rechtkwamen, die de dilettanten zeker
niet by daglicht tot plek van ver
wonding zouden hebben gekozen.
Daardoor moesten de getuigen zich
op eerbiedigen afstand houden, wilden
ook zy niet met bebloede hoofden
thuiskomen. De secundanten waren
twee advocaten, een jonker en een
fias gevestigd arts, die zooveel moge-
ijk in de Egyptische duisternis de
eerste hulp verleende.
Uitvaart van prof. Doedes.
Te Utrecht had Dinsdagmorgen,
onder zeer groote deelneming op de
algemeene begraafplaats de teraarde
bestelling plaats van het stoffelijk
overschot van den oud-professor J.
I. Doedes. De baar was onder kran-
sen^-en bloemstukken bedolven. "Vele
professoren en studenten waren aan
wezig. Het woord werd aan het graf
gevoerd door dr. J. J. P. Valeton
Jr. namens den senaat van de uni
versiteit en de theologische faculteit;
door ds. Molyn uit Nijmegen, als een
zy'ner leerlingen; door ds. Moquette
uit Rotterdam, namens de kerkelijke
gemeente aldaar, waar Doedes voor
veertig jaar stond.
Dr. A. W. Bronsveld dankte namens
de familie.
Goede drankbestrijding.
Men meldt uit Deventer:
Ter bestrijding van het gebruik var.
sterken drank heeft de firma P. Stoffel
Czn. alhier, besloten na verloop van
een jaar aau iederen arbeider, werk
zaam in hare zaak, die kan verklaren,
gedurende dat jaar geen sterken drank
gebruikt te hebben, f 15 nit te keeren,
terwijl de firma bovendien gelijk be
drag in een fonds zal storten, dat den
grond moet leggen voor een pensioen
fonds, dat genaamd zal worden bet
Onthoudersfonds en beheerd zal wor
den door de genoemde firma.
RECHTSZAKEN.
Brandstichtende spuitgasten.
De Rotterdamsche rechtbank deed
Dinsdag uitspraak in de zaak dei-
beide brandspuitgasten van spuit no.
17 te Rotterdam' C. F. van I. en E.
Y., beschuldigd van poging tot opzet
telijke brandstichting in "de Poort
straat te Rotterdam (ter wille van de
waarschuwingspremie), waardoor ge
meen gevaar voor menschen en goede
ren kon ontstaan.
Conform het rapport der vier ge
neeskundigen achtte de rechtbank
beklaagde C. F. v. I., als zijnde een
gedegenereerd epilepticus, gevaarlijk
voor de maatschappij en gelastte zyn
overbrenging naar een krankzinnigen
gesticht, een proeftijd van een jaar
niet te boven gaande.
Bekl. E. V. veroordeelde zij tot
twee jaar gevangenisstraf met aftrek
van de preventieve hechtenis.
Brandstichting.
In de maand Juni van dit jaar
stond voor de Rechtbank te Amster
dam terecht de banketbakker Smit,
beklaagd van in zijn huis aan de
Wittenburgerstraat 19 moedwillig
brand te hebben gesticht.
Een der twintig getuigen, de win
keljuffrouw H. Bröngers, verklaarde
destijds, dat zy gezien heeft, dat haar
meester het petroleumtoeste! heeft
omvergeworpen en een brandende
lucifer wierp in de olie, die over den
grond vloeide. Het O. M. vorderde 5
jaar gevangenisstraf, en kwam in be
roep, toen by vonnis van de Recht
bank de brandstichting niet wettig
en overtuigend bewezen werd geacht.
Dinsdagmorgen hield de zaak het
gerechtshof te Amsterdam bezig. De
getuige Brongers, nogmaals gehoord,
Bleef beslist "by haar verklaringen.
Smit had haar verteld, dat de zaken
slecht gingen en dat hy nog schuld
had bovendien. Hy stelde haar voor
bet huis iu brand te steken, waarvan
zij echter niet wilde weten. Daarop
heeft Smit zelf brand gesticht op de
boven omschreven wijze.
De beklaagde hield zyn onschuld
vol. Wat tegen hem pleit, is het op
merkelijke feit dat hy in zijn woning
in de Albert Cuypstraat ook reeds
tweemaal brand had gehad. Daarbij
kwam, dat bekl. niet kon opgeven
waar zyn geldkistje gebleven was,
en dat hy het winkelmeisje bad ont
slagen vier dagen na den brand „om
dat ze niet te vertrouwen was." Voorts
bevestigde de getuige nog, dat zy
Smit geld heeft zien nemen uit het
kistje vlak vóór den brand. Zy heeft
nadat bekl. brand had gehad in de
Albert Cuypstraat tot den bakkers
jongen, mede opnieuw als getuige ge
hoord, verteld hoe de brand was aan
gekomen.
De advocaat-generaal, mr. baron
Baud, betoogde dat voldoende grond
aanwezig was tot bewijs van de schuld
van beklaagde en eischte gevangenis
straf voor den tyd van vyf jaar.
Het O. M. bij de Amsterdamsche
rechtbank eischte tegen de colpor
teurs Cornelissen en V. d. Mey ieder
een maand gevangenisstraf en tegen
den eerstgenoemde bovendien ontzet
ting uit zyn beroep wegens het langs
den openbaren weg venten van zede-
kwetsende geschriften.
Vijftien jaar.
De rechtbank te Assen deed Maan
dag uitspraak in do zaak tegen Jan
Nykeuter, arbeider te Emmer-Com-
pascuum, die in de vorige week heeft
terechtgestaan ter zake van mishan
deling eu moord op de 16-jarige Hen-
drikje Hummel, waarvoor het O. M.
levenslange gevangenisstraf had ge
vorderd. De rechtbank beeft den
bekl. veroordeeld tot eeue gevange
nisstraf van 15 jaren.
GEN3ENG3 NIEUWS.
Panama.
Onder de weinigen van de bij Pa
nama betrokkenen, die belangstelling,
meer dan minachting, inboezemen,
behooren de doodenFerdinand de
Lesseps, Charles Floquet. Meu heeft
gelezen dat zijn naam opnieuw door
Ar ton genoemd is, wel niet. als omge
kochte, maar toch als mede-omkooper.
Mevrouw Floquet heeft thans aan de
parlementaire Panama-commissie den
volgenden brief gezonden
Mynheer de president.
Ik kom U vragen aan Uwe geachte
collega's van de commissie meüedee-
ling te doen van de volgende regels, door
mijn eciitgenoot geschreven op het
oogenblik dat tegenstanders zonder
gewetensbezwaren hem zochten te
treffen in'zijn staatsmanseer welke
zyn geweten even hoog stelde als zyn
eer als man.
Zyn stem is thans voor altijd stil.
Zyn eerewoord overleeft hem en pro
testeert tegen een deloyale legende en
brutale leugens.
Wil aanvaarden, enz.
Hortense Charles—Floquet.
Het stuk, door mevr. Floquet bij
dit schrijven gevoegd, is het testament
van haar man. Het draagt als datum
18 Februari 1893, een maand dus na
dat de Kamer geweigerd had hem
als voorzitter te herkiezen. Het luidt
als volgt:
Ik gevoel my zeer zwak.
Ik zweer, andermaal, alvorens te
sterven, dat er niets waar is van de
verklaring van Charles de Lesseps
betreffende de vraag die ik hem zou
gedaan hebben. Zulk een gesprek heeft
niet plaats gehad. Ik heb niets ge
vraagd, niets ontvangen, ik herhaal
het.
Ik heb zonder erom verzoent te
hebben mededeeling gekregen van een
lijst van bladen, met de aanduiding
van het bedrag aan elk hunner ver
strekt, zonder" eenig initiatief, noch
aandrang, noch zelfs raad mijner
zijds.
Ik ben mishandeld door de laag
heid van het parlement. Geen enkele,
geen zelfs van hen die de waarheid
kenden, door aanwezig geweest te
zyn bij het onderhoud, is opgestaan
om de waarheid te zeggen. Ik heb Ket
geheim der anderen ongeschonden be
waard.
Ik breng dank aan de burgers van
het elfde arrondissement die het po
litieke vertrouwen in mij, dat ik ver-
j diende, dat ik niet opgehouden heb
te verdienen, hebben bewaard.
Ik heb het geluk te constateeren
dat in die verschrikkelijke crisis die
zulk een verbazingwekkende schuld
aan den dag heeft gebracht, niemand
aan mijn rechtschapenheid heeft ge
twijfeld.
Myn dierbare vrouw kan er zeker
van zijn dat zy een naam draagt, die
onbezoedeld moet blijven.
Al wat ik bezit, moet voor haar
zyn.
Ik wensch dat rayu begrafenis en
kel civiel zy.
CHARLES FLOQUET.
Prinses Hohenlohe. f
Prinses Hohenlohe, de gemalin van
den Duitscbcu Rijkskanselier, is Dins
dagmorgen aan longontsteking over
leden.
Zy was van ziehzelve eene prinses
van Sayn-Wittgenstein-Berleburg. in
Februari 1822 geboren en in 1817
met don tegenwoordigen rijkskanselier
te Frankfort a.d. Main in het huwe
lijk getreden, wion zy één dochter
en drie zoons schonk. Op hare uit
gestrekte landgooderen iu de Ooste
lijke provincies placht de prinses veel
to jagen, en hare vertrekken prijkten
dan ook met allerhande zeldzame ge
weien. Prinses Hohenlohe was ook
bekend om hare liefdadigheid.
Te Esch in Luxemburg zijn by de
ontploffing van eeu stoomketel in een
ijzergieterij vyf werklui gedood en
één gekwetst.
Op weg naar Cliina.
Het Duitsche eskader onder prins
Heinrich heeft reeds een belangrijk
succes behaald.
De schepen zyn Zondagavond voor
Portsmouth aangekomen. Den gehee-
len dag had men hen verwacht, ad
miraal Culme Seymour hield zich ge
reed om de gebruikelijke eer te be
wijzen, maar om zes uur des avonds
was er nog geen bericht van Dover
dat de Duitsche schepen gepasseerd
waren. Men meende toen dat zy dooi
den dikken mist waren opgehouden,
maar even na zes uur werden van
Spithead twee schepen gesignaleerd
en weldra bleek dat het de Deutsch-
land en de Oefion waren, die twee
mijlen voor Spithead ten anker gin
gen. Admiraal Seymour ging daarop
prins Heinrich verwelkomen.
De vaart door den mist en zonder
eenige gemeenschap met een signaal-
station is een schitterende daad van
zeemanschap.
Prins Heinrich heeft koningin Victo
ria reeds bezocht. Dat hy den prins
van Wales nog niet had ontmoet
trekt zeer de aandacht.
Goud iu Chiaa.
Men leest in het Bat. Nbld. van
17 Nov.
Het is sinds lang bekond, welken
rijkdom aan mineralen China met zijn
kolossale uitgestrektheid bevat; ryke
velden, die slechts, en dat reeds van
eeuwen her, op ontginning gewacht
hebben om hun schatten af te staan.
Bij de toenemende vraag der laat
ste jaren, iii de eerste plaats naar
goud, is de rijkdom van (len Ghinee-
schen bodem 'weer meer op den voor
grond getreden en werd er opnieuw
de aandacht op gevestigd, dat in
Mandsjoerije byv. en in het noorden
en zuidwesten van het land zich vele
rijke mineraal velden bevinden, waar
het goud in overvloed voorhanden is,
doch bij de steeds gevolgde primi
tieve ontginningswijze der Chineezen
tot dusver slechts iu zeer geringe
hoeveelheden te voorschijn werd ge
bracht.
Nu is voor een streek, die volgens
de bevolking buitengemeen ryk aan
goud moet zijn, een Chineesche maat
schappij gevormd tot goud-exploitatie.
De voorfoopige resultaten zijn, vol
gens de Shanghai Daily Press, zeer
bevredigendreeds zyn gebouwen
verrezen voor woningen en kantoren
en het werk zal dadelijk na het Chi
neesche nieuwjaar met kracht worden
aangevangen.
Een groot getal invloedrijke Chi
neesche ambtenaren is, naar het
schijnt, deelhebbers in dc maatschap
pij. Aan haar hoofd staat Weng
Tung Lo, de voormalige onderwijzer
van den Keizer, een man van veel
invloed. Deze en de ambtenaren heb
ben voor hun maatschappij onder zeer
voordecligc bepalingen van de regee
ring het" uitsluitend recht verkregen
voor het winnen van goud en zilver
in twee districten, gelegen noordelijk
van Peking.
De noodige machinerieën zyn uit
het buitenland besteldeen gedeelte
is reeds te Shanghaieen ander deel
onderweg. De leiding van de werk
zaamheden is opgedragen aan een
ervaren Chineesch mijningenieur, die
(wy volgen hierby het Engolsche
blad) by verschillende buitenlandsche
I gouddel very en practische ervaring
heeft opgedaan.
I De gronden der maatschappij wor
den zeer ryk genoemd aan goud en
zilvermonsters van het erts, naar
Shanghai gezonden, hebben zoo'n
goeden indruk te weeg gebracht
men noemt ze zeer rijk en van de
beste hoedanigheid als tot nog toe in
China te voorschijn is gebracht
dat zij er niet weinig toe bijgedragen
hebben de uitzending der machine
rieën te doen bespoedigen.
Yan China echter is men verras
singen gewoon en misschien zal ook
deze historie later afgescheiden
van de vraag of er niet te veel ophef
van de zaak gemaakt wordt blij
ken een verrassing te zyn.
De mogelijkheid vau het aanwezig
zjjn der mineralen trekken wy geen
zins in twyfel, doch wel, of er ooit
iets van een behoorlijke exploitatie
zal komen. De ervaring, opgedaan
van de werkzaamheid van Chineesche
maatschappijen, geeft voor dezen twij
fel voldoenden grond.
Het onderwijs in China.
De Petersburgsche correspondent
van de N. R. CL schrijft het volgende
over plannen tot verbetering vau het
schoolwezen in China, naar aanleiding
van een artikel in de West»,ik Je-
vropy
De minister en directeur van.de
rijksbibliotheek Soen-tfia-nai heeft den
•Keizer plannen voorgelegd tot ver
betering en uitbreiding van het on
derwijs in China. Soen-tfia-nai, die
een groot geleerde is, toont aan, hoe
uiterst gebrekkig het onderwijs in
China ingericht is, en hoe alle bui
tenlanders de Chineezen in dit op
zicht vooruit zijn. Hy dringt sterk
aan op verbetering om niet onder te
gaan in den strijd"tegen het Westen
Daarom moet China datgene, waarin
hot Westen juist zoo uitmunt, over
nemen, in de eerste plaats het school
wezen. waardoor Earopa zulk een
voorsprong heeft op China. De plan
nen van den minister moeten al door
den Keizer goedgekeurd zyn; hoofd
zakelijk betreffen ze de stichting van
een universiteit, ten deele naar Euro-
peesch model, te Peking; de zuiver
Chineesche wetenschappen zullen de
voornaamste leerstof blijven. Aan
deze universiteit zal onderwijs gege
ven worden in tien faculteiten:" lo,
wis- en sterrenkunde, 2o. aardrijks
kunde, 3o. wijsbegeerte eu godsdienst
wetenschap, 4o. staatkunde, 5o. lite-;
ratuur en vreemde talen, 6o. weten
schappen op oorlog en marine toege
past, 7o. landbouw, So. technologie,
9o. handelswetenschappen, lOo. ge
neeskunde. Yoor dit alles zouden
meent men, vier professoren voorloopig
voldoende zijn: twee Chineezen en
twee vreemdelingen en op grooten
toeloop van hoorders wordt vermoe
delijk nog niet gerekend. Met het
toelaten van studenten tot de univer
siteit moet men zeer voorzichtig zyn,
raadt Soen-tfia-nai aan. Beneden den
25-jarigen leeftyd mogen geen stu
denten aangenomen worden, maar zij
zullen een bezoldiging krijgen van 4
tot 8 ljan (15 tot 30 gulden) 's maands.
Merkwaardig is ook de wijze waarop
het geld voor den bouw en het on
derhoud der universiteit bijeengebracht
wordtaan de twee opperbevelhebbers
van de noordelijke en de zuidelijke
havens wordt bevolen maandelijks
5000 ljan naar het ministerie van
financiën te zenden. Binnen eeu jaar
wil Soen-tfia-nai de Pekingsche uni
versiteit kant en klaar hebben, maar
dan zouden bouw eu inrichting maar
heel weinig kostenongeveer f 400,000.
Er is ook nog een plan, van Den-
hoea-hi, den gouverneur vau de pro
vincie Ngon-hoei, tot het oprichten
van hoogere burgerscholen iu de pro
vinciën, en ook dit moest iu beginsel
reeds de goedkeuring vau den Kei
zer verworven hebben. In alle pro
vinciale hoofdsteden zouden dan
hoogere burgerscholen opgericht wor
den, waar twee leeraren onderricht
geven in schoonschrijven, Chineesche
geschiedenis en letterkunde, aardrijks
kunde, en nog andere Chineesche vaK-
ken, terwijl twee andere leeraren, die
aan de Pekingsche universiteit een
graad gehaald moeten hebben les
zullen geven in vreemde talen, alge
meene geschiedenis en natuurweten
schappen. Deze scholen hebben een
vierjarigen cursus. Uit ben, die het
eindexamen van deze scholen afleggen
worden zy gekozen die aan de Pe-
kiugsche universiteit bun studiën mo
gen voortzetten. Ook de leeftyd waar
op men tot het toelatingsexamen voor
de hoogere burgerscholen wordt toe
gelaten, is tamelijk hoog.
Een moderne Methusalem.
Een Indische fakir, een dier goo
chelaars, wier verrichtingen aller ver
bazing opwekken, en die in den regel
in een roep van heiligheid staan,
moest dezer dagen in Calcutta voor
de rechtbank komen. Daar werd hem
eerst gevraagd naar zyn leeftijd. „Ik
ben 856 jaren", gaf hy heel kalm ten
antwoord. Men kan zich de verbazing
vau de rechters eu het publiek voor
stellen. Toen men hem verzocht geen
gekheden te zeggen, liet by zich op
de volgende wijze uit: „Ik heb nu
acht en een halve eeuw achter mij.
Als ik 900 jaar ben, val ik iu slaap,
en blijf een maand lang bewusteloos
liggen, als ik dan weer ontwaak, ben
ik weer jong en frisch en leef ik eeu
nieuw leven. Yoor 300 jaren leefde
ik onder den naam van Schluugli
Bawa in Benares. Toen ging ik naar
Guscherat en noemde my Kini Ba
wa. Ik kan u vertellen van alle ge
beurtenissen die in de laatste 300
jaar zijn voorgevallen".
De rechter drong na deze woorden
maar niet langer aan op het verhoor
van dezen getuige.
Vervolg Stadsnieuws
Letterlievende Vereeniging
„J. J. Cremer".
Dinsdag-avond gaf bovengenoemde
vereeniging haar eerste Mom us avond
in dit seizoen in den schouwburg
alhier. Een overtalryk publiek woonde
de uitvoering bij, en was blijkens het
voortdurend applaus zeer ingenomen
met hetgeen er te genieten viel. En
geen wonder dan ook, want het aar
dig en varieerend programma werd
in één woord gezegd uitstekend uit
gevoerd.
Alie krachten droegen er het hare
toe by om den avond goed te doen
slagen. Het keurig pianospel vau
Mejuffrouw G. Hoeve, evenals een
paar violoneel-soli, die de heer W.
Wiegant Jr. ten beste gaf. verwierven
veel bijval. Niet minder succes had
den mej. M. Eggers en de Heer L.
Jausen met 't opvoeren van het bly-
spel „Een Stortbui" van G. D'Aucourt.
Ook de voordracht „Een vergeten
Schouwburg en een miskend Kunste
naar" van Justus van MaurikJr. was
heel aardig. De heer L. Jansen gaf
buitengewoon goed het Amsterdamsche
dialect der verschillende daarin voor
komende personen weer.
De voordrachten „Meesters Straf"
en „Waarheid en Loge" door mej. M.
Eggers verwierpen eveneens voel
bijval.
Verder hoorden wij nog eenige goede
nummers van het welbekende quartet
„Lorelev." Het „Status^quo," alleen
spraak, voorgedragen door mej. F.
Busquet, viel zeer in den smaak, zoo
ook de voordracht „De Danslnstige."
Dekom.voordracht. „Robert le Diable"
door de heer H. F. v. Beynen werkte
ten zeerste op den lachlust der aan
wezigen. De voordracht „de eerste en
de laatste Hoed" door den heer J.
Hartog was ook heel aardig.
Een zeer geanimeerd bal. onder
leiding van den heer J. G. Martin,
dat tot laat in den nacht voortduurde
besloot dezen prettigen avond.
Zooals uit achterstaande advertentie
blyk voert het Genootschap „Melpo
mene en Thalia" Zondag 2den Kerst
dag op „Joan Woutersz of Leven
en Sterven voor Oranje", het drama
van Schimmel, dat als echt vader-
landsch stuk wel zal „trekken".
KANTONGERECHT.
De heer J. B. Bos van Bloe-
mendaal, had zich te verantwoorden
ter zake, dat hij op 20 October zijne
sloot, toen deze vanwege Rijnland
werd geschouwd niet voldoende van
los en vaststaande planten had ge
zuiverd. De verordening houdt in, dat
de slooten van 15—30 October, als
wanneer de schouw wordt verricht,
j schoon moeten zijn. De heer Bos be-
1 weerde, dat hij zijne sloot in orde had
laten maken. By de behandeling bleek,
j dat hy met f 0.25 boete aan Ryn-
land te betalen er af had kunnen zijn.
jOf dan Rijnland de sloot liet schoon
maken, kon de opzichter, de heer
Holwer'a niet verklaren, maar wel,
dat de boeten van f 0.25 tot f 10 lie
pen dit laatste in antwoord op
een gezegde van het O. M. dat het,
moet men maar f0.25 betalen, wel
zeer gemakkelijk zou zyn, de sloot
niet te laten schoonmaken. De heele
zaak is deze, zeide de kantonrechter,
dat hier geen moedwilligheid wordt
verondersteld. Geëischt werd f 3 of 2
dagen.
Eeil pcUoleummotorbool is geen
stoomloot
De schipper D. V. te Zaandam, die de
vorige week terecht stond ter zake, dat hij
in hot Noordzeekanaal had gestoomd met
liet door stoom gedreven stoomschip ot mo
torboot «ZaandamLeiden#, zonder te heb
ben gezorgd dat aan den mast een lantaarn
brandde, die een onafgebroken en gel.jk-
matig helder wit licht deed schijnen, werd
door den kantonrechter vrijgesproken van
het hem ten laste gelegde niet bewezen
feit, en ontslagen van alle rechtsvervolging
ter zake van liet overige hem ten laste
gelegde; ZHA. overwoog o. a.
dat wettig en overtuigend was bewezen,
dat de petroleurnmotorboot van beklaagde
zich voortbewoog in liet kanaal en dat. niet
is zorg gedragen, dat die boot eene lantaarn
voerde, die een onafgebroken en gelijkmatig
helder wit licht deed schijnen;
dat een petroleninmotorboot wordt voort
bewogen door eene schroef, die in bewe
ging wordt gebracht door een petroleum-
motor, doch in geenen deele door stoom,
zoodat dergelijke boot met kan woi den ge
lijk gestold aan een stoomvaartuig
dat het voorschrift van art. 7 van het
K B.van 18 Mei 1892S no.102 uitsluitend geld
voor stoomvaartuigen, en mitsdien geer.e
toepassing vindt, waar, gelijk in casu, is
gevaren met een petrcleummotorboot
dat het ten laste gelegde en bewezen
feit evenmin valt onder eene andere inet
straf bedreigde bepaling van eenige wet of
wettelijke verordening, zoodat de beklaagde
te dezer zake behoort te woiden ontsiageu
van alle rechtsvervolging;
dat niet wettig en overtuigend is be
wezen, dat de beklaagde met eene door
stoom gedreven stoomschip in het N"*ord-
zeekunaal heeft gestoomd, en daarbij niet
voor het voeren van een lantaarn met hel
der wit licht heeft gezorgd, zoodat hij van
dat hem ten laste gelegde feit behoort :e
worden vrijgesproken.
De trompetblazer.
De metselaar C. B. te Heemstede, die
terecht stond, ter zake dat hij in staat van
dronkenschap in het openbaar de orde zou
hebben verstoord, door voortdurend tebla-
sen op een kindertrompet, die een geluid
maakte als van een politie-signaalfluit, werd
heden door den rechter schuldig verklaard
aan'«zich in kennelijken staat van dronken
schap op den openbaren weg bevindenen
te dier zake veroordeeld tot f2 boete sub-
sidiairhechtenis vnn2 dagen en ontslagen van
alle rechtsvervolging ter zake van het
meerder hem ten laste gelegde. Z EA. over
woog o a.
dat het in den nacht onophoudelijk bla
zen op eene kindertroinpet, die een geluid
maakt als van een politie-signaalfluit, op
zich zelf niet kan geacht, worden een orde-
verstorende handeling daar te stellen, zelfs
niet wanneer die handeling tengevolge heeft
de komst ter plaatse van drie politie-agenten, I
die daarvoor de aangrenzende wijken hebben j
verlaten
dat die handeling zoude kunnen worden
gequaliliceerd als verwekken van rumoer,
waardoor de nachtrust kan worden ver-
stoord. indien namelijk was ten laste gelegd I
en geblekendat de verstoring der nacht
rust liet gevolg van die handeling had kun
nen zijn
dat derhalve hot bewezen feit, voorzoover
het betrekking heeft op het verstoren der
openbare orde in staat van dronkenschap
bij geene bepaling van eenige wet of wette
lijke verordening is verboden en strafbaar
gesteld, zoodat de beklaagde te dezer zake
behoort te worden ontslagen van rechtsver
volging.
Nijverheid.
Op de Donderdagavond in het
Brongebouw gehouden vergadering
van liet departement Haarlem van
de Ned. Maats, ter bevordering van
Ny verheid, werd in de plaats van den
heer mr. Joh. Enschedé, voorz., die niet
herkiesbaar was, gekozen de heer L.
Sloot. De secretaris en de penning
meester werden als zoodanig herko
zen.
De heer Dr. L. Bleekrode hield
daarna zyne aangekondigde lezing
over Marconis' telegraafstelsel (tele-
grafeeren zonder draad), waarvan
wij onlangs verslag gaven, toen de
heer B. te Amsterdam optrad. Door
verschillende proeven werd de voor-I
dracht toegelicht.
De leden waren in grooten getale i
tot het aanhooren dezer lezing opge
komen, terwijl ook vele genoodïgden
tegenwoordig waren.
enige uren voor de aankomst van de boot stond ik op
het havenhoofd naar de horizon te turen, totdat een ma
troos, wetend waar ik naar keek, my heel. heel in de
verte oen stipje aanwees, dat de boot, van Calais moest
zyn. De stip werd al grooter en grooter 'en zoodra ik
de passagiers, die op de brug stonden kon onderschei
den, bemerkte ik iemand die vroolyk met zijn zakdoek
wuifde. Het moest George zynhij droeg een licht ge
kleurd pak, waarin hy nog forscher geleek. Toen de
boot dicht by was, zag ik zyn onafscheidelijke pijp,
die hy in den mond hieldnu twijfelde ik niet meer of
hy was het!
„Dat is hem!" riep ik uit, hem aan den advocaat
aauwyzend.
„En ziet gy den heer Ivan niet
In myn opgewondenheid had ik hem geheel vergeten
maar weldra kreeg ik ook hem in liet oog. IIy droeg
een redingote, die" hy geheel had toegeknoopt, en een
bonten mots, waarvan de rand was omgeslagen ten ein
de zyn hals voor de koude te beschutten, voltooide zijn
kleediug. Toen ik weder naar George keek, zag ik, dat
de zeewind hem een frissche kleur had bezorgd en een
blijde lach om zyn lippen speelde, en toen geloof ik, dat
ik lachte en schreide tegelijk. Zelfs de heer Pelham
deelde in rayn vreugde. Alleen Ivan bleef even kalm
als altijd en geen spier van zyn gelaat vertrok. Hy zag
bleek tengevolge van de vermoeiende reis, terwijl zyn
kleine, doordringende oogen zóó droefgeestig rondkeken,
alsof zy niets dan ellende bespeurden.
Eindelijk stonden wy tegenover elkaar. George drukte
my de hand en kuste mij in zyn overmaat van geluk
op beide wangen.
„En Judith hoe gaat het met haar
„Zeer goed
„En myn beste Taras?"
„Judith is bij hem."
Zyn. gelaat betrok, toen hy myn aandoening bemerkte;
Ivan boog zich naar my too om beter te kunnen luiste
ren, terwijl George hernam
„Wat is er gebeurd
ik kon van aandoening niet spreken, en verborg het
gelaat in de banden.
„Mijnheer Taras is blind geworden," zeide Pelham
mij te hulp komend. „Men heeft hem vitriool iu de
oogen geworpen."
„Ik heb u wel gezegd dat liet zoo zou afioopen,"
zeide Ivan kalm; „Siberië, de dood of verminking ston
den hem te wachten."
George slak zijn arm door den myne en trok my
zachtjes mede.
„Houd moed, zusje! Wij hebben hem nog mogen be
houden en nu zyn vijanden hnn doel bereikt hebben,
zullen zy hem verder met rust laten. By een man als
Taras maakt de verwezenlijking van een enkel idee niet
zyn gebeele geluk uit.
„Hy beeft moedig gevochten in den strijd en kan nu
zonder spijt de wapenen nederleggen om de genoegens
van een kalm leven te gaan smaken. En wy zullen al
ons best doen hem gelukkig te maken, niet waar
Wij gingen in een der hotels ontbijten en nu kwam
het eerst bij my op, dat ik geheel vergeten had den
heer Pelham aan myn vrienden voor te stellen. Ik be
ijverde my om Ivan een weinig op te vroolyken maar al
myn pogingen leidden tot niets.
„Dit is de beer Pelham", zeide ik, „een advocaat, die
my van grooten dienst is geweest. Ik durf gernst te
zeggen, dat gij nooit bier waart gekomen, als hy mij
niet in alles geraden had."
„Dan is het mij dubbel aangenaam u te leeren ken
nen, mijnheer," zeide George hem hartelijk de hand
schuddend. „Gij zult ons hoop ik ook verder uw hulp
verleenen, want wy zyu nog niet aan liet einde. Maar
laten wy de zaken tot na liet. ontbijt bewaren."
Onder het eten vertelde hy hun van zijn weder
varen.
„Borgis Schemyl is een knappe kerel en de eerlijkste
ontvanger van belastingen, dien men zich denken kan.
Er is niemand die zóo handig met fooien weet om te
gaan als byzoodra hy het telegram ontvangen had,
maakte hy zich slagvaardig en toog aan den arbeid.
„Het geluk wilde, dat de twee kozakken die u en
mij by liet vertrek uit Petersburg vergezelden, bevel
kregen ons in bet bosch te zoeken, maar inplaats van
dezen last op te volgen, gingen zy zich aan bet post
huis bedrinken."
En wat denkt ge dat Borgis nu deed'?
„Op eeu avond, dat zij stomdronken waren, ontdeed
by hen van al hun kïeedingstukken en wikkelde hen
in dekens waarop hy hen voor de kachel legde, lekker
warmpjes dus. Met veel moeite gelukte het mij iu een
der uniformen te komen, terwijl Ivan in het zijne veel
te veel ruimte had. Dit was evenwel gemakkelijk te
verhelpen, door het met proppen en lappen op te vul
len. Wy zagen er prachtig uitDe vermomming van
Ivan was volkomen, maar men oordeelde bet noodig
mijn onderkaak in een grooten zakdoek te wikkelen,
Zandvoort.
i Burgemeester en Wethouders vau
Zandvoort hebben benoemd tot brand
meesters Jb. Koper, J. Water, C. J.
vau Keeren en S. Visser; tot onder
dien men te voren met bloed rood gekleurd had, want
het moest heeten, dat mijn kin verwond was geworden
iu een gevecht met smokkelaars.
„Zoodoende kon ik onderweg niet spreken, en de
enkele bijna onverstaanbare woorden, die ik nog sprak,;
moest Ivan vertolken. Het eerst gingen we nu naar
bet posthuis, waar Borgis bezig was zyn schoonzuster
te knevelen daarop verzocht hy ons mee hem hetzelfde
te doen om de kozakkeD, wanneer zy hun roes hadden
uitgeslapen te doen gelooven, dat wy van deze gelegenA
tieid hadden gebruik gemaakt het huis te plunderen,!
na eerst den postmeester onschadelijk te hebben ge-j
maakt. Borgis groette ons door een knipoogje te geven,
en bromde, want door do prop die wy hem in den mond'
hadden gestopt, kou by bijna niet spreken, iets wat
een verzoek inhield om de deur goed te sluiten.
„Toen konden wy vertrekkende paarden van dej
kozakkeu stonden gezadeld in den stal. Wij stegenj
schielijk op en draafden weg; de sterren schenen hel-j
der eu verspreidden genoegzaam licht om ons den weg!
aan te wijzen."
Wordt vervolgd.)