rechtkwamen, die de dilettanten zeker niet by daglicht tot plek van ver wonding zouden hebben gekozen. Daardoor moesten de getuigen zich op eerbiedigen afstand houden, wilden ook zy niet met bebloede hoofden thuiskomen. De secundanten waren twee advocaten, een jonker en een fias gevestigd arts, die zooveel moge- ijk in de Egyptische duisternis de eerste hulp verleende. Uitvaart van prof. Doedes. Te Utrecht had Dinsdagmorgen, onder zeer groote deelneming op de algemeene begraafplaats de teraarde bestelling plaats van het stoffelijk overschot van den oud-professor J. I. Doedes. De baar was onder kran- sen^-en bloemstukken bedolven. "Vele professoren en studenten waren aan wezig. Het woord werd aan het graf gevoerd door dr. J. J. P. Valeton Jr. namens den senaat van de uni versiteit en de theologische faculteit; door ds. Molyn uit Nijmegen, als een zy'ner leerlingen; door ds. Moquette uit Rotterdam, namens de kerkelijke gemeente aldaar, waar Doedes voor veertig jaar stond. Dr. A. W. Bronsveld dankte namens de familie. Goede drankbestrijding. Men meldt uit Deventer: Ter bestrijding van het gebruik var. sterken drank heeft de firma P. Stoffel Czn. alhier, besloten na verloop van een jaar aau iederen arbeider, werk zaam in hare zaak, die kan verklaren, gedurende dat jaar geen sterken drank gebruikt te hebben, f 15 nit te keeren, terwijl de firma bovendien gelijk be drag in een fonds zal storten, dat den grond moet leggen voor een pensioen fonds, dat genaamd zal worden bet Onthoudersfonds en beheerd zal wor den door de genoemde firma. RECHTSZAKEN. Brandstichtende spuitgasten. De Rotterdamsche rechtbank deed Dinsdag uitspraak in de zaak dei- beide brandspuitgasten van spuit no. 17 te Rotterdam' C. F. van I. en E. Y., beschuldigd van poging tot opzet telijke brandstichting in "de Poort straat te Rotterdam (ter wille van de waarschuwingspremie), waardoor ge meen gevaar voor menschen en goede ren kon ontstaan. Conform het rapport der vier ge neeskundigen achtte de rechtbank beklaagde C. F. v. I., als zijnde een gedegenereerd epilepticus, gevaarlijk voor de maatschappij en gelastte zyn overbrenging naar een krankzinnigen gesticht, een proeftijd van een jaar niet te boven gaande. Bekl. E. V. veroordeelde zij tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. Brandstichting. In de maand Juni van dit jaar stond voor de Rechtbank te Amster dam terecht de banketbakker Smit, beklaagd van in zijn huis aan de Wittenburgerstraat 19 moedwillig brand te hebben gesticht. Een der twintig getuigen, de win keljuffrouw H. Bröngers, verklaarde destijds, dat zy gezien heeft, dat haar meester het petroleumtoeste! heeft omvergeworpen en een brandende lucifer wierp in de olie, die over den grond vloeide. Het O. M. vorderde 5 jaar gevangenisstraf, en kwam in be roep, toen by vonnis van de Recht bank de brandstichting niet wettig en overtuigend bewezen werd geacht. Dinsdagmorgen hield de zaak het gerechtshof te Amsterdam bezig. De getuige Brongers, nogmaals gehoord, Bleef beslist "by haar verklaringen. Smit had haar verteld, dat de zaken slecht gingen en dat hy nog schuld had bovendien. Hy stelde haar voor bet huis iu brand te steken, waarvan zij echter niet wilde weten. Daarop heeft Smit zelf brand gesticht op de boven omschreven wijze. De beklaagde hield zyn onschuld vol. Wat tegen hem pleit, is het op merkelijke feit dat hy in zijn woning in de Albert Cuypstraat ook reeds tweemaal brand had gehad. Daarbij kwam, dat bekl. niet kon opgeven waar zyn geldkistje gebleven was, en dat hy het winkelmeisje bad ont slagen vier dagen na den brand „om dat ze niet te vertrouwen was." Voorts bevestigde de getuige nog, dat zy Smit geld heeft zien nemen uit het kistje vlak vóór den brand. Zy heeft nadat bekl. brand had gehad in de Albert Cuypstraat tot den bakkers jongen, mede opnieuw als getuige ge hoord, verteld hoe de brand was aan gekomen. De advocaat-generaal, mr. baron Baud, betoogde dat voldoende grond aanwezig was tot bewijs van de schuld van beklaagde en eischte gevangenis straf voor den tyd van vyf jaar. Het O. M. bij de Amsterdamsche rechtbank eischte tegen de colpor teurs Cornelissen en V. d. Mey ieder een maand gevangenisstraf en tegen den eerstgenoemde bovendien ontzet ting uit zyn beroep wegens het langs den openbaren weg venten van zede- kwetsende geschriften. Vijftien jaar. De rechtbank te Assen deed Maan dag uitspraak in do zaak tegen Jan Nykeuter, arbeider te Emmer-Com- pascuum, die in de vorige week heeft terechtgestaan ter zake van mishan deling eu moord op de 16-jarige Hen- drikje Hummel, waarvoor het O. M. levenslange gevangenisstraf had ge vorderd. De rechtbank beeft den bekl. veroordeeld tot eeue gevange nisstraf van 15 jaren. GEN3ENG3 NIEUWS. Panama. Onder de weinigen van de bij Pa nama betrokkenen, die belangstelling, meer dan minachting, inboezemen, behooren de doodenFerdinand de Lesseps, Charles Floquet. Meu heeft gelezen dat zijn naam opnieuw door Ar ton genoemd is, wel niet. als omge kochte, maar toch als mede-omkooper. Mevrouw Floquet heeft thans aan de parlementaire Panama-commissie den volgenden brief gezonden Mynheer de president. Ik kom U vragen aan Uwe geachte collega's van de commissie meüedee- ling te doen van de volgende regels, door mijn eciitgenoot geschreven op het oogenblik dat tegenstanders zonder gewetensbezwaren hem zochten te treffen in'zijn staatsmanseer welke zyn geweten even hoog stelde als zyn eer als man. Zyn stem is thans voor altijd stil. Zyn eerewoord overleeft hem en pro testeert tegen een deloyale legende en brutale leugens. Wil aanvaarden, enz. Hortense Charles—Floquet. Het stuk, door mevr. Floquet bij dit schrijven gevoegd, is het testament van haar man. Het draagt als datum 18 Februari 1893, een maand dus na dat de Kamer geweigerd had hem als voorzitter te herkiezen. Het luidt als volgt: Ik gevoel my zeer zwak. Ik zweer, andermaal, alvorens te sterven, dat er niets waar is van de verklaring van Charles de Lesseps betreffende de vraag die ik hem zou gedaan hebben. Zulk een gesprek heeft niet plaats gehad. Ik heb niets ge vraagd, niets ontvangen, ik herhaal het. Ik heb zonder erom verzoent te hebben mededeeling gekregen van een lijst van bladen, met de aanduiding van het bedrag aan elk hunner ver strekt, zonder" eenig initiatief, noch aandrang, noch zelfs raad mijner zijds. Ik ben mishandeld door de laag heid van het parlement. Geen enkele, geen zelfs van hen die de waarheid kenden, door aanwezig geweest te zyn bij het onderhoud, is opgestaan om de waarheid te zeggen. Ik heb Ket geheim der anderen ongeschonden be waard. Ik breng dank aan de burgers van het elfde arrondissement die het po litieke vertrouwen in mij, dat ik ver- j diende, dat ik niet opgehouden heb te verdienen, hebben bewaard. Ik heb het geluk te constateeren dat in die verschrikkelijke crisis die zulk een verbazingwekkende schuld aan den dag heeft gebracht, niemand aan mijn rechtschapenheid heeft ge twijfeld. Myn dierbare vrouw kan er zeker van zijn dat zy een naam draagt, die onbezoedeld moet blijven. Al wat ik bezit, moet voor haar zyn. Ik wensch dat rayu begrafenis en kel civiel zy. CHARLES FLOQUET. Prinses Hohenlohe. f Prinses Hohenlohe, de gemalin van den Duitscbcu Rijkskanselier, is Dins dagmorgen aan longontsteking over leden. Zy was van ziehzelve eene prinses van Sayn-Wittgenstein-Berleburg. in Februari 1822 geboren en in 1817 met don tegenwoordigen rijkskanselier te Frankfort a.d. Main in het huwe lijk getreden, wion zy één dochter en drie zoons schonk. Op hare uit gestrekte landgooderen iu de Ooste lijke provincies placht de prinses veel to jagen, en hare vertrekken prijkten dan ook met allerhande zeldzame ge weien. Prinses Hohenlohe was ook bekend om hare liefdadigheid. Te Esch in Luxemburg zijn by de ontploffing van eeu stoomketel in een ijzergieterij vyf werklui gedood en één gekwetst. Op weg naar Cliina. Het Duitsche eskader onder prins Heinrich heeft reeds een belangrijk succes behaald. De schepen zyn Zondagavond voor Portsmouth aangekomen. Den gehee- len dag had men hen verwacht, ad miraal Culme Seymour hield zich ge reed om de gebruikelijke eer te be wijzen, maar om zes uur des avonds was er nog geen bericht van Dover dat de Duitsche schepen gepasseerd waren. Men meende toen dat zy dooi den dikken mist waren opgehouden, maar even na zes uur werden van Spithead twee schepen gesignaleerd en weldra bleek dat het de Deutsch- land en de Oefion waren, die twee mijlen voor Spithead ten anker gin gen. Admiraal Seymour ging daarop prins Heinrich verwelkomen. De vaart door den mist en zonder eenige gemeenschap met een signaal- station is een schitterende daad van zeemanschap. Prins Heinrich heeft koningin Victo ria reeds bezocht. Dat hy den prins van Wales nog niet had ontmoet trekt zeer de aandacht. Goud iu Chiaa. Men leest in het Bat. Nbld. van 17 Nov. Het is sinds lang bekond, welken rijkdom aan mineralen China met zijn kolossale uitgestrektheid bevat; ryke velden, die slechts, en dat reeds van eeuwen her, op ontginning gewacht hebben om hun schatten af te staan. Bij de toenemende vraag der laat ste jaren, iii de eerste plaats naar goud, is de rijkdom van (len Ghinee- schen bodem 'weer meer op den voor grond getreden en werd er opnieuw de aandacht op gevestigd, dat in Mandsjoerije byv. en in het noorden en zuidwesten van het land zich vele rijke mineraal velden bevinden, waar het goud in overvloed voorhanden is, doch bij de steeds gevolgde primi tieve ontginningswijze der Chineezen tot dusver slechts iu zeer geringe hoeveelheden te voorschijn werd ge bracht. Nu is voor een streek, die volgens de bevolking buitengemeen ryk aan goud moet zijn, een Chineesche maat schappij gevormd tot goud-exploitatie. De voorfoopige resultaten zijn, vol gens de Shanghai Daily Press, zeer bevredigendreeds zyn gebouwen verrezen voor woningen en kantoren en het werk zal dadelijk na het Chi neesche nieuwjaar met kracht worden aangevangen. Een groot getal invloedrijke Chi neesche ambtenaren is, naar het schijnt, deelhebbers in dc maatschap pij. Aan haar hoofd staat Weng Tung Lo, de voormalige onderwijzer van den Keizer, een man van veel invloed. Deze en de ambtenaren heb ben voor hun maatschappij onder zeer voordecligc bepalingen van de regee ring het" uitsluitend recht verkregen voor het winnen van goud en zilver in twee districten, gelegen noordelijk van Peking. De noodige machinerieën zyn uit het buitenland besteldeen gedeelte is reeds te Shanghaieen ander deel onderweg. De leiding van de werk zaamheden is opgedragen aan een ervaren Chineesch mijningenieur, die (wy volgen hierby het Engolsche blad) by verschillende buitenlandsche I gouddel very en practische ervaring heeft opgedaan. I De gronden der maatschappij wor den zeer ryk genoemd aan goud en zilvermonsters van het erts, naar Shanghai gezonden, hebben zoo'n goeden indruk te weeg gebracht men noemt ze zeer rijk en van de beste hoedanigheid als tot nog toe in China te voorschijn is gebracht dat zij er niet weinig toe bijgedragen hebben de uitzending der machine rieën te doen bespoedigen. Yan China echter is men verras singen gewoon en misschien zal ook deze historie later afgescheiden van de vraag of er niet te veel ophef van de zaak gemaakt wordt blij ken een verrassing te zyn. De mogelijkheid vau het aanwezig zjjn der mineralen trekken wy geen zins in twyfel, doch wel, of er ooit iets van een behoorlijke exploitatie zal komen. De ervaring, opgedaan van de werkzaamheid van Chineesche maatschappijen, geeft voor dezen twij fel voldoenden grond. Het onderwijs in China. De Petersburgsche correspondent van de N. R. CL schrijft het volgende over plannen tot verbetering vau het schoolwezen in China, naar aanleiding van een artikel in de West»,ik Je- vropy De minister en directeur van.de rijksbibliotheek Soen-tfia-nai heeft den •Keizer plannen voorgelegd tot ver betering en uitbreiding van het on derwijs in China. Soen-tfia-nai, die een groot geleerde is, toont aan, hoe uiterst gebrekkig het onderwijs in China ingericht is, en hoe alle bui tenlanders de Chineezen in dit op zicht vooruit zijn. Hy dringt sterk aan op verbetering om niet onder te gaan in den strijd"tegen het Westen Daarom moet China datgene, waarin hot Westen juist zoo uitmunt, over nemen, in de eerste plaats het school wezen. waardoor Earopa zulk een voorsprong heeft op China. De plan nen van den minister moeten al door den Keizer goedgekeurd zyn; hoofd zakelijk betreffen ze de stichting van een universiteit, ten deele naar Euro- peesch model, te Peking; de zuiver Chineesche wetenschappen zullen de voornaamste leerstof blijven. Aan deze universiteit zal onderwijs gege ven worden in tien faculteiten:" lo, wis- en sterrenkunde, 2o. aardrijks kunde, 3o. wijsbegeerte eu godsdienst wetenschap, 4o. staatkunde, 5o. lite-; ratuur en vreemde talen, 6o. weten schappen op oorlog en marine toege past, 7o. landbouw, So. technologie, 9o. handelswetenschappen, lOo. ge neeskunde. Yoor dit alles zouden meent men, vier professoren voorloopig voldoende zijn: twee Chineezen en twee vreemdelingen en op grooten toeloop van hoorders wordt vermoe delijk nog niet gerekend. Met het toelaten van studenten tot de univer siteit moet men zeer voorzichtig zyn, raadt Soen-tfia-nai aan. Beneden den 25-jarigen leeftyd mogen geen stu denten aangenomen worden, maar zij zullen een bezoldiging krijgen van 4 tot 8 ljan (15 tot 30 gulden) 's maands. Merkwaardig is ook de wijze waarop het geld voor den bouw en het on derhoud der universiteit bijeengebracht wordtaan de twee opperbevelhebbers van de noordelijke en de zuidelijke havens wordt bevolen maandelijks 5000 ljan naar het ministerie van financiën te zenden. Binnen eeu jaar wil Soen-tfia-nai de Pekingsche uni versiteit kant en klaar hebben, maar dan zouden bouw eu inrichting maar heel weinig kostenongeveer f 400,000. Er is ook nog een plan, van Den- hoea-hi, den gouverneur vau de pro vincie Ngon-hoei, tot het oprichten van hoogere burgerscholen iu de pro vinciën, en ook dit moest iu beginsel reeds de goedkeuring vau den Kei zer verworven hebben. In alle pro vinciale hoofdsteden zouden dan hoogere burgerscholen opgericht wor den, waar twee leeraren onderricht geven in schoonschrijven, Chineesche geschiedenis en letterkunde, aardrijks kunde, en nog andere Chineesche vaK- ken, terwijl twee andere leeraren, die aan de Pekingsche universiteit een graad gehaald moeten hebben les zullen geven in vreemde talen, alge meene geschiedenis en natuurweten schappen. Deze scholen hebben een vierjarigen cursus. Uit ben, die het eindexamen van deze scholen afleggen worden zy gekozen die aan de Pe- kiugsche universiteit bun studiën mo gen voortzetten. Ook de leeftyd waar op men tot het toelatingsexamen voor de hoogere burgerscholen wordt toe gelaten, is tamelijk hoog. Een moderne Methusalem. Een Indische fakir, een dier goo chelaars, wier verrichtingen aller ver bazing opwekken, en die in den regel in een roep van heiligheid staan, moest dezer dagen in Calcutta voor de rechtbank komen. Daar werd hem eerst gevraagd naar zyn leeftijd. „Ik ben 856 jaren", gaf hy heel kalm ten antwoord. Men kan zich de verbazing vau de rechters eu het publiek voor stellen. Toen men hem verzocht geen gekheden te zeggen, liet by zich op de volgende wijze uit: „Ik heb nu acht en een halve eeuw achter mij. Als ik 900 jaar ben, val ik iu slaap, en blijf een maand lang bewusteloos liggen, als ik dan weer ontwaak, ben ik weer jong en frisch en leef ik eeu nieuw leven. Yoor 300 jaren leefde ik onder den naam van Schluugli Bawa in Benares. Toen ging ik naar Guscherat en noemde my Kini Ba wa. Ik kan u vertellen van alle ge beurtenissen die in de laatste 300 jaar zijn voorgevallen". De rechter drong na deze woorden maar niet langer aan op het verhoor van dezen getuige. Vervolg Stadsnieuws Letterlievende Vereeniging „J. J. Cremer". Dinsdag-avond gaf bovengenoemde vereeniging haar eerste Mom us avond in dit seizoen in den schouwburg alhier. Een overtalryk publiek woonde de uitvoering bij, en was blijkens het voortdurend applaus zeer ingenomen met hetgeen er te genieten viel. En geen wonder dan ook, want het aar dig en varieerend programma werd in één woord gezegd uitstekend uit gevoerd. Alie krachten droegen er het hare toe by om den avond goed te doen slagen. Het keurig pianospel vau Mejuffrouw G. Hoeve, evenals een paar violoneel-soli, die de heer W. Wiegant Jr. ten beste gaf. verwierven veel bijval. Niet minder succes had den mej. M. Eggers en de Heer L. Jausen met 't opvoeren van het bly- spel „Een Stortbui" van G. D'Aucourt. Ook de voordracht „Een vergeten Schouwburg en een miskend Kunste naar" van Justus van MaurikJr. was heel aardig. De heer L. Jansen gaf buitengewoon goed het Amsterdamsche dialect der verschillende daarin voor komende personen weer. De voordrachten „Meesters Straf" en „Waarheid en Loge" door mej. M. Eggers verwierpen eveneens voel bijval. Verder hoorden wij nog eenige goede nummers van het welbekende quartet „Lorelev." Het „Status^quo," alleen spraak, voorgedragen door mej. F. Busquet, viel zeer in den smaak, zoo ook de voordracht „De Danslnstige." Dekom.voordracht. „Robert le Diable" door de heer H. F. v. Beynen werkte ten zeerste op den lachlust der aan wezigen. De voordracht „de eerste en de laatste Hoed" door den heer J. Hartog was ook heel aardig. Een zeer geanimeerd bal. onder leiding van den heer J. G. Martin, dat tot laat in den nacht voortduurde besloot dezen prettigen avond. Zooals uit achterstaande advertentie blyk voert het Genootschap „Melpo mene en Thalia" Zondag 2den Kerst dag op „Joan Woutersz of Leven en Sterven voor Oranje", het drama van Schimmel, dat als echt vader- landsch stuk wel zal „trekken". KANTONGERECHT. De heer J. B. Bos van Bloe- mendaal, had zich te verantwoorden ter zake, dat hij op 20 October zijne sloot, toen deze vanwege Rijnland werd geschouwd niet voldoende van los en vaststaande planten had ge zuiverd. De verordening houdt in, dat de slooten van 15—30 October, als wanneer de schouw wordt verricht, j schoon moeten zijn. De heer Bos be- 1 weerde, dat hij zijne sloot in orde had laten maken. By de behandeling bleek, j dat hy met f 0.25 boete aan Ryn- land te betalen er af had kunnen zijn. jOf dan Rijnland de sloot liet schoon maken, kon de opzichter, de heer Holwer'a niet verklaren, maar wel, dat de boeten van f 0.25 tot f 10 lie pen dit laatste in antwoord op een gezegde van het O. M. dat het, moet men maar f0.25 betalen, wel zeer gemakkelijk zou zyn, de sloot niet te laten schoonmaken. De heele zaak is deze, zeide de kantonrechter, dat hier geen moedwilligheid wordt verondersteld. Geëischt werd f 3 of 2 dagen. Eeil pcUoleummotorbool is geen stoomloot De schipper D. V. te Zaandam, die de vorige week terecht stond ter zake, dat hij in hot Noordzeekanaal had gestoomd met liet door stoom gedreven stoomschip ot mo torboot «ZaandamLeiden#, zonder te heb ben gezorgd dat aan den mast een lantaarn brandde, die een onafgebroken en gel.jk- matig helder wit licht deed schijnen, werd door den kantonrechter vrijgesproken van het hem ten laste gelegde niet bewezen feit, en ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van liet overige hem ten laste gelegde; ZHA. overwoog o. a. dat wettig en overtuigend was bewezen, dat de petroleurnmotorboot van beklaagde zich voortbewoog in liet kanaal en dat. niet is zorg gedragen, dat die boot eene lantaarn voerde, die een onafgebroken en gelijkmatig helder wit licht deed schijnen; dat een petroleninmotorboot wordt voort bewogen door eene schroef, die in bewe ging wordt gebracht door een petroleum- motor, doch in geenen deele door stoom, zoodat dergelijke boot met kan woi den ge lijk gestold aan een stoomvaartuig dat het voorschrift van art. 7 van het K B.van 18 Mei 1892S no.102 uitsluitend geld voor stoomvaartuigen, en mitsdien geer.e toepassing vindt, waar, gelijk in casu, is gevaren met een petrcleummotorboot dat het ten laste gelegde en bewezen feit evenmin valt onder eene andere inet straf bedreigde bepaling van eenige wet of wettelijke verordening, zoodat de beklaagde te dezer zake behoort te woiden ontsiageu van alle rechtsvervolging; dat niet wettig en overtuigend is be wezen, dat de beklaagde met eene door stoom gedreven stoomschip in het N"*ord- zeekunaal heeft gestoomd, en daarbij niet voor het voeren van een lantaarn met hel der wit licht heeft gezorgd, zoodat hij van dat hem ten laste gelegde feit behoort :e worden vrijgesproken. De trompetblazer. De metselaar C. B. te Heemstede, die terecht stond, ter zake dat hij in staat van dronkenschap in het openbaar de orde zou hebben verstoord, door voortdurend tebla- sen op een kindertrompet, die een geluid maakte als van een politie-signaalfluit, werd heden door den rechter schuldig verklaard aan'«zich in kennelijken staat van dronken schap op den openbaren weg bevindenen te dier zake veroordeeld tot f2 boete sub- sidiairhechtenis vnn2 dagen en ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van het meerder hem ten laste gelegde. Z EA. over woog o a. dat het in den nacht onophoudelijk bla zen op eene kindertroinpet, die een geluid maakt als van een politie-signaalfluit, op zich zelf niet kan geacht, worden een orde- verstorende handeling daar te stellen, zelfs niet wanneer die handeling tengevolge heeft de komst ter plaatse van drie politie-agenten, I die daarvoor de aangrenzende wijken hebben j verlaten dat die handeling zoude kunnen worden gequaliliceerd als verwekken van rumoer, waardoor de nachtrust kan worden ver- stoord. indien namelijk was ten laste gelegd I en geblekendat de verstoring der nacht rust liet gevolg van die handeling had kun nen zijn dat derhalve hot bewezen feit, voorzoover het betrekking heeft op het verstoren der openbare orde in staat van dronkenschap bij geene bepaling van eenige wet of wette lijke verordening is verboden en strafbaar gesteld, zoodat de beklaagde te dezer zake behoort te worden ontslagen van rechtsver volging. Nijverheid. Op de Donderdagavond in het Brongebouw gehouden vergadering van liet departement Haarlem van de Ned. Maats, ter bevordering van Ny verheid, werd in de plaats van den heer mr. Joh. Enschedé, voorz., die niet herkiesbaar was, gekozen de heer L. Sloot. De secretaris en de penning meester werden als zoodanig herko zen. De heer Dr. L. Bleekrode hield daarna zyne aangekondigde lezing over Marconis' telegraafstelsel (tele- grafeeren zonder draad), waarvan wij onlangs verslag gaven, toen de heer B. te Amsterdam optrad. Door verschillende proeven werd de voor-I dracht toegelicht. De leden waren in grooten getale i tot het aanhooren dezer lezing opge komen, terwijl ook vele genoodïgden tegenwoordig waren. enige uren voor de aankomst van de boot stond ik op het havenhoofd naar de horizon te turen, totdat een ma troos, wetend waar ik naar keek, my heel. heel in de verte oen stipje aanwees, dat de boot, van Calais moest zyn. De stip werd al grooter en grooter 'en zoodra ik de passagiers, die op de brug stonden kon onderschei den, bemerkte ik iemand die vroolyk met zijn zakdoek wuifde. Het moest George zynhij droeg een licht ge kleurd pak, waarin hy nog forscher geleek. Toen de boot dicht by was, zag ik zyn onafscheidelijke pijp, die hy in den mond hieldnu twijfelde ik niet meer of hy was het! „Dat is hem!" riep ik uit, hem aan den advocaat aauwyzend. „En ziet gy den heer Ivan niet In myn opgewondenheid had ik hem geheel vergeten maar weldra kreeg ik ook hem in liet oog. IIy droeg een redingote, die" hy geheel had toegeknoopt, en een bonten mots, waarvan de rand was omgeslagen ten ein de zyn hals voor de koude te beschutten, voltooide zijn kleediug. Toen ik weder naar George keek, zag ik, dat de zeewind hem een frissche kleur had bezorgd en een blijde lach om zyn lippen speelde, en toen geloof ik, dat ik lachte en schreide tegelijk. Zelfs de heer Pelham deelde in rayn vreugde. Alleen Ivan bleef even kalm als altijd en geen spier van zyn gelaat vertrok. Hy zag bleek tengevolge van de vermoeiende reis, terwijl zyn kleine, doordringende oogen zóó droefgeestig rondkeken, alsof zy niets dan ellende bespeurden. Eindelijk stonden wy tegenover elkaar. George drukte my de hand en kuste mij in zyn overmaat van geluk op beide wangen. „En Judith hoe gaat het met haar „Zeer goed „En myn beste Taras?" „Judith is bij hem." Zyn. gelaat betrok, toen hy myn aandoening bemerkte; Ivan boog zich naar my too om beter te kunnen luiste ren, terwijl George hernam „Wat is er gebeurd ik kon van aandoening niet spreken, en verborg het gelaat in de banden. „Mijnheer Taras is blind geworden," zeide Pelham mij te hulp komend. „Men heeft hem vitriool iu de oogen geworpen." „Ik heb u wel gezegd dat liet zoo zou afioopen," zeide Ivan kalm; „Siberië, de dood of verminking ston den hem te wachten." George slak zijn arm door den myne en trok my zachtjes mede. „Houd moed, zusje! Wij hebben hem nog mogen be houden en nu zyn vijanden hnn doel bereikt hebben, zullen zy hem verder met rust laten. By een man als Taras maakt de verwezenlijking van een enkel idee niet zyn gebeele geluk uit. „Hy beeft moedig gevochten in den strijd en kan nu zonder spijt de wapenen nederleggen om de genoegens van een kalm leven te gaan smaken. En wy zullen al ons best doen hem gelukkig te maken, niet waar Wij gingen in een der hotels ontbijten en nu kwam het eerst bij my op, dat ik geheel vergeten had den heer Pelham aan myn vrienden voor te stellen. Ik be ijverde my om Ivan een weinig op te vroolyken maar al myn pogingen leidden tot niets. „Dit is de beer Pelham", zeide ik, „een advocaat, die my van grooten dienst is geweest. Ik durf gernst te zeggen, dat gij nooit bier waart gekomen, als hy mij niet in alles geraden had." „Dan is het mij dubbel aangenaam u te leeren ken nen, mijnheer," zeide George hem hartelijk de hand schuddend. „Gij zult ons hoop ik ook verder uw hulp verleenen, want wy zyu nog niet aan liet einde. Maar laten wy de zaken tot na liet. ontbijt bewaren." Onder het eten vertelde hy hun van zijn weder varen. „Borgis Schemyl is een knappe kerel en de eerlijkste ontvanger van belastingen, dien men zich denken kan. Er is niemand die zóo handig met fooien weet om te gaan als byzoodra hy het telegram ontvangen had, maakte hy zich slagvaardig en toog aan den arbeid. „Het geluk wilde, dat de twee kozakken die u en mij by liet vertrek uit Petersburg vergezelden, bevel kregen ons in bet bosch te zoeken, maar inplaats van dezen last op te volgen, gingen zy zich aan bet post huis bedrinken." En wat denkt ge dat Borgis nu deed'? „Op eeu avond, dat zij stomdronken waren, ontdeed by hen van al hun kïeedingstukken en wikkelde hen in dekens waarop hy hen voor de kachel legde, lekker warmpjes dus. Met veel moeite gelukte het mij iu een der uniformen te komen, terwijl Ivan in het zijne veel te veel ruimte had. Dit was evenwel gemakkelijk te verhelpen, door het met proppen en lappen op te vul len. Wy zagen er prachtig uitDe vermomming van Ivan was volkomen, maar men oordeelde bet noodig mijn onderkaak in een grooten zakdoek te wikkelen, Zandvoort. i Burgemeester en Wethouders vau Zandvoort hebben benoemd tot brand meesters Jb. Koper, J. Water, C. J. vau Keeren en S. Visser; tot onder dien men te voren met bloed rood gekleurd had, want het moest heeten, dat mijn kin verwond was geworden iu een gevecht met smokkelaars. „Zoodoende kon ik onderweg niet spreken, en de enkele bijna onverstaanbare woorden, die ik nog sprak,; moest Ivan vertolken. Het eerst gingen we nu naar bet posthuis, waar Borgis bezig was zyn schoonzuster te knevelen daarop verzocht hy ons mee hem hetzelfde te doen om de kozakkeD, wanneer zy hun roes hadden uitgeslapen te doen gelooven, dat wy van deze gelegenA tieid hadden gebruik gemaakt het huis te plunderen,! na eerst den postmeester onschadelijk te hebben ge-j maakt. Borgis groette ons door een knipoogje te geven, en bromde, want door do prop die wy hem in den mond' hadden gestopt, kou by bijna niet spreken, iets wat een verzoek inhield om de deur goed te sluiten. „Toen konden wy vertrekkende paarden van dej kozakkeu stonden gezadeld in den stal. Wij stegenj schielijk op en draafden weg; de sterren schenen hel-j der eu verspreidden genoegzaam licht om ons den weg! aan te wijzen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1897 | | pagina 2