een Skandinaviscli zeemanshuis is ge
vestigd, iets zwarts naar beneden
ren, en naderbij gekomen bleek
een man te wezen, die na op
straat te zijn gesprongen rustig zijn
weg vervolgde, alsof hij van den prins
geen kwaad wist.
Termaten volgde hem, doch by zette
het op een loopen. Thans ving een
wedloop aan, waarbij de vlugge in
breker veel voor had. L)e achtervolgde
liep in een cirkel en kwam ten laatste
weder in de Jodensteeg waar hij in
den val liep toen hij een doodloopend
slop binnenschoot. Termaten, wetende
dat zijn man hier hem niet meer
ontkomen kon, vatte voor het slop
post, om wat op adem te komen. Nu
kwam er spoedig daarop een tweede
agent aan en beiden liepen nu het
slop in waar zy, geheel aan het einde,
den man van onder een "wagen te
voorschijn haalden. Onder dien wagen
werd tevens een portefeuille met bank
papier gevonden en voorloopig in
beslag genomen. Met den aangehou
dene ging het nu naar het posthuis
aan de Glashaven vanwaar hy later
door den hoofdagent naai- het politie
bureau aan de Pauwensteeg werd
overgebracht.
Aan dat bureau had hij zich te
verantwoorden voor den commissaris
van politie, den heer J. W. C. Strang,
die met bekwamen spoed een instruc
tie aanving en een onderzoek deed
instellen.
Dit onderzoek leerde dat de aan
gehoudene zich langs een ijzeren spijl
nad opgewerkt tot aan de eerste ver
dieping op de Glashaven no. 28dat
hy op die verdieping de ruit van een
kantoor verbrijzeld en daardoor naar
binnen gekropen was om vervolgens
een ronde door het geheele huis te
maken. Op die ronde werden door
hem o. m. bezocht het slaapvertrek
van den directeur der inrichting, den
heer Th. A., een logeervertrek, waar
een 12-tal zeelieden ter ruste lagen
en de op den zolder gelegen 'meiden
kamer. Op den zolder "stal hij een
gouden horloge, in het vertrek waai
de zeelieden ter ruste lagen een zil
veren horloge, eenig geld en een mes,
op de slaapkamer van den directeur
haalde hij uit diens broekzak een
portcmonnaie met geld en een ring
met sleutels, terwijl bij uit het vest
zakje van dien heer een zilveren hor
loge kaapte.
Vervolgens, gebruik makende van
de gestolen sleutels stal hij op
het kantoor uit een lade van een les
senaar een bedrag van f 800 aan
bankpapier en zilvergeld en verdween
vervolgens langs aenzelfden weg,
zonder dat een der bestolenen iets
bemerkt had. Deze dief is een Deensch
zeeman. Hij is 26 jaar en maakte in
het buitenland reeds met de justitie
kennis. Opeen m de Binnenhaven
liggend schip was hy gemonsterd en
Maandag zou hy daarmede naar Brazi
lië vertrekken, zoodat zonder de ac
tiviteit van den hoofdagent Terma
ten, de bestolenen zeker voor altijd
naar hun geld en goed haddeD kun
nen fluiten.
Zeereizen zal de Deen vooreerst
niet maken, daar hij na verhoor ter
beschikking der justitie gesteld wordt.
X. E. Ct.
Een moord.
Zondagavond is te Berkenwoude
een moord gepleegd. Zekere J. de J.
uit Bergambacht werd door een mes
steek gewond en is ten gevolge daar
van Maandag in den vroegen ochtend
overleden.
De vermoedelijke dader is gearres
teerd.
Gelderscli Fransch.
In zijn „Pluksel" schrijft de „Spec
tator het volgende:
„De armoede van de moedertaal is
Zaterdag, 16 Oct., al weer geble
ken in een zeer oflicieele bijeen
komst, aan den maaltyd dien de pro
vincie Gelderland den Koninginnen
aanbood. De spijskaart was opgesteld
in de taal van een naburig land
en zij werd misschien niet door alle
aanzittenden begrepen, zelfs door den
samensteller niet, Mr. Jan v. Rijs wyck,
die ons op het Dordsche Letterkun
dig CoDgres zoo hekelde over onze
Franschdolbeid, zou alweer stof ge
vonden hebben om ons, die zoo def
tig eu dwaas van „l'honneur du plat"
spreken, in 't zonnetje te zetten.
Trouwens, dit Fransch hoort by dat
van dc Arnhemsche spijskaart, die
de gasten laat smullen van „chaud-
froid de bécassines" natuurlijk een
schotel die half warm en half koud
opgedischt wordt, Maar zegt het
Fransche keukenboek„Cbaufroix
était un cuisinier, d'oïi le nom".
Waarom zyn die Geldersche lui nu
tegenover hun Koninginnen niet kor
daat met hun eigen taal voor den dag
gekomen? waarom geeneetlystwaar
boven het oude rijmpje had kannen
dienen
Blanke zwaarden, rappe paarden,
Een glas in de hand,
Dat zyn de snophanen van Gelder-
Pand."
Ontmaskerd
Uit Groningen schrijft men aan de
Tel.:
De man, wiens naam voor eenige
dagen door byna alle bladen ging,
ook door de groote en de juridische
bladen, zal nu opnieuw in de pers en
daarbuiten van zich doen spreken.
Men herinnert zich het geval met
een meisje van 9 jaar, in 't laatst
van September te Haren voorgeval
len en waarvan H. Heykens, voorz.
van de Algemeene Groninger Werk
liedenvereniging te Groningen, ver
dacht werd.
Bij die gelegenheid hebben vooral
de groote bladen de Groningsche
pers bewaarde een verstandig stil
zwijgen het voor Heykens opge
nomen op grond van de behandeling,
die hy naar zyn beweren bij zyne
arrestatie en gedurende zijne voor-
loopige hechtenis zou hebben onder
vonden. Opmerkelijk, dat de persor
ganen die zich zoo warm maak
ten voor Heykensgeen enkel
woord van medelijden hadden voor het
ongelukkige kind. Waarbij nog komt,
dat het zeer de vraag is, of do voor
H. betoonde belangstelling op hare
plaats was.
Het staat namelijk vast, dat H. in
zijne krantartikelen het niet heel
nauw met de waarheid genomen heeft.
Onwaar is o. a., dat de officier van
justitie hem bij de invrijheidstelling
zijne excuses aangebodenheeft; onwaar
is ook, dat hy gedurende de voor-
loopige hechtenis boevenkleeding ge
dragen heeft, althans geen boven-
kleeding van dien aard maar wel ge-
vangenisonderkleeding.
Maar het zij, boe het zy, de politie
kon het niet verder brengen dan tot
zware verdenking tegen H., die daarop
in vrijheid werd gesteld.
Nauwelijks was dit zaakje doodge
bloed, of er gingen andermaal slechte
geruchten omtrent meergenoemden
werk te geven, waarom hy gevraagd
had.
Er werd beweerd, dat hy quitan-
ties vervalscht en gelden verduisterd
had ten nadeele van het verzekerings
fonds voor vryen dokter, en apotheker,
eene onderafdeeling van de Algemeene
Groninger Werklieden ver een iging,
van welk fonds H. administrateur is.
Niettegenstaande die gemchten
steeds vaster vorm aannamen, trad
de justitie, misschien wel uit vrees
voor een tweede echec met bedoel
den man, handelend op, totdat in eene
Zaterdagavond gehouden vergade
ring van meergenoemde vereeniging
gebleken is, dat Heykens zich aan
een twintigtal strafbare feiten
valschheid in geschrifte en verduiste
ring schuldig heeft gemaakt ten
nadeele van het zooeven genoemde
fonds.
Dienzelfden avond te half een is
hy op last van den officier van justitie
door den hoofdinspecteur van politie
in zyne woning gearresteerd en naar
het politiebureau overgebracht. Daar
is hij in tegenwoordigheid van den
officier van justitie verhoord dooi
den rechter van instructie, voor wie
hij eene bekentenis aflegde en die
hem Zondagmorgen naar de cellulai
re gevangenis deed overbrengen.
Uit dit geval kan natuurlijk niets
afgeleid worden voor het geval te
Haren. Maar te denken geeft liet
zeker.
Zoo gaat de wereldsehe roem voor
bij. Dezelfde man, wien de leden der
Werkliedenvereeniging in de Pink
sterdagen van 1896, bij gelegenheid
van Let zilveren jubilé dier vereeni
ging, als blyk van erkentelijkheid
voor „bewezen diensten", een met
zilver gemonteerd inktstel en een gou
den vingerring aanboden, die lid was
van het bestuur der Centrale
Vrijzinnige Kiesvereeniging die
eenige keeren tot candidaat
voor den gemeenteraad was geprocla
meerd, diezelfde man sorteert nu kof-
fieboonen in de gevangenis, omdat
men geen termen vindt hein schrijf
GERHENGD NIEUWS.
Draadnagels.
In Engeland is een fabrikant op
het denkbeeld gekomen, een nieuw
soort draadnagels te vervaardigen (te
verkrijgen by George Craven, 20
Cheapside, Londen). De onderste helft
bevat inbuigingen, aangebracht door
middel van druk op de beide tegen
overgestelde zyden van den nagel,
twee aan twee loodrecht op elkaar
staande. Het hout klemt zich, als de
nagel is ingeslagen, weer in die in-
buigingen, en daardoor is het vast
houdend vermogen gelijk aan dat van
vyf gewone, gladde nagels.
Een origineel.
Het stadje Torquay, in Engeland,
verheugt zich in het bezit van een
origineelen politie-commissaris.
Die magistraat reed dezer dagen
op zyn rywiel uit en verloor onder
weg zyn lantaarn. Niettemin reed by
door en daar hy geen politieagent
tegenkwam, begaf hij zich den vol
genden morgen naar den rechter en
klaagde zichzelf aan van overtreding
der politie-verordening.
De rechter zag zich genoodzaakt
den delinquent tot 5 shillings boete
te veroordeelen. Maar tegen dit von
nis heeft nu de commissaris appèi
aangeteekend. Zon deze uiterst nauw
gezette magistraat misschien naar zijn
meening te licht zyn gestraft?
De begrafenis van Henry
George.
De lijkdienst voor Henry George
is Zondag met groote praal gevierd.
Vroeg in den morgen was het lyk
overgebracht naar het Grand Central
Palace, waar de eenvoudige zwarte
kist werd geplaatst op een even een
voudige katafalk. Aan den achter
wand van het platform was een rouw-
versiering aangebracht met het por
tret van den overledene tot middel
punt. Verder was een bronzen borst
beeld van Henry George door zyn
zoon Richard de eenige versiering.
Van zeven uur des morgens tot twee
uur des middags en verder van vijf
uur tot zeven uur des avonds werd
het publiek toegelaten om het lyk te
zien. Een onafgebroken drom schoof
door het ruime gebouwalleen in de
avonduren maakten, naar schatting,
65,000 menschen gebruik van de ge
legenheid om nog een laatste hulde
te brengen aan den grooten Ameri
kaan.
In do middaguren had de lijkdienst
voor de familie en de genoodigden
plaats. Na de godsdienstige plechtig
heden spraken tal van redenaars over
den arbeid en het leven van den
doode.
Om zeven uur werd de stoet op
gesteld die het lijk naar den City
Hall zou geleiden. Behalve tal van
delegaties uit andere steden namen
dertigduizend Newyorksche werklie
den aan den optocht deel, die donker
en somber, zonder een fakkel, zich
door de straten bewoog. In het mid
den reed de ongedekte lyk wagen, ge
trokken door zestien zwarte heng
sten, alle onder den man gereden door
leden van de eerewaclit. Voor den
City Hall werd de stoet ontbonden
waarna het lijk werd overgebracht
naar de woning der familie. Gisteren
is het op het kerkhof van Greenwood
bijgezet.
In de groote katoenfabriek van
Nicolaus Moroschof in het Russische
gouvernement Vladimir is een oproer
onder de werklieden uitgebroken. De
muiters hebben de fabriek in brand
gestoken, de brandkast opengebroken
en voor 50000 roebels aan papiergeld
in de vlammen geworpen. De direc
teur der fabriek kon slechts met
moeite aan den dood ontsnappen.
De orde is door de soldaten her
steld.
Uit Transvaal.
De beschuldiging, dat dr. Leyds
zich op de een of andere wyze zou
laten omkoopen, over welken laster
de telegraaf ons reeds iets gemeld
heeft, schijnt te liggen in een bewe
ring van de Cape Times, dat de
staatssecretaris jaarlyks van de dyna-
miet-maatscbappij 500 p. st. trekt.
Het blad wist er zelfs by te vermel
den, dat een, met name genoemde,
bank te Pretoria hem maandelijks
zooveel p. st. sh. en d. ter hand
stelde. De Expressvan Bloemfon
tein, was van oordeel, dat dr. Leyds
zich tegen een zoo wel omschreven
aantyging verdedigen moest. En ge
lijk wy weten, heeft de staatssecre
taris in den Tweeden Volksraad ge
zegd, dat hy de bladen, die hem
lasterd hadden er zyn er dus meer
dan een geweest zou vervolgen.
Intusschen heeft de Volksstem zich
de moeite gegeven by de genoemde
bank navraag te doen. Het antwoord
was, dat het bericht schijn noch
schaduw van waarheid behelsde.
Behalve dergelijke nare streken
doet de Cape Times ook nog domme.
Zoo zeide 't onlangs, sprekende van
Luka Jantje's hoofd, dat ieder zich
nog het schandaal herinnerde met
Malaboch's hoofd. Maar Malaboch's
heofd zit den gevangen Kaffer-kapi
tein te Pretoria nog flisk en degelijk
op de schouders.
Naar aanleiding van liet zooge
naamde Swazi-gezantschap te Lon
den, merkt de Volksstem op, dat de
Swazies hun grieven te Pretoria en
niet te Londen ten gehoore moeten
brengen. Voorts schrijft het blad,
kennis nemende van een bericht van
de Press, naar luid waarvan de
"Britsche consul te Bremersdorp,Smuts
in den laatsten tijd herhaaldelijk be
zoeken brengt aan den Swazi-kapi-
tein Boenoe en zich dan steeds langs
zijpaden naar Sombotikraal begeeft.:
„Indien dit bericht waarheid bevat,
dan moeten wij het werkelijk betreu
ren, dat de Britsche consul niet het
rechte pad houdt, want waartoe dient
het, dat een vertegenwoordiger van
H. M. op zijwegen wandelt en op
steelsche wyze bezoeken brengt aan
een Kafferhoofd, die onderworpen is
aan een anderen staat dan de heer
Smuts vertegenwoordigt."i
De Volksstem becijfert, dat er in
het eerste halfjaar te Loureneo Mar
ques aan invoerrechten omtrent
38,000 p. st. en aan doorvoerrechten
omtrent 17,000 p. st. is geïnd, te
zamen 55,000 p. st. of 110,000 p. st.
in liet jaar. Te Lissabon ontvangt de
douane maandelijks gemiddeld 300,000
milreis, d. i. ongeveer 145,000 p. st.
in het jaar. De Volksstem ziet haar
voorspelling, dat eerlang Lo uren co
Marques meer zal opbrengen aanin-
en doorvoerrechten dan dé hoofdstad
van het moederland, dus de vervul
ling naderen.
Bij een bezoek, dat de hoofdredac
teur der Volksstem, bij den konink
lijken commissaris van Mozambiek,
Joaquim Mousinho de Albuquerque,
te Lourengo Marques heeft gebracht,
zag hij een zilveren beker met dit
opschrift„Gungunhana from Queen
Victoria". „Waarschijnlijk", zegt dr.
Engelenburg, „is Hare Britsehe Ma
jesteit dood-onschuldig aan dit ge
schenk en zijn zekere Zuid-Afrikaan-
sche politici mogelijk wel dezelfde
die in 1889 per Countess of Carnar
von een lading geweren aan Gun
gunhana wilden doen toekomen
schuldig aan deze onkiesche affaire-
De Britsche politiek in dit ons we
relddeel volgt wonderlijke paden
Dranksmokkelaars te Johannesburg
verkoopen het vuurwater vermengd
met pap of opgezogen in brood. Outa
Piet hoeft dan slechts e' stukkie te
eten om vroolik te worden.
(Express).
De Volksstem schrijft: Woensdag
morgen werd bevonden dat in het
kantoor van dit, ons blad, afdeeling
expeditie, was ingebrokeneen som
van 5 sh. en een partijtje postzegels
vormden den buit der inbrekers, die
door een raam zich toegang tot het
kantoor verschaft hadden. De inbre
kers zijn waarschijnlijk maar zwakke
politici geweest; anders hadden ze
kunnen weten, dat het Volksstem-
kantoor al de laatste plek is waar
stelen een loonend werk kan wezen.
De koerantenindustrie hier te lande
is nog heel wat „noodlijdcnder" dan
de goud-nyverheid.
1 Een nieuwe electrische lamp.
Maxim, naar wien ook een soort
kanonnen is genoemd, heeft een elec
trische lamp uitgevonden, die by min
der stroomverbruik veel sterker licht
geeft. De gewone lampen hebben een
lichtsterkte van 16 kaarsen en gebrui
ken 4 a 5 zoogenaamde Watts. Maai
de nieuwe Maximlamp heeft een licht
sterkte van 40 kaarsen, waarvoor maar
2.8 Watts noodig zijn. Daardoor zal
electrisch licht misschien goedkooper,
en in elk geval nooit duurder dan gas
licht komén.
Vèr-Sclirijfmacliiii0.
Eene nienwe machine om op groote
afstanden te correspondeeren is voor
een kring van genoodigden in het
Kaiserhof te Berlijn vertoond. Het
is eene electrische vèrschryfmachine
„telescripteur" genaamd, die door den
Oostenrykschen ingenieur Hofi'mann
uitgevonden werd. De gebreken der
telephoon zijn bekend, met name de
autoriteiten en vooral de spoorwegen
lijden zeer onder de betrouwbaarheid
van de telephonische dienstberichten.
Berichten en modedeelingen, waarbij
het aankomt op een nauwkeurig ver
staan van getallen en letters, zooals
by den inwendigen spoorwegdienst,
vereischen de grootste voorzichtigheid
om eene onafzienbare reeks van on
gelukken te verhoeden. Wel heeft
men naast de officieele lelephouisehe
communicatie ook de telegraphische,
maar de meeste in gebruik zijnde toe
stellen vorden een zeer goed geschoold,
jaren lang gedrild personeel, om goed
bediend te worden. Deze en andere
dingen, die bij het gebruik der tele
phoon voorkomen, zoo ook de dikwyls
mogelijke indiscreties wil de „teles-
cripteur" verhelpen. Het toestel ziet
er nit als eene schrijfmachine. De
claviatuur, vier ryen van zeven toet
sen, bevat de letters en interpuuctie-
teekens, alsmede de cyfers. By eene
communicatie in letters wordt de witte
knop die het opschrift Let (lettres)
draagt naar beneden gedrukt; wil
men cyfers geven, dan drukt men op
den witten knop met Chif (chiffres)
het gebruik is even gemakkelijk als
dat van de schrijfmachine.
Deze vèrschrijfmachine wordt in
verbinding gebracht met de telephoon
zonder een afzonderlijken draad te
gebruiken. Zy schryft op de bekende
strooken, evenals de Morsetelegraaf,
echter geen telegraphische teokens
maar duidelijke drukletters, en aan
het station van aankomst waar een
tweede correspondeerende toestel aan
gebracht is, komt een gelijke strook
met dezelfde letters te voorschijn.
De overoude tooneelmop van het tele
gram welks ontvanger uitroept„Ik
herken zyn handschrift", is hier min
stens eene halve -waarheid geworden.
Verder bestaat wat by telepho
nische oproeping zoo dikwyls gemist
wordt de mogelykheid zich ook
met een niet aanwezigen aangeslotene
te verstaan, daar de telescripteur, als
hij op verbinding gesteld wordt, voort
durend werkt en de mededeelingen
aan het andere station onafgebroken
laat afrollen.
De nieuwe electrische schrijfma
chine werkt op eiken afstand. Hare
toepassing in de praktijk zal eene zee-
veelsoortige zyn. Autoriteiten, fabrier
ken, dagbladen, particulieren, die ge
regeld en veel telegrammen ontvan
gen, zullen als eerst de post- en tele
graaf besturen den telescripteur inge- j
voerd zullen hebben, gemakkelijker
kunnen, werken daar zij de telegram
men zonder besteller direct in huis,
op de sehryftafel getelegrapheerd
ontvangen en omgekeerd. Het zenden
naar het telegraafkantoor, het ver
velende opschrijven van lange tele
grammen vervalt. Men trommelt zijn
telegram op de electrische schryfma- j
chine af en door middel van den
rijksdraad, waarbij men aangesloten
is, komt het telegram snel, ongelezen
ter plaatse. Ook kan men na afspraak
met zijn cliënten op andere plaatsen
cijfertelegrammen zenden zonder dat
iemand anders dan de ontvanger, die
door een signaal aan zyn telescripteur
opgeroepen wordt, er ieis van weet.
By de vertooning in het Kaiserhof
werkten de beide correspondeerende
toestellen, die in twee verschillende
hoeken van het vertrek stonden, uit
stekend. Voor het groote telegraphi
sche en telephonische verkeer zal de
telescripteur vermoedelijk eene kost
bare aanvulling zijn. Het denkbeeld
der electrische schrijfmachine is alj
eenige jaren oud; ook Edison heeft
zich er mee bezig gehouden; de heer
Hoffmann werkte er acht jaar
voordat het hem gelukte, goed
zeker werkende machines te mal
De prijs vanden telescripteur
draagt tot nu toe ongeveer f;
Men zal moeten afwachten of eu
de nieuwe uitvinding in de prak
en op groote afstanden aan do
wachtingen beantwoordt.
Bloemlezing van parleme
taire uitdrukkingen.
Men herinnert zich de merkw
dige zitting, de vorige week doot
oostenrijksche Kamer gehouden,
niet minder dan 26 uren duurde,
wyl dr. Lecher 12 uur achtereen
het woord was.
Hier volgt een bloemlezing uit
verslag van de vergadering, opdat;
eenig denkbeeld krjjgt hoe het
Kamer tegenwoordig toegaat.
Het is 's morgens zes uur, en
Lecher spreekt nog altijd. De socii
protesteeren en zeggen dat dc sprei
de stenografen en de karaerboden
langer op die wyze afgebeuld mo
wordenzy verlangen daarom sliiii
van liet debat, wat de president;
wil toegeven. De volgende woord
wisseling met den voorzitter is di
van het gevolg:
Daszynski: Voor Badeni laten
ons niet afbeulen.
Dr. Verkauf tot den president:
wordt er immers voor betaald,
niet, wij krijgen geen fooien zo:
jullie.
Daszynski: Op die wyze will
aan Badeni een cadeautje geven,
hy by zijn ontbijt op zyn bord vi
jij regeeringsprovoeateur"VVaar
Badeni, dat hij by zulke gewich
zaken niet eens verschynt? Wat
minachting tegenover het parleme
Wolf: Men moet den voorzittei
een winkelraam zetten en hem
toonstellen, om het volk te laten
hoe een voorzitter zich nietgedra
moet. Wat krijg je betaald, voor
af beulen der leden en der snelsc!
vers? Weg mét dien vervloek
Poolschen boel!
Voorzitter: Ik roep den afgevajmi
digde Wolf tot de orde.
Wolf: Dankje. Dr. Lecher spie
door.
NowakMeneer de voorzitter,
vergadering is zoo vuil, we zou
ons graag 'eens willen wasschen (h
riteifc). Wy zyn geen Polen, die
hun vuil rondloopen.
Pommer: Waar zyn de ministe
die slapen stellig lekker in hun b
Intusschen wordt het dag, en
licht wordt uitgedraaiddaarop W
„Goeden morgen meneeren"; vele
gevaardigden wenschen elkaar goe<:
morgen.
Do ministers komen binnen, en
dn
Lecher spreekt maar altoos
vrienden brengen hem een kopko
en een broodje en de president i
leent den onvermoeiden spreker i
pauze van tien minuten, om te kuu;
ontbyten. De komst van Badeni
voor den socialist Resel een aanleidii
om aan den voorzitter te vragen
hy, nu de ministerpresident er is, v
lof gekregen heeft om de vergader
te sluiten.
DaszynskiIk verlang een
van een half uur voor de stenograf
Ze zyn nu vyf-en-twintig uur bei
Dat zyn toch ook menschen.
Prade: Als de president liet
doet, loopen we storm op hem.
Dr. Verkauf: Vraag het toch e
aan je baas Badeni; misschien zi
hij ja.
PresidentZwygje hebt het wo(
niet.
Dr. Verkauf: Het iseenschandi
om de stenografen zoo tebehaudelf
alleen opdat men aan Badeni zegg
kan, dat de eerste lezing van den A
gleicli erdoor is.
President: Ik heb nu al vyfm
gezegd dat ik, als een spreker aan!
woord is, geen voorstel tot sluiti
in rondvraag kan brongen.
Funke: Badeni wil het zoo,
meerderheid heeft het besloten, en
presidenten moeten gehoorzamen.
De president slaaf uit wanhoop
zijn hand tegen het hoofd.
Wolf: Kijk, daar begint die Arn
niër weer met zijn sterrenwichela
(toespeling op de Armeensche af kon
van Abrahamowiez).
GrösslHet is in het parlement
vuil als bij do Zoeloe-kaffers.
ZimmerSchaam je wat. Even: f
de Polen hun eigen land ten gron
hebben gericht, zoo doen jouw Ian s
genooten het thans met Oostenr
We zullen de boeren tegen dielie<
he
stemming met dit besluit te betuigen, maar zeide niets.
Gedurende eenige minuten keek hij stilzwijgend naar
het beeld, terwyl Taras met zijn werk voortging.
Toen schrikte hy uit zijn gepeins op, trok zijn hor
loge te voorschyn en vroeg aan Taras. wanneer hij hem
weder zou zien. Taras bepaalde een tijd, waarop hij,
trots de tegenwerpingen van zijn vriend, hem voorging
om hom uitgeleide te doen. Op dat oogenblik keerde
Kavanagh zich om en zeide fluisterend tegen me
„Ik heb u iets te zeggen, zoodra de gelegenheid zich
voordoet. Maar verlies in 's hemels naam juffrouw Lu
cas niet uit het oog!"
Daarop zeide hy my op luiden toon goeden dag en
volgde Taras.
Aan het diner zeide Taras tegen my
„Ik ga een pijpje rooken by Gordon. Hebt gy lust
mij te Srengen
Niets kon my meer
genoegen geven, maar ik durfde
le waarschuwing van Kavanagh
het niet aannemen
hield me terug.
„Hoe lang zult gc er blijven vroeg ik, denkende
dat hij niet zoo lang bij zijn vriend zou vertoeven, en
ik juffrouw Lucas dat oogenblikje misschien wel alleen
kon laten.
„Een paar uurgij kunt dus niet op straat wachten
en ik vind het niet gepast je mede te nemen,"
Ik drukte mijn verlangen, of hy niet liever thuis
wilde blyven niet uit, want ik wist dat elke man zeer
op zijn vryheid gesteld is.
„Dank u, dan blyf ik liever thuis."
Het. sloeg acht uur, toen Taras uitging. Om negen
uur kwam juffrouw Lucas me met een sombere uit
drukking op het gelaat goeden nacht wenschen en toen
begon ik reeds te luisteren of ik Taras ook hoorde
aankomen, ofschoon ik zeker wist dat hij eerst over een
uur kon terug zyn.
Om tien uur ging ik, zoo min mogelijk leven makend,
naar buiten om te zien of er nog licht in het vertrek
van juffrouw Lucas brandde. Alles was donker maar
toen ik de deur van hèt atelier voorbij ging hoorde ik
haar raam opschuiven; de oude vrouw keek naar bui
ten en riep op verschrikten toon
„Wie is daar
Ik vertelde haar, dat ik nog eens even was gaan zien
of de deur van het atelier wel goed gesloten was,
daar men er dien dag een nieuw slót op had gemaakt.
„Maar kind. gelooft gjj dan dat ik naar bed zou
gaan zonder alles na te zien. Is myn meester nog niet
teruggekeerd
Ik zeide haar, dat hij ieder oogenblik kon komen en
na elkaar nog eens goeden nacht gewenscht te hebben,
sloot zij haai- raam en ik ging naar binnen.
Ik had de lamp in dc keuken laten staan. Alles was
in ordede sleutel van de voordeur, die juffrouw Lu
cas altijd medenara als zij uitging, hing aan eon haakje
tegen den muur. Hierdoor gerustgesteld dacht ik bij
mijzelf„Kavanagh heeft zich vergist. Het is niet
noodig juffrouw Lucas van avond te bewaken."
Ik keerde naar de zitkamer terug om te luisteren
of Taras nog niet aankwam. Yan tyd tot tyd hoorde
ik voetstappen naderen, maar do hoop, die een oogen
blik mijn nart vervulde, veranderde spoedig in moede
loosheid, als ik de persoon hoorde voorbij gaan. De tijd
kroop langzaam om, terwijl myn angst met elke minuut
steeg. Plotseling bedacht ik mij, dat Kavanagh misschien
gezinspeeld had op een nieuwen aanval, die dezen nacht
zou plaats hebben. Wellicht was hy te weten gekomen,
dat men Taras 's nachts in zijn eigen hnïs wilde over
vallen en dat juffrouw Lucas haar medeplichtigen bin
nen zou laten, wanneer haar meester zich ter ruste
had begeven.
Maar het was ook niet onwaarschijnlijk, dat men
overeengekomen was, wanneer Taras uitging, zy' hem
overrompelen zouden, als hy terugkeerde. En dit ver
klaarde ook de lijdelijkheid van de oude vrouw.
Door de overspanning kwam ik op een nieuw idée.
Wanneer zij Taras eens buiten overvielen? Ik had dik
wijls gehoord van menschen, die op de kade bestolen
en vermoord en daarna in de Theems geworpen waren.
Taras wandelde juist zeer gaarne langs deze kade en dit
was misschien aan zyn vijanden bekend. Zij stonden hem
wellicht tusscben de „Westminster- en Lambethbrng"
op te wachten, om hem op die plaats voor altijd on
schadelijk te maken.
Op dat oogenblik sloeg de klok van de „W'estmin-
sterkerk" kwart voor elf. Ik luisterde scherp toe of ik
daarna nog een of ander geluid vernam, maar niets
verbrak de stilte van den nacht. Toen besloot ik een
einde aan dezen ondragelijken toestand te maken en
Taras op te zoeken.
Ik ontdeed me van myn schoenen en liep zachtjes
en vlug naar boven. In myn kamer gekomen zette ik
een hoed op, trok een donkerblauwen regenmantel aan
en na my verzekerd te hebben, dat juffrouw Lucas ge
rust sliep, liep ik dc trap af en was in twee minut
gereed om den tocht te ondernemen.
Toen ik buiten kwam, keek ik eerst nog eens roe
maar er was in de geheele straat geen levend wez
te bespeuren. Zorgvuldig sloot ik de deur met d
sleutel, en spoedde mij haastig voort, gedreven do
een gevoel, waarvan ik mij geen rekenschap kon g
ven. Op de kade liep niemand; slechts eenige ong
lnkkige stumperds lagen tegen den muur van 1)
hospitaal te slanen. Het sloeg elf uur, toen ik de br
overstakik rende meer dan ik liep, de Victoriaka
langs, alle personen die ik voorby ging goed opnemen
sloeg de Villiersstreet in en bereikte eindelijk het Adi
phiplein.
Voor een der huizen, waarvan de deur open ston
hield een coupé stil.
De koetsier veranderde het een en ander aan h
tuig van zijn paardoverigens was er niemand
het plein te bespeuren. De man hief het hoofd o
toen hy my hoorde aankomen, maar ging dadelj
met zyn bezigheid voort, toen ik naderbij kwaï
Het huis waarvoor het rijtuig stil had gehouden, heet
„Hotol Grandeson". Hier woonde Gordon. Ik stond st
niet wetende wat nu te doen.
Wordt vervolgd.)