Sullivan centra Corbett. In ceo „Zondagsblad van de Amster dammer" vinden wij eenc beschrijving van do eerste „ontmoeting" iusschen de anierikiianschc box-koningen Ja mes Corbett en John Ij. Sullivan, waarvoor wij een plaats ruimen. I. Toen op een morgen van 1S92 do Amerikaansclie dagbladen mededeel den, dat een jong by na onbekend bokser James Corbett van San Fran cisco den koning der Amerikaansclie boksers, John L. Sullivan, had dur ven uitdagen, keken alle krantenlezers in do Vereenigde Staten alsof zo 't in Keulen hoorden donderen. Wat, 'n jonge, onbekende bokser dorst liet togen den „z,waren kerel" op te nemen, die sinds tien jaren den „ring" in Amerika had bchecrsclit? Men ge loofde liet bericht niet, maar toen straks do tydiug kwam, dat Corbett zich al aan bet. oefenen was en Sulli van inderdaad de uitdaging bad aan genomen, barstten allen dio dat lazen in oen schaterlach uit om dien Cor bett, dien onnoozeleu bals, die er ploizicr in bad om te pletter gebeukt te worden. Eu toen, van dien dag af, hielden do dagbladen trouw het ver loop dor vooroefening van de boidc boksers by ea de weddenschappen door geheel Amerika, maar vooral to New-Orleans waar de strijd zou ge houden worden. Natuurlijk „hield" men op Sullivanzijn overwinning was zeker, niemand zette Corbett. Maar toen de tyding kwam, dat de jonge man zich met groote wilskracht oefende, dat hij onvermoeid was, dat zijn lichaam van staal was, toen zei den sommigen „wie weet en zy zetten eeu kleinigheid op Corbett. Natuurlijk werden zy uitgelachen, maar er gingen geruchten, dat Cor bett een zeer te duchten tegenpartij wasanderen zeiden„aan alles komt een einde", de „sterke kerel" heeft nu tien jaar lang dc-n baas gespeeld en heeft in dien tijd druk geleefd- ook, hy kau nu wel eens zijn meester vinden." Maar die zoo spraken wer den uitgelachen, vooral toen men hoorde, dat Corbett niets als melk dronk. De partyen stonden hoe lan ger hoe sterker tegen elkaar, de po litieke strijd voor de presidentskeuze, die dat jaar stond gehouden te wor den, werd er door op den achtergrond gedrongen. Cleveland of Harrison, de Demo cratische partij of de Rcpublikein- sc-be Wie bcmooide zich mot deze kleinigheden, nu 't den „big fellow" Sullivan, den koning der boksers, gold En van dag tot dag, van week tot week, van maand tot maaud steeg de belangstelling, die op 't laatsteen koorts werd, die heel liet volk van do Vereenigde Staten had aangegre pen. De dagbladen hadden kolommen vol van de traiuing van Corbett en Sullivan en reusachtig waren de som men, die vooral op den laalste wer den gezet. Eindelijk naderde de dag waarop in New-O'deans de stryd zon gehou den worden. De schrijver dezes eu zijn reisgenoot bevonden zich in Chi cago, waar natuurlijk de belangstel ling iu den kamp Diet minder, eerder grooter was, dan overal elders. Chi cago behoorde om zoo te zeggen met lijf en ziel aan den „big fellow." Zelfs als men de gevoelens der meDigtc analyseerde, vond meu in het gemoed der bevolking een zekere rancune tegen .Pompadour Jini", dat was de smalende bijnaam van James Corbett, dat bij Suliivan had durven uitdagen. Jimmie was een beel-goeie bokser, dat is waar, maar om het tegen „John L." te durven opnemen, dat was een overmoed die aan waanzin grer.sde, en die van volkomen miskenning van Sullivan's genie getuigde. Had de „big fellow" niet iedereen verslagen, 1 a 1 bij niet de beste bok sers tot een soort van brei gebeukt met zijne machtige vuisten, die een stier zouden hebben kunnen dood slaan? En Jimmie, „gentleman Jimmie," zou nu tegen Suilivan opkomen? Dat was meer dan ergerlijk, dat was be klagenswaardig. Zelfs maakte men in de couranten hatelijke toespcliugen op zijn zekere nederlaag. Men be klaagde mevrouw Corbett, liet jonge, mooie vrouwtje van den bokser, men vroeg of Jimmie er wel aan gedacht bad zijn testament te maken men ver klaarde niet gaarne in zeker iemands schoenen tc willen staanmen zei, dat „zeker iemand" heel gauw z'n ribben buiten zijn rug zou zien ste ken, als z'n ooiren hem op bot achter hoofd hingen. Daarom waren er ook maar weinigen die hun geld op Cor bett hadden gezet: daarentegen had Chicago duizenden dollars gewed op do overwinning van Sullivan. Voer dien avond was een nyzondere tele graafdienst tusschen New-Orleans en Chicago en allo steden der Unie in gericht. Door geheel Amerika en in Enge land volgde men den strijddo tele graaf zon elk detail van Corbett's nederlaag en Sullivan's nieuwe over winning mcdedeelcn. De groote „bar rooms" iu Clarkstrcct waren voor dien avond met de telegraaf verbonden, de bezoekers konden er de détails oogen- blikkelyk vernemen en de duizenden mcnschcn dio zich iu dichte proppen voor die ..barrooms" verdrongen, her haaldelijk uit eikaar geduwd door de tramwagens, die langzaam voortgaande de mensciicniioopen doorsneden, die zich daarna dadelijk weer te zaïncn voegden, zouden op de hoogte worden gesteld door iemand die elk telegram, dat aankwam, dadelijk over de hoof den dor menigte heen zou uitschreeu wen. Do menscheu op straat waren ru moerig: liet gelach en gepraat gonsde op als het zieden van een reusachti- gen ketel kokend water. Maar plot- scling verstomden allenslechts en kelen schreeuwden: silence! silence! De jonge man, aan do deur van den barroom, naar welken wij, te midden van liet zwarte mensclicngedrang, stonden tc luisteren, had met de armen gezwaaid ten teeken dat bij iets te zeggen liad, en nauwelijks had hij medegedeeld, dat de beide kampioenen to New-Orleans in den ring het strydperk waren gekomen, of er ging ecu tegen-den-hemel-opbonsend gejuich op voor Sullivan. De twee boksers hadden elkaar beschouwd, elkaar gemeten en gewogen met de oogen. Vele maanden" lang had ieder dagelyks in de dagbladen gelezen, hoe bet met do training van zyn tegen partij stond en beiden waren zeker van de overwinning. Nu zagen zij el kaar on bemerkten zij in een oogen- blik van eigen aanschouwiug wat de ander waard was, en het gevecht begon. Er verliepen een paar ronden en geen der twee strijders had een „bestraffing" ontvangen. Sommige toehoorders rie pen elkaar toe, dat de „big fellow" Jimmie con poosje wou sparen. Hy speelde met hem als de kat met de muis. Die Sullivan was 'n onverbid delijke als liy eenmaal in d n ring was. Maar anderen zeiden, dat „Pompadour Jim" geen consideratie verdiend had, en dat „John L." hem maar dadelijk zyn bekomst moest geven. Tegolyk kwam liet bericht, dat Jiinmio een bewonderenswaardige bohendigheid toonde en den „ster ken kerel" heensprong als een stoe iende hond, maar intusschen uitvallen deed, die, zooal niet raak, tenminste goed bodocld waren. „Oh. he's a smart boy!" zei een der toehoorders. „Wat, 'n handige kerel riep een ander „AU right, maar „John L." is „pootig." Deze aardigheid had succes en ging rond. Maar daar schreeuwde de jon gen aan de deur, dat Corbett Sullivan eeu stomp tegen den maag bad gege ven, die den „big fellow" voor een oogenblik deu adem had benomen. „Wablief? hè!" brulde de massa, en er giugen stemmen op, die riepen dat de boodschapper zich vergiste. Corbetts kansen rezen oogenblikkelijk; men begon op hem te wedden, hoewel men algemeen nog de zekerheid had, dat hy zou verliezen. Maar men wedde, dat hij 'twel vijf-en-twintig ronden zou uithouden. Sullivan, na zich her steld to hebben, had zich in de vol- gendo ronde woedend op Corbett trach ten te werpen, maar te vergeefs: „Pompadour Jim" ontweek zijne zware vuisten, maar liet do zijnen als ijze ren hamers neerkomen op hoofd, maag en waugen van Sullivan en, zelf nog ongedeerd, had hij reeds „blood ge trokken" van zijne tegenpartij. Maai de menigte tc Chicago geloofde dat niet. De telegraaf moest niet goed werken, of de verslaggever to New- Orleans gaf geen goed verslag. Hy deelde alleen mee wat Sullivan ont ving, niet wat hij gaf, en dat moest ontzaglijk veel meer wezen. Zeker, de „big fellow" was niet meer de oude, dat kon men du zien. Hij had iu de laatste jaren te zwaar geleefd, te veel gedronken vooral en die dimmie, die alleen maar melk dronk! Toch was „John L." altijd nog ieder de baas. Maar dadelyk hoorde men dat hy reeds teekenen van afmatting vertoonde, dat hij naar adem snakte, dat een zijner oogen „bedorven" was. dat zijn oor was gescheurd en het bloed van zyn gezicht vloeide. Maar hoe zag Coroett er dan toch we! uit, wat? Maar dit deelde dio vervloekte telegraaf niet mee, en daarom was zoo'n verslag ook niets waard. Het scheen, dat de verslaggever te New-Orlcans deze opmerkingen van de menigte tc Chicago gehoord had, want liet bericht kwam dat Corbett nog geen enkele „bestraffing" ontvan gen bad, nog volkomen gaaf was en in een „diamanten toestand" verkeerde. Toen kon de menigte baar verbazing en verontwaardiging niet op. De helft brulde van spijten woede en schreeuw de. dat Sullivau de mcnschcn besto len luid. Anderen riepen„What's the matter with the big fellow!" en een kleine groep begon reeds den nieuwen „koning" toe te juichen, en den gevallen „big fellow" te bespotten. „Die ruwe „John L."hy kreeg nou z'n portie net wat ie verdiende." En men vertelde hoe onmeedoogend hy altijd was geweest, wanneer hij zyne tegenstanders, reeds geen tegen standers meer omdat zij vernietigd lagen onder het gebeuk zijner vuisten, steeds geweldiger en woedender had gebeukt en gebeukt, tot zij brei waren gewordon. Daartegenin riepen som migen, dat 'Maf eu lcclyk was „Jolin L." nn al af te vallen, nu dat hfj toch de koning van alle boksers was en Amerika nooit meer zoo'n bokser zou hebben. H. Reeds veertien malen bad do jon gen aan de deur dcri uitslag der ron den uitgeschreeuwd over de hoofden der woelende en pratende menigte, die, als klingelondc en langzaam voort gaande de tram baar doorsneed, zicli opdrong en opduwde langs en door elkaar als een bak wormen die over elkaar been glijden. En op, uit de vensters, waarvoor liet clectrisch licht over de straat en de donkere menschcnmassa scheen, staken do menschcnhoofden en lijven uit de open vensters. Vijftiende ronde! schreeuwde de joogen aan do deur, al hcesch gewor den van inspanning om zich boven het rumoer verstaanbaar te inaken „Corbett brengt Sullivan een stomp voor den adem (maag) toe; .Sullivau stort, maar poogt op te staanzijn „achtermaunon" helpen hem op 1" Do verbazing en de verontwaardi ging stegeD. „Wat had die Sullivan toch?" „En was die Corbett een duivel?" Pompadour Jim was nog ongedeerd. Daar moest wat achter zitten, 'tls waar, dat Jimmie vijf-en- twintig jaar was en Sullivan al vicr- en-dertig. Maar op vicr-en-dcrlig jaar ben je in jo volle kracht. O, die „sterke kerel" bad te zwaar geleefd 1 ïly bestal de menscben die op hem gezet hadden. Dat was de reden van die geheimzinnigheid bij zyn „trainiug"hy gevoelde zich zwak en daarom was hij ook dien reporter, dio hem interviewen wilde, te lyf gegaan. „Zestiende rondo!" schreeuwde de jongen. „Sullivau heeft zich hersteld, lly valt met ongekende woede op Corbett aan en gcoft hem een „be straffing De menigte, dio dat boorde, daverde op in een gejuich van waanzinnigen geestdrift, „Suliivan! Sullivau! Sul livan ging 't als geloei door de lucht, zoodat do laatste woorden die de jon gen schreeuwde, niet. meer te hooren waren. Maar er waren er die riepen dat men stil bad te zyn, want dat er anders niets te hooi en was en bet gerucht ging, dat Corbett. na de ont vangen ..bestraffing'', zich op Sulli van" bad geworpen in een coi ps-a- corps cn liet vierde „bloed bad ge trokken". Maar dat werd niet ge loofd. Het was uit met Jimmie. Hij zou nu wel z'n portie krijgen. Nu „John L." woedend was, was bij weel de oude. Nu zou hy vechten met de kracht der wanhoop. Doch met de zeventiende ronde bleek 't. dat Sulii van op was. Hij verloor den adem meer en meer cn indien Corbett voort ging hem te bestrallen, was 't alleen te ioen om de:i strijd officieel to be slissen, die. al beslist was. De acht tiende. de negentiende ronde waren voorbijgegaan. Men had van het ver slag dér ucgentieude ronde enkel de woorden „Corbett-bestraffing" ge hoord. Een bierwagen was door de menigte heengereden, men vloekte tegen den koetsier, men wilde hem van den bok halen on geloofde dat men door hem niet geboord bad, dat Corbett een bestraffing had ontvau- gen. Want inderdaad, by de twintig ste ronde scheen de kans zich voor ccn oogenblik voor Suliivan te ver klaren. Maar bij de een-cn-twintigste rondo kwam het bericht, dat Sullivau opnieuw gestort was, en nu machte loos bleef liggen, en do rechters den strijd voor geëindigd hadden verklaard ten gunste van Corbett. die geheel ongedeerd een goede 75,000 dollars in den zak stak. De mensclienmassa dio dat hoorde was met stomheid geslagen. Men juichte den overwinnaar niet toe. Zulk een overwinning, zoo zonder eenige „bestraffing" te hebben ontvangen was voorbeeldeloos; zulk een neder laag, een nederlaag van Sullivau, in een-en-twintig rondon, dat wil zeggen in nog niet "drie kwartier tyds, was ongeloofelyk. Maar er was geen twij felen aan. Daar schreeuwden al de krantenjongens van „Star", van „Tri bune", van „Herald" linnne extra bladen: „Hextra spechel 1" „heesvan den boksstrijd tusschen Suliivan en Corbett!" „Lees van den neder laag van Suliivan!" ..In ecn-en- twintig ronden verloren!" En meu las boe de menigte in New-Orleans, die den stryd had gadegeslagen, Cor bett geestdriftige ovaties bad gebracht en verlangd had, dat Sullivan die in tusschen was opgeholpen, zou spreken, eu werkelijk had de „big fellow" ge tracht te spreken. Hij was met zijn onherkenbaar gezicht, dat cén stuk rauw vleeseh scheen, naar voren trc- fcomen, had met ccn licht handgebaar stilte geboden en, toen bet stil was geworden, gezegd: „ik ben een keer te veel in den „ring" gekomen." Toen, in bet bewustzijn van zijn onherstel bare nederlaag, was hij opnicuw neeigesmakt en had men hem weg moeten dragen. De menigte was onmcedooge,.d voor den versla-gene. Men bespotte zijne woorden: „ik ben één keer to veel in den „ring" gekomen!" Men riep: „hè Charlie, kom niet één keer tc veel in den „ring!" als Charlie naar een meisje op straat keck. Men hoorde in <le ..barrooms" zoggen„alloh. fellow, kom niet één koer to veol in den „ring", als iemand nog „oen" whisky bestelde. Maar allengs kwam er toen een betere stemming voor Suliivan. Corbett, 't was waar, was nu de ko ning, maar men herinnerde zich, dat Suliivan toch tien jaren lang do ko ning van den ring in Amerika was geweest, :en dat „Pompadour Jim" blij mocht wezen, als liy 't dc helft zoo lang uithield. Dau was 'L nog rtiooi. De morgcnbladcn, den volgenden dag, waren vol van verslagen en pren ten eu commentaren over den gcwicli- tigen stryd to Ncw-Or leans, en zoowel in do dagbladen als in de clubs, als op straat, bemoeide men zich enkel met Corbett en Suliivan, en riep men elkaar toe: „I'vo come once too often in the ring!" AY at w as het geheim van Corbet t's raadselachtige overwinning? Men deelde elkaar mee dat hyals cn Napoleon in het krijgsvoeren, een nieuw systiein doorgevoerd, ccn nieu we gedachte verwerkelijkt had. Tot dusverre gold 't zich zóó te trainen, dat men zich sterk genoeg gevoelde om een maximum van sla-ren „be straffingen" liet hoofd te bieden ..weerstandsvermogen en kracht." Maar Corbett had zich anders ge traind. Hij was minder sterk- dan Suliivan. maar veel vlugger. Rij hem gold 't niet een maximum slagen het hoofd te bieden, maar een maximum slagen te geven cn ccn minimum tc ontvangen. Eenvoudig als „goeie mor gen", maar Jimmie was dcèersto ge weest, die 't er op gevonden had. En nog een weck lang. door al <lc Vereenigde Staten van Noord-Ame rika, sprak men over niets anders. Alleen daarna, en langzaam, begon 1 men belangstelling te gevoelen voor andere dingen, begon men zich te her inneren, dat èr weldra ccn andere strijd stond gestreden te worden, dio om liet presidentschap der Unie. Har rison en Cleveland Wat waren zo op dat oogenblik in vergelijking met Suliivan en Corbett? GEH1ENDG NIEUWS Verstrooidheid. Afwezigheid van liet critisclie ver stand, en tengevolge daarvan liet ver wisselen van voorwerpen en daad zaken, van plaats en tijd zoo om schrijven de philosophen de verstrooid heid. Geen der kwalen waaraan wij, arme menschen kinderen lijden, heeft meer aanleiding gegeven tot spot dan de verstrooidheid.' In de wereld cn op de planken waarop de wereld wordt voorgesteld, is de verstrooide het doel wit dor geestigheden en van een in den regel goedaardigen spot, zooals dan ook de gewraakte ondeugd van eenc onschuldige natuur is cn gewoon lijk niemand anders schade berokkent dan hem die er mede is behept. Personen, wier geestelijke werk zaamheid hen van het leven en stre ven hunner omgeving afhoudt, en hen in een droomwereld ketent, voorna melijk geieerden, leveren het grootste contingent der verstrooiden. Een on telbaar aantal anecdotcn, vau welke men evenwel voor een groot gedeelte kan zeggensi non vcro, ben tro- vato, dóen ons zien, dat de verstrooid heid eene ziekte is, die zelfs de meest verlichte geesten niet verschoont. De groote Newton was zeer ver strooid. Zijn bediende, die dit wist, at eens bet voor ziju heer bestemde maal op en maakte den hongerige wijs, dat liij reeds gegeten had. „Het is toch merkwaardig, hoe gees telijke arbeid de stofwisseling bevor dert", zeide degeleerde, cn liet opnieuw opdoen. Een audermaal was hy op liet punt den vinger van eene naast hem zittende dame te gebruiken, ora daarmede de gloeiende asch uit zijne pyp te ver wijderen, en bemerkte zyne dwaling eerst, toen de bedreigde luid schreeuwde. De dichter Gleim ging meer dan eens over straat, aan het eene been eene zwarte zijden kous en verlakte schoen, aan liet andere oen witto katoenen kous en pantoffel. Nog mooier maakte liet professor N. van do vroegere universiteit te DEens begaf hy zich in gala- gewaad naar een feest van de hooge- school. In plaats van den met tressen voorzienen steek hield hij onder den arm liet deksel van een nuttig stuk huisraad, waarvan hij het laatst had gebruik gemaaktmen kan zich de vroolykheid van de studeerende jon gelui bij dico aanblik voorstellen. Kant geraakte bij eene voorlezing geheel in de war, omdat een dicht voor liera zittende toehoorder een knoop aan zijne jas miste. Toen bij zich eens in damesgezelschap bevond, riep hij plotseling uit„O, God, hoe vervelend 1 Was ik maar weer thuis!" Hij had in zjjue verstrooidheid alleen maar hardop gedacht- De kapelmeester Benda stemde een vleugel; plotseling sprong hy op en begaf zich iu een nevenvertrok, om te hooren iioc het instrument uit de verte klonk. Eeus dat hij met eenige vrienden een gezelligcn avond had doorgebracht, ging hij iniddeu in den nacht naar een huis, waar hij drie maanden geleden was uitgetrokken, cn daar hy nog altijd eon sleutel van dat buis bij zich droeg gelukte bet hem de deur te openen. Men kan zich den schrik van de bewoners voor stellen. toen zy door het leven, dat de ©enigszins benevelde lieer kapel meester bij 't binnendringen van de slaapkamer maakte, uit ban slaap werden gewekt. Toen Bcnda's ochtgcnootc gestorven was, vroeg zyne dochter hem iets be treffende de regeling van bot begra fenismaal. „Laat my met rust", ant woordde de rouwdrager verdrietig; „vraag dat aan je mama". Het verhaal omtrent een zekeren professor, die met zijn vrouw naai de coiuedie was geweest en den koet sier een kus gaf en zijn vrouw de vracht betaalde, getuigt al van weinig minder verstrooidheid, dan wat men van den Italiaansclien arts Öalvioli vertelt. Toon deze nl. eens een vriend bezocht, trof hij daar zyn oudsten zoon aan. „Do heereu kennen elkaar zeker al", zei de gastheer schertsend. „Ja, ik geloof den jongeheer reeds ergeüs gezien te hebben"-, antwoordde öalvioli, terwijl hy mét een verlegen lachje voor zijn zoon eenc buiging maakte. Dat ook de schaakspelers een ro- delyk aandeel bijdragen om liet ge slacht der verstrooiden niet tc doen uitsterven, spreekt wel vanzelf. Zoo vertelt men van den overste P., een groot minnaar van hot edele spel, dc volgende aardigheid. Zyue vrouw had een brief ontvangen, dat hare moeder, die reeds hoog bejaard was, zware koortsen had. en maakte zich daarover zeer ongerust. In de behoefte aan vertroosting wendde zij zich tot haar man cn vroeg hem, wat by er van dacht cn of er ook gevaar bij was. Deze, uit zijne ovcrpcinziugcu over een schaak probleem wakker wordende, ant woordde baar: „In drie zetten raat." Niet onaardig is ook het geval van twee vrienden, die in een café eene party schaak speelden en zich daarbij met een kop koffie verkwikten/Toen de partij geëindigd was, en eene nieuwe werd opgezet, bleek bet, dat er ccn pion ontbrak. Tevergeefs werd op cn ouder de tafel naar liet ver miste stuk gezocht; het scheen wel, alsof het door de aarde verzwolgen was. Daar viel eindelijk de blik vau don eon op do gesloten rechterhand van den ander. Omdat hem diens ver strooidheid niet onbekend was, meendo hy, dat de ander den pion wel in zyn hand kon hebben eu vroeg hy hem dc haud te openen. Dit gebeurde eu wat kwam er uit Een stuk sui ker. Het gekke gezicht, waarmede do delinquei t 't corpus delicti aanstaarde was zoo vermakelijk, dat bet veel vrooüjkbcid verwekte. Dc gevolgtrekking lag nu ook voor de band, dat de vermisto pion do koffie bad moeten zoet makcD, wat na gehouden onderzoek ook volkomen juist bleek te zijn de verloren pion kwam uit de koffie te voorschijn. Het Oostenrijksclie Huis van afgevaardigde a. Over de wanordelijke vergadering van Woensdag van dit Huis lezen wij nog de volgende bizonderliedon Nu zal in bet Oostcuryksche Huis van Afgevaardigden bet hoogste punt toch wei zijn bereikt. Een parlement waar maniereu beerscheu als in een Zuidduitscho boerenkroeg op Zondag, waar men elkaar blauwe oogen slaat cn met glazen water gooit (by gebrek aan bier), waar met stoelen gezwaaid, waar zelfs het mes wordt getrokken, is een. onding. En dat alles is er Woensdag gebeurd. Een geregelde beschrijving is alleen mogelijk van het begin van de verga dering. De Duitsclier Gross steide voor, in de notulen op te nemen dat de voorzitter door bet schorsen van de vorige vergadering bet reglement van orde, cn door het vaststellen van de agenda van deze vergadering de grondwet had overtreden." De grond wet verlangt namelijk dat voorsteilen om ministers in staat van beschuldiging te stellen, binnen acht dagen in behan deling moet worden genomen, en het is nu al weken geleden, dat zulke voor stellen ingediend zijn. Gros eischte over zyn voorstellen hoofdelijke stem ming, hetgeen voldoende werd onder steund. Abrahamowicz antwoordde dat se dert president Rechtbauer bet recht van den voorzitter om de vergadering naar willekeur te openen, te sluiten en te schorsen, algemeen was erkend. Wat de agenda betreft, de linkerzij bad, door vier-en-tachtig hoofdelijke stemmingen te laten houden, zelf bet intijds behandelen vaD haar eigen voor stellen onmogelijk gemaak. Deze op merking was juist, maar dit belet niet dat me.: liever ten halve moetkeeren dan ten lieelo dwalen. Hoe het zij, zes hoofdelijke stem mingen over de voorstellen van Gross volgden. I'lu hierna kwam het voor stel van Dyk, dat de linkerzij iQ z°o lievige woede deed ontsteken. Men herinnert zich dat er bij liet Huis honderden verzoekschriften te gen de taalverordeningen zijn inge diend, van zoowat alle "Duitselie ste den en dorpen in Oostenrijk. De Duitscho afgevaardigden gebruikten die verzoekschriften als middel van verzet. Telkens wanneer liet bun te pas kwam, stelden zij hoofdelijke stemming voor over de vraag, of een vau die verzoekschriften zou worden voorgelezen eu in de notulen opge- nomeu, en met al die hoofdelijke stemmingen hielden zij den gang van het parlementair raderwerk tegen. Na hadden de Tsjechen er wat op ge vonden. Als zijzelf eens voorstel den om al de nog overblijvende verzoekschriften voor te lezen eu in de notulèn op te nemen, en bun voor stel werd aangenomen, (wat zeker was, met behulp van de rechterzij) dan konden de Duitschers niet meer over elk verzoekschrift afzonderlijk laten stemmeD, en was hun CoQ kost baar middel van tegenwerking ont nomen* Dyk's voorstel was volgens liet re glement onwettig, omdat de vergade ring over bet voorlezen van elk verzoekschrift afzonderlijk moet be- shssou. Toen de voorzitter liet des niettemin (alles was natuurlijk alge sproken werk) in stemming wilde brengen, rezen er lievige protesten aan dc linkerzij, met name van Gross Pfersclie, Pergelr, Kaiscr en Scliöue- rer. Deze laatste vroeg het woorden •toen hy het niet kreeg, reDde hy de voorzittorstiïbune op eu riep, op de lessonaar slaande: „Ik sta op myn recht! Waarom geeft u me niet het woord Abrahamowicz wilde bellen, maar Schöneror ontrukte hem de schel. Ondortusschen was er in do zaal een leven dat hooren eu zien iemand verging, eu tal van andere afgevaardigden drongen tegen het voorzittersgestoelte op. Eindelijk vluchtte de voorzitter. De vergadering tierde voort. De Tsjechen verdrongen Scliöncrer cn namen hem de bel af. Wolf klom op bet bureau, greep de bol en begon tc luiden. Do Pool Potoczck nam ze hem af. Wolf, zyn partijgenoot Kittel en dc liberaal Öteiner stonden nog op het bureau toen Abrahamowicz te rugkeerde, cn Wolf liet hem niet aan 't woord komen, zoodat hij de verga dering weer schorste. Badeni cn Bi- hnski, die het tot zoolang hadden uitgehouden, venieten met den voor zitter de zaal. Toen begon de vechtpartij die is vermeld. De rechterzij rukte in ge sloten gelederen tegen de tribune op, onder aanvoering van Potoezek en drie Jong-Tsjechen, ora de Duitschers vau liet voorzittergestoölto te ver wijderen. Goedschiks ging dat niet, dus maar kwaadschiks, en weldra ontstond er een gewoon vuistgevecht. Wolf kreeg met dc bel een klap tegen zijn voorhoofd, Ghon kreeg een bloei neus, Lorbcr een gckiious len arm, enl Schünerer stond met een ministeriel !eu stoel te zwaaien, maar die werj hem ontrukt, Pfersche (volgensaudi ren Lemisch) trok, in 't nauw gebrach z(jn zakmes. Op dc tribune werd luiil foei geroepen. De voorzitter verscheen eindelij weer en sloot de vergadering, met hc verzoek hem te komen vertollen wi do gewelddadigheden hadden gepleegi Na afloop van de vergadering vei schenen dertig politicagenten in d zaal. Een hond op twee pooten. In Nature van den 28sten Oct. 1.1 komt, van de hand van den heci Wortliingt.on G. Smith, het volgcui! bijna ongelooflijk verhaal voor. „Iu de maand Juli 1.1. geraakte eoi fraaie, bonte herdershond hier in di buurt, op Downs farm, tnsscben di messen van een maai machine. Bcidi rechtcrpooton van het dier werdci gruwelijk verminkt en het bloedde bijna dood; het lag dan ookgeruimei tijd bewusteloos, om zoo te zegges bloedeloos en levenloos. Dc herder wien liet toebehoorde, wilde echtei niet, dat bet maar zoo dadelijk wen afgomaakt; hy verbond de vrceselijke wonden, legde liet dier op een krui wagen, reed het naar huis en ver zorgde liet daar. Na een weck of drie was bet in zooverre hcisteld, dat hel met behulp van zijn rcchtervoorpool kruipen en zicli voortbewegen kon op zijn bci'!c linkerpooien. Deze bond woont nu by den schaaps herder tc Dunstable en loopt dade lijks naar Downs farm, heen en terua een afstand van een groot kwartier gaans. Het grootste deel van die reis doet hy op zijn twee linkerpooteu: want zijn rechter achterpoot is liero lot niets nut en zijn rechter voorpoot is zoo verminkt, dat hij er alleen nu en dan eens op steunen kan. Als hij wiL gaan loopen. staat hij bedaard op, slaat zijn verminkten rech ter voorpoot over den liuker cn spriugt dan voort op de manier van een lijster. Nu houdt hij, terwijl hy zoo vreerad maar tevens zoo snel zich beweegt op dezelfde manier dc wacht bij de schapen als waarop dat gewoonlijk een hond doet, die „van zessen klaar" is." E. H. VARIA. De man met de paraplu. Romieu, een bekende Parijzer persoonlijkheid, die heel geestig was werd dooi epn hevige regenbui over vallen en moest gaan schuilen in een overdekte galerij; liet was al drie uur en hy werd in de club gewacht, waar hij beloofd bad te zullen komen. En eigenlijk was liy reeds vlak bij de club! Do regen viel bij stroomen; bij had geen paraplu by zich. Ook was daar geen liacre te krijgen. Wat te doen? Terwijl bij aan den uitgang stond, aan wanboog ten prooi, kwam er een lieer met een groote paraplu voorbij Romieu kreeg eensklaps een uitste kenden inval. Hy stoof naar buiten nam familiaar den vreemdeling onder den arm en drong zich tegen hem aan onder de beschermende para plu Ik ben blij, dat ik je zie. be gon bij onmiddellijk. Ik had je al lang eens moeten sproken; ik lieb je iets van Clementine te vertellen. Zonder den vreemdeling in de ge legenheid te stellen om aan het woord tc komen en diens verwondering te openbaren, bleef bij doorratelen tot dat by den onbekenden metgezel voor dc deur van liet café do Paris liet stil houden. Toen keek hij dezen met meesterlijk geveinsde verwondering aan. Pardon, monsieur! riep hy uit: ik schijn me vergist te hebben! Dat geloof ik ook. Dit waren de eerste woorden, die de vreemde ling sprak. Wel, dat spijt me duizend excuses. En mondje dicht over 't geen ik n verteld heb. Nogmaals duizend excuses. En Romieu verdween in liet café en onder een luid gelach werd dit avontuurtje, dat bij natuurlijk dade lijk vertelde, door de vrienden aan geboord. Daar zei er een: - Zeg, jo das zit los Romieu bracht do hand naar zijn hals en werd wit als 'n doek. Zyn dasspeld, een saffier van waarde, was verdwenen. Een verder onderzoek leverde de ervaring op, dat ook portemonnaio en horloge gemist werden. De man met de paraplu was 'n zakkenroller. Ton hove van een Duitsch vorst Iaat zich een toonkunstenaar hooren die, telkens voordat hy aanvangt, den titel van het voor te dragen con- cortstuk, inet eene diepe buiging, aan de Hoogc toehoorders verkondigt. Ily begint met: Zijno Majesteit dc Erlkönig van Schubert. Ze hebben mij aangeboden, op te treden als vertegenwoordiger van een firma tc 's-Gravenhage van een firma, die in allcj, handelt! Wat zou je doen als je in mijn schoenen stond? Na een blik op don persoon in kwestie. Dan zou ik ze laten poetsen. Een onderofficier barst eindelijk tegen een aartsdomme» recruut, d:c alles averechts verkeerd doet, zijn geduld verliezend, los: Kérel, ik geloof waarachtig dat moeder natuur jou vyf onzinnen ge geven hoeft!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 14