet het ni-:t merken en daarom maak ten wij haar beiden het hof en ik nog wel het meeste. Ik verzoek u, mij wel te gelooven, dat ik terstond wegge- loopen zou zijn, wanneer ik geweten of zelfs vermoed had, dat Bill zulks minder graag zag. Maar Bill was zoo blind als een mol, hy zag niets en op een goeden dag zeide hij Liddy in haar gezicht, dat zy meer gaf om Ki Bunce's pink dan om hem geheel en al, en toen werd Liddy kwaad en koppig en zij zeidc niet neen, en zoo gingen zij van el kaar, gelyk nu ja, gelijk twee lieden, die het maar niet eens kunnen worden. Op denzelfden avond kwam Bill bij mij, hy had een bundel onder den arm en noodigde mij uit, om een wan deling met hem te maken. Ik vond hier niets bijzonders in, greep mijn hoed en wij gingen samen den grooten weg op. Het gelieele dorp zag ons samen. Toen wjj aan de brug kwamen, die over de rivier voert, gingen wy beiden geruimen tijd zitten praten. Het was stikdonker geworden en ik kon Bill's gezicht niet meer zien; by had iets in zijn stem wat mij opviel hij was treurig. Eindelijk zeide hy mij, dat by op het punt stond het land te verlaten, ver weg en voor altijd en omdat wij altijd goede vrien den geweest waren, moesten wij voor een gedachtenis onze horloges ruilen. En zoo gebeurde bet ook waarom zou ik dit ook afslaan. Wij jonge lui droegen alle Tomback-uurwerken en het eene was evenveel waard als het andere. Daarop zeiden wij elkan der vaarwel en hij vertrok. Het schynt dat Bill van plan was nooit terug te komen en Liddy en my samen alleen te laten, om als man en vrouw gelukkig te worden. Maar ik dacht toen nog niet aan zoo iets, want Liddy was voor mij niets vriendelijker dan voor elk ander en van haar twist met Bill had zy my geen woord gezegd. 'Bill zat nog geruimen tyd in na denken verzonken op de leuning van de brug, zooals hij me later verteld heeft, en toen ging liy verder, hij nam zyn weg over het kerkhof om het graf zjjner moeder vaarwel te zeggen. Juist toen hij het kerkhof bereikte, Haarlemmer Halletjes Een Zaterdagavondpraatje. CC-LXXXX. Het heeft by het bezoek van de Koninginnen aan onze stad niet wei nig de aandacht getrokken, dat onze burgemeester, die in eene coure^e met twee paarden bespannen, de Ko ninginnen voorging, daarbij de teu gels voerde op een uitstekende wijze. Toch was het ryden door die dicht opeeengepakte menigte heen en voor at het "draaien van het Paviljoen af naar de Dreef cn uit de Groote Hout straat naar de Groote Markt niet gemakkelijk. Naar ik hoor is de gezondheid van den burgemeester nog niet volkomen in orde en ljjdt jhr. Boreel vooral aan een lastige slapeloosheid. Er is in den kleinen stoet nog iets anders geweest, dat de aandacht heeft getrokken, n.l. de twee rechercheurs te wiel, die met over het zadel flad derende jaspanden tusschen de rij tuigen voorttrapten cn waarvan een, door de drukte, bijna het slachtoffer van zijn vooruitstrevenden ijver ge worden was. Wat zy en de inspec teur Balkenstein hier op de tiets hadden te doen, is niet duidelyk gewor den! Tot het snel uitvoeren van orders is zeker een bemeld politieman veel waard, maai- in een stoet als deze, waar met snelheid gereden wordt, konden zy weinig presteeren. Zoo sprong er iemand over den muur. liet een zak vallen, liep weg, alsof de honden hem op de hielen zaten, of doodeu achtervolgden. Bill, die erg nieuwsgierig was zooals iedereen, wil weten wat er in dien zak zit, maakt hem open en vindt er hueen lyk in. De maan was juist opgegaan en hy herkent den doode, het was Hiram Wood, die den-zélfden dag pas begraven was. 't Was een slecht be faamd persoon geweest. Hij had ge- drouken als een viscb, alleen met het on derscheid dat een viscb water drinkt, waar I-Iiram niet van hield, omdat hij ei- dikwijls slangen in gezien had, en zoo stierf hy aan dronkenmausvvaau- zin. By den ouden Kolon kwamen ver scheidene jongelieden de heelkunde bestudeeren en hiervoor liet hy zich lijken stelen om hen te ontleden, zoo als later uitkwam. Het was Mike Mc Quiq, die ze bezorgde en deze was het ook geweest die voor Bill op het kerkhof was weggevlucht. Eu 'ioeu kreeg Bill een dwaze ge dachte, want soms was de anders werkelijk goede vent als van den boo- zen geest bezeten. Tïy kleedde bet lijk in zijn Zondagspak, dat hy in zyn bundel by zich droeg, bond het een steen om den hals en wierp het in de naaste kreek. Hij dacht hier mede zeer slim en edel te handelen, want, zeide hij. als zij het lijk vin den, dan heeft liet water het gelaat onkenbaar gemaakt, men zal gelooven dat ik het ben, die een eind heb gemaakt aan myn leven, wat heel verkeerd was zoo sta ik beiden in het ge heel niet meer in den weg en zy kun nen trouwen. Maar het kwam heel anders uit. Denk u mijn verbazing, toen ik na een paar weken als Bill's Stemble's moordenaar in hechtenis werd gouo men. Het lijk was namelijk drijvend in het water gevonden, met het touw dat op een eigenaardige manier was vastgemaakt om den hals, zoodat men niet kon veronderstellen dat hier zelf moord gepleegd was. Het gezicht van het lyk was geheel onkenbaar, maar aan de kleeren herkende een ieder Bill. Men had hem het laatst met my gezien, zijn vermeend lijk was niet ver van de brug gevon den, waar wy het laatst gezeten wa ren en tot overmaat van bewijs droeg ik Bill's horloge, waarin zijn naam was gegraveerd. Iedereen, zelfs Liddy hield mij voor schuldig en ik vond dat zeer begrij pelijk. menigmaal geloofde ik zelf dat ik mijn vriend had van kant gemaakt. Mike Mc Quiq, die gemakkelijk de herkomst van het lijk had kunnen aantoonen, gevoelde daartoe geen bij zondere roeping en zoo bleef ik door gaan voor den moordenaar. Het waren treurige dagen voor mij, van den dag af dat ik werd gevan gen genomen, tot dien op welken ik door de jnrv werd schuldig verklaard, maar de treurigste was de dag waarop ik zou worden opgehangen. Een jonge predikant mocht my bezoeken. Hij meende dat ik niet zoo de eeuwigheid in mocht gaan wanneer ik mij niet bekeerde, mocht ik noch in deze noch in de andere wereld op vergeving hopen. Ik zeide hem daaropwat myn hoop betrof voor deze wereld, die had ik al opgegeven en in de andere die ik stellig hoop te bereiken zou ik zonder twijfel een rechtvaar diger en alwetend rechter vinden. De geestelijke, die mij stellig voor schul dig hield, wist daarop niets te ant woorden en ging heen, bedroefd over mijn verstoktheid. Het ophangen behoorde toen nog tot de openbare vermakelijkheden en het was een gebruik, dat menschrij- delings op zijn eigen doodkist gezeten naar de galg zou ryden, wat ik spreek uit ondervinding een heeie gemakkelijke reisgelegenheid is. Al leen. de militairen en de muziek en al d*e menschen maakten me min of meer zenuwachtig en ik sprak zoo tot me zeivenKi Bunce, daar je nu eenmaal openlijk ter dood gaat, mijn jongen, zoo sterf als een man, het zal toch ook wel niet heel veel erger zyn, dan door een beer omarmd en dood gedrukt te worden. Ik liep rustig de trap naar het schavot op tusschen den sherif en een zeer gemeenen kerel, dien hij had ge huurd, om mij op te hangen. Dat die betrekkelijk machteloos is in dat geval een agent op een tiets, dat zy er zelfs niet in geslaagd zouden zijn, de jongens te verjagen, die bij het vertrek van het Paviljoen aan 't rijtuig der Koninginnen gingen hangen. En wat de decoratieve waar de van deze bereden politiemannen betreft, had men beter gedaan hen in uniform te stekendan ze aan hun op de gelegenheid niet berekend „politiekje" over te laten. Overigens was er menigeen, die de zen namiddag op de Groote Markt een voortdurend gedrang heeft getrot seerd. Men zei, dat er dames bij wa ren die in de voorste rij stonden en, door het telkens passeeren van de tram. ieder oogenblik als het ware wer den weggeperst. dames, die verlan gende Blikken richtten naar de anders zoo gastvrije vensters van Trouw moet Blijken, waar zy nu, helaas, niet meer werden toegelaten, daar het Be stuur haar den toegang heeft ont zegd. Droevige ervaring cn dat te meer nu liet de twee hoogstgeplaat- sten gold van ons heele land, die te vens vrouwen zijn. .Laat ons hopen, dat deze' volhardende dames den moed niet opgegeven en een uitnemend kijkje op onze Koninginnen gehad hebben In tusschen kunnen wc ons bijna niet i voorstellen, dat de zomer voorby isl schurk, die nog den moed niet had een eerlijk man recht in het gelaat te zien, de hand aan mij zou slaan, ergerde mij het meeste. Toen wy onder de galg gekomen waren, las de sherif het doodvonnis voor. waarop de gemeene kerel my de armen hond en daarby met zyn roode neus over myn handen kwam. Toen legde hy me den strop om den hals en maakte een dikken knoop achter liet rechteroor. Dat kittelde alles behalve aange naam en liet konde eind van den strop, welk onder mijn los hemd op myn blooteu rng neerhing, deed my rillen, maar ik hield me dapper. Nu nam de beul uit zijn vuileu zak een akelig zwart ding, dat er precies uitzag als een berookte slaapmuts, maarzouder kwast en trok 't over myn voorhoofd. Hebt gy nog iets te zeggen vroeg de sherif. Niets mee!1, dan wat ik altüd gezegd heb: ik sterf onschuldig, ant woordde ik. Ga niet met een leugen de eeuwig heid in, riep nu iemand, terwijl hij naar me toekwam en my nog het beetje zonlicht ontnam, 't welk pas droevig uit de wolken te voorschijn kwam en dat me. mat aanzag. Dit ergerde mij. Hoort! riep ik, dat woord leu gen heb ik nog van niemand geslikt én als de sherif slecht een oogenblik mijn rechterarm wil vrijgeven en mij een halvo minuut langer het leven laat, dan wil ik Item töouen, wat liet heet, con gentleman ie beleedigen, die in liet ongeluk is. Maar voor nog iemand antwoord kon geven op myn afscheidsrede on der de galg. ontstond er beneden een gestommel, een schreeuwen en bok sen en iemand wrong zich dooi- de wachten en sprong op de treden van liet schavot; wierp den beul en deu sherif op zyde en omhelsde my. Houdt op, houdt op, domme schepsels! seheeuwde bij, ik ben in het geheel niet dood. Geen mensch heeft mij vermoord of verslagen en Ki Bunce is myn beste vriend uit heel Kentucky. Natuurlijk was het Bill Stemble, die zoo schreeuwde en my omarmde cn den noodlotiigen strop met do zwarte muts van net hoofd trok. Stil daar eu plaats gemaakt riep nu de sherif paars van woede, gij komt te laat met je voorwendsels en aanmerkingen; het proces is al lang afgeloopen cn de terechtstelling moet onmiddellijk voltrokken wor den. Bij miju buks, (schreeuwde of liever brulde Bill, maar ik zeg udat ik niet dood ben. Goed, dat gaat mij niet aan antwoordde de sherif. ïk zeg u dat alles met dezen Ki Bunce volgens recht is geschied en dat hy moet wor den opgehangen en daar ben ik she rif voor. Bah, zeide Bill, er is geen denken aan hangenHij plaatste zich voor my om me te verdedigen en zeide pak hem nu eens aan Ik kan me niet begrijpen, boe hel geval zoo goed afliep, want ik geloof dat. die ezel van een sherif me wer kelijk zou hebben opgehangen voor een moord, dien ik niet gepleegd had, alleen om zjja loon niet te verliezen, als niet squire Kemp was gekomeu en plechtig verklaard had, dat men hier met een buitengewoon geval tc doen had, dat men wel kon wachten met het ophangen tot eeu nieuw von nis was uitgesproken. Daar liet volk dit doen moet, zoo riep men den ver tegenwoordiger des volks tot ge tuige en deze verklaarde zich einde- lyk schriftelijk voor het uitstellen der terechtstelling verantwoordelijk. Ik werd in de gevangenis teruggebracht en het volk morde, want liet had het tooneel gemist en de sherif vloekte, en de schurk, die my had willen han gen, had zijn werk voor niets gedaan, wat me nog het meest verheugde, want ik had een grooten afkeer van dien man. Na een paar weken kwam er ein delijk een schrijven, waarbij de gou verneur mc vrijsprak van een moord, dien niemand begaan had. Tusschen Bill cn Liddy kwam de zaak in orde zij trouwden samen en ik gun hun tlians nog van harte hun geluk. Ik voor mij vond het beter, om nu op en de herfst onherroepelijk aangebro ken. Wanneer niet alle scheurkalen ders en almanakken het op dit punt, met elkaar eens waren, zou niemand het gelooven. Er lieerscht over dag een ware zomertemperatuur en 's avonds waait er een frïssche koelte, die ons in den zomer ook niet vreemd is. Maar toch is het zoo: 't mooie seizoen is voorbij, we hebben ons te prepareeren op wind en regen, hagel en sneeuw, vorst en ijzel, minstens vijf maanden lag allen dingen, die althans deze verdienste hebben, dat ze ons voorjaar en zomer dubbel doen waardeeren. 'tls waar, er is nog een andere troost en dat zijn de concerten en schouwburgvoorstellingen. Aan mu ziek zal liet ons ook dezen winter niet ontbreken. 'tMoet ons allen getroffen hebben, dat er op een gegeven oogenblik drie photographieën van kwartetten tege lijk voor de ramen van boek- en kunsthandelaars stonden: het kwar tet bestaande uit de dames Noorde wier—Ileddingius, Loman en deliec- ren Messchaert en Rogmans, de hoof den duidelyk en herkenbaar, maar toch een weinig vreemd naast en achter elkander alsof, juist op 't. mo ment toen de photograaf het viertal „nam", een aardbeving ze allen door elkaar had geworpen. Dan was er verder het strijk-kwartet Robert, be staande behalve uit de heeren Robert, vader en zoon, uit do heeren Tak en de Maaré, een mooie, serieuse photo mijn beurt zoo ver mogelijk weg te trekken het was wat al te ge waagd leven in dien tijd onder de wetten van 't goede Kentucky. Hangen heeft geen haast. A. B. C. B I K il E SS L ft D. Atjeh. I)e correspondent te Batavia seint aan de „N. R. Ct," ouder dagteekeniug van Vrydag Luitenant kolonel Van ïïeutz by keuze bevorderd tot kolonel, clief van den generalen staf. Het blad teekent hierbij aan Als iemand uit liet Indische leger een buitengewone bevordering waar dig is. dan zeker deze hoofdofficier. In 1872 uit de troep tol, tweede-lui tenant aangesteld, behoort hy tot de meest ontwikkelden uit het Indische officiers-korps, getuige het gunstige resultaat, waarmede hij den cursus op de krijgsschool sloot en de be langrijke brochure, die hij over de toestanden op Noord-Sumatra In hot licht gaf. Reeds in 1875 werd zyn naam met eere in Atjeh genoemden als kapitein, chef van den staf van generaal van Teyn maakte hij zich zoo verdienstelijk, dat hy bij ken ze tot majoor werd bevorderd. Wat hy na dien tijd in Atjeh verrichtte en hoe hijgde' kroon zette op zijn werk ais troepen-aanvoerder, door zijn schitte rende actie in Segli, nu een paar maanden geleden, is van algemcene bekendheid. De Indische armee mag geluk gewenscht worden met zulk een chef van den staf, die na haar zoo dapper en met zooveel succes aan gevoerd te hebben in den strijd, nu ziju out wikkeling en groote onder vinding dienstbaar kan maken tot het aanbrengen van verbeteringen, waarvau hij" de behoefte uit eigen aanschouwen leerde kennen. De prinsen van Koetei. Met liet stoomschip Merapi van de Rotterdamsclie Lloyd, dat den 9cn October van Rotterdam vertrekt, koe ren de prinsen van Koetei naar hun vaderland terug. Waarschijnlijk gaan zij te Marseille scheep. De Koninginnen hebben Vrijdag middag te 5 uur de prinsen van Koetei in afscheidsaudiëntie ontvangen. Electra's verduistering in Amsterdam. Van de oude manen worden sterren geslagen, maar waar blijft bet licht van de volle kunstmanen, die Electra 's avonds in Amsterdam doet oprijzen, wanneer ze gelijk Donderdag avond plotseling weer ondergaan? Hadde men er slechts kleine kaars vlammetjes van kannen maken! Het duister dat niet alleen alle katten grauw maakt, maar ook de toonbeel den der schepping, helaas zelfs ook die. welke de kat in donker graag knijpen, egyptiseerde Donderdagavond in vele huizen en magazijnen. Eerst Vrijdag had men een onverduister- den blik over de verwarring die cr door gesticht werd. Vooreerst in de families. By eene familie op de Heeren gracht o. a. was een bejaarde dame bezig een jongeling te polsen of zy zijn schoonmoeder niet zou kunnen worden. „Spreek met mama", stond achter een gordijn te luisteren en mama's oogen zagen juist een be weging van de vrouwelijke Polonius toen het alles verbergende duister hulp bracht en gelegenheid tot ont koming bood. De minnaar redde zich men heeft hem nog niet weerge zien. Op den Nieuwendijk was een familie uitgegaan en had Kaatje, liet fat soenlijke buitenmeisje van denP. G., achtergelaten. Men kwam vroeger thuis dan gewoonlijk Kaatje van den P. G. in doodsangst, want de geliefde van haar hart was juist bezig aan een staartje wyn cn een ribje karbonade in de salon Dc vrouw des huizes komt binnen ze gaat dadelijk naar de kamer nog een schrede en buitenmeisje's heimelijke liefde is ontdekt daar ontfermt zich godin en ten slotte een afbeelding van het zangerskwartet Udel, dat hier dezer dagen een uitvoering zal komen geven. 't Publiek tuurt en tuurt naar die afbeelding van deze vier humoristi sche zangers, die overal in de win kels voor de glazen hangt en weet niet, wat er van te maken. Daar staan naast elkaar vier mannen, de twee uitersten zonder, de twee middelsten mèt haar op het hoofd, een in ge- kleede jas, twee in jacquets en de vierde in een huiselijken colbert ge stoken. Maar ineen opzicht evenaren ze elkaaralle vier hebben n.m. een lachenden teek om den mond, die bij den eersten tenor den mond wyd openende, ook by den tweeden de tanden laat zien, om bij den eersten bas ietwat afnemende, den tweeden bas te doen kijken als iemand met een wat meer gesloten natuur. Voor ons land is, dunkt mij, deze afbeelding niet serieus genoeg. Zij geeft een café-chantant-achtigen in druk. die naar ik geboord heb, aller minst overeenkomt met den aard van het concert. Weliswaar zyn de stuk ken, die daarbij uitgevoerd worden, van een humoristische soort, maar de manier waarop ze worden voorgedra gen; moet volgens de beoordeelingen uit de buitenlandsche pers, uitstekend wezen. Althans den löden Maart van d,t jaar is dit kwartet voor de kei zerin-weduwe Maria Feodorowna in St. Petersburg opgetreden, een eer, die zeker niet aan een inferieur ge zelschap te beurt zou vallen. I Electra van den Haarlemmerweg over I de bedrukte dienstmaagd cn de vlam van !s meisjes hart maakt van 't duister gebruik om ongezien weg te wezen. Op een atelier aan dc Keizers gracht, waar nu dc nieuwe modes pas zyn gearriveerd uit Parijs, en waar 's avonds altijd met eloctiisch licht gewerkt wordt, was men druk bozig aan 't garneeren der nieuwe hoedjes voor 't seizoen. Groen is dc kleur dezer groene herfst groen zal gedragen worden op tokj.e en capote en ronde vilt daar gaat het licht uit. Er is haast bij het werk men behelpt zich met kaar sen Vrijdagmórgen was de directrice verbaasd men heeft, gewoon aan de iiuanceeringen van "t elcctrisch licht, bij 'L kaarslicht strikjes en lintjes en aigrettes van blauw in plaats van groen gekozen. In enkele restaurants waren de oberkellners radeloosde halve bief fles waren in 't duister niet te zien en de klanten klaagden zeer. In andere restaurants hinderde dc inval lende duisternis niet daar waren de halve biefjes ook bij helderen dag toch nauwelijks te zien. Oneindig zijn de verwarringen ge weest in een groot modemagazijn, waar 's avonds de dametjes door hare i galanten worden afgehaald. In het duister hebben de galanten zich ver gist en één der jongelui heeft de al wat oude ongehuwde directrice heel stevig gepakt De directrice blyft ondanks de catastrophe voortaan voor altijd bij Electra aangesloten. Het.droevigste is 't gesteld met de echtgenoote van een met zes kinde ren "gezegend huisvader. Man en vrouw leven slecht met elkaar waren langen tijd gescheiden. Donder dagavond waren ze na een verzoening weer voor 't eerstm vrede bij elkaar daar gaat het licht uit. „Zijn cr kaarsen in huis?" vraagt de'nog ai lastige echtgenoot. „Neen lief mannetje Een petröleum-larap? Ook niet.zegt ze angstig. Hier in dit ver.huishoudeu is er ook nooit iets in orde. Uit 'oaloorigheid is de man weer weggeloopenen tot nu toe niet weergekeerd. Tel Gestrand. Dinsdagochtend is te Marken gezon ken een tjalkschip, geladen met turf, bestemd voor Spaarndam, komende van De Lemmer. De schipper E. Zandvoort uit Spaarndam, werd met zijn zoontje en den knecht door Mar kerschippers gered. Een gedeelte van de lading is gelost, het andere is verloren. Schip eu lading waren verzekerd, eerstgenoemd bij de maatschappij De Eendracht te Wildervank. Het schip zit gevaarlijk in het noorden van Marken en zuid-west, van Enkhuizen. Een mooie raadsvergadering. De secretaris der gemeente Klaas waal verklaarde Maandag in de raads zitting. niet gereed te zijn met de no tulen van de vorige vergadering van 7 September, omdat 'tjuist dien dag kermis was. Niemand had er dan ook aanmerking op Maar de burge meester Kluiflioofd wees er op, dat een uitvoerig verslag dier vorige ver gadering staat in het „Nieuwsblad", gewijd aan de belangen van de Hoek- sche Waard en IJselmonde, van 11 September, welk verslag als notulen zou kunnen dienen, omdat toch de notulen van den secretaris steeds bijna woordelijk klopten met dat kran tenverslag, wat den voorzitter wel eens de vragen ontlokt: „Schrijft gij de notulen uit de krant over, of doet de krant dit van u?" In dat verslag, handelende over gemeente-uitgaven, werd nu gezegd„De heer Herwey'er merkt op, dat het besteden van meer dere gelden voor den burgemeester (die te Numansdorp woont) niet het minste bezwaar is, daar deze geen halve cent, noch voor het een, noch voor het ander aan de gemeentebelas ting opbrengt of' aan de gemeente geeft, zoodat het hier dan ook goed Naar 't schynt moet men zich dus door de ongelukkige afbeelding niet laten weerhouden, dit concert te gaan bijwonen. Yelen zullen het, met my, allicht al een groote aanbeveling vin den, dat dit kwartet komische num mers zingt. Die hooren we niet vaak, van onze haarlemsche liedertafels ook niet. Die zingen allerlei treurige, dramatische teksten (let er maar eens op) maar van een grappig nummertje is geen sprake. Én er zijn er toch voor mannenkoor genoeg, al was bet de Iialienischer Salat (die curieuse verzameling van op muziek gezette muziektermen) maarJa, zelfs de Biergalop van van Paasschen zou de menschen aan 't lachen brengen. En lachen hebben we heusch in ons klimaat en met onzen landaard, zoo brood- en brood-noodig. Wie maar goed uitkijkt, vindt al tijd wel gelegenheid tot lachen zon der dat hij daarby iemand kwaad doet of hindert. Er zijn er, die er om gelachen hebben, dat verschillende medici niet in aanmerking hebben kun nen komen voor de vacature van ge meente-geneesheer, omdat ze zich daarvoor niet bijtijds hadden aange meld. „Wanneer," zoo zeiden die lachebekken, „deze doctoren al te laat komen voor patiënten die ze nog niet hebben, hoe zal liet dan wel gaan met hunne verschijning by die patiën ten, als ze ze wèl hadden?" riemen snijden is van een andi mans leer." En hy noodigde nu# raadslid uit, te verklaren of 1 woorden zyne mccning uitdrukten! wel dat hij die wilde intrekken, 'ft noch liet een, noch het ander gescliii de zeide de voorzitter„de burgemei ter betaalt ovengoed opcenten i behoeve der gemeente voor zyn Klaaswaal gelegen eigendommen andere uitwonende grondeigenaren dat is zeker meer "dan geen ha cent. En tegenover de uitdrutekii dat de burgemeester geen halve ct aan de gemeente geeft, waartoe toch ook niet verplicht is, rmig voorzitter met alle bescheidenheid o merken, dat hy. zoolang hy buq meester is. steeds heeft ingeteeke op allerlei lijsten voor liefdegiften ei Klaaswaal betreffende, en. als I raadslid Ilerweijer door gebrek a geheugen dit mocht zijn vergeten, u dezelfde bescheidenheid herinnen alleen om de logentaal van Jan Hi weijer Adrianuszoon te brandmerkt dat de burgemeester en zyn echu noote bij hun zilveren huwelijksfct in Juli 1885, uit dankbaarheid, o. aan de armen van Klaaswaal liefd giften schonken, en wel aan het Bui Armbestuur f25 en aan de Diacoi f25. Dat is toch ook meer dan ge halve cent. Derhalve, Jan Herwet Adrianuszoon zet in 't vervolg e wachter voor uw lippen, eer ge wed zuike afkeurenswaardige taal la hoorengij kunt daardoor voorkom dat men u, door misplaatsten yvi in de krant in een verkeerd zonnet zet. Hier ziet men bewaarheid: ie de leugen nog zoo sneb de was beid achterhaalt haar wel." De eerii vrucht van dc misdraging, die J; Hervveijer Adriaaiiszoon zich veroo loofde, zou kunnen zijn, dat de bil gemeester in het vervolg van al onverplicht geven geheel afzag." De t oegesprok ene had niets in brengen. Vrijdagmiddag werd te Almelo ei i zekere A. J. ter H. nit Loosser oj gebracht, die Donderdagavond iu ec vechtpartij zijn tegenstander een zi keren T. niet minder dan 8 messtekt zou hebben toegebracht, waarva volgens verklaring van den dokte vyf doodelyk. Drie er Van hebben i longen geraakt en twee aan 'thool zyn mede erg aangekomen. Ter! beweert nit zelfverdediging te hebbe gehandeld, daar de tegenpartij lu op zijn leven gemunt had. Gevecht niet stroopers. In liet LTvenhoutsche bosch zijn <i jachtopzieners Aartsen en Beekei van Ulvenhout 's nachts slaags gi weest met. wildstroopers. Op een ai stand van vier meters loste een do stroopers een schot, met het nood lottig gevolg, dat Aartsen de voll lading in het lichaam kreeg en gt vaarlijk gewond is. Toen de jacht opzieners, ook dc gewonde, van hunu vuurwapenen gebruik maakten, trok ken de stroopers af. Een ernstige klacht. Dezer dagen werd een ingezeten van Groningen ouder verdenking va onzedelijke handelingen te hebben ge pleegd, te Haren gearresteerd. N drie dagen werd hij ontslagen, om dat zijn onschuld gebleken was. Dt eenige voldoening, die hij kreeg, wa dat de officier van justitie hem ziji spijt betuigde over liet gebeurde. D betrokken persoon, H. Hevkens schrijft thans in dc N. Gron. Ct, hé volgende „Iedereen in Groningen en omstrc ken weet ongetwijfeld, waarvan il eenige dagen verdacht beu geworden Ook weet elkeen, dat een groot dee van het publiek voortdurend belas is op schandalen en vuilheden ei vooral, wanneer dezelve ten lasti komen van iemand zooals ik, die nt en dan aan den weg timmert. Zo< iemand bepraat en belastert men zot gaarne. Maar wat men niet weet, ten minst* niet in details weet, is de behandelim of liever mishandeling, die ik hel moeten ondergaan. Vrijdagmiddag 1.1. om 4'/2 uur of straat aangehouden, werd ik tot Maaii' dagnamiddag pl.ra. 3 uur gevangei Zoo hebben sommige menschen ooi gelachen om een aanvraag aan dei Raad tot het mogen worden van ma' keiaar in paarden en rijtuigen. Wat is dat eigenlijk voor 'n ding, het ma kelaarschap Men kan cr niet recht achter komen. Ieder, die dat aan den Gemeenteraad vraagt en niet bekend staat als bankroetier, llesschentrek ker, falsaris of oplichter, kan make laar worden iu roerende goederen maar niemand kan, naar 't schijnt meer makelaar worden iu onroerendi goederen, zooals huizen cn landerijen omdat als ik wel heb, de wet deze qualiteit niet kent, Nu zou mij zoo toelijken, dat wan neer de wet een betrekking niet keni en dus niet noemt, ieder die wil ze aanvaarden en bekleeden kan. Et toch schijnt dat ook zoo weer niet te wezen, want we hebben nu sinds jaren maar drié makelaars in vaste goederen en daar komt er geen een bjj. Met het oog op de concurrentie die er heerschtin alle vakkeu, zon dit feit onverklaarbaar wezen, wan neer er geen wettelijk bezwaar be stond. Maar hoe moet het nu, vraag ik, wannéér deze drie getrouwen ons eens komen te ontvallen wat ik na tuurlijk hoop, dat nog lang zal duren Mag dan niemand zyn huis of lanc meer publiek laten veilen? of mag hij het dan, wat misschien nogergei is, door iedereen die zich cr vooi opwerpt, laten doen? Ik tast in 't duister. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 6