Onder de galg.
Goed voorzien van jacht cn visch-
gereedschappen die ik even goed
thuis had kunnen laten, omdat ik ci-
genlyk niet met hart en ziel sports
man was, maar de mensch moet toch
een voorwendsel hebben, wanneer hij
het land intrekt reisde ik in de
vacantia naar de oevers der noord
westelijke meren.
Mijn begeleider, gids en beschermer
was Ki Bunce, „Oom Ki", zooals de
bewoners der streek hem noemden,
een van die onbeschreven en trouwens
onbeschrijfelijke wezens, die altijd
leven op de grenzen der beschaving,
hetzij ter eene ot' andere zijde. Hy
was half spoorzoeker, half Indiaan.
Het kon hem niet lang ontgaan,
dat ik in de jacht en visschery nog
erg onhandig was, 011 hij stak niet
weinig den gek met mijn onbeholpen
heid,'wat alweer voortkwam uitzijn
gebrek aan beschaving.
Draag je geweer toch wat voor
zichtiger, mijnheer Tompkins, zei Ki
op eens, ik zou niet graag willen dat
gy u zelvcn bij ongeluk een schot
t ussehen de ribben joegt, en dat men
er mij weer voor aanzag en oppakte;
de strop aan den hals is een lastige,
knellende das, moet gij weten.
Nu, gij hebt er toch nooit een
om gehad?
Zeker heb ik dat, knikte Ki
Bunce, en als gij wilt luisteren, zal
ik u die geschiedenis eens gauw ver
tellen.
Niemaud beter in ziju schik dan
ik want dan hielden meteen zyue
terechtwijzingen en vermaningen in
jagcrlatijn op, en ik bekei.de liem dit
rondweg.
Liddy Temple, begon „oomKi",
1 jiddy Temple was het aardigste meisje
tot op honderd mijlen in de rondte,
en ik en Bill Stemble waren de beste
vriendc i uit geheel Kentucky.
Liduy ield veel van Bill, maar zij
liet het ni-:t merken en daarom maak
ten wij haar beiden het hof en ik nog
wel het meeste. Ik verzoek u, mij wel
te gelooven, dat ik terstond wegge-
loopen zou zijn, wanneer ik geweten
of zelfs vermoed had, dat Bill zulks
minder graag zag.
Maar Bill was zoo blind als een
mol, hy zag niets en op een goeden dag
zeide hij Liddy in haar gezicht, dat
zy meer gaf om Ki Bunce's pink dan
om hem geheel en al, en toen werd
Liddy kwaad en koppig en zij zeidc
niet neen, en zoo gingen zij van el
kaar, gelyk nu ja, gelijk twee
lieden, die het maar niet eens kunnen
worden.
Op denzelfden avond kwam Bill
bij mij, hy had een bundel onder den
arm en noodigde mij uit, om een wan
deling met hem te maken. Ik vond
hier niets bijzonders in, greep mijn
hoed en wij gingen samen den grooten
weg op. Het gelieele dorp zag ons
samen.
Toen wjj aan de brug kwamen, die
over de rivier voert, gingen wy
beiden geruimen tijd zitten praten.
Het was stikdonker geworden en
ik kon Bill's gezicht niet meer zien;
by had iets in zijn stem wat mij
opviel hij was treurig. Eindelijk
zeide hy mij, dat by op het punt stond
het land te verlaten, ver weg en voor
altijd en omdat wij altijd goede vrien
den geweest waren, moesten wij voor
een gedachtenis onze horloges ruilen.
En zoo gebeurde bet ook waarom
zou ik dit ook afslaan. Wij jonge
lui droegen alle Tomback-uurwerken
en het eene was evenveel waard als
het andere. Daarop zeiden wij elkan
der vaarwel en hij vertrok.
Het schynt dat Bill van plan was
nooit terug te komen en Liddy en
my samen alleen te laten, om als
man en vrouw gelukkig te worden.
Maar ik dacht toen nog niet aan
zoo iets, want Liddy was voor mij
niets vriendelijker dan voor elk
ander en van haar twist met Bill
had zy my geen woord gezegd.
'Bill zat nog geruimen tyd in na
denken verzonken op de leuning van
de brug, zooals hij me later verteld
heeft, en toen ging liy verder, hij
nam zyn weg over het kerkhof om
het graf zjjner moeder vaarwel te
zeggen.
Juist toen hij het kerkhof bereikte,
Haarlemmer Halletjes
Een Zaterdagavondpraatje.
CC-LXXXX.
Het heeft by het bezoek van de
Koninginnen aan onze stad niet wei
nig de aandacht getrokken, dat onze
burgemeester, die in eene coure^e
met twee paarden bespannen, de Ko
ninginnen voorging, daarbij de teu
gels voerde op een uitstekende wijze.
Toch was het ryden door die dicht
opeeengepakte menigte heen en voor
at het "draaien van het Paviljoen af
naar de Dreef cn uit de Groote Hout
straat naar de Groote Markt niet
gemakkelijk.
Naar ik hoor is de gezondheid van
den burgemeester nog niet volkomen
in orde en ljjdt jhr. Boreel vooral
aan een lastige slapeloosheid.
Er is in den kleinen stoet nog iets
anders geweest, dat de aandacht heeft
getrokken, n.l. de twee rechercheurs
te wiel, die met over het zadel flad
derende jaspanden tusschen de rij
tuigen voorttrapten cn waarvan een,
door de drukte, bijna het slachtoffer
van zijn vooruitstrevenden ijver ge
worden was. Wat zy en de inspec
teur Balkenstein hier op de tiets
hadden te doen, is niet duidelyk gewor
den! Tot het snel uitvoeren van orders
is zeker een bemeld politieman veel
waard, maai- in een stoet als deze,
waar met snelheid gereden wordt,
konden zy weinig presteeren. Zoo
sprong er iemand over den muur. liet
een zak vallen, liep weg, alsof de
honden hem op de hielen zaten, of
doodeu achtervolgden. Bill, die erg
nieuwsgierig was zooals iedereen, wil
weten wat er in dien zak zit, maakt
hem open en vindt er hueen
lyk in. De maan was juist opgegaan
en hy herkent den doode, het was
Hiram Wood, die den-zélfden dag pas
begraven was. 't Was een slecht be
faamd persoon geweest. Hij had ge-
drouken als een viscb, alleen met het on
derscheid dat een viscb water drinkt,
waar I-Iiram niet van hield, omdat hij ei-
dikwijls slangen in gezien had, en
zoo stierf hy aan dronkenmausvvaau-
zin.
By den ouden Kolon kwamen ver
scheidene jongelieden de heelkunde
bestudeeren en hiervoor liet hy zich
lijken stelen om hen te ontleden, zoo
als later uitkwam. Het was Mike
Mc Quiq, die ze bezorgde en deze
was het ook geweest die voor Bill
op het kerkhof was weggevlucht.
Eu 'ioeu kreeg Bill een dwaze ge
dachte, want soms was de anders
werkelijk goede vent als van den boo-
zen geest bezeten. Tïy kleedde bet
lijk in zijn Zondagspak, dat hy in
zyn bundel by zich droeg, bond het
een steen om den hals en wierp het
in de naaste kreek. Hij dacht hier
mede zeer slim en edel te handelen,
want, zeide hij. als zij het lijk vin
den, dan heeft liet water het gelaat
onkenbaar gemaakt, men zal gelooven
dat ik het ben, die een eind heb gemaakt
aan myn leven, wat heel verkeerd
was zoo sta ik beiden in het ge
heel niet meer in den weg en zy kun
nen trouwen.
Maar het kwam heel anders uit.
Denk u mijn verbazing, toen ik na
een paar weken als Bill's Stemble's
moordenaar in hechtenis werd gouo
men. Het lijk was namelijk drijvend
in het water gevonden, met het touw
dat op een eigenaardige manier was
vastgemaakt om den hals, zoodat men
niet kon veronderstellen dat hier zelf
moord gepleegd was. Het gezicht
van het lyk was geheel onkenbaar,
maar aan de kleeren herkende een
ieder Bill. Men had hem het laatst
met my gezien, zijn vermeend lijk
was niet ver van de brug gevon
den, waar wy het laatst gezeten wa
ren en tot overmaat van bewijs droeg
ik Bill's horloge, waarin zijn naam
was gegraveerd.
Iedereen, zelfs Liddy hield mij voor
schuldig en ik vond dat zeer begrij
pelijk. menigmaal geloofde ik zelf dat
ik mijn vriend had van kant gemaakt.
Mike Mc Quiq, die gemakkelijk de
herkomst van het lijk had kunnen
aantoonen, gevoelde daartoe geen bij
zondere roeping en zoo bleef ik door
gaan voor den moordenaar.
Het waren treurige dagen voor mij,
van den dag af dat ik werd gevan
gen genomen, tot dien op welken ik
door de jnrv werd schuldig verklaard,
maar de treurigste was de dag waarop
ik zou worden opgehangen. Een jonge
predikant mocht my bezoeken. Hij
meende dat ik niet zoo de eeuwigheid
in mocht gaan wanneer ik mij niet
bekeerde, mocht ik noch in deze noch
in de andere wereld op vergeving
hopen. Ik zeide hem daaropwat myn
hoop betrof voor deze wereld, die
had ik al opgegeven en in de andere
die ik stellig hoop te bereiken
zou ik zonder twijfel een rechtvaar
diger en alwetend rechter vinden. De
geestelijke, die mij stellig voor schul
dig hield, wist daarop niets te ant
woorden en ging heen, bedroefd over
mijn verstoktheid.
Het ophangen behoorde toen nog
tot de openbare vermakelijkheden en
het was een gebruik, dat menschrij-
delings op zijn eigen doodkist gezeten
naar de galg zou ryden, wat ik
spreek uit ondervinding een heeie
gemakkelijke reisgelegenheid is. Al
leen. de militairen en de muziek en
al d*e menschen maakten me min of
meer zenuwachtig en ik sprak zoo
tot me zeivenKi Bunce, daar je
nu eenmaal openlijk ter dood gaat, mijn
jongen, zoo sterf als een man, het zal
toch ook wel niet heel veel erger zyn,
dan door een beer omarmd en dood
gedrukt te worden.
Ik liep rustig de trap naar het
schavot op tusschen den sherif en een
zeer gemeenen kerel, dien hij had ge
huurd, om mij op te hangen. Dat die
betrekkelijk machteloos is in dat
geval een agent op een tiets,
dat zy er zelfs niet in geslaagd
zouden zijn, de jongens te verjagen,
die bij het vertrek van het Paviljoen
aan 't rijtuig der Koninginnen gingen
hangen. En wat de decoratieve waar
de van deze bereden politiemannen
betreft, had men beter gedaan hen in
uniform te stekendan ze aan
hun op de gelegenheid niet berekend
„politiekje" over te laten.
Overigens was er menigeen, die de
zen namiddag op de Groote Markt
een voortdurend gedrang heeft getrot
seerd. Men zei, dat er dames bij wa
ren die in de voorste rij stonden en,
door het telkens passeeren van de
tram. ieder oogenblik als het ware wer
den weggeperst. dames, die verlan
gende Blikken richtten naar de anders
zoo gastvrije vensters van Trouw
moet Blijken, waar zy nu, helaas, niet
meer werden toegelaten, daar het Be
stuur haar den toegang heeft ont
zegd.
Droevige ervaring cn dat te
meer nu liet de twee hoogstgeplaat-
sten gold van ons heele land, die te
vens vrouwen zijn. .Laat ons hopen,
dat deze' volhardende dames den moed
niet opgegeven en een uitnemend
kijkje op onze Koninginnen gehad
hebben
In tusschen kunnen wc ons bijna niet i
voorstellen, dat de zomer voorby isl
schurk, die nog den moed niet had
een eerlijk man recht in het gelaat
te zien, de hand aan mij zou slaan,
ergerde mij het meeste.
Toen wy onder de galg gekomen
waren, las de sherif het doodvonnis
voor. waarop de gemeene kerel my
de armen hond en daarby met zyn
roode neus over myn handen kwam.
Toen legde hy me den strop om den
hals en maakte een dikken knoop
achter liet rechteroor.
Dat kittelde alles behalve aange
naam en liet konde eind van den strop,
welk onder mijn los hemd op myn
blooteu rng neerhing, deed my rillen,
maar ik hield me dapper. Nu nam de
beul uit zijn vuileu zak een akelig
zwart ding, dat er precies uitzag als
een berookte slaapmuts, maarzouder
kwast en trok 't over myn voorhoofd.
Hebt gy nog iets te zeggen
vroeg de sherif.
Niets mee!1, dan wat ik altüd
gezegd heb: ik sterf onschuldig, ant
woordde ik.
Ga niet met een leugen de eeuwig
heid in, riep nu iemand, terwijl hij
naar me toekwam en my nog het
beetje zonlicht ontnam, 't welk pas
droevig uit de wolken te voorschijn
kwam en dat me. mat aanzag.
Dit ergerde mij.
Hoort! riep ik, dat woord leu
gen heb ik nog van niemand geslikt
én als de sherif slecht een oogenblik
mijn rechterarm wil vrijgeven en mij
een halvo minuut langer het leven
laat, dan wil ik Item töouen, wat liet
heet, con gentleman ie beleedigen,
die in liet ongeluk is.
Maar voor nog iemand antwoord
kon geven op myn afscheidsrede on
der de galg. ontstond er beneden een
gestommel, een schreeuwen en bok
sen en iemand wrong zich dooi- de
wachten en sprong op de treden van
liet schavot; wierp den beul en deu
sherif op zyde en omhelsde my.
Houdt op, houdt op, domme
schepsels! seheeuwde bij, ik ben in
het geheel niet dood. Geen mensch
heeft mij vermoord of verslagen en
Ki Bunce is myn beste vriend uit
heel Kentucky.
Natuurlijk was het Bill Stemble,
die zoo schreeuwde en my omarmde
cn den noodlotiigen strop met do
zwarte muts van net hoofd trok.
Stil daar eu plaats gemaakt
riep nu de sherif paars van woede,
gij komt te laat met je voorwendsels
en aanmerkingen; het proces is al
lang afgeloopen cn de terechtstelling
moet onmiddellijk voltrokken wor
den.
Bij miju buks, (schreeuwde of
liever brulde Bill, maar ik zeg udat
ik niet dood ben.
Goed, dat gaat mij niet aan
antwoordde de sherif. ïk zeg u dat
alles met dezen Ki Bunce volgens
recht is geschied en dat hy moet wor
den opgehangen en daar ben ik she
rif voor.
Bah, zeide Bill, er is geen denken
aan hangenHij plaatste zich voor
my om me te verdedigen en zeide
pak hem nu eens aan
Ik kan me niet begrijpen, boe hel
geval zoo goed afliep, want ik geloof
dat. die ezel van een sherif me wer
kelijk zou hebben opgehangen voor
een moord, dien ik niet gepleegd had,
alleen om zjja loon niet te verliezen,
als niet squire Kemp was gekomeu
en plechtig verklaard had, dat men
hier met een buitengewoon geval tc
doen had, dat men wel kon wachten
met het ophangen tot eeu nieuw von
nis was uitgesproken. Daar liet volk
dit doen moet, zoo riep men den ver
tegenwoordiger des volks tot ge
tuige en deze verklaarde zich einde-
lyk schriftelijk voor het uitstellen der
terechtstelling verantwoordelijk. Ik
werd in de gevangenis teruggebracht
en het volk morde, want liet had het
tooneel gemist en de sherif vloekte,
en de schurk, die my had willen han
gen, had zijn werk voor niets gedaan,
wat me nog het meest verheugde,
want ik had een grooten afkeer van
dien man.
Na een paar weken kwam er ein
delijk een schrijven, waarbij de gou
verneur mc vrijsprak van een moord,
dien niemand begaan had. Tusschen
Bill cn Liddy kwam de zaak in orde
zij trouwden samen en ik gun hun
tlians nog van harte hun geluk. Ik
voor mij vond het beter, om nu op
en de herfst onherroepelijk aangebro
ken. Wanneer niet alle scheurkalen
ders en almanakken het op dit punt,
met elkaar eens waren, zou niemand
het gelooven. Er lieerscht over dag
een ware zomertemperatuur en 's
avonds waait er een frïssche koelte,
die ons in den zomer ook niet vreemd
is. Maar toch is het zoo: 't mooie
seizoen is voorbij, we hebben ons te
prepareeren op wind en regen, hagel
en sneeuw, vorst en ijzel, minstens
vijf maanden lag allen dingen, die
althans deze verdienste hebben, dat
ze ons voorjaar en zomer dubbel
doen waardeeren.
'tls waar, er is nog een andere
troost en dat zijn de concerten en
schouwburgvoorstellingen. Aan mu
ziek zal liet ons ook dezen winter
niet ontbreken.
'tMoet ons allen getroffen hebben,
dat er op een gegeven oogenblik drie
photographieën van kwartetten tege
lijk voor de ramen van boek- en
kunsthandelaars stonden: het kwar
tet bestaande uit de dames Noorde
wier—Ileddingius, Loman en deliec-
ren Messchaert en Rogmans, de hoof
den duidelyk en herkenbaar, maar
toch een weinig vreemd naast en
achter elkander alsof, juist op 't. mo
ment toen de photograaf het viertal
„nam", een aardbeving ze allen door
elkaar had geworpen. Dan was er
verder het strijk-kwartet Robert, be
staande behalve uit de heeren Robert,
vader en zoon, uit do heeren Tak en
de Maaré, een mooie, serieuse photo
mijn beurt zoo ver mogelijk weg te
trekken het was wat al te ge
waagd leven in dien tijd onder de
wetten van 't goede Kentucky.
Hangen heeft geen haast.
A. B. C.
B I K il E SS L ft D.
Atjeh.
I)e correspondent te Batavia seint
aan de „N. R. Ct," ouder dagteekeniug
van Vrydag
Luitenant kolonel Van ïïeutz by
keuze bevorderd tot kolonel, clief van
den generalen staf.
Het blad teekent hierbij aan
Als iemand uit liet Indische leger
een buitengewone bevordering waar
dig is. dan zeker deze hoofdofficier.
In 1872 uit de troep tol, tweede-lui
tenant aangesteld, behoort hy tot de
meest ontwikkelden uit het Indische
officiers-korps, getuige het gunstige
resultaat, waarmede hij den cursus
op de krijgsschool sloot en de be
langrijke brochure, die hij over de
toestanden op Noord-Sumatra In hot
licht gaf. Reeds in 1875 werd zyn
naam met eere in Atjeh genoemden
als kapitein, chef van den staf van
generaal van Teyn maakte hij zich
zoo verdienstelijk, dat hy bij ken ze
tot majoor werd bevorderd. Wat hy na
dien tijd in Atjeh verrichtte en hoe
hijgde' kroon zette op zijn werk ais
troepen-aanvoerder, door zijn schitte
rende actie in Segli, nu een paar
maanden geleden, is van algemcene
bekendheid. De Indische armee mag
geluk gewenscht worden met zulk
een chef van den staf, die na haar
zoo dapper en met zooveel succes aan
gevoerd te hebben in den strijd, nu
ziju out wikkeling en groote onder
vinding dienstbaar kan maken tot
het aanbrengen van verbeteringen,
waarvau hij" de behoefte uit eigen
aanschouwen leerde kennen.
De prinsen van Koetei.
Met liet stoomschip Merapi van de
Rotterdamsclie Lloyd, dat den 9cn
October van Rotterdam vertrekt, koe
ren de prinsen van Koetei naar hun
vaderland terug. Waarschijnlijk gaan
zij te Marseille scheep.
De Koninginnen hebben Vrijdag
middag te 5 uur de prinsen van Koetei
in afscheidsaudiëntie ontvangen.
Electra's verduistering in
Amsterdam.
Van de oude manen worden sterren
geslagen, maar waar blijft bet licht
van de volle kunstmanen, die Electra
's avonds in Amsterdam doet oprijzen,
wanneer ze gelijk Donderdag avond
plotseling weer ondergaan?
Hadde men er slechts kleine kaars
vlammetjes van kannen maken! Het
duister dat niet alleen alle katten
grauw maakt, maar ook de toonbeel
den der schepping, helaas zelfs ook
die. welke de kat in donker graag
knijpen, egyptiseerde Donderdagavond
in vele huizen en magazijnen. Eerst
Vrijdag had men een onverduister-
den blik over de verwarring die cr
door gesticht werd. Vooreerst in de
families.
By eene familie op de Heeren
gracht o. a. was een bejaarde dame
bezig een jongeling te polsen of zy
zijn schoonmoeder niet zou kunnen
worden. „Spreek met mama", stond
achter een gordijn te luisteren en
mama's oogen zagen juist een be
weging van de vrouwelijke Polonius
toen het alles verbergende duister
hulp bracht en gelegenheid tot ont
koming bood. De minnaar redde zich
men heeft hem nog niet weerge
zien.
Op den Nieuwendijk was een familie
uitgegaan en had Kaatje, liet fat
soenlijke buitenmeisje van denP. G.,
achtergelaten. Men kwam vroeger
thuis dan gewoonlijk Kaatje
van den P. G. in doodsangst, want
de geliefde van haar hart was
juist bezig aan een staartje wyn
cn een ribje karbonade in de
salon Dc vrouw des huizes
komt binnen ze gaat dadelijk
naar de kamer nog een schrede
en buitenmeisje's heimelijke liefde is
ontdekt daar ontfermt zich godin
en ten slotte een afbeelding van het
zangerskwartet Udel, dat hier dezer
dagen een uitvoering zal komen geven.
't Publiek tuurt en tuurt naar die
afbeelding van deze vier humoristi
sche zangers, die overal in de win
kels voor de glazen hangt en weet
niet, wat er van te maken. Daar staan
naast elkaar vier mannen, de twee
uitersten zonder, de twee middelsten
mèt haar op het hoofd, een in ge-
kleede jas, twee in jacquets en de
vierde in een huiselijken colbert ge
stoken. Maar ineen opzicht evenaren
ze elkaaralle vier hebben n.m. een
lachenden teek om den mond, die bij
den eersten tenor den mond wyd
openende, ook by den tweeden de
tanden laat zien, om bij den eersten
bas ietwat afnemende, den tweeden
bas te doen kijken als iemand met
een wat meer gesloten natuur.
Voor ons land is, dunkt mij, deze
afbeelding niet serieus genoeg. Zij
geeft een café-chantant-achtigen in
druk. die naar ik geboord heb, aller
minst overeenkomt met den aard van
het concert. Weliswaar zyn de stuk
ken, die daarbij uitgevoerd worden,
van een humoristische soort, maar de
manier waarop ze worden voorgedra
gen; moet volgens de beoordeelingen
uit de buitenlandsche pers, uitstekend
wezen. Althans den löden Maart van
d,t jaar is dit kwartet voor de kei
zerin-weduwe Maria Feodorowna in
St. Petersburg opgetreden, een eer,
die zeker niet aan een inferieur ge
zelschap te beurt zou vallen.
I Electra van den Haarlemmerweg over
I de bedrukte dienstmaagd cn de vlam
van !s meisjes hart maakt van 't
duister gebruik om ongezien weg te
wezen.
Op een atelier aan dc Keizers
gracht, waar nu dc nieuwe modes
pas zyn gearriveerd uit Parijs, en
waar 's avonds altijd met eloctiisch
licht gewerkt wordt, was men druk
bozig aan 't garneeren der nieuwe
hoedjes voor 't seizoen. Groen is dc
kleur dezer groene herfst groen
zal gedragen worden op tokj.e en
capote en ronde vilt daar gaat
het licht uit. Er is haast bij het
werk men behelpt zich met kaar
sen
Vrijdagmórgen was de directrice
verbaasd men heeft, gewoon aan
de iiuanceeringen van "t elcctrisch
licht, bij 'L kaarslicht strikjes en
lintjes en aigrettes van blauw in
plaats van groen gekozen.
In enkele restaurants waren de
oberkellners radeloosde halve bief fles
waren in 't duister niet te zien
en de klanten klaagden zeer. In
andere restaurants hinderde dc inval
lende duisternis niet daar waren
de halve biefjes ook bij helderen dag
toch nauwelijks te zien.
Oneindig zijn de verwarringen ge
weest in een groot modemagazijn,
waar 's avonds de dametjes door hare
i galanten worden afgehaald. In het
duister hebben de galanten zich ver
gist en één der jongelui heeft de al
wat oude ongehuwde directrice heel
stevig gepakt
De directrice blyft ondanks de
catastrophe voortaan voor altijd bij
Electra aangesloten.
Het.droevigste is 't gesteld met de
echtgenoote van een met zes kinde
ren "gezegend huisvader. Man en
vrouw leven slecht met elkaar
waren langen tijd gescheiden. Donder
dagavond waren ze na een verzoening
weer voor 't eerstm vrede bij elkaar
daar gaat het licht uit.
„Zijn cr kaarsen in huis?" vraagt
de'nog ai lastige echtgenoot.
„Neen lief mannetje
Een petröleum-larap?
Ook niet.zegt ze angstig.
Hier in dit ver.huishoudeu is
er ook nooit iets in orde.
Uit 'oaloorigheid is de man weer
weggeloopenen tot nu toe niet
weergekeerd.
Tel
Gestrand.
Dinsdagochtend is te Marken gezon
ken een tjalkschip, geladen met turf,
bestemd voor Spaarndam, komende
van De Lemmer. De schipper E.
Zandvoort uit Spaarndam, werd met
zijn zoontje en den knecht door Mar
kerschippers gered. Een gedeelte van
de lading is gelost, het andere is
verloren.
Schip eu lading waren verzekerd,
eerstgenoemd bij de maatschappij De
Eendracht te Wildervank.
Het schip zit gevaarlijk in het
noorden van Marken en zuid-west,
van Enkhuizen.
Een mooie raadsvergadering.
De secretaris der gemeente Klaas
waal verklaarde Maandag in de raads
zitting. niet gereed te zijn met de no
tulen van de vorige vergadering van
7 September, omdat 'tjuist dien
dag kermis was. Niemand had er dan
ook aanmerking op Maar de burge
meester Kluiflioofd wees er op, dat
een uitvoerig verslag dier vorige ver
gadering staat in het „Nieuwsblad",
gewijd aan de belangen van de Hoek-
sche Waard en IJselmonde, van 11
September, welk verslag als notulen
zou kunnen dienen, omdat toch de
notulen van den secretaris steeds
bijna woordelijk klopten met dat kran
tenverslag, wat den voorzitter wel
eens de vragen ontlokt: „Schrijft gij
de notulen uit de krant over, of doet
de krant dit van u?" In dat verslag,
handelende over gemeente-uitgaven,
werd nu gezegd„De heer Herwey'er
merkt op, dat het besteden van meer
dere gelden voor den burgemeester
(die te Numansdorp woont) niet het
minste bezwaar is, daar deze geen
halve cent, noch voor het een, noch voor
het ander aan de gemeentebelas
ting opbrengt of' aan de gemeente
geeft, zoodat het hier dan ook goed
Naar 't schynt moet men zich dus
door de ongelukkige afbeelding niet
laten weerhouden, dit concert te gaan
bijwonen. Yelen zullen het, met my,
allicht al een groote aanbeveling vin
den, dat dit kwartet komische num
mers zingt. Die hooren we niet vaak,
van onze haarlemsche liedertafels
ook niet. Die zingen allerlei treurige,
dramatische teksten (let er maar eens
op) maar van een grappig nummertje
is geen sprake. Én er zijn er toch
voor mannenkoor genoeg, al was bet
de Iialienischer Salat (die curieuse
verzameling van op muziek gezette
muziektermen) maarJa, zelfs de
Biergalop van van Paasschen zou de
menschen aan 't lachen brengen. En
lachen hebben we heusch in ons
klimaat en met onzen landaard, zoo
brood- en brood-noodig.
Wie maar goed uitkijkt, vindt al
tijd wel gelegenheid tot lachen zon
der dat hij daarby iemand kwaad
doet of hindert. Er zijn er, die er om
gelachen hebben, dat verschillende
medici niet in aanmerking hebben kun
nen komen voor de vacature van ge
meente-geneesheer, omdat ze zich
daarvoor niet bijtijds hadden aange
meld. „Wanneer," zoo zeiden die
lachebekken, „deze doctoren al te laat
komen voor patiënten die ze nog niet
hebben, hoe zal liet dan wel gaan
met hunne verschijning by die patiën
ten, als ze ze wèl hadden?"
riemen snijden is van een andi
mans leer." En hy noodigde nu#
raadslid uit, te verklaren of 1
woorden zyne mccning uitdrukten!
wel dat hij die wilde intrekken, 'ft
noch liet een, noch het ander gescliii
de zeide de voorzitter„de burgemei
ter betaalt ovengoed opcenten i
behoeve der gemeente voor zyn
Klaaswaal gelegen eigendommen
andere uitwonende grondeigenaren
dat is zeker meer "dan geen ha
cent. En tegenover de uitdrutekii
dat de burgemeester geen halve ct
aan de gemeente geeft, waartoe
toch ook niet verplicht is, rmig
voorzitter met alle bescheidenheid o
merken, dat hy. zoolang hy buq
meester is. steeds heeft ingeteeke
op allerlei lijsten voor liefdegiften ei
Klaaswaal betreffende, en. als I
raadslid Ilerweijer door gebrek a
geheugen dit mocht zijn vergeten, u
dezelfde bescheidenheid herinnen
alleen om de logentaal van Jan Hi
weijer Adrianuszoon te brandmerkt
dat de burgemeester en zyn echu
noote bij hun zilveren huwelijksfct
in Juli 1885, uit dankbaarheid, o.
aan de armen van Klaaswaal liefd
giften schonken, en wel aan het Bui
Armbestuur f25 en aan de Diacoi
f25. Dat is toch ook meer dan ge
halve cent. Derhalve, Jan Herwet
Adrianuszoon zet in 't vervolg e
wachter voor uw lippen, eer ge wed
zuike afkeurenswaardige taal la
hoorengij kunt daardoor voorkom
dat men u, door misplaatsten yvi
in de krant in een verkeerd zonnet
zet. Hier ziet men bewaarheid:
ie de leugen nog zoo sneb de was
beid achterhaalt haar wel." De eerii
vrucht van dc misdraging, die J;
Hervveijer Adriaaiiszoon zich veroo
loofde, zou kunnen zijn, dat de bil
gemeester in het vervolg van al
onverplicht geven geheel afzag."
De t oegesprok ene had niets in
brengen.
Vrijdagmiddag werd te Almelo ei i
zekere A. J. ter H. nit Loosser oj
gebracht, die Donderdagavond iu ec
vechtpartij zijn tegenstander een zi
keren T. niet minder dan 8 messtekt
zou hebben toegebracht, waarva
volgens verklaring van den dokte
vyf doodelyk. Drie er Van hebben i
longen geraakt en twee aan 'thool
zyn mede erg aangekomen. Ter!
beweert nit zelfverdediging te hebbe
gehandeld, daar de tegenpartij lu
op zijn leven gemunt had.
Gevecht niet stroopers.
In liet LTvenhoutsche bosch zijn <i
jachtopzieners Aartsen en Beekei
van Ulvenhout 's nachts slaags gi
weest met. wildstroopers. Op een ai
stand van vier meters loste een do
stroopers een schot, met het nood
lottig gevolg, dat Aartsen de voll
lading in het lichaam kreeg en gt
vaarlijk gewond is. Toen de jacht
opzieners, ook dc gewonde, van hunu
vuurwapenen gebruik maakten, trok
ken de stroopers af.
Een ernstige klacht.
Dezer dagen werd een ingezeten
van Groningen ouder verdenking va
onzedelijke handelingen te hebben ge
pleegd, te Haren gearresteerd. N
drie dagen werd hij ontslagen, om
dat zijn onschuld gebleken was. Dt
eenige voldoening, die hij kreeg, wa
dat de officier van justitie hem ziji
spijt betuigde over liet gebeurde. D
betrokken persoon, H. Hevkens
schrijft thans in dc N. Gron. Ct, hé
volgende
„Iedereen in Groningen en omstrc
ken weet ongetwijfeld, waarvan il
eenige dagen verdacht beu geworden
Ook weet elkeen, dat een groot dee
van het publiek voortdurend belas
is op schandalen en vuilheden ei
vooral, wanneer dezelve ten lasti
komen van iemand zooals ik, die nt
en dan aan den weg timmert. Zo<
iemand bepraat en belastert men zot
gaarne.
Maar wat men niet weet, ten minst*
niet in details weet, is de behandelim
of liever mishandeling, die ik hel
moeten ondergaan.
Vrijdagmiddag 1.1. om 4'/2 uur of
straat aangehouden, werd ik tot Maaii'
dagnamiddag pl.ra. 3 uur gevangei
Zoo hebben sommige menschen ooi
gelachen om een aanvraag aan dei
Raad tot het mogen worden van ma'
keiaar in paarden en rijtuigen. Wat
is dat eigenlijk voor 'n ding, het ma
kelaarschap Men kan cr niet recht
achter komen. Ieder, die dat aan den
Gemeenteraad vraagt en niet bekend
staat als bankroetier, llesschentrek
ker, falsaris of oplichter, kan make
laar worden iu roerende goederen
maar niemand kan, naar 't schijnt
meer makelaar worden iu onroerendi
goederen, zooals huizen cn landerijen
omdat als ik wel heb, de wet deze
qualiteit niet kent,
Nu zou mij zoo toelijken, dat wan
neer de wet een betrekking niet keni
en dus niet noemt, ieder die wil ze
aanvaarden en bekleeden kan. Et
toch schijnt dat ook zoo weer niet
te wezen, want we hebben nu sinds
jaren maar drié makelaars in vaste
goederen en daar komt er geen een
bjj. Met het oog op de concurrentie
die er heerschtin alle vakkeu, zon
dit feit onverklaarbaar wezen, wan
neer er geen wettelijk bezwaar be
stond.
Maar hoe moet het nu, vraag ik,
wannéér deze drie getrouwen ons eens
komen te ontvallen wat ik na
tuurlijk hoop, dat nog lang zal duren
Mag dan niemand zyn huis of lanc
meer publiek laten veilen? of mag
hij het dan, wat misschien nogergei
is, door iedereen die zich cr vooi
opwerpt, laten doen? Ik tast in 't
duister. FIDELIO.