rende 21 etmalen (niet achtereen, maar by tusschenpoozen,» niet of niet voldoenae gespuid mocht worden, op last van Delfland, dat het opmalen van boezemwater verbieden kan. B. en W. leiden uit het staken der bemaling af. dat ook volgens Delf land geen genoegzame hoeveelheid water werd aangevoerd. De vervui ling, waaraan de geheele boezem daar door in het begin van den zomer blootstond, was, ook ten gevolge der later opnieuw bevolen stakiDg der bemaling, niet meer te overwinnen. Terwijl in vroegere jaren, toen er geen staking der bemaling plaats bad, de toestand van het boezemwater veel beter was, is gedurende die dagen van den zomer, waarop de bemaling werd voortgezet, voortdurend dagen nacht door met liet volle vermogen van beide machines gemalen. Het is een rechtvaardiging als men wil. Want het blijkt niet hoelang de ..proef'' heeft geduurd om het wa ter buiten de grachten om in zee te laten wegloopen. En als het water der grachten inderdaad zoo vervuild was, dat de zomerspuiïng niet helpen kon, hoe was het dan mogelijk dat men in de eerste dagen van (Oct. met flink spuien zulke verrassende resul taten kreeg. Waarlijk, als bij de discussies van Dinsdag de puntjes niet eens op de i's worden gezet, dan mogen de kiezers ook wel eens flink gaan spuien, bij de eerstvolgende raadsverkiezingen. Tot afwisseling van deze netelige gemeentelijke quaesties hebben we het kunstgenot voor het grijpen. Meest Italiaansche kunst, De kranige zan gers in het „Gebouw voor K. en W." hebben ons 'kennis doen maken met Boïto en Puccini, de heer Mesdag vergast ons in „Pulchri" op zijn mooie collectie van den Romeinschen schil der Mancinide Groot komt met Leoncavallo en Mascagni; de vol gende maand krijgen we Mascagni m levenden lijveZondagavond zal z\jne landgenoote Marcella Pregi ons doen genfeten van haar eenig talent; zelfs de Fransehen brengen ons Verdi. Alleen in de heden met een tentoon stelling der werken van leden geopende nieuwe kunstzaal van den „Haagschen Kunstkling" is niets ïtaüaansch te zieD, wèi veel, dat me.... „Spaansch" voorkomt. Gelukkig, de Hagenaars loopen anders kans geheel en al te veritali- aanschen als „Fidelio" in de vorige week. Bijna teeken ik voortaan H. A. GAXI Jr. Uit de „Staats-Courant". Kon. besluiten. Aan mr. P. R. Feith is op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ont slag verleend als lid van het college van regenten over de gevangenissen te 's-Gravenhage, onder dankbetui ging voor de in die betrekking be wezen diensten. Benoemd tot lid van gemeld college van regenten, mr. H. van Manen, raadsheer in het gerechtshof te 's-Gra- venhagebij het personeel der mili taire-administratie, bij de intendanten, toi kapitein-intendant, de eerste-luite- nant-kwartiermeester W. A. C. Bij voet, van het 3de regiment vesting artillerie; bij de kwartiermeesters, tot eerstc-1 uitenant-kwartiermeester, bij zijn tegenwoordig korps, de tweede luitenant-kwartiermeester L. J. H. Heyman, van het 5de regiment infan terie tot commandant van het korps pontonniers, de majoor H. M. Engel hard, van het lste regim. vesting artillerie. Vergunning verleend: aan den heer F. Palm. consul-generaal der Neder landen te Rio de Janeiro, tot het aannemen der ordeteekeneu van de Hde klasse der orde van het Borst beeld van den Bevrijder Simon Boli var van Yenezuela, hem door den President der Republiek geschonken. Verleend: een pensioen van f112 aan de weduwe van den gewezen kommies 3de klasse by 's-Rijks be lastingen A. Selhorsi, Bmtenlandsche Zakm. De heer S. Vos. ingevolge koninklijke machti ging benoemd tot vice-consul der Nederlanden te Bradford, is in die hoedanigheid door de Britsche regee ring erkend. Jubileum-Batelt. Zooals reeds gemeld, was liet Za terdag de dag, waarop de bekende heer Batelt, hoofd der recherche te Amsterdam, den dag herdacht, waar op h\j vóór 25 jaar in deze belang- j rijke afdceling van het politie-wezen eene betrekking vond. Feestelijk is dit feit herdacht. Zaterdagmorgen werd de jubilaris, die niet alleen uit alle oorden van ons land, maar ook uit verschillende plaatsen in het buitenland, per brief en per draad, gelukwcnschen ontving, met een landauer, bespannen mei twee paarden, van zijn woning aan de Prinsengracht afgenaaid door den sectie-commissaris der Ferdinand Bol straat en een hoofdinspecteur, en naar het hoofdbureau Spinhuissteeg ge-, bracht, waar liij werd opgewacht door den hoofdcommissaris van poli tie, den heer J. A. Franken en ver schillende sectieeommissarissen en collega's. De heer Franken hield eene gevoel volle rede, waarin hij den heer Ba- telt schetste als een ijverig, hulp vaardig beambte, en hoopte, dat hij nog lang met denzelfden ijver en am bitie zijn gewichtig werk mocht ver vullen. De jubilaris Batelt, zichtbaar ge troffen, bedankte den hoofdcommissa ris voor zijn gelukweuschen en sprak den wensch uit, dat het hem nog lan gen tijd gegeven mocht zijn, zijn plicht met ijver te vervullen. Namens de rechercheurs werd hij gecomplimenteerd door den brigadier Wolf, die in 't bijzonder herdacht de humane handelwijze van den jubilaris tegenover zijn minderen, waarvan sommigen reeds zeventien jaar onder hem gediend hebben. De kamer van den hoofd-inspecteur, waar de jubilaris zijn dagelijksche werkzaamheden verricht, was meer dan prachtig versierd. Het zag er daar echt feestelijk uit. Ook daar kwamen zeer velen hunne hartelijke gelukwenschen aanbieden aan den al gemeen geaehten en bekenden jubi laris, die desmorgens aan zijne woning reeds vroeg door velen werd be groet. De kamer der rechercheurs aan het hoofdbureau was oveneens ver sierd. Tal van cadeaus gewerden den jubilaris op zijn zilveren feest. Yan het gemeentebestuur ontving by twee karaffen mot zilver gemon teerd. Met eene prachtige pendule met candelabres verblijdde hem het superieure personeel. Een prachtig inktstel met begeleidend schrjjven van Jhr. Ortt, officier van justitie, ont- ving hij van de justitie, en een gou den Waltliam-horloge, met een album met de handteekening der deelnemers, van de rechercheurs, om van een zeer groot aantal geschenken van parti culieren niet te spreken. Onder deze geschenken verdienen nog vermelding een enveloppe met een stoffelijk blijk van waardeering, door een commissie uit den han del. bestaande uit de heeren A. C. Wertheim, M. J. Waller en R. Lehman overhandigd, welk geschenk vergezeld was van een waardeerend schrijven en een oorkonde. Deze oorkonde is keurig uitgevoerd door de firma Antonie Grevenstuk. Aan het hoofd prijkt ze met de beel tenis van Justitia, waarboven de da tum 23 October, rechts staat het Ne- derlandsche wapen met liet jaartal 1S72 er boven, links het Amster- damsche met het jaartal 1897. De oorkonde was gelegd in een door den heer Yan Bommel vervaardigde portefeuille van rood juchtleer, waar op liet Amsterdamsche wapen prijkt. Kerkinbraak. Vrijdagnacht is op brutale wijze ingebroken in het kerkgebouw van den Allerheiligsten Verlosser aan den Goudschen Rijweg te Rotterdam. Vrijdag hebben zich vermoedelijk een of meer personen laten insluiten, ter wijl zij zich op de galerij of de tri bune van de kerk schuil hielden. Vandaar zullen zij des nachts, toen allen in diepe rast lagen, langs een trap in een gang gekomen zijn die voert naar den Goudschen Rijweg no. 197de pastorie. In die gang is een trapje naar de portierskamer van het klooster der Redemptoristen. De deur van die kamer was van binnen gegrendeld, doch ter mans hoogte, naast die deur is een raampje, 36 by 75 c.M. breed en hoog. Dit raampje is door de inbrekers ingeslagen en daarna geopend en vervolgens zijn, zy daardoor naar binnen geklommen. In de portierskamer hebben zjj een kast i opengebroken en uit daarin staande offerbussen een bedrag van ongeveer f 100 ontvreemd, welk geld voor lief dadige doeleinden was bestemd. Met den buit moesten de inbrekers langs denzelfden weg teruggegaan zyn, om Zaterdagmorgen by het openen der kerk deze ongemerkt te verlaten. Van de inbrekers geen spoor. Sport en Wedstrijden* Zwemmen. De jaarlijksche Back Swimming! Challenge Shield Competition, waar aan verbonden is het Engelsche kam pioenschap in rugzwemmen, werd 21 October j.l., verzwommeu indeBath- club te Londen. De uitslag was, dat J. D. Bloemen uit Amsterdam den pry's won, de 100 yards zwemmende in 1 min. 21 sec. (Engelsch record); 2e W. S. Barnes, Saviour S. C.; 3e W. A. Hawes, City of Westminster S. C; 4e E. Glavin, London Zephyr S. C. De verdediger van het kampioen schap, R. A. Crawshaw van Man chester, kon door ongesteldheid niet mededingen; daar deze echter reeds in Juli te Brussel door Bloemen ge slagen werd, zou hoogstwaarschijnlijk de uitslag hij aanwezigheid van dien mededinger niet anders zijn geweest. Paardensport. Op algemeen verlangen van paar densportliefhebbers heeft het bestuur der harddravery-vereeniring ,,'t Oude Slot", te Heemstede, besloten nog een laatste harddraversmeeting teorgaui- seeren op Woensdag 10 November a. s. Het programma daarvoor omvat: I. Vergoedingsprijs. Heat harddra verij, handicap, aangesp., voor ponys van alle landen en rassen, niet hooger dan 1.43, toebehoorende aan Neder landers, min. afstand pl. m. 1000 M. Prijs f 40. De tweede aankomende in de beslissende heat ontvangt f 10, de derde aankomende f 5, terwijl de vierde aankomende zyn inleggeld terug ontvangt. Inleggeld f3, geheel rouwgeld. H. Bliksemprijs. Internationale eerste klasse harddraverij, hcp., aan gespannen voor alle rassen. Als min. snelheid zal 1.48 worden aangenomen. Min. afstand 4000 M. Ie pr. f 250, beneven f 25 voor den pikeur; 2e pr. f 75; 3epr. f 25. Inleg geld f 15, geheel rouwgeld. IH. November-prij. 2e klasse hard draverij, hcp., aangespannen, voor paarden van alle landen en rassen, die geen heter record hebben dan 1.51, toebehoorende aan Nederlanders. Paar den zonder record, die door den han dicapper sneller geacht worden dan 1,51, zijn uitgesloten. Als min. snel heid zal 2 minuten per K.M. worden aangenomen. Min.-afstand 1900 M. 1 pr. f 150, benevens f 25 voor den pikeur; 2e pr. f50, 3e pr. f25, 4e pr. f 10. Inleggeld f 10, geheel rouw geld. IY. Zwaluwprijsharddraverij hcp., voor ponys van alle landen en rassen, niet hooger dan 1.45, aangespannen, toebehoorende aan Nederlanders. Min. afstand pl. m. 4000 M. Ie pr. f 60, 2e pr. f 40, 3e pr. 25, 4e pr. f 10, 5e pr. f 5. Inleggeld f 3.50, geheel rouw geld. Y. Sluitings-prys, heat harddraverij, hcp., onder den man, voor paarden van alle landen en rassen, toebe hoorende aan Nederlanders. Min. afstand 1800 M. Prijs f 200, benevens f25 voor den pikeur. De tweede aan komende in de beslissende heat ont vangt f 50. Inleggeld f 12.50, geheel rouwgeld. Inschrijvingen tot Maandag 1 Nov. 1897, te 12 ure 's nachts by den heer A. Wynands, te Heemstede. RECHTSZAKEN. Beleediging. Yrydag stonden voor de arrond'- rechtbank te Dordrecht terecht de heeren A. M. van Drongelen, notaris en lid van den gemeenteraad van Klaaswaal, en L. H. Murray, notaris klerk te Klaaswaal, beklaagd van beleediging van den burgemeester van Klaaswaal den heer D. Kluifhoofd. Beklaagden hadden in het „Nblad van de Hoeksche Waard" een inge zonden stuk geplaatst, waarin zij mededeelden, dat in het archief der gemeente Klaaswaal betrekkelijk de begraafplaats, hetwelk voorderaads- GERflENGD NIEUWS Doodgehongerd. Een treurig lot heeft den Cubaan- schen gelegenheidscorrespondent van het Londensche geïllustreerde tijd schrift „Black and White" getroffen. Hy werd dezer dagen op het Prado te Havanna doodgehongerd gevonden. Frederick Hughes bad kort geleden voor zijn blad de provincie del Rio bereisd. Daar waren hem door Spaan- sche guerillabenden zyn geld en zijn papieren ontstolen. De öpaansche officieren deden niets om de plundering te beletten. Toen hy zich tot den be velhebber van den troep wendde, werd den koop toe. HHHI Havanna terugkeeren, gekleed in lompen en hongerende. Daar men hem zijn papie ren had ontnomen, kon hy niet eens zijn identiteit bewijzen of naar Enge land seinen. leden ter visie heeft gelegen, gevonden hij nog uitgelachen op is 'n lijst van aaateekeningen betrek- Hughes moest te voet kelyk die begraafplaats, geteekend „Nuraansdorp, 20 Maart 1893. De burgemeester van Klaaswaal, D. Kluifhoofd" en waarin o. a. voor komt een mededeeling door den bur gemeester van Klaaswaal aan den Commissaris der Koningin, luidende „Dit bericht is onderteekend als secre taris door L. H. Murray, inwonend pleegzoon van Yan Drongelen, en evenals deze slecht ter naam en faam bekend staande enz. Yerder schreven de heeren Van Drougelen en Murray in genoemd blad: „Wy eischen van den burgemeester Kluifhoofd te weten, welke bewijzen hy denkt te hebben voor die infame beschuldiging en verzoeken hem dit door middel dezer courant aan onze aandacht te bren gen, opdat dan ook de gansche Hoek sche Waard daarvan nota kan neme.i. Mocht de burgemeester in gebreke blijven den inhoud vau zyn hiervoor bedoelde beschuldiging door feiten te staven, dan verklaren wij, dat de burgemeester Kluif hoofd is eeu laste raar en eerroover, en dat wij een ieder zouden aanraden om zich voor zulk een gevaarlijk persoon te wach ten en op zijn hoede te zijn." Wegens dit schrijven deed de heer Kluifhoofd een strafvervolging in stellen. Hy ontkende den brief aan den Commissaris der Koningin ge schreven te hebben. Wel heeft hy een „kabinetsschryven", dd. 18 Maart 1893, geschreven, maar daarin den naam van Murray niet genoemd. Te genover Van Drongelen heeft hij een dergelyke uitdrukking gebezigd. Maar dit was in den Kabinetsbrief, die ter inzage van de leden is gelegd zonder dat hy 't wist. Bovendien was het niet het schrijven zelf, maar een sim pele kopie, die ongeteekend was. De voorzitter, mr. S. Gratama: „Dus u hebt die woorden omtrent Yan Drongelen gebruikt? Dat zijn geen heusche woorden." Get. Kluifhoofd„Dat is voor myn verantwoording, mijnheer de president Ik heb geantwoord naar myn over tuiging en geweten." De voorz.: „En acht u zich be- leedigd door hetgeen er in de krant gestaan heeft?" Get. Kluifhoofd: „Ja, anders had ik geen proces-verbaal opgemaakt." De voorz.: „Dat vraag ik niet. Waarom acht u zich beleedigd?" Get. Kluifhoofd: „Omdat ik een eerroover en lasteraar zou zyn." De voorz.: „Staat er niet hyindien u zich niet rechtvaardigt?" Get. KInifhoofd: „Maar de heeren konden weten, dat ik dit niet kon doen. 't Was een kabinetsbrief, dus geheim." De voorz.: „Ik zal dat punt niet verder uitspinnen. U hebt wel kun nen aanvallen op die wijze. 't Is dus de vraag, of ge u niet kondt verde digen." De beklaagden aanvaardden de ver antwoordelijkheid van hetgeen zij schreven ten volle; zy deden dit om den burgemeester tot spreken te nood zaken. Het O. M., waargenomen doormr. Yan Tricht, achtte het ten laste ge legde bewezen en eischte tegen bekl. f100 boete, subs. 10 dagen hechtenis en toewijzing der gevraagde schade vergoeding. Mr. J. Salomonson, te Dordt, lichtte de civiele eisch toe: f25 schadever goeding, qualificeering van het vonnis als beleediging, openbare aanplakking van het vonnis en veroordeeling van bekl. in de kosten. Mr. Jos.VanRaalte, uit Rotterdam, trad voor de beklaagden op. Hy con cludeerde tot vrijspraak en ontzegging der civiele vordering. Uitspraak over 8 dagen. Tien maanden op een koraalrif. In Augustus 1S96 is in don Stillen Oceaan de Noorsehe bark „Seladon" op een rif gestooten en onmiddellijk gezonken. De bemanning kon zich in de beide booten redden, maar kon niet meer dan een paar bussen levensmid delen en twee vaatjes water uit het schip bergen. Ook een kaart en een kompas gingen mede, maar ongelukkig werd in de haast de sextant vergeten. Zoo was het onmogelijk om de plaats te bepalen, waar de booten zich be vonden en moesten zy dus op goed geluk rondzwerven. Elf dagen lang hadden zy op de wijde zee gezwalkt, toen een der booten verging. De stuurman verdronk, maar de zeven anderen die met hem waren, konden zwemmende de tweede boot bereiken en werden daarin opgenomen. De eene boot zette daarop met zijn dubbelen last den tocht in het onbekende voort. Met den voorraad werd zoo zuinig mogelyk omgesprongen. Tweemaal per dag kreeg elk man van de veer tien vier eetlepels water te drinken en de maaltijd bestond uit een sar dientje en toch minderde de voorraad reeds onrustbarend. In den wjjden omtrek was geen land te bespeuren. In de brandende zon dreef de boot maar voort, waarheen wist men niet. De tongen zwollen op, de kelen wer den droog en brandend, de lippen kleefden op elkander, maar niemand vroeg om meer water dan zijn deel was. Nu en dan greep een der mannen een vliegenden visch en peuzelde deze lekkernij op. De kapitein stierf van uitputting. Het was kort na den maaltijd, toen hy tot een bootsman zeide: „Ollsen, ik zal het niet lang meer maken." Hij vroeg wat water en na dit ge dronken te hebben, bleef hij dood liggen. Zijn lijk werd in een mand gepakt die in de boot. was. Naar hun beste weten vierden de mannen den lijkdienst; zij zongen een eenvoudig lied, gelijk dat in hun vaderland ge bruikelijk is hij een sterfgeval, en legden daarop den overledene ter ruste io de groote zee. Toen gebruikten de overigen hun laatsten maaltijd en zes dagen lang doolden zij rond, terende op S lepels water per dag. Zy roeiden en zagen uit zij zagen uit en roeiden in wanhoop, maar zij leefden. Op den negen en twintigsten dag na het verlaten van het schip zeide de bootsman tot den hofmeester„Hof meester, als je land ziet voor vijf uur, roep mij dan. Als je niets ziet, laat mij dan slapen." „Wy zullen geen land meer zien", luidde het antwoord. „Zeker zullen wij", hernam deboots- man. „Wij zullen nog varkensvleesch eten." En ziet, een paar uur later kwam er land in zicht en op den dertigsten morgen lieten de schipbreukelingen, te uitgeput om een lid te bewegen, de boot op een der vele koraaleilanden van de {Stille Zuidzee loopen. Het vaartuig werd verbrijzeld, maar de ongelukkigen kwamen allen behouden aan wal. Twee eilanders kwamen naar hen toe, een mes en een toma hawk zwaaiende, maar een hunner verstond wat Engelsch en toen de bootsman hem had uitgelegd, dat zij schipbreukelingen waren, werden zij door de bewoners vriendelijk opge nomen. Het eiland was slechts twintig mi nuten in omtrek. Er groeiden een paar cacaoboomen en bananen, verder wa ren er duiven. Tien maanden lang brachten de zwervers hier door, leven de van de vogels die zij met de hand moesten vangen en van de vruchten der hoornen, voordat een schip in zicht kwam dat hun teekens opmerkte. Reeds tweemalen in dezen tijd was by hun de hoop gewekt dat zij uit hun ballingschap verlost zouden worden, maar tweemalen waren hun teekens, niet gezien en de hoop vervloog. Ein delijk werden de schipbreukelingen opgenomen door de „Clyde", een re- geeringsstoomboot van de Fidsji- eilanden, die hen naar Suva bracht. Yan daar kwamen zij dezer dagen in Engeland aan. £^§Uit Engelsch-Indië. Uit het kamp in het Khanki-j wordt geseind, dat generaal Sir W liam Lockhart daar wacht op de aa komst van het convooi mot do bag ges, waarvan het vervoer door défilé van Chagrutres zeer moeili is.- Do vyand viel het kamp Zaterdi JW nacht aau. Hy werd met aanzienlij en verliezen teruggeslagen. Een gro: ver macht Afridis en ürakzais bezet ikk défilé van Sempagha, waar de eer* |Ver volgende strijd waarschijnlijk 2 plaats hebben. INGEZONDENi Voor den inhoud dezer rubriek sl\ ij de redactie zich niet aansprahém lijd Van ingezonden stulclcen, qeplamte of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug- gegeven. uitdrukking op myn gelaat bleef ik staan, hem voort durend kwaad met geironsd voorhoofd aanziend. Toen Taras bemerkte dat zyn vriend nog niet was gaan zitten, zeide by lachend: Barry Kavanagh zal nooit gaan zitten, voordat gij plaats hebt genomen, Aura." „Laat hij naar den drommel loopenantwoordde ik ruw. „Ik verbinder het hem toch niet. Hy is toch niet verplicht precies hetzelfde te doen als ik, wanneer ik op myn beenen wil blijven staan Deze liefelijke woorden uit den mond van een elegante jonge dame, die Taras voorgesteld had, deden Kavanagh stom van verbazing staan. En niettegenstaande zyn zelf beheersching van welopgevoed man, drukte zyn ge laat toch even zyn verwondering uit. Zonder zyn antwoord af te wachten, draaide ik my om en verwijderde roy uit de kamer, de deur achter mij dichtslaande. HOOFDSTUK XI. Ik luister een gesprek af. Een gedempt lachen, dat uit de kamer kwam, die ik zooeven verlaten had, bereikte myn oor. Ik stond bij de trap stil, want de gedachte, dat men zich om mij vermaakte, prikkelde mijn trots. Mijn jaloezie was ont brand en denkende dat Kavanagh dezelfde gevoelens van tegenzin jegens my koesterde als welke ik bij den eersten aanblik voor hem had opgevat, veronderstelde ik, dat hy van myn afwezigheid zou profiteeren om mij bij Taras zwart te maken. Een vurig verlangen om te weten, wat zij met elkaar spraken, en of Taras my zou verdedigen of afvallen, dreef mij naar de deur terug. Ik legde myn oor tegen het sleutelgat en hoorde Ka vanagh met een klankvolle, hoewel eenigszins eentonige stem zeggen: j,Dat is altyd het gevolg van het beginsel van gelijk heid en broederschap. Men weet nooit vooruit wat men te wachten heeft. Den eenen dag stelt gy mij een man voor met een naam die niet eens in de groote wereld bekend is, er uitziet als een kruidenier die failliet is gegaan en van wien ik later verneem dat hy' een hertog is. En vandaag Dank je, ik zal my zelf wel bedienen." „Wel, voor wie ziet gy myn vriendinnetje aan?" vroeg Taras die zich zeer scheen te amuseeren. „Voor de een of andere beroemdheid, die om politieke redenen uit haar land is gevlucht; misschien ïszewel een prinses, naar haar toilet, gedistingeerd air en aristocratisch voorkomen te oordeelen maar dan zal het wel een buitengewone, geleerde prinses zyn. Haar stilzwygen, het ongegeneerde in haar houding, en niet minder de alles behalve vriendelijke uitdrukking van haar mooie oogen, spreken van haar genie. Voordat zy begon te spreken, had ik er, ik weet niet wat om willen verwedden, dat zyjde een of andere hooggeplaatste dame en een bondgenoote van u was." Daarop zweeg hij. „A propos, hernam Kavanagh, „ben ik niet onbeschei den geweest van avond je invitatie aan te nemen?" „Integendeel; ik wenschte juist eens ernstig met je te spreken, want ik zou anders morgen by je zyn ge komen." „Gij hebt een prettige manier om iemand op zijn ge mak te zetten. En waar haudelt het over „Juist over dit jonge meisje. Ten eerste moet gij goed begrijpen m welke verhouding zij tot my staat." „Beste vriend, niemand zal ooit aan de achtenswaar digheid van nw betrekking tot haar twijfelen." „Die gedachte is zelfs niet by mij opgekomen. Ik bedoel iets anders. Zeg my rond uit, waar gij kaar voor aanziet, nu gy weet dat zy geen vluchte linge is." „Ik veronderstel dan, dat het een ongelukkig wezen is, dat gy uit liefdadigheid tot u hebt genomen." „Dat is nu juist de vergissing, waar ik zoo voor vreesde," zeide Taras, wiens zware stem een sterk con trast met het hooge geluid van Kavanagh vormde. „Laat ik je wel doen begrijpen, dat dit kind niet van myn liefdadigheid afhangt en geen woord, zelfs geen blik haar dit denkbeeld in het hoofd mag brengen. Al gaf ik haar alles wat ik bezat, dan zon ik nog haar schul denaar blyven. Zonder den moed en de volharding van dit U'iigjiu persoontje, zou ik reeds lang op weg zyn naar Siberië." „Groote Hemel!, En] ik heb daar niets vam ge weten." Een publieke zaak. I. j [cnl De Ned. Bond van Spoor-) sw' Tramwegpersoneel „Stee 'eJj; Voorwaarts" stelt zicht doel het verbeteren v den vaktoestand. Art, n(*' der Statuten. P0( Den 13en en 14en November e. "L' zal „Steeds Voorwaarts," meer bete; noe onder den verkorten naam „S. V, haar jaarvergadering te Haarlem ho et den. Behalve de door de afdeelingi y op den beschrijvingsbrief geplaafi ,ejr voorstellen, zal liet C. B. van den bot hare traditiën getrouw, alle besluite voor zooverre als ze door deze voo L stellen niet worden herroepen of 0 B0( nieuw in behandeling komen, aan i ira, alg. verg. in herinnering brenge 1QCj Een dezer besluiten, genomen op fc congres te Meppei, gehouden in 189 J waarin den Bond werd opgedragt PI1 de totstandkoming van den twaal iL urigen werkdag voor machine- 1L lijnpersoneel, is zeker een der belac ;ne rijkste besluiten, welke ooit is gen ,jei men. De belangrijkheid van dit ker sluit moet o.i. minder gezocht wordf in het getal uren wat werd geuoem ,er maar meer in den practischen zin y; Lr dit besluit. Iedereen zal toestemmen, dat e 4 twaalfurige werkdag geen overd k dige weelde genoemd kan worden, het teekent daarom al den werkelj )ei ken toestand van het personeel. afs een vereeniging, waarvan dikwijls je beweerd, dat zij te hard van stap DS is geloopeo, in allen ernst besluitrei totstandkoming hiervan te bevordere Dat de „S. V." na dit congres a leen in haar orgaan de Seingeu :eB propaganda heeft gemaakt voor dezf 0 eisch, en weinig, zeer weinig in di(|'0 zin tot het publiek heeft gesproke vindt zyn oorzaak hierin, dat na h Eei congres te Meppei de vereeniging ra „S. V.", verkeerd begrepen als hai 10 toenmalige statuten werden, vervol< Ba is geworden, hoewel de directie di ,j.c Staatsspoor zoowel als die der H. 1^ M. eerder hadden verklaard, nimmisp: iemand om het lidmaatschap va „S. V." te negeeren of te ontslaasr Liever .villen wij daarop niet ter:mE komen, daar de „S. V." in den ovs moed barer jeugd zeker wel eens di Ti gen zal hebben ten uitvoer gelegd, d minder strookten met het wezi |0 eener vakvereeniging. u Met de tijden verandert ook lija inzicht in het wezen eener zaak, zoo 00 met „Steeds Yoorwaarts"-bonders, d J zich n u op zuiver vak terrein be weg; yC en, nu allerwegen het spoorwegpe soneel zich gaat organiseeren in aj,( zonderlijke vereenigingen zoo niSE haar dan toch de kracht, in 't alg meen van het spoorwegpersoneel ga vergrooten, haar verlangen en we jj( schen met meer helderheid met m«g( klaarheid op den voorgrond schuif d, Zoo ook met verkorting van arbeidstij Vl Wy zullen de lezers niet vermoei! j,, met cyfers waaruit zou blijken, d y, het personeel inderdaad in zijn sto^ felijke verhouding vooruit zou gaa w met het vaststellen van den 12-urig! werkdag, want waar is het, dat ]y zestien-^ tot achttien-urige werkdi B( heusch geen uitzondering is, voor( namelyk voor het treinpersoneel, te z, wijl vrye dagen inclusief vrye 'Zoi dagen zeer groote uitzondering! zyn. g Laat ons liever een oogenblik ijd denken de mogelijkheid dat wij zelve n genoodzaakt zouden zyn terwillevaj] ons brood dagen aan dagen, week aa week zestien uur dagelyks te arbep den; velen willen er liever niet aaz denken omdat „eraan denken" bete! „Dat is^ alles voorgevallen na mijn laatste bezoek t je. Ik heb je wel gezegd, dat de Russische politie n niet zou loslaten. Ik ben in de val geloopen, en dl heb ik vooral aan den man te danken, die bevel ha® gekregen mij in hechtenis te nemen en die zich voorgi een oude galeiboef te zyn, zoodat ik op hem niet minste vermoedens had. Zooals gij weet (loet een gi J wono detective zich meestal voor als de ridder zonal smet of blaam. Men liet mij met gebonden handen e voeten en een prop in den mond in een kelder valle Myn handen kon ik niet uit het touw bevrijden, ma! het gelukte mij toch de prop uit myn mond te trekke en het koord, waarmede myn voeten waren gebondf los te rukken. Door een bnis, die van den kelder M de daarboven gelegen verdieping leidde, drong de stel van dit jonge meisje tot mij door. Met levensgevaar zy in den kelder afgedaald en heeft my helpen on snappen. Men had my wijs gemaakt, dat er dien avof een noot met drie vluchtelingen aankwam, maar dei was bestemd om my naar myn land te voeren. Zei waarschijnlijk zou ik reeds dienzelfden nacht, dat d moedige meisje mijn levon redde, aan boord gebracl zyn om naar Rusland getransporteerd te worden." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2