(De beer Kuyper zei later, dat de1 stappen gedaan om eene audiëntie te
bedoelde straattaal het gevolg was I verkrijgen,
van de omstandigheid, dat in de groote
steden het bijzonder onderwijs nog!
niet genoeg was doorgedrongen.
Ten slotte zeide de Min. dat de
soldaat in zijn vrije uren niet aan
bandeD werd gelegd. Maar bladen
als „De Klok" moesten, als er voor
de discipline gevaarlijke dingen in
stonden, uit de kazernes worden ge
weerd.
Zooals gezegd over 't geheel een
flinke rede, die een goeden indruk
maakte.
G. Jr.
Uit de „Staats-Courant".
Kon. besluiten.
Benoemd tot officier van justitie
bij de arrondissements-rechtbank te
Tiel, mr. K. M. Schram de Jong,
thans officier van justitie bjj de arron
dissements-rechtbank te Zierikseetot
directeur van en leeraar aan de Ryks-
hoogere burgerschool te Winterswijk,
O. ten Have, thans leeraar aan ge
noemde school; tot magazijnbediende
bij het hoofdbestuur der posterijen
en telegraphie J. van der Beek, thans
vaste knecht bij gemeld hoofdbestuur.
Benoemd tot ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw de heer
dr. A. Drost Dz., en tot officier in
de orde van Oranje-Nassau de heer
J. Craandyk, respectievelijk voorzit
ter en ondervoorzitter van hethoofd-
bestnur van het „Nederlandsch Zen
delinggenootschap."
Verheffing in den adelstand.
De heer Eliza van den Brandeler
te Leiden is met al zijne wettige zoo
mannelijke als vrouwelijke afstam
melingen in den Nederlandschen adel
verheveu met de praedicaten van
jonkheer en jonkvrouw.
Centrale commissie v.d
Statistiek.
Bij koDinklyk besluit van 18 De
cember 1897 no. 7 zijn, met ingang
van 1 Januari 1898, benoemd:
lo. tot lid en voorzitter van de
Centrale Commissie voor de Statistiek
mr. W. A. baron van Verschner,
raad-adviseur by het departement van
waterstaat, handel en nijverheid te
's Gravenhage
2o. tot onder-voorzitter mr. A. Ker-
dijk, lid van de Tweede Kamer, te
's Gravenhage.
3o. tot lid mr; N. P. van den Berg,
president-directeur van de Nederland-
sche Bank te Amsterdam; G. M.
Boissevain te Amsterdamjhr. mr. G.
de Bosch Kemper, secretaris-generaal
by het departement van waterstaat
handel en nyverheidte 's Gravenhage
A. baron van Dedem, lid van de
Tweede Kamer te Dalfsen; mr. D.
P. D. Fabius, hoogleeraar aan de
Vrye Universiteit te Amsterdam mr.
II. B. Greven, hoogleeraar aan de
Ryks Universiteit te Leidenmr. J.
J. I. Harte van Tecklenbnrg, lid van
de Tweede Kamer te 's-Gravenhage;
mr. B. H. Pekelharing, hoogleeraar
aan de Polytechnische School te Delft;
M. H. J.' Plantenga, kolonel, sous
chef van den generalen staf te 's-Gra
venhage Th. de Rot, voorzitter van
de afdeeling Rotterdam van het Alge
meen Nederlandsch Werkliedenver
bond te Rotterdamdr. R. H. Saltet,
hoogleeraar aan de Gemeentelijke Uni
versiteit te Amsterdammr. J. P.
Sprenger van Eyk, oud-minister van
financiën, te 's-Gravenhage; mr. W.
P. A. Verkerk Pistorius, minister
resident, secretaris-generaal bij het
departement van buitenlandsche zaken,
te 's-Gravenhage: mr. N. J. E. de
Voogt, hoofdcommies, chef der bure
aux bevolking en burgerlijken stand,
te Rotterdam R. van Zinderen Bak
ker, wethouder der gemeente Opster-
land, te Gorredijk.
(St.-Cl.)
Een adres.
Het adres aan H. M. de Koningin-
Regen tos betreffende de water ver ver-
sching is door 6923 ingezetenen der
gemeente Delft geteekend, terwijl bo
vendien nog betuigingen van adhaosie
ontvangen zyn uit de gemeenten Hof
Stembiljetten.
In de Standaard vinden we heel
uitvoerig medegedeeld de inrichting
van het toestel, door dr. Kuyper den
minister van binnenlandsche zaken ter
hand gesteld.
Het bedoelt alle vlakken, streepjes,
krassen, vouwen, nagelkrassen enz. te
voorkomen „zonder wetswijziging."
Om dit doel te bereiken, is de vraag
ssteld, of de kiezer het biljet niet
öp de thans voorgeschreven wyze kon
invullen, zonder dat hij het biljet in
zyn hand kreeg.
Kon het zoo worden ingericht, dat
hy wel de witte stip kon zwart ma
ken, maar overigens by het biljet
niet bij kon, dan ware de zaak ge
vonden.
Dit nu acht men gevonden te heb
ben, door het eenvoudige middel, dat
de voorzitter van het stembureel, zeg,
tien foedralen gereed heeft liggen, en
aan elk opkomend kiezer zyn stem
kaart, niet bloot, maar in een foedraal
gestoken, overhandigt.
Het hiervoor in voorloopig model
gereed gemaakte exemplaar bestaat
nit een ruit, iets grooter van omvang
dan de stemkaart zelf. Die ruit heeft
een ondervlak en een bovenvlak, met
een kleine ruimte er tusschen, en in
die ruimte wordt de stemkaart ge
schoven.
Na is het bovenvlak van glas. De
gelieele stemkaart komt dus in het
gezicht. Edoch, de kiezer kan er niet
aankomen. Hij kan alles zien, maar
er niet aan raken. Het glas belet
dit.
Maar in dit glas zyn, boven de
witte plekjes in de witte stemvlakken
openingen aangebracht, waar het pot
lood door kan.
De kiezer heeft dus niets te doen
dan door die opening bet witte plekje
in het zwarte stemvlak, dat by den
candidaat zy\er keuze staat, zwart
te maken.
Is dit gedaan, dan heeft hij een
stuk leder, dat aan de zyde van het
foedraal vastzit, over het glas te slaan,
opdat niemand zien kan op wien hy
gestemd heeft, en keert nu met het
foedraal iu de hand naar de tafel van
het bureel terug.
Daar staat do stembus met een
sleuf er over, waarin het foedraal
precies past. De kiezer steekt het foe
draal in die sleuf, trekt de pen uit,
die de stemkaart .opgesloten hield, en
vanzelf valt de stemkaart in do bus.
Daarna overhandigt hy het leege foe
draal weer aan den voorzitter. En zoo
heeft hy dan gestemd, juist zooals nu
gestemd wordt, maar geen oogenblik
heeft hy de stemkaart in handen ge
had. en kon die dus noch bevuilen
noch bestrepen. Maagdelijk rein ging
de kaart in het foedraal, en even
maagdelijk rein daalde die uit het foe
draal in de bus.
In liet houten achtervlak is een
evonzoo door glas gedekte opening
aangebracht, die de handteekening van
den Burgemeester doet uitkomen.
Diefstal in een kazerne.
In den nacht vóór het vertrek uit
Amsterdam van liet eskadron, by de
laatste garnizoensverwisseling te
's-Gravenhage gestationneerd, is in de
haverkamer van de cavalerie-kazerne
te Amsterdam door drie huzaren in
gebroken.
De sluiting van die kamer, en van
verschillende kisten met boerenjon
gens en jenever, is verbroken, en dc
inbond geledigd gevonden.
De verdachten van dien diefstal
werden toch naar Den Haag overge
bracht, maar zyn nu, na gehouden
onderzoek door den auditeur-militair
aldaar, naar zijn ambtgenoot in het
militaire arrondissement Haarlem te
ruggezonden en ter beschikkiag ge
steld, onder de aanklacht van dief
stal, door meer dan twee vereenigde
personen met buiten- en bmnenbraak
op een besloten erf in den voor nacht-
rnst bestemden tyd. Zy zullen eerst
daags alhier voor den krijgsraad te
rechtstaan.
K o 8 o n i n.
Atjeh.
Men deelt aan de J.-B. mede, dat
de chef Yan den generalen staf de
thans in Atjeh aanwezige troepen
macht voldoende acht om de verove
ring van de Pedirvallei te ondernemen,
en dat de chef van het wapen der
infanterie dio meening deeltde laatste
zon zelfs gewenscht hebben dat die
verovering reeds ter hand genomen
ware, tegelijkertijd met de ontzetting
van Segli. In Atjeh zelf, waar men
met compagnieëu van 80 man moet
uitrukken, denkt men er minder lucht
hartig over.
Nja Mamad Perlak, die onlangs in
Edi de kampong Blang Sekodji aan
viel en verbrandde, houdt zich vol
gens de laatste berichten in het ge
bied van Djamboe Aër op.
{Deli CL)
In de Deli CL van 20 Nov. leest
men het volgende:
In den loop der vorige maand lie
pen te Medan geruchten dat Atjeh-
sche benden in Boven Langkas ge
vallen waren. Sterke overdrijving was
ook hier weder aan het woord.
Het was namelyk alleen onze be
kende Karau Batak Pe Melgah die
zich den steun verzekerd had van
een zoogenaamde Atjehsche doch
ten rechte Gajoesche bende sterk
15 man, onder zekeren Tongkoe Radja.
Die bende heeft tot heden echter
nog geen daden van vyandelyken
aard verricht. Natuurlyk werd van
de zyde van het bestuur genoegzaam
acht geslagen op de bewegingen van
Pa Melgah c. s., doch het blijkt dat
de party der ons goedgezinde hoof
den voortdurend veld wint en deze
zich meer en meer by Pa Palita aan
sluiten.
Negen le luitenants! te Kotaradja
hebben, volgens de J.-B., by den
gouverneur-generaal een request in
gediend om hun wegens diefstal tot
angenisstraf en vervallenverkla
ring van den militairen stand ver
oordeelden ranggenoot H. G.T. Bosch
gratie te verleenen >'au die straf. In
een Atjeh-correspondentie aan het
Soer. Hold, vau 15 November wordt
voor dien officier ook een goed woord
gedaan.
en Wedstrijden*
Voetbalwedstrijden.
In de eerste competitie speelden
Zondag tegen elkaar:
Te 's Gravenhage de „Haagsche
V. V." tegen de Haar). F. C. Haar
lem". De "H. V. V." won met 2
tegen 0.
Te Amsterdam. „R. A. P." te Am
sterdam tegen „H. B. S." van 's Gra
venhage. „R. A. P." won met 2
tegen 1.
Cricket.
Vrijdag is de eerste match tus
schen Heel Engeland on Heel Austra
lië te Sydney geëindigd met een
schitterende overwinning voor Stod-
dart's elftal.
De uitslag was, dat de Engelschen.
die eerst aan bat gingen, 551 maak
ten (MacLaren 109, Hayward 72, Sto-
rer 43, Hirst 62, Ranjitsinhji 177);
daarop haalden de Australiërs 237
(Iredale 24, Hill 19, Gregory 46,
Trumble 70, McLeod 50), en hadden
dadelijk weer aan bat te gaanzy
baalden toen 408 (Darling 101, Hill
97. Gregory 31, Lyons 25, Trott 27,
Kelly 46). De Engelschen hadden dus
slechts 95 noodig om te winnenzy
haalden die met verlies van 1 wicket
(MacLaron not out 50, Mason 3:
Ranjitsinhji not out 8, extra's 6).
Het patent van Harry R. Collins j
van Saalte Bethlehem geeft een wiel,
dat- op alle wegen bruikbaar blijft en
den reizigers eene tamelijke zekerheid
geeft steeds hun weg te kunnen ver
volgen.
Het groote onderscheid met hetal-
gemeene wiel is het weglaten der
pneumatische wielbanden, die op vele
wegen een bron van moeite veroor
zaken, en het gebruik van een gewo
nen Cushion band. Om echter het
zachte rijden in stand te houden heeft
men de naven voorzien van pneuma
tische buizen. Rondom de as wordt,
nd door stalen duimen, eene
holle buis gelegd, die ovenzoo met lucht
wordt gevuld als vroeger de wiel-
Rondom die buis is een nikkel-stalen
plaat waarin de spaken zjjn bevestigd.
Het geheele samenstel vau het rijwiel
hangt das op de met lucht gevulde
naaf, en maakt dat de ryder even ge
makkelijk op zijn wiel zit als op een
schommel. Er is weinig of geen trilling.
Ontmoet het wiel een hinderpaal, het
springt er gemakkelijk over, en het
wiel heeft daarbij weinig te lijden.
De velg van het wiel is vervaardigd
uit 3 houtsoorten, zoo dicht op elkaar
bevestigd, dat men den overgang niet
kan zien; zjj zyn zoo sterk, dat zon
der de ijzeren band er om, het ge
wicht van 2 personen geen invloed
heeft op de vormverandering en de
spaken zijn van een materiaal, dat ge
bogen en gevlochten kan worden zon
der te breken.
De band wordt aan den binnenkant
van het wiel bevestigd niet met eenigcr-
lei stof er aan gelijmd, maar vastgezet
in eene sponning. Eerst na 2 jaren
voortdurend gebruik moeten deze ban
den vernieuwd worden, en eerst na
3 jaren wordt de pneumatische naaf
band onbruikbaar, zooals het geval is
bij alle rubberwaren. De vernieuwing
is echter gemakkelijk en weinig kost
baar.
By eene voorstelling gaf de uitvinder
eerst een uitleg van de samenstelling,
en reed daarna over greppels, stukken
hout en gebroken glas zonder eenige
schade te ondervinden. De greppel was
52 cM. breed, en een stuk hout van
een middellijn van 45 cM. werd 3
malen met snelheid overreden, niette
genstaande de man 180 pd. wegende,
kalm bleef zitten en bedaard in den
zadel steigerde. Men heeft groote ver
wachtingen van dit wiel, voornamelijk
als praktisch wiel voor reisdoeleinden
door niet geheel bekende wegen.
Trouwens voor gewoon gebruik be
veelt het zich vanzelf aan.
De bekende Engelsche trainer
Choppy Warburton, bekend vooral
door zyn opleiding van de wielrenners
Michael, Linton, Shorland en Cham
pion, is Vrijdag 17 Dec. 11. te Londen
overleden.
l eger en ^3oot
G. H. van Steijn. ff
Te 's-Gravenhage is plotseling over
leden de heer G. H. van Steijn, ge-
pensionneerd kapiteiu ter zee, die een
eervolle loopbaan by de marine achter
zich heeft.
De heer G. H. van Steijn was ge
boren te Baarn 18 Nov. 1844, werd
in 1859 benoemd tot adelborst 3e kl.
by het Kon. Instituut voor de Marine
te Willemsoord en in 1866 tot luite
nant ter zee 2e kl.; in 1876 tot luit,
ter zee le kl.; in 1887 tot kapitein-
luitenant ter zee en met 16 Februari
1893 tot kapitein ter zee.
dadigers werden in een hotel aan de
Gelderschekade te Amsterdam gear
resteerd zy waren nog in het bezit
van tafelzilverhet meeste was even
wel al verkocht en beleend.
Voor de rechtbank heette het, dat
het gestolene gekocht was door ze
keren Peter Klein, die natuurlijk bij
geen mogelijkheid meer op te sporen
was.
Het rijwiel met pneuma
tische naven.
Ofschoon deze soort van velo's reeds
In October overleed te Nijmegen
Jacobus Roest, die wegens betoonden
van Delft, "Vrijenban^ Ryswyk en moed en zelfopoffering de eere-medaille
Voorburg van 338 personen. Het adreshad verworven, daar hy met levens- eenige bekendheid ook hier te lande
zal door eene commissie, bestaande1 gevaar 15 drenkelingen redde. Zijne'heeft gekregen, seliynt men de su-
uit de voorzitters der verschillendeweduwe heeft thans van Hare Ma-perioriteit, vooral als het er op aau-
corporatiën, die aan de adresbeweging ijesteit de Koningin-Regentes een ge-1 komt een gegeven weg hoe ongemak
hun steun verleend hebben, aan H.M. schenk vau f 40 ontvangen. kelijk ook af te leggen, nog niet al-
worden aangeboden. Er zyn bereids gemeen in te zien.
RECHTSZAKEN.
Inbrekers.
Door het O. M. by de Amsterdam-
sche rechtbank is Zaterdag 7 jaar
'gevangenisstraf geëischt tegen G.
j Weerling en tegen diens vriend
i Schnitzler, beiden Duitschers, die te
(Keulen reeds langdurige gevangenis
straffen ondergingen, en te Ainster-
I dam en te Hilversum en Baarn goud
en zilver stalen uit bewoonde villa's.
(Het scheelde op een der bewuste
nachten maar weinig of Schnitzler
was toen reeds gesnapt door een der
bestolenen, die onraad in zyn huis
bemerkte, hem te pakken kreeg en
zelfs het wapen uit een degenstok
op hem richtte. Het wapen geraakte
echter defect en de dief ontkwam toen
nog met zyn vriend. Ds beide mis
GEMEMGD NIEUWS.
Uit de engelsche arbeiders
wereld.
De geruchten over den vermoedely-
ken uitslag van de conferentie der werk
tuigmakers zyn slechts gedeeltelijk be
vestigd. De patroonsbond blijkt ge
weigerd te hebben te spreken over
bet vraagstuk van de werkuren. Dien
tengevolge zullen de vakverenigin
gen weer opgeroepen worden, om an
dermaal te stemmen over de overige
punten van het plan van de confe
rentie waaromtrent de vertegenwoor
digers van de twee partyen het eens
zyn geworden. De uitslag van de
stemming zal op den eersten Dinsdag
iu Januari aan de conferentie, die tot
dien dag verdaagd is, worden voorge
legd. Do bovenbedoelde beslechte
punten van het conferentieplau wijken
slechts in de redactie af van de voor
stellen van den patroonsbond, die de
vakverenigingen reeds heeten ver
worpen te hebben.
De Times maant in een hoofdarti
kel de vakverenigingen krachtig aan
om de thans beklonken voorloopige
overeenkomst te bekrachtigen; anders
moet, beweert zy, de kans van de
werktuigmakers hopeloos worden.
Daarentegen schynt de Daily Chro
nicle te verdachten, dat de overeen
komst verworpen zal worden, daar de
tegemoetkomingen van de patroons
niet voldoende zijn. De Chronicle er
kent echter thans voor 't eerst dat de
groote Engelsche fabrieken voldoende
bestellingen hebben voor het eerst
volgend jaar, en dat de groote scheeps
bouwers drie jaar werk voor den
boeg hebben.
Een groot sloopevswerk.
Een reusachtig slooperswerk heeft
te Parys een aanvang genomende
opruiming van den „Cour des Corap-
les," waar tot 1871 de Rekenkamer
haar bureelen had, die tijdens de
Commune door brand ten deele wer
den vernield. De puinhoopen waren
sedert dien tijd, dus byna 27 jaren,
onaangeroerd gebleven en door een
schutting afgesloten van den open
baren weg midden in de stad (Rue
de Bellechasse, aan den linkeroever
van de Seine, niet ver van het Palais
Bourbon, waar de Kamer vergadert.)
Zij moeten vooral door den wilden
plantengroei, die zich er heeft ont
wikkeld, een zeer schilderachtig aan
zien hebben verkregen. Nu zal op die
plek het nieuwe station verrijzen van
den Orleansspoorweg (thans by den
Jardin des Plantes) Er zyn 25,000
kub. meter steen op te ruimeu en de
aaunemcr heeft daarvoor 7 maanden
bedongen. Het werk moet ten deele
met veel omzichtigheid gebeuren, om
dat men trachten zal van de kunst
werken die het onde gebouw bevatte,
o.a. ijzeren trapleuningen, kronen, en
vooral fresco's van groote waarde,
zooveel mogelijk ongeschonden er uit
te halen. De aannemer blijft daarvan
eigenaar en heeft dus groot belang
by een voorzichtige afbraak. Een
aantal vogels, die zich op dc puin
hoopen genesteld hadden, worden nu
verjaard en ook een oude juffrouw
die er sedert 1873 als huisbewaarster
gewoond heeft.
Panama.
Het derde Panama-proces is Zater
dag voor liet Hof van Justitie te Pa
rijs begonuen. Er was zeer weinig
publiek.
De beklaagden worden beschuldigd
de volgende sommen te hebben ont
vangen voor hun dienstende afge
vaardigden Autide Boyer 10,000 frs.
en Henry Maret 90,000 fr., de oud-
afgevaardigden Rigaut 12,000 frs.,
Laisant 30,000 frs., Planteau 30,000
frs., Saint-Martin 50,000 frs. en sena
tor Naquet 100,000 frs. Deze is de
eenige aangeklaagde die niet op de
bank der beschuldigden zat, doordat
hy zich bijtijds uit de voeten heeft
gemaakt. Hem wordt inliet bijzander
ten laste gelegd dat hij met Arton
do parlementaire propaganda voorde
emissiewet heeft georganiseerd.
Er zijn vyftig getuigen a charge
en tien a décharge gedagvaard.
Fernand deRodays. hoofdredacteur
van do „Figaro" legt, naar aanleiding
van de Dreyfus zaak, tijdelijk de
hoofdredactie van de „Figaro" neer.
Hij schrijft daaromtrent u. a. het
volgende
„Thans zyn veel sluiers verscheurd
die een maand geleden nog ondoor
zichtig waren, en ik buig my zonder
aarzelen voor de „raison d'Etat",
welke zy die ons regeeren eigenlijk
dadelijk voorop hadden moeten stel
len, door een besliste verklaring, die
de groote meerderheid der bladen, ook
wy, onophoudelijk verlangd hebben,
dan zou de toestand veel minder inge
wikkeld geweest zyn, dan had Scheu-
rer-Kestner de pers niet tot vertrouwe
linge gemaakt van zijn overtuiging"
(wat vroeger zegt Rodays, van Schea-
rer-Kestner verkregen te hebben
„d'entr'ouvrir" zyn dossier): „ik zou
hem niet op loyale wyze gevolgd zjjn,
zooals nu; de eer van een Fransch
officier ware niet besproken, en de
Figaro zon niet, uit zelfverdediging,
brieven o.-enbaar gemaakt hebben
waartegen die officier protesteert en
die ikzelf in de eerste plaats zoo
gaarne als valsch gebrandmerkt zou
zien.
„Maar daar men nu niet meer denkt
zooals ik. moet ik een zaak verlaten
waarin ik gevaar zou loopen om, voor
een oogenblik, de achting te verliezen
van vrienden die mij dertig jaar goed
en eerlyk journalisme geschonken
hebben
Mist te Parijs,
Parys heeft Zaterdag van den mist
geuoten. Gedurende den ganscben dag
was de helft der stad in duisternis
gedompeld, terwijl de andere helft
van geen mist wist. Zoodra men
langs den bou'evard des Capueines
ging en de „Placo de l'Opéra" bereikte
was de lucht zoo helder als op den
schoonsten winterdag.
Op enkele plaatsen daarentegen,
vooral aan de Seine, was de mist zoo
dik. dat de politie op de drukste
plaatsen met brandende toortsen was
voorzien.
Speculatie op de ij delheid.
Een vermakelijk tafereel van men-
schelyke ydelheid is Donderdag voor
den strafrechter te Parys vertoond.
Een jongman stond terecht, voorma
lig ambtenaar by het ministerie van
onderwijs, die aan een groot getal
personen het diploma van „officier
d'acadéraie" had uitgereikt tegen
betaling natuurlijk. Hij had daarvoor
oningevulde akten gebruikt die, naar
't schijnt, voor het grypen lagen, en
een aardig getal meegenomen, toen
hij wegens vorraoedens van misbraik,
werd ontslagen. Een groot aantal per
sonen van allerlei stand werden als
getuigen gehoord, wien hy voor be
dragen, uiteenloopende van 450 tot
4000 francs, toi. „officiers d'acadéraie"
had bevorderd en die het voor goede
munt hadden opgenomen. O.a. een
koffi.huishouder die er 2500 francs
voor betaald had, echter niet eerder
dan nadat een „chef de bureau" aan
dat ministerie hem had verzekerd dat
de zaak in orde was. Voor dien chef
de bureau liad echter een medeplich
tige vau den bedrieger gespeeld, dis
dc stoutheid beging, even aan hen
departemont de plaats in te nemen
van zjjn zwager, den echten referent
daris, tijdens diens afwezigheid!
Eindeljjk kreeg een der aangezocht
ten achterdocht en informeerde aan
het departement. Zoo kwam het bet
drog uit en de bedrieger voor den
strafrechter.
Invoerrechten.
In het vorige jaar raakte een Duitsche
stoomboot voor Koningsbergen aan!
den grond en kon eerst vlot worden
I nadat een groot deel der lading, diej
j uit Russisch graan bestond en voon
Engeland besterad was over boor dj
was geworpen. Eenige maanden)
daarna kreeg de reedery van)
den fiscus de aanmaning 12,000
1 mark invoerrecht te betalen. Immer^
de visschers uit den omtrek hadden!
het over boord geworpen koren op^
gehaald en er hun varkens meê ge-j
vooderd. Er was dus feitelijk graan)
ingevoerd en daarvoor moest betaalrq
worden. De reedery betaalde onderj
wij de uiterste voorzichtigheid in acht nemen, maar we
hebben nog een beele week om er over te denken. La
ten wij nu de zaak laten rusten en gaan soupeeren."
Den volgenden Zondag begaf ik my naar Woking,
want het wachten werd my ondragelijk en ik hoopte
misschien dienzelfden dag het besluit van Judith reeds
te vernemen. Het was niet waarschijnlijk, dat zy Ka-
vanagh in het bosch zou ontmoeten om hem haar ant
woord mee te deelen, en het geluk zou mij ook niet
twee maal begunstigen. Het was zooals ik gedacht had.
Den geheelennamiddag viel er een fijne motregen en
ofschoon ik het geheele bosch doorkruiste, keerde ik
terug zonder iemand te hebben ontmoet.
Ik logeerde dien nacht in de herberg „De Koren
schoof." Ik stond vroeg op en bleef tot negen uur voor
het raam zitten ky'ken om na te gaan of er ook iemand
voorbij zou komen. Een rijtuig, waarin Kavanagb en
kolonel Bell zaten, reed snel voorbij. De eerste zat met
een sigaar in den mond een tijdschrift te lezen, cu nam
volstrekt geen notitie van zyn buurman, die. met de
handen op zyn wandelstok geleund, bezorgd voor zich
uitkeek. x-,
Dadelyk begaf ik my nu naar de „Hofstede". Eerst
ging ik naar de plaats waar de rustieke bank stond,
en van daar zag ik Judith en Taras in den tuin wan
delen, maar toen ik my dichterbij begaf, zag ik de
eerste met de handen op den rug en nedergeslagen
oogen de laan op en neder loopen.
Ik had mijn plan gemaakt voor het geval ik haar
alleen mocht aantreffen. Ik schoof daarom myn voile
omhoog, zette myn pruik af en duwde het hek open.
Toen zy voetstappen hoorde, hief zy het hoofd op
maar zette haar wandeling voort. Zij had mij slechts
éeumaal ontmeet en dan nog in een geheel audere klee
ding; op 'teerste gozicht herkende zy my niet. Maar
toen ik haar genaderd was, bleef zy plotseling staan,
wierp haar hoofd trots achterover en nam my zóo min
achtend en met zooveel afschuw op. als ik mij niet
herinner ooit door iemand te zyn aangezieu.
Ik stond ook stil, diep medelijden gevoelend met het
jonge meisje, dat zooveel vernederingen en verdriet had
moeten verduren. Toen liep ik haastig verder om my te
verzekeren, dat wij ons alleen bevonden. Zy trok haar
japon naar zich toe, alsof zy vreesde door myn aanra
king besmet te worden, terwyl haar oogen met een uit
drukking van haat mij volgden.
Ik liep de laan ten einde, maar niemand ziende keerde
ik naar Judith terug, die als eoa steenen beeld op de
zelfde plaats was blyven staan.
„Ik moet u noodzakelijk sprekeD," zeide ik op ge-
dempten toon. „Waar zyn de anderen
„In buis," antwoordde zy met schorre stem. „Ik wil
niet hooren, wat gij my te zeggen hebt. Al zyt gy on
gelukkig, ik help u toch niet, zelfs al waart ij ster
vende, dan zou ik nog geen poging doeu u tot het le
ven terug te brengen. Gy hebt elk gevoel van mee-
doogendbeid en menschenliefde in mij gedood; gij hebt
van my gemaakt wat ik nu ben."
De wanhoop, die uit deze laatste woorden sprak, lo
genstrafte de ongevoeligheid, waarvan zij zich beschul
digde.
„Goddankgij zyt nog dezelfde gebleven. De liefde
is veel sterker dan de haat, dat weet ik, want ook ik
heb geleden."
„Ik wil niet langer naar u luisteren," zeide Judith
woedend, terwyl zij zich trachtte te verwijderen.
„Wacht even!"
Ik versperde haar den weg, maar ziende dat zy met
alle geweld raar huis wilde gaan, voegde ik er bij
„Gy moet mij aanhoorenik heb u een boodschap
van George Gordon over te brengen."
Zy aarzelde een oogenbiik, maar hernam toen met
een verachtend gebaar
Hy bestaat niet meer voor my. Gij beleedigt mij, door
tegen my over hem te spreken. Laat mn door."
„Hy is alles voor u, evenals gy voor hem. Zie hier,"
zeide ik, baar een pakje overreikend, dat de arme
George mij den dag voor myn vertrek had gegeven.
„Hy zendt het u uit Siberië."
Zjj weigerde het aan te nemenmaar haar blik scheen
tot in het diepst van myn ziel te willen doordringen en
zy herhaalde ongeloovig
„Uit Siberië?"
Ik scheurde het papier los en reikte haar den zegel
ring van George over. Hy had hem aan een blauw lint
gebonden, dat van een japon vau Judith afkomstig en
waaraan ongetwijfeld de een of andere geschiedenis
verbonden was.
„Uit Siberië!" herhaalde zy nog eens ontsteld en naar
het my voorkwam eenigszins zachter gestemd; by het
zien van deze bekende voorwerpen steeg haar een blos
naar de wangen.
„Daar komt het rijtuig aan," zeide ik, toen ik de wie
len op het kiezelzand hoorde knarsen." Men mag mijl
niet zien. Laten wy naar een plaats gaan, waar ik u|
ongestoord alles kan vertellen en door niemand gezien!
wordeu."
„Waartoe dient deze geheimzinnigheid, als uw bedoe
lingen toch eerlijk zijn?"
„Ik ben genoodzaakt een valsche rol te spelen. Watj
hebt ge van mij te vreezen Denkt gy, dat ik hier ben
gekomen ora u te belecdigen? Volg mij."
Het rytuig naderde en ik snelde een zijlaan in. Judith
aarzelde nog my te volgen.
„En als ik weiger" zeide zy zacht, alsof zij zichzelf
deze vraag stelde.
„Dan moge dc hemel u vergeven, want het leven van
een man, die u zeer dierbaar is, zal voor altyd ver
woest worden en dat zou uw werk zyn
Zy volgde my in de laaD, juist op het oogenblik dati
het rijtuig het hek binnenreed. Eenige stappen verder
bevonden wy ons bij een pricël. dat geheel verscholen
lag achter boornen.
Ik nam plaats on een der banken, terwy'l Judith
achter de tafel bleet staau. Toen de stilte weder iuge-;
tredeo was, legde ik den ring op tafel zeggende
„Laat hy daar blijven liggen, totdat uw hart u zeglj
dat gij hem kunt aannemen."
Wordt vervolgd.)