Tweede Editie. .r v NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Directeur-Uitgever Hooidelijken Omslag REUILLETON. 85e Jaargang. Woensdag S Januari 1898, No. 4432 HAARLEM S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijkper 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per postO.BT1^ ADV Jiii^TEnsTTrnrisr: Van 1 5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel 70,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: Bloemendo.nlSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER; Velsen, W. J. RU1JTER BeverwijkJ. HOORNS; HülegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. De nieuwe regeling van don ie Haarlem De eigenaardige discussie, Woens dag 29 December in onzen gemeente raad aan het einde der vergadering gehouden doet ons de pen opnemen om over bovenstaand onderwerp een enkel woord in net midden te bren gen. De voorzitter nam het woord en verklaarde een besluit van den Raad te willen uitlokken naar aanleiding van iets, dat hem ter oore was ge- komeu. Hy had het niet vernomen van Jan, Piet of Klaas neen, hij had het gehoord van „eenige leden". En wat wilden die leden? Zy verlangden niet meer of minder dan dat een rapport van de Commis sie van financiën, houdende eene ont werpverordening op den hoofdelyken •omslag dezer gemeente, 15 December aan dén gemeenteraad verzonden, nog dit jaar zou worden afgedaan, om met 1 Januari 1898 in werking te treden. En nu liet de voorzitter daarover niet stemmen zuiver met ja of neen. nog vóór 1 Januari of laterhy bracht in de discussie en dus ook in de stemming een ander element, name lijk: zoo niet vóór 1 Januari, dan in Januari. Wy hebben met liet oog daarop de stemlijst te beoordeelen. En als er dan maar 8 leden stemden voor de behandeling nog op 31 December '97, dan is het niet onwaarschijnlijk, dat er verschillende leden zyn geweest, die tevreden waren, als de zaak maar in Januari zou worden behandeld, wat ook in de bedoeling van den voorzitter scbjjnt te liggen. Immers wij missen onder de voorstemmers den oudsten wethouder, den heer De Kan ter, schoon deze zich in de dis cussie deed kennen als een voorstan der van spoed, en die het tevens reeds met zich zei ven hierover eens schynt te zijn, dat afschaffing van progres sie en degressie als een fait accompli moet worden aangenomen, waaraan de gemeenten zich hebben te onder werpen, en wel zoo spoedig mogelijk. Tegen dat tweevoudig gevoelen wil- ïon wy in de eerste plaats opkomen. Spoed is er in het geheel niet.. Wie zich tot het maken van haast in deze materie wil beroepen op aandrang van hooger hand begaat een anachronisme. Het is volkomen juist, dat de afge treden minister van Houten dien aan- jaren 1898, 1S99 en 1900 den tyd bie den. De bestaande verordeningen ver vallen pas 1 Januari 1901. En nu heeft de heer Macaré den 29en Dec. in den Raad terecht herinnerd, hoe fel de heer Boreesius gekant was tegen het afschaffen der progressie; het was dus allerminst te verwonderen dat daarvan blijken zou, toen deze als minister optrad. En bjj heeft dit niet onder zich gelaten. Hy heeft de circulaire van zyn ambtsvoorganger de dato 26 Juni 1896, uitgegaanvan dezen bewindsman, toen de verkiezin gen zyn beleid als minister reeds ver oordeeld hadden, wel niet ingetrokken, doch by missive van 28 October '97 aan Ged. Staten en Provinciën dui delijk te kennen gegeven, dat hij geen spoed wenschte in de vaststelling der nieuwe verordeningen doch de tijd ruimte, die de wet tot 1901 biedt, verlangt gebruikt te zien ter verza meling van de feiten, noodig om te overwegen, of hy vóór 1901 geene wetswijziging zal moeten voorstellen. De minister schreef toch„By brief „van myn ambtsvoorganger van 26 „Juni 11. la A, afd. A, Z, C. werd „de wenschelykheid betoogd de rege- „ling van het gemeentelijk belasting stelsel reeds nu, in verband met de „door de gemeeuto te genieten uit- „keering ter hand te nemen. In hoo- „verre door de gemeenten aan dezen „wenk gevolg^ zal worden gegeven, „moet nader blijken, maar intusschen „zou ilc gaarne in staat worden ge- „steld om een antwoord te geven op „iie vraag: welken invloed de invoe ging van eenen hoofdelijk en omslag „volgens de nieuwe regelen van art. „243 zal uitoefenen in verschillende „gemeenten. Als zoo door een minister wordt geschreven, die felle tegenstan der is van de afschaffing der progres sies, dan moet men zich niet op de Begeer ing beroepen, om haast maken te motivceren. Voegt men hier nu by, wat insge lijks door den heer Macaré werd herinnerd, dat de minister Borgesius by de jongste Kamerdebatten duide lijk heeft laten doorschemeren, dat hy onderzoek bad ingesteld, omdat by tot wetswijziging overhelde, dan is ten duidelijkste aangetoond^ hoe geheel uit den tyd de lieer Waller was, toen hy deed uitkomeD, dat de Raad vooral niet later dan 31 De cember vergaderen moest, want dat de Regeering er naar zat te hunke ren de verordeningen goed te keuren. Haast is er absoluut niet om vast ie stellen. Wil men de verordening behandelen, en wil men dan in den geest der Regeering een besluit ne men, dan zende men haar aan Ged. Staten, als een van de schoone voor beelden, hoe de lasten zich verplaat sen, als men de progressie of degres sie naar de wet-v. Houten afschaft Daarom was het zeker minder goed gezien van den burgemeester van Utrecht, toen hy in de laatstever- drang in eene circulaire heeft geuit, gadering van den Utrechtscben Raad doch het is even zeker, dat de tegen- j mededeelde, dat B. en Wniet van woordige minister Goeman Borgesius1 plan waren iets aan de vorordening het tegendeel wenscht. Of eigenlijk...te doen, want dat men 3 jaar den ook weer niet het tegendeel, maar tyd had. Op die manier onthoudt men i Inkomstenbelasting of Hoofdelijke kalm en bedaard overleg, waartoe de de Regeering het materiaal dat zy Omslag worden opgebracht. noodig heeft, en daarom met aandrang aan Ged. Staten heeft verzocht. „Wat dat meer betalen betreft" zoo de heer de KaDter in de verga dering van 29 December j.l. „daar is niet aan te doen, dan zou de Rijks wet moeten worden veranderd." Wij meenen hierboven te hebben aangetoond, dat als onze oudste wet houder even sterk gekant is tegen dat „meer betalen" als de spreker tegen wien hy blijkbaar het woord voerde, namelyk den heer Tjeenk Willink, hij mee kan werken om dit te verhinderen door den minister Borgesius de hand te reiken, die erg veel lust schynt te hebben, „de Rijks wet te veranderen", zoodat er dan wèl „wat aan te doen" is. Doch het loont de moeite om na te gaan wat de spreker bedoelde met zyne uitdrukking„wat dac meer betalen betreft". De heer Tjeenk Willink lichtte een tipje op van den sluier die deze wjj- ziging van den Hoofdelyken Omslag nu nog bedekt, en wier gevolgen wy met den meesten nadruk op den voor grond willen plaatsen, opdat onze kleine burgerij wete wat haar te wach ten staat, en wat dielschynbaar on schuldige wijziging, die 8 leden zoo maar even met den Franseben slag wilden door dry ven onder het motto „er is haast, wy kunnen geen dag langer wachten, de wet wil het," in liaar schoot verbergt. De heer Tjeenk Willink had zich daarmee blijkbaar reeds bezig gehouden, en zeide: Volgens mijne berekening is van „de nieuwe verordening het gevolg „dat burgers die voor f800f 1200 „zijn aangeslagennagenoeg 10pCt. „meer ztillen moeten betalen dan „thans." Wy verzoeken de burgers, die in deze termen vallen, zich nu wel voor gewaarschuwd te willen houdenniet te zeggen als zy later hun biljetten thuis krijgen, dat het een schandaal is, en dus te grommen als het te laat is.... Zij zijn nu bytyds op bet gevaar dat hen dreigt, attent gemaakt, en kunnen den Raad beduiden, dat het van hem afhangt mee te werken dit gevaar af te wenden, als hy de Re geering maar helpen wil. En 't zijn niet alleen de aangesla- genen in die klassen, het gevaar dreigt vele anderen. Wy twijfelen er niet aan of besluit de Raad tot behan deling de heeren Tjeenk Willink en anderen zuilen dit met cijfers aan schouwelijk maken. Wij missen daar toe uit den aard der zaak de gege vens omdat wij wèl hebben de oude en de nieuwe classificatie, doch niet het aantal aangeslagenen in iedere klasse, hetgeen noodig is om de ver plaatsing precies onder cijfers te brengen. Doch dat de middenklasse het loodje legt by de wijziging, die de wet v. Houten wil, is gemakkelijk te bewyzen uit de algemeene cijfers die ons ten dieDsle staan. Een zekere som moet jaarlijks tot sluiting der gemeentebegrooting aan Alle inkomens boven de f 5100 (thans de 20ste klasse en er zijn er nog 31 daarboven tot een maximum van f 100.000 jaarlijks inkomen en veel vouden van tienduizend gulden daar boven) betalen het uitgetrokken per- Cintage zeg gemiddeld 3'/2» ten volle. Zy genieten geenerlei aftrek. Onder de nieuwe bedeeling zullen al deze inkomens al dadelijk denzelf den aftrek genieten, die ook op de lagere klassen wordt toegepast, name lijk f 300 plus f 100 voor de vrouw en f 50 voor elk der overige leden van liet gezin. Wat al die aangeslagenen in de 31 hoogste klassen door dien aftrek pro fiteered moet natuurlijk al dadelijk door de 19 laagste klassen worden opgebracht. En terwijl die 19 laagste klassen thans slechts voor een gedeelte van hun inkomen worden aangeslagen, daar moeten zij nu gaan betalen liet volle percent, genietende zy alleen ook dienzelfden aftrek, die aan de 31 hoogste klassen als gift wordt in den schoot geworpen. Nemen wy als normaalgezin man, vrouw en 3 kinderen. Als zulk een gezin een inkomen heeft van f800, dan betaalt het: oooooooooooo minooioiooioioioinic W'^OQJOlN'tlCOXOCOCO H H H H H (M (M fl jaist de klassen, die het het minst beta len kunnen. En het grievende zit niet alleen in het feit van meer betalen, mnor in het feit van meer betalen alleen om de hoogere klassen ie ont lasten. Wy kunnen bier nu nog by voegen, en dat is zeker de comble dat men nu niet langer zal beginnen met de inkomens van f500 te laten betalen, doch zelfs die van boven de f300. Wy voegen hier echter dadelijk aan toe, dat getrouwde belastingschuldi gen in die klassen speciaal zij die het tot een gezin gebracht hebben, dat wij hierboven als normaal aannamen, van den aanslag geen last zullen heb- ben.Doch dat een ongetrouwd werkman met f 7. in de week, ook al gemeente belasting betaalt, om de hoogere klas sen wat te ontlasten, is toch al te mal. Wij eindigen met den wensch, dat als de Raad het voorstel van de Com missie van tinantiën onder handen neemt, hy alleen besluiten zal dit stuk werk aan Ged. Staten aan te bieden als materiaal voor het doel waarmee de Minister Borgesius zijne aanschry- ving van 28 October j.l. aan die colleges heeft gericht. ooooooooooo ooooooooooo o -r: ffl co o -M -f c o w I en in de volgende klasse komt men meer iu 't gelijk, want die van f 3500 betaalt nu over f2940 en zou volgens de nieuwe verordening betalen over f2950. Men ziet het, de inkomens van f800 tot f3200 betalen het gelag. En wel de inkomens tusschen f 800 en f 2000 in steeds klimmende cijfers. Politiek Overzicht. Li Hung Chang is geïnterviewd door een vertegenwoordiger van de New-York Heralddie hem zyn oor deel vroeg over de bezetting door Duitschland van Kiao Ghoa. Zooals te begrijpen is was de cbi- neesche staatsman hierover niet goed te spreken. Hij noemde deze bezetting een schending van de verdragen en internationale wetten. De moord op de twee duitsche zendelingen was slechts een voorwendsel, daar dechi- neesche regeering onmiddellijk volko men voldoening heeft aangeboden. Li Hang Chang wees er o.a. ook op, dat degenen aan wie de bedoe.de moord te wyten was, ook de vyanden waren van de goedgezinde bevolking aldaar. In Shantung houden zich na melyk veel bandieten en vogel vrijver klaarden op. Tevens vestigde hy er de aandacht op, dat China zich ongelukkiger wijze nog niet hersteld heeft van de ge volgen van den laatsten oorlog; een periode van vrede is noodig om de hervormingen, waarmede een aanvang is gemaakt, uit te kunnen voeren. Iu de laatste jaren zyn de Chineezen er toe gebracht om de Westersche lan den te beschouwen als modellen grooter nog in onrechtvaardigheid dan in wapenen. Is het rechtvaardig, om ons tegen te werken, terwijl wy neg worstelen om te ontkomen aan den dwang eener oude beschaving en verbeteringen en vooruitgang steeds voortduren Volgens een bericht aaD de „Times" uit Peking worden de onderhandelin gen tusschen China en Rusland over het sluiten eener gegarandeerde lee ning, met groote ièvendigheid voort gezet- Wanneer de onderhandelingen tot een goed einde komen, zegt de „Times", zouden de Russen onder voorwend sel, dat zy toezicht mogen houden op het innen der grondbelasting, zich het recht kunnen aanmatigen om in eiken tak van bestuur in te grypen. Dit bericht spreekt dus weer de mededeeling tegen, dat de leening met Engeland zou worden gesloten. In het hongaarsche huis van afge vaardigden legde de voorzitter Maan dag een brief over van den minister president Banffy, kennis gevende van 's konings besluit tot bestendiging van den status quo ten aauzien van de Quote van de beide rijkshelften. Het huis besloot tot de lezing zonder meer van deze beslissing over te gaan. Banffy verklaarde dat de regeering zich verplicht heeft gezien de noodige beschikkingen tc treffen om den status quo te handhaven en betoogde, dat de regeering wel ordonnantiën had kunnen uitvaardigen, maar er de noodzakelijkheid niet van had inge zien. De regeeriDg heeft met de Oosten- rij ksch-Hongaarsche bank een over eenkomst aangegaan. De Oostenryk- scke regeeriDg heeft haar goedkeuring verleend ten aanzien van de bestendi ging van het traetaat op voet van wederkeerigheid. De beraadslagingen over het wetsontwerp tot voorloopige regeling van de oecouomische ver houding tot Oostenrijk duren voort. Reuter's agentschap verneemt dat het zenden van Engelscho troepen naar Wadi-Halfa en van versterkin gen naar Caïro, teneinde dezen daar te vervangen, veeleer als defensieve dan als offensieve maatregel bedoeld is. Immers, deze maatregel heeft zyn reden in het dreigende oprukken der Derwisjen en beduidt geen onmiddel- lyken opmarsch van de Eugelsch- Egyptische troepen tegen deDerwisjen. STADSNIEUWS. eerste en derde pagina. Haarlem, 4 Jan. 1898. Inkwartiering. Er bestaat eene wet op de inkwar tiering. Eigenlijk is haar titel veel mooier; zy beet: „Wet van den 14deu September 1866, (Staatsblad no. 138), houden de bepalingen betrekkelijk de in kwartieringen en het onderhoud van hei krygsvolk, en de transporten en leverantiën, voor 's Konings legers of verdedigingswerken gevorderd." Een titel dus voor een liefhebber van omslag en langdradigheid, om van te watertanden. Die wet geeft voorschriften zooals elke wet dat doetdaar dient zy voor. Die voorschriften moeten worden opgevolgd, dat spreekt. Die voorschriften leggen lasten op, heel natuurlijk. Zij raken voor een deel het pu bliek, dat wil zeggen U, mij en een ander. Zy drukken voor een ander deel op de autoriteit- Zy verschaffen aan die autoriteit werk, veel werk. 4) „Wat ziet ge er lief uit, lievelingzeide hy. „Hoe zullen ze my verwenscht hebben, dat ik je zoo opge sloten hield, evenals de schoone slaapster iu het bosch Ik zal ze nooit meer durven aanzien." Zij lachte, eenigszins gevleid door zijn woorden. „Ik zal niet laat thuis komen," zeide zy. „Want an ders zou ik mij toch veel te angstig maken, als gij in dien tusschentyd meer pijn hebt gehad, ga ik zeker geen een avond meer uit." Zy kuste hem en vertrok en om elf uur trad zy de kamer wêer binnen. Zy vertelde hem welk een verruk kelijke avond het geweest was en sneed een weinig op over den opgang, dien zij gemaakt had. De verpleegster vertelde haar, dat by dien avond veel opgeruimder dan anders was geweest. Eiken dag herhaalde zy haar komediespel. Den oenen dag ging zy naar een lunch, in een toilet dat zy uit Redferm had laten komen dan weder naar een bal, een concert of een diner. Menige voorbijganger stond stil by liet zien van een bleeko, roodharige vrouw, in groot toilet, die als een dievegge haar eigen huis iu en uitsloop. Op een middag, dat ik bij een van myn kennissen te gast was, hoorde ik over haar spreken en ik voegde mij by de groep om beter te kunnen luisteren. „Ik dacht wel, dat zy koad was. maar geloofde toch dat zij nog eenig gevoel bezat," zeide oen der dames. „Al houdt een vrouw niet veel van haar echtgenoot, daarom kan zij zich toch wel een weinig om hem be kommeren, als hy stervende is." Ouder voorwendsel dat ik nog de stad in moest,ver trok ik om te onderzoeken wat er van die praatjes waar was, maar van allen hoorde ik hetzelfde. De een had twee of drie avonden achter elkaar haar rijtuig voor de deur zien staan. Een ander had haar naar huis zien terugkeeren. Een derde had haar naar buiten zien komen en zoo al meer. Daar ik haar goed kende kon ik ray haar gedrag niet verklaren en er meer van willende weten, begaf ik mij den volgenden dag naar Billy's huis. Zij opende zelf de deur. „Ik zag u reeds komen," zeide zy tot my. „Kom binnen, maar spreek niet. Ik volgde haar in de kamer, waarop zy de deur achter zich sloot. Zy was gekleed in een prachtig toilet, terwijl de diamanten van de parure iu beur haar ver rukkelijk schitterden. Vragend zag ik haar aan. Zy lachte bitter. Het moet heeten, dat ik vanavond naar de opera ga," legde zij my uit. „Ga even zitten, als gij een oogenblikje tijd hebt." Ik zeide dat ik juist gekomen was om eens mot haar te pratenen daar in die donkere kamer, die alleen door de gaslantaarn welke voor het huis stond, verlicht werd, vertelde zy my alles. Toen zy zweeg bedekte zy haar gelaat met de handenik ging naar het raam en keek een oogenblik naar buiten. „Ik kom my zelf zoo belachelijk voor," zeide zy op staande en naar my toekomend. „Eiken avond zit ik bier zoo mooi uitgedoscht. Ik ben bang dat ik myn rol niet al te best speel; maar gelukkig heeft Billy nooit veel verstand van komediespel gehad, dus schynt 'taan het doel te beantwoorden. Ik vertel hem de meest mogelijke leugens over hetgeen men tegen my gezegd heeft, waarover ik gesproken heb en hoe mijn toiletten bewonderd worden. Hoe vindt gij dit?" Als antwoord maakte ik gebruik van het voorrecht dat een vriend des huizes toekomt. „Het doet my genoegen, dat gij zoo ganstig over my deukt. Want Billy loopt heel hoog met u. Er zullen u zulke dwaze praatjes verteld worden, daarom ben ik blij, dat gij alles weet." Ik moest Londen weder verlaten en Billy was reeds gestorven, toen ik weder in stad kwam. Ik hoorde, dat zij van een bal was weggeroepen en nog juist bijtijds was gekomen om hem een afscheidskus op de lippen te drukken. Haar vrienden verontschuldigden haar door te zeggen, dat de dood plotseling was ingetreden. Toen ik haar een poosje later sprak, vertelde ik haar welke praatjes men rondstrooide en vroeg haar of het niet beter zou zyn als ik do menschen de ware toe dracht der zaken meedeelde. „Gij moet het liever niet doen," antwoordde zij. „Het zou er veel van hobben of ik ons intiem fami lieleven wilde openbaar maken." „Maar," opperde ik, „zy zullen denken Zy viel my in de reden door te zeggen „Doet het er veel toe, wat zy denken?" En dit gezegde maakte een diepen indruk op my, vooral omdat het uit den mond van Mrs. Drayton geb. Lovell kwam. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1898 | | pagina 1