een Skandinaviscli zeemanshuis is ge vestigd, iets zwarts naar beneden ren, en naderbij gekomen bleek een man te wezen, die na op straat te zijn gesprongen rustig zijn weg vervolgde, alsof hij van den prins geen kwaad wist. Termaten volgde hem, doch by zette het op een loopen. Thans ving een wedloop aan, waarbij de vlugge in breker veel voor had. L)e achtervolgde liep in een cirkel en kwam ten laatste weder in de Jodensteeg waar hij in den val liep toen hij een doodloopend slop binnenschoot. Termaten, wetende dat zijn man hier hem niet meer ontkomen kon, vatte voor het slop post, om wat op adem te komen. Nu kwam er spoedig daarop een tweede agent aan en beiden liepen nu het slop in waar zy, geheel aan het einde, den man van onder een "wagen te voorschijn haalden. Onder dien wagen werd tevens een portefeuille met bank papier gevonden en voorloopig in beslag genomen. Met den aangehou dene ging het nu naar het posthuis aan de Glashaven vanwaar hy later door den hoofdagent naai- het politie bureau aan de Pauwensteeg werd overgebracht. Aan dat bureau had hij zich te verantwoorden voor den commissaris van politie, den heer J. W. C. Strang, die met bekwamen spoed een instruc tie aanving en een onderzoek deed instellen. Dit onderzoek leerde dat de aan gehoudene zich langs een ijzeren spijl nad opgewerkt tot aan de eerste ver dieping op de Glashaven no. 28dat hy op die verdieping de ruit van een kantoor verbrijzeld en daardoor naar binnen gekropen was om vervolgens een ronde door het geheele huis te maken. Op die ronde werden door hem o. m. bezocht het slaapvertrek van den directeur der inrichting, den heer Th. A., een logeervertrek, waar een 12-tal zeelieden ter ruste lagen en de op den zolder gelegen 'meiden kamer. Op den zolder "stal hij een gouden horloge, in het vertrek waai de zeelieden ter ruste lagen een zil veren horloge, eenig geld en een mes, op de slaapkamer van den directeur haalde hij uit diens broekzak een portcmonnaie met geld en een ring met sleutels, terwijl bij uit het vest zakje van dien heer een zilveren hor loge kaapte. Vervolgens, gebruik makende van de gestolen sleutels stal hij op het kantoor uit een lade van een les senaar een bedrag van f 800 aan bankpapier en zilvergeld en verdween vervolgens langs aenzelfden weg, zonder dat een der bestolenen iets bemerkt had. Deze dief is een Deensch zeeman. Hij is 26 jaar en maakte in het buitenland reeds met de justitie kennis. Opeen m de Binnenhaven liggend schip was hy gemonsterd en Maandag zou hy daarmede naar Brazi lië vertrekken, zoodat zonder de ac tiviteit van den hoofdagent Terma ten, de bestolenen zeker voor altijd naar hun geld en goed haddeD kun nen fluiten. Zeereizen zal de Deen vooreerst niet maken, daar hij na verhoor ter beschikking der justitie gesteld wordt. X. E. Ct. Een moord. Zondagavond is te Berkenwoude een moord gepleegd. Zekere J. de J. uit Bergambacht werd door een mes steek gewond en is ten gevolge daar van Maandag in den vroegen ochtend overleden. De vermoedelijke dader is gearres teerd. Gelderscli Fransch. In zijn „Pluksel" schrijft de „Spec tator het volgende: „De armoede van de moedertaal is Zaterdag, 16 Oct., al weer geble ken in een zeer oflicieele bijeen komst, aan den maaltyd dien de pro vincie Gelderland den Koninginnen aanbood. De spijskaart was opgesteld in de taal van een naburig land en zij werd misschien niet door alle aanzittenden begrepen, zelfs door den samensteller niet, Mr. Jan v. Rijs wyck, die ons op het Dordsche Letterkun dig CoDgres zoo hekelde over onze Franschdolbeid, zou alweer stof ge vonden hebben om ons, die zoo def tig eu dwaas van „l'honneur du plat" spreken, in 't zonnetje te zetten. Trouwens, dit Fransch hoort by dat van dc Arnhemsche spijskaart, die de gasten laat smullen van „chaud- froid de bécassines" natuurlijk een schotel die half warm en half koud opgedischt wordt, Maar zegt het Fransche keukenboek„Cbaufroix était un cuisinier, d'oïi le nom". Waarom zyn die Geldersche lui nu tegenover hun Koninginnen niet kor daat met hun eigen taal voor den dag gekomen? waarom geeneetlystwaar boven het oude rijmpje had kannen dienen Blanke zwaarden, rappe paarden, Een glas in de hand, Dat zyn de snophanen van Gelder- Pand." Ontmaskerd Uit Groningen schrijft men aan de Tel.: De man, wiens naam voor eenige dagen door byna alle bladen ging, ook door de groote en de juridische bladen, zal nu opnieuw in de pers en daarbuiten van zich doen spreken. Men herinnert zich het geval met een meisje van 9 jaar, in 't laatst van September te Haren voorgeval len en waarvan H. Heykens, voorz. van de Algemeene Groninger Werk liedenvereniging te Groningen, ver dacht werd. Bij die gelegenheid hebben vooral de groote bladen de Groningsche pers bewaarde een verstandig stil zwijgen het voor Heykens opge nomen op grond van de behandeling, die hy naar zyn beweren bij zyne arrestatie en gedurende zijne voor- loopige hechtenis zou hebben onder vonden. Opmerkelijk, dat de persor ganen die zich zoo warm maak ten voor Heykensgeen enkel woord van medelijden hadden voor het ongelukkige kind. Waarbij nog komt, dat het zeer de vraag is, of do voor H. betoonde belangstelling op hare plaats was. Het staat namelijk vast, dat H. in zijne krantartikelen het niet heel nauw met de waarheid genomen heeft. Onwaar is o. a., dat de officier van justitie hem bij de invrijheidstelling zijne excuses aangebodenheeft; onwaar is ook, dat hy gedurende de voor- loopige hechtenis boevenkleeding ge dragen heeft, althans geen boven- kleeding van dien aard maar wel ge- vangenisonderkleeding. Maar het zij, boe het zy, de politie kon het niet verder brengen dan tot zware verdenking tegen H., die daarop in vrijheid werd gesteld. Nauwelijks was dit zaakje doodge bloed, of er gingen andermaal slechte geruchten omtrent meergenoemden werk te geven, waarom hy gevraagd had. Er werd beweerd, dat hy quitan- ties vervalscht en gelden verduisterd had ten nadeele van het verzekerings fonds voor vryen dokter, en apotheker, eene onderafdeeling van de Algemeene Groninger Werklieden ver een iging, van welk fonds H. administrateur is. Niettegenstaande die gemchten steeds vaster vorm aannamen, trad de justitie, misschien wel uit vrees voor een tweede echec met bedoel den man, handelend op, totdat in eene Zaterdagavond gehouden vergade ring van meergenoemde vereeniging gebleken is, dat Heykens zich aan een twintigtal strafbare feiten valschheid in geschrifte en verduiste ring schuldig heeft gemaakt ten nadeele van het zooeven genoemde fonds. Dienzelfden avond te half een is hy op last van den officier van justitie door den hoofdinspecteur van politie in zyne woning gearresteerd en naar het politiebureau overgebracht. Daar is hij in tegenwoordigheid van den officier van justitie verhoord dooi den rechter van instructie, voor wie hij eene bekentenis aflegde en die hem Zondagmorgen naar de cellulai re gevangenis deed overbrengen. Uit dit geval kan natuurlijk niets afgeleid worden voor het geval te Haren. Maar te denken geeft liet zeker. Zoo gaat de wereldsehe roem voor bij. Dezelfde man, wien de leden der Werkliedenvereeniging in de Pink sterdagen van 1896, bij gelegenheid van Let zilveren jubilé dier vereeni ging, als blyk van erkentelijkheid voor „bewezen diensten", een met zilver gemonteerd inktstel en een gou den vingerring aanboden, die lid was van het bestuur der Centrale Vrijzinnige Kiesvereeniging die eenige keeren tot candidaat voor den gemeenteraad was geprocla meerd, diezelfde man sorteert nu kof- fieboonen in de gevangenis, omdat men geen termen vindt hein schrijf GERHENGD NIEUWS. Draadnagels. In Engeland is een fabrikant op het denkbeeld gekomen, een nieuw soort draadnagels te vervaardigen (te verkrijgen by George Craven, 20 Cheapside, Londen). De onderste helft bevat inbuigingen, aangebracht door middel van druk op de beide tegen overgestelde zyden van den nagel, twee aan twee loodrecht op elkaar staande. Het hout klemt zich, als de nagel is ingeslagen, weer in die in- buigingen, en daardoor is het vast houdend vermogen gelijk aan dat van vyf gewone, gladde nagels. Een origineel. Het stadje Torquay, in Engeland, verheugt zich in het bezit van een origineelen politie-commissaris. Die magistraat reed dezer dagen op zyn rywiel uit en verloor onder weg zyn lantaarn. Niettemin reed by door en daar hy geen politieagent tegenkwam, begaf hij zich den vol genden morgen naar den rechter en klaagde zichzelf aan van overtreding der politie-verordening. De rechter zag zich genoodzaakt den delinquent tot 5 shillings boete te veroordeelen. Maar tegen dit von nis heeft nu de commissaris appèi aangeteekend. Zon deze uiterst nauw gezette magistraat misschien naar zijn meening te licht zyn gestraft? De begrafenis van Henry George. De lijkdienst voor Henry George is Zondag met groote praal gevierd. Vroeg in den morgen was het lyk overgebracht naar het Grand Central Palace, waar de eenvoudige zwarte kist werd geplaatst op een even een voudige katafalk. Aan den achter wand van het platform was een rouw- versiering aangebracht met het por tret van den overledene tot middel punt. Verder was een bronzen borst beeld van Henry George door zyn zoon Richard de eenige versiering. Van zeven uur des morgens tot twee uur des middags en verder van vijf uur tot zeven uur des avonds werd het publiek toegelaten om het lyk te zien. Een onafgebroken drom schoof door het ruime gebouwalleen in de avonduren maakten, naar schatting, 65,000 menschen gebruik van de ge legenheid om nog een laatste hulde te brengen aan den grooten Ameri kaan. In do middaguren had de lijkdienst voor de familie en de genoodigden plaats. Na de godsdienstige plechtig heden spraken tal van redenaars over den arbeid en het leven van den doode. Om zeven uur werd de stoet op gesteld die het lijk naar den City Hall zou geleiden. Behalve tal van delegaties uit andere steden namen dertigduizend Newyorksche werklie den aan den optocht deel, die donker en somber, zonder een fakkel, zich door de straten bewoog. In het mid den reed de ongedekte lyk wagen, ge trokken door zestien zwarte heng sten, alle onder den man gereden door leden van de eerewaclit. Voor den City Hall werd de stoet ontbonden waarna het lijk werd overgebracht naar de woning der familie. Gisteren is het op het kerkhof van Greenwood bijgezet. In de groote katoenfabriek van Nicolaus Moroschof in het Russische gouvernement Vladimir is een oproer onder de werklieden uitgebroken. De muiters hebben de fabriek in brand gestoken, de brandkast opengebroken en voor 50000 roebels aan papiergeld in de vlammen geworpen. De direc teur der fabriek kon slechts met moeite aan den dood ontsnappen. De orde is door de soldaten her steld. Uit Transvaal. De beschuldiging, dat dr. Leyds zich op de een of andere wyze zou laten omkoopen, over welken laster de telegraaf ons reeds iets gemeld heeft, schijnt te liggen in een bewe ring van de Cape Times, dat de staatssecretaris jaarlyks van de dyna- miet-maatscbappij 500 p. st. trekt. Het blad wist er zelfs by te vermel den, dat een, met name genoemde, bank te Pretoria hem maandelijks zooveel p. st. sh. en d. ter hand stelde. De Expressvan Bloemfon tein, was van oordeel, dat dr. Leyds zich tegen een zoo wel omschreven aantyging verdedigen moest. En ge lijk wy weten, heeft de staatssecre taris in den Tweeden Volksraad ge zegd, dat hy de bladen, die hem lasterd hadden er zyn er dus meer dan een geweest zou vervolgen. Intusschen heeft de Volksstem zich de moeite gegeven by de genoemde bank navraag te doen. Het antwoord was, dat het bericht schijn noch schaduw van waarheid behelsde. Behalve dergelijke nare streken doet de Cape Times ook nog domme. Zoo zeide 't onlangs, sprekende van Luka Jantje's hoofd, dat ieder zich nog het schandaal herinnerde met Malaboch's hoofd. Maar Malaboch's heofd zit den gevangen Kaffer-kapi tein te Pretoria nog flisk en degelijk op de schouders. Naar aanleiding van liet zooge naamde Swazi-gezantschap te Lon den, merkt de Volksstem op, dat de Swazies hun grieven te Pretoria en niet te Londen ten gehoore moeten brengen. Voorts schrijft het blad, kennis nemende van een bericht van de Press, naar luid waarvan de "Britsche consul te Bremersdorp,Smuts in den laatsten tijd herhaaldelijk be zoeken brengt aan den Swazi-kapi- tein Boenoe en zich dan steeds langs zijpaden naar Sombotikraal begeeft.: „Indien dit bericht waarheid bevat, dan moeten wij het werkelijk betreu ren, dat de Britsche consul niet het rechte pad houdt, want waartoe dient het, dat een vertegenwoordiger van H. M. op zijwegen wandelt en op steelsche wyze bezoeken brengt aan een Kafferhoofd, die onderworpen is aan een anderen staat dan de heer Smuts vertegenwoordigt."i De Volksstem becijfert, dat er in het eerste halfjaar te Loureneo Mar ques aan invoerrechten omtrent 38,000 p. st. en aan doorvoerrechten omtrent 17,000 p. st. is geïnd, te zamen 55,000 p. st. of 110,000 p. st. in liet jaar. Te Lissabon ontvangt de douane maandelijks gemiddeld 300,000 milreis, d. i. ongeveer 145,000 p. st. in het jaar. De Volksstem ziet haar voorspelling, dat eerlang Lo uren co Marques meer zal opbrengen aanin- en doorvoerrechten dan dé hoofdstad van het moederland, dus de vervul ling naderen. Bij een bezoek, dat de hoofdredac teur der Volksstem, bij den konink lijken commissaris van Mozambiek, Joaquim Mousinho de Albuquerque, te Lourengo Marques heeft gebracht, zag hij een zilveren beker met dit opschrift„Gungunhana from Queen Victoria". „Waarschijnlijk", zegt dr. Engelenburg, „is Hare Britsehe Ma jesteit dood-onschuldig aan dit ge schenk en zijn zekere Zuid-Afrikaan- sche politici mogelijk wel dezelfde die in 1889 per Countess of Carnar von een lading geweren aan Gun gunhana wilden doen toekomen schuldig aan deze onkiesche affaire- De Britsche politiek in dit ons we relddeel volgt wonderlijke paden Dranksmokkelaars te Johannesburg verkoopen het vuurwater vermengd met pap of opgezogen in brood. Outa Piet hoeft dan slechts e' stukkie te eten om vroolik te worden. (Express). De Volksstem schrijft: Woensdag morgen werd bevonden dat in het kantoor van dit, ons blad, afdeeling expeditie, was ingebrokeneen som van 5 sh. en een partijtje postzegels vormden den buit der inbrekers, die door een raam zich toegang tot het kantoor verschaft hadden. De inbre kers zijn waarschijnlijk maar zwakke politici geweest; anders hadden ze kunnen weten, dat het Volksstem- kantoor al de laatste plek is waar stelen een loonend werk kan wezen. De koerantenindustrie hier te lande is nog heel wat „noodlijdcnder" dan de goud-nyverheid. 1 Een nieuwe electrische lamp. Maxim, naar wien ook een soort kanonnen is genoemd, heeft een elec trische lamp uitgevonden, die by min der stroomverbruik veel sterker licht geeft. De gewone lampen hebben een lichtsterkte van 16 kaarsen en gebrui ken 4 a 5 zoogenaamde Watts. Maai de nieuwe Maximlamp heeft een licht sterkte van 40 kaarsen, waarvoor maar 2.8 Watts noodig zijn. Daardoor zal electrisch licht misschien goedkooper, en in elk geval nooit duurder dan gas licht komén. Vèr-Sclirijfmacliiii0. Eene nienwe machine om op groote afstanden te correspondeeren is voor een kring van genoodigden in het Kaiserhof te Berlijn vertoond. Het is eene electrische vèrschryfmachine „telescripteur" genaamd, die door den Oostenrykschen ingenieur Hofi'mann uitgevonden werd. De gebreken der telephoon zijn bekend, met name de autoriteiten en vooral de spoorwegen lijden zeer onder de betrouwbaarheid van de telephonische dienstberichten. Berichten en modedeelingen, waarbij het aankomt op een nauwkeurig ver staan van getallen en letters, zooals by den inwendigen spoorwegdienst, vereischen de grootste voorzichtigheid om eene onafzienbare reeks van on gelukken te verhoeden. Wel heeft men naast de officieele lelephouisehe communicatie ook de telegraphische, maar de meeste in gebruik zijnde toe stellen vorden een zeer goed geschoold, jaren lang gedrild personeel, om goed bediend te worden. Deze en andere dingen, die bij het gebruik der tele phoon voorkomen, zoo ook de dikwyls mogelijke indiscreties wil de „teles- cripteur" verhelpen. Het toestel ziet er nit als eene schrijfmachine. De claviatuur, vier ryen van zeven toet sen, bevat de letters en interpuuctie- teekens, alsmede de cyfers. By eene communicatie in letters wordt de witte knop die het opschrift Let (lettres) draagt naar beneden gedrukt; wil men cyfers geven, dan drukt men op den witten knop met Chif (chiffres) het gebruik is even gemakkelijk als dat van de schrijfmachine. Deze vèrschrijfmachine wordt in verbinding gebracht met de telephoon zonder een afzonderlijken draad te gebruiken. Zy schryft op de bekende strooken, evenals de Morsetelegraaf, echter geen telegraphische teokens maar duidelijke drukletters, en aan het station van aankomst waar een tweede correspondeerende toestel aan gebracht is, komt een gelijke strook met dezelfde letters te voorschijn. De overoude tooneelmop van het tele gram welks ontvanger uitroept„Ik herken zyn handschrift", is hier min stens eene halve -waarheid geworden. Verder bestaat wat by telepho nische oproeping zoo dikwyls gemist wordt de mogelykheid zich ook met een niet aanwezigen aangeslotene te verstaan, daar de telescripteur, als hij op verbinding gesteld wordt, voort durend werkt en de mededeelingen aan het andere station onafgebroken laat afrollen. De nieuwe electrische schrijfma chine werkt op eiken afstand. Hare toepassing in de praktijk zal eene zee- veelsoortige zyn. Autoriteiten, fabrier ken, dagbladen, particulieren, die ge regeld en veel telegrammen ontvan gen, zullen als eerst de post- en tele graaf besturen den telescripteur inge- j voerd zullen hebben, gemakkelijker kunnen, werken daar zij de telegram men zonder besteller direct in huis, op de sehryftafel getelegrapheerd ontvangen en omgekeerd. Het zenden naar het telegraafkantoor, het ver velende opschrijven van lange tele grammen vervalt. Men trommelt zijn telegram op de electrische schryfma- j chine af en door middel van den rijksdraad, waarbij men aangesloten is, komt het telegram snel, ongelezen ter plaatse. Ook kan men na afspraak met zijn cliënten op andere plaatsen cijfertelegrammen zenden zonder dat iemand anders dan de ontvanger, die door een signaal aan zyn telescripteur opgeroepen wordt, er ieis van weet. By de vertooning in het Kaiserhof werkten de beide correspondeerende toestellen, die in twee verschillende hoeken van het vertrek stonden, uit stekend. Voor het groote telegraphi sche en telephonische verkeer zal de telescripteur vermoedelijk eene kost bare aanvulling zijn. Het denkbeeld der electrische schrijfmachine is alj eenige jaren oud; ook Edison heeft zich er mee bezig gehouden; de heer Hoffmann werkte er acht jaar voordat het hem gelukte, goed zeker werkende machines te mal De prijs vanden telescripteur draagt tot nu toe ongeveer f; Men zal moeten afwachten of eu de nieuwe uitvinding in de prak en op groote afstanden aan do wachtingen beantwoordt. Bloemlezing van parleme taire uitdrukkingen. Men herinnert zich de merkw dige zitting, de vorige week doot oostenrijksche Kamer gehouden, niet minder dan 26 uren duurde, wyl dr. Lecher 12 uur achtereen het woord was. Hier volgt een bloemlezing uit verslag van de vergadering, opdat; eenig denkbeeld krjjgt hoe het Kamer tegenwoordig toegaat. Het is 's morgens zes uur, en Lecher spreekt nog altijd. De socii protesteeren en zeggen dat dc sprei de stenografen en de karaerboden langer op die wyze afgebeuld mo wordenzy verlangen daarom sliiii van liet debat, wat de president; wil toegeven. De volgende woord wisseling met den voorzitter is di van het gevolg: Daszynski: Voor Badeni laten ons niet afbeulen. Dr. Verkauf tot den president: wordt er immers voor betaald, niet, wij krijgen geen fooien zo: jullie. Daszynski: Op die wyze will aan Badeni een cadeautje geven, hy by zijn ontbijt op zyn bord vi jij regeeringsprovoeateur"VVaar Badeni, dat hij by zulke gewich zaken niet eens verschynt? Wat minachting tegenover het parleme Wolf: Men moet den voorzittei een winkelraam zetten en hem toonstellen, om het volk te laten hoe een voorzitter zich nietgedra moet. Wat krijg je betaald, voor af beulen der leden en der snelsc! vers? Weg mét dien vervloek Poolschen boel! Voorzitter: Ik roep den afgevajmi digde Wolf tot de orde. Wolf: Dankje. Dr. Lecher spie door. NowakMeneer de voorzitter, vergadering is zoo vuil, we zou ons graag 'eens willen wasschen (h riteifc). Wy zyn geen Polen, die hun vuil rondloopen. Pommer: Waar zyn de ministe die slapen stellig lekker in hun b Intusschen wordt het dag, en licht wordt uitgedraaiddaarop W „Goeden morgen meneeren"; vele gevaardigden wenschen elkaar goe<: morgen. Do ministers komen binnen, en dn Lecher spreekt maar altoos vrienden brengen hem een kopko en een broodje en de president i leent den onvermoeiden spreker i pauze van tien minuten, om te kuu; ontbyten. De komst van Badeni voor den socialist Resel een aanleidii om aan den voorzitter te vragen hy, nu de ministerpresident er is, v lof gekregen heeft om de vergader te sluiten. DaszynskiIk verlang een van een half uur voor de stenograf Ze zyn nu vyf-en-twintig uur bei Dat zyn toch ook menschen. Prade: Als de president liet doet, loopen we storm op hem. Dr. Verkauf: Vraag het toch e aan je baas Badeni; misschien zi hij ja. PresidentZwygje hebt het wo( niet. Dr. Verkauf: Het iseenschandi om de stenografen zoo tebehaudelf alleen opdat men aan Badeni zegg kan, dat de eerste lezing van den A gleicli erdoor is. President: Ik heb nu al vyfm gezegd dat ik, als een spreker aan! woord is, geen voorstel tot sluiti in rondvraag kan brongen. Funke: Badeni wil het zoo, meerderheid heeft het besloten, en presidenten moeten gehoorzamen. De president slaaf uit wanhoop zijn hand tegen het hoofd. Wolf: Kijk, daar begint die Arn niër weer met zijn sterrenwichela (toespeling op de Armeensche af kon van Abrahamowiez). GrösslHet is in het parlement vuil als bij do Zoeloe-kaffers. ZimmerSchaam je wat. Even: f de Polen hun eigen land ten gron hebben gericht, zoo doen jouw Ian s genooten het thans met Oostenr We zullen de boeren tegen dielie< he stemming met dit besluit te betuigen, maar zeide niets. Gedurende eenige minuten keek hij stilzwijgend naar het beeld, terwyl Taras met zijn werk voortging. Toen schrikte hy uit zijn gepeins op, trok zijn hor loge te voorschyn en vroeg aan Taras. wanneer hij hem weder zou zien. Taras bepaalde een tijd, waarop hij, trots de tegenwerpingen van zijn vriend, hem voorging om hom uitgeleide te doen. Op dat oogenblik keerde Kavanagh zich om en zeide fluisterend tegen me „Ik heb u iets te zeggen, zoodra de gelegenheid zich voordoet. Maar verlies in 's hemels naam juffrouw Lu cas niet uit het oog!" Daarop zeide hy my op luiden toon goeden dag en volgde Taras. Aan het diner zeide Taras tegen my „Ik ga een pijpje rooken by Gordon. Hebt gy lust mij te Srengen Niets kon my meer genoegen geven, maar ik durfde le waarschuwing van Kavanagh het niet aannemen hield me terug. „Hoe lang zult gc er blijven vroeg ik, denkende dat hij niet zoo lang bij zijn vriend zou vertoeven, en ik juffrouw Lucas dat oogenblikje misschien wel alleen kon laten. „Een paar uurgij kunt dus niet op straat wachten en ik vind het niet gepast je mede te nemen," Ik drukte mijn verlangen, of hy niet liever thuis wilde blyven niet uit, want ik wist dat elke man zeer op zijn vryheid gesteld is. „Dank u, dan blyf ik liever thuis." Het. sloeg acht uur, toen Taras uitging. Om negen uur kwam juffrouw Lucas me met een sombere uit drukking op het gelaat goeden nacht wenschen en toen begon ik reeds te luisteren of ik Taras ook hoorde aankomen, ofschoon ik zeker wist dat hij eerst over een uur kon terug zyn. Om tien uur ging ik, zoo min mogelijk leven makend, naar buiten om te zien of er nog licht in het vertrek van juffrouw Lucas brandde. Alles was donker maar toen ik de deur van hèt atelier voorbij ging hoorde ik haar raam opschuiven; de oude vrouw keek naar bui ten en riep op verschrikten toon „Wie is daar Ik vertelde haar, dat ik nog eens even was gaan zien of de deur van het atelier wel goed gesloten was, daar men er dien dag een nieuw slót op had gemaakt. „Maar kind. gelooft gjj dan dat ik naar bed zou gaan zonder alles na te zien. Is myn meester nog niet teruggekeerd Ik zeide haar, dat hij ieder oogenblik kon komen en na elkaar nog eens goeden nacht gewenscht te hebben, sloot zij haai- raam en ik ging naar binnen. Ik had de lamp in dc keuken laten staan. Alles was in ordede sleutel van de voordeur, die juffrouw Lu cas altijd medenara als zij uitging, hing aan eon haakje tegen den muur. Hierdoor gerustgesteld dacht ik bij mijzelf„Kavanagh heeft zich vergist. Het is niet noodig juffrouw Lucas van avond te bewaken." Ik keerde naar de zitkamer terug om te luisteren of Taras nog niet aankwam. Yan tyd tot tyd hoorde ik voetstappen naderen, maar do hoop, die een oogen blik mijn nart vervulde, veranderde spoedig in moede loosheid, als ik de persoon hoorde voorbij gaan. De tijd kroop langzaam om, terwijl myn angst met elke minuut steeg. Plotseling bedacht ik mij, dat Kavanagh misschien gezinspeeld had op een nieuwen aanval, die dezen nacht zou plaats hebben. Wellicht was hy te weten gekomen, dat men Taras 's nachts in zijn eigen hnïs wilde over vallen en dat juffrouw Lucas haar medeplichtigen bin nen zou laten, wanneer haar meester zich ter ruste had begeven. Maar het was ook niet onwaarschijnlijk, dat men overeengekomen was, wanneer Taras uitging, zy' hem overrompelen zouden, als hy terugkeerde. En dit ver klaarde ook de lijdelijkheid van de oude vrouw. Door de overspanning kwam ik op een nieuw idée. Wanneer zij Taras eens buiten overvielen? Ik had dik wijls gehoord van menschen, die op de kade bestolen en vermoord en daarna in de Theems geworpen waren. Taras wandelde juist zeer gaarne langs deze kade en dit was misschien aan zyn vijanden bekend. Zij stonden hem wellicht tusscben de „Westminster- en Lambethbrng" op te wachten, om hem op die plaats voor altijd on schadelijk te maken. Op dat oogenblik sloeg de klok van de „W'estmin- sterkerk" kwart voor elf. Ik luisterde scherp toe of ik daarna nog een of ander geluid vernam, maar niets verbrak de stilte van den nacht. Toen besloot ik een einde aan dezen ondragelijken toestand te maken en Taras op te zoeken. Ik ontdeed me van myn schoenen en liep zachtjes en vlug naar boven. In myn kamer gekomen zette ik een hoed op, trok een donkerblauwen regenmantel aan en na my verzekerd te hebben, dat juffrouw Lucas ge rust sliep, liep ik dc trap af en was in twee minut gereed om den tocht te ondernemen. Toen ik buiten kwam, keek ik eerst nog eens roe maar er was in de geheele straat geen levend wez te bespeuren. Zorgvuldig sloot ik de deur met d sleutel, en spoedde mij haastig voort, gedreven do een gevoel, waarvan ik mij geen rekenschap kon g ven. Op de kade liep niemand; slechts eenige ong lnkkige stumperds lagen tegen den muur van 1) hospitaal te slanen. Het sloeg elf uur, toen ik de br overstakik rende meer dan ik liep, de Victoriaka langs, alle personen die ik voorby ging goed opnemen sloeg de Villiersstreet in en bereikte eindelijk het Adi phiplein. Voor een der huizen, waarvan de deur open ston hield een coupé stil. De koetsier veranderde het een en ander aan h tuig van zijn paardoverigens was er niemand het plein te bespeuren. De man hief het hoofd o toen hy my hoorde aankomen, maar ging dadelj met zyn bezigheid voort, toen ik naderbij kwaï Het huis waarvoor het rijtuig stil had gehouden, heet „Hotol Grandeson". Hier woonde Gordon. Ik stond st niet wetende wat nu te doen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2