weede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
PRINS BORGENSKY.
15e Jaargang.
Dinsdap 19 October 1897,
Nu 4387
HAARLEM'S DABBLAD
AsoisnsrHnvcEnsrTSFi&iJ'S:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afeonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post$.37
Directeur-Uitgever
AXiYBBTiaTTTÜ'N':
1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat (4. Haarlem. Telefoonnummer f22.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génerale de Publicité Etramgére G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc.Parijs 31bis Ferxboarg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels ;"Q,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0.30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn
I'eisen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNS
Bloemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZand voort, G. ZWEMMER;
TS; HiüegomARTE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
den Uitgever J. C. PEERE-
)M is verschenen
arlemsche Schetsen
en Teekeningen van P. v. Loop,
bijschriften van Fidelio.
jecartonneerd f 1.—.
oorhanden bp de navolgende Boek-
lelaars hier ter stede
N. MUL.
J. van der WILK.
E HAAN en ZOON.
RVEN LOOSJES.
EBR. VAN BREDERODE.
KUIPERS.
rma J. F. van DOBBEN.
van CITTERT ZONEN,
et Haarlemsch Advertentieblad
7 September j,l. zegt van deze
jve o. a.:
)e schetsen zijnde Vleeschhal
Meijerde Orgeldraaier, Na
Haarlenische Kermis, de Haar
che Paar denloterij, de Man met
Baardonze Bouwverordening
angstig oogenblik, Een lastig
od, De Politie op het Bijwiél.
mmigen der schetsen bevatten
reilen, waarvan enkele geslaagd
en heeten.
dan verder
h bijschriften, soms wat moraal
verbalenden vorm, soms geestig,
wat ingehouden met iets van
zou wel durven, maar ik wil
zijn wél waard als toelichting
schetsen gelezen te worden.
Hicieele Berichten.
orgemeester en, Wethouders van
irlem,
oen te weten, dat hij hunne be
kking van 7 Oct j.l. aan Joh.
iraekamp vergunning is verleend
oprichting van eene smederij met
uotor in het perceel aan de Gr.
tstraat no. 111.
'aarlem, 16 Oct 1897.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
J. W. van BILDERÈEEK.
L. S.
'olitiek Overzicht.
e Daily News meldt, op giond
een bericht van den eorrespon-
te Weenen, dat aan graaf Badeni
voornemen wordt toegeschreven
tdaags zijn ontslag te vragen als
te-minister in Oostenrijk,
n verwondering zou dit niet baren.
Wij hebben den laatsten tijd genoeg'
geboord van de stormachtige verga
deringen in de Kamer van Afgevaar
digden te Weenen om te beseffen hoe
onaangenaam de positie van een eerste-
minister daar moet zijn, vooral wan
neer by niet kan steunen op eene
sterke sympathie van de regeerings-
partij.
Het kan niet uitblijven als men een
hooge positie bekleedt, dat men van
de zijde zijner opposanten steeds onaan
genaamheden te wachten heeft. Dit
is ook het geval met dr. Leyds, den
transvaalschen staatssecretaris. Nu
weer wordt gemeld, dat de beschul
digingen door bladen uit Kaapstad
en Johannesburg tegen hem en andere
regeeringspersonen geuit een zooda
nig karakter hebben, dat Leyds, die
ze verre van zich heeft geworpen,
tot vervolging zal overgaan.
Te Kim Deny tracht men Galis we,
het onlangs gevangen genomen op
standige opperhoofd uit Betsjoeana-
land, aan te zetten tot de beschuldi
ging, dat Transvaalsche ambtenaren
hem zouden hebben aangemoedigd tot
het oproermaken. In Swaziland zijn
de inboorlingen opgehitst tegen de
Transvaalsche regeering. Dit heeft te
Bloemfontein en te Pretoria en onder
de Afrikaanders in het algemeen een
smartelijken indruk gemaakt, want
de Afrikaanders zien daarin blanken
met kleurlingen intrigeeren tegen an
dere blanken.
Een agent van Reuter heeft een
Engelschman te Havana, die goed
op de hoogte is van de toestanden
op Cuba, geïnterviewd over de positie
van Spanje ten opzichte van den op
stand.
"Volgens den Engelschman is de
toestand voor Spanje hopeloos.
In geen enkele provincie van Cuba,
schrijft deze berichtgever, heerscht
rust. Integendeel, de zaken staan
slechter dan twee jaar geleden. De
opstandelingen zijn sterker, beter ge
wapend en beter geoefend dan twee
jaar geleden, en van de Spanjaarden
liggen 30,000 man in de hospitalen,
alleen te Havana. Het is de gele
koorts, en niet de vijand, die zooveel
Spaansche soldaten buiten gevecht
heeft gesteld.
Merkwaardige staaltjes van bruta
liteit van de opstandelingen en van
slappe oorlogvoering door de Span
jaarden deelt de correspondent mede.
Eenige maanden geleden drongen 300
a 400 Cubanen een voorstad van
Havana binnen en hielden verschei
dene uren de straten bezet. Op het
grondgebied van de stad wera on
langs een brug ondermijnd, vlak hij
een der forten van generaal Weyler.
In de buurt van een Spaansch blok
huis schoten de opstandelingen op
een trein, enz.
En daartegenover de bewering dat
de Spanjaarden, wanneer zij uitgaan
op een tocht, gewoonlijk zorgen des
avonds voor het eten weer thuis te
zijn. De soldaten zijn grootendeels
tusschen de 18 en 25 jaar oud en
worden zonder eenige oefening naar
het binnenland gezonden.
Dit alles is de schuld der Vereenigde
Staten, zegt deze Engelschman. In
den beginne zou de opstand in drie
maanden tjjds onderdrukt zijn, wan
neer de Amerikanen de opstandelin
gen niet zedelijk en stoffelijk hadden
En de toekomst? De Cubanen roe
pen om onafhankelijkheid. De zaak
gelastigde van de „Cubaansche Re
publiek" te Londen, de heer José
Zayas, zeide dezer dagen aan een
interviewerDe oorlog kan geen 12
maanden meer duren. Wjj weigeren
autonomie. „De onafhankelijk of
sterven" is onze lens.
Daartegenover beweert Reuter's
berichtgever, dat geen vertrouwen
zou heerschen in eenige Cubaansche
regeering. De Yereenigde Staten zou
den de bescherming van het eiland
op zich moeten nemen.
STADSNIEU WS.
eerste en tweede pagina.
Haarlem, 18 Oei 1897.
Door de Haarlemsche Bachveree-
niging worden in dit seizoen zes
concerten gegeven, waarbij als solis
ten zullen optreden de neeren A.
Silati uit Leipzig, piano, W. Bur-
mester uit Weimar, viool, E. Risler
uit Parijs, piano, A. Serato uit Mi
laan, viool, en de dames C. Landi
uit Leipzig, alt en R. Ettingen uit
sopraan.
De herfst heeft ons nog een zomer
dag gegeven, 't Was Zondag een
temperatuur als in Juli en de wan
delaar had zich kunnen verbeelden
dat we die maand nog hadden, wan
neer niet het gebruinde gebladerte er
geweest was en aan den horizon de
eigenaardige blauwe herfstnevel. als
een dunne sluier van weemoed han
gende over het rrooljjke gezicht der
natuur.
Er werd veel gewandeld, misschien
nóg drakker gefietst, ja er werd nog
in open rijtuigen getoerd. Langs de
Leidschevaart staken tal van made
liefjes de kopjes nog omhoog en in
den zachten wind, onder het volle
schijnsel van de waarlijk nog warme
zon, moet menigeen een gevoel van
dankbaarheid hebben gehad voor deze
heerlijke toegift op den vervlogen
zomer.
Haarlem-Zandvoort Spoorweg
Maatschappij.
Maand Juni 1897.
Opbrengst reizigers f 9556.26
idem goederen 1218.395
idem diversen 94.27
lang van het gemeenebest. Dat is ge- verband met de daling die de hoofd
schied, beter dan ik het zon vermogen. I som der kohieren heeft ondergaan
En daarom nog slechts eenige per- op zich zelf reeds tot verhooging van
soonlijke herinneringen aan de beide het aantal opcenten, het bepaak! sub
Staatslieden wier namen ik Teerst art. 12D van laatstgenoemde
De opvoering door het gezelschap
Prot in de groote zaal der Socië
teit Yereeniging van de operette
Hurry-Hurry heeft Zondagavond veel
succes gehad. De zaal was zeer vol.
Heden, Maandagavond, wordt naar
men weet, hetzelfde stuk vertoond
voor de leden en hnnne dames. Ook
dan zal er veel publiek wezen.
De operette beantwoordt volkomen
aan haren naam; de opzet van de
historie, de vergissingen en ver
wisselingen die erin voorkomen, maken
het tot een echte „hurrie". Intusschen
geeft het zich ook niet uit voor hooge
kunst, maar enkel voor lachsucces en
dat is het, dank vooral aan de mede
werking van mevrouw Buderman-
van Djjk en van mevrouw Albregt.
Haarlemsche Tooneelclub
D. I. N. D. U
Zaterdagavond te tien uur gaf
deze Tooneelvereeniging wier le
den, daar zjj bakkersgezellen zjjn
niet vroeger kunnen bijeenkomen
in de groote zaal van „Felix Favore"
hare eerste uitvoering. De zaal was
niet zoo heel druk bezochtmaar zy
die verzuimden of verhinderd waren
op te komen, hebben heel wat ge
mist. Het spel toch mocht vrjj goed
worden genoemd. De tooneelclub
kwam met twee tooneelstukies voor
den dag „De Wees uit bet gebergte'
drama in vier bedrijven en „Dirk
Nergens thuis", blyspel in éen be-
drjjf. Met beide behaalde de Too
neelclub heel wat toejuichingen, die
inderdaad ook waren verdiend. Met
een bal werd de avond besloten.
Tezamen f 10868.926
Per dag en per kilometer f 42.62.
De heer Joh. L. Swets Jr. uit
Amsterdam heeft gisteren, Zondag,
het record Amsterdam—Haarlem en
terug trachten te verbeteren. Dit lid
van ae Athletenclub had gedacht den
weg binnen 2 uar 45 min. af te leg
gen, en het is hem ook gelukt. Hjj
deed er over 2 uur 34 min. en 48
sec.vertrekkende van het café „Een
honderd roe" aan den Haarlemmer
weg. Wanneer men weet. dat gewoon
lijk over den weg naar Amsterdam
heen en terug 5 uur wordt gedaan,
kan men eenigszins nagaan de snel
heid, waarmede de heer Swets heeft
geloopen.
noemdeHeemskerk en v. d. Hoeven.
Het is een zonderlinge beschikking
dat deze mannen elkander zoo snel
in den dood zijn gevolgd. Zij waren
neven en tegenstanders in de po
litiek. En van aer Hoeven sprak eens
in de Kamer van „het bijeengeraapte
kabinet-Heemskerk." Maar zij waren
vrienden, zooals mannen van tegen
overgestelde overtuiging elkander
waardeeren kunnen.
Naast punten van overeenkomst—
beiden waren klein van stuk, beiden
hadden vrjj sterk geteekende gelaats
trekken, beiden waren hulpvaardige,
vriendelijke menschen stonden
groote verschillen. Heemskerk is nim
mer geweest een man van scherp be-
lynde politieke beginselen, v. d. Hoe-
ven's politiek was er een uit éen stuk.
Heemskerk sprak vrij slecht en zacht
soms onhoorbaarv. d. Hoeven
was een uitmuntend redenaar met
een groot geluid, geheel in
ling met zijn kléine figuur.
Die zekere onvastheid, die in
Heemskerk den staatsman kenmerkte,
schijt ook in zijn particulier leven
den minder zelfstandigen mensch te
hebben gevormd. Hy rookte byv.
nimmer in zyn woning, waar rooken
door de vrouw des huizes streng
verboden was hy ging daartoe na
den eten naai- de „Wittewaar men
hem op de leeskamer kon vinden,
met een„kleintje" koffie. Hij bleef
tot oh hoogen leeftijd jeugdig in zyn
gewoonten, jeugdig van harte blijk
baar ook een eigenschap die te
benijden is, al voert zy ook een en
kele maal den bezitter wat verder
van den huiselijken haard dan strikt
genomen wel goed is.
En zoo men van Heemskerk mis
schien niet kan spreken als van „een
groot man" het enkele feit, dat
hjj driemaal geroepen werd een ka-
binet te formeeren, stempelt hem tot
een man van beteekenism de historie
des lands.
Thans kom ik tot de gemeentelijke
geschiedenis, histoire contemporaine.
Een geschiedenis met een bijsmaakje,
omdat er van belastingverhooging
sprake is.
Bij het onderzoek der gemeente-be
grooting in de afdeelingen van den
gemeenteraad is natuurlijk gevraagd
waar de voorgestelde verhooging der
opcenten op het personeel en van den
Yan stellig meer dan Haagsch be-1 hoofdelijken omslag vandaan kwam?
lang is het overlijden van een drietal I Het antwoord luidt woordelijk
mannen tot wie gansch de natie met „Waarin de aanhef van de Mem.
eerbied opzagHeemskerk, des Amo- van Toel. wordt gesproken van „wjj-
rie van der Hoeven, de Vos vanzigingen in de belastingwetten ge-
Steenwjjk, een drietal staatslieden van1 bracht" hebben B. en W. 't ook niet
wie in waarheid kan worden getuigd: alleen op de wet tot regeling der
qu'ils ont bien mérité de la patrie. personeele belasting, maar ook op de
De Pers, het dagblad heeft menig- j wet tot regeling der financieele ver
maal de taak te vervullen van de houding tusschen het Rijk en de ge-
klok in Schiller's wereldberoemd lied: meenten en herziening der algemeene
mortuos plango. Ook zy heeft de I regelen ten aanzien der plaatselijke
dooden te beweenen. Maar zij heeft I belastingen.
vooral waar't groote burgers van den „Leidt toch, wil men uit opcentenvllu gwunom,,
Staat geldt, recht te doen wederva- j hetzelfde bedrag blijven ontleenen,1901 van kracht de vigeerende ver
ren aan hun verdiensten in het be- invoering van eerstgenoemde wet in1 ordening. Maar hoe komen B. en W.
BINNENLAND.
HAAGSCHE BRIEVEN.
Een mijner collega's klaagt in zijn
brief van heden, dat er zoo weinig
nieuws is, als men het essentieel
Haagsche niet mederekent. Nu, dat
is volkomen waar, maar ik meen, dat
een Haagsch briefschrijver juist zou
te kort komen, indien hij verzuimde
te melden wat belangrijk is voor de
stad, waaruit hy schrijft.
t de
regeling van de progressie \;m het
aantal opcenten boven de 50) is oor
zaak dat dit aantal nog hooger moet
worden gesteld dan anders het geval
zou zyn.
„Voorts mag niet uit het oog wor
den verloren, dat overeenkomstig de
voorschriften, vervat in de wet van
24 Mei 1897 by art. 2 der verorde
ning op den hoofdelyken omslag door
den Raad vastgesteld, is bepaald dat
van het vereenigd bedrag van het in
komen volgens ae aangegeven grond
slagen verkregen voor de berekening
der belasting f200, wordt afge
trokken (hetgeen alleen gerekend naar
het getal primitieve aanslagen over
1897 ad 17170 reeds een verminde
ring in het belastbaar inkomen geeft
van 17170 maal f 200 is f 3.434.000—
„Ten slotte zij herinnerd dat door
de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal niet is tegemoet gekomen aan de
bezwaren tegen art. 11E (aanslag bü
tijdelijk verblijf) van het gewijzigd
ontwerp van wet tot regeling der
financieele verhouding tusschen het
Rjjk en de gemeenten on herziening
der algemeene regelen ten aanzien
der plaatselijke belastingen, door den
Raad ingebracht."
Vervolgens vroeg men een verkla
ring van de cijfers en kreeg tot be
scheid
„De voorgestelde ramingen, waar
mede dc Commissie voor ae gemeen-
tefinanciën zich heeft vereenigd, zijn
gegrondwat betreft den hoofdelijken
omslag op de opbrengst van het voor
gaande jaar in verhand met de laatst
bekende kohieren, waarbij tevens reke
ning moest worden gehouden met den
aftrek ad f200,— hierboven vermeld
en met het wegvallen van enkele
klassen van de taoellen, vervat in art.
3 der vigeerende verordening op den
hoofdelyken omslag, en wat betreft
de opcenten op het personeel op de
vermoedelijke hoofdsom der kohieren
over 1897, berekend volgens de by
het indienen dor begrooting bekende
gegevens en met inachtneming van
een progressie, als bedoeld bij het
nieuwe art. 247 dev gemeentewet.
Intusschen blijkt thans,dat bedoelde
hoofdsom een hooger cijfer bereikt
dan waarop bij het indienen der be-
footing kon worden gerekend, zoodat
en W.. in overeenstemming met
de commissie van bijstand thans voor
stellen, de opbrengst van 100 opcenten
uit te trekken op f 865,000.
In verband met het bovenstaande
wordt tevens door B. en W. voorge
steld, den hoofdelyken omslag te
heffen naar een percentage van 3
pCt. in stede van 3,2 pCt.
In deze financieele beschouwingen
is éen ding onduidelijk en éen duide
lijk.
Sedert de wet van 24 Mei 1897 in
werking trad, is de verordening op
den hoofdelyken omslag niet herzien.
Tenzy dit geschiedt, blijft dus tot
Bewerkt naar hei Engelech.)
HOOFDSTUK V.
Een wreeds wraakneming.
^ta toch stil 1" zeide hy, toen wij een goed eind van
ePommiersstraat" hadden afgelegd. „Wjj zijn nu ver
Er is geen gevaar meer en we behoeven ons
niet zoo te haasten. Wy moeten nog een heel eind
•en, want wy zullen in dit gedeelte van Londen
i^cab" kunnen krygen."
ri) sloegen de richting in van het kwartier „des Mi
es". De straten waren verlaten. Wy ontmoetten al-
een poiltieagent, die niets zeide, toen hy ons zag.
keek ons nieuwsgierig na, zeker veronderstellende
Taras mij uit het water had gered, daar zijn klee-
evenals de mijne, nat en bemodderd waren. Wy
'n eenigen tyd zwijgend naast elkaar voort, totdat
f op gedempten toon ontroerd tot my zeide
ben u het leven verschuldigd, beste meid, neen
dan^het leven mijn vrijheid."
„Hoe konden zjj u die dan ontnemen?"
„Men heeft my bedrogen. Ik dacht, dat die zwarte
man myn vriend washij was een vyand, een vreemde
politieagent."
-En die drie anderen behoorden zy ook tot de
politie."
„Ja, zoo gy wilt."
„Wilden zy u vermoorden
„Nog erger dan dat! Zy hadden plan my naar myn
land terug te voeren."
„Gij hebt toch geen kwaad gedaan?"
„Neen, tenminste niet in den zin, wat wy onder
kwaad verstaan."
„Ik dacht dat de politie het alleen op zulke arme
wezens als ik had begrepen, omdat wy verdachte in-
dividus zyn, zooals zij zeggen."
-In myn land letten zjj niet op stand, het is bjj ons
geheel anders dan hier."
„Dan is nw land wel slecht, als het nog slechter is
dan Londen 1"
„Er heerscht overal veel kwaad."
„Wat zyt gjj van plan met dien gemeenen, ge
bochelden kerel te doen?"
„Hem op een afstand honden."
„Maar veronderstel eens, dat gy hem in de engte ge
dreven hadt, zoudt gy hem dan niet van kant gemaakt
hebben
„Dan zou ik een moord begaan."
„Slecht 1 Een moord 1 Neen, gy zoudt niets anders ge
daan hebben, dan wat hy in nw plaats, als hy er de
kans toe had' gezien, zou doen."
i^Zoo zouden dieren maar geen menschen handelen.
Zóó doen zoa geljjk staan met een misdaad, en wjj
moeten ons niet door de lust tot wraaknemen laten be-
heerschen. Denk eens aan, vriendinnetje, welk een
ellende zoo'n daad na zich zou slepende schande,
zich uitgesloten te zien van den omgang met onschuldi
ge, reine vronwen en eerljjke mannen het gevoel
te hebben, dat men niet meer waardig is een kind te
omhelzen."
Hjj zeide nog veel meer, maar ik luisterde niet, ter
wijl de gedachte aan de twee mannen, die ik in de
vlammen had laten omkomen, mjj zeer terneer drnkte
ik had ze vermoord en wat nu volgde dat kon ik
wel nagaanik zou voor altjjd van Taras moeten
scheiden. Een flauwte overviel mjj en ik wankelde;
Taras stond dadelijk stil en ondersteunde my.
„Gij zjjt doodeljjk vermoeid. Laten wy hier even op
dié stoep gaan zitten."
„Neen, laten we verder gaan; ik zal niet meer zoo
dwaas zyn."
Hjj nam myn arm in den zjjne en zeide my, dat ik
goed op hem steunen moest, en wy spoedig ons doel
bereikt zouden hebben. Ik verlangde niet liever, dan
maar altyd zoo door te loopen en nooit aan het einde
van onzen tocht te komen.
-Vertel mjj vratvroeg ik hem.
Hjj probeerde een vrooly'ker onderwerp op het tapjjt
te brengen, maar ik wilde hier niets van hooren-ver
tel mjj van dien zwarten kerel en politiezaken," zeiae ik.
„Dngo is slechts een werktuig in de handen van an
deren; ik ben hem volstrekt met kwaad gezind. Hjj
wordt voor zjjn diensten betaald, en gehoorzaamt als
een soldaat zjjn meerdert. Iemand, die eenvoud!; een
wet ten uitvoer brengt, is geen misdadiger, maar wel
de denker, die de wet maakt."
Hjj sprak daarna over veel dingen, die ver boven
myn bevatting warenmaar dat kon mjj weinig schelen.
Zyn stem klonk mjj als een liefelijke muziek in de
oorenzjj deed alle zachte snaren in mijn gemoed tril
len en wekte aandoeningen in my op, die ik te voren
nooit gekend had. Als ik nu aan dit oogenblik terugdenk
komt net mjj vreemd en onverklaarbaar voor, dat deze
gevoelens als 't ware van zelf in mjj ontwaakten, in
mjj, die tot nu toe ongevoelig was gebleven voor de
meest natuurlijke aandoeningen.
Het is het best te vergelyken bjj de gewaarwording,
welke iemand ondervindt, die jaren lang van het gezicht
verstoken is geweest, en plotseling in staat is het pano
rama van een voor hem onbekende wereld te zien.
Wy sloegen een zijstraat in en stonden eindeljjk stil.
Het was een groot huis, waar Taras aanbelde; byna da
delijk werd ae deur door een blonde vrouw en haar
echtgenoot geopend. Zjj verwachtten Taras met de drie
individu's, die, zooals men hen gezegd had, vrienden
van hem waren. Stom van verbazing keken zjj rnjj
aan, toen wjj het magazijn, een tabakswinkel, binnen
traden, en Taras hun in zyn eigen taal het voorgeval
lene meedeelde.
Toen hjj alles had verteld, greep de man mjjn beide
handen en drukte ze hartelijk, zeggende, dat zoolang
zjj leefden, het my nooit aan vrienden en beschermers
zou ontbreken. Zjj kon niet veel meer dan Ja" eu
„neen" in het Engelsch zeggen, maar ik geloof toch,
dat zy de woorden van haar man verstond, want zjj