T wtede Editie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
FEUILLETON.
PRINS BORGENSKY.
85e Jaargang.
Donderdag 23 December 1897,
Ho 4443
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden„1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
Directeur-Uitgever
AJDVEEÖTBlSrTnZEIÈT:
Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer f22.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzonderinggvan hett Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75, elke regel meer/0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijnBloemendaal, Sandpoort eD SchotenP. v. d. RAADT, SandpcortHeemstede, J. LEUVEN, bij de tolSpaarndam, C. HARTENDORPZandvoorl, G. ZWEMMER;
Velsen, W. J. RUU TER Beverwijk, J. HOORNS; Hülegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
STADSNIEUWS
eerste en derde pagina.
Haarlem, 22 Dec. 1897.
Katholieke Kiesvereeniging.
De zeereerw. heer Konings, cen
traal bondsadviseur van den Ned. R.
C. Volksbond, die Dinsdagavond al
hier voor de Katholieke Kiesvereeni
ging als spreker optrad, besprak den
middenstand, die, volgens spr., zeer
de aandacht verdient. Die stand gaat
zeer ouder de levensomstandigheden
gebukt. Daarom is een organisatie
van dien middenstand noodig. Zonder
vereenigen zal die: middenstand zijne
vijanden niet machtig worden. Ver
eenigen is voor hem eene noodzakelijke
levensvoorwaarde.
Boven zich vindt de middenstand
het kapitalisme en in zich de oneer
lijke concurrentie. Door beide kwijnt
hij. Dag aan dag groeit het kapita
lisme en drukt den middenstand uit
den weg. Door het kapitalisme wor
den alle takken van nijverheid ver-
meesterd. De burgerstand gevoelt, dat
de industrie kwijnt. Het geld heeft
eene onbeperkte heerschappij, een die
allen en alles aan zich denkt te on
derwerpen.
Moet dan de middenstand, die eeuw
aan eeuw de glorie en de kracht der
Maatschappij is geweest verdwijnen
Daarvoor behoede ons GodMaar zal
dat onheil ooit dreigen, zou het dan
niet aan de personen zeiven zijn toe
te schrijven? Men is niet genoeg van
de noodzakelijkheid van vereeniging
doordrongen. Tot de verbetering dei-
toestanden moet hard worden gewerkt
en dit kan het beste door middel van
vereenigen geschieden, daar eene ver
eeniging kan tot stand brengen, wat
door het individu niet kan worden
De eerste plicht van den midden
stand is dus op dien eisch van ver
eenigen in te gaan. zoolang de pa
troons daarvan niet zijn doordrongen
is geene redding mogelijk. Hard moet
in die vereenigingen worden gewerkt.
Overwogen moet worden welke maat
regelen te nemen om de kwijnende
industrie op te heffen. De mannen
der ondervinding en der practyk
moeten zich doen hooren. Ook door
elkander te steunen, kan men zich
redden. Men zou bijv. gezamenlijk
stoffen kunnen inkoopen.
Er is iets anders te doen dan te kla
gen. Men moet handelen. Wanneer men
zoo met en voor elkander werkt, dan
zal de industrie niet verdwijnen,
maar rijen van fiere burgers worden
gevormd. Aan die welvaart van den
middenstand kan ook de kiesvereeni
ging medewerken, door mannen in 's
Lands en in 's Raads vergaderzaal
te kiezen, die de belangen van den
middenstand zullen behartigendie
ionze Regeering er op zullen wyzen,
|dat handel en nijverheid moeten wor
den beschermd.
De oneerlijke concurrentie is een i pooltochten. Was die van Heemskerk
.a en Barentz alleen opgezet met het
oog op voordeel voor den handel, die
een anderen zeeweg naar Indië zocht,
dan die om Afrika heen de reis
van Nansen heeft alleen een weten
schappelijk doel gehad en is dan ook
der weteuschap ten goede gekomen.
En aan 't einde van zijn voordracht
wees spreker met geestdrift op het
uitnemende voorbeeld van volharding,
moed en energie, dat er in deze beide
kloeke tochten voor het jonge geslacht
te nemen is.
andere vijand. Zij is een kanker, die
handel en nijverheid tot den dood ver
giftigt. Velen heeft zij ten onder ge
bracht. Door vereenigen kan men ook
dien vijand bekampen, Daardoor houdt
men meer voeling met elkander. Ge
zamenlijk kan men het publiek be
wijzen, dat het wordt misleid of be
drogen. Jammer, dat, men in deze
vaak stuit op de koudheid vau hen,
die by vereenigen het meeste belang
hebben. Met dit nut van vereenigen
nog nader in dsn breede uiteen te
zetten, eindigde spr. zyne rede.
De heer W. Kappers,president, die
den zeer eerwaarden spi eker ook had
ingeleid, sloot de druk bezochte bij
eenkomst met hem een woorl van
warmen dank voor zijn betoog te
brengen terwijl hy beu, die nog geen
lid der vereeniging waren, op het hart
drukte, het te worden en zoo ook het
vereenigingsleven dezer katholieke
kiesvereeniging te steunen.
Plaatsgebrek noodzaakte ons tot he
den te laten liggen een referaat over de
voordracht, die de heer A. van der
Voort Azn. Maandagavond in Weten
en Werken hield en die door ons
werd bijgewoond.
Als onderwerp had spreker geko
zen een vergelijking van twee pool
tochten, die van Heemskerk en Ba-
rentsz in 1596 en die van Frithjof
Nansen welke laatste eindigde in 1896,.
derhalve juist drie eeuwen later. Spr.
schetste zyn talryk auditorium, welk
een verbazend verschil er bestaat tus-
schen den tocht van de Hollanders en
dien van de Noren, ten aanzien van de
hulpmiddelen, die hun daarbij ten
dienste stonden. By dezen gebrek aan
het noodigste, bij genen overvloed,
tot overdaad toe. By de Hollanders
een reeks van rampen en ongelukken,
waarvan de dood van den kloeken
Barentsz niet het minste wasbij de
Noren wel vele moeilijkheden, maar
toch de behouden terugkeer van allen
naar het vaderland.
Uit de beide expedities schetste
spreker, zyn mededeelingen ophelde
rende door een kaart van de pool
streek, eenige aangrijpende mementen
hoe de Hollanders, zich onmogelijk
kunnende warmen, steenkool gestookt
en den schoorsteen diebtgestopt had
den om de warmte te behouden
tengevolge waarvan zij bijkans om
kwamen; de verknochtheid aan den
schipper en de volstrekte gehoorzaam
heid aan diens bevelen, de tragische
dood van Barentsz, nog gebogen over
BSSaaiE NLAND
Parlementaire Praatjes.
Van de begrooting van Waterstaat
behoef ik in den regel bet minste te
zeggen, omdat er veel wordt stilge
staan bij provinciale, districts en ge
meentelijke belangen en het debat
meestal een aaneenschakeling is van
korte vragen, opmerkingen en ant
woorden.
Gisteren werd evenwel zeer uitvoe
rig gedebatteerd over een zaak die
mijn lezers wel belang zal inboeze
men, nl. over de vischhal te IJmuiden.
Er kwam een amendement van de
heeroii de Waal Malefyt c. s. om de
f70,000 als eerste termijn uitgetrok
ken te schrappen. En wel omdat de
voorstellers, met erkenning dat de
haven eu de vischvangst een nationale
zaak waren, de zaak afzonderlijk, by
speciaal voorstel wilden behandelen.
Men beschouwde aanvankelijk de hal
als een zuiver commercieele'zaak. Nu
zou de Staat haar bouwengoed.
Maar dan bleven nog tal van vragen
overof de haven groot genoeg was
en diep genoeg, of de H^ IJ. S. M.
de spoorwegve.-binding niet moest
maken, of de hal in de toekomst zou
voldoen, of de raming van 4 ton M as
een maximum, enz.?
Ook de heer Lieftinck wilde uit
stel, tot de haven behoorlijk in orde
was. Maar eigenlijk wilde hn den bouw
aan het particulier initiatiet overlaten.
In elk geval wilde hij eventueel een
retributie vorderen.
Daarentegen noemde de heer Tyde-
mau liet amendement praematuur.
Hy wilde de hal wel en hij wilde den
Min. dus de gelegenheid geven tot
het opheffen van bedenkingen die ook
de zyne waren.
Door den heer Bastert werd er by
den Min. op aangedrongen de zaak
by suppletoire begrooting aanhangig
zijn arbeidvan de noorsche expeditie te maken,
de onversaagde tocht van Nansen en j De heer Krap ondersteunde den
Johannsen in hunne sleden over het Min. in wien hij den man begroette, die
ijs; de koelbloedige doodsverachting 1 hart had voor de visscherijTHij achtte
waarmee Nansen de kajaks (booten)de vischhal in haar belang en wilde
nazwom. die losgeraakt waren j dus van uitstel uiet weten. De haven
en wegdreven, al hunne bezittin- j kou worden uitgebreid. De misbrui
gen meevoerendehet dramati- j ken by den afslag beteekeaden wci-
sche gevecht met den beer, die Jo- j nig en de quaestieretributie of niet,
hannsen byna verslonden had. En van stond buiten dezen aandrang. In dezen
de beide expedities teekende de heer Min. begroette hij met sympathie den
Yan der Voort met breede trekken man, die ook Scheveningen een vis-
den moeilijken strijd, dien ze haddenschersliaven kon bezorgen,
te voeren met duisternis en kou. Er werd „Ohogeroepen.
Ten slotte trok hy een parallel tus- j Ten aanzien van de capaciteit der
schen de bedoelingen van de beide haven van IJmuiden stelde de heer
Conrad de leden gerust; er was
ruimte voor eventueele uitbreiding en
de ondiepte had geen bezwaar.
De heer Yeegens, die het voorstel
ondersteunde, waarschuwde tegen het
heffen van een retributie van de vis-
schers, waardoor men hen eerder zou
wegjagen dan lokken.
Geen havengeld, zeide de heer
Bahlmann, maar wèl retributie voor
het gebruik van de hal. En een Rijks-
afslager en een betere aansluiting aan
den spoorweg.
Aan den wensch om aan misbruiken
een einde ie maken, byv. door het
aanstellen van een Rijksafslager,
wilde de Minister, na onderzoek,
gaarne voldoen.
Voor uitbreiding der haven be
stond alle gelegenheid, ook zonder
verlegging van den spoorweg.
Het was gewenscht de hal van
Rijkswege te maken. Eerst als zy er
was, kon men van gedachten wisselen
over de vraag van kosteloos gebruik
of niet. De Min. was tegen een
retributie; de hal was de voltooiing
van alle rijkswerken te IJmuiden
waarvan ook geen heffing werd
gevorderd. Als er een Ryksafsla
ger kwam, zou men misschien een
klein afslaggeld kunnen vorderen, dat
was al.
Ook de spoorweg moest, als van
algemeenen nutte door het Ryk
worden gemaakt. Do Min. verdedigde
zyn aanvraag als een echt nationaal
belang.
De heer Lobman vorderde de be
sliste verklaring, dat een retributie
zou worden geheven of dat de Kamer
daarover later zou kannen beslissen.
Die toezegging weigerde de Min.
pertinent. Eu ook de minderheid der
Comm. van Rapp. was van gevoelen,
dat de zaak niet van de retributie
mocht worden afhankelijk gemaakt.
Ten slotte werd het amendement
verworpen met 54 tegen 30 stemmen.
Van de overige artikelen die be
handeld zyn verdient vermelding, dat
de Min. in antwoord aan den heer
van Kol, tegen het volgend jaar een
voorstel toezeide ten behoeve vau de
zooveel jaren reeds besproken kana
lisatie van Westerwolde.
In de avondzitting, door den heer
Michiels van Verduynen gepresideerd,
kwamen de spoorwegen op de proppen
en zegde de heer Röessiugh den Min.
warmen dank voor zyn zorg aan de
voorbereiding van den N.Ó. locaal-
spoorweg besteed. Spr. verheugde
zich in het algemeen over het streven
van den Min. om de spoorwegen ook
dienstbaar te maken aan de belangen
van den landbouw.
De heer van Kol gaf uiting aan
de grieven van de spoorwegbeambten.
Zeer in 't kort wees hy op den langen
duur van den werktyd van het per
soneel, op de achterstelling der be
langen van het voormalig personeel
der Rynspoorwegmaatsch. die bij de
S. S. overgingen, over het ontslag op
65 jarigen leeftijd zonder pensioen.1
De Min. moest die grieven redres- j
seeren, dat was een aangename taak.
Van den te grooten arbeidsduur gaf
de spr. eenige staaltjes, die inderdaad
op overmatigen arbeid, ook des nachts,1
wezen. Spr. drong by den Min. op
herziening der bestaande bepalingen
aan en beperking van den arbeids
duur tot hoogstens 12 uur, tot 10 uur
voor de machinisten.
Ook de heer Bastert drong by de
Reg. aan op een regeling der belan
gen van het personeel der voormalige
Rijn spoor.
Had het debat tot hiertoe over
algemeene belangen geloopen nu
kwamen ook de kleine belangen voor
den dag: de halteplaatsen, de wijzi
ging van stations-emplacementen, de
bouw van stations, de verlichting der
spoorwegrytuigen, de aansluiting op
enkele lynen, het sluiten van spoor
wegbruggen, enz.
De heer Tijdens drong aan op bil
ly ker vervoersregeling voor de leden
der Stat en-Generaal. De heer van der
Zwaag deed een goed woord voorde
spoorwegwachteressen die een langen
werktijd hebben en een loon van.... 25
cent per dagHij sloot zich voor het
overige by den heer van Kol aan.
Het werd op die manier half tien
eer de Minister aan het woord komen
kon. Hy wees er al dadelijk op, dat
het niet doenlyk is aan alle klachten
van het reizend en vervoerend publiek
te gemoet te komen. „Ik kom nooit
door de klachten heen," zeide de Min.
Wat do zaak van het personeel der
vroegere Rijnspoorwegmaatsch. be
treft, kon de Min. niet toegeven, dat
de S.S. haar verplichtingen niet zou
nakomen. Een minnelijke schikking
inzake de rechten of beweerde rech
ten achtte de Min. niet licht doenlyk.
Kon de Staat nu optreden om de
grieven op te heffen De eenige weg
die open stond was de weg van rech
ten de betrokken personen moeten
dien weg iuslaan. Wat den diensttijd
betrof, achtte de Min wijziging ge
wenscht hy was er mede bezig en
stelde by nieuwe concessiën daarom
trent bepalingen. Evenwel merkte de
Miu. op, dat voor hot spoorwegper
soneel diensttijd, ook z. i. te lang,
geen werktyd is.
De Min. zou, als Kamerlid, geen
gunst van de spoorwegmaatschappijen
willen genieten. De heer Tijdens vroeg
geen gunst, maar een billijke regeling,
tegen betaling natuurlijk. Ook de heer
van Kol drong nader op de belangen en
de rechten van het Rynspoorperso-
neel aau. Hij achtte het voor het
personeel onmogelijk in rechten op
te tredenzy waagden er hun positie
aan. De Min. moest zich hun lot aan
trekken.
By repliek wees de Min. er op, dat
voor iedereen recht te verkrijgen was.
Op advies van den landsadvocaat
zag de Min. er van af, om den
Staat zelf een actie te doen instellen.
Maar dat de weg van rechten moge
lijk was, bewees dat ambtenaren van
de voormalige Rynspoor tegen den
Staat procedeerden en nog wel
kosteloos.
De heer Kerdijk wees. aan bet slot
van dit deel van het debat op de
noodzakelijkheid om by een eventueel
wetsontwerp tegen overmatigen arboid
voor volwassenen ook het oog te hou
den op de by het vervoerwezen werk
zame personen.
Tegen 11 uur ging de vergadering
uiteen, door de spoorwegen heen. Zij
is genaderd tot „IJkwezen".
G. Jr.
Ontslag Minister van Marine.
In de Dinsdag gebonden zitting
van de Tweede Kamer was ingeko
men een Koninklijk Besluit, waarbij
wordt medegedeeld, dat H. M. de
Koningin-Regentes eervol ontslag
heeft verleend aan den heer Jansen
als Minister van Marine onder dank
betuiging van de door hem bewezen
diensten en dat is benoemd tot Mi
nister van Marine ad interim de heer
Eland, Minister van Oorlog.
De Japansche gezant by ons Hof
Shiro Akabané, is door H. M. de
Koningin-Regentes benoemd tot groot-
officier in de Orde van Oraoje-Nassau.
In Den Haag is overleden de heer
mr. C. W. E. Vaillant, oud-president
van het Gerechtshof te Amsterdam.
Geldigheidsduur van retour-
kaarten.
Evenals de retourkaarton in locaal
verkeer der Hollandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij zullen ook die
in binnenlandsch, rechtstreeksch ver
keer met de overige Ned. Spoorwe
gen, van 1 Januari a.s. af, een gel
digheidsduur verkrijgen van 1 maand,
zonder prysverhooging.
Een stemmachine.
Naar aanleiding van het denkbeeld
door dr. Kuyper geopperd, om stcm-
glaasjes in te voeren, vernemen wy
dat een onzer industrieelen een toe
stel heeft uitgevonden, waardoor de
kiezer geheel mechanisch kan stem
men, en waar by alle waarborgen ge
geven worden tegen vergissingen of
fraude. Wy zullen weldra gelegen
heid hebben hieromtrent nadere bij
zonderheden mede te deeleu. De uit
vinder laat de toestellen in Engeland
makenbinnen korten tyd zal een
proef plaats hebben, die door don lord
mayor van Londen en verschillende
autoriteiten zal worden bijgewoond.
mid.
Een duel.
Omtrent bet duel tusschen twee
Hagenaars meldt men uit Den Haag
nader het volgende: Het geschil tus
schen beide heeren, tot dusver intieme
vrienden, moet ontstaan zyn uit een
grappig misverstand over een jonge
schoone. De eerste uitdaging moet
eerst door den uitgedaagde zijn afge
wezen, doch toen do uitdager eenige
dagen later op een sociëteit moedwil
lig het glaasje van zyn tegenstander
had omvergeworpen, liep de maat
over en lokte dit tot het duel uit.
Het duel heeft des morgen half zes
in het stik donker op den Wasse-
naarschen weg plaatsgehad. Vandaar
dat de sabels op lichaamsdeelen te
Bewerkt naar het Engdsch.)
HOOFDSTUK XLV.
Judith.
pS)
I „En wilt ge weten waarom? Ik zal het u zeggen.
Kavanagh is een ellendeling en de meest geslepen
sc' urk, die er op de wereld leeft. Hy heeft u verteld,
dat hy nog nooit een andere vrouw bemind had Hij
iis minstens eenmaal getrouwd geweest, en ik zal u
maar niet vertellen hoe die vrouw aan haar eind te
jgekomen. Hij is een Russische politieagent, en heeft zyn
jzwager voor geld aan de Russische politie uitgeleverd
jen hem naar Siberië laten transporteeren. Verscheidene
malen heeft hy getracht Taras op te lichten, maar zyn
pogingen verijdeld ziende
Ik huiverde en zweeg.
„Is hy degeen geweest, die Taras blind heeft ge
maakt?" vroeg Judith doodelyk ontsteld.
„Hy of een van zyn handlangers, die door hem betaald
Werden. Door zijn toedoen is George ontvoerd, hy heeft
zyn handteekening nagemaakt om zich van het fortuin,
dat Gordon achterliet te verzekeren, en uw vader ge
ruïneerd om u tot vrouw te kunnen nemen. Hy heeft
zyn maatregelen zoo genomen, dat binnen enkele uren
alles verkocht kan zyn, wel wetende dat hy gevaar
loopt ontmaskerd te worden on by zich dus hoe eerder
hoe beter uit de voeten moet maken. Hij heeft hier nog
mede gewacht, omdat gij eerst met hem gehuwd moet
zijn."
„Het is verschrikkelijk en ik kan het my nog niet
goed indenken. Hy, dien ik voor onzen beste vriend
hield
„Wanneer hy éen vrouw kan bedriegen, dan is hy
ook in staat andere om den tuin te leiden. Gij moetmy
gelooven Iu ga niet heen, voordat gij van het verraad
dat hij gepleegd heeft, overtuigd zijt en de noodzake
lijkheid inziet om uw stilzwijgen te bewaren. Hy be
hoeft slechts éen enkel woord aan de Russische politie
te telegrafeeren en de wachten op de grens zullen hun
waakzaamheid verdubbelen. George zal waarschijnlijk
aangehouden en naar Siberië teruggevonden worden
het gevolg van zoo'n gevangenschap is meestal, dat zij
krankzinnig worden of zelfmoord plegen."
„Dat behoeft ge mij toch niette zeggen," zeide Judith
achteruitdeinzend van schrik.
„Ja, ik moet het wel doen. Mijn advocaat heeft mij
herhaaldelijk gezegd, dat Kavanagh op alle mogelijke
manieren het huwelijk zal trachten te bespoedigen. Het
gevaar is groot, en ik reken er nu maar op dat de liefde
voor George u kracht en moed zal geven om Kavanagh's
plannen te verijdelen. Me dunkt dat liefde toch minstens
even veel kan uitrichten als haat. Denk eens aan het
gevaar, waarin uw verloofde verkeert en aan het lijden
van uw vader
„Ga verder," zeide zy beslist, „ik wil alles weten."
Ik legde haar nu in alle bijzonderheden, hetgeen ik van
Kavanagh wist, uit en vertelde haar verscheidene voor
vallen, waaruit zoowel de trouw vau George voor zyn
meisje als zyn edelmoedigheid voor my bleek. Voordat
wy scheidden drukte zy my hartelijk de hand en smeekte
my haar de harde woorden, die zij gezegd, en de nog
veel slechtere gedachten, die zy van my gekoesterd had,
te vergeven.
„Gij kunt op my rekenen," zeide zy beslist. „Ik zal
bewijzen dat, als het noodzakelijk is, ik even goed kan
veinzen als Kavanagh."
Ik gaf haar mijn adres op voor het geval zy mij iets
had mede te deelen en vertrok.
HOOFDSTUK XLVI.
Te Dover.
Judith schreof my nog aan het eind van diezefde
week zy had zich ziek gehouden om Kavanagh 's Zon
dags niet te behoeven ontvangen.
„Eu eigenlijk jok ik ook niet, lieve vriendin," zoo
besloot zy haar brief, „want ik ben werkelijk over
spannen door de onrust, waarin ik verkeer en dit wach
ten is zoo verschrikkelijk. Waren wy maar twee weken
verder
Gelukkig behoefden wy niet lang in deze onzeker
heid te vorkeerentwee weken na liet onderhoud met
Judith, ontving ik een telegram. Mijn hart bonsde he
vig, toen ik zag dat het uit Berlijn kwam. Het telegram
was kort en bondig en in eenigszins raadselachtige ter
men opgesteld.
„Alles gaat goed. Dover, Vrijdagmorgen, Ivan Zon
der Naam."
Had ik de inspraak van myn hart gevolgd, dan zou
ik dadelyk deze goede tijding aan Judith getelegrafeerd
hebben, maar de heer Pelham, aan wien ik de voor
naamste bijzonderheden van het drama, dat afgespeeld
werd, had medegedeeld, hield mij er van terng.
„Het is wel waarschijnlijk" zeide hy, „dat men nit
voorzichtigheid den naam van den heer Gordon niet
genoemd heeftmaar het telegram behelst niet, dat by
zich te Berlijn bevindt en het zou zeer onvoorzichtig,
om niet te zeggen, .vreed zyo, miss Bell te waarschu
wen, voordat wjj zekerheid hebben, dat haar verloofde
aan de Russische politie ontsnapt is.
„Zij verwacht hem nog niet; naar myn meening is het
dus veel beter, dat zij nog eenige dagen in onrust ver
keert, inplaats van haar nu reeds te verblijden, waar
door wy gevaar loopen baar later een bittero teleurstel
ling te moeten bereiden."
De veronderstelling, dat Ivan misschien zonder Gor
don terugkeerde, bezorgde my zooveel angst, dat ik
gaarne den raad van mijn advocaat wilde opvolgen, zoo
dat de vroeselyke dagen, die nu voor nijj aanbraken,
tenminste aau Judith bespaard bleven.
De heer Pelham vergezelde my naar Dover en reeds