Tweede Edie.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Bericht
10e Jaargang.
Maandag 3 Januari 1898.
■o 44BO
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 ',ndenf 1.20
Voor de dorpen in domtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 inden„1.30
Franco door het gehedüijk, per 3 maanden„1.65
Afzonderlijke nummer0.05
Geïllustreerd Zondagst, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per'post0.371/2
-AJD V J±!-fcLTE!LT'TT'FITT
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer .10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
ofdagentm voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, SuccParijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzoring van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezon, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. -DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75. elke regel meer/0,15; Reclames per regel f0,30.
Agenten voor dit l in den omtrek zijnBloemendaalSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sand]
Teken, W. J. RUI J TER BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom,AREE HOPMAb
irtHeemstedeJ. LEUVEN, bij d© tolSpaamdam, C. HARTENDORPZandvoortG. ZWEMMER;
"olenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Dit nummer bestaatit
drie bladen.
EERSTE BLA]
Uit hoofde van den auw-
aarsdag zal het eerst^end
nimmer van dit bladüaan-
iagavond verschijnen.
Sedert eenïgen tijd zyn a Haar-
etris Dagblad de navolgen Agen-
ien verbonden
Vor-r het kwartier Amstetmsche
?oor.
C. VINK, A. L. Dyseri-'Str. 17.
Voor het Rozenpriëel
K. VOS, Rozenprieelstri 30.
Voor het Leidschekwarti:
W. ZWART, Clercqstral3b.
Advertentiën worden zder ver-
looging van pry's door henangeno-
nen, terwijl ook voor Aboiementen
>p de Courant door hen vrdt zorg
gedragen.
Hoofdkantoo:
Kleine Houtstraa 14.
J. C. Peerebojm,
Directeur- 'ïitgever
STADSNIEUWS.
Haarlem, 31 Dec. 1897.
Haarlem in 1897.
der dient in de eerste plaats te wor
den vermeld de quaestie der Zondags
rust, die in de maanden Maart en April
heel wat pennen in beweging bracht
en aanleiding gaf tot het houden van
openbare vergaderingen. Men kent de
quaestie: de burgemeester wilde de
Zondagswet van 1815 handhaven en
daar had een groot deel der burgerij
bezwaar tegenterwijl anderen den
burgemeester hun symphatie betuig
den. Het einde der zaak was, dat de
burgemeester, zy het dan ook, dat hij
volhield, dat de uitoefening der Zon
dagswet ook tot de bevoegdheid van
een burgemeester behoort, zich neer
legde bij een verzoek der regeering
om de Zondagswet van 1815 niet toe
te passen.
Wy meenden hieraan het eersteen
woord te moeten wyden, daar het inder
daad eene der belangrijkste quaesties
was die de geschiedschrijver voor het
nageslacht zal moeten opteekenen.
Maar reeds vóór dat deze quaestie aan
de orde kwam, had veel plaats, dat
hier niet onvermeld mag blyven. Wy
noemen byv. het vertrek van den heer
Mr. Joh. P.v. Outeren naar Heereveen,
alwaar Z. E. A. tot Officier van Jus
titie was benoemd. Jaren lang was
de heer Van Outeren hier als sub
stituut officier van justitie werkzaam
en had zich iu die betrekking zeer
geacht gemaakt. De heer Jhr. Cal-
koen volgde hem op.
Ook een ande- stadgenoot, die ja
ren lang hier zijn verblijf hield, de
Commissaris der Koningin of de Goo-
verneur, zooals men vroeger zeide,
Jhr. Schorer, verliet ons. daar hij tot
een hooger staatsbetrekking, tot de
hoogste in ons land, werd benoemd,
namelyk vice-president van den
Raad van State. Hartelijk en
velerlei waren de afscheidsbezoeken,
die hem by zyn vertrek werden ge-
t w u jj bracht Hij had zich dan ook by
Raa 'S t '11 ^velen wetenbemind te maken. De oud-
KHin li h i STOninWer mr. G. van Tienhoven werd
plaats, die wy hier in het ikort ïn^ 0pV0igeri p>e vacature in ons
aennnermg willen brengen. DaaronYg^tep]^- Coiiege ontstaan door het
Haarlemmer Hall etj es^hen'
En ik help het hen wen-
Een Zaterdagavondpraatje.
CCLXLVH.
Hier voel ik opeens de hand van
nyn neef Wouter, dien ik niet had
ïooren binnenkomen, op mijn sehou-
ler en op zyn gewone, openhar-
ige manier zei by, „dat ik aan'tza-
Wanneer de welwillende lezer zichiiken was." „Wat haal je," ging hy
de moeite wil geven, myn Zaterdag- erder, „in je hoofd, om demenschen
avondpraatje zoodra by dit nummerp Oudejaarsavond jou onvervulde
in handen krygt, te gaan lezen, danvenschen onder den neus te houden?
Ml dat zijn op Oudejaarsavond en )nvervulde wenschen heeft ieder voor
dienovereenkomstig acht ik me ver-icbzelf genoeg. Waarom dient het, te
plicht, myn onderwerp daarnaar te ammeren dat de moordenaar van den
den. Misschien zou ik u anders taamsingel, van wien de jusïitie dit
wat hebben verteld over de ver- iar weer het spoor gevonden dacht
ingeu in onze gemeentebelasting,
oorgesteld worden, maar 't is niet
gevoeld over belasting te spreken
een oogenblik, dat duizenden by
izenden niet zonder een kleine
Jdering de komst van de Nieuwjaars-
3keuingen te gemoet zien.
't Is geen nieuwe opmerking, dat
Op een avond als deze de herinnerin
gen van alle kanten op een mensch
Komen aanstormen maar waar is
ze zeker. En wie tot opwekking van
herinneringen nog een weinig hulp
noodig mocht hebben, kan die op de
eerste pagina van dit nummer in een
Overzichtje vinden. Maar behalve deze
zyn er dit jaar weer heelwat zaken
begonnen, die niet tot een goed eind
zyn gebracht en in dat overzichtje
laaroin niet voorkomen. Laat ik daar
en ander van zeggen, opdat we
deze posten, zooals een koopman het
zou noemen, niet op de balans af
schreven, maar overbrengen op nieuwe
rekening.
In Januari van dit jaar 1897 dan
is al druk vergaderd over den nacht
arbeid van de bakkers. Er is over
gepraat en geschreven dat 't zoo'n
:urd had. ..De Bakkersbeweging''
neette dat met een weidschen naam.
Nu, zc heeft heelwat uitgewerkt.
Geen baarlemsch burger wil 's morgens
meer versch brood hebben, geen bak
ker laat uus zyn knechts meer in den
nacht werken en geen arbeider be-
loeft dus zyn nachtrust er aantege-
voor andermans fijne tong. Helaas,
lijkt er wat naar! De beweging is
•vOi 't. ooe-ftnbhk zoo dood als een pier
UI U'li.'lllUlr ƒ!.-> -nlr-
hebben, toch nog niet ontdekt is?
fat heb jeer aan, in den breede uit te
ieten, dat bet KoniDgin-Emma pen-
on voor het Staalbad Haarlem niet
it stand is gekomen, omdat de affaire
eel te groot is opgezet en men er,
ehalve een pension, waar 't publiek
el geld voor over had, nog een soort
eneeskundige inrichting van maken
ou, die de geldmensehen niet ver-
ozen te betalen Schiet je er wat
lee op, of je al vraagt wat er ge-
omen is van het proces-verbaal we
ens beleediging opgemaakt tegen den
n naar elders verkasten waarnemen-
jn directeur-generaal van de (brrr
warte Recherche?
Dat is alles veel te droog en te
ai en op Oudejaarsavond niet op-
*oolykend. „Ik zal je wel eens wat
>rtellen."
Hierby bij ©P mij© canapé
Iten, schoof het mooie kussen waar
in ik zelfs niet raken mag, gemak-
llyk onder zyn hoofd en begon„'t
gebeurd in Haarlem, een jaar of
ut geleden. Myn vriend laten we
lm maar van Puffelen noemen
us een beste vent, een gelukkige
\nt (je moet weten dat hy getrouwd
vis en negen kindereu bezat) myn
viend van Puffelen dan was een
bste vent, maar alleen een beetje
vrgeetachtig. Het was dan ook niet
znder reden, dat zyn vrouw hem op
en morgen van 31 December 1890
nt eenig wantrouwen vroeg: „Is je
gheugen nog laug genoeg om een
bodschap te onthouden ?t:
Natuurlijk," zei van Piffelen, een
overlijden van den heer Jhr. mr. A. G.
van Lintelo de Geer, werd vervuld
dit jaar door den heer Mr. Qnintus.
Belangrijk voor Haarlem was de
overeenkomst, die met mevr. dewed.
d. Vliet dit jaar in zake de wa
terleiding werd gesloten. Daardoor
kon aan een lang gewenschte zaak,
die nog door wijlen den heer Farn-
combe Sanders in de Tweede Ka
mer was bepleit, een begin van uit
voering worden gemaakt. Haarlem
zal dus in deze binnen niet al te lan
gen tijd niet meer van Amsterdam
afhankelijk zyn.
Te waardeeren is een genomen
besluit om de Zand voorter visschers
niet langer te vergunnen met hun
visch voor de Vleeschhal te staan.
Reeds lang was dit velen een doorn
in bet oog. Nu de Vleeschhal geheel
gerestaureerd is, stak het inderdaad
al te veel af. De visschers staan nu
allen rustig en broederlijk naast
elkaar op de eigenlijke vischmarkt;
want een markt was eigenlijk de plaats
voor de Vleeschhal niet oorspronkelijk
geweest, maar door den tijd geworden.
Tal van jubilea werden in 1897
gevierd. Wjj noemen daarvanhet
25-jarig jubileum als predikant van
de Weleerw. heeren Ds. R. Mulder,
Ds. Jo. de Vries en Ds. J. Schotel
dat als priester van den Hoogeerw.
heer Callier. Verder herdachten de
vereenigingen„Eensgezindheid",„üoor
inspanning uitspanning" haar 25-jarig
bestaan; Cremer" haar 15-jarig, en
de werkliedenvereen. Artimedes"haar
12'/2-jarig bestaan. Verder het 50-jarig
jubileum van Ds. Weiss als Zondag
schoolonderwijzer.
Een zware brand had dit jaar in
de Frans Halsstraat plaats, die helaas
twee menschenlevens kostte. Andere
branden by Voorting en by Dahlhaos
in de kleine Houtstraat veroorzaak
ten geen persoonlijke ongelukken.
Na wy toch over branden spreken,
zij tevens er aan herinnerd, dat het
brandpiquet vanj de schutterij naar
de infanterie is overgegaan.
Of deze verandering eene goede is»
zal nog de ondervinding moeten
leeren.
Een rechtsquaestie, die de gemeente
in het begin van dit jaar met de
firma Figée had, over de Nadorst
laan, is in bevredigenden zin beslecht
Eene andere over de afsluiting van
liet Schotervoetpad door den heer
Bredius nog niet. De zaak ging van
den Hoogen Raad naar onze recht
bank en van deze weer naar den Hoogen
Raad,' die thans nog geene eindbe
slissing heeft genomen. Eene ver
pleegster van Meerenberg, die eene
patiënte een bad te heet zou hebben
gediend, werd, toen haar zaak iu
Amsterdam voor het Hof in hooger
beroep werd behandeld vrygesprokon.
Haarlem viel in 1897,ook vorstelijk
bezoek ten deel. De prinsen van Koetei
en H.H. M.M. de Koninginnen, kwa
men een paar keer incognito in onze
stad. Het bezoek der laatsten had
voornamelijk ten doel, door H.M. de
musea te laten zien, Hare opvoe
ding te voltooien. Geestdriftige toe
juichingen vielen HH. MM. ten deel.
Wat onze nijverheid aangaat, deze
breidde zich dit jaar wederom uit,
doordat de firma Droste aan het
Spaarne hare chocoladefabriek ves
tigde. Hiermede is zoowat het voor
naamste gezegd, van wat in 1897 ge
beurde. Worden ten slotte vermeld
de namen der overledenen die door
hun openbaar optreden meer op den
voorgrond traden. Het zyn:
J. Van Hoogerhuyze, gep. ma
joor O. I. leger.
W. Grijm Jr., oud-onderkassier aan
de Stadsbank van Leening.
R. Ratelland, kapelaan.
D. v. d. Most van Spijk, ouderling
der Ned. Herv. Gem.
C. J. Frank, collecteur der staats
loterij.
Thomas Figee, industrieel.
Aan het einde van dit artikel bren
gen redactie en administratie aan
lezers en adverteerders hunne geluk-
wenschen bjj den aapvang van 1898.
wanneer de ..-akkers vanavond eens 'fir-*je gekrenkt, 't Is dan ook niet
'daaraan denken (wanneer ze temnin- 'lezierig, bé, als er zoo aan je ge
ste nu. moeten bakken voor morgen)leugen getwijfeld wordt. „Natuurlijk
oao? v!->Pze -we^ kopen, dat het jaar ,n ik zaï ten overvloede een knoop
189' huu vriendelijker gezind zai n myn zakdoek leggen."
„Nu dan," zei myn vrouw, „ga daD
naar zwager Hupstra en vraag, of
-ve vanavond daar verwacht worden
of by zwager Hopma. 't Zou by een
van beiden wezen, zie je, maar toen
ik mijn zosters onlangs heb gespro-
hebben we het eigenlijk niet
bepaald. Maar denk je er vooral
aan?"
„Stellig," zei van Puffelen en wou
juist de deur uitgaan, toen zyn vronw
opeens een hoestbui kreeg, waar ze
bijna niet uit kon komen. Met lief
derijk kloppen op den rug kreeg hy
haar weer tot bedaren en toen ze
uitgehoest had, zei hy vermanend:
„je moest je wat in acht nemen. Dat
hoesten bevalt me volstrekt niet, je
familie beeft eenmaal zwakke longen,
je moet je wat ontzien."
„Och, er schoot alleen een kruimel
brood in myn keel," zei mevrouw van
Puffelen. „Maak nu maar dat je weg
komt, want 't is boog tijd voor je
kantoor en vergeet mijn boodschap
niet."
Van Puffelen lei een knoop in zyn
zakdoek zoo groot als een kindervuist
en ging naar zyn kantoor. Hy doet
in effecten moet je weten en nu waren
juist in dien tijd verschillende effecten
zoo vlug als kwik. Net als de
thermometer in ons liefelijk klimaat
gingen Russen en Turken en Span
jaarden op en neer, dat het zoo'n aard
bad. Je begrijpt, toen van Puffelen
op zijn kantoor kwam, had hy al zijn
attentie noodig om uit dat op en neer
wippen behoorlijk wys te worden en
te zorgen, dat h ij van al dat gedans
niet draaierig werd. De boodschap
van zyn vrouw was hy glad verge
ten en toen hy, dien middag naar
Amsterdam sporende voor de Beurs,
zijn zakdoek uithaalde en er de knoop
in vond, kon hy zich maar niet her
inneren, waar die dreigende verheven
heid voor dienen moest en zei ten
slotte tot zichzelf: „ik moet zeker
een briefkaart naar Lemelerveld
schrijven om boter." Met een activi
teit, waarvoor by zicbzelven bewon
derde. telegrafeerde hij daarop aan
zyn boterfabrikant te Lemelerveld,
om twee vaatjes boter.
Het toeval wou, dat hij na Beurs-
tijd een mooi zaakje kon doen in die
beweeglijke Russen, waarvan weer
het gevolg was, dat hy wat langer
bleef praten dan noodig was en zoo
zyn trein naar buis misliep, reden
waarom hy besloot in Amsterdam te
blijven eten en daar moeder de vrouw
per telegram behoorlijk kennis van gaf.
Omstreeks half acht kwam by thuis.
Mevrouw was juist bezig nummer
zeven, acht en negen naar bed te
brengen en baar eerste woord toen
ze hem zag was„wat zei Hupstra
Daar brak den armen zondaar bet
koude zweet uit. Dat was de knoop
in zijn zakdoek geweest. En toen hy
deemoedig schuld bekende, zei ze een
beetje kregel: „dacht ik het niet?
Ga het hnn maar gauw vragen, an
ders we een we niet eens waar- we
heen moeten. Of neen," zei ze, zich
een oogenblik later herinnerende „doe
het maar niet, anders wordt het te
laat. We gaan maar naar Hupstra,
daar zal de party wel wezen."
„Als er iets voor me komt, Grietje,"
zei van Puffelen. toen hy met zyn
vrouw de deur uitging, tot de dienst
bode, „dan zyn we by meneer Hup
stra." In een tijd van dansende Rus
sen, Spanjolen en Turken was natuur
lijk een telegram geen bijzonderheid
„jawel, meneer," zei Grietje eo daar
gingen de van Puffelens, die aan den
KleineD Houtweg woonden, naar de
Hupstra's op den Zylweg.
„De familie is naar meneer Hojpma,"
hoorden ze daar van de dienstbode
en richtten hunne schreden naar den
Schotersingel, waar de Hopma's
woonden. Daar vonden ze ook inder
daad het heele gezelschap, behalve
de lieeren Hupstra en Hopma. „Jelui
blceft zoolang weg," zei dc gastvrouw,
„en ik wist dat we niet goed hadden
afgesproken waar we vanavond zou
den by elkaar komen, dat Hupstra
en Hopma samen even naar den Klei
nen Houtweg ziju gegaan om jelui te
waarschuwen."
„Dat is een gekke geschieden
zei van Puffelen, „want we hebben
eens voor al aan Grietje gezegd, dat
ze wanneer wy uit zijn, 's avonds in
geen geval moet opendoen. Daar staan
c.us Hupstra en Hopma voor de deur
te wachten en krijgen geen gehoor.
Dat wordt te gek. Weet je wat, ik
ga even met de tram naar huis en
zeg hun, dat we hier al zyn."
In weerwil van de protesten van
de dames, die meenden, dat hy de
zwagers beter hier kon afwachten,
trok van Puffelen zyn jas weer aan
en ging de straat op. Natuurlijk zag
hy op den Kruisweg de tram voor zyn
Haarl. Kunstclub.
Voor eene zeer mooi gevulde zaal
gaf de Haarl. Kunstclub Donderdag
avond haar soiree ten bate van de
Nationale Tentoonstelling van Vrou
wenarbeid in 1S98 te 's Gravenbage
te houden.
Ons vorig nummer bevatte een ver
slag van onzen haagscben correspon
dent over de soiree,'die dit gezelschap
(slechts gedeeltelijk uit leden der
Haarl. Kunstclub bestaande) Woens-
dagavond voor het zelfde doel te
'sGravenhage heeft gegeven. Beide
keeren is hetzelfde programma opge
voerd, reden waarom wy nu kunnen
volstaan met de raededeeling dat het
hier ter stede ook een succesvolle
avond was, en de talrijke aanwezigen
zich telkens door luid applaus dank
baar toonden voor hetgeen ten gehoore
werd gebracht.
In ons vorig nummer verzuimden
wy echter te wijzen op eene kleine
onjuistheid van onzen haagschen cor
respondent. Niet de heer F. Smit
Kleine is de auteur van „Een avond
in den Muiderkring" urnr eene hier
ter stede woonachtige dame.
Jubileum F. J. Poutsma.
Heden, Vrijdagmorgen werd alhier
in een der zalen van de Vereeniging
het 25-jarig jubileum van den heer
F. J. Poutsma, als districts-schoolop-
ziener op eene feestelijke bijeenkomst
hordacht. Hartelijk werd de ju
bilaris toegesproken, terwijl hem ook
een cadeau werd overhandigd.
Wegens gebrek aan plaatsruimte
komen wy op een en ander in een vol
gend nummer meer uitvoerig terug.
In de laatste helft van December
is de navolgende circulairs verspreid
Parochianen der St. Joseph1 s kerk.
Zooals U wellicht bekend is, bestond
er in den laatsten tijd eene groote
mogelijkheid, dat de Parochie van den
H. Joseph alhier haren herder, den
HoogEerw. Deken B. Dankelman, zou
verliezen. Immers ZijDe Doorl. Hoog
waardigheid, de Bisschop van Haar
lem, had niet onduidelijk te kennen
gegeven, dat Hy aan onzen Hoogw.
Deken de zorg over de nieuw op te
richten parochie aan de LeidscheVaart
zou toevertrouwen.
Thans echter, en velen uwer weten
dit reeds, is het zeker dat onze Hoogw.
Deken als pastoor aan onze parochie
verbonden blyft.
Deze tijding wekte eene dankbare
vreugde bij de vele Katholieken vau
dez© parochie, die nu byna negen jaar
den ijver van den Hoog Eerw. Heer
Dankelman bewonderd en zyne liefde
ondervonden hadden. Maar die dank
bare vreugde wilde zich ook open
baren. Van daar ontstond by eenigon
uwer het plan een algemeen bewijs
van die vreugde te geven, een bewys
van dankbaarheid aan den HoogEerw.
Deken, die zooveel deed voor zyn kerk
en voor zyne parochianen, maar tevens
een bewijs van dankbaarheid aan God,
Die den bemindon herder in ons mid
den liet.
De vraag, hoe die dankbaarheid het
best te tooneD, was zeer gemakkelijk
te beantwoorden. Een geschenk voor
persoonlijk of huiselijk gebruik zal
(zoo durven ondergeteekenden verze
keren) den HoogEorw. Deken niet zoo
aangenaam zyn als een geschenk voor
de kerk, ter wier versiering hy reeds
zooveel heeft gedaan- Zyne kerk
te versieren, de kerk toegewijd aan
den H. Joseph, dat was van den aan
vang af zijn streven en gy allen
weet hoe hy daarin geslaagd is.
Welnu, laat onze dankbare vreugde
zich openbaren in een gemeenschap
pelijk geschenk ter versiering van
kerk of altaartoonen wy allen, hoe
zeer wy in onzen Herder, den ijver
voor het huis van God en voor het
heil der parochianen waardeeren.
Ten einde allen hiertoe in de gele
genheid te stellen zal, in den loop dezer
week of in het begin van de volgende
week, eep der ondergeteekenden of
neus wegrijden en ging das maar liever
loopen. Thuisgekomen hoorde hij van
Grietje, dat ze toch maar had open
gedaan. omdat ze meneer Hopma's
stem had herkend en aan de heeren
had gezegd, dat meneer en mevrouw
naar meneer Hupstra waren. „O,"
had meneer Hupstra toen gezegd, „als
die stoffel van een meid b\i mij thuis
dan maar goed gezegd heeft, dat we
by jou waren, Hopma! Weet je wat,
we gaan even naar myn huis en hoo-
ren daar of van Puffelen en zijn vrouw
er geweest zyn."
„Zyn ze al lang weg?" vroeg van
Puffelen, toen bij dat verbaal hoorde.
„O neen, meneer, nog maar pas,"
zei Grietje, die zonder het te merken,
in de keuken een klein datje had ge
daan. „Dan haal ik ze nog wel in,"
zei van Puffelen en rende met een
struisvogelpas naar den Zijlweg, waar
hy hoorde, dat de heeren er pas van
daan waren gegaan en gezegd hadden,
dat wanneer soms meneer van Puffe
len mocht komen, de meid moest
zeggen, dat de heeren weer naar huis
waren gegaan.
„Naaf welk huis?", zei van Puffe
len, die door den vermoeienden dag
niet meer op zyn scherpst was. „Naar
'thuis van meneer Hopma of naar
mijn huis
„Neen, naar uw huis," zei de meid
op goed geluk af en toen Van Puffe
len, aan de waarheid twijfelende, het
nog eens vroeg, gaf ze, daar ze liet
nu eenmaal gezegd had, hetzelfde
antwoord.
„Mooie grap," dacht van Puffelen
en keek op zyn horloge, 't Was over
negenen en hy draafde dan ook meer
dan hy liep naar den Kleinen Hout
weg, waar hy hoorde, dat er nog
niemand was geweest. „Dan komen
ze zeker aanstonds wel," dacht van
Puffelen, „ik heb ook zoo hard ge-
loopen. Om ze nu niet weer mis te
loopen, zal ik hier maar even wach
ten." Hy ging in een stoel zitten in
de donkere buiskamer en dutte na
een minuut of vyf zachtjes in. De
arme man had dien dag ook zooveel
emotie gehad!
Intusschen waren Hopma en Hup
stra weer in 't huis op den Behoter-
singcl gekomen ei besloten nu maar
te wachten totdavan Puffelen weer-1
om kwam. Maar toen het tien nur1
werd, kwartier over tienenhalf
elf, kwartier voor elveu, toen werd
mevrouw van Puffelen toch ongerust
en besloten Hopma en Hupstra te
gaan kyken, waar by was. Hupstra
zou naar den Zijlwegen Hopmanaar
den Kleineu Houtweg gaan en wie
van Puffelen het eerste vond, zou
den ander komen afhalen van diens
huis.
Inmiddels was van Puffelen wak-
ker geworden en met een schrik het
huis uitgeloopen naar den Schoter
singel, waar hy omstreeks half twaalf
aankwam. Inmiddels was zyn vrouw
van angst naar huis gegaan. Hopma
en Hupstra
„Kerel," zei ik, „schei er uit, je
maakt mé dol
„Hopma en Hupstra," ging Wouter
onverstoorbaar voort, „zaten nu de
een aan den Zylweg de ander aan
den Kleinen Houtweg, te wachten
de een denkeQde, dat de ander ieder
oogenblik met Van Puffelen zou aan
komen."
Toen mevrouw van Puffelen thuis
kwam, sloeg 't juist twaalf uur. De
Oudejaarsavond was om.
Zal ik je nu nog uitvoerig schet
sen, hoe mevrouw met haar zwager
naar de politie ging, overtuigd dat
hem eeö ongeluk was overkomen
hoe van Puffelen zelf, inmiddels
thuiskomende en van Grietje hoo-
rende dat ze zoo overspannen cn ze
nuwachtig was geweest, den dokter
uit zyn bed haalde; hoe eindelijk te
twee uur de drie familiën van Puf
felen, Hopma en Hupstra, nadat ze
den lieelen avond door elkaar waren
geschoven, allen weer compleet op
hun eigen plaatsje kwamen Neen,
veel liever vertel ik u, dat mevrouw
zelf al boter had besteld en dat se
dert dien tyd vau Puffelen nooit meer
een boodschap voor zyn vrouw mag
doen waar hy volstrekt niet rou
wig om is.°
&lk keek Wouter eens aan, toen hy
ophield. Al dat gepuffel eti gehupstvi
en gehopma dwarrelde me voor qc
oogen en, nog bewogen met hun leed,
reikte ik Wouter de hand en zei
„Ik wenscb je een aangenaam uit-
einde vau 't oude en een vooraeelig
nieuw jaar."
En dat wensch ik ook by deze aan
'j my'ne gewaardeerde lezers.
F'DELIO.