an; geplaatste dame, die gansch haar taan aan weldoen in allerlei vorm rde dde. Mild was ze ongetwijfeld, zoo d metterdaad, dat haar vermogen, ede w inkomen bij lange na niet vol- "efe ende was voor de tallooze eischen i liefdadigheid, en het was hier al ig een allemaosgeheim, dat de ko- ibe{ igin herhaalde malen de „eeresehuld" rer nicht betaald heeft. De over- ene trok jaarlijks f 60.000 uit de utkist. jlaar de filanthrophie der Bonnie iocess was de ware, de practische. e uitte zich niet zoozeer in het feilen van allerlei bazaars, het in- Pen vau mees* uiteenloopende re! [dadigheidsinstellingen, hetaanvaar- vrQ^ d van het presidentschap ofhetbe- lermvrouwschap ervan, als in het Roeken der armen of zieken in hun on tehuis, om hun daar moed, zJenslust, goede gevoelens in te pren- tevens blijken achter te laten zeldzame belangstellingvooral iar kinderen waren, daar liet de i08 zich vaak zien. j zij had zoo'n goedig, prettig [oruimd gelaat, dat haar te zien, iooren lachen al troost, al artsenij ;ht. Neen, denkt het volk terecht, ;e prinsessen als zij, zijn er niet Zij baden haar aan als een goede (de „Manchester Guardian" schrijft land over prinses Mary„Wij heb- d de koninklijkste van onze prin- sen verloren. De prinses van Wales bet natuurlijk nog de mooiste vrouw •ée' Londen, en de dochters der ko igin hebben ook haar volle aandeel linj gaven en bevalligheden, maar van tokon het zoo naar waarheid getuigd resffden dat zij elke duimbreed een rstin was... Prinses Mary was in )rd prkomen, manieren en spreektrant t d typisch Engelsch als haar naam. litii j had geen spoor van het Duitsche «ut, aat haar nichten van prins hst bert hebben geërfd." Deze schry- teit r deelt ook mee, dat prinses Mary hm 1654 door prins Napoleon ten hu- ,ng lijk is gevraagd. Lord Palmerston alj s er zeer voor, maar de prinses lar igerde. Dat de roemrijke daden van 't >eii orgeslacht den nazaat niet al te goed nojüend zijn, blijkt ook hier te lande menig examen. Heel bont maakte t dezer dagen een Zwitsersche re- nat, die op de vraag, of hij wel hos van Willem Teil gehoord bad, 'ht jts anders wist te antwoorden, dan t hij een herberg van dien naam 'gfo nde. on Ea dat gebeurde nog wel te Altorf. vai he df tfawerking van Spoorweg- ade ongelukken. het Men heeft in Duitschland in den atsten tijd gelegenheid genoeg om idio to maken van persoonlijke on- lukken bij spoorwegongevallen, sol interessant is wat dr. Stepp oorarover vertelt in de Münchener be- cd. Wochenschr. De schijnbaar onbeteekende onge- ljjl len, waarbij personen slechts ge- lyï igo kwetsuren bekomen, hebben niet ïofiaen later ernstige gevolgen door >er q schrik, die het slachtoffer heeft ko rangen. Een 46-jarige conducteur il bij een ontspoiing van een vrij rer jen spoordijk en scheen bijna ge- ;st< el ongedeerd gebleven te zyn. Na iet ertien dagen wilde hij zyn dienst eeieder hervatten. De man gevoelde reuh geheel wel, tot dat vijf of zes aaiiken na het ongeval pijn in den or-g en in het hoofd hem noodzaakte las st te nemen. Na een jaar kreeg hy isfcit van het uitvallen van het haar, ia{ riat de gebeele baard verdween, en ei i gezicht werd oudachtig en mager, nachtrust werd gestoord door ve aralgische aandoeningen. ander geval deed zich voor het een 38-jarig machinist, die bij een tsing over de machine was geslin- en rd en 15 minuten bewusteloos was jjven liggen. Na enkele dagen ge- ch- elde hij zich in orde, maar naver- i a! jp van drie weken kreeg hy hoofd- 360 jo. Zijn loop en zijn spreken wer- -70 langzaam, en zyn geheugen ver hakte sterk. Na zeven maanden raD rloor de man zyn hoofdhaar en zyn O?* ard, na een jaar zag hij er uit als >ti< d oud, afgeleefd mensch. Driejaar 1 liet ongeval overleed hij, ver- ïedelyk aan de gevolgen. Een aantal andere gevallen ver pen geheel gelijksoortig. ist.De psychische uitwerking van den Qel brik is vooral zeer opvallend bij knn machinist, die een botsing by- ©0 oond© en daar zoo weinig liehame- ®r' k letsel bij opdeed, dat hij gewoon lQSjn dienst bleef doen. Na elf dagen iu- eldde hy zich ziek, doch was na iet er weken opnieuw present. Vier ico landen later was hy totaal buiten aat om zyn werk te doen. Licha- 'st elijk zag hij er goed uit, maar hij 3111 ed zeer aan hysterische verschyn- c?i 'eu. Hy kon zelfs geen stukje hout j-ti* eer oprapen, werd vermoeid bij het -co en en was voortdurend melan- coioliok. Hy moest gepensionneerd 0° orden, ornaat er niets meer met hem iet beginnen was. ?C" Deze mededeelingen bevatten zeker 1?' - ernstige waarschuwing omsebyn- 10 ar lichte kwetsuren bij spoorweg- mpen niet al te licht te tellen, eft 'or Het Russische keizerpaar is Yrij- Oigmorgen om 10 uur uit Darmstadt L- irtrokken. De Groothertog en de roothertogin deden hun gasten uit- on sleide tot het station. Ongeveer een jaar geleden sprak n. en te Florence veel over de ver- 3r-R1jning van Santé Macolini, eerste tr- «sier van de spaarkas van Faenga, een deficit van één millioen lire zyu kas had. Alle nasporingen oor dc Italiaansche politie gedaan, bleven vruchteloostelegraphisehe circulaires, rondzenden van fotogra fieën, verzoeken aan de andere regee ringen, opsporingen in het buiten land enz. Zelfs loofde het ministerie 5000 lire uit voor den aanwijzer, beschuldigde het den onderprefect van nalatigheid en verplaatste hem. Nn eenige dagen geleden werd aan de recherche van Florence bericht, dat Macolini in de 3 was. De bekwaamste agenten trokken er op uit om hem te zoeken, doch vonden hem niet on kregen zelfs de overtuiging, dat M. niet te Flo rence, maar te Faenga was. Men vertrok toen natuurlijk on middellijk daarheen en dank zy den S"verigen nasporingen, ontdekte men, at Macolini sedert langen tyd rus tig en teruggetrokken in een prachtig hotel, gelegen aan de straat van de Yenti Settembre, woonde. De vluchteling, die juist thuis was, werd onmiddellijk gevangen genomen. Hy was by verstek veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf. Een mooi verhaal. Men zal zich van de Noorsche reis, die de Duitsche Keizer dezen zomer met de Hohenzollern maakte, twee bijzondere voorvallen herinneren: dat de Keizer aan boord van het schip door een touw van een tentdak aan het oog werd gekwetst en dat een der officieren, die aan boord waren, luit. Von Hahnke, met zyn rijwiel, van een hoogte neerstortte en verpletterd werd. Nu komt de Revue de Montrêal met een verhaal voor den dag, waarin deze beide voorvallen gecombineerd worden, en wel op eene "wijze, die zóó onwaarschijnlijk klinkt, dat, denken we, ternauwernood cén lezer dupe van deze fantaisie zal worden. Het keizerlijk jacht was op zeke ren morgen het meer Landyen bin nengevaren- Luitenant Yon Hahnke ging wiel rijden wat wel-is-waar bij reglement verboden was, maar eenige dagen vroeger door de Keizer was toegestaan aan de officieren van den stai. De keizer werd niettemin woedend. Hy begaf zich aan land, waar hy tegen over den wielrijder stond die, om te voorkomen dat hy op den Keizer zon 8tooten, van zyn rijwiel sprong. De Keizer ging op zij en zeide: Luitenant-, neem uw rijwiel meê en ga aan den kapitein zeggen, dat hy n arrest geve, omdat gij tegen de bevelen hebt gehandeld. De officieren stonden verstomd. Ik ben tot de orders van Uwe Majesteit, antwoordde de luitenant. De Keizer begaf zich op de brug by den kapitein. Luitenant Hahnke volgde hem. Willem H keerde zich woedend om. Kom niet langs dezen trap, die voor den Keizer is bestemd. Een oogenblik later zeide hy op plechtigen toon met uitgestrekten arm: Gy zijt niet waardig uw voet op myn voetsporen te drukken. Bij die woorden werd luitenant Von Hahnke rood en zeide: Sire, ik ben een officier, even edel als Uwe Majesteit. Ik laat mij door niemand beleedigen. De twist werd hevig. De Keizer maakte geweldige gebaren. Ik zal uw degen stukbreken, onwaardige dienaar Dienaar herhaalde de luitenant verontwaardigd. Daarop liep hij op den Keizer toe, die op de brag sprong. De luitenant volgde hem en bracht hem een hevi- gen vuistslag in het gelaat toe, die hem aan 'toog kwetste, en het zou zeker daar niet by gebleven zyn, in dien de toegeschoten officieren den aanvaller niet in alle haast naar zijn hut hadden gebracht. Keizer Willem was onmiddellijk kalm geworden. Roep oogenblikkelijk den krijgs raad bijeen, beval by den kapitein der Hohenzollern. De kapitein deed eerbiedig opmer ken, dat vóór de krijgsraad bijeen kwam, er een onderzoek moest plaats hebben. Dat men hem in afwachting in de boeien sla! beval de Keizer. De krygsraad moest den volgenden dag bijeenkomen. Wat gebeurde er? Men weet het niet. Luitenant Yon Hahnke was den volgenden dag niet meer aan boord. In den nacht had men hem in een sloep doen stappon, die de richting naar de zee had ingeslagen. Den volgenden dag meldden de Berlynsche bladen het ongeval, dat aan den Keizer was overkomen eene wond aan liet oog, veroorzaakt door den slag van oen touw. Drie dagen later meldden dezelfde bladen den zelfmoord van den „in ongenade gevallen" luit. Von Hahnke. Volgens de Revue de Montreal zou de luitenant na twee dagen in de bosschen gezworven te hebben, in een afgrond zijn gesprongen. De officieren hadden bevel gekre gen het gebeurde aan boord der Hohenzollern te verzwijgenmaar het verhaal, aan een vriend toever trouwd, zou zyn medegedeeld aan een correspondent van het Canadee- sche blad, dat verantwoordelijk blijft voor zijn brokstuk sensatie-mengel werk. Lord Rosmead. Lord Rosmead, eertyds sir Henry Loch, de gewezen gouverneur der Kaapkolonie, is Donderdag overleden. De te Chicago overleden fabrikant van slaapwagens, Pullmann, heeft zooveel vijanden achtergelaten, dat zyn verwanten vreezen, dat zyn lyk gestolen zou kunnen worden. Voor ^0 jaar is dit ook gebeurd met het lyk van den Newyorkschen millionair Steward. Men heeft daarom de doodkist laten zetten in een omhulsel van cement ijzer, dat 13 voet lang is en 9 voet breed. Hieromheen zyn traliën aange bracht, terwijl het geheel bedekt is met een laag asphalt. Als dit zware mummiegraf nu nog gestolen wordt, moeten de dieven wel heel sterke kerels zyn. Verkoudheid. Iemand, die eene goede gezondheid bezit en geregelde bezigheid heeft, haalt zich niet zoo gemakkelijk, ge lijk men gewoonlijk vreest, eene ver koudheid op den hals. By iemand met eene zwakke gezondheid daar entegen en die te veel vergt van zyn maag of zenuwgestel, werkt een groote temperatuur-verandering spoo- dig schadelijk, en naar gelang van hetgeen bij zulk een persoon het ge makkelijkst kwetsbaar orgaan vormt, zullen zich by hem .de gevolgen daar van vertoonen als algemeene gevatte koude, longontsteking, goedaardige geelzucht enz. Yan alle bijoorzaken der verkoud heid is echter vermoeidheid of over spanning de werkzaamste. Een afge mat man, die laat van langdnrigen zwaren arbeid naar huis terugkeert, een jongeling, die zichzelven per week meermalen eenige uren slaap ontrooft door 's nachts uit te gaan, een meisje, dat van het balseizoen te volop ge niet, te sterk gevoede kleine kinderen zonder toereikenden slaap, zyn de genen, die de meeste verkoudheidpa- tiënten leveren. Alle weelde bevordert verkoudheid: te warme kamers, dikke vederbedden, stoelen met zachte kussens enz. ver oorzaken eene gevoeligheid, welke licht een catharrus of een ontste kingsproces doet ontstaan. Gelijk reeds hierboven gezegd, is het niet zoo zeer de koude zelve, maar zyn het meer de gewone om standigheden, die haar in staat stel len kwaad te stichten. De ergste ver- kondheid overvalt dikwijls hen, die hun huis niet verlaten of misschien zelfs ternauwernood uit bed komen. Het grootste weerstandsvermogen bezitten meestal zy, die bet meest aan sterke temperatuurswisselingen zyn blootge steld, doch door goeden slaap, koude baden en wrijvingen en geregelde levenswijze de veerkracht van hun zenuwgestel onderhouden en den bloedsomloop bevorderen. De meeste verkoudheden ontstaan des nachts of des avonds, wanneer vermoeide lieden last krijgen van stoornis in de circulatie, tengevolge van te sterk verwarmde woonkamers of te koude slaapvertrekken. Dit komt vooral veel by bejaarde personen voor. In zulke gevallen openbaren zich de gevolgen niet terstond, maar treden meestal slepend op en hebben ver scheidene dagen, zelfs weken tot hunne volle ontwikkeling noodig. Dit bevestigt de algemeene ervaring, dat by strenge winterkoude tot dusverre zeer gezonde menschen van hoogen leeftijd snel of na een kortstondig ziekbed komen te overlijden. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. De „Alliance frangaise." In een hier ter stede uitkomend Predik- beurlenblad worden in den laatsten tijd aanvallen gericht tegen de .Alliance eene louter taal- en letterkundige vereeniging, in wier hoofdbestuur lieden van allerlei geloofsbelijdenissen en van allerlei geloofs- schakeeringen zitting hebben. "De Alliance zou de orde dei1 Jezuiten in de hand wer ken, doordien zij gelden schonk tot oprich ting of instandhouding van scholen door broeders van de S. J. gevestigd of bestuurd. Een dergel .ke vereeniging, die haar hoofd zetel in den vreemde heeft, ir.ag niet door een gosd Nederlander, laat staan een op recht Calvinist of Lutheraan ondersteund worden en dit wordt zij, bij uldien men zich bij een harer afdeelingen als lid laat inschrijven." Aldus luidt do redeneering. Laat ons zien in hoever zij op de Alliance in 't algemeen en op het Haarlemsche Co mité in 't bijzonder betrekking heeft, en in hoever dus die lichamen zich getroffen kun nen voelen door de verwijten tot hen ge richt. De schrijver in het P. B. weet, dat de bevolking van Frankrijk meer Katholie ken telt dan Protestanten en dat bij de heerschende politieke mode tot coloniseeren, waarbij de zendelingen ook nu zoo'n groote rol spelen, de katholieke missiën in grooter getale dan de Protestantsche, den zendings- arbeid ook in de jongst verworven Fransch- Afrikaansche koloniën en protectoraten ver richten. Wij hebben slechts op Tunis, Algiers, den Franschen Congo, Senegal en Soudan te wij zen en allerlaatst op Madagascar. De leden der S. J. munten uit door ijver en volbrengen ook in de Fransche koloniën sneller en krachtiger het zendingswerk, dan menig ander zendingsgenootschap. Als gevolg van dien vurigen ijver kwamen verschillende inrichtingen van onderwijs in verschillende streken van den aardbol tot stand, welke door Paters Jezuïeten opgericht, door hen worden bestuurd. Spoedig na het Fransche protectoraat over Madagascar kortelings door eene aanhechting aan het moederland in politieken zin bekroond omstreeks i5 jaren geleden, hebben de Jezuïe ten op het eiland meer van zich dooi» hoo- ren dan vóór die»» tijd toen dc Hovas, de koloniale politiek van Groot-Brittanje steu nend, als een der middelen daartoe het be- ■toordeelen der Britsche missionarissen re kenden. Dat bij het veld winnen van den Franschen invloed die der Britten verdween en dat daarvan aan beide zijden verscher ping van overredingsmiddelen tot bekeering van de inboorlingen primo en secundo een heftige rivaliteit tusschen het Pi otestantsch- methodistisch en het Katholiek-jezuïtisch element het gevolg was, zou een geschie denis der Christelijke zending niet alleen dooi- Madagascar bewijzen, maar door allo oorden der wereld, waar twee Christelijke natiën vasten voet zoeken te krijgen en men als eerste pionniers der beschaving katho lieke en niet-katholieke zendelingen het vaandel van den Christelijken godsdienst zag plaatsen. Zoodra echter, gelijk dat op Madagascar sedert tal van jaren tusschen Engelschen en Franschen plaats vond, nevens het gods dienstig een staatkundig doel wordt nage jaagden de wereldberuchte Brit6ch-kolon. politiek kan van dusdanige doeleinden mee spreken van dat oogenblik af gaat men over zulke leelijke kronkelpaden, die. naar een nog leelijker doolhof heen voeren, waar uit geen gele of blauwe boeken redden. Derhalve worde hier in het midden ge laten de waarheid van velerlei ongerech tigheid door Engelsche Methodisten bij het bekeeren van lnbooi'lingen op Madagas car gepleegd, maar rnoet op het feit worden gewezen dat na het Fransch protectoraat de invloed der Methodisten verzwakte en die der Jezuiten klom. Uit dat feit nu put het P. B. de wetenschap, dat. de Alliance Frangaise, die over de ge- heele wereld scholen van allerlei godsdien stige secten ondersteunt, eene vereeniging moet zijn die de Jezuiten versterkt ten na- deele van niet-Katholieke godsdienstgenoot- sohappen en daardoor een verwerpelijke instelling is. Immers zij subsidieei'de eene door Paters Jezuiten gehouden school op Madagascar Naar mijn overtuiging faalt hier echter de logische redeneering der Redactie. Wan neer de oAlliancea met uitsluiting van andere gezindten de Jezuitenscholen sub sidieerde, dan zou men haar eenzijdigheid kunnen verwijten, doch zij doet dat niet, zij vraagt enkel of er in eenige wereld streek een school of een vereeniging, die haar doel bevordert, de verspreiding van de Fransche taal, steun behoeft en ver dient; zij verleent dien steun aan Protes tantsche, Katholieke en Joodsche scholen in de Fransche Koloniën en elders buiten Frankrijk en zij zou aan Bouddhistische, Perzische en Grieksche scholen gelden ver strekken indien bleek, dat het onderwijs tot haar taal- en letterkundig doel kon nreè- werken. Onder dagteekening van 15 Oct. schrijft de Secretaris-Generaal der Alliance dan ookNous nous empressons de vous répéter que notre bienveillance est acquise a toutes les écoles enseignant le francais a l'étratiger sans distinction de religion. Nous sommes rnême heureux de vous in former que nous venous d'envoyer des allo cations a mr. Mondain pour les écoles des missions protestantes de Tananarive! In dien dus de Redacteur van het P. B. een school oprichtte waar Fransche taal en letteren werden onderwezen en hij bewijzen kon in den geest der Alliance beschavenden invloed in ruimen kring te verspreiden, kon hij, die zich thans de meerdere der Madagascarsche Jezuiten-patei-s voelt, dan onder de bedeeling der Allianceootmoedig huns gelijke aan de boorden van het Spaarne worden. Het valt niet te ontkennen, dat de orde der Jezuiten ten allen tijde de on- verschrokkenste missionarissen en de schran derste onderwijzers heeft voortgebracht. En wanneer nu aan eene streek in het veraf gelegen Zuiden waar, gelijk het heet, de duisternis van het Heidendom heeisckt, door paters Jezuiten het licht van het Christendom wordt gebracht, dnarmée do fakkel der verstandsontwikkeling wordt ontstoken en een Kuropeesch Katholiek land als Frankrijk oefent over die streek het protectoraat uit, dan is het voor een taai en letterkundige instelling als de Alli ance als zij daar Fransche scholen steunt, door paters Jezuiten opgericht, slechts een steunen van de Christelijke beschavingen het Fransch sprekend element door de hand der Jezuiten daar aange kweekt, maar geenszins is het eene huldi ging van het dogmatieke stelsel der orde, die hen afvaardigde. Het is het voorstaan van een humanistisch beginsel, dat de basis van alle godsdienststelsels vormt, en dat van bijstand spreekt aan hen, die hulp behoeven, niet vi-agend of die bijstand soms ook kon worden verleend aan een persoon of eer» zaak, wier syïnpa- thieiï op andere punten de onze niet zijn. En die overwegingen zouden ook hie:- bij den werkkring der Alliance op Madagascar door het P B. zijn begrepen, en zeker zou dat feit met stilzwijgen zijn voorbijgegaan, in dien niet het Calvinistische gemoed door schok en beving ware beroei'd bij het denk beeld, dat de Mammon in den vorm van Nedei landsche guldensstukken in de zakken der paters-Jezuiten op Madagascar zon ver dwalen, welke onder gunstige omstandig heden had kunnen neerdalen als weldoend genius in de buidels van E»»gelsche jnetho- di=ten. Inderdaad, indien dit niet zoo ware, waarom laat de Redactie van het P. B. zich dan zoo vér vervoeren dat zij op Madagas car aanlandt? En waarom anders trekt zij van leer tegen liet Haarlemsche Comité der Alliance Franchise, dat met Jezuiten noch met Madagascar iets te maken heeft? Immers de onderstelling, dat het Haar lemsche Comité der Alliance franchise soli dair zon zijn verbonden met. het Centrale te Parijs en daardoor de Jezuiten op Mada gascar zou steunen, beiust op dwaling. Behoudens taal- en letterkundige betrek kingen, door het Haarlemsche Comité met den hoofdzetel te Parijs onderhouden, be staat er tusschen die beiden geen enkel veiband Het Haarlemsche Comité hangt niet geldelijk van het Hoofdbestuur af; bet staat" in financieelen en moreelen zin vrij tegenover het Centrale Comité hel heelt nooit een cent geld aan het hoofdbestuur te Parijs gezonden en de verwijten door het P. B. tot dat Comité gericht, zijn dus ook om die reden op dat Comité niet toepa: selijk. Indien de Redactie van hot P. B. bij al de lofwaardige aandacht, die zij aan het Haarlemsche Comité wijdt, die ook tot andere Comités, (die te 's Gravenhage, te Amsterdam, te Utrecht, te Amersfoort, te Arnhem, te Rotterdam, te Groningen) wil uitstrekken, zal zij het hier uitgespi-oken feit bevestigd vinden, dat personen van allerlei geloofsrichtingen, zelfs do Calvinisti sche, lid zijn van deze vereeniging tot be- oefening en verspreiding van Fransche taal en letteren buiten Frankrijk. Dat wij het Haarlemsch P. B. tot andere gedachten zouden hebben gebracht dan het blijkbaar jegens het Haarlemsch Comité der Alliance franjaise koestert, wij go- looven het niet. Een dusdanige Redactie ver keert, naar wij meenen, in de onmogelijkheid ruiterlijk te erkennen wet wij over de Alliance franqaise bij herhaling schreven, als zou zij door hare Nedertandsche Co mités de Jezuitenscholen op Madagascar steunenberustte op dwaling en was en is dus onjuist, uranl de Nederlandsche Co mités «taan wel in litteraire, maar niet ORGELBESPELING. in de Groote- of St Bavokerk alhier, 05 Dinsdag 2 Nov., 1897 des na middags van I2 uur, door den heer W. EZERMAN. PROGRAMMA. 1. Fantaisie op: „Ein' feste Burgrt 2. Adagio 3. Sonate no. 4 a. Allegro con brio. b. Andante. c. Allegretto. d. Finale. 4. Tranmerei Schumann. 5. Canzonetta Rheinberger. in financieele betrekkingen tot het Hoofd- comité te Parijs Doch mocht het haar andermaal beha gen onze afdeeling tot vooi-werp harer be langstelling te kiezen zij vermelde dan tevens, dat het Haarlemsch Comité zich dit jaar in een grooter aantal leden mag ver heugen, dan het tot dusver bezat. F. SMIT KLEINE, Bestuursl. u h. Haarl. Comité der A. F. Haarlem, 27 0«t. 1897. Fink. Beethoven. Mendelssohn Familieberichten. Getrouwd28 Oct. F. J. Monnc en A. ten Napel, Amst. 29. (Bij vol macht) J. F. Lankamp en T. Ament, Nunspeet. Bevallen 5 Oct. Bosschart—Yan de Kasteele z., Paramaribo. 28. H. W. van Tienhoven—Muysken d. Am sterdam. 29. F. C. M. Bennink—De Ridder d. Amst. Overleden26 Oct. Wed. P. Kok- Kapel 82 j. Amsterdam. 27. Wed. M. Snel—Schouten 76 j. Amst. J. M. J. Groen 65 j. Amst 29. P. Straatmeijer jd. 39 j. den Haag. Commissariaat van Politie te Haarlem. Inlichtingen omtrent de voorwerpen zijn dagelijlcs, behalve Zon- en Feestdagen, van 11 tot 1 uur voor de eigenaars te bekomen. Gevonden voorwerpen. Van 20 Oct. tot en met 28 Oct. '97. Een aanteekenboekje. Een kamga- ren jas. Een jas, broek en vest. Een bond. Een armband. Een aardappel zak. Een schoen. Een broche. Een baret. Een treinhaak. Een lorgnet in étui. Een nikkelen horloge. Eenige sleutels. Gevonden in de opgehaalde vuil- nisstoffen en terug te bekomen bjj den Hoofd-Opzichter der Gem.-Reiniging. Een zilveren zoutschepper en een nyptang. StoomvaartfoericSitemi Het stoomschip Smeroe, van Java naar Rotterdam, vertrok 28 Oct. van Pcrim. Het stoomschip Koningin-Regentes van Amsterdam naar Batavia, vertrok 28 Oct. van Genua. Het stoomschip Werkendamvan de Holland Amerika Lijn, vertrok 28 Oct. van New-York naar Amsterdam. VARIA. Mooie uitvlucht. Een kolonel had zyn officieren een diner aangeboden. Welnu, mijne heeren, zei liy, ik hoop, dat u deze tafel met hetgeen erop staat zult be handelen alsof het uw vyand was. Het diner was ten einde, toen dc ko lonel bemerkte, dat een der luitenants kalmweg bezig was een paai' flesschen champagne in zijn zadeltasch te bergen. Wat doet u daar vroeg de ko lonel ten hoogste verbaasd. Ik volg uw bevel op, antwoordde de luitenant met vaste stem. U hebt ons gezegd, de tafel als onzen vyand te behandelen en een vijand doodt men of, als dat niet mogelijk is, neemt men hem gevangen. Een schoolopziener vroeg onlangs aan de leerlingen eener klas, die hy over verschillende dieren en dier soorten ondervraagd had En wat weet ge van een zebra Er antwoordde niemand. Weet me daar niemand op te antwoorden vroeg de schoolopziener verbaasd. Wat is een zebra? kom aan, komaan denk eens goed. Ik weet het, meneer! riep er een in korten broek en met gele nets- schoenen aan de voeten. Zoo mag ik het hooren. Wat is dan een zebra? Een ezel met eén trui aan. Letterkundig jongmaatje (tot een dagblad-redacteur). Ik wensch een letterkundige loopbaan te volgen. Redacteur. Volg ze, jonge man, en als je ze te pakken krijgt, laat het mij dan weten. Verleden week, aan een diner, riep T. in vervoering uit. toen hy den leider van de tafel, den heer Borgens, had hooren spreken Wat een taalHoe forsch cn toch hoe vloeiend! Krachtig, maar niet hard, treffend en toch niet sen timenteel. Het is goddelyk Dat if nog de beste spreker, dien ik ooit aan een tafel hoorde. Ik ken een beteren, zei zyn vriend, George M., die naast hem zat. Wie dan Mijn oom, die bevalt my honderd maal beter. Die stille man, die ginds zit? Dezelfde, Het lykt wel een mummie. Hy zegt byna geen woord, maar als hij spreekt dan treft hij jé, dan roert hij je tot in de ziel my ten minste. Wil je de proef cr van'? Na het dessert kwam de koffie en allen stonden op on gingen zich wat vertreden in de rookkamer. Het scheen voor George niet moei lijk, zyn oom te bewegen met de heeren den volgenden dag te dinee- ren. Het feit, aat T. zyn verlangen te kennen had gegeven aan oom te worden voorgesteld en nader kennis te maken, scheen den ouden heer te vleien. 't Is in orde, kwam George zyn vriend boodschappen. Hy zal morgen komen by Krasr In het witte zaaltje? Waar anders? het is een echte lekkerbek. We willen Wim en Jan ook vragen, dat is gezelliger. Hy zal dan lichter uit den hoek komen. Dat hoeft nietoom spreekt toch, dat zal je hooren en mooi joDgen zoo mooi! Ik ben erg benieuwd naar je wonder van welsprekendheid Kom mee, dan zal ik je vast voorstellen. Den volgenden dag zaten de oom van George M., George zelf en zyn vriend T. by „Kras." Het was een fijn diner, besproeid met edele mer ken. Er knalde zelfs champagne doch hoe T. ook moeite deed, hy kon geen woord uit den ouden heer krij gen, die droog als Droogstoppel zélf zwijgend zat te eten en te drinken. Ik zeg nog eens George, hij is een mammie, nog droger dan stok- visch. Jy houdt me voor den mal! fluisterde T. zyn vriend in het oor. Wacht maar, zei George en bestelde nog een „Yeuve Cliquot" Eindeiyk kwam het dessert. T. hief zyn glas op en hield een korte toespraak waarin hij hoog op gaf van de eer der kennismaking, doch de oom bleef zoo stom als een visch. Hy salueerde beleefd met het hoofd en slurpte toen zyn champagne naar binnen. Alsjeblieft, heerenkwam de kellner met een buiging zeggen, hier is de gevraagde rekening. T. schrok, want de zwijgende oom riep nu eensklaps: Hier met.dat ding! Hier moet je wezen neen, neen, neen, laat maar zitten heeren, ik betaal! Nou wat zeg je van zóo'o taal, kerel vroeg George. Subliemverklaarde de vriend, die hoogst voldaan zijn ïportemonnaie weer in zijn zak stak. De heer Klaplooper heeft lang alle bedeesdheid verleerd. Eer zou men kunnen zeggen, dat hy brutaal is. Maar er ligt iets geniaals in zijn bru taliteit. Met den hoed op drie haren kwam hy eergisteren, licht als een veder, luchtig en vroolyk als een million- nair, doch zonder een enkelen cent meer in the pocket by een kennis oploopen. Goede morgen, amice! Morgen! Je weet, ik houd van geen om haal heb je vijftig pop voor me? Ben je gek? Nog niet maar ik moet abso luut op reis. Dat doet me pleizier. Allez, verveel non niet! (De kamer rondziende). Waar liggen je schatten? (By een kastje blijvende staan.) Daar zit de aap zeker in! Waar mot je heen? Naar Amsterdam Zondag O, naar Jaap Eden? En Morin en Maandag speelt er Sarah Bernhardt. Dus voor een lolletje? Kom. zanik nou niet, geef op de vyftig pop! Toe! En ga met me mee ja wel, ja wel, je gaat mee, kerel ik houd je vry Nieuwe heeren, nieuwe wetten! bromde de veldwachter bij zich zelf, doch ik zal de afkondiging in het kastje hangen. Het had er gespannen. De nieuwe burgemeester was woe dend geweest. Wat waren dat voor manieren, was het raadhuis, het platte dak van het raadhuis een bleekery? Ja, dat dat alty'd zóó geweest was, dat de heele gemeente het waschgoed op het dak te drogen hing was geen argument hoe eer hoe beter moest dat schan daal worden afgeschaft. Dc ledon van den raad staken de hoofden bijeen en do burgemeester vend toch dat hij wel wat te ver ging, daarom luidde dc bekendmaking, die ae veldwachter moest aanplakken als volgt „Bekendmaking. Niemand mag voortaan op het platte dak van het raadhuis iets meer te drogen hangen dan de leden van den gemeenteraad." Wonderlijke couranten. Een hoogst zonderlinge courant zal eerstdaags een Spaansche dagbladre dacteur zyuen lezers aanbieden. Deze laat namelijk zyn courant op linnen drukken eu het zwartsel is van dien aard, dat wanneer het blad gelezen is, men het eenvoudig schoon kan wasschen en daardoor in het bezit komt van een mooien zakdoek. Een vindingrijk Amerikaan wil zooals het technisch bureau van Pat- taky te Berlijn onlangs mededeelde den Spaanschen redacteur overtreffen hy stuurt zijnen lezers zakdoeken, welke, nadat zy schoon gewasschen zyn, dc nieuwste beelden en berichten geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 7