(De beer Kuyper zei later, dat de1 stappen gedaan om eene audiëntie te bedoelde straattaal het gevolg was I verkrijgen, van de omstandigheid, dat in de groote steden het bijzonder onderwijs nog! niet genoeg was doorgedrongen. Ten slotte zeide de Min. dat de soldaat in zijn vrije uren niet aan bandeD werd gelegd. Maar bladen als „De Klok" moesten, als er voor de discipline gevaarlijke dingen in stonden, uit de kazernes worden ge weerd. Zooals gezegd over 't geheel een flinke rede, die een goeden indruk maakte. G. Jr. Uit de „Staats-Courant". Kon. besluiten. Benoemd tot officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank te Tiel, mr. K. M. Schram de Jong, thans officier van justitie bjj de arron dissements-rechtbank te Zierikseetot directeur van en leeraar aan de Ryks- hoogere burgerschool te Winterswijk, O. ten Have, thans leeraar aan ge noemde school; tot magazijnbediende bij het hoofdbestuur der posterijen en telegraphie J. van der Beek, thans vaste knecht bij gemeld hoofdbestuur. Benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw de heer dr. A. Drost Dz., en tot officier in de orde van Oranje-Nassau de heer J. Craandyk, respectievelijk voorzit ter en ondervoorzitter van hethoofd- bestnur van het „Nederlandsch Zen delinggenootschap." Verheffing in den adelstand. De heer Eliza van den Brandeler te Leiden is met al zijne wettige zoo mannelijke als vrouwelijke afstam melingen in den Nederlandschen adel verheveu met de praedicaten van jonkheer en jonkvrouw. Centrale commissie v.d Statistiek. Bij koDinklyk besluit van 18 De cember 1897 no. 7 zijn, met ingang van 1 Januari 1898, benoemd: lo. tot lid en voorzitter van de Centrale Commissie voor de Statistiek mr. W. A. baron van Verschner, raad-adviseur by het departement van waterstaat, handel en nijverheid te 's Gravenhage 2o. tot onder-voorzitter mr. A. Ker- dijk, lid van de Tweede Kamer, te 's Gravenhage. 3o. tot lid mr; N. P. van den Berg, president-directeur van de Nederland- sche Bank te Amsterdam; G. M. Boissevain te Amsterdamjhr. mr. G. de Bosch Kemper, secretaris-generaal by het departement van waterstaat handel en nyverheidte 's Gravenhage A. baron van Dedem, lid van de Tweede Kamer te Dalfsen; mr. D. P. D. Fabius, hoogleeraar aan de Vrye Universiteit te Amsterdam mr. II. B. Greven, hoogleeraar aan de Ryks Universiteit te Leidenmr. J. J. I. Harte van Tecklenbnrg, lid van de Tweede Kamer te 's-Gravenhage; mr. B. H. Pekelharing, hoogleeraar aan de Polytechnische School te Delft; M. H. J.' Plantenga, kolonel, sous chef van den generalen staf te 's-Gra venhage Th. de Rot, voorzitter van de afdeeling Rotterdam van het Alge meen Nederlandsch Werkliedenver bond te Rotterdamdr. R. H. Saltet, hoogleeraar aan de Gemeentelijke Uni versiteit te Amsterdammr. J. P. Sprenger van Eyk, oud-minister van financiën, te 's-Gravenhage; mr. W. P. A. Verkerk Pistorius, minister resident, secretaris-generaal bij het departement van buitenlandsche zaken, te 's-Gravenhage: mr. N. J. E. de Voogt, hoofdcommies, chef der bure aux bevolking en burgerlijken stand, te Rotterdam R. van Zinderen Bak ker, wethouder der gemeente Opster- land, te Gorredijk. (St.-Cl.) Een adres. Het adres aan H. M. de Koningin- Regen tos betreffende de water ver ver- sching is door 6923 ingezetenen der gemeente Delft geteekend, terwijl bo vendien nog betuigingen van adhaosie ontvangen zyn uit de gemeenten Hof Stembiljetten. In de Standaard vinden we heel uitvoerig medegedeeld de inrichting van het toestel, door dr. Kuyper den minister van binnenlandsche zaken ter hand gesteld. Het bedoelt alle vlakken, streepjes, krassen, vouwen, nagelkrassen enz. te voorkomen „zonder wetswijziging." Om dit doel te bereiken, is de vraag ssteld, of de kiezer het biljet niet öp de thans voorgeschreven wyze kon invullen, zonder dat hij het biljet in zyn hand kreeg. Kon het zoo worden ingericht, dat hy wel de witte stip kon zwart ma ken, maar overigens by het biljet niet bij kon, dan ware de zaak ge vonden. Dit nu acht men gevonden te heb ben, door het eenvoudige middel, dat de voorzitter van het stembureel, zeg, tien foedralen gereed heeft liggen, en aan elk opkomend kiezer zyn stem kaart, niet bloot, maar in een foedraal gestoken, overhandigt. Het hiervoor in voorloopig model gereed gemaakte exemplaar bestaat nit een ruit, iets grooter van omvang dan de stemkaart zelf. Die ruit heeft een ondervlak en een bovenvlak, met een kleine ruimte er tusschen, en in die ruimte wordt de stemkaart ge schoven. Na is het bovenvlak van glas. De gelieele stemkaart komt dus in het gezicht. Edoch, de kiezer kan er niet aankomen. Hij kan alles zien, maar er niet aan raken. Het glas belet dit. Maar in dit glas zyn, boven de witte plekjes in de witte stemvlakken openingen aangebracht, waar het pot lood door kan. De kiezer heeft dus niets te doen dan door die opening bet witte plekje in het zwarte stemvlak, dat by den candidaat zy\er keuze staat, zwart te maken. Is dit gedaan, dan heeft hij een stuk leder, dat aan de zyde van het foedraal vastzit, over het glas te slaan, opdat niemand zien kan op wien hy gestemd heeft, en keert nu met het foedraal iu de hand naar de tafel van het bureel terug. Daar staat do stembus met een sleuf er over, waarin het foedraal precies past. De kiezer steekt het foe draal in die sleuf, trekt de pen uit, die de stemkaart .opgesloten hield, en vanzelf valt de stemkaart in do bus. Daarna overhandigt hy het leege foe draal weer aan den voorzitter. En zoo heeft hy dan gestemd, juist zooals nu gestemd wordt, maar geen oogenblik heeft hy de stemkaart in handen ge had. en kon die dus noch bevuilen noch bestrepen. Maagdelijk rein ging de kaart in het foedraal, en even maagdelijk rein daalde die uit het foe draal in de bus. In liet houten achtervlak is een evonzoo door glas gedekte opening aangebracht, die de handteekening van den Burgemeester doet uitkomen. Diefstal in een kazerne. In den nacht vóór het vertrek uit Amsterdam van liet eskadron, by de laatste garnizoensverwisseling te 's-Gravenhage gestationneerd, is in de haverkamer van de cavalerie-kazerne te Amsterdam door drie huzaren in gebroken. De sluiting van die kamer, en van verschillende kisten met boerenjon gens en jenever, is verbroken, en dc inbond geledigd gevonden. De verdachten van dien diefstal werden toch naar Den Haag overge bracht, maar zyn nu, na gehouden onderzoek door den auditeur-militair aldaar, naar zijn ambtgenoot in het militaire arrondissement Haarlem te ruggezonden en ter beschikkiag ge steld, onder de aanklacht van dief stal, door meer dan twee vereenigde personen met buiten- en bmnenbraak op een besloten erf in den voor nacht- rnst bestemden tyd. Zy zullen eerst daags alhier voor den krijgsraad te rechtstaan. K o 8 o n i n. Atjeh. Men deelt aan de J.-B. mede, dat de chef Yan den generalen staf de thans in Atjeh aanwezige troepen macht voldoende acht om de verove ring van de Pedirvallei te ondernemen, en dat de chef van het wapen der infanterie dio meening deeltde laatste zon zelfs gewenscht hebben dat die verovering reeds ter hand genomen ware, tegelijkertijd met de ontzetting van Segli. In Atjeh zelf, waar men met compagnieëu van 80 man moet uitrukken, denkt men er minder lucht hartig over. Nja Mamad Perlak, die onlangs in Edi de kampong Blang Sekodji aan viel en verbrandde, houdt zich vol gens de laatste berichten in het ge bied van Djamboe Aër op. {Deli CL) In de Deli CL van 20 Nov. leest men het volgende: In den loop der vorige maand lie pen te Medan geruchten dat Atjeh- sche benden in Boven Langkas ge vallen waren. Sterke overdrijving was ook hier weder aan het woord. Het was namelyk alleen onze be kende Karau Batak Pe Melgah die zich den steun verzekerd had van een zoogenaamde Atjehsche doch ten rechte Gajoesche bende sterk 15 man, onder zekeren Tongkoe Radja. Die bende heeft tot heden echter nog geen daden van vyandelyken aard verricht. Natuurlyk werd van de zyde van het bestuur genoegzaam acht geslagen op de bewegingen van Pa Melgah c. s., doch het blijkt dat de party der ons goedgezinde hoof den voortdurend veld wint en deze zich meer en meer by Pa Palita aan sluiten. Negen le luitenants! te Kotaradja hebben, volgens de J.-B., by den gouverneur-generaal een request in gediend om hun wegens diefstal tot angenisstraf en vervallenverkla ring van den militairen stand ver oordeelden ranggenoot H. G.T. Bosch gratie te verleenen >'au die straf. In een Atjeh-correspondentie aan het Soer. Hold, vau 15 November wordt voor dien officier ook een goed woord gedaan. en Wedstrijden* Voetbalwedstrijden. In de eerste competitie speelden Zondag tegen elkaar: Te 's Gravenhage de „Haagsche V. V." tegen de Haar). F. C. Haar lem". De "H. V. V." won met 2 tegen 0. Te Amsterdam. „R. A. P." te Am sterdam tegen „H. B. S." van 's Gra venhage. „R. A. P." won met 2 tegen 1. Cricket. Vrijdag is de eerste match tus schen Heel Engeland on Heel Austra lië te Sydney geëindigd met een schitterende overwinning voor Stod- dart's elftal. De uitslag was, dat de Engelschen. die eerst aan bat gingen, 551 maak ten (MacLaren 109, Hayward 72, Sto- rer 43, Hirst 62, Ranjitsinhji 177); daarop haalden de Australiërs 237 (Iredale 24, Hill 19, Gregory 46, Trumble 70, McLeod 50), en hadden dadelijk weer aan bat te gaanzy baalden toen 408 (Darling 101, Hill 97. Gregory 31, Lyons 25, Trott 27, Kelly 46). De Engelschen hadden dus slechts 95 noodig om te winnenzy haalden die met verlies van 1 wicket (MacLaron not out 50, Mason 3: Ranjitsinhji not out 8, extra's 6). Het patent van Harry R. Collins j van Saalte Bethlehem geeft een wiel, dat- op alle wegen bruikbaar blijft en den reizigers eene tamelijke zekerheid geeft steeds hun weg te kunnen ver volgen. Het groote onderscheid met hetal- gemeene wiel is het weglaten der pneumatische wielbanden, die op vele wegen een bron van moeite veroor zaken, en het gebruik van een gewo nen Cushion band. Om echter het zachte rijden in stand te houden heeft men de naven voorzien van pneuma tische buizen. Rondom de as wordt, nd door stalen duimen, eene holle buis gelegd, die ovenzoo met lucht wordt gevuld als vroeger de wiel- Rondom die buis is een nikkel-stalen plaat waarin de spaken zjjn bevestigd. Het geheele samenstel vau het rijwiel hangt das op de met lucht gevulde naaf, en maakt dat de ryder even ge makkelijk op zijn wiel zit als op een schommel. Er is weinig of geen trilling. Ontmoet het wiel een hinderpaal, het springt er gemakkelijk over, en het wiel heeft daarbij weinig te lijden. De velg van het wiel is vervaardigd uit 3 houtsoorten, zoo dicht op elkaar bevestigd, dat men den overgang niet kan zien; zjj zyn zoo sterk, dat zon der de ijzeren band er om, het ge wicht van 2 personen geen invloed heeft op de vormverandering en de spaken zijn van een materiaal, dat ge bogen en gevlochten kan worden zon der te breken. De band wordt aan den binnenkant van het wiel bevestigd niet met eenigcr- lei stof er aan gelijmd, maar vastgezet in eene sponning. Eerst na 2 jaren voortdurend gebruik moeten deze ban den vernieuwd worden, en eerst na 3 jaren wordt de pneumatische naaf band onbruikbaar, zooals het geval is bij alle rubberwaren. De vernieuwing is echter gemakkelijk en weinig kost baar. By eene voorstelling gaf de uitvinder eerst een uitleg van de samenstelling, en reed daarna over greppels, stukken hout en gebroken glas zonder eenige schade te ondervinden. De greppel was 52 cM. breed, en een stuk hout van een middellijn van 45 cM. werd 3 malen met snelheid overreden, niette genstaande de man 180 pd. wegende, kalm bleef zitten en bedaard in den zadel steigerde. Men heeft groote ver wachtingen van dit wiel, voornamelijk als praktisch wiel voor reisdoeleinden door niet geheel bekende wegen. Trouwens voor gewoon gebruik be veelt het zich vanzelf aan. De bekende Engelsche trainer Choppy Warburton, bekend vooral door zyn opleiding van de wielrenners Michael, Linton, Shorland en Cham pion, is Vrijdag 17 Dec. 11. te Londen overleden. l eger en ^3oot G. H. van Steijn. ff Te 's-Gravenhage is plotseling over leden de heer G. H. van Steijn, ge- pensionneerd kapiteiu ter zee, die een eervolle loopbaan by de marine achter zich heeft. De heer G. H. van Steijn was ge boren te Baarn 18 Nov. 1844, werd in 1859 benoemd tot adelborst 3e kl. by het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord en in 1866 tot luite nant ter zee 2e kl.; in 1876 tot luit, ter zee le kl.; in 1887 tot kapitein- luitenant ter zee en met 16 Februari 1893 tot kapitein ter zee. dadigers werden in een hotel aan de Gelderschekade te Amsterdam gear resteerd zy waren nog in het bezit van tafelzilverhet meeste was even wel al verkocht en beleend. Voor de rechtbank heette het, dat het gestolene gekocht was door ze keren Peter Klein, die natuurlijk bij geen mogelijkheid meer op te sporen was. Het rijwiel met pneuma tische naven. Ofschoon deze soort van velo's reeds In October overleed te Nijmegen Jacobus Roest, die wegens betoonden van Delft, "Vrijenban^ Ryswyk en moed en zelfopoffering de eere-medaille Voorburg van 338 personen. Het adreshad verworven, daar hy met levens- eenige bekendheid ook hier te lande zal door eene commissie, bestaande1 gevaar 15 drenkelingen redde. Zijne'heeft gekregen, seliynt men de su- uit de voorzitters der verschillendeweduwe heeft thans van Hare Ma-perioriteit, vooral als het er op aau- corporatiën, die aan de adresbeweging ijesteit de Koningin-Regentes een ge-1 komt een gegeven weg hoe ongemak hun steun verleend hebben, aan H.M. schenk vau f 40 ontvangen. kelijk ook af te leggen, nog niet al- worden aangeboden. Er zyn bereids gemeen in te zien. RECHTSZAKEN. Inbrekers. Door het O. M. by de Amsterdam- sche rechtbank is Zaterdag 7 jaar 'gevangenisstraf geëischt tegen G. j Weerling en tegen diens vriend i Schnitzler, beiden Duitschers, die te (Keulen reeds langdurige gevangenis straffen ondergingen, en te Ainster- I dam en te Hilversum en Baarn goud en zilver stalen uit bewoonde villa's. (Het scheelde op een der bewuste nachten maar weinig of Schnitzler was toen reeds gesnapt door een der bestolenen, die onraad in zyn huis bemerkte, hem te pakken kreeg en zelfs het wapen uit een degenstok op hem richtte. Het wapen geraakte echter defect en de dief ontkwam toen nog met zyn vriend. Ds beide mis GEMEMGD NIEUWS. Uit de engelsche arbeiders wereld. De geruchten over den vermoedely- ken uitslag van de conferentie der werk tuigmakers zyn slechts gedeeltelijk be vestigd. De patroonsbond blijkt ge weigerd te hebben te spreken over bet vraagstuk van de werkuren. Dien tengevolge zullen de vakverenigin gen weer opgeroepen worden, om an dermaal te stemmen over de overige punten van het plan van de confe rentie waaromtrent de vertegenwoor digers van de twee partyen het eens zyn geworden. De uitslag van de stemming zal op den eersten Dinsdag iu Januari aan de conferentie, die tot dien dag verdaagd is, worden voorge legd. Do bovenbedoelde beslechte punten van het conferentieplau wijken slechts in de redactie af van de voor stellen van den patroonsbond, die de vakverenigingen reeds heeten ver worpen te hebben. De Times maant in een hoofdarti kel de vakverenigingen krachtig aan om de thans beklonken voorloopige overeenkomst te bekrachtigen; anders moet, beweert zy, de kans van de werktuigmakers hopeloos worden. Daarentegen schynt de Daily Chro nicle te verdachten, dat de overeen komst verworpen zal worden, daar de tegemoetkomingen van de patroons niet voldoende zijn. De Chronicle er kent echter thans voor 't eerst dat de groote Engelsche fabrieken voldoende bestellingen hebben voor het eerst volgend jaar, en dat de groote scheeps bouwers drie jaar werk voor den boeg hebben. Een groot sloopevswerk. Een reusachtig slooperswerk heeft te Parys een aanvang genomende opruiming van den „Cour des Corap- les," waar tot 1871 de Rekenkamer haar bureelen had, die tijdens de Commune door brand ten deele wer den vernield. De puinhoopen waren sedert dien tijd, dus byna 27 jaren, onaangeroerd gebleven en door een schutting afgesloten van den open baren weg midden in de stad (Rue de Bellechasse, aan den linkeroever van de Seine, niet ver van het Palais Bourbon, waar de Kamer vergadert.) Zij moeten vooral door den wilden plantengroei, die zich er heeft ont wikkeld, een zeer schilderachtig aan zien hebben verkregen. Nu zal op die plek het nieuwe station verrijzen van den Orleansspoorweg (thans by den Jardin des Plantes) Er zyn 25,000 kub. meter steen op te ruimeu en de aaunemcr heeft daarvoor 7 maanden bedongen. Het werk moet ten deele met veel omzichtigheid gebeuren, om dat men trachten zal van de kunst werken die het onde gebouw bevatte, o.a. ijzeren trapleuningen, kronen, en vooral fresco's van groote waarde, zooveel mogelijk ongeschonden er uit te halen. De aannemer blijft daarvan eigenaar en heeft dus groot belang by een voorzichtige afbraak. Een aantal vogels, die zich op dc puin hoopen genesteld hadden, worden nu verjaard en ook een oude juffrouw die er sedert 1873 als huisbewaarster gewoond heeft. Panama. Het derde Panama-proces is Zater dag voor liet Hof van Justitie te Pa rijs begonuen. Er was zeer weinig publiek. De beklaagden worden beschuldigd de volgende sommen te hebben ont vangen voor hun dienstende afge vaardigden Autide Boyer 10,000 frs. en Henry Maret 90,000 fr., de oud- afgevaardigden Rigaut 12,000 frs., Laisant 30,000 frs., Planteau 30,000 frs., Saint-Martin 50,000 frs. en sena tor Naquet 100,000 frs. Deze is de eenige aangeklaagde die niet op de bank der beschuldigden zat, doordat hy zich bijtijds uit de voeten heeft gemaakt. Hem wordt inliet bijzander ten laste gelegd dat hij met Arton do parlementaire propaganda voorde emissiewet heeft georganiseerd. Er zijn vyftig getuigen a charge en tien a décharge gedagvaard. Fernand deRodays. hoofdredacteur van do „Figaro" legt, naar aanleiding van de Dreyfus zaak, tijdelijk de hoofdredactie van de „Figaro" neer. Hij schrijft daaromtrent u. a. het volgende „Thans zyn veel sluiers verscheurd die een maand geleden nog ondoor zichtig waren, en ik buig my zonder aarzelen voor de „raison d'Etat", welke zy die ons regeeren eigenlijk dadelijk voorop hadden moeten stel len, door een besliste verklaring, die de groote meerderheid der bladen, ook wy, onophoudelijk verlangd hebben, dan zou de toestand veel minder inge wikkeld geweest zyn, dan had Scheu- rer-Kestner de pers niet tot vertrouwe linge gemaakt van zijn overtuiging" (wat vroeger zegt Rodays, van Schea- rer-Kestner verkregen te hebben „d'entr'ouvrir" zyn dossier): „ik zou hem niet op loyale wyze gevolgd zjjn, zooals nu; de eer van een Fransch officier ware niet besproken, en de Figaro zon niet, uit zelfverdediging, brieven o.-enbaar gemaakt hebben waartegen die officier protesteert en die ikzelf in de eerste plaats zoo gaarne als valsch gebrandmerkt zou zien. „Maar daar men nu niet meer denkt zooals ik. moet ik een zaak verlaten waarin ik gevaar zou loopen om, voor een oogenblik, de achting te verliezen van vrienden die mij dertig jaar goed en eerlyk journalisme geschonken hebben Mist te Parijs, Parys heeft Zaterdag van den mist geuoten. Gedurende den ganscben dag was de helft der stad in duisternis gedompeld, terwijl de andere helft van geen mist wist. Zoodra men langs den bou'evard des Capueines ging en de „Placo de l'Opéra" bereikte was de lucht zoo helder als op den schoonsten winterdag. Op enkele plaatsen daarentegen, vooral aan de Seine, was de mist zoo dik. dat de politie op de drukste plaatsen met brandende toortsen was voorzien. Speculatie op de ij delheid. Een vermakelijk tafereel van men- schelyke ydelheid is Donderdag voor den strafrechter te Parys vertoond. Een jongman stond terecht, voorma lig ambtenaar by het ministerie van onderwijs, die aan een groot getal personen het diploma van „officier d'acadéraie" had uitgereikt tegen betaling natuurlijk. Hij had daarvoor oningevulde akten gebruikt die, naar 't schijnt, voor het grypen lagen, en een aardig getal meegenomen, toen hij wegens vorraoedens van misbraik, werd ontslagen. Een groot aantal per sonen van allerlei stand werden als getuigen gehoord, wien hy voor be dragen, uiteenloopende van 450 tot 4000 francs, toi. „officiers d'acadéraie" had bevorderd en die het voor goede munt hadden opgenomen. O.a. een koffi.huishouder die er 2500 francs voor betaald had, echter niet eerder dan nadat een „chef de bureau" aan dat ministerie hem had verzekerd dat de zaak in orde was. Voor dien chef de bureau liad echter een medeplich tige vau den bedrieger gespeeld, dis dc stoutheid beging, even aan hen departemont de plaats in te nemen van zjjn zwager, den echten referent daris, tijdens diens afwezigheid! Eindeljjk kreeg een der aangezocht ten achterdocht en informeerde aan het departement. Zoo kwam het bet drog uit en de bedrieger voor den strafrechter. Invoerrechten. In het vorige jaar raakte een Duitsche stoomboot voor Koningsbergen aan! den grond en kon eerst vlot worden I nadat een groot deel der lading, diej j uit Russisch graan bestond en voon Engeland besterad was over boor dj was geworpen. Eenige maanden) daarna kreeg de reedery van) den fiscus de aanmaning 12,000 1 mark invoerrecht te betalen. Immer^ de visschers uit den omtrek hadden! het over boord geworpen koren op^ gehaald en er hun varkens meê ge-j vooderd. Er was dus feitelijk graan) ingevoerd en daarvoor moest betaalrq worden. De reedery betaalde onderj wij de uiterste voorzichtigheid in acht nemen, maar we hebben nog een beele week om er over te denken. La ten wij nu de zaak laten rusten en gaan soupeeren." Den volgenden Zondag begaf ik my naar Woking, want het wachten werd my ondragelijk en ik hoopte misschien dienzelfden dag het besluit van Judith reeds te vernemen. Het was niet waarschijnlijk, dat zy Ka- vanagh in het bosch zou ontmoeten om hem haar ant woord mee te deelen, en het geluk zou mij ook niet twee maal begunstigen. Het was zooals ik gedacht had. Den geheelennamiddag viel er een fijne motregen en ofschoon ik het geheele bosch doorkruiste, keerde ik terug zonder iemand te hebben ontmoet. Ik logeerde dien nacht in de herberg „De Koren schoof." Ik stond vroeg op en bleef tot negen uur voor het raam zitten ky'ken om na te gaan of er ook iemand voorbij zou komen. Een rijtuig, waarin Kavanagb en kolonel Bell zaten, reed snel voorbij. De eerste zat met een sigaar in den mond een tijdschrift te lezen, cu nam volstrekt geen notitie van zyn buurman, die. met de handen op zyn wandelstok geleund, bezorgd voor zich uitkeek. x-, Dadelyk begaf ik my nu naar de „Hofstede". Eerst ging ik naar de plaats waar de rustieke bank stond, en van daar zag ik Judith en Taras in den tuin wan delen, maar toen ik my dichterbij begaf, zag ik de eerste met de handen op den rug en nedergeslagen oogen de laan op en neder loopen. Ik had mijn plan gemaakt voor het geval ik haar alleen mocht aantreffen. Ik schoof daarom myn voile omhoog, zette myn pruik af en duwde het hek open. Toen zy voetstappen hoorde, hief zy het hoofd op maar zette haar wandeling voort. Zij had mij slechts éeumaal ontmeet en dan nog in een geheel audere klee ding; op 'teerste gozicht herkende zy my niet. Maar toen ik haar genaderd was, bleef zy plotseling staan, wierp haar hoofd trots achterover en nam my zóo min achtend en met zooveel afschuw op. als ik mij niet herinner ooit door iemand te zyn aangezieu. Ik stond ook stil, diep medelijden gevoelend met het jonge meisje, dat zooveel vernederingen en verdriet had moeten verduren. Toen liep ik haastig verder om my te verzekeren, dat wij ons alleen bevonden. Zy trok haar japon naar zich toe, alsof zy vreesde door myn aanra king besmet te worden, terwyl haar oogen met een uit drukking van haat mij volgden. Ik liep de laan ten einde, maar niemand ziende keerde ik naar Judith terug, die als eoa steenen beeld op de zelfde plaats was blyven staan. „Ik moet u noodzakelijk sprekeD," zeide ik op ge- dempten toon. „Waar zyn de anderen „In buis," antwoordde zy met schorre stem. „Ik wil niet hooren, wat gij my te zeggen hebt. Al zyt gy on gelukkig, ik help u toch niet, zelfs al waart ij ster vende, dan zou ik nog geen poging doeu u tot het le ven terug te brengen. Gy hebt elk gevoel van mee- doogendbeid en menschenliefde in mij gedood; gij hebt van my gemaakt wat ik nu ben." De wanhoop, die uit deze laatste woorden sprak, lo genstrafte de ongevoeligheid, waarvan zij zich beschul digde. „Goddankgij zyt nog dezelfde gebleven. De liefde is veel sterker dan de haat, dat weet ik, want ook ik heb geleden." „Ik wil niet langer naar u luisteren," zeide Judith woedend, terwyl zij zich trachtte te verwijderen. „Wacht even!" Ik versperde haar den weg, maar ziende dat zy met alle geweld raar huis wilde gaan, voegde ik er bij „Gy moet mij aanhoorenik heb u een boodschap van George Gordon over te brengen." Zy aarzelde een oogenbiik, maar hernam toen met een verachtend gebaar Hy bestaat niet meer voor my. Gij beleedigt mij, door tegen my over hem te spreken. Laat mn door." „Hy is alles voor u, evenals gy voor hem. Zie hier," zeide ik, baar een pakje overreikend, dat de arme George mij den dag voor myn vertrek had gegeven. „Hy zendt het u uit Siberië." Zjj weigerde het aan te nemenmaar haar blik scheen tot in het diepst van myn ziel te willen doordringen en zy herhaalde ongeloovig „Uit Siberië?" Ik scheurde het papier los en reikte haar den zegel ring van George over. Hy had hem aan een blauw lint gebonden, dat van een japon vau Judith afkomstig en waaraan ongetwijfeld de een of andere geschiedenis verbonden was. „Uit Siberië!" herhaalde zy nog eens ontsteld en naar het my voorkwam eenigszins zachter gestemd; by het zien van deze bekende voorwerpen steeg haar een blos naar de wangen. „Daar komt het rijtuig aan," zeide ik, toen ik de wie len op het kiezelzand hoorde knarsen." Men mag mijl niet zien. Laten wy naar een plaats gaan, waar ik u| ongestoord alles kan vertellen en door niemand gezien! wordeu." „Waartoe dient deze geheimzinnigheid, als uw bedoe lingen toch eerlijk zijn?" „Ik ben genoodzaakt een valsche rol te spelen. Watj hebt ge van mij te vreezen Denkt gy, dat ik hier ben gekomen ora u te belecdigen? Volg mij." Het rytuig naderde en ik snelde een zijlaan in. Judith aarzelde nog my te volgen. „En als ik weiger" zeide zy zacht, alsof zij zichzelf deze vraag stelde. „Dan moge dc hemel u vergeven, want het leven van een man, die u zeer dierbaar is, zal voor altyd ver woest worden en dat zou uw werk zyn Zy volgde my in de laaD, juist op het oogenblik dati het rijtuig het hek binnenreed. Eenige stappen verder bevonden wy ons bij een pricël. dat geheel verscholen lag achter boornen. Ik nam plaats on een der banken, terwy'l Judith achter de tafel bleet staau. Toen de stilte weder iuge-; tredeo was, legde ik den ring op tafel zeggende „Laat hy daar blijven liggen, totdat uw hart u zeglj dat gij hem kunt aannemen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2