Sullivan centra Corbett.
In ceo „Zondagsblad van de Amster
dammer" vinden wij eenc beschrijving
van do eerste „ontmoeting" iusschen
de anierikiianschc box-koningen Ja
mes Corbett en John Ij. Sullivan,
waarvoor wij een plaats ruimen.
I.
Toen op een morgen van 1S92 do
Amerikaansclie dagbladen mededeel
den, dat een jong by na onbekend
bokser James Corbett van San Fran
cisco den koning der Amerikaansclie
boksers, John L. Sullivan, had dur
ven uitdagen, keken alle krantenlezers
in do Vereenigde Staten alsof zo 't
in Keulen hoorden donderen. Wat,
'n jonge, onbekende bokser dorst liet
togen den „z,waren kerel" op te nemen,
die sinds tien jaren den „ring" in
Amerika had bchecrsclit? Men ge
loofde liet bericht niet, maar toen
straks do tydiug kwam, dat Corbett
zich al aan bet. oefenen was en Sulli
van inderdaad de uitdaging bad aan
genomen, barstten allen dio dat lazen
in oen schaterlach uit om dien Cor
bett, dien onnoozeleu bals, die er
ploizicr in bad om te pletter gebeukt
te worden. Eu toen, van dien dag af,
hielden do dagbladen trouw het ver
loop dor vooroefening van de boidc
boksers by ea de weddenschappen
door geheel Amerika, maar vooral to
New-Orleans waar de strijd zou ge
houden worden. Natuurlijk „hield"
men op Sullivanzijn overwinning
was zeker, niemand zette Corbett.
Maar toen de tyding kwam, dat de
jonge man zich met groote wilskracht
oefende, dat hij onvermoeid was, dat
zijn lichaam van staal was, toen zei
den sommigen „wie weet en zy
zetten eeu kleinigheid op Corbett.
Natuurlijk werden zy uitgelachen,
maar er gingen geruchten, dat Cor
bett een zeer te duchten tegenpartij
wasanderen zeiden„aan alles komt
een einde", de „sterke kerel" heeft
nu tien jaar lang dc-n baas gespeeld
en heeft in dien tijd druk geleefd-
ook, hy kau nu wel eens zijn meester
vinden." Maar die zoo spraken wer
den uitgelachen, vooral toen men
hoorde, dat Corbett niets als melk
dronk. De partyen stonden hoe lan
ger hoe sterker tegen elkaar, de po
litieke strijd voor de presidentskeuze,
die dat jaar stond gehouden te wor
den, werd er door op den achtergrond
gedrongen.
Cleveland of Harrison, de Demo
cratische partij of de Rcpublikein-
sc-be Wie bcmooide zich mot deze
kleinigheden, nu 't den „big fellow"
Sullivan, den koning der boksers,
gold En van dag tot dag, van week
tot week, van maand tot maaud steeg
de belangstelling, die op 't laatsteen
koorts werd, die heel liet volk van
do Vereenigde Staten had aangegre
pen. De dagbladen hadden kolommen
vol van de traiuing van Corbett en
Sullivan en reusachtig waren de som
men, die vooral op den laalste wer
den gezet.
Eindelijk naderde de dag waarop
in New-O'deans de stryd zon gehou
den worden. De schrijver dezes eu
zijn reisgenoot bevonden zich in Chi
cago, waar natuurlijk de belangstel
ling iu den kamp Diet minder, eerder
grooter was, dan overal elders. Chi
cago behoorde om zoo te zeggen met
lijf en ziel aan den „big fellow."
Zelfs als men de gevoelens der meDigtc
analyseerde, vond meu in het gemoed
der bevolking een zekere rancune
tegen .Pompadour Jini", dat was de
smalende bijnaam van James Corbett,
dat bij Suliivan had durven uitdagen.
Jimmie was een beel-goeie bokser,
dat is waar, maar om het tegen „John
L." te durven opnemen, dat was een
overmoed die aan waanzin grer.sde,
en die van volkomen miskenning van
Sullivan's genie getuigde.
Had de „big fellow" niet iedereen
verslagen, 1 a 1 bij niet de beste bok
sers tot een soort van brei gebeukt
met zijne machtige vuisten, die een
stier zouden hebben kunnen dood
slaan?
En Jimmie, „gentleman Jimmie,"
zou nu tegen Suilivan opkomen? Dat
was meer dan ergerlijk, dat was be
klagenswaardig. Zelfs maakte men in
de couranten hatelijke toespcliugen
op zijn zekere nederlaag. Men be
klaagde mevrouw Corbett, liet jonge,
mooie vrouwtje van den bokser, men
vroeg of Jimmie er wel aan gedacht
bad zijn testament te maken men ver
klaarde niet gaarne in zeker iemands
schoenen tc willen staanmen zei,
dat „zeker iemand" heel gauw z'n
ribben buiten zijn rug zou zien ste
ken, als z'n ooiren hem op bot achter
hoofd hingen. Daarom waren er ook
maar weinigen die hun geld op Cor
bett hadden gezet: daarentegen had
Chicago duizenden dollars gewed op
do overwinning van Sullivan. Voer
dien avond was een nyzondere tele
graafdienst tusschen New-Orleans en
Chicago en allo steden der Unie in
gericht.
Door geheel Amerika en in Enge
land volgde men den strijddo tele
graaf zon elk detail van Corbett's
nederlaag en Sullivan's nieuwe over
winning mcdedeelcn. De groote „bar
rooms" iu Clarkstrcct waren voor dien
avond met de telegraaf verbonden, de
bezoekers konden er de détails oogen-
blikkelyk vernemen en de duizenden
mcnschcn dio zich iu dichte proppen
voor die ..barrooms" verdrongen, her
haaldelijk uit eikaar geduwd door de
tramwagens, die langzaam voortgaande
de mensciicniioopen doorsneden, die
zich daarna dadelijk weer te zaïncn
voegden, zouden op de hoogte worden
gesteld door iemand die elk telegram,
dat aankwam, dadelijk over de hoof
den dor menigte heen zou uitschreeu
wen.
Do menscheu op straat waren ru
moerig: liet gelach en gepraat gonsde
op als het zieden van een reusachti-
gen ketel kokend water. Maar plot-
scling verstomden allenslechts en
kelen schreeuwden: silence! silence!
De jonge man, aan do deur van den
barroom, naar welken wij, te midden
van liet zwarte mensclicngedrang,
stonden tc luisteren, had met de armen
gezwaaid ten teeken dat bij iets te
zeggen liad, en nauwelijks had hij
medegedeeld, dat de beide kampioenen
to New-Orleans in den ring het
strydperk waren gekomen, of er
ging ecu tegen-den-hemel-opbonsend
gejuich op voor Sullivan. De twee
boksers hadden elkaar beschouwd,
elkaar gemeten en gewogen met de
oogen. Vele maanden" lang had ieder
dagelyks in de dagbladen gelezen, hoe
bet met do training van zyn tegen
partij stond en beiden waren zeker
van de overwinning. Nu zagen zij el
kaar on bemerkten zij in een oogen-
blik van eigen aanschouwiug wat de
ander waard was, en het gevecht
begon.
Er verliepen een paar ronden en geen
der twee strijders had een „bestraffing"
ontvangen. Sommige toehoorders rie
pen elkaar toe, dat de „big fellow"
Jimmie con poosje wou sparen. Hy
speelde met hem als de kat met de
muis. Die Sullivan was 'n onverbid
delijke als liy eenmaal in d n ring was.
Maar anderen zeiden, dat „Pompadour
Jim" geen consideratie verdiend had,
en dat „John L." hem maar dadelijk
zyn bekomst moest geven.
Tegolyk kwam liet bericht, dat
Jiinmio een bewonderenswaardige
bohendigheid toonde en den „ster
ken kerel" heensprong als een stoe
iende hond, maar intusschen uitvallen
deed, die, zooal niet raak, tenminste
goed bodocld waren. „Oh. he's a smart
boy!" zei een der toehoorders. „Wat,
'n handige kerel riep een ander
„AU right, maar „John L." is „pootig."
Deze aardigheid had succes en ging
rond. Maar daar schreeuwde de jon
gen aan de deur, dat Corbett Sullivan
eeu stomp tegen den maag bad gege
ven, die den „big fellow" voor een
oogenblik deu adem had benomen.
„Wablief? hè!" brulde de massa,
en er giugen stemmen op, die riepen
dat de boodschapper zich vergiste.
Corbetts kansen rezen oogenblikkelijk;
men begon op hem te wedden, hoewel
men algemeen nog de zekerheid had,
dat hy zou verliezen. Maar men wedde,
dat hij 'twel vijf-en-twintig ronden
zou uithouden. Sullivan, na zich her
steld to hebben, had zich in de vol-
gendo ronde woedend op Corbett trach
ten te werpen, maar te vergeefs:
„Pompadour Jim" ontweek zijne zware
vuisten, maar liet do zijnen als ijze
ren hamers neerkomen op hoofd, maag
en waugen van Sullivan en, zelf nog
ongedeerd, had hij reeds „blood ge
trokken" van zijne tegenpartij. Maai
de menigte tc Chicago geloofde dat
niet. De telegraaf moest niet goed
werken, of de verslaggever to New-
Orleans gaf geen goed verslag. Hy
deelde alleen mee wat Sullivan ont
ving, niet wat hij gaf, en dat moest
ontzaglijk veel meer wezen. Zeker,
de „big fellow" was niet meer de
oude, dat kon men du zien. Hij had
iu de laatste jaren te zwaar geleefd,
te veel gedronken vooral en die
dimmie, die alleen maar melk dronk!
Toch was „John L." altijd nog ieder
de baas. Maar dadelyk hoorde men
dat hy reeds teekenen van afmatting
vertoonde, dat hij naar adem snakte,
dat een zijner oogen „bedorven" was.
dat zijn oor was gescheurd en het
bloed van zyn gezicht vloeide. Maar
hoe zag Coroett er dan toch we! uit,
wat? Maar dit deelde dio vervloekte
telegraaf niet mee, en daarom was
zoo'n verslag ook niets waard.
Het scheen, dat de verslaggever te
New-Orlcans deze opmerkingen van
de menigte tc Chicago gehoord had,
want liet bericht kwam dat Corbett
nog geen enkele „bestraffing" ontvan
gen bad, nog volkomen gaaf was en
in een „diamanten toestand" verkeerde.
Toen kon de menigte baar verbazing
en verontwaardiging niet op. De helft
brulde van spijten woede en schreeuw
de. dat Sullivau de mcnschcn besto
len luid. Anderen riepen„What's
the matter with the big fellow!" en
een kleine groep begon reeds den
nieuwen „koning" toe te juichen, en
den gevallen „big fellow" te bespotten.
„Die ruwe „John L."hy kreeg
nou z'n portie net wat ie verdiende."
En men vertelde hoe onmeedoogend
hy altijd was geweest, wanneer hij
zyne tegenstanders, reeds geen tegen
standers meer omdat zij vernietigd
lagen onder het gebeuk zijner vuisten,
steeds geweldiger en woedender had
gebeukt en gebeukt, tot zij brei waren
gewordon. Daartegenin riepen som
migen, dat 'Maf eu lcclyk was „Jolin
L." nn al af te vallen, nu dat hfj toch
de koning van alle boksers was en
Amerika nooit meer zoo'n bokser zou
hebben.
H.
Reeds veertien malen bad do jon
gen aan de deur dcri uitslag der ron
den uitgeschreeuwd over de hoofden
der woelende en pratende menigte,
die, als klingelondc en langzaam voort
gaande de tram baar doorsneed, zicli
opdrong en opduwde langs en door
elkaar als een bak wormen die over
elkaar been glijden. En op, uit de
vensters, waarvoor liet clectrisch
licht over de straat en de donkere
menschcnmassa scheen, staken do
menschcnhoofden en lijven uit de open
vensters.
Vijftiende ronde! schreeuwde de
joogen aan do deur, al hcesch gewor
den van inspanning om zich boven
het rumoer verstaanbaar te inaken
„Corbett brengt Sullivan een stomp
voor den adem (maag) toe; .Sullivau
stort, maar poogt op te staanzijn
„achtermaunon" helpen hem op 1"
Do verbazing en de verontwaardi
ging stegeD. „Wat had die Sullivan
toch?" „En was die Corbett een
duivel?" Pompadour Jim was nog
ongedeerd. Daar moest wat achter
zitten, 'tls waar, dat Jimmie vijf-en-
twintig jaar was en Sullivan al vicr-
en-dertig. Maar op vicr-en-dcrlig jaar
ben je in jo volle kracht.
O, die „sterke kerel" bad te zwaar
geleefd 1 ïly bestal de menscben die
op hem gezet hadden. Dat was de
reden van die geheimzinnigheid bij
zyn „trainiug"hy gevoelde zich
zwak en daarom was hij ook dien
reporter, dio hem interviewen wilde,
te lyf gegaan.
„Zestiende rondo!" schreeuwde de
jongen. „Sullivau heeft zich hersteld,
lly valt met ongekende woede op
Corbett aan en gcoft hem een „be
straffing
De menigte, dio dat boorde, daverde
op in een gejuich van waanzinnigen
geestdrift, „Suliivan! Sullivau! Sul
livan ging 't als geloei door de lucht,
zoodat do laatste woorden die de jon
gen schreeuwde, niet. meer te hooren
waren. Maar er waren er die riepen
dat men stil bad te zyn, want dat
er anders niets te hooi en was en bet
gerucht ging, dat Corbett. na de ont
vangen ..bestraffing'', zich op Sulli
van" bad geworpen in een coi ps-a-
corps cn liet vierde „bloed bad ge
trokken". Maar dat werd niet ge
loofd. Het was uit met Jimmie. Hij
zou nu wel z'n portie krijgen. Nu
„John L." woedend was, was bij weel
de oude. Nu zou hy vechten met de
kracht der wanhoop. Doch met de
zeventiende ronde bleek 't. dat Sulii
van op was. Hij verloor den adem
meer en meer cn indien Corbett voort
ging hem te bestrallen, was 't alleen
te ioen om de:i strijd officieel to be
slissen, die. al beslist was. De acht
tiende. de negentiende ronde waren
voorbijgegaan. Men had van het ver
slag dér ucgentieude ronde enkel de
woorden „Corbett-bestraffing" ge
hoord. Een bierwagen was door de
menigte heengereden, men vloekte
tegen den koetsier, men wilde hem
van den bok halen on geloofde dat
men door hem niet geboord bad, dat
Corbett een bestraffing had ontvau-
gen. Want inderdaad, by de twintig
ste ronde scheen de kans zich voor
ccn oogenblik voor Suliivan te ver
klaren. Maar bij de een-cn-twintigste
rondo kwam het bericht, dat Sullivau
opnieuw gestort was, en nu machte
loos bleef liggen, en do rechters den
strijd voor geëindigd hadden verklaard
ten gunste van Corbett. die geheel
ongedeerd een goede 75,000 dollars in
den zak stak.
De mensclienmassa dio dat hoorde
was met stomheid geslagen. Men
juichte den overwinnaar niet toe. Zulk
een overwinning, zoo zonder eenige
„bestraffing" te hebben ontvangen
was voorbeeldeloos; zulk een neder
laag, een nederlaag van Sullivau, in
een-en-twintig rondon, dat wil zeggen
in nog niet "drie kwartier tyds, was
ongeloofelyk. Maar er was geen twij
felen aan. Daar schreeuwden al de
krantenjongens van „Star", van „Tri
bune", van „Herald" linnne extra
bladen: „Hextra spechel 1" „heesvan
den boksstrijd tusschen Suliivan en
Corbett!" „Lees van den neder
laag van Suliivan!" ..In ecn-en-
twintig ronden verloren!" En meu
las boe de menigte in New-Orleans,
die den stryd had gadegeslagen, Cor
bett geestdriftige ovaties bad gebracht
en verlangd had, dat Sullivan die in
tusschen was opgeholpen, zou spreken,
eu werkelijk had de „big fellow" ge
tracht te spreken. Hij was met zijn
onherkenbaar gezicht, dat cén stuk
rauw vleeseh scheen, naar voren trc-
fcomen, had met ccn licht handgebaar
stilte geboden en, toen bet stil was
geworden, gezegd: „ik ben een keer
te veel in den „ring" gekomen." Toen,
in bet bewustzijn van zijn onherstel
bare nederlaag, was hij opnicuw
neeigesmakt en had men hem weg
moeten dragen.
De menigte was onmcedooge,.d voor
den versla-gene. Men bespotte zijne
woorden: „ik ben één keer to veel in
den „ring" gekomen!" Men riep: „hè
Charlie, kom niet één keer tc veel in
den „ring!" als Charlie naar een meisje
op straat keck. Men hoorde in <le
..barrooms" zoggen„alloh. fellow,
kom niet één koer to veol in den
„ring", als iemand nog „oen" whisky
bestelde. Maar allengs kwam er toen
een betere stemming voor Suliivan.
Corbett, 't was waar, was nu de ko
ning, maar men herinnerde zich, dat
Suliivan toch tien jaren lang do ko
ning van den ring in Amerika was
geweest, :en dat „Pompadour Jim"
blij mocht wezen, als liy 't dc helft
zoo lang uithield. Dau was 'L nog
rtiooi.
De morgcnbladcn, den volgenden
dag, waren vol van verslagen en pren
ten eu commentaren over den gcwicli-
tigen stryd to Ncw-Or leans, en zoowel
in do dagbladen als in de clubs, als
op straat, bemoeide men zich enkel
met Corbett en Suliivan, en riep men
elkaar toe: „I'vo come once too often
in the ring!"
AY at w as het geheim van Corbet t's
raadselachtige overwinning? Men
deelde elkaar mee dat hyals
cn Napoleon in het krijgsvoeren, een
nieuw systiein doorgevoerd, ccn nieu
we gedachte verwerkelijkt had. Tot
dusverre gold 't zich zóó te trainen,
dat men zich sterk genoeg gevoelde
om een maximum van sla-ren „be
straffingen" liet hoofd te bieden
..weerstandsvermogen en kracht."
Maar Corbett had zich anders ge
traind. Hij was minder sterk- dan
Suliivan. maar veel vlugger. Rij hem
gold 't niet een maximum slagen het
hoofd te bieden, maar een maximum
slagen te geven cn ccn minimum tc
ontvangen. Eenvoudig als „goeie mor
gen", maar Jimmie was dcèersto ge
weest, die 't er op gevonden had.
En nog een weck lang. door al <lc
Vereenigde Staten van Noord-Ame
rika, sprak men over niets anders.
Alleen daarna, en langzaam, begon
1 men belangstelling te gevoelen voor
andere dingen, begon men zich te her
inneren, dat èr weldra ccn andere
strijd stond gestreden te worden, dio
om liet presidentschap der Unie. Har
rison en Cleveland Wat waren zo
op dat oogenblik in vergelijking met
Suliivan en Corbett?
GEH1ENDG NIEUWS
Verstrooidheid.
Afwezigheid van liet critisclie ver
stand, en tengevolge daarvan liet ver
wisselen van voorwerpen en daad
zaken, van plaats en tijd zoo om
schrijven de philosophen de verstrooid
heid. Geen der kwalen waaraan wij,
arme menschen kinderen lijden, heeft
meer aanleiding gegeven tot spot dan
de verstrooidheid.' In de wereld cn op
de planken waarop de wereld wordt
voorgesteld, is de verstrooide het doel
wit dor geestigheden en van een in
den regel goedaardigen spot, zooals
dan ook de gewraakte ondeugd van
eenc onschuldige natuur is cn gewoon
lijk niemand anders schade berokkent
dan hem die er mede is behept.
Personen, wier geestelijke werk
zaamheid hen van het leven en stre
ven hunner omgeving afhoudt, en hen
in een droomwereld ketent, voorna
melijk geieerden, leveren het grootste
contingent der verstrooiden. Een on
telbaar aantal anecdotcn, vau welke
men evenwel voor een groot gedeelte
kan zeggensi non vcro, ben tro-
vato, dóen ons zien, dat de verstrooid
heid eene ziekte is, die zelfs de meest
verlichte geesten niet verschoont.
De groote Newton was zeer ver
strooid. Zijn bediende, die dit wist,
at eens bet voor ziju heer bestemde
maal op en maakte den hongerige wijs,
dat liij reeds gegeten had.
„Het is toch merkwaardig, hoe gees
telijke arbeid de stofwisseling bevor
dert", zeide degeleerde, cn liet opnieuw
opdoen.
Een audermaal was hy op liet punt
den vinger van eene naast hem zittende
dame te gebruiken, ora daarmede de
gloeiende asch uit zijne pyp te ver
wijderen, en bemerkte zyne dwaling
eerst, toen de bedreigde luid
schreeuwde.
De dichter Gleim ging meer dan
eens over straat, aan het eene been
eene zwarte zijden kous en verlakte
schoen, aan liet andere oen witto
katoenen kous en pantoffel.
Nog mooier maakte liet professor
N. van do vroegere universiteit te
DEens begaf hy zich in gala-
gewaad naar een feest van de hooge-
school. In plaats van den met tressen
voorzienen steek hield hij onder den
arm liet deksel van een nuttig stuk
huisraad, waarvan hij het laatst had
gebruik gemaaktmen kan zich de
vroolykheid van de studeerende jon
gelui bij dico aanblik voorstellen.
Kant geraakte bij eene voorlezing
geheel in de war, omdat een dicht
voor liera zittende toehoorder een
knoop aan zijne jas miste. Toen bij
zich eens in damesgezelschap bevond,
riep hij plotseling uit„O, God, hoe
vervelend 1 Was ik maar weer thuis!"
Hij had in zjjue verstrooidheid alleen
maar hardop gedacht-
De kapelmeester Benda stemde een
vleugel; plotseling sprong hy op en
begaf zich iu een nevenvertrok, om
te hooren iioc het instrument uit de
verte klonk. Eeus dat hij met eenige
vrienden een gezelligcn avond had
doorgebracht, ging hij iniddeu in den
nacht naar een huis, waar hij drie
maanden geleden was uitgetrokken,
cn daar hy nog altijd eon sleutel van
dat buis bij zich droeg gelukte bet
hem de deur te openen. Men kan zich
den schrik van de bewoners voor
stellen. toen zy door het leven, dat
de ©enigszins benevelde lieer kapel
meester bij 't binnendringen van de
slaapkamer maakte, uit ban slaap
werden gewekt.
Toen Bcnda's ochtgcnootc gestorven
was, vroeg zyne dochter hem iets be
treffende de regeling van bot begra
fenismaal. „Laat my met rust", ant
woordde de rouwdrager verdrietig;
„vraag dat aan je mama".
Het verhaal omtrent een zekeren
professor, die met zijn vrouw naai
de coiuedie was geweest en den koet
sier een kus gaf en zijn vrouw de
vracht betaalde, getuigt al van weinig
minder verstrooidheid, dan wat men
van den Italiaansclien arts Öalvioli
vertelt. Toon deze nl. eens een vriend
bezocht, trof hij daar zyn oudsten
zoon aan. „Do heereu kennen elkaar
zeker al", zei de gastheer schertsend.
„Ja, ik geloof den jongeheer reeds
ergeüs gezien te hebben"-, antwoordde
öalvioli, terwijl hy mét een verlegen
lachje voor zijn zoon eenc buiging
maakte.
Dat ook de schaakspelers een ro-
delyk aandeel bijdragen om liet ge
slacht der verstrooiden niet tc doen
uitsterven, spreekt wel vanzelf.
Zoo vertelt men van den overste
P., een groot minnaar van hot edele
spel, dc volgende aardigheid. Zyue
vrouw had een brief ontvangen, dat
hare moeder, die reeds hoog bejaard
was, zware koortsen had. en maakte
zich daarover zeer ongerust.
In de behoefte aan vertroosting
wendde zij zich tot haar man cn
vroeg hem, wat by er van dacht cn
of er ook gevaar bij was. Deze, uit
zijne ovcrpcinziugcu over een schaak
probleem wakker wordende, ant
woordde baar:
„In drie zetten raat."
Niet onaardig is ook het geval van
twee vrienden, die in een café eene
party schaak speelden en zich daarbij
met een kop koffie verkwikten/Toen
de partij geëindigd was, en eene
nieuwe werd opgezet, bleek bet, dat
er ccn pion ontbrak. Tevergeefs werd
op cn ouder de tafel naar liet ver
miste stuk gezocht; het scheen wel,
alsof het door de aarde verzwolgen
was. Daar viel eindelijk de blik vau
don eon op do gesloten rechterhand
van den ander. Omdat hem diens ver
strooidheid niet onbekend was, meendo
hy, dat de ander den pion wel in zyn
hand kon hebben eu vroeg hy hem
dc haud te openen. Dit gebeurde eu
wat kwam er uit Een stuk sui
ker. Het gekke gezicht, waarmede do
delinquei t 't corpus delicti aanstaarde
was zoo vermakelijk, dat bet veel
vrooüjkbcid verwekte.
Dc gevolgtrekking lag nu ook voor
de band, dat de vermisto pion do
koffie bad moeten zoet makcD, wat
na gehouden onderzoek ook volkomen
juist bleek te zijn de verloren pion
kwam uit de koffie te voorschijn.
Het Oostenrijksclie Huis van
afgevaardigde a.
Over de wanordelijke vergadering
van Woensdag van dit Huis lezen wij
nog de volgende bizonderliedon
Nu zal in bet Oostcuryksche Huis
van Afgevaardigden bet hoogste punt
toch wei zijn bereikt. Een parlement
waar maniereu beerscheu als in een
Zuidduitscho boerenkroeg op Zondag,
waar men elkaar blauwe oogen slaat
cn met glazen water gooit (by gebrek
aan bier), waar met stoelen gezwaaid,
waar zelfs het mes wordt getrokken,
is een. onding. En dat alles is er
Woensdag gebeurd.
Een geregelde beschrijving is alleen
mogelijk van het begin van de verga
dering. De Duitsclier Gross steide
voor, in de notulen op te nemen dat
de voorzitter door bet schorsen van
de vorige vergadering bet reglement
van orde, cn door het vaststellen van
de agenda van deze vergadering de
grondwet had overtreden." De grond
wet verlangt namelijk dat voorsteilen
om ministers in staat van beschuldiging
te stellen, binnen acht dagen in behan
deling moet worden genomen, en het
is nu al weken geleden, dat zulke voor
stellen ingediend zijn. Gros eischte
over zyn voorstellen hoofdelijke stem
ming, hetgeen voldoende werd onder
steund.
Abrahamowicz antwoordde dat se
dert president Rechtbauer bet recht
van den voorzitter om de vergadering
naar willekeur te openen, te sluiten
en te schorsen, algemeen was erkend.
Wat de agenda betreft, de linkerzij
bad, door vier-en-tachtig hoofdelijke
stemmingen te laten houden, zelf bet
intijds behandelen vaD haar eigen voor
stellen onmogelijk gemaak. Deze op
merking was juist, maar dit belet niet
dat me.: liever ten halve moetkeeren
dan ten lieelo dwalen.
Hoe het zij, zes hoofdelijke stem
mingen over de voorstellen van Gross
volgden. I'lu hierna kwam het voor
stel van Dyk, dat de linkerzij iQ z°o
lievige woede deed ontsteken.
Men herinnert zich dat er bij liet
Huis honderden verzoekschriften te
gen de taalverordeningen zijn inge
diend, van zoowat alle "Duitselie ste
den en dorpen in Oostenrijk. De
Duitscho afgevaardigden gebruikten
die verzoekschriften als middel van
verzet. Telkens wanneer liet bun te
pas kwam, stelden zij hoofdelijke
stemming voor over de vraag, of een
vau die verzoekschriften zou worden
voorgelezen eu in de notulen opge-
nomeu, en met al die hoofdelijke
stemmingen hielden zij den gang van
het parlementair raderwerk tegen. Na
hadden de Tsjechen er wat op ge
vonden. Als zijzelf eens voorstel
den om al de nog overblijvende
verzoekschriften voor te lezen eu in
de notulèn op te nemen, en bun voor
stel werd aangenomen, (wat zeker
was, met behulp van de rechterzij)
dan konden de Duitschers niet meer
over elk verzoekschrift afzonderlijk
laten stemmeD, en was hun CoQ kost
baar middel van tegenwerking ont
nomen*
Dyk's voorstel was volgens liet re
glement onwettig, omdat de vergade
ring over bet voorlezen van elk
verzoekschrift afzonderlijk moet be-
shssou. Toen de voorzitter liet des
niettemin (alles was natuurlijk alge
sproken werk) in stemming wilde
brengen, rezen er lievige protesten
aan dc linkerzij, met name van Gross
Pfersclie, Pergelr, Kaiscr en Scliöue-
rer. Deze laatste vroeg het woorden
•toen hy het niet kreeg, reDde hy de
voorzittorstiïbune op eu riep, op de
lessonaar slaande: „Ik sta op myn
recht! Waarom geeft u me niet het
woord Abrahamowicz wilde bellen,
maar Schöneror ontrukte hem de
schel. Ondortusschen was er in do
zaal een leven dat hooren eu zien
iemand verging, eu tal van andere
afgevaardigden drongen tegen het
voorzittersgestoelte op.
Eindelijk vluchtte de voorzitter.
De vergadering tierde voort. De
Tsjechen verdrongen Scliöncrer cn
namen hem de bel af. Wolf klom op
bet bureau, greep de bol en begon tc
luiden. Do Pool Potoczck nam ze hem
af. Wolf, zyn partijgenoot Kittel en
dc liberaal Öteiner stonden nog op
het bureau toen Abrahamowicz te
rugkeerde, cn Wolf liet hem niet aan
't woord komen, zoodat hij de verga
dering weer schorste. Badeni cn Bi-
hnski, die het tot zoolang hadden
uitgehouden, venieten met den voor
zitter de zaal.
Toen begon de vechtpartij die is
vermeld. De rechterzij rukte in ge
sloten gelederen tegen de tribune op,
onder aanvoering van Potoezek en
drie Jong-Tsjechen, ora de Duitschers
vau liet voorzittergestoölto te ver
wijderen. Goedschiks ging dat niet,
dus maar kwaadschiks, en weldra
ontstond er een gewoon vuistgevecht.
Wolf kreeg met dc bel een klap tegen
zijn voorhoofd, Ghon kreeg een bloei
neus, Lorbcr een gckiious len arm, enl
Schünerer stond met een ministeriel
!eu stoel te zwaaien, maar die werj
hem ontrukt, Pfersche (volgensaudi
ren Lemisch) trok, in 't nauw gebrach
z(jn zakmes. Op dc tribune werd luiil
foei geroepen.
De voorzitter verscheen eindelij
weer en sloot de vergadering, met hc
verzoek hem te komen vertollen wi
do gewelddadigheden hadden gepleegi
Na afloop van de vergadering vei
schenen dertig politicagenten in d
zaal.
Een hond op twee pooten.
In Nature van den 28sten Oct. 1.1
komt, van de hand van den heci
Wortliingt.on G. Smith, het volgcui!
bijna ongelooflijk verhaal voor.
„Iu de maand Juli 1.1. geraakte eoi
fraaie, bonte herdershond hier in di
buurt, op Downs farm, tnsscben di
messen van een maai machine. Bcidi
rechtcrpooton van het dier werdci
gruwelijk verminkt en het bloedde
bijna dood; het lag dan ookgeruimei
tijd bewusteloos, om zoo te zegges
bloedeloos en levenloos. Dc herder
wien liet toebehoorde, wilde echtei
niet, dat bet maar zoo dadelijk wen
afgomaakt; hy verbond de vrceselijke
wonden, legde liet dier op een krui
wagen, reed het naar huis en ver
zorgde liet daar. Na een weck of drie
was bet in zooverre hcisteld, dat hel
met behulp van zijn rcchtervoorpool
kruipen en zicli voortbewegen kon
op zijn bci'!c linkerpooien.
Deze bond woont nu by den schaaps
herder tc Dunstable en loopt dade
lijks naar Downs farm, heen en terua
een afstand van een groot kwartier
gaans. Het grootste deel van die reis
doet hy op zijn twee linkerpooteu:
want zijn rechter achterpoot is liero
lot niets nut en zijn rechter voorpoot
is zoo verminkt, dat hij er alleen nu
en dan eens op steunen kan.
Als hij wiL gaan loopen. staat hij
bedaard op, slaat zijn verminkten rech
ter voorpoot over den liuker cn spriugt
dan voort op de manier van een lijster.
Nu houdt hij, terwijl hy zoo vreerad
maar tevens zoo snel zich beweegt
op dezelfde manier dc wacht bij de
schapen als waarop dat gewoonlijk
een hond doet, die „van zessen klaar"
is." E. H.
VARIA.
De man met de paraplu.
Romieu, een bekende Parijzer
persoonlijkheid, die heel geestig was
werd dooi epn hevige regenbui over
vallen en moest gaan schuilen in een
overdekte galerij; liet was al drie uur
en hy werd in de club gewacht, waar
hij beloofd bad te zullen komen. En
eigenlijk was liy reeds vlak bij de
club!
Do regen viel bij stroomen; bij had
geen paraplu by zich. Ook was daar
geen liacre te krijgen. Wat te doen?
Terwijl bij aan den uitgang stond,
aan wanboog ten prooi, kwam er een
lieer met een groote paraplu voorbij
Romieu kreeg eensklaps een uitste
kenden inval. Hy stoof naar buiten
nam familiaar den vreemdeling onder
den arm en drong zich tegen hem
aan onder de beschermende para
plu
Ik ben blij, dat ik je zie. be
gon bij onmiddellijk. Ik had je al
lang eens moeten sproken; ik lieb je
iets van Clementine te vertellen.
Zonder den vreemdeling in de ge
legenheid te stellen om aan het woord
tc komen en diens verwondering te
openbaren, bleef bij doorratelen tot
dat by den onbekenden metgezel voor
dc deur van liet café do Paris liet
stil houden. Toen keek hij dezen met
meesterlijk geveinsde verwondering
aan.
Pardon, monsieur! riep hy uit:
ik schijn me vergist te hebben!
Dat geloof ik ook. Dit waren
de eerste woorden, die de vreemde
ling sprak.
Wel, dat spijt me duizend
excuses. En mondje dicht over 't
geen ik n verteld heb. Nogmaals
duizend excuses.
En Romieu verdween in liet café
en onder een luid gelach werd dit
avontuurtje, dat bij natuurlijk dade
lijk vertelde, door de vrienden aan
geboord. Daar zei er een:
- Zeg, jo das zit los
Romieu bracht do hand naar zijn
hals en werd wit als 'n doek. Zyn
dasspeld, een saffier van waarde, was
verdwenen.
Een verder onderzoek leverde de
ervaring op, dat ook portemonnaio
en horloge gemist werden.
De man met de paraplu was 'n
zakkenroller.
Ton hove van een Duitsch vorst
Iaat zich een toonkunstenaar hooren
die, telkens voordat hy aanvangt,
den titel van het voor te dragen con-
cortstuk, inet eene diepe buiging, aan
de Hoogc toehoorders verkondigt.
Ily begint met:
Zijno Majesteit dc Erlkönig van
Schubert.
Ze hebben mij aangeboden, op
te treden als vertegenwoordiger van
een firma tc 's-Gravenhage van een
firma, die in allcj, handelt! Wat zou
je doen als je in mijn schoenen stond?
Na een blik op don persoon in
kwestie. Dan zou ik ze laten
poetsen.
Een onderofficier barst eindelijk
tegen een aartsdomme» recruut, d:c
alles averechts verkeerd doet, zijn
geduld verliezend, los:
Kérel, ik geloof waarachtig dat
moeder natuur jou vyf onzinnen ge
geven hoeft!