Tweede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
PRINS BORGENSKY.
15e Jaargang.
Woensdar 20 October 1897,
Mo 4388
HAARLEM'S DAuBLAD
A^C2nTJSTEME1TTSPBIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20
7oor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden"„1.30
Franco floor het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco pèr post0.B?3,c
-AJD~V -HLfcOTElItTTXEJrsr
1.-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Gts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer f22.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangere G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel. Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1-5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek rijnBloemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZand voort, G. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNS; RülegomA RTF. HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
Het heeft reeds de opmerkzaamheid
etrokken, dat Turkije zyn belofte
ra Thessalië te ontruimen met zijne
roepen meent te moeten nakomen,
oor zijne troepenmacht daar te ver-
Ierken. Als een bewijs dat aan een
ioedig vertrek uit die streken nog
et sehynt te worden gedacht, kan
el gelden, dat vele turksehe offieie-
en juist den laatsten tijd hun harems
aar het bezette gebied hebben doen
omen. Bovendien, aldus beweert de
orrespondent. te Konstantinopel der
landard, gaat de regeeriDg steeds
oort met het nemen van oorlogs-
jerustingen voor welk doel, dat
ragen de meeste Turken zichzelf
erbaasd af. In de laatste veertien
agen ztjn 5 Iradés uitgevaardigd.
De eerste Irade beveelt de mobi-
satde van vijftig bataillons in Ana-
oliëde tweede geeft den opper-
evelhebber van het derde legercorps
evel onmiddellijk twintig bataillons
eregelde troepen naar Thessalië te
enden, ter vervanging van de twin-
gduizend Redifs, die sterk onder
en invloed van het klimaat moeten
iden.
Deze Redifs zullen noch naar de
nlgaarsche, noch naar de Montene-
rpsehe grens worden gezonden,
och gereed worden gehouden om op
et eerste bericht met gezegelde
■ders te kunnen vertrekken.
Bg de derde Irade wordt bevolen
>t de opperbevelhebber van het
arde legercorps te Erzinghian veer-
s bataillons mobiliseerde in baar
olie sterkte, opdat dit legercorps zal
estaan uit acht divisies. Vermoede-
jk zullen nog vier reserve-divisies
oor dit legercorps gevormd worden.
De vierde Irade bepaalt, dat de
lamidieh cavalerie voortdurend op
set van oorlog moet gehouden wor-
en, terwgl bjj de vyfde Irade de
enoeming wordt gelast van eenspe-
iale commissie tot'het inspecteeren
in alle depots, magazijnen enz.
De turksehe Porte is het nog niet
eheel eens met de mogendheden
ter de wyze om den toestand op
[reta op bevredigende wyze te ver
eteren.
Zij heeft het beginsel der Kreten-
er Autonomie aangenomen, maar kan
iet meegaan met eenige wijziging
etreffende de onschendbaarheid van
iirkije, welke volgens de verklaring
er mogendheden zelf, moet gehand-
aafd worden. De Porte is van oor-
el, dat het de plicht van Torkije
een einde te maken aan den Kre-
.zer opstand, daar de mogendheden
etoond hebben, hiertoe niet in staat
i zijn. Daarom mag de Porte het
mgtrekken der Turksehe troepen
et dulden. En tevens behoudt zij
ch het recht tot het benoemen van
en buitenlandschen goeverneur voor.
Het bericht van de Daily Chro-
kle, dat lord Salisbnry als engelsch
premier om gezondheidsredenen zou
aftreden, is tegengesproken en als
zonder eenigen grond gekenmerkt.
Toen keizer Wilhelm hij zijn bezoek
aan Hongarije te Budapest den veel
besproken toast uitsprak, waarin hij
zich uitliet over het hongaarsche volk
en zijn verleden, zal hij niet gedacht
hebben dat de geestdrift, die daardoor
is opgewekt, zoo vurig en langdurend
zou zijn, dat de uitwerking daarvan
zich nog uit Zooals men weet had
Wilhelms rede tot gevolg, dat Frans
Jozef besloten heeft tien standbeelden
voor beroemde Hongaren op te rich
ten. Welnu, gisteren ontving hij eene
delegatie uit de Hongaarsche Kamer
om hem voor dit plan dank te zeggen.
In zijn antw oord zeide de keizer
zich gelukkig te gevoelen, door de
ervaring dat zijn vaderlandslievende
bedoelingen worden begrepen door
de bevolking, die daardoor toont met
hem gemeenschappelijke gevoelens te
bezitten. Hy dankte voor de verze
keringen van trouw en gehechtheid
en sprak zijn overtuiging uit, dat het
volk algeheele toewijding zal schenken
aan den arbeid voor de welvaart van
het vaderland.
Uit nadere berichten uit de Zuid-
Afrikaansche Republiek is gebleken,
dat de door sommige bladen tegen
dr. Leyds ingebrachte beschuldigin
gen, waarvan in een vorig overzicht
melding is gemaakt, hierin bestaan, dat
men beweert dat hij en de andere léden
van de regeering een geldelijke toe
lage van de dynamiet-maatschappy
ontvangen, om daardoor bun invloed
aan te wenden wat betreft het tegen
houden van de prijsverlaging van het
dynamiet.
Het verslag van de sub-commissie
uit den Volksraad over de conclusie
van bet rapport der nyverheidscom-
missie is Maandag verschenen. Het be
veelt een vermindering aan van tien
shillings op den pry's van een kist
dynamiet, een verlaging van de spoor
wegvrachten voor myn-l. enoodigdhe-
den, die geschat wordt 200,000 pond
per jaar te vertegenwoordigen, ver
mindering van het douane-tarief voor
voedingsmiddelen en verhooging er
van voor voorwerpen van weelde, en
geeft den raad een Zuid-Afrikaansche
conferentie te houden over den arbeid
door inboorlingen. Het verslag zal
ondeiworpen worden aan de goed
keuring van den Volksraadmen
verwacht een warm debat er over.
STADSNIEUWS.
eerste en derde pagina.
Haarlem, 19 Oct. 1897.
Aan de teekenschool te Edam zal
voortaan ook onderwys worden ver
strekt in de houtsnijkunst. Als leider
by dit onderwijs zal optreden de heer
J. G. Veldheer te Haarlem,
't Was Maandagavond, toen voor
de leden der sociëteit Vereeniging en
hunne dames de operette „'t Loge
ment Harry Hurry' gegeven werd,
in de groote zaal nog voller dan Zon
dagavond, zóo zelfs dat een paar hon- j
derd toeschouwers hun toevlucht;
moesten zoeken op de gaanderij.
Het stuk behaalde weder veel suc
ces en vooral om het tweede bedrijf,
dat dan ook zeer amusant is, werd
hartelijk geschaterd. Mevr. Albregt,
de onvermoeide, had veel genoegen
van hare coupletten, waarby ook een
persifflage was op 't onmogelijke kip-
penbruggetje over den Kruisweg.
Maandag a.s. komen de Royai Hand
Bell-ringers, de bekende klokkenspe
lers, hier weer voorstellingen geven.
:s-Middags zal 't zijn voor de kinderen
(een onderwijzer die met een heele
klasse komt betaalt maar een dub
beltje per persoon) en 's-avonds voor
volwassen personen.
Zij, die vroeger dezeklokkenartisten
hebben gehoord, zullen zeker niet
nalaten de kennis te hernieuwen.
BINNENLAND.
Uit de „Staatscourant".
Kon. besluiten.
Benoemd t.ot lid van het college van
regenten over de bizondere strafge-'
vangenis voor vrouwen te Gorinchem,
J. C. Heuff, civiel-ingenieur, wonende
aldaar.
Met ingang van 1 November 1897
is benoemd tot commies der posteryen
van de 4de klasse L. J. Lyklema,
thans surnumerair der posterijen en
telegraphie. met bepaling, dat hy rang
zal nemen onmiddellijk na den com
mies der posterijen van de 4e klasse
O. Koedamen zijn bevorderdtot
commies der posteryen van de 2de
klasse A. G. van Oldenbarneveld,
genaamd Witte Tullingh, A. P. S.
van Galen, F. W. Immink, allen
thans commies der posteryen van de
3de klassetot commies der poste
rijen van de 3de klasse H. W. van
der Meulen, J. Ottens, beiden thans
commies der posterijen van de 4de
klasse.
Met ingang van 15 October 1897,
aan den commies der posterijen van
de 2de klasse T. de Groot,voor den tijd
van twee en een half jaar verlof ver
leend, buiten bezwaar van 'sRyks
schatkist
Ministerie van buitenlandsche za
ken. De heer Paul Meille, ingevolge
koninklijke machtiging benoemd tot
vice-consul der Nederlanden te Turijn,
is in die hoedanigheid door de Itali-
aansche Regeering erkend.
De heer Pyttersen, lid van de
Tweede Kamer, heeft aan de Kamer
kennis gegeven, dat hij, met het oog
op de plannen der regeering tot con
centratie der landbouwbelangen, de
behandeling zyner motie van orde,
betrekkelijk het toezicht op de boter
op dit tijdstip ontijdig acnt en die
j motie daarom intrekt. Deze zal nu
j van de lyst van werkzaamheden wor-
den aigevoerd.
De werkstaking te
Wormerveer.
De werkstaking te Wormerveer aan
de olieslagerij „de Engel", der firma
Crok Laan, duurt nog steeds voort
Een onderhond tusschen patroon en
stakers, Zaterdag gehouden, heeft tot
geen bevredigende uitkomst geleid,
zoodat de fabriek nog stil staat. Te
Zaandijk is men reeds begonnen met
een lijst te loopen om giften voor de
werkstakers in te zamelen. Te Wor
merveer wordt van de zijde der werk
lieden een strooibiljet verspreid,
waarin uitvoerig de staking wordt
besproken. In dit biljet wordt alleen
de loonskwestie behandeld.
Inbraak.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag j.l. is ingebroken in de consisto
riekamer der Ned. Herv. kerk te Koog-
aan-de-Zaan. De brandkast werd
geforceerd en een geringe geldsom
ontvreemd. Het aanwezige bedrag
moet slechts enkele guldens hebben
bedragen. Een begin van brand, door
petroleum bevorderd, heeft zich be
paald tot een gat in den vloer, en is
vermoedelijk gebluscht door gebrek
aan lnchtstrooming, aangezien de
kwaadwillige(en) de deur had geslo
ten. Deze inbraak is binnen korten
tyd de derde in die gemeente.
Zondagmiddag werd in het Noord-
bollandsehe Kanaal, onder de ge
meente Akersloot, opgevischt het lyk
van den man uit "Wormerveer, die
hij de de vorige week plaats gehad
hebbende aanvaring van de stoom
boot Diana, der firma Zur Miihlen
om 't leven gekomen is.
Een merkwaardige HeuveL
In den Limb. Koerier lezen wy bet
volgende:
Aan de oostzijde van de thans ont
gonnen broekgronden van Echt, aan
de bekende Pepinusbrug ligt een wei
nig bekende, tot nog toe, naar wy
meenen, niet beschreven heuvel, die
om zijn vorm, ligging, omgeving en
samenstelling eene nadere beschry ving
wel waard geacht mag worden.
Hy kan een acht meter hoog zijn,
eene middellijn hebben van twintig
meter en is omgeven van breede
frachten, die thans verzand en met
iezen begroeid zijn. Een enkele dyk
voert er heen. De heuvel is geheel
begroeid met bramen; eikenslaghout
en distels steken hier en daar hunne
purperkleurige koppen boven de strui
ken uit. Zwermen muggen, uit de
doornstruiken gonzende, maken 't be
zoek in den zomer niet aangenaam.
Zooals die heuvel daar ligt, op den
rand van het vroegere moeras, is
't een zonderling verschijnsel. En
wanneer men hoort wat het volk er
over vertelt, wordt de zandberg nog
zonderlinger en interessanter. Geen
Putbroeker is 's- avonds graag
in de nabijheid van den Bolle-
berg, want 't spookt er. De tradi-
tioneele geldkist zit er ook, en wie
ze krijgen wil, mag by 't opgraven
niet spreken, daar de kist anders
steeds dieper zinkt.
Een ander vertelt u, dat op den
Bolleberg een oud klooster der Kar- j
thuizers gestaan heeft, dat de klooster
lingen vermoord zyn en 't gebouw
verwoest is.
"Velen hebben zich aangetrokken
gevoeld, om de geheimzinnige hoogte
eens te doorzoeken. Sporen dezer op
gravingen ziet men er genoeg. De
timmerlui uit den omtrek hebben den
Bolleberg steeds beschouwd als een
onnitputbare bron van leien, die ge
schikt zyn om beitels te slijpen. Want
inderdaad de heuvel ber^. een bizon
der groote hoeveelheid zeer dikke en
zware leien in de blauwe en bruin-
roode kleur, naast lood van 't inge
storte dak en zandsteen van de muren
der sterkte of van het huis dat hier
eens stond.
In vorm komt de Bolleberg veel
overeen met den Koppelberg te Die
teren, den Schuttersheuvel te Brüg-
gelchen, een uur verder op de Prui
sische grenzen gelegen. De Bolleberg
is bezet geweest met een gebouw.
Of 't een klooster geweest is of wel
een sterkte, die als een uitlegger van
't sterke huis Montfort te beschouwen
was, zou een nader onderzoek moeten
uitmaken.
Opmerking verdient bet, dat men
in de Montforter broekgronden en in
de naby gelegen dennebosschen van
tyd tot tijd steenen bijlen, vuursteenen
zagen, wiggen en andere werktuigen
uit het steentijdperk vindt-, waarbij
bier en daar bronzen voorwerpen
liggen. Zy wijzen op de vroegtijdige
bewoning dier gronden. Eenige daar
gevonden voorwerpen zyn reeds aan
't museum der R. H. Burgerschool
te Roermond geschonken, terwijl
andere exemplaren nog bij schrijver
dezes berusten.
Weet soms een der lezers het raad
sel van den Echterbosscher Bolle
berg op te lossen en uit te maken,
welk gebouw daar vroeger zoo een
zaam stond aan de grens van het
donkere Echterwoud en van demoe
rassen. waarin de voertuigen van
Pepijn bleven steken?
VAN BEURDEN.
Den schrik gekregen.
De Friesche Ct. schrijft uit Leeu
warden Blijmoedig fluitend wandelde
op een onzer singels een amateur-
photograaf. Af en toe stond hij stil,
taxeerend de diepte en 't licht-effect,
maar toch scheen 't niet te zyn wat
hij zocht. Weer staat hij stil en nu
toch schynt hy bevredigd. Een ry
schepen, een molen met boomen op
den achtergrond en links een brug.
Behoedzaam stelt bij in. Daar duikt
plotseling van uit het vooronder een
schippersvrouw op, nog niet geheel
en al gekle
tachtig. Met een ruk grypt hg zga
toestel van den grond en loopt
loopt
Men heeft hem er nooit wc ge
zien. In een courant stond: 7 ^oop
een zeer weinig gebruikt a::.Ateiir-
photographie-toestel, form, :o bij 13.
Zekere Hoegen te Buchten, ge
meente Born (L.) had ruzie met zijn
buurman over het dichtmaken van
eene kuil, waarby de vrouw vau H.
ook tegenwoordig was. Toen zy zag
dat beide mannen tot daden overgin
gen. ging zy naar binnen een geweer
halen en schoot den buurman ia den
schouder. Gelukkig is de wonde niet
levensgevaarlijk.
Duikers.
In de spoorhaven te Zuidbroek arri
veerde dezer dagen een vaartuig met
een nieuwe machine voor een stoom-
olieslagery. By het ophalen brak ech
ter de kraan en de machine plofte
met alle ap- en dependenties in 't wa
ter. Een deskundige nam op zich om
het gevaarte te lichten, wat ook ge
deeltelijk gelukte.
Een zware ijzeren cylinder was
echter met geen mogelijkheid van
zyn plaats te brengen. Er word nu
naar duikers gevraagd, maar daar
dezen veel geld zouden kosten, besloot
men het gedeelte der haven af te
dammen. Maar ook dit baatte niet,
daar ook nu nog de weerbarstige cylin
der zich aan het modderbed, waarin
hy was neergezakt, bleef vastklem
men.
Daar meldden zich twee manuen
aan om voor f 45 den cylinder boven
water te brengen. De een was een
dansmeester en de ander eeu
scharenslijper. Hoewel de eigenaar
niet veel vertrouwen stelde in deze
nieuwe duikers, nam hy toch het aan
bod aan en beloofde nog f 10 boven
dien.
En ziet, de heeren duikers lieten
zich, met een spons in den mond. in
't water neerglyden, krabden 'tzand
onder den cylinder weg, sloegen toen
een ketting om 't gevaarte en haaiden
het daarna op.
Ze hadden binnen een uur f 55,
verdiend.
gekleed en met
haren. Een oogenblik tuurt ze" naar
den niets kwaads vermoedenden ama
teur en begint dan luidkeels te
schreeuwen„PierPiersmiet die
kerel met die zwarte doek daar weg.
1 Hij wil mij ütporetteere
Haastig komen een paar schippers
j op den pnotograaf toeloopen met niet
i te miskennen bedoelingen.
't Photografenhart, slaat acht en
Koloniën.
Atjeh.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het gou
vernement Atjeh en onderhoorigheden
loopende van 28 Augustus tot en
met 10 September wordt het volgends
ontleend
Groot Atjeh. In de IV, de VI en
de LX moekims werd de rust niet
verstoord.
In Lepong ontving het bestuur van
verschillende zijden de mededeeling,
dat T. Oemar de bovenstreken van
Kloewang had verlaten en zich naar
Lhong had begeven met het doel een
inval m het dal van Lam Tih te doen.
Den 7den Sept. bleken deze mede-
deelingen juist te zyn en kwam een
[{Bewerkt naar hei Engelsch.)
HOOFDSTUK VI.
Mijn laatste toevluchtsoord.
I
"Voor my bevond zich het magazyn en links van de
ap zag ik een deur half open staan. Hier kwam het
ent vandaan en door de opening kjjkend, zag ik Taras
een divan liggen slapen. Ik stond als verlamd en
on geen stap verder doen. De gedachte, dat ik hem
Q voor de laatste maal zag, kon ik niet verdragen;
an wanhopig gevoel maakte zich van my meester en
'ij niet langer kunnende bedwingen, sloop ik naar bin-
en en trad op de divan toe.
Ik viel op myn knieën, terwyl de tranen myn oogen
^duisterden, zoodat ik zyn gelaat niet kon zien. Efin-
Ijjk werd ik kalmer, en kon ik zyn gezicht onder
heiden het droeg dezelfde zachte, vnendelnke uit
lokking, die een zoo ongekend vreemd gevoel in mij
H opgewekt.
„Nooit in myn leven zal ik u vergeten," dacht ik
opstaande.
Zyn horloge lag op tafel en daarnaast een ring, die
ik aan zyn hand had bemerkt, toen ik het touw los
sneed, waarmede hy was vastgebonden. Ik nam den
ring mede, overtuigd dat by mij dit souvenir niet zou
weigeren.
Er hing een zware mist, maar uit de rosachtige tint
van de lucht en uit de arbeiders, die naar hun werk
gingen, maakte ik op, dat het spoedig dag zou
worden.
Ik wist volstrekt niet in welke buurt ik my bevond,
maar daar maakte ik my niet ongerust over. Myn
doel was Taras te ontvluchten, opdat hy mijn Üefelyke
herinneringen niet door zyn verwijten zou dooden.
Na eenigen tyd bemerkte ik aan de lange ryen kar
retjes en aan de viscblucht, die in myn neus drong,
dat ik dicht by de vischhal te „Billingsgate" was- lfc
liep de brug over en daalde de trap af naar de Tooley-
street, natuurlijk zonder een bepaald doel, maar alleen
omdat de mist hier dichter was en ik dus onbemerkt
kon doorloopen. Beneden aan de trap trok ik een stuk
veterband van myn rok, bevestigde hieraan den ring
van Taras en hing hem om myn hals.
Ik kan me niet goed meer herinneren wat er dien
dag gebeurde. Myn hoofd was nog veel te veel met de
gebeurtenissen van den vorigen dag vervuld, dan dat
enkele onbeteekenende voorvallen een indruk op mij kon
den maken. Ik weet dat ik honger had, my ellendig en
flauw voelde en nauwelijks de kracht had om my voort
te slepen. Ik liep maar altijd door, nergens een plaatsje
vindend om te rusten, totdat ik eindelyk by bet vallen
van den avond, toevallig in het „Greenwichpark" terecht
kwam. Daar legde ik mij op een bank te slapen.
Toen ik ontwaakte, regende hetmaar het was nog
zóó donker, dat ik zelis de boomen niet kon onder
scheiden. Inslapen was my onmogelijk, want myn lede
maten waren styf van de koude en zeer pynlyk. Ik
ging in doffe verslagenheid zitten, en wachtte den dag
af, onderwijl de dikke regendroppels tellend, die van
de boomen op de bank nedervielen. Door honger ge
dreven, vermande ik my, .stond op en sloeg de richting
naar de stad in.
Het was nog zeer vroegmaar de koffiehnishouders
hadden hun winkels reeds geopend, en ik zag aan de
beslagen vensters, dat Let er binnen zeer warm
moest zyn.
De eerste waar ik binnentrad zat vol menschende
bediende, had het zelfs te druk om ray aan te zien en
antwoordde op myn vraag om een aalmoes
„Ik heb geen tyd om aan bedelaars te gevenga
heen
En hy duwde mij op zy, met de handen vol ledige
koffiekoppen.
De volgende winkel was minder bezocht. In de kenken
zat een vrouw het vuur op te poken. Zy keerde zich
om, en zette de handen in de zyde, toen ik om eten
vroeg. „Ik heb geen geld, maar wil er wel voor wer
ken, voegde ik er by.
Als ik myn oude vodden had aangehad, dan zon zy
my wel wat gegeven hebben, want die menschen zyn
op hun manier nog liefdadigmaar myn kleeding wette
haar achterdocht op.
„Geen geld en aan zoo gekleed, in een japon dit ik
wel zou kunnen dragen 1 Wel waar kom je vandaan
En toen ik niet antwoordde vervolgde zy
„Gy zyt by uw meester weggeloopen, nadat gy hem
eerst een leelyke streek hebt gespeeld! Zeg maa: niet,
dat het niet waar is; want Let staat op uw gezicht
geschreven. Gy zoudt my niet op zoo'n manier aankij
ken, als gy niets kwaads hadt uitgevoerd. Neen, meisje,
zulke menschen kan ik niet gebruikenneen zeg ik
jemaak dat je wegkomt
De mist die my den vorigen dag voor de blikken
der voorbijgangers had gevrijwaard, was opgetrokken
en het regende nu hard. Terwyl ik de straten door
kruiste, bemerkte ik dat alle menschen me nazagen.
Twee winkeljuffrouwtjes met gefriseerd haar en voeren
op hun hoeden bleven met open mond voor me staan.
„Neen maar, Lise, kyk eens," zeide de eene. En ter
wyl ik hen voorbij liep, hoorde ik hen spottend lachen.
Het schouwspel was werkelijk grotesk genoeg om
hnn lachlust op te wekkeneen vrouw, eigenlijk nog
een kind, met een sombere, wanhopige uitdrukking op
het gelaat, netjes gekleed, zeer kalm in een stortregen
voortwandelende.
Ik voelde my veel te verslagen om te begrijpen, wat
er voor belachelijks aan my te zien was.
Een duizeling overviel my en ik sloeg een zysnraafc
in, hopende spoedig een bank te vinden; waar ik even
kon uitrusten. Door deze straat kwam ik in een buurt,
waar slechts enkele buizen en fabrieken stonden. Ik
liep maar altijd door, terwijl ik tot aan myn enkels in
de modder waadde. Meer slapend dan wakend, sleepte
ik myn beenen voort, totdat net floilje van een stoom-