rende 21 etmalen (niet achtereen,
maar by tusschenpoozen,» niet of niet
voldoenae gespuid mocht worden, op
last van Delfland, dat het opmalen
van boezemwater verbieden kan.
B. en W. leiden uit het staken der
bemaling af. dat ook volgens Delf
land geen genoegzame hoeveelheid
water werd aangevoerd. De vervui
ling, waaraan de geheele boezem daar
door in het begin van den zomer
blootstond, was, ook ten gevolge der
later opnieuw bevolen stakiDg der
bemaling, niet meer te overwinnen.
Terwijl in vroegere jaren, toen er geen
staking der bemaling plaats bad, de
toestand van het boezemwater veel
beter was, is gedurende die dagen
van den zomer, waarop de bemaling
werd voortgezet, voortdurend dagen
nacht door met liet volle vermogen
van beide machines gemalen.
Het is een rechtvaardiging als
men wil. Want het blijkt niet hoelang
de ..proef'' heeft geduurd om het wa
ter buiten de grachten om in zee te
laten wegloopen. En als het water
der grachten inderdaad zoo vervuild
was, dat de zomerspuiïng niet helpen
kon, hoe was het dan mogelijk dat
men in de eerste dagen van (Oct. met
flink spuien zulke verrassende resul
taten kreeg.
Waarlijk, als bij de discussies van
Dinsdag de puntjes niet eens op de
i's worden gezet, dan mogen de kiezers
ook wel eens flink gaan spuien, bij
de eerstvolgende raadsverkiezingen.
Tot afwisseling van deze netelige
gemeentelijke quaesties hebben we het
kunstgenot voor het grijpen. Meest
Italiaansche kunst, De kranige zan
gers in het „Gebouw voor K. en W."
hebben ons 'kennis doen maken met
Boïto en Puccini, de heer Mesdag
vergast ons in „Pulchri" op zijn mooie
collectie van den Romeinschen schil
der Mancinide Groot komt met
Leoncavallo en Mascagni; de vol
gende maand krijgen we Mascagni
m levenden lijveZondagavond zal
z\jne landgenoote Marcella Pregi ons
doen genfeten van haar eenig talent;
zelfs de Fransehen brengen ons Verdi.
Alleen in de heden met een tentoon
stelling der werken van leden geopende
nieuwe kunstzaal van den „Haagschen
Kunstkling" is niets ïtaüaansch te
zieD, wèi veel, dat me.... „Spaansch"
voorkomt.
Gelukkig, de Hagenaars loopen
anders kans geheel en al te veritali-
aanschen als „Fidelio" in de vorige
week.
Bijna teeken ik voortaan
H. A. GAXI Jr.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Aan mr. P. R. Feith is op zijn
daartoe gedaan verzoek, eervol ont
slag verleend als lid van het college
van regenten over de gevangenissen
te 's-Gravenhage, onder dankbetui
ging voor de in die betrekking be
wezen diensten.
Benoemd tot lid van gemeld college
van regenten, mr. H. van Manen,
raadsheer in het gerechtshof te 's-Gra-
venhagebij het personeel der mili
taire-administratie, bij de intendanten,
toi kapitein-intendant, de eerste-luite-
nant-kwartiermeester W. A. C. Bij
voet, van het 3de regiment vesting
artillerie; bij de kwartiermeesters, tot
eerstc-1 uitenant-kwartiermeester, bij
zijn tegenwoordig korps, de tweede
luitenant-kwartiermeester L. J. H.
Heyman, van het 5de regiment infan
terie tot commandant van het korps
pontonniers, de majoor H. M. Engel
hard, van het lste regim. vesting
artillerie.
Vergunning verleend: aan den heer
F. Palm. consul-generaal der Neder
landen te Rio de Janeiro, tot het
aannemen der ordeteekeneu van de
Hde klasse der orde van het Borst
beeld van den Bevrijder Simon Boli
var van Yenezuela, hem door den
President der Republiek geschonken.
Verleend: een pensioen van f112
aan de weduwe van den gewezen
kommies 3de klasse by 's-Rijks be
lastingen A. Selhorsi,
Bmtenlandsche Zakm. De heer
S. Vos. ingevolge koninklijke machti
ging benoemd tot vice-consul der
Nederlanden te Bradford, is in die
hoedanigheid door de Britsche regee
ring erkend.
Jubileum-Batelt.
Zooals reeds gemeld, was liet Za
terdag de dag, waarop de bekende
heer Batelt, hoofd der recherche te
Amsterdam, den dag herdacht, waar
op h\j vóór 25 jaar in deze belang- j
rijke afdceling van het politie-wezen
eene betrekking vond.
Feestelijk is dit feit herdacht.
Zaterdagmorgen werd de jubilaris,
die niet alleen uit alle oorden van
ons land, maar ook uit verschillende
plaatsen in het buitenland, per brief
en per draad, gelukwcnschen ontving,
met een landauer, bespannen mei
twee paarden, van zijn woning aan
de Prinsengracht afgenaaid door den
sectie-commissaris der Ferdinand Bol
straat en een hoofdinspecteur, en naar
het hoofdbureau Spinhuissteeg ge-,
bracht, waar liij werd opgewacht
door den hoofdcommissaris van poli
tie, den heer J. A. Franken en ver
schillende sectieeommissarissen en
collega's.
De heer Franken hield eene gevoel
volle rede, waarin hij den heer Ba-
telt schetste als een ijverig, hulp
vaardig beambte, en hoopte, dat hij
nog lang met denzelfden ijver en am
bitie zijn gewichtig werk mocht ver
vullen.
De jubilaris Batelt, zichtbaar ge
troffen, bedankte den hoofdcommissa
ris voor zijn gelukweuschen en sprak
den wensch uit, dat het hem nog lan
gen tijd gegeven mocht zijn, zijn
plicht met ijver te vervullen.
Namens de rechercheurs werd hij
gecomplimenteerd door den brigadier
Wolf, die in 't bijzonder herdacht de
humane handelwijze van den jubilaris
tegenover zijn minderen, waarvan
sommigen reeds zeventien jaar onder
hem gediend hebben.
De kamer van den hoofd-inspecteur,
waar de jubilaris zijn dagelijksche
werkzaamheden verricht, was meer
dan prachtig versierd. Het zag er
daar echt feestelijk uit. Ook daar
kwamen zeer velen hunne hartelijke
gelukwenschen aanbieden aan den al
gemeen geaehten en bekenden jubi
laris, die desmorgens aan zijne woning
reeds vroeg door velen werd be
groet.
De kamer der rechercheurs aan
het hoofdbureau was oveneens ver
sierd.
Tal van cadeaus gewerden den
jubilaris op zijn zilveren feest.
Yan het gemeentebestuur ontving
by twee karaffen mot zilver gemon
teerd. Met eene prachtige pendule
met candelabres verblijdde hem het
superieure personeel. Een prachtig
inktstel met begeleidend schrjjven van
Jhr. Ortt, officier van justitie, ont-
ving hij van de justitie, en een gou
den Waltliam-horloge, met een album
met de handteekening der deelnemers,
van de rechercheurs, om van een zeer
groot aantal geschenken van parti
culieren niet te spreken.
Onder deze geschenken verdienen
nog vermelding een enveloppe met
een stoffelijk blijk van waardeering,
door een commissie uit den han
del. bestaande uit de heeren
A. C. Wertheim, M. J. Waller en R.
Lehman overhandigd, welk geschenk
vergezeld was van een waardeerend
schrijven en een oorkonde.
Deze oorkonde is keurig uitgevoerd
door de firma Antonie Grevenstuk.
Aan het hoofd prijkt ze met de beel
tenis van Justitia, waarboven de da
tum 23 October, rechts staat het Ne-
derlandsche wapen met liet jaartal
1S72 er boven, links het Amster-
damsche met het jaartal 1897.
De oorkonde was gelegd in een door
den heer Yan Bommel vervaardigde
portefeuille van rood juchtleer, waar
op liet Amsterdamsche wapen prijkt.
Kerkinbraak.
Vrijdagnacht is op brutale wijze
ingebroken in het kerkgebouw van
den Allerheiligsten Verlosser aan den
Goudschen Rijweg te Rotterdam.
Vrijdag hebben zich vermoedelijk een
of meer personen laten insluiten, ter
wijl zij zich op de galerij of de tri
bune van de kerk schuil hielden.
Vandaar zullen zij des nachts, toen
allen in diepe rast lagen, langs een
trap in een gang gekomen zijn die
voert naar den Goudschen Rijweg
no. 197de pastorie. In die gang is
een trapje naar de portierskamer van
het klooster der Redemptoristen. De
deur van die kamer was van binnen
gegrendeld, doch ter mans hoogte,
naast die deur is een raampje, 36 by
75 c.M. breed en hoog. Dit raampje
is door de inbrekers ingeslagen en
daarna geopend en vervolgens zijn, zy
daardoor naar binnen geklommen. In
de portierskamer hebben zjj een kast
i opengebroken en uit daarin staande
offerbussen een bedrag van ongeveer
f 100 ontvreemd, welk geld voor lief
dadige doeleinden was bestemd. Met
den buit moesten de inbrekers langs
denzelfden weg teruggegaan zyn, om
Zaterdagmorgen by het openen der
kerk deze ongemerkt te verlaten.
Van de inbrekers geen spoor.
Sport en Wedstrijden*
Zwemmen.
De jaarlijksche Back Swimming!
Challenge Shield Competition, waar
aan verbonden is het Engelsche kam
pioenschap in rugzwemmen, werd 21
October j.l., verzwommeu indeBath-
club te Londen.
De uitslag was, dat J. D. Bloemen
uit Amsterdam den pry's won, de 100
yards zwemmende in 1 min. 21 sec.
(Engelsch record); 2e W. S. Barnes,
Saviour S. C.; 3e W. A. Hawes, City
of Westminster S. C; 4e E. Glavin,
London Zephyr S. C.
De verdediger van het kampioen
schap, R. A. Crawshaw van Man
chester, kon door ongesteldheid niet
mededingen; daar deze echter reeds
in Juli te Brussel door Bloemen ge
slagen werd, zou hoogstwaarschijnlijk
de uitslag hij aanwezigheid van dien
mededinger niet anders zijn geweest.
Paardensport.
Op algemeen verlangen van paar
densportliefhebbers heeft het bestuur
der harddravery-vereeniring ,,'t Oude
Slot", te Heemstede, besloten nog een
laatste harddraversmeeting teorgaui-
seeren op Woensdag 10 November a. s.
Het programma daarvoor omvat:
I. Vergoedingsprijs. Heat harddra
verij, handicap, aangesp., voor ponys
van alle landen en rassen, niet hooger
dan 1.43, toebehoorende aan Neder
landers, min. afstand pl. m. 1000 M.
Prijs f 40. De tweede aankomende
in de beslissende heat ontvangt f 10,
de derde aankomende f 5, terwijl de
vierde aankomende zyn inleggeld
terug ontvangt. Inleggeld f3, geheel
rouwgeld.
H. Bliksemprijs. Internationale
eerste klasse harddraverij, hcp., aan
gespannen voor alle rassen. Als min.
snelheid zal 1.48 worden aangenomen.
Min. afstand 4000 M.
Ie pr. f 250, beneven f 25 voor den
pikeur; 2e pr. f 75; 3epr. f 25. Inleg
geld f 15, geheel rouwgeld.
IH. November-prij. 2e klasse hard
draverij, hcp., aangespannen, voor
paarden van alle landen en rassen,
die geen heter record hebben dan 1.51,
toebehoorende aan Nederlanders. Paar
den zonder record, die door den han
dicapper sneller geacht worden dan
1,51, zijn uitgesloten. Als min. snel
heid zal 2 minuten per K.M. worden
aangenomen. Min.-afstand 1900 M.
1 pr. f 150, benevens f 25 voor den
pikeur; 2e pr. f50, 3e pr. f25, 4e
pr. f 10. Inleggeld f 10, geheel rouw
geld.
IY. Zwaluwprijsharddraverij hcp.,
voor ponys van alle landen en rassen,
niet hooger dan 1.45, aangespannen,
toebehoorende aan Nederlanders. Min.
afstand pl. m. 4000 M. Ie pr. f 60,
2e pr. f 40, 3e pr. 25, 4e pr. f 10, 5e
pr. f 5. Inleggeld f 3.50, geheel rouw
geld.
Y. Sluitings-prys, heat harddraverij,
hcp., onder den man, voor paarden
van alle landen en rassen, toebe
hoorende aan Nederlanders. Min.
afstand 1800 M. Prijs f 200, benevens
f25 voor den pikeur. De tweede aan
komende in de beslissende heat ont
vangt f 50. Inleggeld f 12.50, geheel
rouwgeld.
Inschrijvingen tot Maandag 1 Nov.
1897, te 12 ure 's nachts by den heer
A. Wynands, te Heemstede.
RECHTSZAKEN.
Beleediging.
Yrydag stonden voor de arrond'-
rechtbank te Dordrecht terecht de
heeren A. M. van Drongelen, notaris
en lid van den gemeenteraad van
Klaaswaal, en L. H. Murray, notaris
klerk te Klaaswaal, beklaagd van
beleediging van den burgemeester van
Klaaswaal den heer D. Kluifhoofd.
Beklaagden hadden in het „Nblad
van de Hoeksche Waard" een inge
zonden stuk geplaatst, waarin zij
mededeelden, dat in het archief der
gemeente Klaaswaal betrekkelijk de
begraafplaats, hetwelk voorderaads-
GERflENGD NIEUWS
Doodgehongerd.
Een treurig lot heeft den Cubaan-
schen gelegenheidscorrespondent van
het Londensche geïllustreerde tijd
schrift „Black and White" getroffen.
Hy werd dezer dagen op het Prado
te Havanna doodgehongerd gevonden.
Frederick Hughes bad kort geleden
voor zijn blad de provincie del Rio
bereisd. Daar waren hem door Spaan-
sche guerillabenden zyn geld en zijn
papieren ontstolen. De öpaansche
officieren deden niets om de plundering
te beletten. Toen hy zich tot den be
velhebber van den troep wendde, werd
den koop toe.
HHHI Havanna
terugkeeren, gekleed in lompen en
hongerende. Daar men hem zijn papie
ren had ontnomen, kon hy niet eens
zijn identiteit bewijzen of naar Enge
land seinen.
leden ter visie heeft gelegen, gevonden hij nog uitgelachen op
is 'n lijst van aaateekeningen betrek- Hughes moest te voet
kelyk die begraafplaats, geteekend
„Nuraansdorp, 20 Maart 1893. De
burgemeester van Klaaswaal, D.
Kluifhoofd" en waarin o. a. voor
komt een mededeeling door den bur
gemeester van Klaaswaal aan den
Commissaris der Koningin, luidende
„Dit bericht is onderteekend als secre
taris door L. H. Murray, inwonend
pleegzoon van Yan Drongelen, en
evenals deze slecht ter naam en faam
bekend staande enz. Yerder schreven
de heeren Van Drougelen en Murray
in genoemd blad: „Wy eischen van
den burgemeester Kluifhoofd te weten,
welke bewijzen hy denkt te hebben
voor die infame beschuldiging en
verzoeken hem dit door middel dezer
courant aan onze aandacht te bren
gen, opdat dan ook de gansche Hoek
sche Waard daarvan nota kan neme.i.
Mocht de burgemeester in gebreke
blijven den inhoud vau zyn hiervoor
bedoelde beschuldiging door feiten
te staven, dan verklaren wij, dat de
burgemeester Kluif hoofd is eeu laste
raar en eerroover, en dat wij een
ieder zouden aanraden om zich voor
zulk een gevaarlijk persoon te wach
ten en op zijn hoede te zijn."
Wegens dit schrijven deed de heer
Kluifhoofd een strafvervolging in
stellen.
Hy ontkende den brief aan den
Commissaris der Koningin ge
schreven te hebben. Wel heeft hy
een „kabinetsschryven", dd. 18 Maart
1893, geschreven, maar daarin den
naam van Murray niet genoemd. Te
genover Van Drongelen heeft hij een
dergelyke uitdrukking gebezigd. Maar
dit was in den Kabinetsbrief, die ter
inzage van de leden is gelegd zonder
dat hy 't wist. Bovendien was het
niet het schrijven zelf, maar een sim
pele kopie, die ongeteekend was.
De voorzitter, mr. S. Gratama:
„Dus u hebt die woorden omtrent
Yan Drongelen gebruikt? Dat zijn
geen heusche woorden."
Get. Kluifhoofd„Dat is voor myn
verantwoording, mijnheer de president
Ik heb geantwoord naar myn over
tuiging en geweten."
De voorz.: „En acht u zich be-
leedigd door hetgeen er in de krant
gestaan heeft?"
Get. Kluifhoofd: „Ja, anders had
ik geen proces-verbaal opgemaakt."
De voorz.: „Dat vraag ik niet.
Waarom acht u zich beleedigd?"
Get. Kluifhoofd: „Omdat ik een
eerroover en lasteraar zou zyn."
De voorz.: „Staat er niet hyindien
u zich niet rechtvaardigt?"
Get. KInifhoofd: „Maar de heeren
konden weten, dat ik dit niet kon
doen. 't Was een kabinetsbrief, dus
geheim."
De voorz.: „Ik zal dat punt niet
verder uitspinnen. U hebt wel kun
nen aanvallen op die wijze. 't Is dus
de vraag, of ge u niet kondt verde
digen."
De beklaagden aanvaardden de ver
antwoordelijkheid van hetgeen zij
schreven ten volle; zy deden dit om
den burgemeester tot spreken te nood
zaken.
Het O. M., waargenomen doormr.
Yan Tricht, achtte het ten laste ge
legde bewezen en eischte tegen bekl.
f100 boete, subs. 10 dagen hechtenis
en toewijzing der gevraagde schade
vergoeding.
Mr. J. Salomonson, te Dordt, lichtte
de civiele eisch toe: f25 schadever
goeding, qualificeering van het vonnis
als beleediging, openbare aanplakking
van het vonnis en veroordeeling van
bekl. in de kosten.
Mr. Jos.VanRaalte, uit Rotterdam,
trad voor de beklaagden op. Hy con
cludeerde tot vrijspraak en ontzegging
der civiele vordering.
Uitspraak over 8 dagen.
Tien maanden op een
koraalrif.
In Augustus 1S96 is in don Stillen
Oceaan de Noorsehe bark „Seladon"
op een rif gestooten en onmiddellijk
gezonken. De bemanning kon zich in
de beide booten redden, maar kon niet
meer dan een paar bussen levensmid
delen en twee vaatjes water uit het
schip bergen. Ook een kaart en een
kompas gingen mede, maar ongelukkig
werd in de haast de sextant vergeten.
Zoo was het onmogelijk om de plaats
te bepalen, waar de booten zich be
vonden en moesten zy dus op goed
geluk rondzwerven. Elf dagen lang
hadden zy op de wijde zee gezwalkt,
toen een der booten verging. De
stuurman verdronk, maar de zeven
anderen die met hem waren, konden
zwemmende de tweede boot bereiken
en werden daarin opgenomen. De eene
boot zette daarop met zijn dubbelen
last den tocht in het onbekende voort.
Met den voorraad werd zoo zuinig
mogelyk omgesprongen. Tweemaal
per dag kreeg elk man van de veer
tien vier eetlepels water te drinken
en de maaltijd bestond uit een sar
dientje en toch minderde de voorraad
reeds onrustbarend. In den wjjden
omtrek was geen land te bespeuren.
In de brandende zon dreef de boot
maar voort, waarheen wist men niet.
De tongen zwollen op, de kelen wer
den droog en brandend, de lippen
kleefden op elkander, maar niemand
vroeg om meer water dan zijn deel
was. Nu en dan greep een der mannen
een vliegenden visch en peuzelde deze
lekkernij op.
De kapitein stierf van uitputting.
Het was kort na den maaltijd, toen
hy tot een bootsman zeide: „Ollsen,
ik zal het niet lang meer maken."
Hij vroeg wat water en na dit ge
dronken te hebben, bleef hij dood
liggen. Zijn lijk werd in een mand
gepakt die in de boot. was. Naar hun
beste weten vierden de mannen den
lijkdienst; zij zongen een eenvoudig
lied, gelijk dat in hun vaderland ge
bruikelijk is hij een sterfgeval, en
legden daarop den overledene ter ruste
io de groote zee.
Toen gebruikten de overigen hun
laatsten maaltijd en zes dagen lang
doolden zij rond, terende op S lepels
water per dag. Zy roeiden en zagen
uit zij zagen uit en roeiden in
wanhoop, maar zij leefden.
Op den negen en twintigsten dag
na het verlaten van het schip zeide
de bootsman tot den hofmeester„Hof
meester, als je land ziet voor vijf uur,
roep mij dan. Als je niets ziet, laat
mij dan slapen."
„Wy zullen geen land meer zien",
luidde het antwoord.
„Zeker zullen wij", hernam deboots-
man. „Wij zullen nog varkensvleesch
eten."
En ziet, een paar uur later kwam
er land in zicht en op den dertigsten
morgen lieten de schipbreukelingen,
te uitgeput om een lid te bewegen,
de boot op een der vele koraaleilanden
van de {Stille Zuidzee loopen. Het
vaartuig werd verbrijzeld, maar de
ongelukkigen kwamen allen behouden
aan wal. Twee eilanders kwamen
naar hen toe, een mes en een toma
hawk zwaaiende, maar een hunner
verstond wat Engelsch en toen de
bootsman hem had uitgelegd, dat zij
schipbreukelingen waren, werden zij
door de bewoners vriendelijk opge
nomen.
Het eiland was slechts twintig mi
nuten in omtrek. Er groeiden een paar
cacaoboomen en bananen, verder wa
ren er duiven. Tien maanden lang
brachten de zwervers hier door, leven
de van de vogels die zij met de hand
moesten vangen en van de vruchten
der hoornen, voordat een schip in zicht
kwam dat hun teekens opmerkte.
Reeds tweemalen in dezen tijd was by
hun de hoop gewekt dat zij uit hun
ballingschap verlost zouden worden,
maar tweemalen waren hun teekens,
niet gezien en de hoop vervloog. Ein
delijk werden de schipbreukelingen
opgenomen door de „Clyde", een re-
geeringsstoomboot van de Fidsji-
eilanden, die hen naar Suva bracht.
Yan daar kwamen zij dezer dagen in
Engeland aan.
£^§Uit Engelsch-Indië.
Uit het kamp in het Khanki-j
wordt geseind, dat generaal Sir W
liam Lockhart daar wacht op de aa
komst van het convooi mot do bag
ges, waarvan het vervoer door
défilé van Chagrutres zeer moeili
is.- Do vyand viel het kamp Zaterdi JW
nacht aau. Hy werd met aanzienlij en
verliezen teruggeslagen. Een gro: ver
macht Afridis en ürakzais bezet ikk
défilé van Sempagha, waar de eer* |Ver
volgende strijd waarschijnlijk 2
plaats hebben.
INGEZONDENi
Voor den inhoud dezer rubriek sl\ ij
de redactie zich niet aansprahém lijd
Van ingezonden stulclcen, qeplamte
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug-
gegeven.
uitdrukking op myn gelaat bleef ik staan, hem voort
durend kwaad met geironsd voorhoofd aanziend.
Toen Taras bemerkte dat zyn vriend nog niet was
gaan zitten, zeide by lachend:
Barry Kavanagh zal nooit gaan zitten, voordat gij
plaats hebt genomen, Aura."
„Laat hij naar den drommel loopenantwoordde ik
ruw. „Ik verbinder het hem toch niet. Hy is toch niet
verplicht precies hetzelfde te doen als ik, wanneer ik
op myn beenen wil blijven staan
Deze liefelijke woorden uit den mond van een elegante
jonge dame, die Taras voorgesteld had, deden Kavanagh
stom van verbazing staan. En niettegenstaande zyn
zelf beheersching van welopgevoed man, drukte zyn ge
laat toch even zyn verwondering uit.
Zonder zyn antwoord af te wachten, draaide ik my
om en verwijderde roy uit de kamer, de deur achter
mij dichtslaande.
HOOFDSTUK XI.
Ik luister een gesprek af.
Een gedempt lachen, dat uit de kamer kwam, die ik
zooeven verlaten had, bereikte myn oor. Ik stond bij
de trap stil, want de gedachte, dat men zich om mij
vermaakte, prikkelde mijn trots. Mijn jaloezie was ont
brand en denkende dat Kavanagh dezelfde gevoelens
van tegenzin jegens my koesterde als welke ik bij den
eersten aanblik voor hem had opgevat, veronderstelde
ik, dat hy van myn afwezigheid zou profiteeren om mij
bij Taras zwart te maken. Een vurig verlangen om te
weten, wat zij met elkaar spraken, en of Taras my zou
verdedigen of afvallen, dreef mij naar de deur terug.
Ik legde myn oor tegen het sleutelgat en hoorde Ka
vanagh met een klankvolle, hoewel eenigszins eentonige
stem zeggen:
j,Dat is altyd het gevolg van het beginsel van gelijk
heid en broederschap. Men weet nooit vooruit wat men
te wachten heeft. Den eenen dag stelt gy mij een man
voor met een naam die niet eens in de groote wereld
bekend is, er uitziet als een kruidenier die failliet is
gegaan en van wien ik later verneem dat hy' een hertog
is. En vandaag Dank je, ik zal my zelf wel
bedienen."
„Wel, voor wie ziet gy myn vriendinnetje aan?"
vroeg Taras die zich zeer scheen te amuseeren.
„Voor de een of andere beroemdheid, die om politieke
redenen uit haar land is gevlucht; misschien ïszewel
een prinses, naar haar toilet, gedistingeerd air en
aristocratisch voorkomen te oordeelen maar dan zal
het wel een buitengewone, geleerde prinses zyn. Haar
stilzwygen, het ongegeneerde in haar houding, en niet
minder de alles behalve vriendelijke uitdrukking van
haar mooie oogen, spreken van haar genie. Voordat zy
begon te spreken, had ik er, ik weet niet wat om willen
verwedden, dat zyjde een of andere hooggeplaatste dame
en een bondgenoote van u was."
Daarop zweeg hij.
„A propos, hernam Kavanagh, „ben ik niet onbeschei
den geweest van avond je invitatie aan te nemen?"
„Integendeel; ik wenschte juist eens ernstig met je
te spreken, want ik zou anders morgen by je zyn ge
komen."
„Gij hebt een prettige manier om iemand op zijn ge
mak te zetten. En waar haudelt het over
„Juist over dit jonge meisje. Ten eerste moet gij goed
begrijpen m welke verhouding zij tot my staat."
„Beste vriend, niemand zal ooit aan de achtenswaar
digheid van nw betrekking tot haar twijfelen."
„Die gedachte is zelfs niet by mij opgekomen. Ik
bedoel iets anders. Zeg my rond uit, waar gij kaar
voor aanziet, nu gy weet dat zy geen vluchte
linge is."
„Ik veronderstel dan, dat het een ongelukkig wezen
is, dat gy uit liefdadigheid tot u hebt genomen."
„Dat is nu juist de vergissing, waar ik zoo voor
vreesde," zeide Taras, wiens zware stem een sterk con
trast met het hooge geluid van Kavanagh vormde. „Laat
ik je wel doen begrijpen, dat dit kind niet van myn
liefdadigheid afhangt en geen woord, zelfs geen blik
haar dit denkbeeld in het hoofd mag brengen. Al gaf
ik haar alles wat ik bezat, dan zon ik nog haar schul
denaar blyven. Zonder den moed en de volharding van
dit U'iigjiu persoontje, zou ik reeds lang op weg zyn
naar Siberië."
„Groote Hemel!, En] ik heb daar niets vam ge
weten."
Een publieke zaak.
I. j [cnl
De Ned. Bond van Spoor-) sw'
Tramwegpersoneel „Stee 'eJj;
Voorwaarts" stelt zicht
doel het verbeteren v
den vaktoestand. Art, n(*'
der Statuten. P0(
Den 13en en 14en November e. "L'
zal „Steeds Voorwaarts," meer bete; noe
onder den verkorten naam „S. V,
haar jaarvergadering te Haarlem ho et
den. Behalve de door de afdeelingi y
op den beschrijvingsbrief geplaafi ,ejr
voorstellen, zal liet C. B. van den bot
hare traditiën getrouw, alle besluite
voor zooverre als ze door deze voo L
stellen niet worden herroepen of 0 B0(
nieuw in behandeling komen, aan i ira,
alg. verg. in herinnering brenge 1QCj
Een dezer besluiten, genomen op fc
congres te Meppei, gehouden in 189 J
waarin den Bond werd opgedragt PI1
de totstandkoming van den twaal iL
urigen werkdag voor machine- 1L
lijnpersoneel, is zeker een der belac ;ne
rijkste besluiten, welke ooit is gen ,jei
men. De belangrijkheid van dit ker
sluit moet o.i. minder gezocht wordf
in het getal uren wat werd geuoem ,er
maar meer in den practischen zin y; Lr
dit besluit.
Iedereen zal toestemmen, dat e 4
twaalfurige werkdag geen overd k
dige weelde genoemd kan worden,
het teekent daarom al den werkelj )ei
ken toestand van het personeel. afs
een vereeniging, waarvan dikwijls je
beweerd, dat zij te hard van stap DS
is geloopeo, in allen ernst besluitrei
totstandkoming hiervan te bevordere
Dat de „S. V." na dit congres a
leen in haar orgaan de Seingeu :eB
propaganda heeft gemaakt voor dezf 0
eisch, en weinig, zeer weinig in di(|'0
zin tot het publiek heeft gesproke
vindt zyn oorzaak hierin, dat na h Eei
congres te Meppei de vereeniging ra
„S. V.", verkeerd begrepen als hai 10
toenmalige statuten werden, vervol< Ba
is geworden, hoewel de directie di ,j.c
Staatsspoor zoowel als die der H. 1^
M. eerder hadden verklaard, nimmisp:
iemand om het lidmaatschap va
„S. V." te negeeren of te ontslaasr
Liever .villen wij daarop niet ter:mE
komen, daar de „S. V." in den ovs
moed barer jeugd zeker wel eens di Ti
gen zal hebben ten uitvoer gelegd, d
minder strookten met het wezi |0
eener vakvereeniging. u
Met de tijden verandert ook lija
inzicht in het wezen eener zaak, zoo 00
met „Steeds Yoorwaarts"-bonders, d J
zich n u op zuiver vak terrein be weg; yC
en, nu allerwegen het spoorwegpe
soneel zich gaat organiseeren in aj,(
zonderlijke vereenigingen zoo niSE
haar dan toch de kracht, in 't alg
meen van het spoorwegpersoneel ga
vergrooten, haar verlangen en we jj(
schen met meer helderheid met m«g(
klaarheid op den voorgrond schuif d,
Zoo ook met verkorting van arbeidstij Vl
Wy zullen de lezers niet vermoei! j,,
met cyfers waaruit zou blijken, d y,
het personeel inderdaad in zijn sto^
felijke verhouding vooruit zou gaa w
met het vaststellen van den 12-urig!
werkdag, want waar is het, dat ]y
zestien-^ tot achttien-urige werkdi B(
heusch geen uitzondering is, voor(
namelyk voor het treinpersoneel, te z,
wijl vrye dagen inclusief vrye 'Zoi
dagen zeer groote uitzondering!
zyn. g
Laat ons liever een oogenblik ijd
denken de mogelijkheid dat wij zelve n
genoodzaakt zouden zyn terwillevaj]
ons brood dagen aan dagen, week aa
week zestien uur dagelyks te arbep
den; velen willen er liever niet aaz
denken omdat „eraan denken" bete!
„Dat is^ alles voorgevallen na mijn laatste bezoek t
je. Ik heb je wel gezegd, dat de Russische politie n
niet zou loslaten. Ik ben in de val geloopen, en dl
heb ik vooral aan den man te danken, die bevel ha®
gekregen mij in hechtenis te nemen en die zich voorgi
een oude galeiboef te zyn, zoodat ik op hem niet
minste vermoedens had. Zooals gij weet (loet een gi J
wono detective zich meestal voor als de ridder zonal
smet of blaam. Men liet mij met gebonden handen e
voeten en een prop in den mond in een kelder valle
Myn handen kon ik niet uit het touw bevrijden, ma!
het gelukte mij toch de prop uit myn mond te trekke
en het koord, waarmede myn voeten waren gebondf
los te rukken. Door een bnis, die van den kelder M
de daarboven gelegen verdieping leidde, drong de stel
van dit jonge meisje tot mij door. Met levensgevaar
zy in den kelder afgedaald en heeft my helpen on
snappen. Men had my wijs gemaakt, dat er dien avof
een noot met drie vluchtelingen aankwam, maar dei
was bestemd om my naar myn land te voeren. Zei
waarschijnlijk zou ik reeds dienzelfden nacht, dat d
moedige meisje mijn levon redde, aan boord gebracl
zyn om naar Rusland getransporteerd te worden."
Wordt vervolgd.)