Wel, Sajet, ten, Band, Tricotgoederen, Corsetten.
en voordeeliyst adres veer Heeren Winkeliers.
Lange Yeerstraat 23, HAARLEM.
N,B, Qe Magazijnen zijn geopend ven
s morgens 8 tot *s avonds 9 uur.
:xi
'Lange Veerstraat 23, HAARLEM.
Zeepen, Eau de Cologne en Odeurs.
De Eau de Cologne van J. C. BOLDOOT wordt aan
H.H. Winkeliers volgens de origineele Prijscourant ver
kocht, dus voor gelijken prijs als bij J. C. BOLDOOT.
Grossier1 ira;
de hoofden vergadert.
Wel een goede plaats daarvoor, in
de mooie omgeving van stil, klaar
water, en inet al dat heerlijke zacht
wuivende groen overal in liet rond
boven de rechte lijnen der muren
prijkendEn wel een goede smaak,
om hier, in dit mooiste gedeelte van
Tjakra Negara, het residentskantoor
te vestigen.
GEMENS3 SÜ3EUWS
De Zeehond
Een stuk natuurlijke historie.
De zeehond heeft warm bloed,
ademt door longen en brengt levende
jongen ter wereldhij is dus ecu zoog
dier' in optima forma, iets, waaraan
sommigen gezien zijn vischachtig
lichaam", wel eens getwijfeld hebbeu.
En om alle ongeloovige Thomassen,
die er nog mochten gevonden worden,
zonneklaar ie bewijzen, dat hij een
mammifère is, zoogt moeder zeehond
haar eigen kind en laat het gebruik
vau zuigflessehen, kindermeel, haver
mout en dergelijke nieuwerwetsche
snufjes gerust aan de menschen over.
De „gezonde minnen" in de menschen-
wereld zoo gezocht, kunnen bij de
zeehonden nog „het zout in de pap"
niet verdienen.
Omdat des zeehonds lichaam zoo
weinig met dat der andere zoogdie
ren overeenkomst, gevoelt hy zich on
der zijne „klas"genooten volstrekt
niet op zijn gemak, vlucht hun ge
zelschap en brengt het grootste ge
deelte van zijn leven door met het
bekampen der woeste baren. Hij is
dus, zooals men dat in zeemansterm
uitdrukt, een echte „waterrat".
Als vader Adam hem den naam
van zeehond gegeven heeft, dan moet
onze geachte aartsvaderons niet kwa
lijk nemen, dat wy vermoeden, (lat
by by dat namen geven niet al te
best uit zijne aartsvaderlijke oogen
heeft gekekenwant de zeehond
lijkt al net zooveel op onze viervoe-
tigen huisvriend als het nijlpaard uit
Afrika op den schimmel, die Napo
leon ter overwinning voerde of op
die, waarop >St. Nicolaas binnenkort
weer door onze steden en dorpen
zal ryden om allen „braven" kinderen
een leest to bereiden.
Dan vind ik het beter hem rob te
noomen, ofschoon men dan weer ge
vaar loopt hem met een zeerob te
verwarren, die ook voor „zyn nat
en droog" is, maar nog liet meest voor
„het nat", evenals de zeehond.
De rob dan bezit een eivormigen
kop en heeft, evenals de menschen,
die het heerlijke voorrecht bezitten
voorbeschikt te zijn aan een beroerte
te sterven, een korten hals. Achter
dien hals, die zoo kort is, dat men
hem byua niet opmerkt, heeft de romp
eene eerbiedwaardige dikte. Meer
naar achter-en neemt de omvang lang-
zaarn af, om -eindelyk in nul te ein
digen. Zijne korte ledematen lijkeu
meer op vinnen dan op pooten, waar
om hij van de geleerden den schoonen
naam van vin poot ig zoogdier heeft
verkregen.
's Zomers en 's winters draagt hij
een dikken pels, wel niet zoo mooi
als de dametjes tegenwoordig dragen,
doch wel zoo warm, daar hy zeer
nauw om 't lichaam sluit iets, wat
zeer chique staat en nooit uiige-
trokkeu wordt, tenzij dil met geweld
door den mensch geschiedt, maar dan
is liet van de zijde van den zeehond
contre coeur en heeft onder alle tee-
1 kenen van geweld plaats.
Doordat hy het grootste gedeelte
van ziju leven iu het water moet door
brengen, krijgt hy nog in piille jeugd
reeds gratis les iu liet zwemmen en'
spoedig heeft de zeehond het in die
kunst- zoo ver gebracht, dat hij in
enkele minuten over het Kanaal kan
zwemmen, iets, wat door ons, men
schen, als een waar kunststuk be
schouwd wordt.
En in duiken vindt hij zijns gelijke
niet. Als een tweede Eochus Meeu- j
wiszoon duikt hij hier onder en komt
op een heelen afstand weer voor den
dag, maar hy heeft dan als onze
Brielenaar geen byl tusschen de tan
den.
Hij dit duiken gaat hij zeer voor
zichtig te werkdaar hij weet, dat
eene groote hoeveelheid zeewater in
zijne longen niet welkom zou zyn,
sluit hy zorgvuldig neus, mond en
oogen en komt zoo nu en dan boven
om een goede dosis levenslucht in te
ademen, on dan weer als een andere
Nemo zijn tocht onder water voort
te zetten.
In het water is hy dan ook geheel
thuis, 't is als het ware zijn tweede
element. Met hot grootste gemak be
weegt hy zich daarin en om alle
spieren van zyn lichaam op zijn tijd
te oefenen, zwemt hy nu eens op den
buik, dan weer op den rug, straks op
eene zijde en bewijst daardoor dat ook
de zeehonden overtuigd zyn van het
groote nut der oefeningen, die ons
zekere ypiess uit Runsdorf voor eenige
jaren geleerd heeft en die thans in de
meeste scholeu in toepassing worden
gebracht tot groote vreugde der leer
lingen en niet leerlingen en niet het
minst van de „gelukkige" bezitters
der akte vrije- en orde-oefeningen.
Ook houden de zeehonden gymnas
tische spelenzy beschrijven dan
groote kringen in het water, verheffen
zich nu en dan in de lucht, als een
kikvorsch, die vliegen leert en sprin
gen dan weer pardoes in het water.
Dat noemen ze „springen van de
plaats" eene orde-oefening, waarvan
zy de uitvinders zijn.
- Daarenboven is de rob een voor
treffelijk visscher. In één dag vangt
hij meer dan een hengelaar op een ge
heel jaar en zou op ieder vischcon-
cours vast met den eersten prijs gaan
schuiven.
Omdat bij zoo'n onverzadelyke veel
vraat is, houdt men er niet van hem,genot kost menig diertje den dood.
te temmen, iets waartoe hy anders- De mensch, die" er steeds op uit is,
uitmuntend geschikt is hy is zacht-J die dieren te (looden, welke hem voor-
moedig en leerzaam doen bet is deel aanbrengen, heeft reeds voor lange
zoo'n dure kostganger, dat zelfs Car-1 jaren bemerkt,'dat- de rob dik en vet
ré, die anders op geen kleine uitgave! is en dat dik en vet ziju kost den rob
zag, hein niet heeft durven „enga-ihet leven, evenals bij ons het varken
geeren". I daarom ter dood veroordeeld wordt.
Yoor den rob is het van den lenjTerwyl de argelooze schepsels rustig
Jauuari tot den 31en December vas-jin de armen van Morpheus liggen te
tendag, want nooit krygt hij een enkel jdroomen van een schaar lekkere vis-
stukje vleesch over de lippen. Zynsclien, komen de moordenaars met
ontbijt, zijn middagmaal en zyn souper {groote knuppels opdagen,
bestaat uit visch en nog eens visc.li.De arme diereu ontvangen een lik-
Zelfs op Zon-en kermisdagen, waaropsche tik op den neus en blijven voor
bij ons zelfs de armste ïuidjes zich dood liggen. Zij, die zoo gelukkig zijn
te goed doen aan een stukje rand-!dien knoetslag te ontkomen, worden
of varkensvleesch, komt er by den1 heel beleefdelijk in netten opgewacht
zeehond uiots dan visch op tafel. Daten hoé de zeehond zich ook verdedigt,
moet wel vervelend voor hem zijn, hoe by ook protesteert legen de onge-
zult gjj zeggen, verandering van spijs motiveerde en wederrechtelijke vrij-
doet immers eten docli daar kan onzeheidsberooving, hoe hy jammerlijk
zeerob zich anders best in schikken, j blaft als een arme trekhond, die van
zijn eetlust is altijd even groot, be- j zijn goedbartigen meester een „op-
halve natuurlijk als hy pas zyn buikjeknappertje" ontvangt, niets mag baten,
rond gegeten heeft. Als hij honger; Een tragisch lot wacht hem. De
heeft "kan iiy best een halve visch- half doode dieren worden in de booten
markt verslinden, dat wil zeggen de gesleept en naar een groot schip ge-
helft van de visch die ter markt bracht, waar zij, die gewoon waren
komt, want voor onze vischvrouwtjes inden wijden Oceaan rond te zwemmen
zou hij ook wel respect hebben, die zoo vry als een vogel in de lucht,
blijft men gewoonlijk van 't lijf. in een vuil, vunzig hok geworpen
De zeehond houdt niet van veel worden, waar zij kunnen nadenken
kinderen over den vloer. Dat is hem over al het vergankelijke hier op de
te lastig. Met ieder jaar een heeft aarde. Maar dit is nog maar een
mama de handjes genoeg vol. Maar begin van bitter JijdenStraks aan
tot haar eer moet gezegd worden, dat wal gekomen, wachten honderden hem
zij haar eenige met veel liefde ver- op en nu vangt het lieve leventje aan.
zorgt en hem alles leert, wat een Onmeedoogend wordt de huid van het
welopgevoede rob moet kennen om lichaam geruki en daarna, o gruwel,
fatsoenlijk door de wereld te komen, wordt dat naakte, reine vleesch ui
Zyne wieg staat in geen paleis of ontelbare stukken gesneden, gehakt en
kasteel, maar op een eenvoudige zand- gezaagd en boven een vuur gesmolten,
hank of plaat, soms zelfs op eene ijs- Uit, alle deeleu des lieliaams weet
schots, ball, men zou er van bevne- de snuggere mensch nut te trekken,
zen, als inen er aan denkt —endaar Van de waterdichte huiden maakt hij
midden in de Noordelijke IJszee of tasschen, labakzakken en laarzen,
in de nabijheid van IJslaud of Spits- van het spek stookt hy traan, uit de
bergen, wordt de telg opgevoed en pezen vervaardigt hy garen en touw.
smaakt hij de genoegens der kinder- van de ribben pijlpunten en pennen,
jaren. Als hij grooter is en al goed Men verhaalt van den Eskimo, dat
kan zwemmen, raag hij wel eens een hy zonder zeehond niet kau leven,
reisje naar Kamschatka of de Hal- maar omgekeerd kan de zeehond het
tische Zee meemaken. Sommigen be- best zonder Eskimo stellen,
zoeken bij wyze van „snoepreisje" Integendeel hij oeschouwt deze. als-
de kusten van Noorwegen, Holland mede den Groenlandei en den Ameri-
en Frankrijk. Enkele waaghalzen kaan als zijne grootste vijauden. Deze
zwemmen wel eens de rivieren op om luidjes zullen maken, Jat zy spoedig
eens wat meer van de wereld te zien. de voor hen zoo nuttige zeehonden
Een pas gehuwd paar kwam laatst zullen moeten missenwant zy bou
de stad Nijmegen eeiis bezichtigen, den ieder jaar zulk een slachting
Doch van deze uitstapjes en snoep- onder deze dieren, dat hun aantal
reisjes keeren er zoo weinig terug om reeds aanmerkelijk begint te vermin-
hunne avonturen te verhalen, dat au- deren: zoodat op het baantje van rob
deren weinig lust gevoelen hun voor- benvanger, dat vroeger „een ryk brood"
beeld te volgen. De zeehonden leven gaf, thans geen vet meer zit. Yau-
liever gezellig bij elkander in de daar dat een robbenvauger, evena's
Noordelijke zeeën, beklimmen voor by ons de gehuwde onderwijzers, zich
hun pleizier nu en dan eens een ijs- moet vernederen om jacht te maken
berg en liggen, als het zomerzonnetje op allerlei bijbaantjes,
vroolyk schijnt op het strand te sla- De Eskimo, die niet erg vies is uil
pon. By lange ryen ziet men ze soms gevallen, gebruikt alles van den rob.
iieel ordelijk op een zandplaat naast Hy eet zijn vleesch, drinkt zijn bloed
elkander liggen om zich in de stralen (wel bekome het hem{stookt uit het
van de zon te koesteren of wat uit spek, traan, dat hy deels gebruikt
te slapen. Maar o wee, dat onschuldig om te drinken, deels om te stoken.
Van liet bloed dezer dieren kookt hy
zelfs een soep. die heel lekker moet
zijn, maar die ik nog niet op liet meun
van een table d'bóte heb zien staau.
Met die „potage groenlandais" was
misschien wel eens een proef te nemen,
maar mijne lezers moeten mij niet kwa
lijk nemen, dat ik dau niet van de
party zal zijn.
Tel.
Elk dier zijn eigen dokter.
Dieren bevrijden zich van parasie
ten door middel van stof, modder en
klei. Daarom wentelen varkens zich
iu het stof en nemen vogels een stof-
bad op den weg. Dieren, die aan
koorts lijden, houden hun dieet, zoe
ken donkere en luchtige plaatsen,
drinken water en soms dompelen zy
zie!) er in.
Als een hond zyn eet'ust iieeft ver
loren, eet hij dat soort van gras, dat
als hondsgras bekend is en als een
braak- of purgeermiddel werkt. Kat
ten eten gras, en als schapen en
koeien ziek zijn. zoeken zij zekere
kruiden uit. Dieren, die aan chro
nisch rheum.itisme lijden, blijveu zoo
veel mogelyk in de zon. Dieren, die
aan wondkoorts lyden. behandelen
zichzelveu door zicli met kond water
nat te houden. Wanneer een dier
een gewonden poot heef:, die aan
een spier of een been hangt, voltooit
het de amputatie met zyne tanden.
Dat zyn de algeraeene regels; bij
zondere gevallen zijn nog merkwaar
diger.
Men weet vau een chimpansee, die
eene wonde met bladeren en gras ver
bond. Latreilie sneed den voelhoorn
van een mier af, en dadelijk kwamen
er andere mieren en bedekten de wonde
met een doorschijnend slijmerig vocht
uit hare bekken.
Een hond, die door een adder op
den neus was gestoken, doopte ver
scheidene dagen zyn kop herhaalde
lijk in stroomend wateren hy genas.
Een terrier bezeerde zjju rechteroog.
Hij bleef onder een toonbank liggen,
vermeed licht en warmte, hoe wei hy
gewoonlijk, zooals de meeste terriers
dicht bij liet vuur lag. Hy nam een
algemeene behandeling aan rust
en onthouding van voedsel. De plaat
selijke behandeling was het bovenge
deelte van zijn poot te likken, welke
hy op het bezeerde oog hield: in zes
dagen was hij genezen.
Volgens dr. Burton WeDd zoa er
een onfeilbaar middel bestaan, om op j
het eerste gezicht te onderscheiden.!
of een persoon gezond van geestver
mogens is of niet. Het is bekend, dat 1
dit dikwijls zeer moeilijk is en dat'
vele krankzinnigen raenigmaicn ge
durende langen tyd twijfel doeu ont
staan en voortduren aangaande hun
toestand door zeer verstandig over
een aantal onderwerpen te redenee-
reu. Er is alleenlijk dit onderscheid,
dat, terwijl menschen met gezonde
geestvermogens onder het spreken
min of meer hunne duimen bewegen,
krankzinnigen daarentegen hunne
duimen werkeloos of onbewegelijk
houden Dr. Wend heeft bovendien
opgemerkt dat zenuwlijders zelden
gebruik maken van hunne duimen,
wanneer zij schrijven, teekonen en in
het algemeen bij alle bewegingen
hunner handen; her. waargenomen
onderscheidend kenmerk zou dus
slechts voortvloeien uit de machte
loosheid van een afzonderlijken spier
bundel in verband met een gebrek
kige werkzaamheid der hersenen.
Een Badeni-Witz.
Ze zijn dezer dagen talrijk. Hier
is er een van, die te Weenen opgeld
doet:
De Minister-president zat in een
stampvolle tram. wilde uitstappen,
maar zag geen kans langs de men
schen heen te dringen. Hij vroeg dus
den conducteur om ruimte te willen
maken.
„Weet gy wat', antwoordde deze,
„roep maar: ..üoch Hadeni", dan zijt
ge er liet snelste uit."
VARIA
Dat maakt een ooaaugeuamen in
druk, zei de gast, toen iemand op
zijn uieuwen hoed ging zitten.
Wy kunnen nog gerust zyn,
Peperraau, maar die na ons komen l
Wat een tyd zal dat zijn! Brrrrr!
Je mag er niet aan denken. Zoo b.v.
met de steenkolen. Weet je wel, dat
er nog maar voor tweehonderd jaar
steenkolen genoeg op de wereld zijn.
Och, dat betoekent niets ant
woordde Peperman. De moeste men
schen stoken cokes tegenwoordig.
Generaal (by de inspectie). Welk
regiment?
Milicien Leey. Zevende logiraenfc.
Generaal. Bataljon?
Milicien. Tweede bataljon.
Generaal. Je naam?
Milicien. Levy.
Generaal. En compagnie?
Milicien. Jawel, generaal.
Generaal. Compagnie?
Milicien. Om u te dienen.
Generaal. Ik vraag: compagnie?
Milicien. Ja. Levy «fc Co.
De tolbediende. Zoo, mynheer, ik
meende, dat er in uw reiskoffer niet
anders dan lijnwaad, kragen, hem
den, enz. waren?
De reiziger. Inderdaad.
De tolbediende. En wat zyn dan
die zes llesschen cognac?
De reiziger. Dat zyn slaapmutsen.