Tweede Edie. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Bericht 10e Jaargang. Maandag 3 Januari 1898. ■o 44BO HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 ',ndenf 1.20 Voor de dorpen in domtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 inden„1.30 Franco door het gehedüijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummer0.05 Geïllustreerd Zondagst, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per'post0.371/2 -AJD V J±!-fcLTE!LT'TT'FITT Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer .10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. ofdagentm voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, SuccParijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzoring van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezon, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. -DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75. elke regel meer/0,15; Reclames per regel f0,30. Agenten voor dit l in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sand] Teken, W. J. RUI J TER BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom,AREE HOPMAb irtHeemstedeJ. LEUVEN, bij d© tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER; "olenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Dit nummer bestaatit drie bladen. EERSTE BLA] Uit hoofde van den auw- aarsdag zal het eerst^end nimmer van dit bladüaan- iagavond verschijnen. Sedert eenïgen tijd zyn a Haar- etris Dagblad de navolgen Agen- ien verbonden Vor-r het kwartier Amstetmsche ?oor. C. VINK, A. L. Dyseri-'Str. 17. Voor het Rozenpriëel K. VOS, Rozenprieelstri 30. Voor het Leidschekwarti: W. ZWART, Clercqstral3b. Advertentiën worden zder ver- looging van pry's door henangeno- nen, terwijl ook voor Aboiementen >p de Courant door hen vrdt zorg gedragen. Hoofdkantoo: Kleine Houtstraa 14. J. C. Peerebojm, Directeur- 'ïitgever STADSNIEUWS. Haarlem, 31 Dec. 1897. Haarlem in 1897. der dient in de eerste plaats te wor den vermeld de quaestie der Zondags rust, die in de maanden Maart en April heel wat pennen in beweging bracht en aanleiding gaf tot het houden van openbare vergaderingen. Men kent de quaestie: de burgemeester wilde de Zondagswet van 1815 handhaven en daar had een groot deel der burgerij bezwaar tegenterwijl anderen den burgemeester hun symphatie betuig den. Het einde der zaak was, dat de burgemeester, zy het dan ook, dat hij volhield, dat de uitoefening der Zon dagswet ook tot de bevoegdheid van een burgemeester behoort, zich neer legde bij een verzoek der regeering om de Zondagswet van 1815 niet toe te passen. Wy meenden hieraan het eersteen woord te moeten wyden, daar het inder daad eene der belangrijkste quaesties was die de geschiedschrijver voor het nageslacht zal moeten opteekenen. Maar reeds vóór dat deze quaestie aan de orde kwam, had veel plaats, dat hier niet onvermeld mag blyven. Wy noemen byv. het vertrek van den heer Mr. Joh. P.v. Outeren naar Heereveen, alwaar Z. E. A. tot Officier van Jus titie was benoemd. Jaren lang was de heer Van Outeren hier als sub stituut officier van justitie werkzaam en had zich iu die betrekking zeer geacht gemaakt. De heer Jhr. Cal- koen volgde hem op. Ook een ande- stadgenoot, die ja ren lang hier zijn verblijf hield, de Commissaris der Koningin of de Goo- verneur, zooals men vroeger zeide, Jhr. Schorer, verliet ons. daar hij tot een hooger staatsbetrekking, tot de hoogste in ons land, werd benoemd, namelyk vice-president van den Raad van State. Hartelijk en velerlei waren de afscheidsbezoeken, die hem by zyn vertrek werden ge- t w u jj bracht Hij had zich dan ook by Raa 'S t '11 ^velen wetenbemind te maken. De oud- KHin li h i STOninWer mr. G. van Tienhoven werd plaats, die wy hier in het ikort ïn^ 0pV0igeri p>e vacature in ons aennnermg willen brengen. DaaronYg^tep]^- Coiiege ontstaan door het Haarlemmer Hall etj es^hen' En ik help het hen wen- Een Zaterdagavondpraatje. CCLXLVH. Hier voel ik opeens de hand van nyn neef Wouter, dien ik niet had ïooren binnenkomen, op mijn sehou- ler en op zyn gewone, openhar- ige manier zei by, „dat ik aan'tza- Wanneer de welwillende lezer zichiiken was." „Wat haal je," ging hy de moeite wil geven, myn Zaterdag- erder, „in je hoofd, om demenschen avondpraatje zoodra by dit nummerp Oudejaarsavond jou onvervulde in handen krygt, te gaan lezen, danvenschen onder den neus te houden? Ml dat zijn op Oudejaarsavond en )nvervulde wenschen heeft ieder voor dienovereenkomstig acht ik me ver-icbzelf genoeg. Waarom dient het, te plicht, myn onderwerp daarnaar te ammeren dat de moordenaar van den den. Misschien zou ik u anders taamsingel, van wien de jusïitie dit wat hebben verteld over de ver- iar weer het spoor gevonden dacht ingeu in onze gemeentebelasting, oorgesteld worden, maar 't is niet gevoeld over belasting te spreken een oogenblik, dat duizenden by izenden niet zonder een kleine Jdering de komst van de Nieuwjaars- 3keuingen te gemoet zien. 't Is geen nieuwe opmerking, dat Op een avond als deze de herinnerin gen van alle kanten op een mensch Komen aanstormen maar waar is ze zeker. En wie tot opwekking van herinneringen nog een weinig hulp noodig mocht hebben, kan die op de eerste pagina van dit nummer in een Overzichtje vinden. Maar behalve deze zyn er dit jaar weer heelwat zaken begonnen, die niet tot een goed eind zyn gebracht en in dat overzichtje laaroin niet voorkomen. Laat ik daar en ander van zeggen, opdat we deze posten, zooals een koopman het zou noemen, niet op de balans af schreven, maar overbrengen op nieuwe rekening. In Januari van dit jaar 1897 dan is al druk vergaderd over den nacht arbeid van de bakkers. Er is over gepraat en geschreven dat 't zoo'n :urd had. ..De Bakkersbeweging'' neette dat met een weidschen naam. Nu, zc heeft heelwat uitgewerkt. Geen baarlemsch burger wil 's morgens meer versch brood hebben, geen bak ker laat uus zyn knechts meer in den nacht werken en geen arbeider be- loeft dus zyn nachtrust er aantege- voor andermans fijne tong. Helaas, lijkt er wat naar! De beweging is •vOi 't. ooe-ftnbhk zoo dood als een pier UI U'li.'lllUlr ƒ!.-> -nlr- hebben, toch nog niet ontdekt is? fat heb jeer aan, in den breede uit te ieten, dat bet KoniDgin-Emma pen- on voor het Staalbad Haarlem niet it stand is gekomen, omdat de affaire eel te groot is opgezet en men er, ehalve een pension, waar 't publiek el geld voor over had, nog een soort eneeskundige inrichting van maken ou, die de geldmensehen niet ver- ozen te betalen Schiet je er wat lee op, of je al vraagt wat er ge- omen is van het proces-verbaal we ens beleediging opgemaakt tegen den n naar elders verkasten waarnemen- jn directeur-generaal van de (brrr warte Recherche? Dat is alles veel te droog en te ai en op Oudejaarsavond niet op- *oolykend. „Ik zal je wel eens wat >rtellen." Hierby bij ©P mij© canapé Iten, schoof het mooie kussen waar in ik zelfs niet raken mag, gemak- llyk onder zyn hoofd en begon„'t gebeurd in Haarlem, een jaar of ut geleden. Myn vriend laten we lm maar van Puffelen noemen us een beste vent, een gelukkige \nt (je moet weten dat hy getrouwd vis en negen kindereu bezat) myn viend van Puffelen dan was een bste vent, maar alleen een beetje vrgeetachtig. Het was dan ook niet znder reden, dat zyn vrouw hem op en morgen van 31 December 1890 nt eenig wantrouwen vroeg: „Is je gheugen nog laug genoeg om een bodschap te onthouden ?t: Natuurlijk," zei van Piffelen, een overlijden van den heer Jhr. mr. A. G. van Lintelo de Geer, werd vervuld dit jaar door den heer Mr. Qnintus. Belangrijk voor Haarlem was de overeenkomst, die met mevr. dewed. d. Vliet dit jaar in zake de wa terleiding werd gesloten. Daardoor kon aan een lang gewenschte zaak, die nog door wijlen den heer Farn- combe Sanders in de Tweede Ka mer was bepleit, een begin van uit voering worden gemaakt. Haarlem zal dus in deze binnen niet al te lan gen tijd niet meer van Amsterdam afhankelijk zyn. Te waardeeren is een genomen besluit om de Zand voorter visschers niet langer te vergunnen met hun visch voor de Vleeschhal te staan. Reeds lang was dit velen een doorn in bet oog. Nu de Vleeschhal geheel gerestaureerd is, stak het inderdaad al te veel af. De visschers staan nu allen rustig en broederlijk naast elkaar op de eigenlijke vischmarkt; want een markt was eigenlijk de plaats voor de Vleeschhal niet oorspronkelijk geweest, maar door den tijd geworden. Tal van jubilea werden in 1897 gevierd. Wjj noemen daarvanhet 25-jarig jubileum als predikant van de Weleerw. heeren Ds. R. Mulder, Ds. Jo. de Vries en Ds. J. Schotel dat als priester van den Hoogeerw. heer Callier. Verder herdachten de vereenigingen„Eensgezindheid",„üoor inspanning uitspanning" haar 25-jarig bestaan; Cremer" haar 15-jarig, en de werkliedenvereen. Artimedes"haar 12'/2-jarig bestaan. Verder het 50-jarig jubileum van Ds. Weiss als Zondag schoolonderwijzer. Een zware brand had dit jaar in de Frans Halsstraat plaats, die helaas twee menschenlevens kostte. Andere branden by Voorting en by Dahlhaos in de kleine Houtstraat veroorzaak ten geen persoonlijke ongelukken. Na wy toch over branden spreken, zij tevens er aan herinnerd, dat het brandpiquet vanj de schutterij naar de infanterie is overgegaan. Of deze verandering eene goede is» zal nog de ondervinding moeten leeren. Een rechtsquaestie, die de gemeente in het begin van dit jaar met de firma Figée had, over de Nadorst laan, is in bevredigenden zin beslecht Eene andere over de afsluiting van liet Schotervoetpad door den heer Bredius nog niet. De zaak ging van den Hoogen Raad naar onze recht bank en van deze weer naar den Hoogen Raad,' die thans nog geene eindbe slissing heeft genomen. Eene ver pleegster van Meerenberg, die eene patiënte een bad te heet zou hebben gediend, werd, toen haar zaak iu Amsterdam voor het Hof in hooger beroep werd behandeld vrygesprokon. Haarlem viel in 1897,ook vorstelijk bezoek ten deel. De prinsen van Koetei en H.H. M.M. de Koninginnen, kwa men een paar keer incognito in onze stad. Het bezoek der laatsten had voornamelijk ten doel, door H.M. de musea te laten zien, Hare opvoe ding te voltooien. Geestdriftige toe juichingen vielen HH. MM. ten deel. Wat onze nijverheid aangaat, deze breidde zich dit jaar wederom uit, doordat de firma Droste aan het Spaarne hare chocoladefabriek ves tigde. Hiermede is zoowat het voor naamste gezegd, van wat in 1897 ge beurde. Worden ten slotte vermeld de namen der overledenen die door hun openbaar optreden meer op den voorgrond traden. Het zyn: J. Van Hoogerhuyze, gep. ma joor O. I. leger. W. Grijm Jr., oud-onderkassier aan de Stadsbank van Leening. R. Ratelland, kapelaan. D. v. d. Most van Spijk, ouderling der Ned. Herv. Gem. C. J. Frank, collecteur der staats loterij. Thomas Figee, industrieel. Aan het einde van dit artikel bren gen redactie en administratie aan lezers en adverteerders hunne geluk- wenschen bjj den aapvang van 1898. wanneer de ..-akkers vanavond eens 'fir-*je gekrenkt, 't Is dan ook niet 'daaraan denken (wanneer ze temnin- 'lezierig, bé, als er zoo aan je ge ste nu. moeten bakken voor morgen)leugen getwijfeld wordt. „Natuurlijk oao? v!->Pze -we^ kopen, dat het jaar ,n ik zaï ten overvloede een knoop 189' huu vriendelijker gezind zai n myn zakdoek leggen." „Nu dan," zei myn vrouw, „ga daD naar zwager Hupstra en vraag, of -ve vanavond daar verwacht worden of by zwager Hopma. 't Zou by een van beiden wezen, zie je, maar toen ik mijn zosters onlangs heb gespro- hebben we het eigenlijk niet bepaald. Maar denk je er vooral aan?" „Stellig," zei van Puffelen en wou juist de deur uitgaan, toen zyn vronw opeens een hoestbui kreeg, waar ze bijna niet uit kon komen. Met lief derijk kloppen op den rug kreeg hy haar weer tot bedaren en toen ze uitgehoest had, zei hy vermanend: „je moest je wat in acht nemen. Dat hoesten bevalt me volstrekt niet, je familie beeft eenmaal zwakke longen, je moet je wat ontzien." „Och, er schoot alleen een kruimel brood in myn keel," zei mevrouw van Puffelen. „Maak nu maar dat je weg komt, want 't is boog tijd voor je kantoor en vergeet mijn boodschap niet." Van Puffelen lei een knoop in zyn zakdoek zoo groot als een kindervuist en ging naar zyn kantoor. Hy doet in effecten moet je weten en nu waren juist in dien tijd verschillende effecten zoo vlug als kwik. Net als de thermometer in ons liefelijk klimaat gingen Russen en Turken en Span jaarden op en neer, dat het zoo'n aard bad. Je begrijpt, toen van Puffelen op zijn kantoor kwam, had hy al zijn attentie noodig om uit dat op en neer wippen behoorlijk wys te worden en te zorgen, dat h ij van al dat gedans niet draaierig werd. De boodschap van zyn vrouw was hy glad verge ten en toen hy, dien middag naar Amsterdam sporende voor de Beurs, zijn zakdoek uithaalde en er de knoop in vond, kon hy zich maar niet her inneren, waar die dreigende verheven heid voor dienen moest en zei ten slotte tot zichzelf: „ik moet zeker een briefkaart naar Lemelerveld schrijven om boter." Met een activi teit, waarvoor by zicbzelven bewon derde. telegrafeerde hij daarop aan zyn boterfabrikant te Lemelerveld, om twee vaatjes boter. Het toeval wou, dat hij na Beurs- tijd een mooi zaakje kon doen in die beweeglijke Russen, waarvan weer het gevolg was, dat hy wat langer bleef praten dan noodig was en zoo zyn trein naar buis misliep, reden waarom hy besloot in Amsterdam te blijven eten en daar moeder de vrouw per telegram behoorlijk kennis van gaf. Omstreeks half acht kwam by thuis. Mevrouw was juist bezig nummer zeven, acht en negen naar bed te brengen en baar eerste woord toen ze hem zag was„wat zei Hupstra Daar brak den armen zondaar bet koude zweet uit. Dat was de knoop in zijn zakdoek geweest. En toen hy deemoedig schuld bekende, zei ze een beetje kregel: „dacht ik het niet? Ga het hnn maar gauw vragen, an ders we een we niet eens waar- we heen moeten. Of neen," zei ze, zich een oogenblik later herinnerende „doe het maar niet, anders wordt het te laat. We gaan maar naar Hupstra, daar zal de party wel wezen." „Als er iets voor me komt, Grietje," zei van Puffelen. toen hy met zyn vrouw de deur uitging, tot de dienst bode, „dan zyn we by meneer Hup stra." In een tijd van dansende Rus sen, Spanjolen en Turken was natuur lijk een telegram geen bijzonderheid „jawel, meneer," zei Grietje eo daar gingen de van Puffelens, die aan den KleineD Houtweg woonden, naar de Hupstra's op den Zylweg. „De familie is naar meneer Hojpma," hoorden ze daar van de dienstbode en richtten hunne schreden naar den Schotersingel, waar de Hopma's woonden. Daar vonden ze ook inder daad het heele gezelschap, behalve de lieeren Hupstra en Hopma. „Jelui blceft zoolang weg," zei dc gastvrouw, „en ik wist dat we niet goed hadden afgesproken waar we vanavond zou den by elkaar komen, dat Hupstra en Hopma samen even naar den Klei nen Houtweg ziju gegaan om jelui te waarschuwen." „Dat is een gekke geschieden zei van Puffelen, „want we hebben eens voor al aan Grietje gezegd, dat ze wanneer wy uit zijn, 's avonds in geen geval moet opendoen. Daar staan c.us Hupstra en Hopma voor de deur te wachten en krijgen geen gehoor. Dat wordt te gek. Weet je wat, ik ga even met de tram naar huis en zeg hun, dat we hier al zyn." In weerwil van de protesten van de dames, die meenden, dat hy de zwagers beter hier kon afwachten, trok van Puffelen zyn jas weer aan en ging de straat op. Natuurlijk zag hy op den Kruisweg de tram voor zyn Haarl. Kunstclub. Voor eene zeer mooi gevulde zaal gaf de Haarl. Kunstclub Donderdag avond haar soiree ten bate van de Nationale Tentoonstelling van Vrou wenarbeid in 1S98 te 's Gravenbage te houden. Ons vorig nummer bevatte een ver slag van onzen haagscben correspon dent over de soiree,'die dit gezelschap (slechts gedeeltelijk uit leden der Haarl. Kunstclub bestaande) Woens- dagavond voor het zelfde doel te 'sGravenhage heeft gegeven. Beide keeren is hetzelfde programma opge voerd, reden waarom wy nu kunnen volstaan met de raededeeling dat het hier ter stede ook een succesvolle avond was, en de talrijke aanwezigen zich telkens door luid applaus dank baar toonden voor hetgeen ten gehoore werd gebracht. In ons vorig nummer verzuimden wy echter te wijzen op eene kleine onjuistheid van onzen haagschen cor respondent. Niet de heer F. Smit Kleine is de auteur van „Een avond in den Muiderkring" urnr eene hier ter stede woonachtige dame. Jubileum F. J. Poutsma. Heden, Vrijdagmorgen werd alhier in een der zalen van de Vereeniging het 25-jarig jubileum van den heer F. J. Poutsma, als districts-schoolop- ziener op eene feestelijke bijeenkomst hordacht. Hartelijk werd de ju bilaris toegesproken, terwijl hem ook een cadeau werd overhandigd. Wegens gebrek aan plaatsruimte komen wy op een en ander in een vol gend nummer meer uitvoerig terug. In de laatste helft van December is de navolgende circulairs verspreid Parochianen der St. Joseph1 s kerk. Zooals U wellicht bekend is, bestond er in den laatsten tijd eene groote mogelijkheid, dat de Parochie van den H. Joseph alhier haren herder, den HoogEerw. Deken B. Dankelman, zou verliezen. Immers ZijDe Doorl. Hoog waardigheid, de Bisschop van Haar lem, had niet onduidelijk te kennen gegeven, dat Hy aan onzen Hoogw. Deken de zorg over de nieuw op te richten parochie aan de LeidscheVaart zou toevertrouwen. Thans echter, en velen uwer weten dit reeds, is het zeker dat onze Hoogw. Deken als pastoor aan onze parochie verbonden blyft. Deze tijding wekte eene dankbare vreugde bij de vele Katholieken vau dez© parochie, die nu byna negen jaar den ijver van den Hoog Eerw. Heer Dankelman bewonderd en zyne liefde ondervonden hadden. Maar die dank bare vreugde wilde zich ook open baren. Van daar ontstond by eenigon uwer het plan een algemeen bewijs van die vreugde te geven, een bewys van dankbaarheid aan den HoogEerw. Deken, die zooveel deed voor zyn kerk en voor zyne parochianen, maar tevens een bewijs van dankbaarheid aan God, Die den bemindon herder in ons mid den liet. De vraag, hoe die dankbaarheid het best te tooneD, was zeer gemakkelijk te beantwoorden. Een geschenk voor persoonlijk of huiselijk gebruik zal (zoo durven ondergeteekenden verze keren) den HoogEorw. Deken niet zoo aangenaam zyn als een geschenk voor de kerk, ter wier versiering hy reeds zooveel heeft gedaan- Zyne kerk te versieren, de kerk toegewijd aan den H. Joseph, dat was van den aan vang af zijn streven en gy allen weet hoe hy daarin geslaagd is. Welnu, laat onze dankbare vreugde zich openbaren in een gemeenschap pelijk geschenk ter versiering van kerk of altaartoonen wy allen, hoe zeer wy in onzen Herder, den ijver voor het huis van God en voor het heil der parochianen waardeeren. Ten einde allen hiertoe in de gele genheid te stellen zal, in den loop dezer week of in het begin van de volgende week, eep der ondergeteekenden of neus wegrijden en ging das maar liever loopen. Thuisgekomen hoorde hij van Grietje, dat ze toch maar had open gedaan. omdat ze meneer Hopma's stem had herkend en aan de heeren had gezegd, dat meneer en mevrouw naar meneer Hupstra waren. „O," had meneer Hupstra toen gezegd, „als die stoffel van een meid b\i mij thuis dan maar goed gezegd heeft, dat we by jou waren, Hopma! Weet je wat, we gaan even naar myn huis en hoo- ren daar of van Puffelen en zijn vrouw er geweest zyn." „Zyn ze al lang weg?" vroeg van Puffelen, toen bij dat verbaal hoorde. „O neen, meneer, nog maar pas," zei Grietje, die zonder het te merken, in de keuken een klein datje had ge daan. „Dan haal ik ze nog wel in," zei van Puffelen en rende met een struisvogelpas naar den Zijlweg, waar hy hoorde, dat de heeren er pas van daan waren gegaan en gezegd hadden, dat wanneer soms meneer van Puffe len mocht komen, de meid moest zeggen, dat de heeren weer naar huis waren gegaan. „Naaf welk huis?", zei van Puffe len, die door den vermoeienden dag niet meer op zyn scherpst was. „Naar 'thuis van meneer Hopma of naar mijn huis „Neen, naar uw huis," zei de meid op goed geluk af en toen Van Puffe len, aan de waarheid twijfelende, het nog eens vroeg, gaf ze, daar ze liet nu eenmaal gezegd had, hetzelfde antwoord. „Mooie grap," dacht van Puffelen en keek op zyn horloge, 't Was over negenen en hy draafde dan ook meer dan hy liep naar den Kleinen Hout weg, waar hy hoorde, dat er nog niemand was geweest. „Dan komen ze zeker aanstonds wel," dacht van Puffelen, „ik heb ook zoo hard ge- loopen. Om ze nu niet weer mis te loopen, zal ik hier maar even wach ten." Hy ging in een stoel zitten in de donkere buiskamer en dutte na een minuut of vyf zachtjes in. De arme man had dien dag ook zooveel emotie gehad! Intusschen waren Hopma en Hup stra weer in 't huis op den Behoter- singcl gekomen ei besloten nu maar te wachten totdavan Puffelen weer-1 om kwam. Maar toen het tien nur1 werd, kwartier over tienenhalf elf, kwartier voor elveu, toen werd mevrouw van Puffelen toch ongerust en besloten Hopma en Hupstra te gaan kyken, waar by was. Hupstra zou naar den Zijlwegen Hopmanaar den Kleineu Houtweg gaan en wie van Puffelen het eerste vond, zou den ander komen afhalen van diens huis. Inmiddels was van Puffelen wak- ker geworden en met een schrik het huis uitgeloopen naar den Schoter singel, waar hy omstreeks half twaalf aankwam. Inmiddels was zyn vrouw van angst naar huis gegaan. Hopma en Hupstra „Kerel," zei ik, „schei er uit, je maakt mé dol „Hopma en Hupstra," ging Wouter onverstoorbaar voort, „zaten nu de een aan den Zylweg de ander aan den Kleinen Houtweg, te wachten de een denkeQde, dat de ander ieder oogenblik met Van Puffelen zou aan komen." Toen mevrouw van Puffelen thuis kwam, sloeg 't juist twaalf uur. De Oudejaarsavond was om. Zal ik je nu nog uitvoerig schet sen, hoe mevrouw met haar zwager naar de politie ging, overtuigd dat hem eeö ongeluk was overkomen hoe van Puffelen zelf, inmiddels thuiskomende en van Grietje hoo- rende dat ze zoo overspannen cn ze nuwachtig was geweest, den dokter uit zyn bed haalde; hoe eindelijk te twee uur de drie familiën van Puf felen, Hopma en Hupstra, nadat ze den lieelen avond door elkaar waren geschoven, allen weer compleet op hun eigen plaatsje kwamen Neen, veel liever vertel ik u, dat mevrouw zelf al boter had besteld en dat se dert dien tyd vau Puffelen nooit meer een boodschap voor zyn vrouw mag doen waar hy volstrekt niet rou wig om is.° &lk keek Wouter eens aan, toen hy ophield. Al dat gepuffel eti gehupstvi en gehopma dwarrelde me voor qc oogen en, nog bewogen met hun leed, reikte ik Wouter de hand en zei „Ik wenscb je een aangenaam uit- einde vau 't oude en een vooraeelig nieuw jaar." En dat wensch ik ook by deze aan 'j my'ne gewaardeerde lezers. F'DELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1