Tweede Editie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. FEUILLETON. PRINS BORGENSKY. 15e Jaargang. Woensdar 20 October 1897, Mo 4388 HAARLEM'S DAuBLAD A^C2nTJSTEME1TTSPBIJS Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 7oor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden"„1.30 Franco floor het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco pèr post0.B?3,c -AJD~V -HLfcOTElItTTXEJrsr 1.-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Gts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer f22. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangere G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel. Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1-5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek rijnBloemendaal, Sandpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, SandpoortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZand voort, G. ZWEMMER; Velsen, W. J. RUIJTER Beverwijk, J. HOORNS; RülegomA RTF. HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Politiek Overzicht. Het heeft reeds de opmerkzaamheid etrokken, dat Turkije zyn belofte ra Thessalië te ontruimen met zijne roepen meent te moeten nakomen, oor zijne troepenmacht daar te ver- Ierken. Als een bewijs dat aan een ioedig vertrek uit die streken nog et sehynt te worden gedacht, kan el gelden, dat vele turksehe offieie- en juist den laatsten tijd hun harems aar het bezette gebied hebben doen omen. Bovendien, aldus beweert de orrespondent. te Konstantinopel der landard, gaat de regeeriDg steeds oort met het nemen van oorlogs- jerustingen voor welk doel, dat ragen de meeste Turken zichzelf erbaasd af. In de laatste veertien agen ztjn 5 Iradés uitgevaardigd. De eerste Irade beveelt de mobi- satde van vijftig bataillons in Ana- oliëde tweede geeft den opper- evelhebber van het derde legercorps evel onmiddellijk twintig bataillons eregelde troepen naar Thessalië te enden, ter vervanging van de twin- gduizend Redifs, die sterk onder en invloed van het klimaat moeten iden. Deze Redifs zullen noch naar de nlgaarsche, noch naar de Montene- rpsehe grens worden gezonden, och gereed worden gehouden om op et eerste bericht met gezegelde ■ders te kunnen vertrekken. Bg de derde Irade wordt bevolen >t de opperbevelhebber van het arde legercorps te Erzinghian veer- s bataillons mobiliseerde in baar olie sterkte, opdat dit legercorps zal estaan uit acht divisies. Vermoede- jk zullen nog vier reserve-divisies oor dit legercorps gevormd worden. De vierde Irade bepaalt, dat de lamidieh cavalerie voortdurend op set van oorlog moet gehouden wor- en, terwgl bjj de vyfde Irade de enoeming wordt gelast van eenspe- iale commissie tot'het inspecteeren in alle depots, magazijnen enz. De turksehe Porte is het nog niet eheel eens met de mogendheden ter de wyze om den toestand op [reta op bevredigende wyze te ver eteren. Zij heeft het beginsel der Kreten- er Autonomie aangenomen, maar kan iet meegaan met eenige wijziging etreffende de onschendbaarheid van iirkije, welke volgens de verklaring er mogendheden zelf, moet gehand- aafd worden. De Porte is van oor- el, dat het de plicht van Torkije een einde te maken aan den Kre- .zer opstand, daar de mogendheden etoond hebben, hiertoe niet in staat i zijn. Daarom mag de Porte het mgtrekken der Turksehe troepen et dulden. En tevens behoudt zij ch het recht tot het benoemen van en buitenlandschen goeverneur voor. Het bericht van de Daily Chro- kle, dat lord Salisbnry als engelsch premier om gezondheidsredenen zou aftreden, is tegengesproken en als zonder eenigen grond gekenmerkt. Toen keizer Wilhelm hij zijn bezoek aan Hongarije te Budapest den veel besproken toast uitsprak, waarin hij zich uitliet over het hongaarsche volk en zijn verleden, zal hij niet gedacht hebben dat de geestdrift, die daardoor is opgewekt, zoo vurig en langdurend zou zijn, dat de uitwerking daarvan zich nog uit Zooals men weet had Wilhelms rede tot gevolg, dat Frans Jozef besloten heeft tien standbeelden voor beroemde Hongaren op te rich ten. Welnu, gisteren ontving hij eene delegatie uit de Hongaarsche Kamer om hem voor dit plan dank te zeggen. In zijn antw oord zeide de keizer zich gelukkig te gevoelen, door de ervaring dat zijn vaderlandslievende bedoelingen worden begrepen door de bevolking, die daardoor toont met hem gemeenschappelijke gevoelens te bezitten. Hy dankte voor de verze keringen van trouw en gehechtheid en sprak zijn overtuiging uit, dat het volk algeheele toewijding zal schenken aan den arbeid voor de welvaart van het vaderland. Uit nadere berichten uit de Zuid- Afrikaansche Republiek is gebleken, dat de door sommige bladen tegen dr. Leyds ingebrachte beschuldigin gen, waarvan in een vorig overzicht melding is gemaakt, hierin bestaan, dat men beweert dat hij en de andere léden van de regeering een geldelijke toe lage van de dynamiet-maatschappy ontvangen, om daardoor bun invloed aan te wenden wat betreft het tegen houden van de prijsverlaging van het dynamiet. Het verslag van de sub-commissie uit den Volksraad over de conclusie van bet rapport der nyverheidscom- missie is Maandag verschenen. Het be veelt een vermindering aan van tien shillings op den pry's van een kist dynamiet, een verlaging van de spoor wegvrachten voor myn-l. enoodigdhe- den, die geschat wordt 200,000 pond per jaar te vertegenwoordigen, ver mindering van het douane-tarief voor voedingsmiddelen en verhooging er van voor voorwerpen van weelde, en geeft den raad een Zuid-Afrikaansche conferentie te houden over den arbeid door inboorlingen. Het verslag zal ondeiworpen worden aan de goed keuring van den Volksraadmen verwacht een warm debat er over. STADSNIEUWS. eerste en derde pagina. Haarlem, 19 Oct. 1897. Aan de teekenschool te Edam zal voortaan ook onderwys worden ver strekt in de houtsnijkunst. Als leider by dit onderwijs zal optreden de heer J. G. Veldheer te Haarlem, 't Was Maandagavond, toen voor de leden der sociëteit Vereeniging en hunne dames de operette „'t Loge ment Harry Hurry' gegeven werd, in de groote zaal nog voller dan Zon dagavond, zóo zelfs dat een paar hon- j derd toeschouwers hun toevlucht; moesten zoeken op de gaanderij. Het stuk behaalde weder veel suc ces en vooral om het tweede bedrijf, dat dan ook zeer amusant is, werd hartelijk geschaterd. Mevr. Albregt, de onvermoeide, had veel genoegen van hare coupletten, waarby ook een persifflage was op 't onmogelijke kip- penbruggetje over den Kruisweg. Maandag a.s. komen de Royai Hand Bell-ringers, de bekende klokkenspe lers, hier weer voorstellingen geven. :s-Middags zal 't zijn voor de kinderen (een onderwijzer die met een heele klasse komt betaalt maar een dub beltje per persoon) en 's-avonds voor volwassen personen. Zij, die vroeger dezeklokkenartisten hebben gehoord, zullen zeker niet nalaten de kennis te hernieuwen. BINNENLAND. Uit de „Staatscourant". Kon. besluiten. Benoemd t.ot lid van het college van regenten over de bizondere strafge-' vangenis voor vrouwen te Gorinchem, J. C. Heuff, civiel-ingenieur, wonende aldaar. Met ingang van 1 November 1897 is benoemd tot commies der posteryen van de 4de klasse L. J. Lyklema, thans surnumerair der posterijen en telegraphie. met bepaling, dat hy rang zal nemen onmiddellijk na den com mies der posterijen van de 4e klasse O. Koedamen zijn bevorderdtot commies der posteryen van de 2de klasse A. G. van Oldenbarneveld, genaamd Witte Tullingh, A. P. S. van Galen, F. W. Immink, allen thans commies der posteryen van de 3de klassetot commies der poste rijen van de 3de klasse H. W. van der Meulen, J. Ottens, beiden thans commies der posterijen van de 4de klasse. Met ingang van 15 October 1897, aan den commies der posterijen van de 2de klasse T. de Groot,voor den tijd van twee en een half jaar verlof ver leend, buiten bezwaar van 'sRyks schatkist Ministerie van buitenlandsche za ken. De heer Paul Meille, ingevolge koninklijke machtiging benoemd tot vice-consul der Nederlanden te Turijn, is in die hoedanigheid door de Itali- aansche Regeering erkend. De heer Pyttersen, lid van de Tweede Kamer, heeft aan de Kamer kennis gegeven, dat hij, met het oog op de plannen der regeering tot con centratie der landbouwbelangen, de behandeling zyner motie van orde, betrekkelijk het toezicht op de boter op dit tijdstip ontijdig acnt en die j motie daarom intrekt. Deze zal nu j van de lyst van werkzaamheden wor- den aigevoerd. De werkstaking te Wormerveer. De werkstaking te Wormerveer aan de olieslagerij „de Engel", der firma Crok Laan, duurt nog steeds voort Een onderhond tusschen patroon en stakers, Zaterdag gehouden, heeft tot geen bevredigende uitkomst geleid, zoodat de fabriek nog stil staat. Te Zaandijk is men reeds begonnen met een lijst te loopen om giften voor de werkstakers in te zamelen. Te Wor merveer wordt van de zijde der werk lieden een strooibiljet verspreid, waarin uitvoerig de staking wordt besproken. In dit biljet wordt alleen de loonskwestie behandeld. Inbraak. In den nacht van Zaterdag op Zon dag j.l. is ingebroken in de consisto riekamer der Ned. Herv. kerk te Koog- aan-de-Zaan. De brandkast werd geforceerd en een geringe geldsom ontvreemd. Het aanwezige bedrag moet slechts enkele guldens hebben bedragen. Een begin van brand, door petroleum bevorderd, heeft zich be paald tot een gat in den vloer, en is vermoedelijk gebluscht door gebrek aan lnchtstrooming, aangezien de kwaadwillige(en) de deur had geslo ten. Deze inbraak is binnen korten tyd de derde in die gemeente. Zondagmiddag werd in het Noord- bollandsehe Kanaal, onder de ge meente Akersloot, opgevischt het lyk van den man uit "Wormerveer, die hij de de vorige week plaats gehad hebbende aanvaring van de stoom boot Diana, der firma Zur Miihlen om 't leven gekomen is. Een merkwaardige HeuveL In den Limb. Koerier lezen wy bet volgende: Aan de oostzijde van de thans ont gonnen broekgronden van Echt, aan de bekende Pepinusbrug ligt een wei nig bekende, tot nog toe, naar wy meenen, niet beschreven heuvel, die om zijn vorm, ligging, omgeving en samenstelling eene nadere beschry ving wel waard geacht mag worden. Hy kan een acht meter hoog zijn, eene middellijn hebben van twintig meter en is omgeven van breede frachten, die thans verzand en met iezen begroeid zijn. Een enkele dyk voert er heen. De heuvel is geheel begroeid met bramen; eikenslaghout en distels steken hier en daar hunne purperkleurige koppen boven de strui ken uit. Zwermen muggen, uit de doornstruiken gonzende, maken 't be zoek in den zomer niet aangenaam. Zooals die heuvel daar ligt, op den rand van het vroegere moeras, is 't een zonderling verschijnsel. En wanneer men hoort wat het volk er over vertelt, wordt de zandberg nog zonderlinger en interessanter. Geen Putbroeker is 's- avonds graag in de nabijheid van den Bolle- berg, want 't spookt er. De tradi- tioneele geldkist zit er ook, en wie ze krijgen wil, mag by 't opgraven niet spreken, daar de kist anders steeds dieper zinkt. Een ander vertelt u, dat op den Bolleberg een oud klooster der Kar- j thuizers gestaan heeft, dat de klooster lingen vermoord zyn en 't gebouw verwoest is. "Velen hebben zich aangetrokken gevoeld, om de geheimzinnige hoogte eens te doorzoeken. Sporen dezer op gravingen ziet men er genoeg. De timmerlui uit den omtrek hebben den Bolleberg steeds beschouwd als een onnitputbare bron van leien, die ge schikt zyn om beitels te slijpen. Want inderdaad de heuvel ber^. een bizon der groote hoeveelheid zeer dikke en zware leien in de blauwe en bruin- roode kleur, naast lood van 't inge storte dak en zandsteen van de muren der sterkte of van het huis dat hier eens stond. In vorm komt de Bolleberg veel overeen met den Koppelberg te Die teren, den Schuttersheuvel te Brüg- gelchen, een uur verder op de Prui sische grenzen gelegen. De Bolleberg is bezet geweest met een gebouw. Of 't een klooster geweest is of wel een sterkte, die als een uitlegger van 't sterke huis Montfort te beschouwen was, zou een nader onderzoek moeten uitmaken. Opmerking verdient bet, dat men in de Montforter broekgronden en in de naby gelegen dennebosschen van tyd tot tijd steenen bijlen, vuursteenen zagen, wiggen en andere werktuigen uit het steentijdperk vindt-, waarbij bier en daar bronzen voorwerpen liggen. Zy wijzen op de vroegtijdige bewoning dier gronden. Eenige daar gevonden voorwerpen zyn reeds aan 't museum der R. H. Burgerschool te Roermond geschonken, terwijl andere exemplaren nog bij schrijver dezes berusten. Weet soms een der lezers het raad sel van den Echterbosscher Bolle berg op te lossen en uit te maken, welk gebouw daar vroeger zoo een zaam stond aan de grens van het donkere Echterwoud en van demoe rassen. waarin de voertuigen van Pepijn bleven steken? VAN BEURDEN. Den schrik gekregen. De Friesche Ct. schrijft uit Leeu warden Blijmoedig fluitend wandelde op een onzer singels een amateur- photograaf. Af en toe stond hij stil, taxeerend de diepte en 't licht-effect, maar toch scheen 't niet te zyn wat hij zocht. Weer staat hij stil en nu toch schynt hy bevredigd. Een ry schepen, een molen met boomen op den achtergrond en links een brug. Behoedzaam stelt bij in. Daar duikt plotseling van uit het vooronder een schippersvrouw op, nog niet geheel en al gekle tachtig. Met een ruk grypt hg zga toestel van den grond en loopt loopt Men heeft hem er nooit wc ge zien. In een courant stond: 7 ^oop een zeer weinig gebruikt a::.Ateiir- photographie-toestel, form, :o bij 13. Zekere Hoegen te Buchten, ge meente Born (L.) had ruzie met zijn buurman over het dichtmaken van eene kuil, waarby de vrouw vau H. ook tegenwoordig was. Toen zy zag dat beide mannen tot daden overgin gen. ging zy naar binnen een geweer halen en schoot den buurman ia den schouder. Gelukkig is de wonde niet levensgevaarlijk. Duikers. In de spoorhaven te Zuidbroek arri veerde dezer dagen een vaartuig met een nieuwe machine voor een stoom- olieslagery. By het ophalen brak ech ter de kraan en de machine plofte met alle ap- en dependenties in 't wa ter. Een deskundige nam op zich om het gevaarte te lichten, wat ook ge deeltelijk gelukte. Een zware ijzeren cylinder was echter met geen mogelijkheid van zyn plaats te brengen. Er word nu naar duikers gevraagd, maar daar dezen veel geld zouden kosten, besloot men het gedeelte der haven af te dammen. Maar ook dit baatte niet, daar ook nu nog de weerbarstige cylin der zich aan het modderbed, waarin hy was neergezakt, bleef vastklem men. Daar meldden zich twee manuen aan om voor f 45 den cylinder boven water te brengen. De een was een dansmeester en de ander eeu scharenslijper. Hoewel de eigenaar niet veel vertrouwen stelde in deze nieuwe duikers, nam hy toch het aan bod aan en beloofde nog f 10 boven dien. En ziet, de heeren duikers lieten zich, met een spons in den mond. in 't water neerglyden, krabden 'tzand onder den cylinder weg, sloegen toen een ketting om 't gevaarte en haaiden het daarna op. Ze hadden binnen een uur f 55, verdiend. gekleed en met haren. Een oogenblik tuurt ze" naar den niets kwaads vermoedenden ama teur en begint dan luidkeels te schreeuwen„PierPiersmiet die kerel met die zwarte doek daar weg. 1 Hij wil mij ütporetteere Haastig komen een paar schippers j op den pnotograaf toeloopen met niet i te miskennen bedoelingen. 't Photografenhart, slaat acht en Koloniën. Atjeh. Aan het verslag omtrent de voor naamste gebeurtenissen in het gou vernement Atjeh en onderhoorigheden loopende van 28 Augustus tot en met 10 September wordt het volgends ontleend Groot Atjeh. In de IV, de VI en de LX moekims werd de rust niet verstoord. In Lepong ontving het bestuur van verschillende zijden de mededeeling, dat T. Oemar de bovenstreken van Kloewang had verlaten en zich naar Lhong had begeven met het doel een inval m het dal van Lam Tih te doen. Den 7den Sept. bleken deze mede- deelingen juist te zyn en kwam een [{Bewerkt naar hei Engelsch.) HOOFDSTUK VI. Mijn laatste toevluchtsoord. I "Voor my bevond zich het magazyn en links van de ap zag ik een deur half open staan. Hier kwam het ent vandaan en door de opening kjjkend, zag ik Taras een divan liggen slapen. Ik stond als verlamd en on geen stap verder doen. De gedachte, dat ik hem Q voor de laatste maal zag, kon ik niet verdragen; an wanhopig gevoel maakte zich van my meester en 'ij niet langer kunnende bedwingen, sloop ik naar bin- en en trad op de divan toe. Ik viel op myn knieën, terwyl de tranen myn oogen ^duisterden, zoodat ik zyn gelaat niet kon zien. Efin- Ijjk werd ik kalmer, en kon ik zyn gezicht onder heiden het droeg dezelfde zachte, vnendelnke uit lokking, die een zoo ongekend vreemd gevoel in mij H opgewekt. „Nooit in myn leven zal ik u vergeten," dacht ik opstaande. Zyn horloge lag op tafel en daarnaast een ring, die ik aan zyn hand had bemerkt, toen ik het touw los sneed, waarmede hy was vastgebonden. Ik nam den ring mede, overtuigd dat by mij dit souvenir niet zou weigeren. Er hing een zware mist, maar uit de rosachtige tint van de lucht en uit de arbeiders, die naar hun werk gingen, maakte ik op, dat het spoedig dag zou worden. Ik wist volstrekt niet in welke buurt ik my bevond, maar daar maakte ik my niet ongerust over. Myn doel was Taras te ontvluchten, opdat hy mijn Üefelyke herinneringen niet door zyn verwijten zou dooden. Na eenigen tyd bemerkte ik aan de lange ryen kar retjes en aan de viscblucht, die in myn neus drong, dat ik dicht by de vischhal te „Billingsgate" was- lfc liep de brug over en daalde de trap af naar de Tooley- street, natuurlijk zonder een bepaald doel, maar alleen omdat de mist hier dichter was en ik dus onbemerkt kon doorloopen. Beneden aan de trap trok ik een stuk veterband van myn rok, bevestigde hieraan den ring van Taras en hing hem om myn hals. Ik kan me niet goed meer herinneren wat er dien dag gebeurde. Myn hoofd was nog veel te veel met de gebeurtenissen van den vorigen dag vervuld, dan dat enkele onbeteekenende voorvallen een indruk op mij kon den maken. Ik weet dat ik honger had, my ellendig en flauw voelde en nauwelijks de kracht had om my voort te slepen. Ik liep maar altijd door, nergens een plaatsje vindend om te rusten, totdat ik eindelyk by bet vallen van den avond, toevallig in het „Greenwichpark" terecht kwam. Daar legde ik mij op een bank te slapen. Toen ik ontwaakte, regende hetmaar het was nog zóó donker, dat ik zelis de boomen niet kon onder scheiden. Inslapen was my onmogelijk, want myn lede maten waren styf van de koude en zeer pynlyk. Ik ging in doffe verslagenheid zitten, en wachtte den dag af, onderwijl de dikke regendroppels tellend, die van de boomen op de bank nedervielen. Door honger ge dreven, vermande ik my, .stond op en sloeg de richting naar de stad in. Het was nog zeer vroegmaar de koffiehnishouders hadden hun winkels reeds geopend, en ik zag aan de beslagen vensters, dat Let er binnen zeer warm moest zyn. De eerste waar ik binnentrad zat vol menschende bediende, had het zelfs te druk om ray aan te zien en antwoordde op myn vraag om een aalmoes „Ik heb geen tyd om aan bedelaars te gevenga heen En hy duwde mij op zy, met de handen vol ledige koffiekoppen. De volgende winkel was minder bezocht. In de kenken zat een vrouw het vuur op te poken. Zy keerde zich om, en zette de handen in de zyde, toen ik om eten vroeg. „Ik heb geen geld, maar wil er wel voor wer ken, voegde ik er by. Als ik myn oude vodden had aangehad, dan zon zy my wel wat gegeven hebben, want die menschen zyn op hun manier nog liefdadigmaar myn kleeding wette haar achterdocht op. „Geen geld en aan zoo gekleed, in een japon dit ik wel zou kunnen dragen 1 Wel waar kom je vandaan En toen ik niet antwoordde vervolgde zy „Gy zyt by uw meester weggeloopen, nadat gy hem eerst een leelyke streek hebt gespeeld! Zeg maa: niet, dat het niet waar is; want Let staat op uw gezicht geschreven. Gy zoudt my niet op zoo'n manier aankij ken, als gy niets kwaads hadt uitgevoerd. Neen, meisje, zulke menschen kan ik niet gebruikenneen zeg ik jemaak dat je wegkomt De mist die my den vorigen dag voor de blikken der voorbijgangers had gevrijwaard, was opgetrokken en het regende nu hard. Terwyl ik de straten door kruiste, bemerkte ik dat alle menschen me nazagen. Twee winkeljuffrouwtjes met gefriseerd haar en voeren op hun hoeden bleven met open mond voor me staan. „Neen maar, Lise, kyk eens," zeide de eene. En ter wyl ik hen voorbij liep, hoorde ik hen spottend lachen. Het schouwspel was werkelijk grotesk genoeg om hnn lachlust op te wekkeneen vrouw, eigenlijk nog een kind, met een sombere, wanhopige uitdrukking op het gelaat, netjes gekleed, zeer kalm in een stortregen voortwandelende. Ik voelde my veel te verslagen om te begrijpen, wat er voor belachelijks aan my te zien was. Een duizeling overviel my en ik sloeg een zysnraafc in, hopende spoedig een bank te vinden; waar ik even kon uitrusten. Door deze straat kwam ik in een buurt, waar slechts enkele buizen en fabrieken stonden. Ik liep maar altijd door, terwijl ik tot aan myn enkels in de modder waadde. Meer slapend dan wakend, sleepte ik myn beenen voort, totdat net floilje van een stoom-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 1