an; geplaatste dame, die gansch haar
taan aan weldoen in allerlei vorm
rde dde. Mild was ze ongetwijfeld, zoo
d metterdaad, dat haar vermogen,
ede w inkomen bij lange na niet vol-
"efe ende was voor de tallooze eischen
i liefdadigheid, en het was hier al
ig een allemaosgeheim, dat de ko-
ibe{ igin herhaalde malen de „eeresehuld"
rer nicht betaald heeft. De over-
ene trok jaarlijks f 60.000 uit de
utkist.
jlaar de filanthrophie der Bonnie
iocess was de ware, de practische.
e uitte zich niet zoozeer in het
feilen van allerlei bazaars, het in-
Pen vau mees* uiteenloopende
re! [dadigheidsinstellingen, hetaanvaar-
vrQ^ d van het presidentschap ofhetbe-
lermvrouwschap ervan, als in het
Roeken der armen of zieken in hun
on tehuis, om hun daar moed,
zJenslust, goede gevoelens in te pren-
tevens blijken achter te laten
zeldzame belangstellingvooral
iar kinderen waren, daar liet de
i08 zich vaak zien.
j zij had zoo'n goedig, prettig
[oruimd gelaat, dat haar te zien,
iooren lachen al troost, al artsenij
;ht. Neen, denkt het volk terecht,
;e prinsessen als zij, zijn er niet
Zij baden haar aan als een goede
(de „Manchester Guardian" schrijft
land over prinses Mary„Wij heb-
d de koninklijkste van onze prin-
sen verloren. De prinses van Wales
bet natuurlijk nog de mooiste vrouw
•ée' Londen, en de dochters der ko
igin hebben ook haar volle aandeel
linj gaven en bevalligheden, maar van
tokon het zoo naar waarheid getuigd
resffden dat zij elke duimbreed een
rstin was... Prinses Mary was in
)rd prkomen, manieren en spreektrant
t d typisch Engelsch als haar naam.
litii j had geen spoor van het Duitsche
«ut, aat haar nichten van prins
hst bert hebben geërfd." Deze schry-
teit r deelt ook mee, dat prinses Mary
hm 1654 door prins Napoleon ten hu-
,ng lijk is gevraagd. Lord Palmerston
alj s er zeer voor, maar de prinses
lar igerde.
Dat de roemrijke daden van 't
>eii orgeslacht den nazaat niet al te goed
nojüend zijn, blijkt ook hier te lande
menig examen. Heel bont maakte
t dezer dagen een Zwitsersche re-
nat, die op de vraag, of hij wel
hos van Willem Teil gehoord bad,
'ht jts anders wist te antwoorden, dan
t hij een herberg van dien naam
'gfo nde.
on Ea dat gebeurde nog wel te Altorf.
vai
he
df tfawerking van Spoorweg-
ade ongelukken.
het Men heeft in Duitschland in den
atsten tijd gelegenheid genoeg om
idio to maken van persoonlijke on-
lukken bij spoorwegongevallen,
sol interessant is wat dr. Stepp
oorarover vertelt in de Münchener
be- cd. Wochenschr.
De schijnbaar onbeteekende onge-
ljjl len, waarbij personen slechts ge-
lyï igo kwetsuren bekomen, hebben niet
ïofiaen later ernstige gevolgen door
>er q schrik, die het slachtoffer heeft
ko rangen. Een 46-jarige conducteur
il bij een ontspoiing van een vrij
rer jen spoordijk en scheen bijna ge-
;st< el ongedeerd gebleven te zyn. Na
iet ertien dagen wilde hij zyn dienst
eeieder hervatten. De man gevoelde
reuh geheel wel, tot dat vijf of zes
aaiiken na het ongeval pijn in den
or-g en in het hoofd hem noodzaakte
las st te nemen. Na een jaar kreeg hy
isfcit van het uitvallen van het haar,
ia{ riat de gebeele baard verdween, en
ei i gezicht werd oudachtig en mager,
nachtrust werd gestoord door
ve aralgische aandoeningen.
ander geval deed zich voor
het een 38-jarig machinist, die bij een
tsing over de machine was geslin-
en rd en 15 minuten bewusteloos was
jjven liggen. Na enkele dagen ge-
ch- elde hij zich in orde, maar naver-
i a! jp van drie weken kreeg hy hoofd-
360 jo. Zijn loop en zijn spreken wer-
-70 langzaam, en zyn geheugen ver
hakte sterk. Na zeven maanden
raD rloor de man zyn hoofdhaar en zyn
O?* ard, na een jaar zag hij er uit als
>ti< d oud, afgeleefd mensch. Driejaar
1 liet ongeval overleed hij, ver-
ïedelyk aan de gevolgen.
Een aantal andere gevallen ver
pen geheel gelijksoortig.
ist.De psychische uitwerking van den
Qel brik is vooral zeer opvallend bij
knn machinist, die een botsing by-
©0 oond© en daar zoo weinig liehame-
®r' k letsel bij opdeed, dat hij gewoon
lQSjn dienst bleef doen. Na elf dagen
iu- eldde hy zich ziek, doch was na
iet er weken opnieuw present. Vier
ico landen later was hy totaal buiten
aat om zyn werk te doen. Licha-
'st elijk zag hij er goed uit, maar hij
3111 ed zeer aan hysterische verschyn-
c?i 'eu. Hy kon zelfs geen stukje hout
j-ti* eer oprapen, werd vermoeid bij het
-co en en was voortdurend melan-
coioliok. Hy moest gepensionneerd
0° orden, ornaat er niets meer met hem
iet beginnen was.
?C" Deze mededeelingen bevatten zeker
1?' - ernstige waarschuwing omsebyn-
10 ar lichte kwetsuren bij spoorweg-
mpen niet al te licht te tellen,
eft
'or Het Russische keizerpaar is Yrij-
Oigmorgen om 10 uur uit Darmstadt
L- irtrokken. De Groothertog en de
roothertogin deden hun gasten uit-
on sleide tot het station.
Ongeveer een jaar geleden sprak
n. en te Florence veel over de ver-
3r-R1jning van Santé Macolini, eerste
tr- «sier van de spaarkas van Faenga,
een deficit van één millioen lire
zyu kas had. Alle nasporingen
oor dc Italiaansche politie gedaan,
bleven vruchteloostelegraphisehe
circulaires, rondzenden van fotogra
fieën, verzoeken aan de andere regee
ringen, opsporingen in het buiten
land enz.
Zelfs loofde het ministerie 5000 lire
uit voor den aanwijzer, beschuldigde
het den onderprefect van nalatigheid
en verplaatste hem. Nn eenige dagen
geleden werd aan de recherche van
Florence bericht, dat Macolini in de
3 was. De bekwaamste agenten
trokken er op uit om hem te zoeken,
doch vonden hem niet on kregen zelfs
de overtuiging, dat M. niet te Flo
rence, maar te Faenga was.
Men vertrok toen natuurlijk on
middellijk daarheen en dank zy den
S"verigen nasporingen, ontdekte men,
at Macolini sedert langen tyd rus
tig en teruggetrokken in een prachtig
hotel, gelegen aan de straat van de
Yenti Settembre, woonde.
De vluchteling, die juist thuis was,
werd onmiddellijk gevangen genomen.
Hy was by verstek veroordeeld tot
18 jaar gevangenisstraf.
Een mooi verhaal.
Men zal zich van de Noorsche reis,
die de Duitsche Keizer dezen zomer
met de Hohenzollern maakte, twee
bijzondere voorvallen herinneren: dat
de Keizer aan boord van het schip
door een touw van een tentdak aan
het oog werd gekwetst en dat een der
officieren, die aan boord waren, luit.
Von Hahnke, met zyn rijwiel, van een
hoogte neerstortte en verpletterd werd.
Nu komt de Revue de Montrêal
met een verhaal voor den dag, waarin
deze beide voorvallen gecombineerd
worden, en wel op eene "wijze, die zóó
onwaarschijnlijk klinkt, dat, denken
we, ternauwernood cén lezer dupe van
deze fantaisie zal worden.
Het keizerlijk jacht was op zeke
ren morgen het meer Landyen bin
nengevaren- Luitenant Yon Hahnke
ging wiel rijden wat wel-is-waar bij
reglement verboden was, maar eenige
dagen vroeger door de Keizer was
toegestaan aan de officieren van den
stai.
De keizer werd niettemin woedend.
Hy begaf zich aan land, waar hy tegen
over den wielrijder stond die, om te
voorkomen dat hy op den Keizer zon
8tooten, van zyn rijwiel sprong.
De Keizer ging op zij en zeide:
Luitenant-, neem uw rijwiel meê
en ga aan den kapitein zeggen, dat
hy n arrest geve, omdat gij tegen de
bevelen hebt gehandeld.
De officieren stonden verstomd.
Ik ben tot de orders van Uwe
Majesteit, antwoordde de luitenant.
De Keizer begaf zich op de brug
by den kapitein.
Luitenant Hahnke volgde hem.
Willem H keerde zich woedend om.
Kom niet langs dezen trap, die
voor den Keizer is bestemd.
Een oogenblik later zeide hy op
plechtigen toon met uitgestrekten arm:
Gy zijt niet waardig uw voet op
myn voetsporen te drukken.
Bij die woorden werd luitenant Von
Hahnke rood en zeide:
Sire, ik ben een officier, even
edel als Uwe Majesteit. Ik laat mij
door niemand beleedigen.
De twist werd hevig. De Keizer
maakte geweldige gebaren.
Ik zal uw degen stukbreken,
onwaardige dienaar
Dienaar herhaalde de luitenant
verontwaardigd.
Daarop liep hij op den Keizer toe,
die op de brag sprong. De luitenant
volgde hem en bracht hem een hevi-
gen vuistslag in het gelaat toe, die
hem aan 'toog kwetste, en het zou
zeker daar niet by gebleven zyn, in
dien de toegeschoten officieren den
aanvaller niet in alle haast naar zijn
hut hadden gebracht.
Keizer Willem was onmiddellijk
kalm geworden.
Roep oogenblikkelijk den krijgs
raad bijeen, beval by den kapitein
der Hohenzollern.
De kapitein deed eerbiedig opmer
ken, dat vóór de krijgsraad bijeen
kwam, er een onderzoek moest plaats
hebben.
Dat men hem in afwachting in
de boeien sla! beval de Keizer.
De krygsraad moest den volgenden
dag bijeenkomen.
Wat gebeurde er? Men weet het
niet.
Luitenant Yon Hahnke was den
volgenden dag niet meer aan boord.
In den nacht had men hem in een
sloep doen stappon, die de richting
naar de zee had ingeslagen.
Den volgenden dag meldden de
Berlynsche bladen het ongeval, dat
aan den Keizer was overkomen eene
wond aan liet oog, veroorzaakt door
den slag van oen touw.
Drie dagen later meldden dezelfde
bladen den zelfmoord van den „in
ongenade gevallen" luit. Von Hahnke.
Volgens de Revue de Montreal
zou de luitenant na twee dagen in
de bosschen gezworven te hebben,
in een afgrond zijn gesprongen.
De officieren hadden bevel gekre
gen het gebeurde aan boord der
Hohenzollern te verzwijgenmaar
het verhaal, aan een vriend toever
trouwd, zou zyn medegedeeld aan
een correspondent van het Canadee-
sche blad, dat verantwoordelijk blijft
voor zijn brokstuk sensatie-mengel
werk.
Lord Rosmead.
Lord Rosmead, eertyds sir Henry
Loch, de gewezen gouverneur der
Kaapkolonie, is Donderdag overleden.
De te Chicago overleden fabrikant
van slaapwagens, Pullmann, heeft
zooveel vijanden achtergelaten, dat
zyn verwanten vreezen, dat zyn lyk
gestolen zou kunnen worden. Voor
^0 jaar is dit ook gebeurd met het
lyk van den Newyorkschen millionair
Steward.
Men heeft daarom de doodkist laten
zetten in een omhulsel van cement
ijzer, dat 13 voet lang is en 9 voet
breed. Hieromheen zyn traliën aange
bracht, terwijl het geheel bedekt is
met een laag asphalt.
Als dit zware mummiegraf nu nog
gestolen wordt, moeten de dieven wel
heel sterke kerels zyn.
Verkoudheid.
Iemand, die eene goede gezondheid
bezit en geregelde bezigheid heeft,
haalt zich niet zoo gemakkelijk, ge
lijk men gewoonlijk vreest, eene ver
koudheid op den hals. By iemand
met eene zwakke gezondheid daar
entegen en die te veel vergt van zyn
maag of zenuwgestel, werkt een
groote temperatuur-verandering spoo-
dig schadelijk, en naar gelang van
hetgeen bij zulk een persoon het ge
makkelijkst kwetsbaar orgaan vormt,
zullen zich by hem .de gevolgen daar
van vertoonen als algemeene gevatte
koude, longontsteking, goedaardige
geelzucht enz.
Yan alle bijoorzaken der verkoud
heid is echter vermoeidheid of over
spanning de werkzaamste. Een afge
mat man, die laat van langdnrigen
zwaren arbeid naar huis terugkeert,
een jongeling, die zichzelven per week
meermalen eenige uren slaap ontrooft
door 's nachts uit te gaan, een meisje,
dat van het balseizoen te volop ge
niet, te sterk gevoede kleine kinderen
zonder toereikenden slaap, zyn de
genen, die de meeste verkoudheidpa-
tiënten leveren.
Alle weelde bevordert verkoudheid:
te warme kamers, dikke vederbedden,
stoelen met zachte kussens enz. ver
oorzaken eene gevoeligheid, welke
licht een catharrus of een ontste
kingsproces doet ontstaan.
Gelijk reeds hierboven gezegd, is
het niet zoo zeer de koude zelve,
maar zyn het meer de gewone om
standigheden, die haar in staat stel
len kwaad te stichten. De ergste ver-
kondheid overvalt dikwijls hen, die hun
huis niet verlaten of misschien zelfs
ternauwernood uit bed komen. Het
grootste weerstandsvermogen bezitten
meestal zy, die bet meest aan sterke
temperatuurswisselingen zyn blootge
steld, doch door goeden slaap, koude
baden en wrijvingen en geregelde
levenswijze de veerkracht van hun
zenuwgestel onderhouden en den
bloedsomloop bevorderen.
De meeste verkoudheden ontstaan
des nachts of des avonds, wanneer
vermoeide lieden last krijgen van
stoornis in de circulatie, tengevolge
van te sterk verwarmde woonkamers
of te koude slaapvertrekken. Dit komt
vooral veel by bejaarde personen voor.
In zulke gevallen openbaren zich de
gevolgen niet terstond, maar treden
meestal slepend op en hebben ver
scheidene dagen, zelfs weken tot
hunne volle ontwikkeling noodig. Dit
bevestigt de algemeene ervaring, dat
by strenge winterkoude tot dusverre
zeer gezonde menschen van hoogen
leeftijd snel of na een kortstondig
ziekbed komen te overlijden.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
De „Alliance frangaise."
In een hier ter stede uitkomend Predik-
beurlenblad worden in den laatsten tijd
aanvallen gericht tegen de .Alliance eene
louter taal- en letterkundige vereeniging,
in wier hoofdbestuur lieden van allerlei
geloofsbelijdenissen en van allerlei geloofs-
schakeeringen zitting hebben. "De Alliance
zou de orde dei1 Jezuiten in de hand wer
ken, doordien zij gelden schonk tot oprich
ting of instandhouding van scholen door
broeders van de S. J. gevestigd of bestuurd.
Een dergel .ke vereeniging, die haar hoofd
zetel in den vreemde heeft, ir.ag niet door
een gosd Nederlander, laat staan een op
recht Calvinist of Lutheraan ondersteund
worden en dit wordt zij, bij uldien men
zich bij een harer afdeelingen als lid laat
inschrijven." Aldus luidt do redeneering.
Laat ons zien in hoever zij op de Alliance
in 't algemeen en op het Haarlemsche Co
mité in 't bijzonder betrekking heeft, en in
hoever dus die lichamen zich getroffen kun
nen voelen door de verwijten tot hen ge
richt.
De schrijver in het P. B. weet, dat
de bevolking van Frankrijk meer Katholie
ken telt dan Protestanten en dat bij de
heerschende politieke mode tot coloniseeren,
waarbij de zendelingen ook nu zoo'n groote
rol spelen, de katholieke missiën in grooter
getale dan de Protestantsche, den zendings-
arbeid ook in de jongst verworven Fransch-
Afrikaansche koloniën en protectoraten ver
richten.
Wij hebben slechts op Tunis, Algiers, den
Franschen Congo, Senegal en Soudan te wij
zen en allerlaatst op Madagascar.
De leden der S. J. munten uit door ijver
en volbrengen ook in de Fransche koloniën
sneller en krachtiger het zendingswerk, dan
menig ander zendingsgenootschap.
Als gevolg van dien vurigen ijver kwamen
verschillende inrichtingen van onderwijs in
verschillende streken van den aardbol tot
stand, welke door Paters Jezuïeten opgericht,
door hen worden bestuurd. Spoedig na het
Fransche protectoraat over Madagascar
kortelings door eene aanhechting aan het
moederland in politieken zin bekroond
omstreeks i5 jaren geleden, hebben de Jezuïe
ten op het eiland meer van zich dooi» hoo-
ren dan vóór die»» tijd toen dc Hovas, de
koloniale politiek van Groot-Brittanje steu
nend, als een der middelen daartoe het be-
■toordeelen der Britsche missionarissen re
kenden. Dat bij het veld winnen van den
Franschen invloed die der Britten verdween
en dat daarvan aan beide zijden verscher
ping van overredingsmiddelen tot bekeering
van de inboorlingen primo en secundo een
heftige rivaliteit tusschen het Pi otestantsch-
methodistisch en het Katholiek-jezuïtisch
element het gevolg was, zou een geschie
denis der Christelijke zending niet alleen
dooi- Madagascar bewijzen, maar door allo
oorden der wereld, waar twee Christelijke
natiën vasten voet zoeken te krijgen en men
als eerste pionniers der beschaving katho
lieke en niet-katholieke zendelingen het
vaandel van den Christelijken godsdienst zag
plaatsen.
Zoodra echter, gelijk dat op Madagascar
sedert tal van jaren tusschen Engelschen
en Franschen plaats vond, nevens het gods
dienstig een staatkundig doel wordt nage
jaagden de wereldberuchte Brit6ch-kolon.
politiek kan van dusdanige doeleinden mee
spreken van dat oogenblik af gaat men
over zulke leelijke kronkelpaden, die. naar
een nog leelijker doolhof heen voeren, waar
uit geen gele of blauwe boeken redden.
Derhalve worde hier in het midden ge
laten de waarheid van velerlei ongerech
tigheid door Engelsche Methodisten bij het
bekeeren van lnbooi'lingen op Madagas
car gepleegd, maar rnoet op het feit
worden gewezen dat na het Fransch
protectoraat de invloed der Methodisten
verzwakte en die der Jezuiten klom. Uit
dat feit nu put het P. B. de wetenschap,
dat. de Alliance Frangaise, die over de ge-
heele wereld scholen van allerlei godsdien
stige secten ondersteunt, eene vereeniging
moet zijn die de Jezuiten versterkt ten na-
deele van niet-Katholieke godsdienstgenoot-
sohappen en daardoor een verwerpelijke
instelling is. Immers zij subsidieei'de eene
door Paters Jezuiten gehouden school op
Madagascar
Naar mijn overtuiging faalt hier echter
de logische redeneering der Redactie. Wan
neer de oAlliancea met uitsluiting van
andere gezindten de Jezuitenscholen sub
sidieerde, dan zou men haar eenzijdigheid
kunnen verwijten, doch zij doet dat niet,
zij vraagt enkel of er in eenige wereld
streek een school of een vereeniging, die
haar doel bevordert, de verspreiding van
de Fransche taal, steun behoeft en ver
dient; zij verleent dien steun aan Protes
tantsche, Katholieke en Joodsche scholen in
de Fransche Koloniën en elders buiten
Frankrijk en zij zou aan Bouddhistische,
Perzische en Grieksche scholen gelden ver
strekken indien bleek, dat het onderwijs tot
haar taal- en letterkundig doel kon nreè-
werken. Onder dagteekening van 15 Oct.
schrijft de Secretaris-Generaal der Alliance
dan ookNous nous empressons de vous
répéter que notre bienveillance est acquise
a toutes les écoles enseignant le francais
a l'étratiger sans distinction de religion.
Nous sommes rnême heureux de vous in
former que nous venous d'envoyer des allo
cations a mr. Mondain pour les écoles des
missions protestantes de Tananarive! In
dien dus de Redacteur van het P. B. een
school oprichtte waar Fransche taal en
letteren werden onderwezen en hij bewijzen
kon in den geest der Alliance beschavenden
invloed in ruimen kring te verspreiden,
kon hij, die zich thans de meerdere der
Madagascarsche Jezuiten-patei-s voelt, dan
onder de bedeeling der Allianceootmoedig
huns gelijke aan de boorden van het Spaarne
worden.
Het valt niet te ontkennen, dat de
orde der Jezuiten ten allen tijde de on-
verschrokkenste missionarissen en de schran
derste onderwijzers heeft voortgebracht. En
wanneer nu aan eene streek in het veraf
gelegen Zuiden waar, gelijk het heet, de
duisternis van het Heidendom heeisckt,
door paters Jezuiten het licht van het
Christendom wordt gebracht, dnarmée do
fakkel der verstandsontwikkeling wordt
ontstoken en een Kuropeesch Katholiek land
als Frankrijk oefent over die streek het
protectoraat uit, dan is het voor een taai
en letterkundige instelling als de Alli
ance als zij daar Fransche scholen
steunt, door paters Jezuiten opgericht,
slechts een steunen van de Christelijke
beschavingen het Fransch sprekend element
door de hand der Jezuiten daar aange
kweekt, maar geenszins is het eene huldi
ging van het dogmatieke stelsel der orde,
die hen afvaardigde. Het is het voorstaan
van een humanistisch beginsel, dat de
basis van alle godsdienststelsels vormt,
en dat van bijstand spreekt aan hen,
die hulp behoeven, niet vi-agend of die
bijstand soms ook kon worden verleend
aan een persoon of eer» zaak, wier syïnpa-
thieiï op andere punten de onze niet zijn.
En die overwegingen zouden ook hie:- bij den
werkkring der Alliance op Madagascar door
het P B. zijn begrepen, en zeker zou dat
feit met stilzwijgen zijn voorbijgegaan, in
dien niet het Calvinistische gemoed door
schok en beving ware beroei'd bij het denk
beeld, dat de Mammon in den vorm van
Nedei landsche guldensstukken in de zakken
der paters-Jezuiten op Madagascar zon ver
dwalen, welke onder gunstige omstandig
heden had kunnen neerdalen als weldoend
genius in de buidels van E»»gelsche jnetho-
di=ten. Inderdaad, indien dit niet zoo ware,
waarom laat de Redactie van het P. B. zich
dan zoo vér vervoeren dat zij op Madagas
car aanlandt? En waarom anders trekt zij
van leer tegen liet Haarlemsche Comité
der Alliance Franchise, dat met Jezuiten
noch met Madagascar iets te maken heeft?
Immers de onderstelling, dat het Haar
lemsche Comité der Alliance franchise soli
dair zon zijn verbonden met. het Centrale
te Parijs en daardoor de Jezuiten op Mada
gascar zou steunen, beiust op dwaling.
Behoudens taal- en letterkundige betrek
kingen, door het Haarlemsche Comité met
den hoofdzetel te Parijs onderhouden, be
staat er tusschen die beiden geen enkel
veiband Het Haarlemsche Comité hangt
niet geldelijk van het Hoofdbestuur af; bet
staat" in financieelen en moreelen zin vrij
tegenover het Centrale Comité hel heelt
nooit een cent geld aan het hoofdbestuur te
Parijs gezonden en de verwijten door het
P. B. tot dat Comité gericht, zijn dus ook
om die reden op dat Comité niet toepa:
selijk.
Indien de Redactie van hot P. B. bij al
de lofwaardige aandacht, die zij aan het
Haarlemsche Comité wijdt, die ook tot
andere Comités, (die te 's Gravenhage, te
Amsterdam, te Utrecht, te Amersfoort, te
Arnhem, te Rotterdam, te Groningen) wil
uitstrekken, zal zij het hier uitgespi-oken
feit bevestigd vinden, dat personen van
allerlei geloofsrichtingen, zelfs do Calvinisti
sche, lid zijn van deze vereeniging tot be-
oefening en verspreiding van Fransche taal
en letteren buiten Frankrijk.
Dat wij het Haarlemsch P. B. tot andere
gedachten zouden hebben gebracht dan het
blijkbaar jegens het Haarlemsch Comité
der Alliance franjaise koestert, wij go-
looven het niet. Een dusdanige Redactie ver
keert, naar wij meenen, in de onmogelijkheid
ruiterlijk te erkennen wet wij over de
Alliance franqaise bij herhaling schreven,
als zou zij door hare Nedertandsche Co
mités de Jezuitenscholen op Madagascar
steunenberustte op dwaling en was en is
dus onjuist, uranl de Nederlandsche Co
mités «taan wel in litteraire, maar niet
ORGELBESPELING.
in de Groote- of St Bavokerk alhier,
05 Dinsdag 2 Nov., 1897 des na
middags van I2 uur, door den heer
W. EZERMAN.
PROGRAMMA.
1. Fantaisie op: „Ein'
feste Burgrt
2. Adagio
3. Sonate no. 4
a. Allegro con brio.
b. Andante.
c. Allegretto.
d. Finale.
4. Tranmerei Schumann.
5. Canzonetta Rheinberger.
in financieele betrekkingen tot het Hoofd-
comité te Parijs
Doch mocht het haar andermaal beha
gen onze afdeeling tot vooi-werp harer be
langstelling te kiezen zij vermelde dan
tevens, dat het Haarlemsch Comité zich dit
jaar in een grooter aantal leden mag ver
heugen, dan het tot dusver bezat.
F. SMIT KLEINE,
Bestuursl. u h. Haarl.
Comité der A. F.
Haarlem, 27 0«t. 1897.
Fink.
Beethoven.
Mendelssohn
Familieberichten.
Getrouwd28 Oct. F. J. Monnc
en A. ten Napel, Amst. 29. (Bij vol
macht) J. F. Lankamp en T. Ament,
Nunspeet.
Bevallen 5 Oct. Bosschart—Yan
de Kasteele z., Paramaribo. 28. H.
W. van Tienhoven—Muysken d. Am
sterdam. 29. F. C. M. Bennink—De
Ridder d. Amst.
Overleden26 Oct. Wed. P. Kok-
Kapel 82 j. Amsterdam. 27. Wed. M.
Snel—Schouten 76 j. Amst. J. M. J.
Groen 65 j. Amst 29. P. Straatmeijer
jd. 39 j. den Haag.
Commissariaat van Politie
te Haarlem.
Inlichtingen omtrent de voorwerpen
zijn dagelijlcs, behalve Zon- en
Feestdagen, van 11 tot 1
uur voor de eigenaars
te bekomen.
Gevonden voorwerpen. Van 20 Oct.
tot en met 28 Oct. '97.
Een aanteekenboekje. Een kamga-
ren jas. Een jas, broek en vest. Een
bond. Een armband. Een aardappel
zak. Een schoen. Een broche. Een
baret. Een treinhaak. Een lorgnet in
étui. Een nikkelen horloge. Eenige
sleutels.
Gevonden in de opgehaalde vuil-
nisstoffen en terug te bekomen bjj den
Hoofd-Opzichter der Gem.-Reiniging.
Een zilveren zoutschepper en een
nyptang.
StoomvaartfoericSitemi
Het stoomschip Smeroe, van Java
naar Rotterdam, vertrok 28 Oct. van
Pcrim.
Het stoomschip Koningin-Regentes
van Amsterdam naar Batavia, vertrok
28 Oct. van Genua.
Het stoomschip Werkendamvan
de Holland Amerika Lijn, vertrok 28
Oct. van New-York naar Amsterdam.
VARIA.
Mooie uitvlucht.
Een kolonel had zyn officieren een
diner aangeboden. Welnu, mijne
heeren, zei liy, ik hoop, dat u deze
tafel met hetgeen erop staat zult be
handelen alsof het uw vyand was.
Het diner was ten einde, toen dc ko
lonel bemerkte, dat een der luitenants
kalmweg bezig was een paai' flesschen
champagne in zijn zadeltasch te
bergen.
Wat doet u daar vroeg de ko
lonel ten hoogste verbaasd.
Ik volg uw bevel op, antwoordde
de luitenant met vaste stem. U hebt
ons gezegd, de tafel als onzen vyand
te behandelen en een vijand doodt
men of, als dat niet mogelijk is, neemt
men hem gevangen.
Een schoolopziener vroeg onlangs
aan de leerlingen eener klas, die hy
over verschillende dieren en dier
soorten ondervraagd had
En wat weet ge van een zebra
Er antwoordde niemand.
Weet me daar niemand op te
antwoorden vroeg de schoolopziener
verbaasd. Wat is een zebra? kom
aan, komaan denk eens goed.
Ik weet het, meneer! riep er
een in korten broek en met gele nets-
schoenen aan de voeten.
Zoo mag ik het hooren. Wat is
dan een zebra?
Een ezel met eén trui aan.
Letterkundig jongmaatje (tot een
dagblad-redacteur). Ik wensch een
letterkundige loopbaan te volgen.
Redacteur. Volg ze, jonge man,
en als je ze te pakken krijgt, laat
het mij dan weten.
Verleden week, aan een diner, riep
T. in vervoering uit. toen hy den
leider van de tafel, den heer Borgens,
had hooren spreken
Wat een taalHoe forsch cn
toch hoe vloeiend! Krachtig, maar
niet hard, treffend en toch niet sen
timenteel. Het is goddelyk Dat if
nog de beste spreker, dien ik ooit aan
een tafel hoorde.
Ik ken een beteren, zei zyn
vriend, George M., die naast hem zat.
Wie dan
Mijn oom, die bevalt my honderd
maal beter.
Die stille man, die ginds zit?
Dezelfde,
Het lykt wel een mummie.
Hy zegt byna geen woord, maar
als hij spreekt dan treft hij jé, dan
roert hij je tot in de ziel my ten
minste. Wil je de proef cr van'?
Na het dessert kwam de koffie en
allen stonden op on gingen zich wat
vertreden in de rookkamer.
Het scheen voor George niet moei
lijk, zyn oom te bewegen met de
heeren den volgenden dag te dinee-
ren. Het feit, aat T. zyn verlangen
te kennen had gegeven aan oom te
worden voorgesteld en nader kennis
te maken, scheen den ouden heer te
vleien.
't Is in orde, kwam George zyn
vriend boodschappen. Hy zal morgen
komen by Krasr
In het witte zaaltje?
Waar anders? het is een echte
lekkerbek.
We willen Wim en Jan ook
vragen, dat is gezelliger. Hy zal dan
lichter uit den hoek komen.
Dat hoeft nietoom spreekt
toch, dat zal je hooren en mooi
joDgen zoo mooi!
Ik ben erg benieuwd naar je
wonder van welsprekendheid
Kom mee, dan zal ik je vast
voorstellen.
Den volgenden dag zaten de oom
van George M., George zelf en zyn
vriend T. by „Kras." Het was een
fijn diner, besproeid met edele mer
ken. Er knalde zelfs champagne
doch hoe T. ook moeite deed, hy kon
geen woord uit den ouden heer krij
gen, die droog als Droogstoppel zélf
zwijgend zat te eten en te drinken.
Ik zeg nog eens George, hij is
een mammie, nog droger dan stok-
visch. Jy houdt me voor den mal!
fluisterde T. zyn vriend in het oor.
Wacht maar, zei George en
bestelde nog een „Yeuve Cliquot"
Eindeiyk kwam het dessert.
T. hief zyn glas op en hield een
korte toespraak waarin hij hoog op
gaf van de eer der kennismaking,
doch de oom bleef zoo stom als een
visch. Hy salueerde beleefd met het
hoofd en slurpte toen zyn champagne
naar binnen.
Alsjeblieft, heerenkwam de
kellner met een buiging zeggen, hier
is de gevraagde rekening.
T. schrok, want de zwijgende oom
riep nu eensklaps:
Hier met.dat ding! Hier moet
je wezen neen, neen, neen, laat
maar zitten heeren, ik betaal!
Nou wat zeg je van zóo'o taal,
kerel vroeg George.
Subliemverklaarde de vriend,
die hoogst voldaan zijn ïportemonnaie
weer in zijn zak stak.
De heer Klaplooper heeft lang alle
bedeesdheid verleerd. Eer zou men
kunnen zeggen, dat hy brutaal is.
Maar er ligt iets geniaals in zijn bru
taliteit.
Met den hoed op drie haren kwam
hy eergisteren, licht als een veder,
luchtig en vroolyk als een million-
nair, doch zonder een enkelen cent
meer in the pocket by een kennis
oploopen.
Goede morgen, amice!
Morgen!
Je weet, ik houd van geen om
haal heb je vijftig pop voor me?
Ben je gek?
Nog niet maar ik moet abso
luut op reis.
Dat doet me pleizier.
Allez, verveel non niet! (De
kamer rondziende). Waar liggen je
schatten? (By een kastje blijvende
staan.) Daar zit de aap zeker in!
Waar mot je heen?
Naar Amsterdam Zondag
O, naar Jaap Eden?
En Morin en Maandag speelt
er Sarah Bernhardt.
Dus voor een lolletje?
Kom. zanik nou niet, geef op
de vyftig pop! Toe! En ga met me
mee ja wel, ja wel, je gaat mee,
kerel ik houd je vry
Nieuwe heeren, nieuwe wetten!
bromde de veldwachter bij zich zelf,
doch ik zal de afkondiging in het
kastje hangen.
Het had er gespannen.
De nieuwe burgemeester was woe
dend geweest.
Wat waren dat voor manieren, was
het raadhuis, het platte dak van het
raadhuis een bleekery? Ja, dat dat
alty'd zóó geweest was, dat de heele
gemeente het waschgoed op het dak
te drogen hing was geen argument
hoe eer hoe beter moest dat schan
daal worden afgeschaft.
Dc ledon van den raad staken de
hoofden bijeen en do burgemeester
vend toch dat hij wel wat te ver
ging, daarom luidde dc bekendmaking,
die ae veldwachter moest aanplakken
als volgt
„Bekendmaking.
Niemand mag voortaan op het platte
dak van het raadhuis iets meer te
drogen hangen dan de leden van den
gemeenteraad."
Wonderlijke couranten.
Een hoogst zonderlinge courant zal
eerstdaags een Spaansche dagbladre
dacteur zyuen lezers aanbieden. Deze
laat namelijk zyn courant op linnen
drukken eu het zwartsel is van dien
aard, dat wanneer het blad gelezen
is, men het eenvoudig schoon kan
wasschen en daardoor in het bezit
komt van een mooien zakdoek.
Een vindingrijk Amerikaan wil
zooals het technisch bureau van Pat-
taky te Berlijn onlangs mededeelde
den Spaanschen redacteur overtreffen
hy stuurt zijnen lezers zakdoeken,
welke, nadat zy schoon gewasschen
zyn, dc nieuwste beelden en berichten
geven.