leden van het stembureau en zei:'J. M. de Sonnaville, lid van den ge-
„Kyk, heeren, ik vergis me, boor! meenteraad van Alkmaar.
Maar nu zal ik het andere kringetje1
wel beter zwart maken." Daarop
voegde by de daad by het woord en
trachtte zelfs het eerst zwartgemaakte
kringetje met een natten vinger weer
wit te maken, doch die manipulatie
scheen de zaak niet beter te maken.
Evenwel, onder algemeen goedvinden
ging het biljet zóó de bus in, en zeer
natuurlijk werd het daarom later,
toen het er weer uitkwam, geldig
verklaardmen wist immers, en petit
comité, van wien het was en dat het
goed bedoeld was1
N. R. CL
Getuigen verklaarden dat genoemde
Louman door den bekl. met het ge
zicht op de straat was geworpen en
daarna de zakken gerold was.
Het O. M., waargenomen doormr.
Wentholt, eischte een gevangenisstraf
van 1 jaar. De verdediger mr. Lam
berts Hurrelbrinck, pleitte op grond
van de elkaar tegensprekende ver
klaringen der getuigen, vrijspraak.
Uitspraak over 8 dagen.
Zakkenrollen.
Eeu 15-jarige jongen. H. Waterman
genaamd, moest zich Donderdag voor
de Rechtbank te Amsterdam verant
woorden wegens zakkenrollerij. Hij
sloeg zijn slag by een juffrouw, die
8 Oct. 11. in'de Doelenstraat met
vele anderen stond te wachten op
het uitrijden van Sarah Bernhardt.
Do juffrouw had het feit niet ge
zien, maar toen zjj bemerkte, dat haar
portemonnaie weg was, vloog zy. door
haar instinct gedreven, op den dader
af. Op haar beurt stak zij nu haar
band in zijn zakken, om te zien of
haar eigendom daar was.
Had de jongen by haar een goede
vangst gedaan (in haar portemonnaie
zaten vier rijksdaalders, elf dubbeltjes,
wat klein geld, een gouden medaillon
en drie gouden ringen), ook haar buit
was niet gering. Zij haalde nl. drie
porteraounaies op, alle gevuld met een
belangrijk bedrag aan geld.
Haar portemonnaie werd door den
jongen deugniet onder een rijtuig ge
worpen, doch op aanwijzing van den
koetsier opgeraapt.
Bekl. hield vol, dat hij alles ge
vonden had. Een op het Jonas Da-
ieder, "die oei, ZSSkSS-TSI 6,1 to in
kunnen maken. Maar ook op andere
acteurs maakt hij aanmerking, als bij Het M' els<iht? t?«en den J011-
mecüt dat zjj ieti verkeerd sfelenen f" e®? T
hjj rust niet voor zij toegegeven lieb- den.' ?ls. .'dl11!16 de ,16 J^r,
Letteren en Kunst
Het weekblad De (liberale) Neder
lander verandert, naar men meldt,
met 1 November van redacteurmr.
P. Brooshooft is op zijn verzoek als
zoodanig eervol ontslagen in een ver
gadering van aandeelhouders, waar
op voorstel van den vroegeren redac
teur, den heer Hoogendyk, besloten
is niet tot liquidatie over te gaan,
maar dezen de gelegenheid te geven
tot voortzetting.
Zaeeoni.
Te Berlijn zal dezer dagen voor het
eerst optreden de Italiaansche acteur
Ermete Zaeeoni, die te Weenon reeds
een groot succes behaald heeft Zae
eoni is een man van 39 jaar, in een
acteursfamilie geboren en, als men
de berichten mag gelooven, een kun
stenaar die niet alleen de eerste acteur
van Italië is, maar onder de mannen
wat Eleonora Duse onder de vrouwen
is. Zacconi doorleeft zjjn rollen, zegt
menhy speelt iederen avond anders,
want het voorkomen, de manier van
optreden van een persoon stelt hij
niet van te voren vast. Toch bestu
deert hy zyn rollen maanden en maan
den lang tot hy iedere nuance van
het karakter keeftgevonden. Hy meent
dat een acteur alle rollen kan spelen,
als hij zich er maar geuoeg indenkt.
Men vertelt van hem, dat men hem
eenvoudig niet zou herkennen wan
neer men hem in verschillende rollen
zag optreden en dat niet door de grime
maar door de wijze van spelen.
Voor critiek is Zacconi zeer ont
vankelijk: hy luistert gaarne naar
RECHTSZAKEN.
Aanranding met diefstal.
Voor de rechtbank te Amsterdam
stond Donderdag terecht Th. Snieder,
oud 23 jaar, van beroep werkman,
beklaagd in den nacht van 2 op 3
October j.l, in de Goudsbloemstraat
aldaar, een voorbijganger genaamd L.
J. Louman, te hebben aangevallen en
van znn geld beroofd.
Bekl. zeide zich hier niets van te
herinneren, doordat hy dronken was
ligt in het midden van een tninop t heerlijkheden, of hij brevet van dezen
ben. Hij is zelf de regisseur van zyn
gezelschap en een goed regisseur ook.
Voor de Duitschers is het wel aar
dig, dat Zacconi zooveel op heeft met
Hauptmann; Loth in „Vor Öonnen-
aufgang", Johannes in „Einsame
Menschen" behooren tot zyn liove-
lingsrollen. Zacconi voelt deze rollen
meer dan bij ze begrijpt; pas als bij
ze begint uit te beelden, komt hy er
heelemaal in.
Sonnentbal moet tot Zacconi gezegd
hebben: „Vous êtes une catastrophe
pour nous", zoo goed achtte hy het
spel van den Italiaan.
Dezen winter moet Zacconi met
Eleonora Dnse te Rome spelen. Dat
kan iets moois geven.
Leger en Vlooi
Militieraad.
Tot voorzitter en burgerlijke leden
van den militieraad in de provincie
Noord-Holland en tot hunne plaats
vervangers voor de lichting der Datio-
nale militie van 1898, zijn benoemd
in het 1ste militiedistrict, tot voor
zitter, P. J. Waller, lid der Provinciale
Statentot zyn plaatsvervanger, G.
A. Loeff, lid der Provinciale Staten
tot lid C. H. den Hartog, lid van den
Gemeenteraad van Amsterdam, tot
zyn plaatsvervanger, O. Kamerlingh
Onnes, lid van den Gemeenteraad van
Amsterdam in het 2e militiedistrict,
tot voorzitter jhr. J. B. va- Merlen,
lid der Prov. Statentot zijn plaats
vervanger, jhr. mr. J. W. G. Boreel
van Hogelanden, lid der Provinciale
Statentot lid. J. Krol Kzn., lid van
den gemeenteraad van Haarlem; tot
zyn plaatsvervanger C. G. Loomeyer
Jr., lid van den gemeenteraad van
Haarlemin het 3de militiedistrict,
tot voorzitter, A. Maclaine Pont, lid
der Prov. Statentot zijn plaatsver-
eer. ijzer hek aan de straat pry kt het
woord Asiuria, onder een klein ver
guld wapen.
Dien avond was de heele Road in
rep en roer; op het balkon was de
Asturische vlag geplant: kersrood,
wit en lichtgeel in verticale banen
guirlandes en veelkleurige brandende
vetpotjes omkransten de vensters en
de borstwering van den balkoneen
lange looper van karmozijn bedekte
den weg van de vestibule tot aan den
rand van het trottoir; gepruikte en
gepoeierde knechts in donkerroode
pakken en rose-zyden kousen ont
vingen de gastenonder het aanrij
den hoorde ik de eigenaardige muziek
van bet bekend „Hongaarsch orkest".
In het voorportaal lees: in de
gang, want het paleis is niet groot
werd ik ontvangen door een cavalier
in gala-kostuum met een degen op zy.
Hy verzocht rayn kaart te mogen
zien, riep toen uit in het Fransch met
een buitenlandse!) accent: „SenorDon
(myn naam) Redacteur-en-Chef enz."
Een drievoudig echo herhaalde mijn
voornaam, naam en functie, op den
weg naar de troonzaal.
Die troonzaal was een groote tent
van zeildoek in den tuin achter het
huis opgeslageu. Van het dak hingen
trossen kunstbloemen, waarin elec-
trisch licht flikkerde; de wanden
waren met (moderne) gobelius bedekt,
zetels van ebbonhout, met rood leer
gestoffeerd, stonden in kleine groep
jes op zeer handige wijze in de zaal
verspreid. Het orkest was verscholen
in een soort van alkoof aan de lin
kerzijde van de tent. In den achter
grond, vlak tegenover de trap, die
van de villa naar den tuin leidde,
stond de troon drie treden van den
grond, onder een baldakijn vankers-
roode draperiën, lievelingskleur van
Cristoforo. De zetels, één voor den
koning en de andere voor zyn braid
„de Yicomtesse de Boisflcuri uit het
Huis van Bourbon" die iu het ge
wone leven echter miss Stone heet
zegt men, een fortuin verspilt
om in rechten te bewijzen, dat zy ge
sproten is uit morganatischen echt
van een der laatste Bourbons. Tw<
hellebardiers, zoowat uitgedost als de
bekende „beêfeaters" uit den Tower,
stonden stjjf als pilaren met bun lan
sen in den arm aan het benedeneind
van den troon.
De koning en zijn bruid lieten zich
nog wachten en de Major-Domo, een
knap jonkman, een typische Span
jaard met gitzwart haar enknevelen
donkere gelaatskleur, nam de hon
neurs waar. Hy zag er uit als een
volmaakt hoveling, in zyn kostuum,
fonkelend van goudbrokaat en bezaaid
met ridderorden en sterren, en in zyn
wit satynen pantalon, zijn zijden kou
sen en goudleeron schoentjes met
gespen van goud en edele steenen
zijn manieren waren vol gratie. Yoor
iedereen had hy een complimentje, en
hij droeg ook zorg, dat de gasten aan
elkaar werden voorgesteld. Het was
een vreemd gezelschap van personen
met titels, en costumes, zoo gezocht
en schitterend, als ik ze op de bals
in Covent Garden of in de opera in
Parijs nooit gezien heb.
Daar waren om er een paar te noe
men Z. K. H. de prins v. Mentone,
Z. D. H. de prins Salm—Ettlinghau-
sen, generaal Diaz de Bogata (een
Zuid-Amerikaan van, zeide men, 32
veldslagen), de Yicomtesse de Pana
ma. Z. E. Tok a Sen Lang (of zoo
iets), deze was gekleed in kanarie
gele zijde en droeg een zware gou
den draak aan een ketting de
uniform zijner ridderorde: de gouden
draak van Japan. Daar waren offi
cieren in Fransche en Duitsche uni
formen, zonder regimentsnummers,
met fantastische epauletten, en, be
halve tal van andere gasten, een paar
Engelsche schilders, eenige journa
listen, musici, tooneelspelers en ook
eenige mooie actrices, zeer gedecolle
teerd en behangen met juweelen. Vele
der oudere dames bleken Spaanschen
te zijn, droegen mantilles en kanten
capuchons en waren sterk besmeerd
met „poudre d'amour."
Ik neb de moeite genomen al die titu
larissen in den „Aimanach de Gotha"
op te zoeken, en er geen enkelen in
gevonden de ridderorde van den
„gouden draak" bestaat natuurlijk
met en toch is het een feit, dat
al die personen hoogst achtenswaar-
doch hebbende gehandeld met oordeel
des onderscheids.
GEMENGD NIEUWS.
De koning van „Asturië".
Do heer J. T. G(rein) te Londen
doet in het Hbld. een merkwaardig
verhaal van eene receptie, dezer dagen
door hem in Londen bijgewoond. Wij
laten hem hier aan het woord.
De koning van Asturië —gijmoet
zyn land niet zoeken in het Pyre-
neesche schiereiland, want Asturië is
een door my verzonnen naam, zyn Ryk
is in werkelijkheid een eiland in den
grooten Oceaan en Britannië maakt
er aanspraak op de koning, Don
Cristoforo I liet mij uitnoodigen tot
een soirée.
De kaart was zeer eenvoudig, wit
glacé karton met een goudranffje, in
het raidden een kroon, in den linker
hoek een wapenschild en haai relief
met het zinnebeeld van Astnriëeen
bergtop, waarop een adelaar troont
met uitgespreide wieken. De Engel
sche tekst luidde vertaald
Koninkrijk Asturië.
De Major Domo van Z.M. koning
Cristoforo 1 heeft de eer (volgt de
naam) uit te noodigen tot een soirée
op Maandag 18 October, ten paleize
Asturia, in Holland Park W.
De Major Domo.
Ridder Ricardo Arco y Yera.
R. S. V. T.
Muziek 8—12 uur 's avonds, Gala-
Kostuum.
Het was een onverwachte uitnoo-
diging en ik »ond later uit dat Z.M.
een getrouw lezer is van mjjn En-
gelsch tijdschrift, waarin hij zijn be
langen gaarne zoude willen verdedi-
v._ gen tegenover de BritscheRegeering
vanger, mr. J. P. Kraakman, lid der j die zyn land heeft ingepalmd.
Prov. Staten tot lid, C. W. Bruin- j Het Paleis „Asturia" is een riante
vis, lid van den gemeenteraad van 1 villain Kensington. Niets onderscheidt [hun titels op"rechtmatige wjjze ver-1 toen zyn studie voltooid was, stierfdubbele moord gepleegd was om te'aan de inboorlingen gevraagd! oTzjLj
Alkmaar; tot zyn plaatsvervanger, baar van de omliggende huizen; ze'worven te hebben door aankoop van'zyn vader. De laatste levensdagenstelen. vry willig in dienst van den bóer wil
en andere koningen „en exil."
Om negen uur het wachten was
niet lang gevallen, onder de muziek,
de eigenaardigheid van het schouw
spel en den overvloed van champagne
speelde het orkest een wys. die
denkelijk het volkslied van Asturië
was. „Le roihoorde men van buiten
galmende hovelingen schaarden zich
„en haie" aan den ingang der tent
De major-domo, met een vergulden
staf in de hand, leidde den stoetde
„koning" in een Engelseh hofkostuum
van zwarte zijde, met een witten man
tel over de schouders en een enkele
ster op de borst, verscheen hand aan
hand met zyn bruid, een allerliefste
blondine mot een glimlach „a la Sa-
mary", gekleed in witte zyde met een
parelsnoer om den hals en eeu soort
gelijke kunstig gevlochten in liet haar.
Cristoforo zelf is wat de Fransche
dames „un beau gar$on" noemenhy
gelijkt sprekend op Irving's zoon
Henry; heeft lang, donker zwart haar,
een geschoren lip en kin'bn de hou
ding van een volmaakten man der
wereld.
Wy allen bogen, de muziek schetter
de een fanfare, de hellebardiers namen
„Haltung",de major-domo plaatste zich
naast den troon met éen voet op de
eerste trede en zyn staf op de tweede,
en Cristoforo leidde zijn bruid naar
haar zetel. Hij zelf bleef staan, sloeg
zyn mantei als een almaviva over den
schouder en zeide in het Fransch
zeer goed Fransch: „Wolkom
vrienden, het verheugt mij u te zien
in het Huis van Asturië, gy zyt hier
gekomen om u te vermaken; laat ons
dansen". Daarna boog hy voor de
prinses, bood haar zyn hand. daalde
neêr van den troon en opende de po
lonaise. Wij allen volgden.
De hoofsche stijfheid duurde niet
lang. De toon werd vroolyk, de ko
ninklijke bruid danste met de door
luchtige prinsen en de „would-be"-
generaals; de koning zelf sprak druk
met de dames, lachte over „rnon
royaume perdu", trok los op de gul
zigheid van den Britschen „veelvraat",
en beschreef met veel phantasie en
zuidelijken rijkdom van taal do heer
lijkheden van zijn ryk in de baren
van den grooten Oceaan.
De Major-Domo vroeg my of ik
met hem wilde klinken aan hoi; buffet
en daar begon hy uit zyn ofiicieelen
plooi te geraken. Hij uitte vele com
plimenten aan mijn adres, hij was
een trouw lezer van myn Engel .--ch
tydsehrift, bewonderde onze onpar
tijdigheid, en wist dat ik schreef
„dans le journal de Commerce d'Am
sterdam, ce puissant organe de la
Vénise du Nord". Het kwam hierop
neer: de koning had een blad noo-
dig, om zyn zaak te bepleiten; de
Engelsche pers was voor hem geslo
ten, en geld om een eigen orgaan te
stichten was er niet: Nous vivons
aio jour le jour de la bonne foi en
nous-mêmes et de la foi des a,utres.
eerst na het huwelijk met de Yicom
tesse de Boisfleuri zouden er betere
tyden aanbreken. Miss Stone est
richissime. Tant mieux pour le
roizei ik.
De koning aldus ging bij voort
my honig om den mond te smeren
is u zeer genegen, hy (ik laat hier
tal van complimentjes weg) rekent
op uw steun en als het „geschil" met
Engeland uit den weg geruimd is,
als" wij Asturië niet meer op papier
maar mettertijd regeeren, zullen wij
u de concessie van onze mijnen en
ons spoor gunnen, totbe loom ng uwer
diensten."
Als,zeide ik, o bitter
woord.' woord van weinig letters, van
droomen en teleurstelling!
De Major-Domo zuchtte
Op dit oogenbiik kwam de Koning
voorbij. Hij legde zyn hand op inyn
schouder en zeide: „Wel ridder, wilt
gij mij helpen?
„Pardon, niet ridder, Sire, ik
ben de eenige persoon zonder titel in
deze zaal."
- „Dat waart ge. Maar nu zyt
ridder van de Kroon van Astu
rië."
Trop d'honneur, Sire, trop
d'honneurantwoordde de nieuwe
van den ouden heer waren woelig ge-1 Men had vreemd volk in de ba H
"c—K geziendit is al wat men van dei e
moedelyke daders weet. n
o
Parijsche reclame. jl
In anderhalve kolom vertelt i 0
medewerker van Le Journal, we 1
reclame dit blad gemaakt heeft x ri
zijn feuilleton, Zola's roman Pa;
Den 14e n van deze maaud reden
dertig reclame-wagens uit, met reD
achtige borden, die aan de beide kiac
ten der straten een affiche van LuiDe
vertoonden. Een week hebben n
rijtuigeu van 's morgens zessen
's avonds vjjyen Parijs doorgered
de dertig koetsiers werden gecont
leerd door zes mannen, die zelf wi 1
gecontroleerd werden door de tn I
bedienden van de administratie. I)
22en reden ze weer uit, maar nu n 'ei
zeventig rijtuigen vermeerderd, rc
met affiches van drieërlei soorti
van Lucas, een van Steinïëii en b 'ei
een dat geen artistieke beteeke
had. Op de trottoirs werd bovendi
door camelots nog een reclamebij01
van 1 M. 20 vertoond, geteeke f
door den schrijver Ernest La J<
nesse. Yerder waren er camelots 11
plaatst op alle tramways en om Ja
bussenze zaten met reclame-biljirtl
ten in de hand, en aan het eindpo f
van een tramlijn gekomen, vonden
daar een beambte van „Le Jourm 7
die ben terstond weer op een audi c
tram of omnibus deed stappenE
was verleden Vrydag. Geen omnibt 'a
reiziger, geen voetganger; of c
werd oen gewoon prospectus in
band gestopt. En zoo bereikte mi
dat er Vrydag misschien geen Pai
zenaar was, behalve de in bed
genden, die niet wist dat .,Le Jourm
den volgenden morgen met ParisIj 3
gon
o
Dezer dagen werd te Parijs verfe ej
dat Jalousehet stuk, dat gesp» 1
weest. Eerst kwam er een Fransch
oorlogsschip en plantte de driekleur
op zyn eiland; daarna ontstond
een correspondentie van diplomati
sche nota's tusschen den Quai d'Or-
say en Downing Street. Engeland
wist, gesteund op oude tractaten, zijn
rechten als souverein te doen gelden.
Het was uit met het koningschap
van Cristoforo's vader; er kwam
een Engelsche gouverneur, die den
ouden heer zeer beleefd verzocht het
spelletje te stakenandersMaar
men gaf hem troostgeld en klein pen
sioen, dat echter niet op Cristoforo
was overgegaan. De getrouwen wa
ren na 'skonings dood naar Londen
gekomen en verdienen hier hun brood
als taalmeesters, kooplieden, één zelfs
als „Palmist" (de kunst van te lezen
in de lijnen der band).
Nu bleef er niets anders over dan
te agiteeren, en Downing Streel te
overstroomen met requesten. Er was
wel niet veel hoop, maar toch iets
en zoolang de aanhangers trouw ble
ven en het koningschap ophieldeu,
zou hij den moed niet laten zakken.
Zoo sprak de Koning.
Het ging mij aan het hart hem mijn
hulp te moeten ontzeggen; maar hot
kon niet andersik heb hetzelfde ant
woord reeds moeten geven aan ande
re pretendenten van hetzelfde kali
ber. Het leven is te kort en te ern
stig om phantastieke kronen te ver
dedigen, al is er een ridderkruis, een
spoor- en een mijneoncessie mee te
verdienen. Ik heb geen tyd om de
pleiter te zjjn van den president der
republiek Cnunani, van het konink
rijk der Sedangs. van den vorst van
Patagonië, van de legitimisten in En
geland. Ik heb de meesten dier per-
sonnages ontmoet en gelachen en ge
treurd tevens om bun heiligen ijver,
een betere zaak waardig.
Met een blik van weemoed schudde
de koning my de hand; toen ginghij
heen. Het was middernacht, het orkestïu den Yaudeville-schouwbij a
blies weer een fanfarePlace au roi
riep de Major-domo, en statig met
zijn bruid aan den arm, verliet de
Koning zijn buigende gasten.
Zonderling toeval
te Parjjs, weinig bezoek trok en f
de entr actes zoo lang waren. De i it
recteuren van den schouwburg hé ia
ben thans op de meest afdoende n e!
nier laten constatéeren dat dit b oi
geval niet is. Zij hebben een den ei
Weinige dagen na de soirée ten yafrder verzocht een voorstelling v a
paleize van den koning van Asturië,
werd ik door vrienden in een der
voorsteden van Londen uitgenoodigd,
in hun schouwburg de prémière van
een nieuw stuk van Louis Napoleon
Parker bij te wonen. Het heette The
Vagabond-King en, zoo waarlijk,
daar zag ik voor den tweeden keer
een „cour" by een koning in balling
schap. De intrigue van het stuk was
op romantische wijze uitgewerkt,
maar éen tafereel als uit bet leven
gegrepen: het was de hofhouding in
het Villa-Paleis in Holland Park.
Mijn vriend Parker, was dus ook
eens de gast geweest van Cristoforo
I, en wat hy daar gezien heeft gaf
hem stof tot een boeiend tooneelstuk
waarvan straks heel Londen zal
Ja, Truth is oft sir ana er than fic
tion.
In een fabriek te Luik vond Maan
dag een hevige gasontploffing plaats,
waardoor ettelijke werklui" werden
getroffen, en eenige ernstig gekwetst.
Driedubbele moord.
Te Bois-de-Yillers, in de provincie
Namen, woonden in eene vrij afgele
gen herberg-boerdery de 86 jarige
Francois Piot, met zijn 50-jarige doch
ter, de weduwe Biet, en een 24-jarige
kleindochter.
Jalouse te komen bijwonen. Deiai
heeft zyne bevindingen in een ai ai
neergelegd. Hy heeft verklaard d as
de zaal vol was en dat liet publii it
herhaaldelijk applaudisseerde. De ljj e«
der verkochte plaatsen wees eeu od et
vangst aan van 5083.50 francs. ro
met het horloge in de hand heeft
deurwaarder geconstateerd, dat d en
eerste entr'acte dertien en de tweei s(
veertien minuten duurde. jn
„De kosten dezes zyn dertien frani
twintig centimes", schrijft de deuire
waarder onder zyn akte. iti
Niet zoo heel duur voor een goed a<
reclame. ik
il
Slavernij.
De Cape Times van 29 Septemben
geeft een treffend verhaal van de wijzQ
waarop de regeering van de Kaapki01
lonie zich ontdoet van de opstandi f
lingen uit Bechuanaland, die zich hel
ben overgegeven. e
Dc plaats waar de zwarte geval ?r
genen zyn opgesloten, rondweg d'z
markt genoemd, is een afgesloten he
met een paar schuren er achter, di91
voor slaapplaats dienen. Voor dera
ingang staat een schildwacht en Dief11,
mand mag passeeren tenzij hij zieül
opgeeft als gegadigde om een of me«1
negers voor de boerderij mee te neme!
Hoe dat toegaat, wordt beschreveD'
op de volgende wys„Een paar bo< 'e
ren kwamen binnen en gingen rona
Zondagmorgen zagen de buren, datom de waar te bekijken,"zooals me!l?
de deur gesloten bleef. Na die geopendop een veemarkt doet. Er is nog rijt i"
te hebben stonden zij voor een vree-keuze, maar de mannen zyn afgeval
selyk schouwspel. I len door gebrek en zy. zoowel ais d L1
In de herbergzaal, die tevens voor j vrouwen en kinderen, zijn haveloó ?f
keuken dient, hing aan de deur van! gekleed. Uit de velen heeft een boe
den stal, die hierin uitkomt, het iijk i eindelijk een „boy" uitgezocht, di
der weduwe Biet. Daar naast lag op1 hem wat flinker en sterker gebouw! 7
«-„„n '-1- —Q den ouden j schynl dan de anderen. Hy gaat naa V
zag men. aan1 buiten en vertelt aan den dienstdoen J
de trapleuning vastgebonden, het lijk i den beambte, die met een klerk ra
van het jonge meisje. i een tolk de zaken regelt, welken h
Allen waren gewurgd. De weduwe i heeft uitgezocht, Men brengt hem aai
had eene wonde of kneuzing op het i het verstand, dat hij er dan het ge
voorhoofd, blykbaar voorkomende vanheele gezin by moetnem'en. „De partj
eenen slag, dien men toegebracht had i kan niet gebroken worden" heet het !a
ridder, wiens rozet over het Kanaal u
met boete zoude worden gestraft. eenen slag, dien men toegebracht bad i kan niet gebroken worden"'heet hei
De Koning verklaarde zich nader, om haar te bedwelmen. Met den ambtenaar gaat do boe
Hy was Koning. Daar mocht men Heel het huis verkeerde in de weer naar binnen en de vrouw el1
rDniet aan twyfelen. Zyn vader had [grootste wanorde. De kasten warenhet kind van den inboorling worde! l
dig zynsommigen zyn zelfs vermo- het eiland in 1847 gekocht en er ge- geopend, kleergoed en papieren door- i hy elkaar gezocht. Een oogenblil01
gend en worden in vele salons en regeerd als vorst. Hy zelf, Cristofore1 aengeworpen, en over den grond ver-aarzelen eu de zaak is beklonken 0
clubs ontvangen, en allen beweren'was in Engeland opgevoed, en juist'spreid. Uit alles bleek, dat de drie-1 Goor middel vau den tolk wordt dai D
Deze aanval kon niet lang meer uitblijven. De groep was
klaar; wanneer het bakken zonder ongelukken aiiiep, werd
zij tentoongesteld en iedereen zou er den mond vol van
hebben. Ten zeerste ontsteld over myn nalatigheid,
herinnerde ik mjj plotseling een voorval, waaruit duide-
lyk bleek, dat de geheime politie niet stilzat en volko
men van Taras's plannen op de hoogte was.
De eigenaar van de fabriek, waar het beeld gebakken
zou worden, was vooraf aan Taras komen vragen of
de groep een politieke beteekenis had. Taras legde het
hein uit, waarop de heer H. eenige onbeteekenende re
denen voorgevende, zyn hulp weigerde. Daarop vroeg
Taras hem, hoe hij op dit vermoeden was gekomen.
„Ik werd door een anonymen brief gewaarschuwd,
mijnheer," zeide de heer „Ik vond dus dat ik u
eerst moest komen vragen of deze inlichtingen waar
heid bevatten, alvorens uw opdracht uit te voeren."
Toen Gordon dit vernam, verklaarde by lachend dat
bij er geen woord van geloofde.
„ËeD anonymen brief? Hoe zou dat kunnen? De
oude 13. heeft eenvoudig ontdekt, dat gy Borgensky,
de nihilist, zythij koestert de hoop eerstdaags in den
adelstand te worden verheven en is daarby bang dat,
wanneer hy uw bestelling aanvaardt, het schaden zal
aan zyn zaken met Rusland en deze redehen zyn vol
doende om het contract met n te verbreken."
Taras en ik waren het op dat oogenbiik hiermede
volkomen eens. Maar nu dacht ik er anders over. Ik
was er zeker van, dat die brief bestond en door den
onbekenden vyand afgezonden was.
Maar wie kon het zyn? Het moest iemand zyn, die
de groep gezien had en tot de landgenooten vau Taras
behoorde. Maar wie? Allen zagen er zoo ongeveer
hetzelfde uit: arme kerels met een treurig, vervallen
voorkomen, die door juffrouw Lucas met een ontevre
den gezicht werden ontvangen, terwijl ik uit een veel-
beteekende beweging van haar vingers opmaakte, dat
zy om ondersteuning bij Taras kwamen. Geen van hen
zag er als een verrader uit eu ik kon ook niet gelooven,
dat zy zoo laaghartig zouden zijn hun weldoener aan
de politie over te leveren. Nooit waren die ongelukkigen
onbevredigd weggestuurd en ofschoon Taras zyn lief
dadige werken zooveel mogelyk geheim hield, wist ik
toch wel, dat hy meer aan zyn arme landgenooten weg
gaf, dan voor zichzelf besteedde.
Den geheelen nacht tobde ik myn hersens af met de
vraag, wie toch die vyand kon zijn, zonder er iets wij
zer door te worden. Het eenige, wat ik kon doen, was
waakzamer en oplettender te zijn dan voorheen.
Ik moest streng op mijn hoede wezen.
HOOFDSTUK XVI.
Het onweder barst los.
Juist zaten wy den volgenden morgen te ontbyten,
toen er gescheld werd en wy een welbekende stem op
vroolyken, levendigen toon hoorden vragen:
„Goeden morgen, jaftouw Lucas. Mooi weertje, vindt
ge niet? Is mynheer Taras in zijn atolier?"
„Wat voert je zoo vroeg hierheen, waarde vriend?"
riep Taras uit, toen juffrouw Lucas den bezoeker had
aangediend en binnengelaten. „Hartelijk welkom,
Georges
Gordon had het buitengewoon warm, want het zweet
parelde hem op het voorhoofd.
„Ik moest je spreken, voordat gy nitgingt, beste ke
relzeide hy, zich het gelaat afvegend. „Ik kon geen
„cab" krygen en in de zon is het nog al warm."
„Gij komt me toch geen onaangename boodschap
brengen, dat gij je zoo gehaast hebt Gij komt anders
nooit voor 's middags op straat. Wat is er aan de
hand
„Het geldt bier een zeer ernstige zaak."
„Een zaakEu gy zegt me datKom, het is niet
mogelijk
„Het is toc'n zoo. Ik zal je alles vertellen. Laten wy
dan naar het atelier gaan."
„Dadelijk. Zulk nieuws hoort men nooit vroeg ge
noeg."
„Welnuneem my Diet kwaljjk, juffronw dat ik
geen Fransch spreek hebt gij al iemand gevonden
om je groep te laten bakken
„Neen, ik ben al by Cramp, Fischler en Hudson ge
weest Tevergeefs. Zy zyn te bang voor de gevolgen.
Zy geven voor, geen geschikte oven biervoor te bezit
ten. maar de quaestie is, dat zy zich niet in dergelijke
zaken willen mengen."
„Dan zal ik er my mede belasten."
„Gij?"
„Ja, ik heb als geldbelegging een fabriek gekocht."
„Om mij uit de verlegenheid te redden?"
„Dat js niet alleen de roden. Luister, de ooi-zaak is
nl. hier'aan toe te schrijven, dat ik een ander leven
wil beginnen. Lach nu niet, want, bet is heusch geen
grapje van me. Gij weet wel, dat den laatsten tijd mijn c{
geweten me begon te plagen. Nu, daar lacht gij ni -rl
al weder! Ik verzeker je, dat ik inzie, dat ik tot m
toe myn leven met niets doen verspild heb, en mijn
fortuin op een onverstandige wjjze verkwistte, en daar
om ben ik van plan myn kapitaal in de een of andere R
zaak te steken."
Gordon sprak met de grootst mogelijke kalmte, ra;
ik zag aan het zenuwachtige trekken van het gelaat
van Taras, terwijl hij zyn kop thee uitdronk, dat hjj
met moeite zyn lachlust bedwong.
„Welnu, de oude Bell, gy herinnert je kolonel
Bell wel, dien ouden officier, dien ik zoo ongeveer een
maand geleden eens aan je voorstelde wil zijn gek
in een zaak steken. Maar het ergste is. dat hy nietL-
kent, daar hij militair is geweest. En uit liefde voorle
zijn dochter, durft hij het weinigjo, dat hij bezit, eiD'
niet aan te wagen. „Weet gij, dat bij een dochter
heeft?" r[
Taras knikte toestemmend mot het hoofd, glimlachte
goedig en zeide: 111
„Kavanagh heeft my eeus verteld, dat het zoo'n mooi,
lief persoontje is."
Wordt vervolgd.)